Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Houten 2021-2023
Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Houten 2021-2023
Het college van burgemeester en wethouders xxx Xxxxxx; gelet op
• de Wet Kinderopvang, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, de Wet op het primair onderwijs, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerken, de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang
• artikel 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Houten; overwegende dat
• het voor de vergoeding aan een aanbieder van peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) binnen de peuteropvang noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen;
BESLUIT:
De regeling Peuteropvang en voorschoolse educatie Houten 2021-2023 vast te stellen.
Doel regeling
Met deze regeling kunnen ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en ouders die een peuter hebben met een VVE indicatie zelf kiezen voor een aanbieder van peuteropvang. De gemeente Houten stelt als voorwaarde dat de peuteropvang waarvoor ouders vergoeding kunnen krijgen, voldoet aan de kwaliteitscriteria die in deze regeling zijn opgenomen. De kwaliteitscriteria voor aanbieders van peuteropvang zijn voor alle locaties hetzelfde en geven daarbij ruimte voor eigen invulling. Voor het VVE-aanbod gelden aanvullende kwaliteitscriteria.
Artikel 1 Activiteit
Als activiteit die in aanmerking komen voor vergoeding wordt aangemerkt:
1. Het deelnemen van peuters, waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, in de leeftijd 2,5 - 4 jaar aan peuteropvang van een voorschoolse voorziening.
2. Het deelnemen van peuters die vallen onder de afgesproken doelgroepdefinitie VVE van de gemeente, o.a. de peuters met een verhoogd risico op het ontwikkelen van een taalachterstand aan peuteropvang van een voorschoolse voorziening met een gecertificeerd VVE programma.
Artikel 2 Voorwaarden aan aanbieder
De aanbieder van peuteropvang ontvangt een vergoeding namens ouders die aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. De in Artikel 3 genoemde voorwaarden voor vergoeding aan ouders;
2. De peuter bezoekt minimaal twee dagdelen (van 3,5 of 4 uren) per week de peuteropvang (peuters zonder VVE indicatie krijgen ook voor maximaal twee dagdelen van maximaal 4 uur een vergoeding); en;
3. De ouder die aanvraag doet voor een reguliere peuterplek komt niet in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst;
4. Ouders van een peuter waarvan de GGDrU jeugdgezondheidszorg een VVE-indicatie heeft afgegeven, kunnen -ongeacht het recht op kinderopvangtoeslag- gebruik maken van:
a. Het gecertificeerde VVE programma, dat binnen de peuteropvang wordt aangeboden;
b. De twee1 extra dagdelen VVE-peuteropvang van 4 uur van de aanbieder die een VVE gecertificeerd programma aanbiedt. Deze(VVE)-uren moeten bij dezelfde aanbieder worden afgenomen waar ook de twee andere dagdelen peuteropvang worden afgenomen.
1 Kinderen geboren vanaf 01-02-2018 krijgen 2 extra dagdelen van 4 uur, kinderen geboren voor 01-02-2018 krijgen 1 extra dagdeel. Kinderen geborgen vanaf 01-02-2018 komen op een totaal van 16 uur per week.
c. Het VVE-ouderprogramma dat de aanbieder gericht aanbiedt op opvoeden en leesbevordering.
Artikel 3 Voorwaarden voor vergoeding
Om in aanmerking te kunnen komen voor de vergoeding van de gemeente Houten dienen ouders van de peuter te kiezen voor een aanbieder die minimaal voldoet aan de volgende eisen:
1. Registratie in het LRK, ook van het VVE-aanbod;
2. Op de kwaliteit van de peuteropvang:
a. wordt toegezien door de GGD die op de hoogte wordt gesteld van de aanvullende gemeentelijk kwaliteitscriteria;
b. en het aangeboden VVE-programma voert de Inspectie voor het Onderwijs op locatie inspectie uit.
i. Voor Artikel 4.2 a en b geldt dat de beoordeling in overwegende mate positief wordt beoordeeld.
ii. Eventuele door 4.2 a of b aangegeven verbeterpunten worden door de aanbieder aantoonbaar en per omgaande opgepakt.
iii. Als niet aan i en ii wordt voldaan, heeft dit gevolgen voor de vergoeding vanuit de gemeente.
3. Kwaliteitscriteria waaraan een voorschoolse voorziening met kindplaatsen met gemeentelijke vergoeding moet voldoen zijn:
a. Alle peuters op de groep wordt op hetzelfde moment een educatief programma aangeboden. Het programma is zo ingedeeld dat het niet tijdens een slaapmoment geboden wordt.
b. de peutergroep heeft twee gekwalificeerde beroepskrachten op minimaal mbo3- niveau en beschikken over het taalniveau 3F.
c. De organisatie beschrijft in het beleidsplan de wijze waarop:
i. de organisatie investeert in het permanent leren van personeel en bevat daarbij de investering in tijd;
ii. pedagogisch medewerkers met regelmaat worden bijgeschoold en daarnaast de mogelijkheid krijgen continu te leren en reflecteren op de eigen praktijk.
