TOEPASSINGSGEBIED
TOEPASSINGSGEBIED
1.1 Er wordt verwezen naar de wettelijke overeenkomst tussen Xxx Xx Xxx Group, of een van haar vennootschappen, hierna "Xxx Xx Xxx Group" genoemd, en de andere partij, hierna de "onderaannemer" genoemd, met betrekking tot overeengekomen werkzaamheden of diensten die deel uitmaken van de wettelijke overeenkomst tussen Xxx Xx Xxx Group en de opdrachtgever.
1.2 Een onderaannemer is een partij die, zoals bepaald in een onderaannemingsovereenkomst, een deel van het toepassingsgebied van het hoofdcontract tussen Jan De Nul Group en de opdrachtgever uitvoert.
1.3 De voorschriften voor onderaannemers inzake Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid, Beveiliging & Milieu (QHSSE- voorschriften) zoals ze hieronder worden bepaald, zijn van toepassing op alle werkzaamheden en diensten die de onderaannemer uitvoert en verleent, inclusief alle uitbestede werkzaamheden en diensten, die betrekking hebben op de wettelijke overeenkomst tussen Xxx Xx Xxx Group en de onderaannemer.
1.4 De QHSSE-voorschriften voor onderaannemers zoals ze hieronder worden bepaald, zijn van toepassing op alle werkzaamheden en diensten die de onderaannemer uitvoert en verleent, inclusief alle uitbestede werkzaamheden en diensten in en op:
▪ alle bedrijfsgebouwen en -terreinen die eigendom zijn van, verhuurd of gehuurd worden door de opdrachtgever;
▪ alle bedrijfsgebouwen en -terreinen van Jan De Nul Group (ongeacht of ze eigendom zijn, verhuurd of gehuurd worden), zoals bouwterreinen, vaartuigen, tijdelijke opslagruimten, containers;
▪ alle bedrijfsgebouwen en -terreinen van de onderaannemer (ongeacht of ze eigendom zijn, verhuurd of gehuurd worden), zoals scheepswerven, ateliers enz., inclusief alle zones waar personeel dat voor of namens Jan De Nul Group werkt, werkzaamheden uitvoert, met inbegrip van de toegangswegen tot de werkplek.
1.5 De onderaannemer is verplicht om alle noodzakelijke en vereiste acties te ondernemen teneinde op de werkplek de kwaliteitsnormen en veilige werkomstandigheden te creëren en te handhaven. De onderaannemer is verantwoordelijk voor de coördinatie van alle QHSSE-aangelegenheden voor alle uitgevoerde werkzaamheden, inclusief alle uitbestede werken of diensten, zonder dat daarbij de QHSSE-voorschriften voor onderaannemers in gevaar worden gebracht. De hieronder bepaalde eisen worden beschouwd als zijnde minimumeisen. Wanneer dat nodig wordt geacht, dienen er strengere eisen te worden toegepast.
1.6 Al het personeel dat ook maar enig werk voor of namens de onderaannemer uitvoert, maakt deel uit van de werknemers van de onderaannemer. Daartoe behoren eveneens - zonder beperking - de onderaannemers van de onderaannemers, leveranciers, verkopers enz.
ORGANISATIE VAN QHSSE-AANGELEGENHEDEN
2.1 Alle communicatie en documentatie met betrekking tot QHSSE moet beschikbaar zijn in de taal die met Xxx Xx Xxx Group is overeengekomen.
2.2 De onderaannemer dient alle relevante lokale, nationale en internationale wetten, bepalingen, normen of gedragscodes alsook de QHSSE-voorschriften voor onderaannemers die in dit document worden beschreven, stipt na te leven. De onderaannemer kan strengere maatregelen toepassen. Xxxxxxx xx XXXXX-eisen van de opdrachtgever afwijken van de normen van Xxx Xx Xxx Group, moet de onderaannemer de eisen naleven die de strengste zijn. Indien de onderaannemer, met inbegrip van zijn werknemers, of het personeel van de onderaannemer enige verplichting van deze QHSSE-voorschriften voor onderaannemers die beschreven worden in dit document op de bouwplaats verzuimen na te leven, heeft Xxx Xx Xxx Group het recht om de werkzaamheden op te schorten zolang de situatie niet is rechtgezet. Dat kan betekenen dat het personeel wordt verwijderd van de bouwplaats. Alle kosten voor vertragingen die daarbij voor de werken van de onderaannemer worden opgelopen, zijn ten laste van de onderaannemer.
