ALGEMENE AKTE
ALGEMENE AKTE
(Project: Ossenwaard)
Heden, ***
verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxx Xxxxxxx, notaris te Ede:
***
handelende als schriftelijk gevolmachtigde van:
1. de heer , geboren te op
,
,
,
wonende te te dezen handelend:
a. voor zich, in privé;
hierna te noemen: Partij 1 en/of Ontwikkelaar;
b. als bestuurder van de te Ossenwaard gevestigde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:
Landgoed De Ossenwaard B.V.,
adres: Xxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxxx,
ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 81411154; hierna te noemen: Landgoed De Ossenwaard B.V.;
,
2. mevrouw , geboren te op
, wonende te hierna te noemen: Partij 1;
3. mevrouw
a. voor zich, in privé;
hierna te noemen: Partij 2;
, geboren te
, te dezen handelend:
, wonende te
b. als bestuurder van de te Ossenwaard gevestigde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:
Landgoed De Ossenwaard B.V., voornoemd;
4. de heer
hierna te noemen: Partij 2;
5. de heer
a. voor zich, in prive;
hierna te noemen: Partij 3;
b. als bestuurder van de te Ossenwaard gevestigde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:
Landgoed De Ossenwaard B.V. voornoemd;
6. mevrouw
hierna te noemen: Partij 3;
7. de te Ossenwaard gevestigde vereniging:
Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard adres: Xxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxxx,
ingeschreven in het Handelsregister onder nummer ***; hierna te noemen: VvE.
Partij 1, Partij 2, Partij 3, Ontwikkelaar, Landgoed De Ossenwaard B.V. en VvE, hierna tezamen ook te noemen: Partijen.
VOLMACHT /TOESTEMMING
Van de hiervoor sub 1 vermelde volmacht blijkt uit een onderhandse volmacht, welke is gehecht aan een Akte van depot op *** verleden voor mij, notaris.
Van de hiervoor sub 2 vermelde volmachten blijkt uit een onderhandse volmacht, welke is gehecht aan een Akte van depot op *** verleden voor mij, notaris.
De hiervoor onder 1 tot en met 6 genoemde personen verklaarden hun echtgenoot/echtgenote de toestemming als bedoeld in artikel 1:88 van het Burgerlijk te hebben verleend voor de in deze akte genoemde rechtshandelingen.
INLEIDING
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaart vooraf:
1. Omschrijving Project
Ontwikkelaar heeft een woningbouwproject ontwikkeld in Ossenwaard (gemeente Vijfheerenland), genaamd: "’Ossenwaard”. In dit project worden in totaal acht (8) vrijstaande woningen gerealiseerd, waarvan vijf (5) Kavels zullen worden overgedragen aan individuele kopers. Drie (3) Xxxxxx zijn reeds in de vorm van erfpacht- en afhankelijke opstalrechten overgedragen aan Partij 1, Partij 2 en Partij 3.
Het project voor het realiseren van de acht (8) Xxxxxx wordt in deze akte genoemd: Project.
2. Registergoed
A. Ontwikkelaar is eigenaar van:
percelen bouwterrein, elk bestemd voor de bouw van een vrijstaande woning met verder aan- en toebehoren (bekend onder bouwnummers 1 tot en met 5), welke percelen zijn gelegen aan de Ossenwaard in het Project, genaamd: “Ossenwaard” te Ossenwaard, kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummers:
1. 1808, groot circa duizend achthonderd vierenzeventig vierkante meter (1.874 m²)
2. 1811, groot circa duizend negenhonderd vijftien vierkante meter (1.915 m²);
3. 1810, groot circa duizend achthonderd negentig vierkante meter (1.890 m²);
4. 1809, groot circa duizend tweehonderd vijfenvijftig vierkante meter (1.255 m²);
5. 1812, groot circa duizend driehonderd dertig vierkante meter (1.330 m²); en
B. Landgoed De Ossenwaard B.V. is eigenaar van:
een gedeelte van het stuweiland, genaamd “Ossenwaard”, met de daarop staande opstallen, alsmede de restanten van de voormalige steenfabriek "De Ossenwaard", kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummers:
1. 1813, groot circa drieënnegentigduizend negenhonderd vierenvijftig vierkante meter (93.954 m²), bestemd als Natuurterrein, hierna te noemen: Natuurterrein;
2. 1806, circa groot duizend tweehonderd negentig vierkante meter (1.290 m²), waarop ten behoeve van Partij 1 een recht van erfpacht en afhankelijk opstalrecht is gevestigd, bestemd voor bewoning;
in deze akte ook te noemen: Xxxxxxxxxx 6;
3. 1804, groot circa duizend achthonderd zevenenvijftig vierkante meter (1.857 m²), waarop ten behoeve van Partij 2 een recht van erfpacht en afhankelijk opstalrecht is gevestigd, bestemd voor bewoning;
in deze akte ook te noemen: Bouwnummer 7;
4. 1805, groot circa groot duizend driehonderd zeven vierkante meter (1.307 m²), waarop ten behoeve van Partij 3 een recht van erfpacht en afhankelijk opstalrecht is gevestigd, bestemd voor bewoning.
in deze akte ook te noemen: Xxxxxxxxxx 8;
C. Ontwikkelaar is voor vijf/negende (5/9) onverdeeld aandeel en Landgoed De Ossenwaard B.V. is voor vier/negende (4/9) onverdeeld aandeel eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummer 1814 (bestemd als en hierna te noemen: Mandelige weg of Mandelige zaak), groot circa zeshonderd tweeënzeventig vierkante meter (672 m²). In verband met de uitgifte in erfpacht van de hiervoor onder B.2 tot en met B.4 genoemde percelen en de ontsluiting van deze percelen is op perceel nummer 1814 voor elk van deze drie Kavels voor een/negende (1/9e) onverdeeld aandeel per Kavel een recht van erfpacht gevestigd.
Aan genoemde kadastrale percelen is door het kadaster een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte toegekend.
3. Plantekening
Het Project, met de afzonderlijke kavelindeling, is op de aan deze akte te hechten situatietekeningen weergegeven (versiedatum: ***); de situatietekening in deze akte ook te noemen: Plantekening.
4. Eigendomsverkrijging
a. Het registergoed onder 2.A omschreven en het vijf/negende onverdeeld aandeel in de Mandelige weg zoals beschreven onder 2.C is door Ontwikkelaar in eigendom verkregen door de inschrijving op het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers in Register Hypotheken 4 op een april tweeduizend twintig in deel 78430 nummer 64 van
een afschrift van een Akte van verdeling, houdende kwijting en afstanddoening van ontbindingsrechten, op diezelfde dag verleden voor mr.
J.C. de Jonge, notaris te Utrecht.
b. Het registergoed onder 2.B.1 omschreven en het vier/negende onverdeeld aandeel in de Mandelige weg zoals beschreven onder 2.C is door Landgoed De Ossenwaard B.V. in eigendom verkregen door de inschrijving op het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers in Register Hypotheken 4 op negenentwintig december tweeduizend twintig in deel 80194 nummer 94 van een afschrift van een akte van inbreng, op diezelfde dag verleden voor mr. W.D. Xxxxxxx, notaris te Ede.
c. De erfpacht en het afhankelijk opstalrecht zijn voor wat betreft het registergoed onder 2.B.2 en een/negende onverdeelde aandeel in de Mandelige weg is door Partij 1 verkregen door de inschrijving op het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers in Register Hypotheken 4 op negenentwintig december tweeduizend twintig in deel 80194 nummer 96 van een afschrift van een akte vestiging erfpacht, op diezelfde dag verleden voor mr. W.D. Xxxxxxx, notaris te Ede.
d. De erfpacht en het afhankelijk opstalrecht zijn voor wat betreft het registergoed onder 2.B.3 en een/negende onverdeelde aandeel in de Mandelige weg is door Partij 2 verkregen door de inschrijving op het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers in Register Hypotheken 4 op negenentwintig december tweeduizend twintig in deel 80194 nummer 95 van een afschrift van een akte vestiging erfpacht, op diezelfde dag verleden voor mr. W.D. Xxxxxxx, notaris te Ede.
e. De erfpacht en het afhankelijk opstalrecht zijn voor wat betreft het registergoed onder 2.B.4 en een/negende onverdeelde aandeel in de Mandelige weg is door Partij 3 verkregen door de inschrijving op het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de Openbare Registers in Register Hypotheken 4 op negenentwintig december tweeduizend twintig in deel 80194 nummer 97 van een afschrift van een akte vestiging erfpacht, op diezelfde dag verleden voor mr. W.D. Xxxxxxx, notaris te Ede.
