Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van de opvanglocatie aan de Gravendijk 6 te Albergen
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een asiel opvanglocatie in Tubbergen
Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van de opvanglocatie aan de Xxxxxxxxxx 0 xx Xxxxxxxx
Partijen
a. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, gevestigd aan de Xxxxxxxxxx 0 xx Xxx Xxxx, hierbij vertegenwoordigd door een lid van het bestuur van het COA, de xxxx X. Xxxxxxxxx, plaatsvervangend voorzitter, hierna te noemen: ‘COA’
b. De gemeente Tubbergen, gevestigd aan het Xxxxxxxxxxxxx 0, te
(7651 CV) Tubbergen, hierbij vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer X.X. Xxxxxx, hierna te noemen: ‘het gemeentebestuur’
hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen”
Overwegende:
• dat het COA tot kerntaak heeft de opvang en begeleiding van vreemdelingen;
• dat het gemeentebestuur onder voorwaarden bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen in een opvanglocatie binnen de gemeente voor maximaal 150 vreemdelingen, waarvan tussen de 40 tot 50 vergunninghouders;
• dat het COA en het gemeentebestuur een optimaal functioneren van de opvanglocatie in de plaatselijke gemeenschap bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen;
• dat de bestuursovereenkomst onverlet laat dat het COA voor het gebruik van de opvanglocatie over de benodigde vergunningen moet beschikken;
• dat het COA voortvarend handelt en binnen redelijke termijn aanvragen voor benodigde vergunning(en) indient en voortvarend handelt in het verrichten van eventueel aanvullend onderzoek in relatie tot de vergunning aanvraag;
• dat het gemeentebestuur zich binnen haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden inspant voor een zorgvuldige en voortvarende behandeling van een eventuele vergunningsaanvraag en eventueel andere aanvragen voor publiekrechtelijke toestemming;
• dat het Faciliteitenbesluit Opvangcentra, d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60) en 6 januari 2014 (Stb. 495) van toepassing zijn, alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen;
• dat het gemeentebestuur geen financiële nadelige gevolgen kan ondervinden van het ondersteunen op verzoek van het COA bij de uitvoering van taken die primair bij het COA belegd zijn. Met andere woorden: uitsluitend wanneer het COA een expliciete opdracht geeft in het (deels) overnemen van of invulling geven aan primaire verantwoordelijkheden van het COA worden afspraken gemaakt over financiële compensatie ten behoeve van mensen en middelen;
• Dat er ten aanzien van de komst van het azc Albergen een Kaderovereenkomst is gesloten tussen het Rijk, het COA en de gemeente Tubbergen welke is ondertekend op 19 september 2022 (zie bijlage A bij deze overeenkomst);
• Dat de financiële vergoedingen zijn vastgelegd in artikel 6 van deze overeenkomst en in bijlage A (ondertekende kaderovereenkomst d.d. 19 september 2022) welke nader
2 / 19
is uitgewerkt in bijlage C bij deze overeenkomst (uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst);
• dat de Kaderovereenkomst (bijlage A) en de uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst (bijlage C) onlosmakelijk deel uitmaken van onderhavige overeenkomst;
• dat de directe verantwoordelijkheid voor het nemen van de noodzakelijke maatregelen op de beleidsterreinen onderwijs, gezondheidszorg en openbare orde en veiligheid, behalve bij het gemeentebestuur en het COA, bij meerdere partijen ligt;
• dat het uitgangspunt is dat de randvoorwaarden voor de te nemen maatregelen in verband met de opvang van vreemdelingen op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare Orde en veiligheid voldoende in bestaande wet- en regelgeving is vastgelegd;
• na 10 jaar eindigt de bestuursovereenkomst. Het is dan aan het dan zittend college, de dan zittende raad en het COA om te bezien of er nieuwe afspraken worden gemaakt. Xxxxxxx het besluit einddatum azc Albergen (Zaak 503668, bijlage B bij onderhavige overeenkomst) heeft het college bekrachtigd dat de termijn voor het azc Albergen maximaal 10 jaar bedraagt en dat is besloten dat voor nu en in de toekomst geen medewerking wordt verleend aan het COA en/of het Rijk voor het azc Albergen voor meer dan 10 jaar.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 - Definities
In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder:
a) Vreemdeling: de persoon die in de opvanglocatie van het COA wordt opgevangen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Het betreft hier zowel asielzoekers, als bewoners die een verblijfsvergunning (vergunninghouders) hebben maar nog geen reguliere huisvesting in een gemeente hebben;
b) Capaciteitsplaatsen: plaatsen in een opvanglocatie beschikbaar voor de opvang van vreemdelingen, zoals bedoeld in artikel 1.b van het Faciliteitenbesluit;
c) Opvanglocatie: een opvangvoorziening waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA opvang wordt geboden aan vreemdelingen. Hieronder vallen een Opvangcentrum of een Noodopvang. Deze bestuursovereenkomst betreft uitsluitend een Opvangcentrum en meer specifiek een asielzoekerscentrum (azc).
