ALGEMEEN
ALGEMEEN
1. Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van alle overeenkomsten, gesloten tussen Amsterdamse Verkeersopleidingen en haar leerlingen.
2. In de lesovereenkomst wordt nadere invulling gegeven aan hetgeen verkeersschool en leerling overeenkomen. Hierin wordt een keuze gemaakt voor een opleiding Theorie en/of een praktijkopleiding en/of een andere opleiding.
0.Xx Algemene lesvoorwaarden maken onderdeel uit van de lesovereenkomst. De lesovereenkomst zal schriftelijk worden aangegaan.
Artikel 1 - Verplichtingen verkeersschool
De verkeersschool is verplicht er zorg voor te dragen:
1. dat les wordt gegeven door instructeurs, die voldoen aan de bepalingen van de Wet Rij-onderricht Motorrijtuigen (WRM);
2. dat de leerling zo veel mogelijk rijonderricht ontvangt van dezelfde instructeur;
3. dat hij de leerling periodiek informatie geeft over de progressie van de leerling en de voortgang in relatie tot de exameneisen;
4. dat de aanvraag voor het onderzoek naar de rijvaardigheid door de verkeersschool - onder voldoening van de daarvoor geldende bedragen en onder overlegging van de benodigde bescheiden - daadwerkelijk is ingediend bij, of in het aanvraagbestand is ingevoerd van, de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) of het Bureau Nader Onderzoek Rijvaardigheid (BNOR), uiterlijk twee weken na de datum waarop in overleg met de leerling is besloten dat het onderzoek naar de rijvaardigheid kan worden aangevraagd en waarop de leerling de kosten van het onderzoek aan de verkeersschool heeft voldaan;
5. dat de leerling, die via de verkeersschool het onderzoek heeft aangevraagd, op de datum en tijd waarvoor hij/zij is opgeroepen door het CBR of het BNOR tot het afleggen van een onderzoek de beschikking heeft over hetzelfde lesvoertuig als waarin hij de rijlessen heeft ontvangen, dan wel tenminste over een lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardige type;
6. dat de tijdsduur van de te geven rijles, zoals overeengekomen in de lesovereenkomst, volledig wordt benut voor het geven van rijles;
7. dat er een verzekering is afgesloten tegen aansprakelijkheid van de verkeersschool jegens de leerling;
8. de leerling te wijzen op het feit dat eventuele medische klachten, waarvan hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van invloed kunnen zijn op de bevoegdheid een motorvoertuig te besturen, van invloed kunnen zijn op de aanvraag en het doen van een onderzoek;
9. de leerling te wijzen op het feit dat op grond van de verblijfsstatus wordt bepaald of een rijbewijs kan worden afgegeven;
10. de leerling te wijzen op het feit dat, zodra er sprake is van een ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen, hij aan de verkeersschool hiervan melding moet maken.
Artikel 2 - Verplichtingen leerling De leerling is verplicht:
1. zich te houden aan de door de verkeersschool op de lesafsprakenkaart schriftelijk vastgelegde afgesproken datum, tijd en plaats voor de rijles (door de verkeersschool wordt een wachttijd van 15 minuten in acht genomen) en bij niet verschijnen op het afgesproken lesuur zonder tijdige afzegging, de volledige lesprijs te voldoen;
2. de volledige lesprijs te voldoen indien de rijles wordt afgezegd binnen 48 uur voor de op de afgesproken tijd. Zaterdagen, zondagen alsmede erkende feestdagen worden niet meegerekend in deze 72 uur. Afzegging dient tijdens de kantooruren van de verkeerschool te gebeuren en dient persoonlijk aan de instructeur of telefonisch te worden gedaan. Een te laat afgezegde les wordt niet in rekening gebracht bij afzeggen vanwege een dringende reden waaronder wordt verstaan een ernstig ongeval, ernstige ziekte of overlijden van de leerling, alsmede een ernstig ongeval, ernstige ziekte van familie in de 1e en 2e graad of overlijden van een familielid in de 1e en 2e graad.