5. Woningkavels
De afzonderlijke woningkavels met bijbehorende parkeerplaatsen, waarop woningen zullen worden gesticht, zijn schetsmatig aangegeven op voormelde Plantekening en daarop aangeduid met de bouwnummers 1 tot en met 8 en maken deel uit van de hiervoor vermelde kadasternummers;
de individuele woningkavels in deze akte te noemen: Kavel of Kavels.
6. Algemene akte
In verband met de realisatie en instandhouding van de bebouwing op het Projectgebied wordt bij deze akte de inhoud van de te vestigen erfdienstbaarheden kwalitatieve verplichtingen, mandeligheden en/of overige regelingen vastgesteld, mede om de toestand waarin de Kavels zich na de bouw van de daarop geprojecteerde opstallen, ten opzichte van elkaar (zullen)
bevinden, te laten ontstaan, te laten voortbestaan en zoveel mogelijk te handhaven;
deze akte wordt ook genoemd: Algemene akte.
7. Erfdienstbaarheden
Met betrekking tot deze Kavels worden bij deze akte na te melden erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen en overige regelingen vastgesteld om de toestand waarin de Kavels zich na de bouw van de daarop geprojecteerde opstallen, ten opzichte van elkaar (zullen) bevinden, te laten ontstaan, te laten voortbestaan en zoveel mogelijk te handhaven. De vestiging van de erfdienstbaarheden zal voorzover mogelijk plaatsvinden in deze en de betreffende akten van levering.
8. Bestemmingsplan
Ontwikkelaar verklaart dat het thans vigerende bestemmingsplan betreffende het Plangebied op elf november tweeduizend veertien is vastgesteld.
9. Aanneemovereenkomsten
De opstallen worden gerealiseerd op basis van een door elke individuele koper te sluiten aanneemovereenkomst met de te Meerkerk gevestigde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Bot & van der Ham Bouw & Ontwikkeling BV, gevestigd te Meerkerk;
in de akte ook te noemen: Ondernemer.
PLAATSELIJKE EN KADASTRALE AANDUIDING EN LIGGING KAVELS
De Kavels zijn voorlopig bepaald en aangegeven op gemelde Plantekening. De kadastrale aanduiding, de plaatselijke aanduiding met huisnummering van elk van de individuele Kavels wordt te zijner tijd nader omschreven in de akte van levering aan elke koper. De tot het Plangebied behorende kadasternummers zijn (kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummers:
* bouwnummer kadasternummer(s) adres + huisnummer
1 | 1808 | Ossenwaard 11 |
2 | 1811 | Xxxxxxxxxx 00 |
0 | 0000 | Xxxxxxxxxx 15 |
4 | 1809 | Xxxxxxxxxx 00 |
0 | 0000 | Xxxxxxxxxx 12 |
6 | 1806 | Xxxxxxxxxx 00 |
0 | 0000 | Xxxxxxxxxx 17 |
8 | 1805 | Ossenwaard 14 |
BIJZONDERE BEPALINGEN ALGEMENE AKTE
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaart namens Partijen dat ten aanzien van het Project het navolgende is bepaald en dat Partijen dit bij deze wenst vast te leggen:
I. Algemene Voorwaarden Gemeente
Op de verkoop en levering) van de Kavels zijn geen Algemene verkoopvoorwaarden van de Gemeente Vijfheerenland van toepassing.
II. ERFDIENSTBAARHEDEN
1. Bestaande erfdienstbaarheden en/of kwalitatieve verplichtingen
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden wordt verwezen naar een akte houdende wijziging bestaande erfdienstbaarheden, op negen juni tweeduizend zestien verleden voor notaris mr. X.X.X. xx Xxxx xx Rotterdam, ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op tien juni tweeduizend zestien in register Hypotheken 4, deel 68425 nummer 188, in welke akte onder meer woordelijk staat vermeld:
“De verschenen personen, handelend als vermeld, gaven vooraf te kennen:
(i) Klynstra is eigenaar, ieder voor de onverdeelde helft, van:
de steenfabriek "De Ossenwaard", bestaande uit een kantoorgebouw, zes (6) eengezinswoningen, drie (3) garages, een steenoven, loodsen, machines, fabrieksterrein, bouwland, weiland, grasland, kade en water, staande en gelegen aan en langs de Lek in de gemeente Hagestein, plaatselijk bekend te 0000 XX Xxxxxxxxxx, Ossenwaard 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7, hierna aan te duiden als: "Xxxxxx Xxxxxxxxxx".
Van Xxxxxx Xxxxxxxxxx maken onder meer de volgende twee (2) percelen deel uit:
a. het perceel grond met de daarop aanwezige opstallen, plaatselijk bekend te 3989 NZ Ossenwaard, Ossenwaard 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7, kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nummer 1454, groot zeventien hectaren en drieëndertig aren (17.33.00 ha); en
b. het perceel grond gelegen nabij Ossenwaard 1, kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nummer 1514, groot eenenveertig aren en tachtig centiaren (00.41.80 ha);
hierna tezamen aan te duiden als: de "Percelen Ossenwaard";”
Enzovoorts.
“(iii) De Staat is eigenaar van:
a. de percelen grond, water, waterwerken met de daarop aanwezig opstallen, staande en gelegen te Hagestein aan de Lekdijk (ongenummerd), kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nummer 1683, groot drieënveertig hectaren, twaalf aren en vijfentachtig centiaren (43.12.85 ha);”
Enzovoorts.
“b. de percelen grond en water, gelegen te Tull en 't Waal aan de Lek en de Lekdijk (ongenummerd), kadastraal bekend gemeente Houten, sectie I, nummers:
- 1025, groot één hectare, zes aren en vijftig centiaren (01.06.50 ha);
- 1029, groot zeven hectaren, vijf aren en tien centiaren (07.05.10 ha);
- 1833, groot zestien hectaren en zevenenvijftig aren (16.57.00 ha); hierna tezamen aan te duiden als: "Percelen Staat".”
Enzovoorts.
