Contract
PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN JAPAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING MET BETREKKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN
's-Gravenhage, 4 maart 1992 (Trb. 1992, 68)
0. | INHOUDSOPGAVE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN JAPAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING MET BETREKKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN | |
1. PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREEN- KOMST TUSSEN HET KONINKRIJK DER NEDER- LANDEN EN JAPAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING MET BETREKKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN ........................................... | 1 | |
2. ARTIKEL I ............................................................................................ | 1 | |
3. ARTIKEL II ........................................................................................... | 1 | |
4. ARTIKEL III .......................................................................................... | 3 | |
5. PROTOCOL AMENDING THE CONVENTION BE- TWEEN THE GOVERNMENT OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS AND THE GOVERNMENT OF JAPAN FOR THE AVOIDANCE OF DOUBLE TAXATION WITH RESPECT TOT TAXES ON INCO- ME.......................................................................................................... | 4 | |
6. ARTICLE I............................................................................................. | 4 | |
7. ARTICLE II ........................................................................................... | 4 | |
8. ARTICLE III .......................................................................................... | 5 | |
9. D. PARLEMENT................................................................................... | 1 | |
10. E. BEKRACHTIGING .......................................................................... | 1 | |
11. G. INWERKINGTREDING .................................................................. | 1 | |
12. J. GEGEVENS....................................................................................... | 1 |
1. PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN EN JAPAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING MET BETREKKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN
's-Gravenhage, 4 maart 1992 (Trb. 1992, 68) 1)
1) Is op 16 december 1992 in werking getreden.
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Japan,
Geleid door de wens de op 3 maart 1970 te 's-Gravenhage ondertekende Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Japan tot het Vermijden van Dubbele Belasting met betrekking tot Belastingen naar het Inkomen (hierna te noemen "de Overeenkomst"), te wijzigen,
Zijn het volgende overeengekomen:
2. ARTIKEL I
Artikel 11, derde lid, van de Overeenkomst wordt geschrapt. Het wordt vervangen door het volgende:
"3. Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, mag de aldus geheven belasting 5 percent van het bruto bedrag van de dividenden niet overschrijden, indien de genieter van de dividenden een lichaam is dat ten minste 25 percent bezit van de stemgerechtigde aandelen van het lichaam dat de dividenden betaalt gedurende de periode van zes maanden onmiddellijk voorafgaande aan het einde van het boekjaar waarover de winstuitdeling plaatsvindt."
3. ARTIKEL II
De volgende nieuwe artikelen worden onmiddellijk na artikel 26 van de Overeenkomst ingevoegd:
"Artikel 26a
1. De bevoegde autoriteiten van de landen wisselen de inlichtingen uit die nodig zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of van de nationale wetgeving van de landen betreffende de belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is, voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met de bepalingen van deze Overeenkomst. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door artikel 1. Alle
door een land ontvangen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die volgens de nationale wetgeving van dat land zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten, waaronder begrepen rechterlijke instanties en admini- stratiefrechtelijke lichamen, die zich bezighouden met de vaststelling of invordering van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van, of de beslissing in beroepszaken met betrekking tot de belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is. Deze personen of autoriteiten mogen van de inlichtingen alleen voor deze doeleinden gebruik maken. Ze mogen de inlichtingen bekend maken in openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen.
2. In geen geval worden de bepalingen van het eerste lid zo uitgelegd dat zij een land de verplichting opleggen:
a. administratieve maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wetgeving en de administratieve praktijk van dat of van het andere land;
b. inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn krachtens de wetgeving of in de normale gang van zaken in de administratie van dat of van het andere land;
c. inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een fabrieks- of handelswerkwijze zouden onthullen, of inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.
Artikel 26b
1. Elk van de landen zal trachten de door het andere land opgelegde belastingen in te vorderen teneinde te verzekeren dat een vrijstelling of vermindering van belasting, die door het andere land wordt verleend op grond van deze Overeenkomst, niet wordt genoten door personen die niet gerechtigd zijn tot deze voordelen, mits de bevoegde autoriteiten van de landen het erover eens zijn dat die personen niet gerechtigd zijn tot deze voordelen. Het land dat deze invordering verricht is tegenover het andere land verantwoordelijk voor de aldus geïnde bedragen.
2. In geen geval worden de bepalingen van het eerste lid zo uitgelegd dat zij een van de landen de verplichting opleggen administratieve maatregelen te nemen die in strijd zijn met de regelingen en de praktijk van een van de landen of van beide landen of die in strijd zijn met de openbare orde van een van de landen of van beide landen."
4. ARTIKEL III
1. Dit Protocol dient te worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen zo spoedig mogelijk te Tokyo worden uitgewisseld.