d) Datum van ingebruikname (zie bijlage E bij deze overeenkomst): de datum waarop de eerste vreemdeling gebruik maakt van de opvanglocatie;
e) Faciliteitenbesluit: het Faciliteitenbesluit Opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636);
f) Begeleidingsgroep zoals bedoeld in de Kaderovereenkomst (zie bijlage A): afvaardiging van de gemeente, de politie, de omwonenden, bewoners van de opvanglocatie, medewerkers die in de opvanglocatie werkzaam zijn en het lokale COA-management.
Artikel 2 - Opvanglocatie
1. De opvanglocatie bevindt zich aan de Xxxxxxxxxx 0 xx Xxxxxxxx, kadastraal bekend als Tubbergen, sectie H, nummer 8195. De locatie is eigendom van het COA;
3 / 19
2. Het COA gebruikt de opvanglocatie onder eigen verantwoordelijkheid uitsluitend als een opvangcentrum ten behoeve van de opvang van vreemdelingen;
3. De voorbereiding op en de exploitatie van de opvanglocatie wordt volledig uitgevoerd door het COA waarbij rekening wordt gehouden met het lokale en regionale bedrijfsleven;
4. De kosten van de voorbereiding, de ontwikkeling en de instandhouding van de opvanglocatie komen voor rekening van het COA;
5. Het COA draagt er zorg voor en spant zich ervoor in omwonenden nauw te betrekken bij de ontwikkeling en ingebruikname van de opvanglocatie;
6. Het COA en het gemeentebestuur stellen gezamenlijk een begeleidingsgroep in ter bevordering van de relatie tussen de bewoners van de opvanglocatie en de omwonenden. Het COA faciliteert en financiert de vergaderkosten van de begeleidingsgroep. De begeleidingsgroep stelt ten minste één ontmoetings- en activiteitenplan op dat past bij deze locatie;
7. Nadere afspraken worden door het COA en het gemeentebestuur in ieder geval gemaakt over de samenstelling van de begeleidingsgroep en de vergaderlocatie. De vergaderfrequentie wordt bepaald in samenspraak met de begeleidingsgroep en op basis van de vergaderbehoefte;
8. Voorafgaand aan de ingebruikname van de opvanglocatie zal het COA omwonenden van de opvanglocatie kennis laten maken met de opvanglocatie door een kennismakingdag te organiseren. Het COA spant zich ervoor in om tijdens de looptijd van deze overeenkomst ontmoetingsmomenten te organiseren voor omwonenden van de opvanglocatie met bewoners van de locatie;
9. Het COA spant zich ervoor in om de inrichting van en begeleiding op de te laten voldoen aan de ‘kind in azc’ eisen. Daartoe zal het COA uitvoering geven aan haar beleidskader aandachtsgebied kinderen zoals dat is te vinden op xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxx-xx-xxxxxx. Het COA zorgt voor voldoende opgeleid personeel om de locatie op een goede manier te exploiteren;
10. Het COA investeert in voorzieningen op de opvanglocatie om deze geschikt te maken – en houden – voor opvang van kinderen en gezinnen;