“(v) Bij voormelde akte van aankoop van onroerend goed ten behoeve van de aanleg van een stuwcomplex onder de gemeente Hagestein, bij afschrift ingeschreven door xx. X. xxx Xxxxxxxx, destijds hoofdingenieur van Rijkswaterstaat in het arrondissement Rijn en IJssel te Arnhem, ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te (destijds) Gorinchem op zeventien juni negentienhonderd vierenvijftig, in register Hypotheken 4, deel 916, nummer 11 (hierna: "Titel 916/11") heeft de Staat zich jegens de rechtsvoorgangers van Klynstra verplicht tot de aanleg van een weg met een kruinhoogte van ten minste plus vier meter en zeventig centimeter Normaal Amsterdams
Peil (+ 4,70 m. N.A.P.) over de toegangsdam naar Xxxxxx Xxxxxxxxxx (hierna: de "toegangsdam"). Deze weg is in eigendom van en in beheer en onderhoud bij de Staat. Voorts is in Titel 916/11 het volgende bepaald:
a. in Titel 916/11 is de volgende erfdienstbaarheid gevestigd, woordelijk luidende als volgt:
"5. De Rijkspercelen, kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nrs 1388 en 1390 en gemeente Tull en 't Waal, sectie B nrs 775 en 777, alsmede de door het Rijk aan te kopen gedeelten van de percelen kadastraal bekend gemeente Tull en 't Waal sectie B nrs 184, 201, 202, 203, 767 en 768, worden belast met de erfdienstbaarheid van overweg over de sub 4 bedoelde weg, ten bate van de aan verkoper verblijvende percelen en perceelsgedeelten, kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nrs 1060, 1386, 1391, 1392, 1393, 1397 en sectie B nr 1520.";
hierna aan te duiden als: "Erfdienstbaarheid I".
Dit betreft een erfdienstbaarheid van overweg ten laste van gemelde, in eigendom van de Staat zijnde, (thans vervallen) kadastrale percelen – over de hiervoor bedoelde weg over de toegangsdam - gevestigd ten behoeve van de aan de rechtsvoorganger van Klynstra in eigendom zijnde, gemelde (thans vervallen) kadastrale percelen;
b. in Titel 916/11 is voorts nog de volgende erfdienstbaarheid gevestigd, woordelijk luidende als volgt:
"7. Het aan verkoper verblijvende gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nr 1392, wordt belast met de erfdienstbaarheid van overweg, over de sub 6 bedoelde weg ten bate van de bij deze akte - en door derden
- aan het Rijk over te dragen percelen en perceelsgedeelten, gemeente Hagestein, sectie A, nrs 1386, 1391, 1392, 1394, 1395, 1396, 1345, 1060, 23, 15, 1393 en
sectie B nr 1520.";
hierna aan te duiden als: "Erfdienstbaarheid II".
Dit betreft een erfdienstbaarheid van overweg ten behoeve van gemelde, in eigendom van Klynstra” (bedoeld is: de Staat) “zijnde, (thans vervallen) kadastrale percelen - over de op Eiland Ossenwaard aangelegde weg - gevestigd ten laste van de aan de rechtsvoorganger van Klynstra in eigendom zijnde, gemelde (thans vervallen) kadastrale percelen.
Titel 916/11 is als bijlage aan deze akte gehecht (Bijlage 1).
(vi) Partijen hebben een overeenkomst (hierna te noemen: de "overeenkomst") gesloten tot het, in aanvulling op en ter nadere specificatie van de erfdienstbaarheden gevestigd in Titel 916/11, wijzigen van de bestaande Erfdienstbaarheid I en Erfdienstbaarheid II, te weten:
1. een erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van de Percelen Ossenwaard en ten laste van de Percelen Staat; en
2. een erfdienstbaarheid van weg ten behoeve van het van de Percelen Staat deel uitmakende perceel Hagestein, sectie A, nummer 1683 en ten laste van de Percelen Ossenwaard.
(vii) Partijen wensen mitsdien over te gaan tot wijziging van Erfdienstbaarheid I en Erfdienstbaarheid II.
WIJZIGING ERFDIENSTBAARHEDEN
Artikel 1
Wijziging Erfdienstbaarheid van weg ten laste van de Percelen Staat (Erfdienstbaarheid I)
1. Ter uitvoering van de overeenkomst wijzigen partijen bij dezen Erfdienstbaarheid I, zodanig dat door de Staat ten laste van de Percelen Staat en ten behoeve van de Percelen Ossenwaard (hierna in dit artikel 1. Tezamen genoemd: het "heersende erf I") de erfdienstbaarheid van weg is gevestigd, inhoudende het recht voor de eigenaar van het heersende erf I om over het gedeelte van de op de Percelen Staat (hierna in dit artikel 1. tezamen genoemd: het "dienende erf I") aanwezige, niet openbare weg, genaamd "Ossenwaard" (hierna in dit artikel 1. genoemd: de "weg"), over de toegangsdam te komen van en te gaan naar het Eiland Ossenwaard van en naar de openbare weg genaamd Lekdijk, zoals schetsmatig met een rode kleur en de aanduiding "EDBH I" is aangegeven op de aan deze akte gehechte tekening (Bijlage 2), welke erfdienstbaarheid door Xxxxxxxx ten behoeve van het heersende erf I is aanvaard.
2. Partijen komen overeen dat de hoogte van de toegangsdam plus vier meter Normaal Amsterdams Peil (+ 4 m. N.A.P.) zal bedragen. De Staat verplicht zich bij dezen om de toegangsdam op deze hoogte in stand en bereikbaar te houden.
3. Deze erfdienstbaarheid strekt niet alleen ten behoeve van de eigenaar(s) van het heersende erf I, maar tevens ten behoeve van gebruikers en bezoekers van het heersende erf I en van het Eiland Ossenwaard; onder eigenaar wordt voor de uitvoering van deze erfdienstbaarheid tevens begrepen de gerechtigde danwel de bevoegde gebruiker(s) van het heersende erf I.
4. De erfdienstbaarheid is om niet gevestigd.
5. Deze erfdienstbaarheid moet worden uitgeoefend op de voor de rechthebbende(n) tot het dienende erf I minst bezwarende wijze.
6. De weg mag niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar van het heersende erf I en de eigenaar van het dienende erf I worden verlegd.
7. Het is zowel de eigenaar van het heersende erf I als die van het dienende erf I en alle andere personen die van de weg gebruik maken, verboden om de weg af te sluiten of om vervoermiddelen van welke aard ook of andere zaken op de weg te plaatsen anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig vereist zal zijn, zodat dit gebruik ongehinderd en onverminderd zal kunnen plaats hebben.
Indien in strijd met deze bepaling mocht zijn gehandeld, zullen beide partijen of hun gemachtigden bevoegd zijn datgene wat zich op de weg bevindt, zonder enige aanmaning te verwijderen en elders te plaatsen.
8. Ingeval van bebouwing, verbouwing, splitsing of verandering van aard of bestemming van het heersende erf I blijft de erfdienstbaarheid ongewijzigd voortbestaan.
9. De eigenaar van het dienende erf I is verplicht de weg voor zijn rekening:
- te verharden;
- te onderhouden, waaronder mede begrepen het schoonhouden, repareren en het vernieuwen van de weg.
10. De eigenaar van het dienende erf I zal voor zijn rekening houten wit geschilderde palen van circa één meter en twintig centimeter (1.20 m) lang (inclusief reflectoren) plaatsen.
De palen zullen op een afstand van vijf meter (5 m) hart op hart (h.o.h.) grenzend en aan weerszijden van de weg op de toegangsdam worden geplaatst. De palen komen op een diepte van circa negentig centimeter (90 cm) te staan, zodat deze palen ongeveer dertig centimeter (30 cm) boven het maaiveld uitsteken.
11. Partijen spannen zich beiden in om voormelde palen te beheren en te onderhouden. Deze afspraak geldt totdat Xxxxxxxx het eiland Ossenwaard verkoopt of verlaat.
12. De eigenaar van het dienende erf I plaatst aan het begin van de toegangsdam een bord met opschrift "doodlopende weg" (inclusief onderbord). Het informatiebord wordt eveneens verplaatst naar het begin van de weg.
