VAN DOORNE N.V.
SL/AM/60016786
VAN DOORNE N.V.
AKTE VAN OPRICHTING
COOPERATIEVE VERENIGING NDOV-DOVA U.A.
Xxxxx, [●] tweeduizend achttien, verschijnt voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Amsterdam:
[medewerker Xxx Xxxxxx]
te dezen handelend, blijkens de drie aan deze akte te hechten schriftelijke volmachten (Bijlagen), als gevolmachtigde van:
1. [xx]
2. [xx]]
hierna gezamenlijk te noemen: de "Oprichters".
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart bij dezen namens de Oprichters een coöperatieve vereniging met uitsluiting van aansprakelijkheid op te richten en daarvoor vast te stellen de navolgende:
STATUTEN BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1
1. In deze statuten wordt verstaan onder:
a. algemene ledenvergadering: het orgaan dat wordt gevormd door de leden van de coöperatie;
b. bestuur: het orgaan dat belast is met het besturen van de coöperatie;
c. bestuurder: een bestuurder van de coöperatie;
d. coöperatie: de vereniging in coöperatief verband met uitgesloten aansprakelijkheid: Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA U.A., statutair gevestigd te Utrecht, waarvan de statuten zijn neergelegd in deze akte;
e. ledenovereenkomst: de in het kader van de werkzaamheden van de coöperatie te sluiten overeenkomst tussen een lid en de coöperatie, in welke overeenkomst over en weer de rechten en verplichtingen van het lid respectievelijk de coöperatie zijn opgenomen. De ledenovereenkomst vormt een onlosmakelijk onderdeel van de relatie tussen het lid en de coöperatie;
f. ledenvergadering: de bijeenkomst (vergadering) van de algemene ledenvergadering;
g. lidmaatschap: de hoedanigheid of het zijn van lid, inclusief alle rechten en plichten daaraan verbonden;
h. schriftelijk: per post, per e-mail of via enig ander elektronisch communicatiemiddel, waarmee het mogelijk is een bericht te verzenden dat leesbaar en reproduceerbaar is, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld.
2. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm van dit begrip of woord in en omgekeerd.
3. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar het mannelijke geslacht een verwijzing naar het vrouwelijke geslacht in en omgekeerd.
NAAM
Artikel 2
1. De coöperatie draagt de naam: Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA U.A.
2. De coöperatie heeft haar zetel in de gemeente Utrecht.
DOEL
Artikel 3
1. De coöperatie heeft ten doel het faciliteren en ondersteunen van de leden bij collectieve vraagstukken op het gebied van de exploitatie, infrastructuur en services voor reizigers, zoals informatievoorziening over het openbaar vervoer en andere vormen van collectief vervoer of individueel vervoer, om zo in de stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten met hen te sluiten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of dat één of meer van haar dochtervennootschappen/deelnemingen uitoefent of doet uitoefenen. Uiteindelijk doel is te komen tot een beter mobiliteitsbeleid van de leden en het realiseren van een doeltreffend en efficiënt vervoer voor de reiziger.
2. De coöperatie tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het organiseren en faciliteren van zaken als kennisontwikkeling en –borging en ondersteuning bij de voorbereiding en uitvoering van besluitvorming van de leden;
b. het ten behoeve van de leden verzamelen, borgen van de levering, beheren, standaardiseren, monitoren, verbeteren, integreren en ter beschikking stellen van nationale data en informatie op het gebied van (openbaar) vervoer en andere vormen van collectief vervoer of individueel vervoer;
c. het volgen en interpreteren van nationale en decentrale ontwikkelingen op het gebied van (openbaar) vervoer en andere vormen van collectief vervoer of individueel vervoer;
d. het organiseren van onderling overleg tussen de leden en het inrichten en ontplooien van gemeenschappelijke activiteiten, waaronder begrepen het voorbereiden van overleg en besluitvorming met overheden, vervoersbedrijven, mobiliteitsproviders en consumenten;
e. het delen en bundelen van kennis en het (doen) aanbieden van producten en diensten die door de leden kunnen worden afgenomen, en
f. alle overige wettige middelen die met het vorenstaande verband houden in de ruimste zin van het woord en die ter bevordering van de doelstelling van de coöperatie als opgenomen in lid 1 dienstig kunnen zijn.
3. De coöperatie kan overeenkomsten die zij met haar leden sluit in het kader van haar
doelstelling, ook met anderen aangaan, maar niet in een zodanige mate dat de overeenkomsten met de leden slechts van ondergeschikte betekenis zijn of de belangen van de leden worden geschaad. Het aangaan van voornoemde overeenkomsten met anderen dan met (een van) de leden, behoeft de voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering.
