OVEREENKOMST BETREFFENDE DE INSTELLING VAN DE EUROPESE INSTANTIE VOOR SOCIAAL OVERLEG BINNEN DE GROEP SUEZ
Overeenkomst van 31 mei 1995, gewijzigd met de aanhangsels van 19 november 1999, van 21 juni 2001, en van 27 september 2004
Tussen Suez, vertegenwoordigd door Xxxxxxxx XXX XXXXX, Algemeen Adjunct-Directeur belast met Personeelszaken voor de Groep
enerzijds
en de vakbondsorganisaties:
- het Europees Verbond van Vakverenigingen, vertegenwoordigd door Xxx Xxxxxx XXXXXXXXX,
-
- de Europese Confederatie van Kaderpersoneel, vertegenwoordigd door Xxxxxxxx XXXXXXXXXXX,
-
- C.F.D.T. vertegenwoordigd door Xxxxxxx XXXXXXXXX, Xxxx-Xxxxx XXXXXXX
- C.F.T.C. vertegenwoordigd door Xxxx-Xxxxxx XXXXX
- C.F.E. – C.G.C. vertegenwoordigd door Xxxxxxx XXXXXXXX, Xxxx XXXXXXXX
- C.G.T. vertegenwoordigd door Xxxx XXXXXXXXX, Xxxxxx XXXXXXXXXXX- XXXXXX
- C.G.T. – F.O. vertegenwoordigd door Xxxx-Xxxxxx XXXXXXXXXXXX, Xxxx-Xxxxxxx XXXXXXX
anderzijds,
werd het volgende overeengekomen:
PREAMBULE
Op 31 mei 1995 werd tussen Suez, EVV, ECK en de vijf Franse representatieve vakbondsorganisaties een overeenkomst ondertekend met betrekking tot de installatie van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg binnen de Groep Suez.
Deze overeenkomst, die werd gesloten in het vooruitzicht van de verplichtingen voortvloeiend uit de Richtlijn 94/95 van 22 september 1994 en uit de omzettingswet 96/985 van 12 november 1996, verwoordde de wil van de partijen om deel te nemen aan de opbouw van het Sociale Europa.
In het kader van de ontwikkeling van de activiteiten van Suez binnen de Europese Unie, concretiseerde het akkoord de ambitie van de Groep om een sociale dialoog van hoge kwaliteit met haar partners te bevorderen.
Overeenkomstig artikel 7 van het akkoord van 31 mei 1995, afgesloten voor de duur van vier jaar en stilzwijgend hernieuwbaar, moesten de ondertekenende partijen op 30 juni 1999 een balans opmaken van de toepassing van het akkoord.
Deze partijen zijn dus samengekomen en hebben de ervaring bevredigend beoordeeld, waarbij echter wel een aantal verbeteringen wordt aanbevolen.
Om de gedurende deze vier jaar ontwikkelde praktijken in overweging te nemen en ter verdere versteviging van het sociale overleg hebben de ondertekenende partijen unaniem besloten om de originele tekst te verlengen daar en verduidelijkingen en verbeteringen in aan te brengen:
In 2001 is de oorspronkelijke tekst met een nieuw aanhangsel aangevuld teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen in de structuur en in het werkterrein van de Groep en over te gaan tot een aanpassing van de samenstelling van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg die de economische en operationele situatie van de Groep in aanmerking neemt. Zij hebben tevens de wens geuit de ordening te verduidelijken die een sociale nabijheidsdialoog bevorderen.
Overeenkomstig artikel 8 van de door de aanhangsels van 19 november 1999 en 21 juni 2001 gewijzigde overeenkomst, moesten de ondertekenaars overgaan tot het opmaken van een nieuwe balans inzake de toepassing daarvan tot eind 2003.
Na overleg hebben zij besloten de overeenkomst te verlengen en er bepaalde wijzigingen in aan te brengen.
Artikel 1 – Toepassingsgebied
De Europese Instantie voor Sociaal Overleg betreft:
- Suez, bij de wet de maatschappij genoemd die zeggenschap uitoefent
- de ondernemingen die in een land van de Europese Unie en de EVA gevestigd zijn en onder het bestuur van Suez staan.
De Groep Tractebel van haar kant heeft in 1996, dat wil zeggen voorafgaand aan de toenadering tussen de ondernemingen Suez en Lyonnaise des Eaux, een eigen Europese Instantie voor Sociaal Overleg opgericht. Deze zal doorgaan aangelegenheden te behandelen die onder haar bevoegdheid vallen als Energiecommissie.