3. alle aanwijzingen van de rij-instructeur tijdens de rijlessen op te volgen;
4. het met de verkeersschool overeengekomen lesschema, zoals bijvoorbeeld de aan te leren lesonderdelen en het aantal te volgen rijlessen per week, tot aan de datum van ieder onderzoek, na te komen;
5. bij een onderzoek naar de rijvaardigheid (theorie-examen, tussentijdse toets of andere deeltoets, rijexamen en Xxxxx Onderzoek een geldig legitimatiebewijs en indien vereist een geldig theoriecertificaat te overleggen;
6. eventuele medische klachten, waarvan hij/zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze van invloed kunnen zijn op de bevoegdheid een motorvoertuig te besturen, tijdig af te stemmen met het examenbureau voordat de rijopleiding wordt aangevangen. Indien de leerling nalaat dit te doen en de rijopleiding daardoor moet worden onderbroken of afgebroken, kan de verkeersschool hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld;
7. zich ervan te overtuigen dat hij, indien vereist, een uittreksel uit het bevolkingsregister kan verkrijgen hetgeen nodig is voor het afleggen van het examen. De verkeersschool kan er niet
aansprakelijk voor worden gesteld indien de leerling geen examen kan doen als gevolg van het ontbreken van het genoemde uittreksel;
8. te melden indien sprake is van ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen. Indien de leerling nalaat dit te vermelden, kan de verkeersschool niet aansprakelijk worden gesteld.
Artikel 3 - Betaling
1. De verkeersschool brengt geen bedrag aan inschrijvingsgeld/administratiekosten in rekening te brengen.
2. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders wordt overeengekomen, moet betaling van het lesgeld en de kosten, verbonden aan de individueel of in groepsverband te volgen theorielessen, per rijles respectievelijk theorieles contant worden voldaan.
3. De verkeersschool is gerechtigd tijdens de duur van de lesovereenkomst de lesprijs te verhogen. Dit geldt niet indien sprake is van een pakketprijs, met uitzondering van een door de minister tussentijds vastgestelde verhoging van examengelden. De leerling heeft in dat geval het recht om de lesovereenkomst schriftelijk te ontbinden, van welke bevoegdheid hij gebruik kan maken tot twee weken na kennisneming van de prijsverhoging.
4. De leerling dient het verschuldigde bedrag te betalen vóór het verstrijken van de betalingsdatum. Doet hij dat niet, dan zal niet met de opleiding kunnen worden gestart.
5. Indien de leerling in verzuim blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is de verkeersschool gerechtigd tot opzegging van de overeenkomst over te gaan.
Artikel 4 - Aanvraag onderzoek naar de rijvaardigheid (praktijkexamen, tussentijdse toets of andere deeltoets), verder te noemen: het onderzoek
1. Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen dienen de kosten van of ten behoeve van de aanvraag van het onderzoek gelijktijdig met de invulling van de aanvraag contant aan de verkeersschool te worden voldaan.
2. Veertien dagen na de datum van invulling en betaling van de aanvraag van het onderzoek heeft de leerling recht op inzage in zijn/haar gegevens in het aanvraagbestand van de verkeersschool waaruit blijkt dat zijn/haar aanvraag van het onderzoek bij het CBR of het BNOR is ingediend.
3. Indien het onderzoek geen doorgang vindt omdat de leerling niet of te laat op het onderzoek verschijnt en dit niet te wijten is aan de verkeersschool, of omdat de leerling geen vereiste, geldige documenten kan tonen, dan zijn de kosten voor aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de leerling.
4. Indien het onderzoek geen doorgang vindt wegens vakantie van de leerling en de vakantieperiode bij de aanvraag van het onderzoek aan de verkeersschool is opgegeven dan zijn de kosten voor de aanvraag van een nieuw onderzoek voor rekening van de verkeersschool.