2.3 De onderaannemer verbindt zich ertoe om vóór de aanvang van de werken een methodebeschrijving, kwaliteits- en HSE/VGM-plan en tevens een risicobeoordeling van het werk in te dienen wanneer Xxx Xx Xxx Group daarom vraagt. Jan De Nul Group zal de methodebeschrijving, het kwaliteits- en HSE-plan binnen een redelijke termijn beoordelen. De werken mogen pas aanvangen wanneer Xxx Xx Xxx Group de te leveren documenten heeft goedgekeurd. De kosten voor eventuele opgelopen vertraging vallen niet ten laste van Xxx Xx Nul Group. De onderaannemer moet Xxx Xx Xxx Group de stappen meedelen waarvoor de deelname van een derde certificatiebureau vereist is volgens contractuele vereisten, toepasselijke normen en/of wettelijke vereisten. Op de voorpagina van de te leveren documenten van de onderaannemer moet een documentnummer, datum en revisienummer vermeld staan.
2.4 Op verzoek van Xxx Xx Xxx Group, en indien beschikbaar, moet de onderaannemer de meest recente certificering inzake QHSSE-normen, zoals ISO 9001, ISO 14001, ISO 45001 voorleggen.
2.5 De onderaannemer verbindt zich ertoe en staat ervoor in om de gevaren en controles mee te delen aan de werknemers die toegang hebben tot de bouwplaats. De onderaannemer moet een verslag van dergelijke communicatie bijhouden en ter beschikking stellen wanneer Xxx Xx Xxx Group daarom verzoekt.
2.6 Iedere onderaannemer moet een VGM-verantwoordelijkheden aanduiden die aanwezig is gedurende de werkzaamheden op het terrein, volgens de plaatselijke vereisten.
2.7 De onderaannemer verbindt zich ertoe om alle werknemers naar de (project)voorstelling te sturen of alle werknemers in de gepaste taal de informatie mee te delen die bij de voorstelling (van het project) inzake HSE/VGM werd meegedeeld. Er dienen verslagen te worden bijgehouden als bewijs dat er over de (project)voorstelling werd gecommuniceerd.
2.8 De onderaannemer verbindt zich ertoe om regelmatig vergaderingen te beleggen over de werkzaamheden of om op dergelijke vergaderingen van Xxx Xx Xxx Group aanwezig te zijn, als die er zijn.
2.9 De onderaannemer moet de werkplek en de diensten die hij of zijn onderaannemers uitvoeren, regelmatig controleren en inspecteren op QHSSE. Zijn bevindingen moeten worden geregistreerd. Dergelijke audit- en inspectieverslagen moeten aan Jan De Nul Group worden overgemaakt wanneer daarom wordt gevraagd. Onverminderd eventuele nadere bepalingen van het contract, moeten de onderaannemer en al zijn onderleveranciers/onder- onderaannemers/leveranciers te allen tijde vrije toegang verlenen aan Xxx Xx Xxx Group en de opdrachtgever. Die toegang omvat alle plaatsen of ruimtes die nodig of geschikt zijn voor het bewaken, inspecteren, bespoedigen, uitvoeren van audits en toezicht op kwaliteits- en HSE-borging, evenals voor het nastreven van enige andere aangelegenheid met betrekking tot de uitvoering van hun functies onder deze specificatie.
2.10 Jan De Nul Group behoudt zich het recht voor om een Inspectie- en Testplan (ITP) te vragen voor geplande inspectie- en testactiviteiten (bijv. als de werken fabricage of bepaalde veldactiviteiten omvatten: aanleg, duiken, onderhoud, enz.). Deze vereiste is niet van toepassing in het geval van lijngeproduceerde artikelen, waar het standaard productiekwaliteitscontrolesysteem actief zou moeten zijn. ITP's moeten systematisch de kwaliteitscontroleactiviteiten met betrekking tot de werken vermelden en de volledige reikwijdte bestrijken. De werken mogen pas aanvangen wanneer Xxx Xx Nul Group de ITP('s) heeft goedgekeurd.
2.11 Indien niet-conforme producten, processen of diensten door de onderaannemer werden geïdentificeerd, moeten die mondeling aan Xxx Xx Xxx Group worden meegedeeld zodra ze worden geïdentificeerd en moeten ze schriftelijk worden gerapporteerd. Alle kosten voor vertragingen die daarbij voor de werken van de onderaannemer worden opgelopen, zijn ten laste van de onderaannemer. Nadat de correctieve maatregelen zijn geïdentificeerd en geïmplementeerd moet er een update van dat rapport worden ingediend.
2.12 Iedereen heeft de bevoegdheid en verantwoordelijkheid om onveilige taken stop te zetten. De onderaannemer moet de werknemers aanmoedigen om het Stop & Rethink recht uit te voeren wanneer dat nodig is. Dat recht geldt voor alle werknemers en onderaannemers van Xxx Xx Xxx Group, ongeacht hun rang of positie.
Gebruik van applicaties/software
2.13 Wanneer daarom wordt verzocht, moet de onderaannemer de door Xxx Xx Xxx Group gedefinieerde applicaties/software gebruiken om de omvang van de werken te realiseren en de communicatie tussen de partijen te vergemakkelijken.