De lijst met de ondernemingen staat in bijlage 1 en zal bij elke hernieuwing van de Instantie, om de vier jaar, worden aangepast.
Elke onderneming die niet langer aan de criteria voldoet om tot het werkterrein van de Instantie te behoren zal niet langer in aanmerking komen voor de samenstelling van de Instantie nadat de secretaris en de adjunct-secretarissen hiervan in kennis zijn gesteld.
Elke onderneming die op een gegeven moment begint te beantwoorden aan de vastgelegde criteria om tot het bereik van de Instantie te behoren zal in aanmerking worden genomen voor de samenstelling van de Instantie nadat de secretaris en de adjunct-secretarissen hiervan ingelicht zijn, binnen een periode van maximaal 6 maanden.
Artikel 2 – Samenstelling van de Instantie
2.1. De leden
De Europese Instantie voor Sociaal Overleg, voorgezeten door de President van de Groep, telt:
- de werknemersvertegenwoordigers en hun plaatsvervangers van de bedrijven die tot de Groep behoren, benoemd volgens de modaliteiten vastgelegd in de bijlagen 2, 3 en 4;
- een lid van het EVV.
Bovendien, indien een van de vijf Franse representatieve vakorganisaties en ondertekenaars van de overeenkomst niet langer vertegenwoordigd worden, dan wordt deze organisatie automatisch een plaats als genodigde toegekend.
AGBAR, dat weliswaar niet tot het toepassingsgebied behoort, blijft vertegenwoordigd door drie leden.
Teneinde het sociale overleg uit te breiden kunnen één of meer genodigden, die de activiteiten van de Groep vertegenwoordigen in ondernemingen waarover de Groep zeggenschap voert en gelegen zijn in landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie en ten minste 150 werknemers in dienst hebben, deelnemen aan de verschillende vergaderingen van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg.
Als deze genodigden behoren tot ondernemingen gevestigd in een land dat later tot de Europese Unie is toegetreden, worden zij automatisch volwaardige leden voor de resterende duur van het mandaat.
2.2 Representativiteitscriteria
De zetels worden verdeeld onder de verschillende landen en de verschillende activiteiten van de Groep waarbij rekening wordt gehouden met hun representativiteit. Elk land dat minstens 150 werknemers telt, krijgt minstens één zetel. De extra zetels worden toegekend op grond van de in schijven verdeelde personeelsbestanden.
De verdeling tussen de verschillende bedrijfssectoren gebeurt in Frankrijk volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging met overschotstemmen voor de restzetels en in de andere Europese landen naar gelang de in schijven verdeelde personeelsbestanden.
2.3 Benoeming
De Franse leden worden door de vakbondsorganisaties benoemd onder hun verkozen leden, gewone leden of plaatsvervangers, of benoemd in functie van de representativiteit van elk van hen in de uitslag van de verkiezingen van de ondernemingsraad ter samenstelling van de Groepsondernemingsraad en dit zo vlug mogelijk.
De niet-Franse leden worden binnen de meest representatieve ondernemingen benoemd, hetzij door de vertegenwoordigingsinstanties van het personeel, hetzij door de vakbondsorganisaties of op elke andere manier die toelaat een zware benoemingswijze te vermijden. De leden moeten werknemers van de Groep zijn.
In afwijking van de beide voorafgaande alinea’s worden de leden uit de Energiesector benoemd uit het midden van het personeel dat de Energiecommissie samenstelt overeenkomstig de verdeelsleutel van Suez die in bijlage 3 van de onderhavige overeenkomst is overgenomen.
De directies van de ondernemingen waaronder de leden van de EISO vallen zullen erop toezien hen de uitoefening van hun mandaat en hun deelname aan de vergaderingen te vergemakkelijken.
De bescherming of de garanties die de leden van de EISO genieten vloeien voort, in voorkomend geval, uit de nationale mandaten die hen zijn toegekend, uit de wetgeving en/of uit cao's of andere regelgevende overeenkomsten.
2.4. Duur van de mandaten
De mandaten duren vier jaar, waarbij de eerste hernieuwing plaats heeft op basis van de verkiezingsresultaten op 30 juni 1999 in de verschillende landen. Bij elke hernieuwing zal de tabel in bijlage 2 worden herzien in samenhang met de eventuele wijzigingen (bereik van de Groep, representativiteit van de vakbondsorganisaties, enz.).
Voor alle benoemingen die tussen twee verlengingen van de overeenkomst plaats vinden, worden deze gedaan voor de resterende tijdsduur van het mandaat tot aan de volgende volledige verlenging.