11. Het COA zal een breed en intensief activiteitenprogramma opzetten (met aandacht voor de geestelijke gezondheid) om de bewoners van de opvanglocatie zo goed mogelijk op een actieve en maatschappelijk nuttige wijze te betrekken bij en in te zetten voor sociale projecten. Dit sluit aan bij het ontmoetings- en activiteitenplan welke ontwikkeld wordt door de begeleidingsgroep zoals bedoeld in artikel 2 lid 6 van onderhavige overeenkomst;
12. Het COA draagt er zorg voor dat er iemand namens of van het COA 24 uur per dag, 7 dagen per week telefonisch bereikbaar is voor meldingen, vragen en zorgen van bewoners en omwonenden;
13. Het COA spant zich ervoor in zoveel als mogelijk vreemdelingen die een verblijfsstatus krijgen in, of rondom de gemeente Tubbergen te koppelen als vergunninghouder zoals bedoeld in de Kaderovereenkomst (bijlage A);
14. Het COA spant zich ervoor in eventuele overlast terug te brengen;
4 / 19
15. Op de opvanglocatie wordt een niet meer dan evenredig aantal vluchtelingen, dat wil zeggen vergelijkbaar met andere opvanglocaties in het land, uit spoor 21 van de IND opgevangen;
16. Het COA meldt calamiteiten die plaatsvinden in de opvanglocatie in eerste instantie aan de politie en ook aan de burgemeester. Wanneer er sprake is van calamiteiten buiten de opvanglocatie treden de gemeente en het COA daarover zo spoedig mogelijk met elkaar in overleg. Het COA en de burgemeester bekijken samen of, en welke maatregel toegepast kan worden, met inachtname van het maatregelenbeleid van het COA en de wettelijke bevoegdheden van de burgemeester.
Artikel 3 – Aantal vreemdelingen en capaciteitsplaatsen
1. In de opvanglocatie worden maximaal 150 vreemdelingen, waarvan tussen de 40 tot 50 vergunninghouders opgevangen.
2. Het COA draagt zorg voor een evenwichtige samenstelling van de vreemdelingen voor wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd en gezinssituatie. Waarbij de volgende doelgroepen uitgesloten zijn van opvang op de opvanglocatie:
a. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV)
b. Vreemdelingen met psychiatrische problematiek
c. Vreemdelingen met een vrijheid beperkende maatregel
3. Het COA verstrekt vanaf het moment dat de eerste bewoner in het azc Albergen aanwezig is op eigen initiatief per kwartaal, uiterlijk de 10e van de maanden januari, april, juli en oktober informatie aan het gemeentebestuur over het aantal vreemdelingen en over de in artikel 3 lid 1 en artikel 3 lid 2 bedoelde samenstelling van de vreemdelingen dat in de gevraagde periode in de opvanglocatie verblijft. In het kwartaaloverzicht wordt ook opgenomen:
a. het aantal incidenten op locatie en de afwikkeling daarvan door het COA;
b. personele capaciteit in relatie tot aanwezige bedbezetting uitgesplitst naar functies;
c. het aantal binnengekomen meldingen en klachten van bewoners van de opvanglocatie inclusief de wijze van opvolging en afwikkeling hiervan;
d. het aantal binnengekomen meldingen en klachten van omwonenden en bewoners van Albergen inclusief de wijze van opvolging en afwikkeling hiervan.