5. De verkeersschool is na mondelinge of schriftelijke aankondiging gerechtigd tussentijdse prijswijzigingen van het theorie- en praktijkgedeelte van het onderzoek door te berekenen en is verplicht op verzoek van de leerling een schriftelijke specificatie van die prijswijziging te geven. Dit geldt niet indien sprake is van een pakketprijs, met uitzondering van een door de minister tussentijdse vastgestelde verhoging van examengelden.
Artikel 5 - Onderzoek naar de rijvaardigheid
1. Indien het CBR of het BNOR het onderzoek wegens slechte weersomstandigheden op de afgesproken tijd geen doorgang laat vinden, dan kan de verkeersschool de leerling het lesgeld van één rijles in rekening brengen voor het opnieuw vastgesteld onderzoek.
2. Indien de leerling het onderzoek niet kan aanvangen of voltooien als gevolg van het feit dat:
a. sprake is van een dringende reden zoals vermeld in artikel 2 lid 2;
b. het lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd niet ter beschikking is en geen lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type ter beschikking is;
c. het lesvoertuig, waarmee het onderzoek dient te worden afgelegd, door de examinator van het CBR of de deskundige van het BNOR wordt afgekeurd en geen vervangend lesvoertuig van hetzelfde of gelijkwaardig type beschikbaar is; zal de verkeersschool ervoor zorgen dat voor de leerling een nieuw onderzoek wordt aangevraagd, indien de leerling dit wenst. De verkeersschool staat ervoor in dat het aanvragen van het onderzoek alsdan geschiedt zonder kosten voor de leerling.
Artikel 6 - Beëindiging van de lesovereenkomst
1. Indien de lesovereenkomst niet is aangegaan voor een vast aantal lessen dan wel niet is aangegaan voor een vaste periode kan de lesovereenkomst door zowel de leerling als de verkeersschool worden opgezegd. Indien er sprake is van een reeds vooruitbetaald bedrag heeft de leerling in dit geval recht op restitutie van een eventueel vooruitbetaald bedrag, onder aftrek van het reeds aan CBR of BNOR betaalde examengeld en reeds genoten rijlessen. Bij beëindiging is de leerling gehouden de prijs voor de reeds genoten lessen vermeerderd met de prijs van één lesuur, alsmede de administratiekosten, alsmede het door de verkeersschool al afgedragen examengeld (CBR- of BNOR gedeelte) te vergoeden.
2. Indien er sprake is van een reeds vooruitbetaald bedrag heeft de leerling in dit geval recht op restitutie van een eventueel vooruitbetaald bedrag, onder aftrek van het reeds aan CBR of BNOR betaalde examengeld, reeds genoten rijlessen.
3. De verkeersschool kan de lesovereenkomst, aangegaan voor een vast aantal lessen slechts beëindigen om dusdanig dringende redenen, dat van de verkeersschool redelijkerwijs niet verwacht kan worden deze te continueren, onder de terugbetaling aan de leerling van die (les)gelden, waarvoor de verkeersschool nog niet heeft gepresteerd.
4. Bij beëindiging van de lesovereenkomst heeft de leerling in alle gevallen recht op restitutie van aan de verkeersschool betaalde examengelden ter hoogte van het door het CBR of het BNOR vastgestelde tarief, voor zover de verkeersschool deze gelden nog niet heeft afgedragen aan het CBR of het BNOR.
5. De eerste rijles wordt gezien als een vrijblijvende proefles -tegen gangbaar lestarief bij de instructeur die de lessen gaat geven. Indien de leerling na deze les geen verdere rijlessen bij de verkeersschool wil volgen, informeert de leerling de verkeersschool per telefoon /e-mail over zijn besluit in ieder geval voor de volgende rijles.