ORGANISATIE
Artikel 4
1. De coöperatie kent als organen:
a. de algemene ledenvergadering;
b. het bestuur.
2. Binnen de coöperatie kunnen stuurgroepen en commissies worden ingesteld.
LEDENOVEREENKOMSTEN
Artikel 5
1. De met ieder van de leden te sluiten ledenovereenkomst als bedoeld in artikel 53 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt vastgesteld door het bestuur. De ledenovereenkomst beschrijft in aanvulling op de wet en deze statuten de tussen de leden en de coöperatie over en weer geldende rechten en verplichtingen van de leden respectievelijk de coöperatie. Het bestuur is voorts met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel bevoegd schriftelijk wijzigingen in een ledenovereenkomst aan te brengen, mits deze wijziging geen afbreuk doet aan de aard en doel van de coöperatie. Een besluit tot aanpassing van de ledenovereenkomst behoeft de voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering.
2. Op een wijziging van een ledenovereenkomst kan de coöperatie zich tegenover een lid slechts beroepen indien het lid met die wijziging akkoord is gegaan of indien de coöperatie zich in de ledenovereenkomst overeenkomstig artikel 59 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op duidelijke wijze een eenzijdige wijzigingsbevoegdheid heeft voorbehouden.
LEDEN; TOELATING EN OVERDRACHT
Artikel 6
1. Leden kunnen uitsluitend zijn publiekrechtelijke rechtspersonen.
2. Het lidmaatschap wordt schriftelijk aangevraagd bij het bestuur.
3. Het bestuur besluit over de toelating van een lid. Bij niet toelating als lid is de algemene ledenvergadering bevoegd alsnog tot toelating te besluiten.
4. Het bestuur is bevoegd om, indien het belang van de coöperatie dit vereist, aan de toelating als lid voorwaarden te verbinden, tot naleving waarvan het lid zich schriftelijk moet verbinden voor de toelating.
5. Het lidmaatschap van de coöperatie is persoonlijk (verbonden aan de publiekrechtelijke rechtspersoon die lid is) en kan niet worden overgedragen.
6. Het bestuur houdt een register van de leden bij en vermeldt daarin de relevante gegevens van de leden.
LEDEN; EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP EN SCHORSING
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door opzegging door het lid;
b. door opzegging door de coöperatie; en
c. door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar. Opzegging geschiedt schriftelijk aan het bestuur met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste één jaar. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerste daarop volgende boekjaar. Het bestuur kan, in overleg met het betreffende lid, een andere datum van beëindiging van het lidmaatschap bepalen.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan plaatsvinden met onmiddellijke ingang:
a. binnen vier weken nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, aan een lid bekend is geworden of medegedeeld, tenzij het betreft een wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen;
b. binnen vier weken nadat aan een lid een besluit is medegedeeld tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm, tot juridische fusie of tot juridische splitsing;
c. de coöperatie failliet wordt verklaard of aan de coöperatie surseance van betaling wordt verleend;
d. de coöperatie wordt ontbonden.
4. Opzegging van het lidmaatschap namens de coöperatie geschiedt door het bestuur, na een daartoe genomen besluit van het bestuur, na voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering. Opzegging als hiervoor bedoeld kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar. Opzegging geschiedt schriftelijk aan het lid met opgave van reden(en) en met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar, indien:
a. een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen ten opzichte van de coöperatie heeft voldaan; of
b. een lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op dat moment door de statuten aan het lidmaatschap worden gesteld.
Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
5. Opzegging van het lidmaatschap namens de coöperatie door het bestuur als hiervoor bedoeld kan plaatsvinden met onmiddellijke ingang, indien:
a. een lid heeft opgehouden te voldoen aan de voorwaarden die op dat moment worden gesteld door de ledenovereenkomst die tussen de coöperatie en het lid is gesloten, nadat het lid schriftelijk op het gebrek is gewezen en is verzocht
alsnog aan de vereisten te voldoen en niet binnen zes maanden alsnog aan deze vereisten voldoet;
b. de ledenovereenkomst tussen een lid en de coöperatie is beëindigd;
c. het lid failliet wordt verklaard of aan het lid surseance van betaling wordt verleend;
d. het lid niet langer voldoet aan de vereisten gesteld in artikel 6 lid 1;
e. redelijkerwijs van de coöperatie niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken op één van de in de wet genoemde gronden. Ontzetting geschiedt door het bestuur, na voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering. Het bestuur stelt het lid zo spoedig mogelijk schriftelijk van het besluit in kennis, met opgave van de redenen.
Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, doch dient het lid voor het overige te voldoen aan alle verplichtingen voortvloeiend uit deze statuten, reglementen, besluiten van de coöperatie en/of overeenkomsten met de coöperatie, tenzij schriftelijk door het bestuur anders wordt bepaald.
7. Het bestuur kan een lid, dat handelt of nalaat in strijd met deze statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt, schorsen. Indien een lid is geschorst, dient de algemene ledenvergadering binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten tot ontzetting van het lid dan wel tot opheffing of handhaving van de schorsing. Bij gebreke van een besluit als bedoeld in de vorige zin vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie maanden, ingaande op de dag waarop de algemene ledenvergadering het besluit tot handhaving heeft genomen.
Een geschorst lid heeft toegang tot de ledenvergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en is bevoegd daar over het woord te voeren.
8. In geval van beëindiging van het lidmaatschap van een lid, om welke reden ook, is het lid gehouden met de coöperatie een regeling te treffen voor de financiële gevolgen (uittredingsregeling).
9. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor dat boekjaar – indien deze voor dat boekjaar op grond van het bepaalde in artikel 8 lid 3 is vastgesteld - voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders beslist.
LEDEN; VERPLICHTINGEN; UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 8
1. De coöperatie kan ten behoeve van haar leden rechten bedingen binnen het kader en het doel van de coöperatie. De coöperatie kan niet ten laste van de leden verplichtingen aangaan, dan na voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering, voor zover de betreffende verplichtingen niet zijn voorzien in de
reeds vastgestelde – en door de algemene ledenvergadering goedgekeurde - jaarbegroting.
2. De leden hebben in ieder geval de navolgende verplichtingen:
a. de leden zijn verplicht een ledenovereenkomst met de coöperatie aan te gaan;
b. de leden houden zich aan de bepalingen van deze statuten, reglementen en richtlijnen van de coöperatie, als ook aan besluiten die op grond van deze statuten, reglementen en richtlijnen zijn en worden genomen.
3. Op voorstel van het bestuur kan bij besluit van de algemene ledenvergadering de verplichting worden opgelegd aan de leden om een jaarlijkse bijdrage aan de coöperatie te betalen.
4. Alle verplichtingen van de leden of voormalige leden van de coöperatie om bij te dragen zijn uitgesloten indien zich een tekort voordoet bij ontbinding van de coöperatie.
5. De coöperatie zal in al haar correspondentie, documenten, aankondigingen en publicaties waarin haar officiële naam wordt genoemd, de letters "U.A." vermelden als onderdeel van de officiële naam.
BESTUUR; SAMENSTELLING EN BENOEMING; SCHORSING EN ONTSLAG, ONTSTENTENIS EN BELET
Artikel 9
1. De coöperatie wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit ten minste één natuurlijk persoon. Het aantal bestuurders wordt door de algemene ledenvergadering bepaald. Ook niet-leden kunnen tot bestuurder worden benoemd.
2. Indien en voor zover het bestuur uit één statutair bestuurder bestaat, wordt door de algemene ledenvergadering een titulair bestuurder benoemd. Deze persoon is geen statutair bestuurder, doch voert tezamen met de statutair bestuurder het dagelijks bestuur over de coöperatie. Het bepaalde in dit artikel is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de titulair bestuurder.
3. De bestuurders worden benoemd door de algemene ledenvergadering. Benoeming kan plaatsvinden op basis van een door de algemene ledenvergadering vastgestelde en vooraf openbaar gemaakte profielschets.
4. De bestuurders worden benoemd voor een door de algemene ledenvergadering te bepalen periode van maximaal vier jaar, tenzij de algemene ledenvergadering anders bepaald. De bestuurders kunnen onbeperkt worden herbenoemd, steeds voor een periode van maximaal vier jaar, te bepalen door de algemene ledenvergadering. Indien en voor zover de bestuurders tevens arbeidsrechtelijk in dienst zijn van de coöperatie dan wel werkzaam zijn voor de coöperatie op basis van een overeenkomst van opdracht, stelt de algemene ledenvergadering het salaris en de arbeidsvoorwaarden casu quo opdrachtvoorwaarden van de bestuurders vast.
De bestuurders ontvangen in hun hoedanigheid van statutair bestuurder van de coöperatie geen bezoldiging, middellijk noch onmiddellijk. Wel kunnen de bestuurders alsdan een onkostenvergoeding ontvangen. De hoogte daarvan wordt bepaald door de algemene ledenvergadering.