Traceerbaarheid en markering
2.14 Wanneer daarom wordt gevraagd, moeten alle componenten en materialen traceerbaar zijn in alle stadia van de werken en moeten passende verslagen worden bijgehouden. De traceerbaarheidsverslagen maken deel uit van de definitieve as-built documentatie.
Alcohol- en drugsbeleid
2.15 De onderaannemer moet garanderen dat geen enkele van zijn werknemers en vertegenwoordigers op de bouwplaats onder invloed of in het bezit is van drugs of alcohol. De onderaannemer moet een schriftelijk intern beleid of plan inzake drugsmisbruik hebben of bij gebrek daaraan het alcohol- en drugsbeleid van Jan De Nul Group onderschrijven. Dat omvat maar is niet beperkt tot het willekeurig testen op het gebruik van alcohol of drugs bij enig vermoeden net als het testen van personeel dat betrokken is bij een ongeval of een ernstig bijna-ongeval.
2.16 Jan De Nul Group behoudt zich het recht voor om (on)aangekondigde alcohol- en drugscontroles op de bedrijfsterreinen van Jan De Nul Group en oorzakelijke tests na een incident uit te (laten) voeren. Teneinde de werkplek veilig te houden behoudt Xxx Xx Xxx Group zich het recht voor om te zoeken naar en te controleren op het bezit van alcohol of drugs.
Beleid inzake gebruik van sociale media
2.17 De onderaannemer moet zijn werknemers erop wijzen dat ze geen interne informatie van Xxx Xx Xxx Group of enige informatie die Xxx Xx Xxx Group, zijn werknemers of de opdrachtgevers van Xxx Xx Xxx Group zou kunnen schaden, op sociale media mogen plaatsen. Foto’s of andere informatie over incidenten bijv. mogen niet op sociale media worden gepost.
Voorzieningen
2.18 Werknemers van de onderaannemer op de terreinen van Xxx Xx Xxx Group mogen alleen die plaatsen betreden die noodzakelijk zijn om hun werk uit te voeren.
2.19 Op verzoek van Xxx Xx Xxx Group zal er voor en na de werkzaamheden een plaatsbeschrijving worden uitgevoerd. Xxx Xx Xxx Group behoudt zich het recht voor om enige opgelopen schade te herstellen op kosten van de onderaannemer.
2.20 De onderaannemer moet de werknemers de wettelijk vereiste gezondheidsvoorzieningen (eetruimte, sanitaire voorzieningen …) ter beschikking stellen en ze netjes houden. Maaltijden mogen enkel genuttigd worden in de ruimten die de onderaannemer daartoe speciaal voorzien heeft. Indien werd overeengekomen dat Xxx Xx Xxx Group die voorzieningen ter beschikking stelt, moet de onderaannemer erop toezien dat ze onderhouden worden.
2.21 Onderaannemers mogen geen apparatuur van Xxx Xx Xxx Group op de terreinen gebruiken tenzij dat onderling en schriftelijk werd overeengekomen.
2.22 De onderaannemer dient ervoor te zorgen dat de werkplek over geschikte en voldoende verlichting beschikt voor de werkzaamheden die de onderaannemer uitvoert.
2.23 De onderaannemer garandeert dat zijn werkinstallaties geschikt zijn voor de werken die moeten worden uitgevoerd en dat ze regelmatig door een daartoe bevoegd persoon worden getest om een veilig gebruik te kunnen garanderen. Op verzoek van Xxx Xx Xxx Group moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheidsvoorschriften worden voorgelegd.
2.24 Meetapparatuur moet geschikt zijn voor gebruik, goed onderhouden en gekalibreerd worden met gespecificeerde tussenpozen, of voorafgaand aan gebruik, volgens meetstandaarden die herleidbaar zijn tot internationale of nationale meetstandaarden.
2.25 Wanneer de onderaannemer binnen de hierboven gedefinieerde ruimtes werkt, moet de onderaannemer zijn werkgebied dagelijks schoon, netjes en vrij van afval achterlaten wanneer hij de ruimtes verlaat totdat de diensten zijn voltooid. De onderaannemer coördineert de verwijdering van al dat afval met Xxx Xx Xxx Group in overeenstemming met de plaatselijke wetten/voorschriften. Als de onderaannemer nalaat de werkzones schoon te maken, behoudt Xxx Xx Xxx Group zich het recht voor om ze schoon te maken op kosten van de onderaannemer.
2.26 De onderaannemer dient Xxx Xx Xxx Group te informeren indien er (gevaarlijk en niet-gevaarlijk) afval ontstaat tijdens de uitvoering van zijn diensten. Indien de verwijdering van gevaarlijk afval deel uitmaakt van de omvang van de levering van de onderaannemer, moeten de attesten aan het personeel van Xxx Xx Xxx Group worden voorgelegd wanneer zij daarom verzoeken.