Artikel 4 - Duur van de bestuursovereenkomst
1. Deze bestuursovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van maximaal 10 jaar. De uiterlijke einddatum van het azc Albergen wordt vastgesteld op 1 november 2032;
2. Deze bestuursovereenkomst eindigt van rechtswege uiterlijk op 31 oktober 2032. Het COA verbindt zich ertoe om de opvang – onverminderd de overige afspraken over eventuele voortijdige beëindiging – uiterlijk op het moment van het verstrijken van de datum 31 oktober 2032 te staken en gestaakt te houden. Dat wil zeggen dat het COA zonder een nieuwe bestuursovereenkomst na 1 november 2032 geen vreemdelingen zal opvangen op onderhavige locatie;
1 De groep vreemdelingen uit spoor 2 betreft vreemdelingen wiens aanvraag in principe niet kansrijk is. Zij worden efficiënt en snel door de asielprocedure geleid zodat zij niet onnodig lang plekken bezet houden in de opvang. Dit betreft vreemdelingen uit ‘veilige landen’ en vreemdelingen die al een verblijfsstatus hebben in een ander land.
5 / 19
3. Het is op dat moment (zijnde na 31 oktober 2032) aan het dan zittende college, en de dan zittende gemeenteraad en het COA om te bezien of nieuwe afspraken gemaakt worden;
4. Ieder jaar, uiterlijk 1 september, wordt een evaluatie gehouden en opgesteld door het COA met de begeleidingsgroep en het gemeentebestuur over het functioneren van het azc Albergen. Evaluatiecriteria worden nader tussen COA en gemeentebestuur vastgelegd;
5. Uiterlijk 1 november 2027 worden de resultaten van de jaarlijkse evaluaties betrokken in een grotere tussentijdse evaluatie, door het COA opgesteld. Het COA betrekt hierbij de begeleidingsgroep en het gemeentebestuur. Deze evaluatie wordt eveneens besproken met de gemeenteraad. Criteria voor deze evaluatie worden nader tussen COA en gemeentebestuur vastgelegd;
6. Afhankelijk van de uitkomsten van de resultaten van de grote evaluatie zoals genoemd in artikel 4 lid 5 van onderhavige overeenkomst wordt de opvang op de locatie 5 jaar (per 1 november 2027) voortgezet en wordt bezien of aanvullende afspraken gemaakt moeten worden. Als de gemeenteraad in alle redelijkheid en objectiviteit in overleg met het COA op basis van de evaluatie geen heil ziet in voortgang, eindigt de opvang per 1 november 2027.
7. Het COA kan per aangetekende brief gericht aan het gemeentebestuur besluiten tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Het COA verbindt zich ertoe om de opvang te staken op het moment waartegen zij de overeenkomst heeft opgezegd en daarna gestaakt te houden. Het is het COA na opzegging van de overeenkomst niet toegestaan om vreemdelingen op te vangen in Albergen;
8. In de situatie dat zich ernstige ongeregeldheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid voordoen die verband houden met de aanwezige opvanglocatie, treedt de burgemeester in overleg met het COA om gezamenlijk te bezien of en hoe een oplossing kan worden bereikt.
Artikel 5 – Tussentijdse beëindiging
1. Het gemeentebestuur kan bij buitensporige en/of ernstige incidenten en/of ongeregeldheden met een structureel karakter op het gebied van openbare orde en veiligheid het COA, daar per aangetekende brief op aanspreken en verzoeken binnen een in onderling overleg te bepalen redelijke termijn en in samenspraak met betrokken partners, zoals politie, voor een passend plan te zorgen waarin ongeregeldheden worden aangepakt en voorkomen;
2. Voor de uitvoering van het plan van het COA als bedoeld in artikel 5 lid 1 van onderhavige overeenkomst en de betrokken partners komen het COA en het gemeentebestuur een in onderling overleg te bepalen redelijke termijn overeen;
3. In die situatie dat, ondanks de uit het plan (als bedoeld in artikel 5 lid 1 van onderhavige overeenkomst) getroffen maatregelen en de verstreken uitvoeringstermijn, het COA niet bij machte is de buitensporige en/of ernstige incidenten en/of ongeregeldheden met een structureel karakter te voorkomen en/of te beperken, kan het gemeentebestuur deze overeenkomst met een schriftelijke opzegging per aangetekende brief aan het COA tussentijds beëindigen;
4. Alvorens tot tussentijdse beëindiging over te gaan, zal het gemeentebestuur zich rekenschap geven tot de publieke belangen die het COA met de uitoefening van het wettelijke opvangtaak heeft te dienen;
6 / 19
5. In geval van tussentijdse opzegging, als bedoeld in artikel 5 lid 3 en artikel 5 lid 4 van onderhavige overeenkomst, zullen er vanaf het moment van de formele opzegging door het gemeentebestuur geen nieuwe vluchtelingen meer instromen en zal de opvanglocatie na uiterlijk 6 maanden zijn gesloten. Het COA treedt in het geval van tussentijdse opzegging aller eerst met het gemeentebestuur in overleg over de toekomst van het pand.