Artikel 7 - Bemiddelings- en Geschillenregeling
1. Bemiddeling
a. De leerling kan, indien er geschillen ontstaan tussen hem/haar en de verkeersschool terzake van de in de artikelen 1 t/m 6 van de in deze voorwaarden bedoelde verplichtingen, een beroep doen op bemiddeling.
b. Indien bemiddeling naar de mening van de leerling niet tot een bevredigende oplossing leidt c.q. indien de verkeersschool de bij de bemiddeling geadviseerde oplossing van het geschil niet volgt, kan, onverminderd de bevoegdheid van de burgerlijke rechter, het geschil op schriftelijk verzoek van de leerling worden onderworpen aan een voor beide partijen bindend advies.
2. Geschillenregeling
a. De leerling kan, als de in lid 1 genoemde bemiddelingspoging niet is geslaagd, of als leerling niet de voorkeur aan een bemiddeling geeft, bij geschillen tussen hem/haar en de verkeersschool terzake van de in de artikelen 1 t/m 6 van de in deze voorwaarden bedoelde verplichtingen het geschil aanhangig maken bij de Geschillencommissie Rijopleidingen van de Stichting Geschillencommissies, p/a Postbus 90600, 2509 LP te Den Haag (bezoekadres Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX xx Xxx Xxxx).
b. In het geval dat bemiddeling heeft plaatsgehad, dient de leerling het geschil binnen zes weken na ontvangst van het bericht dat de bemiddeling geen resultaat heeft gehad, bij de Geschillencommissie aanhangig te maken. Indien geen bemiddeling heeft plaatsgehad dient leerling het geschil, uiterlijk drie maanden nadat het is gerezen, bij de Geschillencommissie aanhangig te maken.
c. De Geschillencommissie Rijopleidingen doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement bij wege van bindend advies. Het reglement wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
d. Voor de behandeling van het geschil door de Geschillencommissie is leerling een vergoeding verschuldigd.
e. Een uitspraak van de Geschillencommissie Rijopleidingen zal in rechte niet aantastbaar zijn, indien meer dan twee maanden na de verzending ervan zijn verstreken en geen beroep op de gewone rechter is gedaan.
g. Xxxxxxxxxxxxxx bemiddeling staat niet in de weg aan een beroep op geschilbeslechting door de gewone rechter. Indien leerling evenwel de zaak aan de Geschillencommissie Rijopleidingen heeft voorgelegd, hebben partijen nog slechts de mogelijkheid de uitspraak van de Geschillencommissie ter marginale toetsing aan de gewone rechter voor te leggen, tenzij de Geschillencommissie zich onbevoegd of niet ontvankelijk heeft verklaard.
Artikel 8 – Vrijwaring
1. De verkeersschool vrijwaart de leerling voor kosten voortvloeiende uit verkeersovertredingen die deze onder toezicht heeft gepleegd, alsmede voor aanspraken van derden als gevolg van botsing, aan- of overrijdingen tijdens de rijles alsmede tijdens het onderzoek, met uitzondering van die voorvallen die het gevolg zijn van opzet en/of grove schuld van de leerling, alsmede bij het gebruik door de leerling van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
2. Indien de leerling, ondanks zijn/haar verklaring, dat hem/haar bij rechterlijke uitspraak niet de bevoegdheid is ontzegd motorvoertuigen te besturen noch zijn/haar rijbewijs is ingevorderd, toch rijles neemt en indien de opgave onjuist is, vrijwaart de leerling de verkeersschool volledig en zal eventueel terzake de opgelegde boetes geheel vergoeden, alsmede alle andere financiële consequenties geheel overnemen.
Artikel 9 - Persoonsgegevens
De persoonsgegevens van de leerling die worden vermeld op de lesovereenkomst worden door de verkeersschool verwerkt, mogelijk in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp). Aan de hand van deze verwerking kan de verkeersschool: de overeenkomst uitvoeren, leerling een optimale service verlenen en verplichtingen jegens de leerling nakomen, hem tijdig voorzien van actuele rijles-informatie en hem gepersonaliseerde aanbiedingen doen.