2.27 Er moeten aanzienlijke inspanningen worden geleverd om de impact van afval die op de werkplek wordt gegenereerd, te beperken en er mag geen afval op de werkplek worden verbrand.
2.28 Wegen, doorgangen en trappen mogen nooit versperd worden door obstakels. Flexibele buizen en kabels mogen doorgangen nooit belemmeren. Als ze via een doorgang passeren, moeten ze worden beschermd tegen beschadiging.
2.29 Al het materiaal moet op ordelijke en stabiele wijze, beschermd tegen water, en in de gepaste lokalen worden gestapeld.
2.30 Er moeten preventieve maatregelen worden genomen tegen bodem-, lucht- en waterverontreiniging.
2.31 Het geluids-, trillings-, stralings- en stofniveau moet binnen de overeengekomen grenzen worden gehouden en mag de in de wetgeving bepaalde grenzen nooit overschrijden.
2.32 De onderaannemer moet erop toezien dat er enkel in de daartoe voorziene ruimtes wordt gerookt.
QSSE-verslagen
2.33 Xxx Xx Xxx Group behoudt zich het recht voor om verslagen te vragen van de QHSSE-statistieken volgens een vooraf gedefinieerde sjabloon. Alle statistieken die in het verslag zijn opgenomen, moeten controleerbaar zijn aan de hand
van schriftelijke bewijzen. Op aanvraag stelt de onderaannemer alle statistieken die opgenomen zijn in de verslagen voor
QHSSE-EISEN VOOR ONDERAANNEMERS
Risicobeheer
3.1 De onderaannemer moet de risico's met betrekking tot zijn werkzaamheden beheren. De onderaannemer moet gebruikmaken van de hiërarchisch opgebouwde controles: verwijdering – vervanging – afzondering – technische controle – administratieve controle – persoonlijke beschermingsmiddelen.
3.2 Collectieve beschermingsmiddelen zoals relingen mogen nooit worden verwijderd zonder dat er een vervangend beschermingsmiddel wordt geïnstalleerd.
3.3 Zowel op project- als taakniveau beschikt de onderaannemer voor alle werkzaamheden over risicobeheertools om gevaren en controles te identificeren en erover te communiceren.
3.3a De onderaannemer organiseert VGM-workshops (HIRA/HAZID/HAZOP/...) voor alle voorziene werkzaamheden voor zover de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens zijn eigen VGM-managementsysteem. Deze VGM-workshops worden georganiseerd volgens een kalender die werd overeengekomen met het project management team van Xxx Xx Xxx Group. De vertegenwoordigers van Xxx Xx Xxx Group voor dit project worden uitgenodigd om deel te nemen aan deze workshops. Alle maatregelen die worden genomen in het kader van een workshop moeten worden geïmplementeerd vóór de werkzaamheden van start gaan.
Werkvergunning
3.4 Jan De Nul Group stelde een aantal taken vast die potentieel ernstige gevaren kunnen opleveren. Hoewel de onderaannemer verantwoordelijk is voor de implementatie van QHSSE op de werf, moet er, wanneer er taken gepland zijn die de apparatuur of het personeel van Xxx Xx Xxx Group in gevaar kunnen brengen, vóór de aanvang van die taken waarvoor er een Permit to Work / Werkvergunning (PTW) vereist is, met Xxx Xx Xxx Group worden overlegd.
Dergelijke taken kunnen omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
▪ het betreden of het uitvoeren van werken in een besloten ruimte;
▪ mechanische hijswerkzaamheden: huswerkzaamheden georganiseerd door daartoe bevoegde ingenieurs op basis van volledige informatie betreffende de capaciteit, de functionaliteiten en de prestaties van de kraan, de bekabeling, de kraansteun en de meteorologische omstandigheden en de omstandigheden op zee;
▪ kritieke hijswerkzaamheden: hijswerkzaamheden waarbij de belasting van de kraan zou kunnen verschuiven als de last wordt geheven, die waarbij geen rekening werd gehouden met beperkende factoren en de details van de lasten om de capaciteit van het bekabelingsysteem te bepalen en die in de buurt van willekeurige personen, die met dubbele kranen of de dynamische hefwerkzaamheden;
▪ werkzaamheden op een plaats waar een persoon kan vallen van hoger dan 2 meter door het ontbreken van collectieve bescherming;
▪ werkzaamheden die worden uitgevoerd boven water (exclusief standaardbedrijfsactiviteiten);
▪ werken vanuit een verheven personenmand of bootsmanstoel;
▪ alle soorten werken waarbij warmte wordt gebruikt of gegenereerd buiten een aangeduide zone voor warmtewerk;
▪ werkzaamheden waarbij vonken of andere ontstekingsbronnen kunnen worden gegenereerd buiten een aangeduide zone voor warmtewerk;
▪ werkzaamheden aan hoogspanningsinstallaties;
▪ werkzaamheden in de buurt van elektriciteitskabels / -installaties, pijpleidingen;
▪ werkzaamheden aan een systeem met opgeslagen energie of een systeem onder druk (zie LOTO);
▪ duikwerkzaamheden;
▪ werkzaamheden met gevaarlijke stoffen, waaronder asbest, radioactief materiaal / radioactieve bronnen en explosieven.