2. Dit Protocol treedt in werking op de dertigste dag na de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging en vindt in beide landen toepassing met betrekking tot inkomsten van enig belastingjaar dat aanvangt op of na 1 januari van het kalender dat volgt op dat waarin dit Protocol in werking treedt.
3. Dit Protocol blijft van toepassing zo lang de Overeenkomst van kracht is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te 's-Gravenhage op 4 maart 1992, in tweevoud elk in de Nederlandse, Japanse en Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. Ingeval van enig verschil in uitleg, is de Engelse tekst beslissend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden: (w.g.) M.J.J. VAN AMELSVOORT.
Voor de Regering van Japan: (w.g.) M. XXXXX XXXXXX.
5. PROTOCOL AMENDING THE CONVENTION BETWEEN THE GOVERNMENT OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS AND THE GOVERNMENT OF JAPAN FOR THE AVOIDANCE OF DOUBLE TAXATION WITH RESPECT TOT TAXES ON INCOME
The Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of Japan,
Desiring to amend the Convention between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of Japan for the Avoidance of Double Taxation with respect to Taxes on Income, signed at The Hague on March 3, 1970 (hereinafter referred to as "the Convention"),
Have agreed as follows:
6. ARTICLE I
Paragraph 3 of Article 11 of the Convention shall be deleted and replaced by the following:
"3. Notwithstanding the provisions of paragraph 2, the tax so charged shall not exceed 5 per cent of the gross amount of the dividends, if the recipient of the dividends is a company which owns at least 25 per cent of the voting shares of the company paying the dividends during the period of six months immediately before the end of the accounting period for which the distribution of profits takes place."
7. ARTICLE II
The following new Articles shall be inserted immediately after Article 26 of the Convention:
"Article 26a
1. The competent authorities of the countries shall exchange such information as is necessary for carrying out the provisions of this Convention or of the domestic laws of the countries concerning taxes covered by this Convention insofar as the taxation thereunder is not contrary to the provisions of this Convention. The exchange of information is not restricted by Article 1. Any information received by a country shall be treated as secret in the same manner as information obtained under the domestic laws of that country and shall be disclosed only to persons or authorities, including courts and administrative bodies, involved in the assesment or collection of, the enforcement or prosecution in respect of, or the determination of appeals in relation to, the taxes covered by this
Convention. Such persons or authorities shall use the information only for such purposes. They may disclose the information in public court proceedings or in judicial decisions.
2. In no case shall the provisions of paragraph 1 be construed so as to impose on a country the obligation:
a. to carry out administrative measures at variance with the laws and the administrative practice of that or of the other country;
b. to supply information which is not obtainable under the laws or in the normal course of the administration of that or of the other country;
c. to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial or professional secret or trade process, or information, the disclosure of which would be contrary to public policy.
Article 26b
1. Each of the countries shall endeavour to collect such taxes imposed by the other country as will ensure that any exemption or reduced rate of tax granted under this Convention by that other country shall not be enjoyed by persons not entitled to such benefits, provided that the competent authorities of the countries agree that such persons are not entitled to such benefits. The country making such collections shall be responsible to the other country for the sums thus collected.
2. In no case shall the provisions of paragraph 1 be construed so as to impose upon either of the countries the obligation to carry out adminis- trative measures at variance with the regulations and practices of one or both of the countries or which would be contrary to the public policy of one or both of the countries."
8. ARTICLE III
1. This Protocol shall be ratfied and the instruments of ratification shall be exchanged at Tokyo as soon as possible.
2. This Protocol shall enter into force on the thirtieth day after the date of the exchange of instruments of ratification and shall have effect in both countries as regards income for any taxable year beginning on or after the first day of January of the calendar year next following that in which this Protocol enters into force.
3. This Protocol shall remain in effect as long as the Convention remains in force.
IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorised thereto by their respective Governments, have signed this Protocol.
DONE in duplicate at The Hague on 4 March 1992, in the Netherlands, Japanese and English languages, all three texts being equally authentic. In case of any divergence of interpretation, the English text shall prevail.
For the Government of the Kindom of the Netherlands, (sd.) M.J.J. VAN AMELSVOORT.
For the Government of Japan, (sd.) M. XXXXX XXXXXX.
9. D. PARLEMENT
Het Protocol behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.
10. E. BEKRACHTIGING
Bekrachtiging van het Protocol is voorzien in artikel III, eerste lid.
11. G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Protocol zullen ingevolge artikel III, tweede lid, in werking treden op de dertigste dag na de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging.
12. J. GEGEVENS
Xxx xx xx 0 xxxxx 0000 xx 'x-Xxxxxxxxxx tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Japan tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol en brieven, tot wijziging van welke Overeenkomst het onderhavige Protocol strekt, zijn de Engelse, de Nederlandse en de Japanse tekst geplaatst in Trb. 1970, 67; zie ook Trb. 1970, 181.
Uitgegeven de zestiende april 1992. De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. XXX XXX XXXXX.