13. De werkzaamheden zoals genoemd onder lid 10 en 12 zijn reeds door De Staat uitgevoerd.
14. Er wordt niet afgeweken van artikel 5:76 leden 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2
Wijziging erfdienstbaarheid van weg ten laste van de Percelen Ossenwaard (Erfdienstbaarheid II)
1. Ter uitvoering van de overeenkomst wijzigen partijen bij dezen Erfdienstbaarheid II, zodanig dat door Klynstra ten laste van de Percelen Ossenwaard en ten behoeve van het van de Percelen Staat deel uitmakende perceel Hagestein, sectie A, nummer 1683 (hierna in dit artikel 2. genoemd: het "heersende erf II") de erfdienstbaarheid van weg is gevestigd, inhoudende het recht voor de eigenaar van het heersende erf II om over het gedeelte van de op de Percelen Ossenwaard (hierna tezamen in dit artikel 2. genoemd: het "dienende erf II") aanwezige weg genaamd "Ossenwaard" (hierna in dit artikel 2. genoemd: de "weg"), te komen van en te gaan naar het sluizencomplex Hagestein van en naar de openbare weg (Lekdijk), zoals schetsmatig met een blauwe kleur en de aanduiding "EDBH II" is aangegeven op de aan deze akte als bijlage 2 gehechte tekening, welke erfdienstbaarheid door de Staat ten behoeve van het heersende xxx XX is aanvaard.
2. Deze erfdienstbaarheid strekt niet alleen ten behoeve van de eigenaar(s) van het heersende erf II, maar tevens ten behoeve van gebruikers en bezoekers van het heersende erf II en van het Eiland Ossenwaard; onder eigenaar wordt voor de uitvoering van deze erfdienstbaarheid tevens begrepen de gerechtigde danwel de bevoegde gebruiker(s) van het heersende erf II.
3. De erfdienstbaarheid is om niet gevestigd.
4. Deze erfdienstbaarheid moet worden uitgeoefend op de voor de rechthebbende(n) tot het dienende erf II minst bezwarende wijze.
5. De weg mag niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar van het heersende xxx XX en de eigenaar van het dienende erf II worden verlegd.
6. Het is zowel de eigenaar van het heersende erf II als die van het dienende erf II en alle andere personen die van de weg gebruik maken, verboden om de weg af te sluiten of om vervoermiddelen van welke aard ook of andere zaken op de weg te plaatsen anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig vereist zal zijn, zodat dit gebruik ongehinderd en onverminderd zal kunnen plaats hebben.
Indien in strijd met deze bepaling mocht zijn gehandeld, zullen beide partijen of hun gemachtigden bevoegd zijn datgene wat zich op de weg bevindt, zonder enige aanmaning te verwijderen en elders te plaatsen.
7. Ingeval van bebouwing, verbouwing, splitsing of verandering van aard of bestemming van het heersende xxx XX blijft de erfdienstbaarheid ongewijzigd voortbestaan.
8. De eigenaar van het heersende erf II is verplicht de weg voor zijn rekening:
- te verharden;
- te onderhouden, waaronder mede begrepen het schoonhouden, repareren en het vernieuwen van de weg.
9. Er wordt niet afgeweken van artikel 5:76 leden 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 3
Overige bepalingen
Met inachtneming van de in onderhavige akte opgenomen (vorenstaande) wijzigingen van Erfdienstbaarheid I en Erfdienstbaarheid II, blijven de overige bepalingen zoals die blijken uit Titel 916/11, onverminderd in stand. Voor zover het in onderhavige akte bepaalde in strijd komt met het bepaalde in Titel 916/11, prevaleert het in onderhavige akte bepaalde”.
Ter verduidelijking van de hiervoor aangehaalde tekst wordt hier vermeld, dat het
xxxxxxx Xxxxxxxxx A 1454 is gesplitst en vernummerd tot de percelen Hagestein A nummers 1813, 1804, 1805, 1806, 1814, 1796, 1797, 1798, 1799, 1800 en 1801.
Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden wordt tevens verwezen naar voormelde akte van aankomst, op een juli tweeduizend twintig verleden voor notaris mr. X.X. xx Xxxxx, voornoemd, in welke akte onder meer woordelijk staat vermeld: “Ter uitvoering van voormelde mondelinge overeenkomst worden hierbij ten behoeve en ten laste van enerzijds het perceel kadastraal bekend als gemeente Hagestein sectie A nummer 1794, en ten behoeve en ten laste van anderzijds de percelen kadastraal bekend als gemeente Hagestein sectie A nummers 1795, 1514, 1515, 1516, 1517 en 1669, over en weer als heersende en dienende erven, gevestigd en aangenomen de volgende erfdienstbaarheden:
A. Erfdienstbaarheid van weg
1. De erfdienstbaarheid van weg, inhoudende het recht voor de eigenaar of gebruiker van een heersend erf om over de aanwezige weg genaamd "Ossenwaard" te komen van en te gaan naar op een heersend erf gebouwde of nog te bouwen woningen van en naar de openbare weg (Lekdijk).
Het traject van de weg is gelijk aan het traject van de weg ("Erfdienstbaarheid II") van gemelde akte van negen juni tweeduizend zestien (deel 68425 nummer 188).
2. De erfdienstbaarheid strekt niet alleen ten behoeve van de eigenaar van een heersend erf, maar tevens ten behoeve van gebruikers en bezoekers van een heersend erf.
3. Het is zowel de eigenaren van de erven als alle andere personen die van de weg gebruik maken verboden om de weg af te sluiten of om vervoermiddelen van welke aard ook of andere zaken op de weg te plaatsen, anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig vereist zal zijn, zodat dit gebruik ongehinderd en onverminderd zal kunnen plaats hebben.
Indien in strijd met deze bepaling mocht zijn gehandeld, zullen beide partijen of hun gemachtigden bevoegd zijn datgene wat zich op de weg bevindt, zonder enige aanmaning te verwijderen en elders te plaatsen.
B. Erfdienstbaarheid voor kabels, leidingen en dergelijke
1. De erfdienstbaarheid tot het leggen, hebben, houden en onderhouden van kabels, leidingen en dergelijke ten behoeve van de aanvoer van gas, water, licht, elektriciteit,
dataverkeer en dergelijke alsmede riolering in de hiervoor sub A. bedoelde weg alsmede in een strook ter weerszijden daarvan ter breedte van twee meter.
Gelet op de onderhoudsplicht van de weg ("Erfdienstbaarheid II") van gemelde akte van negen juni tweeduizend zestien (deel 68425 nummer 188) behoeft uitoefening van de erfdienstbaarheid, voor zover de betreffende kabels, leidingen en dergelijke niet zijn of worden gelegd ter weerszijden van de weg, de toestemming van de aldaar bedoelde onderhoudsplichtige.
2. De erfdienstbaarheid strekt niet alleen ten behoeve van de eigenaar van een heersend erf, maar tevens ten behoeve van gebruikers van een heersend erf.
Algemeen
Voor beide erfdienstbaarheden geldt voorts nog het volgende:
a. De erfdienstbaarheden zijn om niet gevestigd.
b. De erfdienstbaarheden moeten worden uitgeoefend op de minst bezwarende wijze.
c. Ingeval van bebouwing, verbouwing, splitsing of verandering van aard of bestemming van een heersend erf blijven de erfdienstbaarheden ongewijzigd voortbestaan.
d. Er wordt niet afgeweken van artikel 5:76 leden 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek. RESULTAAT ERFDIENSTBAARHEDENONDERZOEK
Uit een aan deze akte te hechten Resultaat van onderzoek naar erfdienstbaarheden blijkt dat vanaf een april negentienhonderdvijftig met betrekking tot het registergoed geen andere erfdienstbaarheden zijn gevestigd dan de hiervoor reeds vermelde bestaande erfdienstbaarheden. Het stuweiland is ontstaan na negentienhonderdvijftig, zodat het bestaan van andere (oudere) erfdienstbaarheden onaannemelijk is.”