Medische geschiktheid, training, competentie & bewustzijn
3.5 De onderaannemer garandeert dat al het personeel dat voor of namens de onderaannemer werkt, de vereiste opleiding/professionele vaardigheden en lichamelijke capaciteiten bezit om de hun toevertrouwde taken uit te voeren, inclusief verantwoordelijkheden in een veiligheidsfunctie en om de overeenstemmende apparatuur op een professionele en veilige manier te gebruiken en te bedienen. De onderaannemer moet de vereiste documenten die dat staven aan Xxx Xx Xxx Group voorleggen wanneer Xxx Xx Nul Group daarom verzoekt. Dat kan omvatten, maar is niet
beperkt tot: rijbewijs, bedienings- en trainingsattest, zeemansboekje, attest van basistraining inzake veiligheid (STCW/GWO/BOSIET), attest van medische geschiktheid, lascertificaat.
3.6 Al het ingezette personeel zal worden gesensibiliseerd via de bouwplaatsintroductie van Xxx Xx Xxx Group. Bewustzijn van QHSSE-aandachtspunten en -vereisten zal worden bevorderd door middel van toolbox-bijeenkomsten en opfrissingen inzake kwaliteit, gezondheid, veiligheid of milieu.
Als de bouwplaatsen volledig worden gecontroleerd door de onderaannemer, moet de onderaannemer instaan voor een bewustmakingscampagne op de bouwplaats waar al het personeel op aanwezig is vóór er begonnen wordt met de werkzaamheden. Jan De Nul Group behoudt zich het recht voor om aan dit sensibiliseringsprogramma enkele verplichte punten toe te voegen.
3.7 Indien het personeel van de onderaannemer als onbekwaam wordt beschouwd, behoudt Xxx Xx Xxx Group zich het recht voor om de activiteiten stop te zetten op kosten van de onderaannemer en een persoon tijdelijk of definitief te verwijderen.
Noodprocedures
3.8 De onderaannemer moet garanderen dat al zijn personeel vertrouwd is met de noodprocedures en dat er voldoende hulpverleners, EHBO-uitrusting, reddingsapparatuur, brandbestrijders, brandblusapparaten beschikbaar zijn.
3.9 De onderaannemer moet regelingen getroffen hebben met medische inrichtingen en hulpdiensten zoals ziekenwagens en brandweerkorpsen, tenzij er onderling werd overeengekomen dat de regelingen van Xxx Xx Xxx Group (geheel of gedeeltelijk) worden gedeeld.
3.10 De onderaannemer moet aan alle oefeningen of initiatieven van Xxx Xx Xxx Group om het rampenplan te testen en valideren, deelnemen.
Incidentbeheer
3.11 De onderaannemer moet Xxx Xx Xxx Group op de hoogte brengen van alle ongevallen, incidenten of schade binnen de reikwijdte van zijn activiteiten op de terreinen; hij moet een schriftelijk incidentenrapport aan Xxx Xx Xxx Group overmaken op de dag dat het incident zich voordoet. De onderaannemer moet alle overige rapporten in overeenstemming met de plaatselijke wetgeving of op verzoek van Xxx Xx Xxx Group (d.w.z. onderzoeksrapport met betrekking tot ongevallen) tijdig overmaken. De onderaannemer blijft verantwoordelijk voor verdere opvolging van het onderzoek.
Samengevat zijn volgende rapportagetermijnen van toepassing :
▪ Onmiddellijke mondelinge aankondiging aan de afgevaardigde van Xxx Xx Xxx Group ter plaatse.
▪ Schriftelijk rapport de 24 uur na ieder incident (met inbegrip van de bijna-ongevallen).
▪ Onderzoeks/eindrapport binnen de 7 dagen. Als er gezien de aard van het incident meer dan 7 dagen nodig zijn om het onderzoek af te sluiten, wordt er iedere week een aangepaste versie van het rapport ingediend totdat het onderzoek afgelopen is.
3.12 Wanneer dat wettelijk of contractueel vereist is, moet de onderaannemer Xxx Xx Xxx Group een kopie overmaken van alle rapporten die werden meegedeeld aan overheidsinstanties of verzekeringsmaatschappijen met betrekking tot enig ongeval, letsel of incident op de werkplek die zich tijdens de werkzaamheden van de onderaannemer hebben voorgedaan.