Artikel 6 - Financiën
1. De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid van het Faciliteitenbesluit, vangt aan op de datum van ingebruikname.
2. In de kaderovereenkomst (bijlage A) is een aanvullende bepaling omtrent de kostenvergoeding opgenomen: “een financiële regeling met het Rijk zodanig dat de gemeente Tubbergen en haar inwoners op geen enkele wijze financiële nadelen van deze opvang ondervindt” welke nader zijn uitwerkt in de uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst;
3. De uitvoering van de in artikel 6 lid 2 onderhavige overeenkomst genoemde regeling zal plaatsvinden door het COA. Dit houdt in dat het COA de betreffende facturen ontvangt, beoordeelt en betaalt.
Artikel 7 - Geschillenregeling
1. Een geschil is een geschil indien een der partijen dit stelt;
2. Eventuele geschillen in verband met de uitvoering van deze Bestuursovereenkomst worden in onderling overleg tot een oplossing gebracht, waarbij partijen niet tussentijds over het geschil met derden zullen communiceren;
3. Partijen zullen voorkomen dat er handelingen, maatregelen of besluiten worden genomen die de belangen van een of meerdere partijen schaden;
4. Indien partijen in onderling overleg niet tot een passende oplossing komen, wordt door het COA en het gemeentebestuur bekeken of via mediation het geschil kan worden opgelost;
5. Mochten partijen er alsdan niet uitkomen, kan het geschil worden voorgelegd aan de rechtbank Overijssel, locatie Almelo.
Artikel 8 - Aanvullende operationele werkafspraken
1. In aanvulling op de bijlagen D (toelichting bestuursovereenkomst) en E (verklaring datum ingebruikname opvanglocatie) moeten het gemeentebestuur en het COA, rekening houdend met elkaars bevoegdheden en verantwoordelijkheden, nadere werkafspraken maken. Deze werkafspraken worden door het COA en gemeentebestuur vastgelegd in een separaat document ‘Aanvullende operationele Werkafspraken’. Het betreft hier eventuele aanvullingen en uitwerkingen op de in de toelichting Bestuursovereenkomst genoemde informatie. Dit kunnen afspraken zijn op het terrein van de organisatie van en diensten op de opvanglocatie en omvatten ten minste afspraken over:
a. Huisregels
b. Bereikbaarheid openbaar vervoer
c. Straatverlichting
d. Parkeermogelijkheden
7 / 19
e. de rolverdeling tussen de locatiemanager van het COA en de locatieregisseur van de gemeente
f. de wijze waarop het COA eventuele overlast terugbrengt
Artikel 9 - Overige bepalingen
1. Bijlagen A (kaderovereenkomst), B (collegebesluit einddatum azc Albergen), C (uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst), D (toelichting bestuursovereenkomst) en E (verklaring datum ingebruikname opvanglocatie) behoren bij en geven een nadere toelichting en/of uitwerking van deze bestuursovereenkomst;
2. Indien de bestaande wet- en regelgeving op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en/of Openbare orde en veiligheid niet afdoende blijkt te zijn en hierdoor een knelpunt op dat onderdeel ontstaat, dan zullen het COA en het gemeentebestuur zich gezamenlijk inspannen dit knelpunt aan te kaarten bij het verantwoordelijke Ministerie;
3. In geval van een wijziging van wet- of regelgeving die gevolgen heeft voor deze overeenkomst, treden partijen met elkaar in overleg over hoe deze gevolgen het beste kunnen worden opgevangen;
4. Wijzigingen van deze overeenkomst zullen, na uitdrukkelijke overeenstemming hierover tussen partijen, schriftelijk worden vastgelegd en als addendum aan deze overeenkomst worden gehecht;
5. In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet of in geval van geschillen, de uitleg en/of de uitvoering ervan, zullen partijen een maximale inspanning verrichten om deze geschillen in onderling overleg op te lossen.