Ter verduidelijking van de hiervoor aangehaalde tekst wordt hier vermeld, dat het
perceel Hagestein A 1794 is gesplitst en vernummerd tot de percelen Hagestein A nummers 1813, 1804, 1805, 1806 en 1814.
KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN EN KETTINGBEDING
Met betrekking tot een kwalitatieve verplichting wordt verwezen naar gemelde akte, op dertig december negentienhonderd zesennegentig verleden voor notaris mr. X.X. xxx Xx te Utrecht, ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Rotterdam op drie januari negentienhonderd zevenennegentig in register Hypotheken 4, deel 16258 nummer 11, in welke akte onder meer woordelijk staat vermeld:
"Als kwalitatieve verplichting in de zin van artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt bij deze gevestigd dat de rechthebbenden van de hiervoor nader omschreven onroerende zaken kadastraal bekend gemeente Hagestein, sectie A, nummers 1454, 1514, 1515, 1516, 1517, 1669 en hun rechtsopvolgers, inhoudende de verplichting dat mevrouw X.X. xx Xxxxx en de heer H.C. Bakker en hun rechtsopvolger niet in of buiten rechte worden aangesproken op grond van enige tekortkoming, onrechtmatige daad, dwaling, misbruik van omstandigheden en/of andere rechtsgrond, hoe ook genaamd, ter zake van de levering van de onroerende zaken en de eigenschappen van de onroerende zaken, op straffe van een boete ad vijftig miljoen gulden (f 50.000.000,00)."
Ter verduidelijking van de hiervoor aangehaalde tekst wordt hier vermeld, dat het
xxxxxxx Xxxxxxxxx A 1454 is gesplitst en vernummerd tot de percelen Hagestein A nummers 1813, 1804, 1805, 1806, 1814, 1796, 1797, 1798, 1799, 1800 en 1801.
Met betrekking tot een kwalitatieve verplichting en kettingbeding wordt tevens verwezen naar voormelde akte van aankomst, op een juli tweeduizend twintig verleden voor notaris mr. X.X. xx Xxxxx, voornoemd, in welke akte onder meer woordelijk staat vermeld:
“Omschrijving verplichting
Een deelgenoot kan voornemens zijn op het aan hem toegedeelde woningen te (doen) ontwikkelen. De deelgenoten verbinden zich jegens elkaar geen bezwaar te maken tegen aanvraag door de andere deelgenoot alsmede diens rechtsopvolgers onder algemene titel (derhalve niet door derden) van de daarvoor benodigde publiekrechtelijke vergunningen met betrekking tot de aan de andere deelgenoot bij deze akte toegedeelde percelen, waaronder voor deze bepaling ook worden begrepen daarvoor benodigde wijzigingen in het bestemmingsplan.
De deelgenoten komen overeen dat deze verplichting een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek is, zodat de verplichting zal overgaan op degenen die het registergoed onder bijzondere titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn degenen die enig recht tot gebruik van het registergoed zullen verkrijgen.
Kettingbeding
De deelgenoten verbinden zich ten opzichte van elkaar bovenstaande verplichting en na te melden boeteregeling bij wijze van een kettingbeding op zijn rechtsopvolger of een andere gerechtigde te doen overgaan, weer met een kettingbeding.
Als een deelgenoot overgaat tot vervreemding van het bij deze akte aan hem toegedeelde of daarop goederenrechtelijke of persoonlijke genotsrechten vestigt, is hij verplicht – op straffe van een boete als hierna omschreven – aan een nieuwe verkrijger of gerechtigde op te leggen, van deze te bedingen en ten behoeve van verkoper aan te nemen:
a. de verplichtingen uit deze overeenkomst; en
b. de verplichting om bij verdere vervreemding of vestiging van bedoelde rechten, deze onder a en b vermelde verplichtingen op te leggen aan de opvolgende verkrijgers of gerechtigden, op dezelfde wijze en onder oplegging van dezelfde boetebepalingen ten behoeve van de andere deelgenoot als in deze bepaling zijn opgenomen.
Onder vervreemding wordt begrepen elke juridische of economische overdracht op grond van koop, schenking, ruil, legaat en de daaropvolgende levering, inbreng of elke andere overeenkomst die als titel van economische of juridische eigendomsoverdracht is te beschouwen. Met vervreemden wordt gelijkgesteld de vestiging of overdracht van rechten van erfpacht, opstal of vruchtgebruik, verlening van een persoonlijk gebruiksrecht of rechten van gebruik en bewoning.
Boeteregeling
Als een deelgenoot of zijn rechtsopvolgers de hiervoor vermelde verplichtingen niet nakomt, is de nalatige ten behoeve van de andere deelgenoot een direct opeisbare boete schuldig van eenhonderdvijftigduizend euro (€ 150.000,00), zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist. Dit beperkt de andere deelgenoot overigens niet tot het instellen van enig rechtsmiddel.”
2. Vestiging bouwkundige erfdienstbaarheden voor Kavels
Teneinde de voor het totale Project ontstane bouwkundige situatie te kunnen laten ontstaan en te laten voortbestaan, worden hierbij ten behoeve en ten laste van de
betreffende Kavels (Kavels met nummers 1 tot en met 8), waaronder mede begrepen de daarop gevestigde erfpacht- en afhankelijke opstalrechten, bestaande uit de percelen kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummers 1808, 1809, 1810, 1811 en 1812, 1804, 1805 en 1806 -derhalve over en weer- de volgende erfdienstbaarheden gevestigd en aangenomen en zullen -voor zover deze vestiging niet bij deze akte kan plaatsvinden- worden gevestigd bij de akten van levering waarbij de Kavels aan de verkrijgers zullen worden geleverd:
a. die van licht en uitzicht, hetgeen inhoudt de bevoegdheid om de ramen en deuren en lichtopeningen te hebben en te houden op kortere afstand dan de wet toelaat, voor zover de huidige voor het gehele Plangebied, waarvan de Kavel deel uitmaakt, afgegeven omgevingsvergunning zulks toestaat;
b. die van afvoer van hemelwater, hetgeen inhoudt de bevoegdheid de goten, leidingen en putten te hebben en te houden en het water toe te laten, op te vangen en af te voeren;
c. die van inankering, inbalking, overbouw en dergelijke, hetgeen inhoudt de bevoegdheid, inbouw, aanbouw en overbouw van funderingen, balken en andere bouwkundige voorzieningen te hebben en te houden, aan, over, op, boven, onder en/of in de naastgelegen Kavel(s);
d. die van het aanwezig mogen zijn en blijven van lantaarnpalen, kabels, leidingen, rioleringen en verdeel- en manipulatiekasten, hetgeen inhoudt de bevoegdheid, kabels, leidingen rioleringen en verdeel- en manipulatiekasten te hebben en te houden, aan, over, op, boven, onder en/of in het (de) naastgelegen perceel (percelen) en deze te onderhouden en zonodig te repareren en te vervangen.
3. Vestiging erfdienstbaarheid Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA)
Teneinde te voorzien in de afvoer van afvalwater en riolering van de Kavels is inmiddels in het Natuurterrein een Individuele Behandeling van Afvalwater (hierna te noemen: IBA) gerealiseerd.
In dat verband wordt hierbij ten behoeve van de Kavels en indien van toepassing de daarop gevestigde erfpacht- en afhankelijke opstalstalrechten, bestaande uit de percelen kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummers 1808, 1809, 1810, 1811 en 1812, 1804, 1805 en 1806 als heersende erven en ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie nummer 1813 als dienend erf de navolgende erfdienstbaarheid gevestigd en aanvaard, inhoudende de last voor het dienend erf om te dulden en de bevoegdheid voor het heersend erf om ten behoeve van het heersende erf een IBA in stand te laten.