Veiligheid
3.13 De onderaannemer moet vóór de aanvang van de werkzaamheden de toestemming verkrijgen van Xxx Xx Xxx Group om de terreinen van Xxx Xx Xxx Group te betreden. De onderaannemer moet Xxx Xx Xxx Group melden wanneer hij de terreinen van Xxx Xx Xxx Group verlaat. Indien Jan De Nul Groep of de wetgeving, bijv. ISPS, dat vereist of vraagt, moet de onderaannemer de toegang tot de werf controleren om onrechtmatige toegang te verhinderen. Het personeel dat de terreinen van Jan De Nul Groep betreedt, moet een identificatiebewijs bij zich hebben. Er kunnen toegangspasjes vereist worden.
PBM (Persoonlijke beschermingsmiddelen)
3.14 Alle personen die de terreinen van Xxx Xx Xxx Group betreden, moeten PBM dragen conform de geldende wetten en in overeenstemming met de voorschriften die Jan De Nul Group of de opdrachtgever voor de werf hebben opgesteld.
3.15 De onderaannemer moet zijn personeel en/of bezoekers op eigen kosten alle vereiste PBM ter beschikking stellen. De onderaannemer moet ervoor zorgen dat de PBM in goede staat zijn en moet de PBM op geregelde tijdstippen controleren en, indien nodig, vervangen.
3.16 De onderaannemer garandeert dat al zijn werknemers op de werf, in overeenstemming met hun opleiding en de gegeven instructies, de PBM op de juiste manier gebruiken en na gebruik veilig opbergen.
Lock out / Tag out
3.14 In voorkomend geval moet de onderaannemer een lockout- / tagoutsysteem hebben om de werknemers te beschermen tegen het onverwacht opstarten, bewegen, activeren, in werking stellen, vrijkomen van energie, enz. van fabrieks-/machineonderdelen tijdens bijstand, onderhoud of inspectie.
Hijswerkzaamheden
3.18 Ingeval de onderaannemer hijswerkzaamheden uitvoert, moet hij garanderen dat:
▪ de hijstoestellen en het hijsgereedschap die op de terreinen van Xxx Xx Xxx Group worden gebracht, over een geldig testcertificaat beschikken. Een kopie van de testcertificaten moet aan Xxx Xx Nul Group worden overhandigd als Xxx Xx Xxx Group daarom verzoekt;
▪ de SWL (WLL)(maximale werklast) nooit wordt overschreden;
▪ veiligheidsinstallaties nooit worden omzeild;
▪ alle personen van onder opgehangen lasten worden verwijderd;
▪ al het personeel dat aan de hijswerkzaamheden deelneemt, competent is om de taak uit voeren, rekening houdend met de lokale vereisten;
▪ al het personeel dat aan de hijswerkzaamheden deelneemt, niet verpletterd kan worden. Indien nodig, moeten hulpmiddelen zoals taglines worden gebruikt;
▪ de windsnelheid en zichtbaarheid worden beoordeeld vóór de hijswerkzaamheden worden uitgevoerd;
▪ Wanneer verschillende kranen worden gebruikt, moet er overeenstemming zijn over de prioriteitsregels.
Warmtewerken
3.19 Ingeval warmtewerken deel uitmaken van de werken van de onderaannemer, moet hij garanderen dat:
▪ er signalisatie aanwezig is om te waarschuwen voor de zone waar warmtewerkzaamheden plaatshebben;
▪ er lasschermen of afsluitingen worden gebruikt om personen en goederen in de buurt te beschermen tegen vonken of vlammen;
▪ er een brandblusapparaat in de buurt van de werkplek is;
▪ het materieel wordt geïnspecteerd en in orde wordt bevonden voor het wordt gebruikt;
▪ gasflessen buiten, rechtop, beveiligd en beschut tegen de zon worden opgeslagen;
▪ volle flessen apart worden gehouden van lege flessen;
▪ de afstand tussen de gasflessen in acht wordt genomen. Bijv. 3 m afstand tussen zuurstof / acetyleen bij de opslag.
▪ geldige vlamdovers onmiddellijk achter de regelaars en de toorts worden bevestigd, zowel op zuurstof- als op acetyleengasflessen;
Besloten ruimte
3.20 In geval van werken in een besloten ruimte moet de onderaannemer garanderen dat:
▪ de atmosfeer in de besloten ruimte wordt getest voor men er binnengaat en regelmatig tijdens de bezetting van de besloten ruimte;
▪ er een communicatiesysteem is afgesproken tussen de bewaker / reservepersoon en binnenkomenden;
▪ er draagbare veiligheidsverlichting van zeer lage spanning is;
▪ er voldoende ventilatie aanwezig is;
▪ een plan en de nodige apparatuur voorhanden zijn om het personeel uit de besloten ruimte te redden.