Artikel 3 – Missies en bevoegdheden van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg
De Europese Instantie heeft als missie informatieverstrekking, gedachtewisselingen en de sociale dialoog te bevorderen, uitwisseling van ervaringen tussen werknemers van verschillende nationaliteiten te begunstigen en overleg te ontwikkelen.
Informatieverstrekking, gedachtewisselingen, de sociale dialoog en uitwisseling van ervaringen zijn met name gericht op:
- de activiteit, de financiële situatie, de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de
vooruitzichten van werkgelegenheid op jaarbasis of over meerdere jaren en de eventuele beoogde preventieve acties rekening houdend met die vooruitzichten binnen de Groep, binnen elk van haar vakgebieden en binnen elke onderneming die de Groep vormen in Europa;
- de geconsolideerde rekeningen evenals het bijbehorende verslag van de audit;
- de strategische oriëntaties en de economische vooruitzichten van de Groep voor het komende jaar en de daaropvolgende jaren indien beschikbaar, in het bijzonder met betrekking tot de ondernemingen van de Groep in Europa;
- de toepassing en het opvolgen van het Internationaal Sociaal Handvest.
- de toepassingen het opvolgen van het Handvest Veiligheid en Gezondheid.
- de toepassing en het opvolgen van de verbintenis voor het recht op onderwijs en scholing het hele leven lang.
Andere multidisciplinaire thema's (gelijkheid van kansen, R&D,…) kunnen het onderwerp van een specifieke ontwikkeling vormen.
Bovendien zal op elke vergadering van de Instantie een specifiek aandachtsthema van grensoverschrijdende draagwijdte worden voorgesteld.
In geval van buitengewone omstandigheden met grensoverschrijdende gevolgen die de belangen van de werknemers aantasten, zal de informatieverstrekking en het overleg van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg worden georganiseerd. Dit overleg betekent dat een uitgebreide informatie op basis van een dossier aan de leden van de Instantie zal worden verstrekt, op een moment dat een dergelijk overleg nog een betekenis kan hebben voor de te nemen maatregelen, teneinde hen in staat te stellen een standpunt uiteen te zetten waarop de directie een met redenen omkleed antwoord geeft. Dit overleg gaat met name over wijzigingen in de economische of juridische organisatie zoals fusies, overdrachten, herstructuringen, verplaatsingen, sluiting van ondenemingen of vestigingen en collectieve ontslagen.
De Europese Instantie stelt zich niet in de plaats van de vertegenwoordigingsinstanties van het personeel die eigen zijn aan elke onderneming. De verschillende vertegenwoordigingsinstanties van het personeel van de ondernemingen van de Groep behouden hun volledige bevoegdheden in toepassing van de geldende wettelijke regels van elk land.
Artikel 4 – Werking
4.1. Voorzitterschap, secretariaat
De vergadering wordt voorgezeten door de President van de Groep of diens vertegenwoordiger, bijgestaan door twee personen van zijn keuze met raadgevende stem en, indien nodig, deskundigen afhankelijk van de behandelde onderwerpen.
De Instantie gaat, bij meerderheid van stemmen, over tot de benoeming voor de termijn van vier jaar, van een dagelijks bestuur bestaande uit een secretaris en zes adjunct- secretarissen die representatief zijn voor de landen en de vakgebieden en uit het midden van de leden worden gekozen.
4.2. Plaatsvervangers
Plaatsvervangers worden benoemd onder dezelfde omstandigheden en tezelfdertijd als de leden van de Instantie. Ze worden opgeroepen om de plenaire vergaderingen bij te wonen wanneer een gewoon lid om ongeacht welke reden tijdelijk verhinderd is of wanneer een lid definitief zijn mandaat heeft verloren.
Ze moeten voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 2.3.
Ze krijgen een exemplaar van de agenda van de vergaderingen van de Instantie, van de notulen en de documenten die worden overhandigd aan de leden.
4.3 Vergadering en agenda van de Europese Instantie
De Instantie vergadert eenmaal per jaar, in het tweede semester, na bijeenroeping door de voorzitter. De agenda wordt bepaald door de Voorzitter in overleg met het Bureau en meegedeeld aan de leden minstens 30 dagen voor de zitting.
Deze plenaire vergadering wordt de vorige dag voorafgegaan door een vooroverleg en de volgende dag gevolgd door een navergadering waaraan alle leden worden verzocht deel te nemen en de plaatsvervangers in geval van afwezigheid van een lid.