iii. de organisatie investeert in oudersamenwerking.
d. De organisatie stelt een voorleesbeleid op waarin staat beschreven op welke wijze er wordt ingezet op leesbevordering en taalontwikkeling en de organisatie:
i. investeert in een positief voorleesklimaat op de groep;
ii. actief de ouders bij het voorleesbeleid betrekt.
iii. samenwerkt met de bibliotheek bij het stimuleren van ouders bij het thuis voorlezen.
e. Bij gesignaleerde laaggeletterdheid van ouders worden ouders door de peuteropvang in contact gebracht met het Xxxxxxxx xxx Xxxxxx.
f. Pedagogisch medewerkers werken ontwikkelingsgericht en signaleren vroegtijdig bij opvoed- en ondersteuningsvragen.
i. Bij zorgvragen initieert de voorschoolse voorziening een multi-disciplinair overleg (MDO) waarbij de Stichting Sociaal Team Houten of de GGDrU jeugdgezondheidszorg altijd wordt betrokken.
g. Bij een vermoeden van kindermishandeling moeten kinderopvangorganisaties en hun medewerkers verplicht starten met de meldcode, het zogenaamde "Protocol 'kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag' voor de kinderopvang". De voorschoolse voorziening werkt samen met de basisschool in een doorgaande lijn.
i. De ontwikkeling van de peuter houdt de voorschoolse voorziening bij met een volgsysteem dat bij voorkeur goed aansluit op het volgsysteem van het onderwijs.
ii. Bij een peuter met een specifieke zorg- of ondersteuningsvraag legt de pedagogisch medewerker ongeveer vier maanden voorafgaand aan hun vierde verjaardag contact met school. Hierbij investeren ouders, peuteropvang en school in een warme (‘face-to-face’) overdracht.
4. Kwaliteitscriteria waaraan voorschoolse voorziening met een VVE peutergroep moet voldoen zijn:
a. het gemengde groepen zijn met als uitgangspunt dat er altijd minder VVE peuters dan reguliere peuters in een groep zitten. Bij voorkeur bestaat de groep uit maximaal 1/3de VVE peuters t.o.v. 2/3de peuters zonder VVE indicatie.
b. Pedagogisch medewerkers zijn geschoold in het door het NJI gecertificeerde VVE- programma2 waarmee wordt gewerkt.
i. De hoofdtaak van de pedagogisch medewerkers is het spel te begeleiden en ontwikkelingsgericht te werken met peuters.
c. Vanaf 1 januari 2022 dient de aanbieder voor de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie een pedagogisch beleidsmedewerker in te zetten (op hbo werk- en denkniveau). Deze pedagogisch beleidsmedewerker richt zich op de ontwikkeling en implementatie van het beleid of de coaching van beroepskrachten ve. De aanbieder moet in het beleidsplan aangeven op welke wijze de rol van de pedagogisch beleidsmedewerker ve wordt ingevuld en hoe dit bijdraagt aan de kwaliteit van ve.
d. De voorschoolse voorziening werkt samen met de bibliotheek bij het stimuleren van VVE-ouders bij het thuis voorlezen vanuit programma’s als de Voorleesexpress en Boekstart in de kinderopvang.
e. Het VVE-ouderprogramma gericht op opvoeden wordt in samenwerking met lokale partners zoals de GGD, CJG, bibliotheek en het onderwijs vormgegeven.
f. Er is altijd een warme (‘face-to-face’) overdracht van VVE-peuters naar het basisonderwijs. Het hiervoor gebruikte observatieformulier (uit KIJK!) wordt ten minste vier maanden voor de start van de basisschool doorgesproken met de intern begeleider.
g. Ingezet wordt op een 100% bereik van VVE-peuters.
h. De VE aanbieder houdt de lijst met GGDrU aanmeldingen (indicaties) bij, zodat overzicht blijft op het bereik van de VE kinderen en in samenwerking met de GGDrU mogelijk acties ondernomen kunnen worden.
i. Samen met het primair onderwijs zorgt de voorschoolse voorziening dat resultaatafspraken worden nagekomen.
Artikel 4 Tarief
Het jaarlijks in november berekende tarief (zie jaarlijkse bijlage) voor de peuteropvang voor ouders die genoemd worden in Artikel 3.3 is
a. gebaseerd op de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.
b. voor maximaal 8 uur per week verdeeld over twee dagdelen in 40 weken per jaar;
c. wordt per peuter met een VV- indicatie aangevuld met meerkosten van het VVE- aanbod (minimaal 10,5/ 16 uur uur per week) per jaar (zie jaarlijkse bijlage)
d. voor peuterplekken bij KMN Kind & Co vergoedt de gemeente (zie jaarlijkse bijdrage) bovenop het uurtarief vanuit een compensatie regeling Xxx Xxxxxxx en Maatschappelijke dienstverlening naar Cao Kinderopvang.
e. De uurtarieven voor peuteropvang en VVE worden jaarlijks vastgesteld en worden gepubliceerd op de website van de gemeente.