Hoogtewerk
3.21 Bij hoogtewerken moet de onderaannemer garanderen dat:
▪ er collectieve beschermingsmiddelen (CBM) tegen vallen aanwezig zijn voor alle werkzaamheden van hoger dan 2
m. Als er geen CBM gebruikt kunnen worden, moeten een veiligheidsharnas en valbescherming worden gebruikt;
▪ de dropzone afgezet is of dat er wachters aanwezig zijn;
▪ openingen / luiken beveiligd of bedekt zijn om te verhinderen dat mensen kunnen vallen;
▪ de ladders in goede staat zijn (onbeschadigd en stabiel) en naar behoren bevestigd zijn.
▪ Werkzaamheden vanop een ladder moeten worden vermeden.
Steigers
3.22 Ingeval de onderaannemer steigers moet gebruiken bij de werken, moet hij garanderen dat:
▪ De steigers voorzien zijn van bovenrelingen, tussenrelingen en kickboards. De werkvloer moet goed aansluiten. Dat wil zeggen dat er geen gevaarlijke spleten tussen de planken mogen zijn.
▪ Steigers vanaf een hoogte van 2 meter uitgerust zijn met relingen, tussenrelingen en kickboards. De werkvloer moet goed aansluiten. Dat wil zeggen dat er geen gevaarlijke spleten tussen de planken mogen zijn en dat de reling voldoende stevig moet zijn voor de lasten;
▪ De werkvloer via een trap (toren) of ladder wordt betreden;
▪ Vóór de inbedrijfstelling de steiger wordt gecontroleerd door een persoon van de onderaannemer die daartoe bevoegd is. Vervolgens moet de steiger twee keer maand of telkens wanneer hij wordt gewijzigd, gecontroleerd worden.
▪ Wanneer Xxx Xx Xxx Group daarom verzoekt moeten de berekeningsnota's voor de steigers aan Xxx Xx Xxx Group worden voorgelegd.
▪ Personen die niet betrokken zijn bij de montage van de steiger, mogen de steiger niet betreden totdat deze voltooid is en gecontroleerd werd door een bevoegd persoon van de onderaannemer.
▪ Werknemers die actief zijn op de steigers worden opgeleid conform de van kracht zijnde wetgeving en toepasbare bepalingen. Als de steiger aangepast moet worden om bepaalde werkzaamheden uit te voeren (vb. verplaatsing van werkplatformen), mogen enkel daartoe naar behoren opgeleide werknemers deze taak uitvoeren. Op het einde van de wijzigingen, moet de steiger gecontroleerd worden door een bevoegd iemand van de onderaannemer ;
▪ Op verzoek van JDN kunnen de noodzakelijke opleidingsattesten voor het werken op, het monteren en demonteren, het aanpassen en de validering van de steigers worden voorgelegd. De onderaannemer heeft als taak om aangepaste opleidingen te organiseren voor zijn personeel.
Elektrische installatie
3.23 Ingeval elektrische installaties of werken aan elektrische installaties deel uitmaken van de werken van de onderaannemer, moet de onderaannemer garanderen dat:
▪ de elektrische installaties zijn goedgekeurd door een erkende instantie conform de wetgeving;
▪ uitsluitend goedgebouwd en onbeschadigd elektrisch materiaal op de werf wordt gebruikt en op de juiste en veilige stopcontacten kan worden aangesloten;
▪ groepenbeveiligingen steeds gesloten zijn. Ze mogen enkel met aangepaste pluggen verbonden zijn. Alle koppelingen (pluggen / contactdozen) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden;
▪ kabels steeds opgehangen en/of beschermd zijn tegen mogelijke beschadiging;
▪ kabels beschermd zijn tegen insijpelend water;
▪ kabels geen gevaar vormen voor vallen, struikelen & uitglijden;
▪ kabels niet blootliggen.