Bovendien wordt in het eerste semester een voorbereidende vergadering gehouden waaraan alle leden kunnen deelnemen en de plaatsvervangers die wel of niet kunnen worden opgeroepen om bij de plenaire vergadering zitting te hebben.
De accountant van de Groepsondernemingsraad kan tijdens een van deze twee voorbereidende vergaderingen de resultaten presenteren van de studie die hij heeft uitgevoerd overeenkomstig zijn opdracht voor de Franse Groepsondernemingsraad en is uitgebreid tot de Europese ondernemingen.
Bovendien en afhankelijk van de onderwerpen, kan worden overwogen beroep te doen op deskundigen na beraadslaging en goedkeuring van de directie.
Tussen de voorbereidende en plenaire vergaderingen kunnen verschillende gespecialiseerde commissies worden samengesteld in samenhang met de belangstellingsgebieden van de leden van de Instantie en de economische en sociale actualiteit of van de vakgebieden. Deze commissies worden in de eerste plaats samengesteld uit de gewone leden van de Europese Instantie voor Dialoog en kunnen vergaderen om concrete voorstellen te formuleren die eventueel kunnen worden ontwikkeld binnen de Groep.
Ingeval van gebeurtenissen die het rechtvaardigen en invloed hebben op minstens twee landen vertegenwoordigd in de Europese Instantie, worden de secretaris, de ddjunct- secretarissen en de vertegenwoordiger van het EVV uitgenodigd door de Directie om op de hoogte te worden gesteld. Een vertegenwoordiger van het betrokken land kan hieraan worden toegevoegd indien deze niet reeds in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd is.
Wanneer het gaat om buitengewone omstandigheden met grensoverschrijdende gevolgen die de belangen van de werknemers aantasten, kunnen de leden van het dagelijks bestuur vragen om een uitzonderlijke vergadering bijeen te roepen van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg.
De voorzitter kan hiertoe zelf het initiatief nemen of ingaan op het verzoek van het dagelijks bestuur.
4.4 Vakcommissies
Ten einde een nauwer sociaal nabijheidsdialoog te bevorderen worden vakcommissies ingesteld voor de activiteiten Water en Reiniging in aanvulling op de bestaande Energiecommissie.
Deze commissies worden samegesteld uit leden van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg die onder de betreffende activiteit vallen, uit leden van de directie van de betreffende activiteiten sector, uit een vertegenwoordiger van de HRD Corporate. De werknemersvertegenwoordigers van bedrijven die niet vertegenwoordigd zijn bij de Europese Instantie voor Sociaal Overleg kunnen worden uitgenodigd, na overleg tussen de directie en de vertegenwoordigers van de betrokken commissie.
De werkwijze van deze commissies is bepaald in bijgevoegd Huishoudelijk Reglement van de vakcommissies.
Deze commissies hebben tot doel de informatieverstrekking en de sociale dialoog te bevorderen en de kwesties die elke bedrijfssector eigen zijn diepgaand te bestuderen met name op het gebied van de strategie en op het sociale (arbeidsomstandigheden, veiligheid, gezondheid…), economische en financiële vlak.
4.5 Het houden van de vergaderingen
De Instantie vergadert op het hoofdkantoor van Suez of op iedere andere geschikte plaats in Frankrijk of in een van de betrokken landen.
Deze beslissing betreffende de plaats van de vergadering van de Instantie is afhankelijk van de mogelijkheden en wordt bepaald door de voorzitter na overleg met het dagelijks bestuur.
Artikel 5 – Informatie – Communicatie
5.1 Notulen van de vergaderingen
De notulen van elke plenaire vergadering geven de debatten naar aanleiding van aangebrachte informatie weer en worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de Secretaris en uitgereikt aan de leden van de Instantie na ter kennis te zijn gesteld van de voorzitter. Parallel daarmee worden ze uitgereikt aan de hiërarchische Verantwoordelijken en Human Resources Managers van de betrokken ondernemingen en bij uitbreiding verdeeld binnen een zo groot mogelijk aantal ondernemingen van de Groep.
Deze notulen evenals alle andere informatie van algemeen belang met betrekking tot de overwegingen, voorstellen en verwezenlijkingen van de Europese Instantie voor Sociaal Overleg zullen zo snel mogelijk via de gepaste moderne communicatiemiddelen worden verspreid.
5.2 Informatie
Behalve de vergaderingen worden de leden van de Instantie schriftelijk op de hoogte gesteld van de belangrijkste gebeurtenissen betreffende de algemene voortgang of de structuur van de Groep.
Bovendien worden alle bijlagen die bij de onderhavige overeenkomst zijn gevoegd jaarlijks bijgewerkt en ter informatie verspreid.