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Tubbergen Den Haag
[ datum ] [ datum ]
gemeente Tubbergen Centraal Orgaan opvang asielzoekers
de heer X.X. Xxxxxx de xxxx X. Xxxxxxxxx
Burgemeester Xxx van bestuur COA
BIJLAGEN:
Bijlage A: Kaderovereenkomst
Bijlage B: Collegebesluit einddatum azc Albergen (zaak 503668) Bijlage C: Uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst Bijlage D: Toelichting bestuursovereenkomst
Bijlage E: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie
8 / 19
Bijlage A: Kaderovereenkomst
9 / 19
10 / 19
11 / 19
Bijlage B: Collegebesluit einddatum azc Albergen (zaak 503668)
12 / 19
13 / 19
Bijlage C: Uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst
Separaat document ‘uitwerking financiële regeling kaderovereenkomst’.
14 / 19
Bijlage D: Toelichting Bestuursovereenkomst I - Doel Bestuursovereenkomst
Inleiding
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zorgt er voor – op grond van de Wet COA - dat vreemdelingen in een kwetsbare positie in een veilige en leefbare omgeving professioneel worden opgevangen en begeleid in een opvanglocatie. Het COA opent pas een opvanglocatie nadat de gemeente daarmee heeft ingestemd. In de bestuursovereenkomst staan afspraken tussen de gemeente en het COA over de vestiging en ingebruikname van een opvanglocatie.
Het COA dient over de benodigde vergunningen te beschikken voordat een opvanglocatie in gebruik wordt genomen. De gemeente is door het ondertekenen van de bestuursovereenkomst niet gebonden deze vergunningen te verlenen, maar partijen komen overeen dat de gemeente zich zal inspannen voor een zorgvuldige en voortvarende vergunningverlening.
Het doel van de bestuursovereenkomst is:
1.1 Afspraken vastleggen over de vestiging van een opvanglocatie in de gemeente.
1.2 Inzichtelijk maken van elkaars wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden op de beleidsterreinen Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid, in relatie tot de opvanglocatie.
1.1 Afspraken vastleggen over de vestiging van een opvanglocatie
In de bestuursovereenkomst zijn afspraken opgenomen die nodig zijn voor het in gebruik nemen van de opvanglocatie. Daarbij valt te denken aan afspraken over welke locatie, of het een Opvangcentrum of Noodopvang betreft, het aantal bewoners, duur en welke wettelijke financiële uitkeringen beschikbaar worden gesteld (Faciliteitenbesluit).