Op de erfdienstbaarheid zijn de navolgende bepalingen van toepassing:
1. De erfdienstbaarheid omvat tevens de bevoegdheid tot aanleg en de aanwezigheid van kabels en leidingen in de ondergrond van het dienend erf die benodigd zijn voor het functioneren van de IBA en de afvoer van het afvalwater dat afkomstig is van de Kavels.
2. De erfdienstbaarheid omvat tevens de bevoegdheid om het dienend erf te betreden voor inspectie, reparatie, onderhoud en vervanging van de IBA en de kabels en de leidingen. De eigenaren van het heersend erf zijn daarbij verplicht
om te voorkomen dat zoveel mogelijk schade aan het Natuurterrein wordt aangebracht. De eigenaar van het dienend erf is verplicht om te voorkomen dat schade aan de IBA en de kabels en leidingen wordt aangebracht.
3. De erfdienstbaarheid wordt voor onbepaalde tijd aangegaan en kan niet door de eigenaar van het dienend erf worden opgezegd.
4. De eigenaren van het heersend erf zijn een jaarlijkse retributie verschuldigd. De inning van deze retributie geschiedt door de VvE, die daarvoor een afzonderlijke administratie zal voeren. De retributie wordt jaarlijks:
a. ten eerste: geïndexeerd op de wijze als hierna in Hoofdstuk V. sub 7 bedoeld;
b. ten tweede: periodiek herzien en vastgesteld door de VvE.
In afwijking van het vorenstaande is Landgoed De Ossenwaard B.V. geen retributie verschuldigd, aangezien Landgoed De Ossenwaard B.V. de grond waarop de IBA is gerealiseerd, om niet ter beschikking stelt.
Voor het huidige kalenderjaar wordt de retributie vastgesteld op eenduizend vijfhonderd euro (€ 1.500,00) op jaarbasis. De VvE is niet verplicht tot het crediteren van deze bijdrage indien er door een koper geen gebruik wordt gemaakt van de gebouwde woning.
De jaarlijkse retributie wordt derhalve uitsluitend door de woningkavels voldaan.
5. In het geval de erfdienstbaarheid eindigt zijn de eigenaren van het heersend erf verplicht om de IBA en de kabels en leidingen voor hun rekening te verwijderen en verplicht tot herstel van het dienend erf, tenzij de eigenaar van het dienend hen van deze verplichting ontslaat.
III. PARKEERPLAATSEN (op eigen erf)
De eigenaar en erfpachter is jegens de VvE gehouden om op zijn Kavel:
a. minimaal twee (2) parkeerplaatsen aan te leggen, te dulden en in stand te houden, te onderhouden en zo nodig te vernieuwen;
b. de parkeerplaatsen mogen niet worden gebruikt voor het stallen (voor een periode langer dan twee weken) van aanhangwagens, (boot-)trailers, caravans, campers of soortgelijke voertuigen.
IV. INRICHTINGSPLAN KAVELS
De eigenaar of erfpachter van de Kavels met bouwnummers 1 tot en met 8 is jegens de VvE verplicht om het omliggend erf en de siertuin op zijn Kavel aan te leggen en in stand te houden op basis van de in het Natuurinrichtingsplan “Landgoederen Ossenwaard” de dato november tweeduizendtwintig gestelde eisen. Een kopie van dit plan is door Ontwikkelaar aan de eerste koper van de Kavel ter beschikking gesteld; een kopie van dit plan is aan deze akte gehecht.
In dit Natuurinrichtingsplan staat onder meer het navolgende vermeld, woordelijk luidende:
“Kavels
De kavel zelf wordt opgehoogd tot minstens 6m boven NAP, dit is gelijk aan of hoger dan de al bestaande woningen, om de veiligheid in dit buitendijkse gebied te waarborgen. Op basis van dit gegeven kan gesteld worden dat de nokhoogte niet hoger mag zijn dan circa 16 (meter) boven NAP. (max nokhoogte 10m1).
Om de kwaliteit van het gebied te waarborgen wordt er voor de uit te geven kavels een
kavelpaspoort opgesteld. Hierin wordt duidelijkheid verschaft over de: erfgrens, bebouwingsgrens, bebouwingsvlak, beeldkwaliteit, parkeerplaatsen op eigen terrein, breedte inrit en de erfafscheiding. Dit kavelpaspoort maakt onderdeel uit van het niet tot dit document behorende beeldkwaliteitsplan.
Erven en tuinen
Het terrein rondom de woningen dient aan te sluiten op het omliggende landschap. Dit betekent dat opgaande beplanting in een straal van 18 meter vanuit het hart van de woning is toegestaan en dat het deel buiten deze straal een open uitstraling dient te hebben. Dit verzacht de overgang tussen cultuur en de open natuur. Een enkele boomgroep ter ondersteuning van de dynamiek van het landschap wordt gedoogd.
Wegen
Op de wegen in het gebied gaan we dieper in op bladzijde 28 en 29 van dit rapport. Als toevoeging daarop behandelen we wel het punt parkeren. Dit dient op de eigen kavel plaats te vinden en dan bij voorkeur in een aan de woning gerelateerd bijgebouw.
Poorten en gebiedseigen hagen
Om de privékavel van het openbaar toegankelijke landgoed te scheiden mag er gebruik worden gemaakt van gebiedseigen hagen in combinatie met een sober houten hek. Deze gebiedseigen hagen bestaan uit een combinatie van veldesdoorn, rond de woning, en meidoorn op de overgang met het landschap. Deze haag mag maximaal 2,5 meter hoog worden en is tevens de enige toegestane erfafscheiding. Schuttingen en tuinmuren zijn niet toegestaan. Op plekken waar een haag niet wenselijk is kan uitgeweken naar een greppel en of droge sloot. Deze fysieke barrière vervuld dezelfde functie als een haag zonder het uitzicht weg te nemen.
Paardenbak
Op de twee landgoederen is één gemeenschappelijke paardenbak ingetekend dicht tegen de stuw. Deze paardenbak wordt aan het oog onttrokken door ruim opgezette bosschages.”
Ontwikkelaar verklaart dat de eventueel noodzakelijke ophoging, zoals in voormeld
citaat bedoeld, niet door Ontwikkelaar zal geschieden. Iedere koper van een kavel zal hier zelf zorg voor dienen te dragen.
V. ERFDIENSTBAARHEID, KWALITATIEVE VERPLICHTING, KETTINGBEDING Ten aanzien van het hiervoor onder Hoofdstuk I. tot en met IV. bepaalde geldt nog het volgende:
1. De in Hoofdstuk II. vermelde rechten en verplichting(en) worden, voor zover dit nog niet eerder of in deze akte is geschied, in de akte van levering als Erfdienstbaarheid gevestigd en zullen door koper(s) van een afzonderlijke Kavel worden aanvaard ten behoeve en ten laste van de in die artikelen bedoelde Kavels.
2. De in Hoofdstuk III. en IV. vermelde verplichtingen, welke ten laste van de eigenaar van een Kavel komen, geschieden op straffe van een onmiddellijk opeisbare boete ten behoeve van de VvE van vijfentwintigduizend euro
(€ 25.000,00) per overtreding bij niet-nakoming.
3. De hiervoor in Hoofdstuk III. en IV. ten behoeve van de VvE overeengekomen verplichtingen worden bij deze door de VvE aanvaard en zullen voor zover sprake is van verplichtingen tot dulden of niet-doen als Kwalitatieve verplichtingen
als bedoeld in artikel 6:252 lid 2 Burgerlijk Wetboek worden ingeschreven in de Openbare Registers.