Artikel 5 Aanvraag
Het proces voor de aanvraag van regeling is als volgt:
f. De vergoeding voor ouders van de peuter wordt gecoördineerd door de gemeente Houten.
g. Een potentieel nieuwe aanbieder van peuteropvang kan halfjaarlijks, te weten voor 1 januari en voor 1 juni, de aanvraag indienen om aanbieder van gesubsidieerde peuteropvang in de gemeente Houten te zijn. Deze aanvraag bevat:
i. Het pedagogisch beleidsplan;
ii. Het voorleesbeleid.
iii. De wijze van overdracht met het primair onderwijs.
h. De gemeente geeft op basis van de geleverde informatie de peuteropvang wel of geen toestemming om peuteropvang in Houten aan te bieden.
i. De gemeente vermeldt na toestemming de peuteropvang organisatie op de website van Houten.
i. Wanneer ouders zich melden bij de organisatie van hun keuze voor peuteropvang;
2 xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/Xxxxxx/Xxxxxxx/Xxxxxxxxxx-xxxx-xxxx-xx-xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxx
i. informeert deze ouders over hun (xxxxxxxx)beleid.
ii. informeert deze ouders of zij wel of geen kindplaatsen met gemeentelijke vergoeding aanbieden.
iii. informeert de aanbieder ouders over het mogelijkheid op vergoeding vanuit de gemeente. Ook informeert de aanbieder ouders dat wanneer de werksituatie wijzigt, zij dit verplicht moeten melden. Mogelijk komen ouders dan niet meer in aanmerking voor een vergoeding van de gemeente, maar vallen zij onder de kinderopvangtoeslag regeling van de Belastingdienst. Ouders dienen de vergoeding van de gemeente op dat moment te wijzigen, door deze bij de gemeente te beëindigen en bij de Belastingdienst aan te vragen. De peuterplek blijft onveranderd.
iv. sluiten ouders en aanbieder bij overeenstemming samen een ondertekende overeenkomst over de af te nemen peuteropvang.
j. Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan de peuteropvang.
i. Ouders met recht op kinderopvangtoeslag dienen een aanvraag in voor kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst;
ii. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag dienen een aanvraag in voor een inkomensafhankelijke gemeentelijke vergoeding in via de website van de gemeente.
k. Via een aanvraagformulier op de website van de gemeente Houten die via DigiD wordt benaderd, dient de ouder met een inkomensverklaring een aanvraag voor vergoeding in bij de gemeente. Dit proces is van toepassing op:
i. Ouder(s) die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag
ii. Xxxxx(s) met een kind met een VVE-indicatie vraagt:
1. bij recht op kinderopvangtoeslag de toeslag aan bij de Belastingdienst;
2. bij geen recht op kinderopvangtoeslag een vergoeding aan voor twee dagdelen bij de gemeente;
3. in beide gevallen voor het aanvullende VVE-deel vergoeding aan bij de gemeente.
l. De gemeente betaalt de inkomensafhankelijke vergoeding aan ouders uit aan de kinderopvangorganisatie;
m. Ouders zijn verplicht wijziging in hun inkomen of werksituatie te melden bij de gemeente, omdat de wijziging van invloed kan zijn op de hoogte of het recht op vergoeding via de gemeente.
n. De kindervangorganisatie brengt het resterende bedrag in rekening bij de ouders.
o. Als de gemeente de inkomensafhankelijke ouderbijdrage heeft vastgesteld, verstuurt de gemeente de beschikking zowel naar ouders als naar de kinderopvangorganisatie. In deze beschikking wordt vermeldt:
i. De hoogte van vastgestelde ouderbijdrage die de peuteropvang organisatie in rekening brengt bij de ouder;
ii. De hoogte van de vergoeding die de gemeente rechtstreeks betaalt aan de peuteropvang-organisatie;
iii. De vergoeding aan ouders wordt tijdelijk als voorschot aan de aanbieder verstrekt, waarna deze de middelen in mindering brengt op het te betalen uurtarief door de ouders voor gebruik van een peuteropvang plaats; Kijken of dit nog klopt
p. Jaarlijks vraagt de gemeente bij ouders informatie op of het recht op vergoeding onveranderd is gebleven en wordt de inschaling op basis van de inkomensverklaring (van het voorgaande jaar) vastgesteld; doen we nooit
q. Voor mogelijke controle legt de aanbieder dossiers aan met minimaal de volgende informatie en documenten:
i. aanvraagformulier ouder
ii. ondertekende overeenkomst ouder en aanbieder
iii. start-/einddatum en/of wijzigingen
iv. aantal uren peuteropvang per maand
v. uurtarief en ouderbijdrage
vi. regulier of VVE-plek,
vii. afschrift indicatiestelling van de peuter door de JGZ,
viii. evt. aanmaningen, bevestiging opzegging.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de vergadering van
de secretaris, de burgemeester