5.3 Communicatie tussen de leden onderling
Ter bevordering van de uitwisseling tussen de leden onderling en ter vergemakkelijking van de voorbereiding van hun vergaderingen of contacten kunnen de leden eveneens onderling communiceren via een elektronisch berichtensysteem dat geïnstalleerd is door de Directie.
Artikel 6 – Middelen
6.1 Werkingskosten
Bij afwezigheid van wettelijke bepalingen worden de verplaatsingskosten (reis, overnachting en maaltijden) evenals de beloningen overeenkomstig de tijdsduur van de verplaatsing en de tijdsduur van de vergadering (plenaire of voorbereidende vergadering, gespecialiseerde commissies of met betrekking tot de definitie van de opdracht van de accountant) van de leden, plaatsvervangers van de Instantie automatisch vergoed door de ondernemingen volgens de van kracht zijnde regels binnen elke onderneming.
Om hun opdrachten tot een goed einde te brengen zullen de leden van de EISO over kredieturen beschikken die door de EISO in overeenstemming met de voorzitter zullen worden bepaald, met dien verstande dat de tijd die wordt doorgebracht met de voorzitter wordt vergoed volgens dezelfde voorwaarden die bepaald zijn in bovengenoemde paragraaf.
Suez zal de Instantie een ruimte ter beschikking stellen voor de organisatie van de voorbereidende en plenaire vergaderingen evenals gepaste tolkinstallaties. Bovendien zal een secretariaat worden ingesteld dat aan de behoeften van de activiteiten van de Instantie en de commissies zal beantwoorden.
Verplaatsingen of uitwisselingen per videoconferenties zijn mogelijk voor de leden van de Instantie indien bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen en onder voorbehoud van voorafgaande goedkeuring.
6.2 Vorming van de leden
Suez zal, in overleg met de ondertekenende vakbondsorganisaties ten behoeve van de leden van de Instantie die het wensen, een opleiding van 10 dagen organiseren die verdeeld zijn over de tijdsduur van de mandaten en met name beogen hen een betere economische, financiële en culturele kennis van de Groep, de economie van de onderneming, Europese wetgevingen en sociale praktijken te geven.
Prioriteit zal worden gegeven aan de taalkundige scholing van de leden van de EISO in hun respectievelijke bedrijven.
Artikel 7 – Verplichting tot geheimhouding
De leden van de Europese Instantie zijn verplicht tot geheimhouding met betrekking tot de vertrouwelijke informatie die hen als zodanig wordt meegedeeld door de voorzitter of diens vertegenwoordiger.
Artikel 8 – Uitvoering, looptijd, opzegging
Het aanhangsel van 27 september 2004 zal met ingang van de ondertekening van kracht zijn en zal noodzakelijk deel uitmaken van de oorspronkelijke overeenkomst van 31 mei 1995 gewijzigd door de aanhangsels van 19 november 1999 en 21 juni 2001. De aldus gewijzigde overeenkomst is afgesloten voor een periode van vier jaar met stilzwijgende verlenging. Bij het verstrijken van die periode, en in ieder geval, zullen de ondertekenende partijen vergaderen om een balans van de ervaringen op te maken en de eventuele aan te brengen verduidelijkingen en verbeteringen te bestuderen.
Deze overeenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door de ene of de andere ondertekenende partij mits naleving van een opzeggingstermijn van zes maanden voor de datum van de verlenging.
Artikel 9 – Het deponeren
Het onderhavig protocol zal worden gedeponeerd door de Directie van Suez bij de Departementale Directie van Werkgelegenheid evenals ter Griffie van de “Conseil de Prud’hommes” (Franse rechtbank voor arbeidsgeschillen) waaronder het hoofdkantoor valt.
Opgesteld te Parijs, op 27 september 2004
Voor Suez Voor EVV
Xxxxxxxx XXX XXXXX Xxx Xxxxxx XXXXXXXXX
Voor E.C.K. Voor C.D.F.T.
Xxxxxxxx XXXXXXXXXXX Xxxxxxx XXXXXXXXX Xxxx-Xxxxx XXXXXXX
Voor C.F.T.C. Voor C.G.C.
Jean-Claude STOCK Xxxxxxx XXXXXXXX Xxxx XXXXXXXX
Voor CGT Voor C.G.T.-F.O.
Xxxx XXXXXXXXX Xxxx-Xxxxxx XXXXXXXXXXXX
Xxxxxx XXXXXXXXXXX-XXXXXX Xxxx-Xxxxxxx XXXXXXX