Meer informatie over de praktische en financiële aspecten die de komst van een opvanglocatie met zich mee brengen, zoals communicatie, veiligheid, leefbaarheid, terugkeer en vertrek, bedrijfsvoering van het COA en ook over de uitkeringen en berekensystematiek van het Faciliteitenbesluit staan op de website van het COA xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxx-xxx-xx-xxxxxxxx
De gemeente heeft met het document ‘Aanvullende Werkafspraken’ de mogelijkheid om met het COA aanvullende werkafspraken te maken. Het betreft eventuele aanvullingen en uitwerkingen op de in deze overeenkomst genoemde informatie. Dit gebeurt onder erkenning van elkaars bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Aantal vreemdelingen en capaciteitsplaatsen
Voor het COA is het van belang om de bezetting in een opvanglocatie optimaal te kunnen gebruiken. Daarom worden in de Bestuursovereenkomst zowel het aantal vreemdelingen als het aantal capaciteitsplaatsen benoemd. Om het maximum aantal vreemdelingen te kunnen onderbrengen in de opvanglocatie, is het noodzakelijk om meer capaciteitsplaatsen beschikbaar te hebben. Zo kan het voorkomen dat een gezin bestaande uit vier personen in een wooneenheid met capaciteit voor vijf personen wordt
15 / 19
geplaatst. De vijfde capaciteitsplaats blijft daardoor vacant. Daarom zijn meer capaciteitsplaatsen nodig dan het maximum aantal op te vangen vreemdelingen. Niet elke capaciteitsplaats zal in de praktijk bezet worden.
Voor het COA is de instroom leidend bij het plaatsen van vreemdelingen in opvanglocaties. Het COA maakt geen onderscheid naar nationaliteit, leeftijd, religie, seksuele geaardheid, achtergrond, etc..
Faciliteitenbesluit
Indien in een gemeente een opvangcentrum is gevestigd heeft de gemeente recht op uitkeringen volgens het Faciliteitenbesluit. Aan de gemeente wordt jaarlijks door het COA een uitkering verstrekt op basis van het aantal door asielzoekers permanent te bezetten capaciteitsplaatsen verminderd met het aantal op 1 januari van het uitkeringsjaar in de basisregistratie personen ingeschreven bewoners van het opvangcentrum.
Het Faciliteitenbesluit maakt voor de bekostiging onderscheid tussen artikel 3 en 4 (Opvangcentrum) en artikel 5 (Noodopvang). Onder Opvangcentrum vallen verschillende typen locaties zoals azc (asielzoekerscentrum), col (Centrale Ontvangstlocatie), pol (Proces opvanglocatie), HTL (Handhaving en Toezichtlocatie) en GL (Gezinslocatie).
Onder Noodopvang vallen Noodopvang en Aanvullende Opvang (AVO).
De soort opvanglocatie (Opvangcentrum of Noodopvang) wordt vastgelegd in artikel 1 lid c van de Bestuursovereenkomst.
1.2 Onderwijs, Gezondheidszorg en Openbare orde en veiligheid
Op bovengenoemde beleidsterreinen ligt de directe verantwoordelijkheid bij meerdere partijen. Dit is belangrijk om te constateren en te realiseren voor de komst van de opvanglocatie. Uitgangspunt is dat de voor de opvang van vreemdelingen benodigde voorzieningen en de te nemen maatregelen afdoende zijn geregeld in de bestaande wet- en regelgeving. Indien de regelgeving op een bepaald onderdeel niet afdoende blijkt te zijn en hierdoor een knelpunt kan ontstaan, dan zullen het COA en de gemeente zich gezamenlijk inspannen dit aan te kaarten bij het verantwoordelijke Ministerie.
Onderwijs
In de Nederlandse leerplichtwet is opgenomen dat alle kinderen in de leerplichtige leeftijd naar school moeten. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en inrichting van de onderwijsvoorzieningen en handhaving van de leerplicht. De leerplicht geldt dus ook voor kinderen in de opvanglocatie. Vanaf het moment dat deze kinderen staan ingeschreven in de BRP heeft de gemeente de wettelijke taak de leerplicht van deze kinderen te handhaven.
Op grond van artikel 5a van het Faciliteitenbesluit kan de gemeente aanspraak maken op een uitkering verstrekt door het COA voor huisvesting van het basisonderwijs voor kinderen van de opvanglocatie.
16 / 19
Meer informatie over het organiseren van onderwijs aan asielzoekerskinderen staat op xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxx-xxxxxxxx.