4. Deze verplichtingen blijven rusten op elke Kavel en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die de Kavel of een deel daarvan onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij dan tevens moet worden bepaald dat mede gebonden zijn, degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de Kavel zullen verkrijgen.
5. De eigenaar van een Kavel is verplicht en verbindt zich jegens de VvE, voor wie Ontwikkelaar dit aanvaardt, het hiervoor bepaalde bij overdracht van het geheel of een gedeelte van een Kavel, alsmede bij de verlening daarop van een zakelijk recht, aan de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het bepaalde in de notariële akte of verlening van een beperkt recht woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare boete ter hoogte van vijfentwintigduizend euro (€ 25.000,00) ten behoeve van de VvE, met de bevoegdheid voor deze laatste om daarnaast nakoming en/of eventueel meer geleden schade te vorderen.
6. Op gelijke wijze als hierboven is bepaald verbindt de eigenaar van een Kavel zich jegens de VvE tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar(s) of zakelijk gerechtigde(n) dat ook deze de hiervoor sub 5. bepaalde verplichtingen zal (zullen) opleggen aan diens rechtsopvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de VvE het beding aan, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare boete van vijfentwintigduizend euro (€ 25.000,00) ten behoeve van de VvE onverminderd het recht van de VvE om nakoming en verdere schadevergoeding te vorderen.
7. De in dit artikel genoemde boetebedragen worden aangepast overeenkomstig de wijziging die het door het Centraal Bureau voor de Statistiek (in deze akte ook te noemen: C.B.S.) te publiceren jaartotaal consumentenprijsindexcijfer (op basis van tweeduizend vijftien (2015=100)) ten tijde van de verbeurte van de boete zal blijken te hebben ondergaan. Mocht het C.B.S. te eniger tijd overgaan tot publicatie van prijsindexcijfers van de gezinsconsumptie op meer recente tijdsbasis, dan zullen de cijfers van de nieuwe reeks in aanmerking worden genomen, zo nodig na koppeling aan de cijfers van voorafgaande reeksen. Mocht te eniger tijd dit indexcijfer niet meer worden gepubliceerd, dan zullen de cijfers van het volgens het C.B.S. meest overeenkomende indexcijfer in aanmerking worden genomen. De wijze van koppeling zal geschieden in overleg met het C.B.S.
8. De verschenen persoon handelend namens de VvE verleent hierbij volmacht aan de Ontwikkelaar en de medewerkers van Xxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxx notarissen om namens de VvE het vorenstaande in de afzonderlijke akten van levering te aanvaarden.
VI. MANDELIGE WEG / ZAAK
De Mandelige weg, bestaande uit:
een perceel grond gelegen, zijnde de weg met alles wat daartoe behoort zoals de bestrating, installaties, kabels en leidingen, voorzieningen en overige werken, kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummer 1814, groot zeshonderd tweeënzeventig vierkante meter
(672 m²), hierna ook te noemen: Xxxxxxxxx zaak,
wordt hierbij en in de afzonderlijke akten van levering van de Kavels bestemd tot gemeenschappelijk nut van de Kavels en het Natuurterrein, bestaande uit de percelen kadastraal bekend gemeente Hagestein sectie A nummers 1804, 1805, 1806, 1808,
1809, 1810, 1811, 1812 en 1813, middels de rechtsfiguur van mandeligheid zoals bedoeld in artikel 5:60 van het Burgerlijk Wetboek, welke Xxxxxxxxx zaak op de Plantekening als zodanig is aangegeven;
in welke bedoelde mandeligheid de eigenaren van voormelde Kavels en het Natuurterrein zullen zijn gerechtigd, ieder voor het één/negende (1/9e) onverdeeld aandeel.
Bestemming mandeligheid
Mandelige weg
De bestemming van de Mandelige zaak is: weg (verkeersgebied en toegang). De weg is uitdrukkelijk niet bestemd om daar voertuigen op te parkeren.
Overeenkomstige toepassing erfdienstbaarheid IBA
De bepalingen van de mandeligheid zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de hiervoor genoemde erfdienstbaarheid van de IBA. Bepalingen en voorwaarden mandeligheid
De vestiging/bestemming van deze mandeligheid geschiedt voorts onder de navolgende bepalingen en voorwaarden:
A. Beheer en beschikking.
1. Het aandeel van een deelgenoot is een van de eigendom van de betreffende Kavel en het Natuurterrein afhankelijk recht en kan niet worden gescheiden van de eigendom van die Kavel en het Natuurterrein. Levering en bezwaring van de eigendom van een Kavel en het Natuurterrein van een deelgenoot treft op gelijke wijze zijn aandeel. Een vordering tot verdeling van de mandelige zaak gedurende het bestaan van de mandeligheid is uitgesloten.
2. Een aandeel kan niet afzonderlijk van de Kavel en het Natuurterrein worden overgedragen, ook niet aan één of meer van de overige deelgenoten.
3. Handelingen dienende tot gewoon onderhoud of behoud van de Mandelige zaak alsmede handelingen die geen uitstel kunnen lijden kunnen door ieder van de deelgenoten zo nodig zelfstandig worden verricht, behoudens die handelingen waar kosten voor worden gemaakt, daar zijn deelgenoten uitsluitend samen bevoegd. Dit geldt ook voor de overige daden van beheer, daden van beschikking alsmede andere handelingen met betrekking tot de Mandelige zaak. De deelgenoten kunnen elkaar volmacht geven om ten aanzien van de Mandelige zaak handelingen te verrichten binnen de grenzen van de volmacht.
4. De verkrijger en de vervreemder van een aandeel zijn hoofdelijk verbonden voor hetgeen de vervreemder ter zake aan de overige deelgenoten is verschuldigd.
5. De vervreemder is verplicht om bij overdracht van de Kavel en het Natuurterrein waarvan het aandeel in de mandelige zaak afhankelijk is, tevens aan de verkrijger over te dragen het aandeel van de vervreemder in de eventueel aanwezige reserve- en/of onderhoudsfondsen met betrekking tot de mandelige zaak. Vervreemder zal nimmer uitkering van dit aandeel kunnen vorderen.
6. Ieder van de deelgenoten heeft de bevoegdheid om bij verkoop en levering van zijn Kavel en het Natuurterrein het daarvan afhankelijke onverdeeld aandeel in de mandelige zaak in eigendom over te dragen aan de betreffende verkrijger van die Kavel en het Natuurterrein, zonder toestemming van de overige deelgenoten.
B. Het gebruik
1. Iedere deelgenoot heeft een zodanig recht van gebruik overeenkomstig de bestemming daarvan, mits dit gebruik verenigbaar is met het gebruik door de overige deelgenoten en overigens met inachtneming van het in deze akte bepaalde.
2. De Mandelige zaak is bestemd om te worden gebruikt als hiervoor onder het hoofdstuk bestemming mandeligheid is bepaald.
3. Iedere deelgenoot is verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid, en het plaatsen van voertuigen of andere voorwerpen op plaatsen die hiervoor niet zijn bestemd.
4. Iedere deelgenoot is verplicht te dulden dat in en boven de Mandelige zaak kabels, leidingen, rioleringsbuizen, infiltratiekoffers en aanverwante werken ten behoeve van de deelgenoten worden aangelegd, gebruikt, gehouden, onderhouden, hersteld en vernieuwd, onder de verplichting voor iedere deelgenoot om alle nodige of noodzakelijke onderhouds- en herstelwerkzaamheden toe te laten en daartoe toegang tot de Mandelige zaak te verschaffen.