Gevaarlijke stoffen
3.24 Ingeval gevaarlijke stoffen door de onderaannemer worden gebruikt, moet deze garanderen dat:
▪ alle gevaarlijke stoffen die namens de onderaannemer worden verleend, geleverd of gebruikt op de werf gelabeld zijn in overeenstemming met de geldende wetgeving. Het gebruik van brandbare, giftige of ander gevaarlijke producten moet aan Jan De Nul Group worden gemeld. De betreffende veiligheidsinformatiebladen moeten vóór de aanvang van de werken aan Xxx Xx Xxx Group worden overgemaakt;
▪ gevaarlijke stoffen worden bewaard, verhandeld, vervoerd en gebruikt en de verpakking wordt verwijderd in overeenstemming met de geldende wetgeving;
▪ op opslagruimten de gepaste waarschuwingsborden (bijv. verboden te roken, geen open vuur) worden aangebracht;
▪ indien de werken worden uitgevoerd met gevaarlijke stoffen die in het milieu kunnen lekken, moeten dergelijke stoffen in secundaire bodemopvangsystemen worden bewaard die in geval van lekkage ten minste 110% van de capaciteit van de grootste container kunnen bevatten; de afwezigheid van dergelijk opvangsysteem moet ofwel worden gemeld aan Jan De Nul Group of, indien dat deel uitmaakt van de werken van de onderaannemer, door de onderaannemer worden voorzien;
▪ als er werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij schadelijke of irriterende dampen / gassen vrijkomen, dat aan Xxx Xx Nul Group wordt gemeld en er maatregelen worden genomen om de dampen / gassen op een veilige en doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie ...);
▪ er op de terreinen van Xxx Xx Xxx Group geen asbesthoudende materialen worden gebruikt of geïnstalleerd door de onderaannemer. De onderaannemer kan worden gevraagd om een attest voor te leggen.
Bunkeren
3.25 Ingeval bunkeren deel uitmaakt van de werken van de onderaannemer, moet hij garanderen dat:
▪ er niet wordt gebunkerd zonder toestemming van Xxx Xx Xxx Group;
▪ er gemeenschappelijke bunkermonsters worden genomen;
▪ er lekbestrijdingsmateriaal beschikbaar is.
Individueel werken
3.26 Ingeval het personeel van de onderaannemer individueel moet werken, moet de onderaannemer garanderen dat:
▪ er, wanneer er alleen wordt gewerkt, geen activiteiten worden uitgevoerd waarvoor een PTW-systeem nodig is;
▪ wanneer personeel alleen werkt, de persoon over de gepaste communicatiemiddelen beschikt en er een systeem aanwezig is om regelmatig contact te garanderen.
Voertuigen en zwaar materieel
3.27 De onderaannemer moet garanderen dat voertuigen en zwaar materieel voldoen aan de vereisten die specifiek zijn voor de werf. Dat kan omvatten, maar is niet beperkt tot:
▪ een veiligheidsgordel voor de chauffeur en alle passagiers;
▪ een zwaai- en flitslamp;
▪ een hoorbare alarminrichting;
▪ een UHF-radio.
Verkeer
3.28 De onderaannemer moet het volgende naleven:
▪ de scheiding tussen voetgangers – lichte voertuigen – zwaar materieel;
▪ de bewegwijzering op de werf;
▪ snelheidsbeperkingen;
▪ er mag geen gebruik worden gemaakt van mobiele telefoons tijdens het rijden / bedienen;
▪ er moet voldoende afstand worden gehouden van de machines;
▪ waar mogelijk moet er in de daartoe voorziene parkeerzones worden geparkeerd.
Schepen
3.29 Ieder schip dat wordt ingezet door een onderaannemer, moet de van kracht zijnde regels en bepalingen van de vlaggestaat respecteren en de IMO- en ILO-conventies (zoals SOLAS, MARPOL, MLC). Dat wordt gestaafd aan de hand van geldige scheeps- en uitrustingencertificaten (verankering, hijskraan, hijswerkzaamheden, redding, brand, enz.). Deze certificaten moeten minstens geldig zijn tot één maand na het einde van de werken.
3.30 Jan De Nul Group behoudt zich het recht voor om een premobilisatie-audit uit te voeren van alle schepen die de onderaannemer inzet.
3.31 De schepen ingezet door onderaannemers voor offshore project moeten beschikken over een auditrapport voor het schip uitgevoerd door een externe partij (CMID/OVID/MISW), dat maximaal 12 maanden oud is en waaruit blijkt dat het schip en zijn bemanning de hierboven vermelde regels en bepalingen respecteren en “fit for purpose” en “safe to use” zijn. Als de onderaannemer niet zeker is of het daadwerkelijk om een “offshore project” gaat en om in voorkomend geval deze bepaling na te leven, moet hij hierover opheldering vragen aan Xxx Xx Nul Group.
Overbrenging van personeel op zee
3.32 Als de onderaannemer instaat voor de overbrenging van het personeel op zee, moet hij ervoor zorgen dat:
▪ het materiaal gebruikt voor de overbrenging (loopbrug, ladders, personenmanden,) voldoet aan de van
toepassing zijnde wetgeving, in goede staat is en gehomologeerd indien vereist;
▪ het personeel van de onderaannemer ervan op de hoogte is dat zij het recht hebben om een overbrenging
te weigeren;
▪
er op aanvraag van Xxx Xx Nul Group een overbrengingsmethode voor het projectspecifieke, betrokken
personeel wordt opgesteld (met risico-evaluatie), dat aan Jan De Nul Group moet worden voorgelegd ter
controle en goedkeuring.