Gezondheidszorg
Net als iedereen kunnen asielzoekers naar de huisarts, een verloskundige of het ziekenhuis. COA-medewerkers informeren asielzoekers over de Nederlandse gezondheidszorg en begeleiden minder zelfredzame bewoners bij hun gang naar de zorg. Op elk azc houdt een huisarts spreekuur. Met vragen over hun gezondheid kunnen de bewoners van een azc 24/7 bellen met een medisch contactcentrum.
GGD
Net als voor alle andere inwoners van Nederland is de GGD verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg voor asielzoekers. Deze zorg omvat onder meer infectieziektepreventie en -bestrijding, gezondheidsvoorlichting en jeugdgezondheidszorg (JGZ). Ook voert de GGD bij aankomst in Nederland de verplichte controle op tuberculose uit, voor asielzoekers uit landen waar tbc veel voorkomt.
Meer informatie over gezondheidszorg staat op xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxx-xxxx- aan-asielzoekers en xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxxx-xxx-xxxxxxxx-xxxx
Jeugdhulp
Sinds 1 januari 2019 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp aan kinderen die in een opvanglocatie wonen en aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Gemeenten krijgen hiervoor een vergoeding op basis van het aantal kinderen in de Opvanglocatie.
Meer informatie over jeugdhulp staat op de website van de VNG xxxxx://xxx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
Openbare orde en veiligheid
De burgemeester is op grond van de Gemeentewet verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. De burgemeester en officier van justitie maken op grond van artikel 13 van de Politiewet in het driehoeksoverleg afspraken over de inzet van politie in de gemeente.
Het handhaven van de veiligheid binnen de opvanglocatie valt onder de verantwoordelijkheid van het COA. Indien incidenten binnen de opvanglocaties gevolgen kunnen hebben voor de openbare orde wordt door het COA in eerste instantie de politie geïnformeerd en indien nodig de burgemeester.
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden, heeft het COA huisregels die asielzoekers in alle azc's moeten naleven. Laten zij hun medebewoners of COA- medewerkers niet in hun waarde of overtreden ze op een andere manier de huisregels? Dan treft het COA maatregelen. Strafbare feiten meldt het COA altijd bij de politie.
Samen met de partners uit de bestuursrecht- en strafrechtketen treft het COA maatregelen tegen overlastgevers.
17 / 19
Uitgebreide informatie over veiligheid op een opvangcentrum staat op: xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxxxx-xx-xxxx-xxxx en xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxxx-xx- maatregelen.
18 / 19
Bijlage E: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie
(wordt door het COA verzonden zodra de opvanglocatie voor bewoning in gebruik is genomen)
College van burgemeester en wethouders van de gemeente [ naam ] Ten aanzien van de Burgemeester, [ naam ]
Postbus [ Postbus Nummer ]
Postcode
[ datum ]
[ kenmerk ]
Onderwerp: Verklaring datum ingebruikname opvanglocatie [ plaats opvanglocatie ]
Geacht College,
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wil het college bedanken voor alle gezamenlijke inspanningen om te komen tot het realiseren van een opvanglocatie in [naam gemeente]. Samen met u geven we invulling aan een maatschappelijk vraagstuk; het bieden van opvang en begeleiding aan asielzoekers in Nederland.
Met deze verklaring willen wij u informeren dat de opvanglocatie [plaats opvanglocatie] op [datum en jaar] voor de opvang en begeleiding van asielzoekers in gebruik wordt genomen. Dit is overeenkomstig artikel 4 van de bestuursovereenkomst.
Wij vertrouwen op een goede samenwerking met uw gemeente, met omwonenden en andere betrokken organisaties. Mocht u vragen hebben over de verklaring of over de opvanglocatie dan kunt u contact opnemen met [naam regiomanager / locatiemanager en e-mailadres].
Met vriendelijke groet, Den Haag,
Centraal Orgaan opvang asielzoekers
X. xxx xxx Xxxx
Unitmanager Vastgoed en Facilitair
19 / 19