5. Onder deelgenoot wordt voor de toepassing van bepalingen omtrent het gebruik van de Mandelige zaak mede verstaan diens huisgenoten, bezoekers, werknemers en personeelsleden alsmede al diegenen met hun werknemers, personeelsleden en huisgenoten, die op grond van een zakelijk of persoonlijk recht gerechtigd zijn tot (het gebruik van) de Kavel en het Natuurterrein van die deelgenoot.
C. Bijdrage in de kosten. Verzekering. Schade en herstel.
1. Ieder van de deelgenoten is voor een gedeelte dat overeenkomt met zijn onverdeelde aandeel in de Mandelige zaak, verplicht mee te dragen in de kosten van beheer, verzekering, onderhoud, reiniging, herstel en vernieuwing van de Mandelige zaak, daaronder in ieder geval begrepen de hiervoor onder B.4 gemelde kabels, leidingen, rioleringsbuizen, infiltratiekoffers en aanverwante werken alsmede de bestrating/verhardingen en het eventueel straat-
/tuinmeubilair. Iedere deelgenoot is een door de vergadering van deelgenoten vast te stellen jaarlijkse voorschotbijdrage verschuldigd met betrekking tot de hiervoor bedoelde kosten.
2. Iedere deelgenoot is bevoegd van de (overige) deelgenoten te vorderen dat de Mandelige zaak ten behoeve van alle deelgenoten tegen de gebruikelijke risico's wordt verzekerd. Onder deze verzekering zijn, voor zover mogelijk, in ieder geval
begrepen een opstalverzekering en een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid. Het sluiten, wijzigen en beëindigen van de hiervoor bedoelde verzekering(en), alsmede het innen van de verzekeringsuitkering(en) is uitdrukkelijk onder het beheer begrepen.
3. Indien de Xxxxxxxxx zaak hersteld of vernieuwd dient te worden ten gevolge van enig handelen of nalaten, dat niet gerekend kan worden tot het normale gebruik volgens de bestemming daarvan zoals hiervoor is omschreven, zullen de kosten van dit herstel of die vernieuwing voor rekening zijn van die deelgeno(o)t(en) aan wie dat handelen of nalaten kan worden toegerekend. Onder herstel of vernieuwing zijn uitdrukkelijk begrepen de kosten van herbouw. Een schadelijk handelen of nalaten als hiervoor bedoeld van een gebruiker wordt de desbetreffende deelgenoot toegerekend.
4. Ingeval van schade aan de Mandelige zaak alsmede ingeval de toestand dit noodzakelijk maakt, kan iedere deelgenoot alsmede de beheerder van de (overige) deelgenoten medewerking vorderen ten behoeve van het herstel.
5. Verzekeringsuitkeringen dienen op de eerste plaats te worden aangewend tot herstel van de desbetreffende schade.
D. Beheer.
1. Het beheer van de Xxxxxxxxx zaak zal worden verricht door de gezamenlijke eigenaren van de betreffende Mandelige zaak/de op heden op te richten vereniging: “Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard”.
2. Onder beheer wordt verstaan het verrichten van alle handelingen die dienen tot gewoon onderhoud of tot behoud van de Mandelige zaak alsmede alle handelingen die voor de normale exploitatie van de Mandelige zaak dienstig kunnen zijn, alsook het aannemen van aan de deelgenoten verschuldigde prestaties.
E. Vergadering van deelgenoten.
De vergaderingen van deelgenoten wordt geregeld in de statuten van de hiervoor genoemde Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard in de bepalingen met betrekking tot de algemene vergadering.
F. Beheerregeling.
1. De in deze akte opgenomen bepalingen omtrent het genot, het gebruik en het beheer van de Mandelige zaak gelden, voor zover mogelijk, als een beheerregeling in de zin van artikel 3:168 juncto artikel 5:69 van het Burgerlijk Wetboek.
2. De sub F.1 bedoelde beheerregeling is ook bindend voor de rechtverkrijgenden van de deelgenoten.
G. Kwalitatieve verplichtingen/Kettingbedingen.
1. Alle uit deze akte voortvloeiende verplichtingen van een deelgenoot om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van (het aandeel van die deelgenoot in) de Mandelige zaak of anderszins zullen bij wijze van kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek overgaan op degenen die (het aandeel van die deelgenoot in) de Mandelige zaak onder bijzondere titel zullen verkrijgen en waaraan mede gebonden zullen zijn degenen die van een
deelgenoot een recht tot gebruik van (het aandeel van die deelgenoot in) de Mandelige zaak zullen verkrijgen.
2. Ieder van de deelgenoten is, onverminderd het hiervoor sub G.1 bepaalde, verplicht – namens de overige deelgenoten en de hiervoor genoemde Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard – een overeenkomst te sluiten met degene die hem onder bijzondere titel opvolgt in zijn rechten op (het aandeel van die deelgenoot in) de Mandelige zaak (daaronder begrepen de vestiging van een zakelijk genotsrecht), welke tot gevolg heeft dat die rechtsopvolger en de overige deelgenoten over en weer bij wijze van kettingbeding gebonden zijn en blijven aan het sub G.1 tot en met sub G.3 bepaalde en de op basis hiervan genomen besluiten alsmede alle uit hoofde van deze akte voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of die verplichtingen kunnen worden gekwalificeerd als een onderdeel van de mandeligheid of als onderdeel van de beheersregeling als hiervoor bedoeld of als een kwalitatieve verplichting als hiervoor bedoeld of niet.
3. Indien een deelgenoot tekort schiet in de nakoming van zijn in dit sub G.3 omschreven verplichtingen met kettingbeding (waaronder uitdrukkelijk begrepen de verplichting tot het opleggen van de onderhavige bepalingen aan een nieuwe gerechtigde), verbeurt die deelgenoot een terstond en zonder ingebrekestelling en/of rechterlijke tussenkomst opeisbare boete van vijfentwintigduizend euro
(€ 25.000,00) ten behoeve van de hiervoor genoemde Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard, onverminderd het recht van de hiervoor genoemde Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard verdere schadevergoeding te vorderen. Het recht tot het opeisen van een boete vervalt na een (1) jaar, nadat de overtreding aan de hiervoor genoemde Vereniging van Mandelige Eigenaren Toegangsweg Ossenwaard bekend is geworden, indien in die periode geen enkele stap tot invordering van de boete is genomen.
H. Einde mandeligheid. De mandeligheid eindigt:
1. indien de gemeenschap ten aanzien van de Mandelige zaak eindigt;
2. indien de bestemming tot gemeenschappelijk nut van de Kavels het Natuurterrein van de deelgenoten wordt opgeheven bij een tussen de deelgenoten opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving in de openbare registers;
3. zodra het nut voor elk van de Kavels en het Natuurterrein van de deelgenoten is geëindigd.
I. Inschrijving wijzigingen.
Ieder van de deelgenoten is bevoegd en verplicht, en de beheerder is als vertegenwoordiger van de deelgenoten bevoegd, wijzigingen betreffende het genot, het gebruik en het beheer, alsmede het hiervoor sub H.3. bedoelde feit dat het nut voor elk van de erven (Kavels en Natuurterrein) van de deelgenoten is geëindigd, onverwijld te doen inschrijven in de daartoe bestemde openbare registers.
J. Vestiging
De voltooiing van de vestiging/bestemming van deze mandeligheid zal plaatsvinden in de eerste akte van levering, waarbij een tot het Project behorende Kavel aan de eerste eigenaar wordt geleverd.
WOONPLAATSKEUZE
Ter zake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, wordt woonplaats gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte.
SLOT
WAARVAN AKTE is verleden te Ede op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
De zakelijke inhoud van de akte is aan de verschenen persoon opgegeven en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard tijdig voor het verlijden van de akte van de inhoud ervan te hebben kennisgenomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing ervan geen prijs te stellen.
Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris,
om