5. De algemene ledenvergadering kan onder opgave van redenen besluiten een bestuurder te schorsen of te ontslaan:
a. indien hij niet naar behoren functioneert;
b. in alle gevallen wegens gedragingen waardoor de goede naam of belangen van de coöperatie worden geschaad.
6. Indien een bestuurder is geschorst, dient de algemene ledenvergadering binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten tot ontslag van die bestuurder dan wel tot opheffing of handhaving van de schorsing. Bij gebreke van een besluit als bedoeld in de vorige zin vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie maanden, ingaande op de dag waarop de algemene ledenvergadering het besluit tot handhaving heeft genomen.
7. De bestuurder die is geschorst, wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene ledenvergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan. Een besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat de bestuurder vooraf de gelegenheid is geboden om te worden gehoord.
8. Een bestuurder defungeert voorts:
a. door zijn vrijwillig aftreden;
b. door het eindigen van zijn arbeidsovereenkomst dan wel overeenkomst van opdracht met de coöperatie;
c. doordat hij failliet wordt verklaard of aan hem surseance van betaling wordt verleend dan wel de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen - al dan niet voorlopig - op hem van toepassing wordt verklaard;
d. indien titel 16, titel 19 en/of titel 20 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek op hem van toepassing wordt;
e. door zijn ontslag door de rechtbank; of
f. door zijn overlijden.
9. Xxxxxxx van een vacature, ontstentenis of belet van een bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij de andere bestuurder(s). Ingeval van ontstentenis of belet van de enig bestuurder of van alle bestuurders, wordt het bestuur waargenomen door een of meer door de algemene ledenvergadering aan te wijzen personen, onverminderd de bevoegdheid van de algemene ledenvergadering één of meer personen voor bepaalde tijd als waarnemend bestuur(der) te benoemen.
BESTUUR; TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 10
1. Het bestuur is belast met het besturen van de coöperatie, behoudens beperkingen volgens de wet en deze statuten.
2. Bij de vervulling van zijn taken en bevoegdheden richt het bestuur zich naar het doel en het belang van de coöperatie.
3. Het bestuur kan met behoud van eindverantwoordelijkheid voor het gehele bestuur, een portefeuilleverdeling vaststellen. Indien en zover sprake is van een titulair bestuurder als bedoeld in artikel 9 lid 2, leggen de bestuurders hun werkwijze en hun
nadere taakverdeling vast in een directiereglement.
4. Het bestuur verschaft de algemene ledenvergadering en de afzonderlijke leden tijdig de gegevens die noodzakelijk zijn voor een goede taakuitoefening en informeert daartoe de algemene ledenvergadering en de afzonderlijke leden periodiek over de gang van zaken binnen de coöperatie. Daarbij besteedt het bestuur bijzondere aandacht aan de risico's verbonden aan de activiteiten van de coöperatie en de al dan niet hiermee verbonden rechtspersonen.
5. Het bestuur informeert voorts de leden over de agenda-onderwerpen en voorgenomen besluiten van het bestuur voor een bestuursvergadering, op basis van de agenda van de betreffende bestuursvergadering en/of een actie-of besluitenlijst, uiterlijk één week voor de datum van de betreffende bestuursvergadering. Ieder lid heeft alsdan de bevoegdheid om binnen drie dagen na ontvangst van vorenbedoelde agenda- onderwerpen en/of besluitenlijst een onderwerp of voorgenomen besluit aan voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering te onderwerpen omdat het betreffende onderwerp of voorgenomen besluit betrekking hebben op (aanpassing van de) strategische doelstellingen en/of als een belangrijke beslissing voor de coöperatie, als bedoeld in lid 9 van dit artikel en artikel 14 lid 5. Het bestuur is alsdan gehouden een algemene ledenvergadering te organiseren ten behoeve van de aanvraag van de bedoelde voorafgaande goedkeuring. Het betreffende agenda- onderwerp of voorgenomen besluit wordt niet in de bestuursvergadering behandeld tot de algemene ledenvergadering de bedoelde voorafgaande goedkeuring heeft verleend. Van vorenstaande procedure kan door het bestuur slechts worden afgeweken indien de spoedeisendheid van het betreffende onderwerp of voorgenomen besluit dit vereist, in het belang van de coöperatie. Dit dient alsdan schriftelijk en gemotiveerd aan de leden te worden meegedeeld. In een volgende algemene ledenvergadering legt het bestuur vervolgens verantwoording af aan de leden over het betreffende genomen besluit. .
6. Het bestuur dient zich te gedragen naar de aanwijzingen van de algemene ledenvergadering, zoals bedoeld in artikel 13 lid 3.
7. Het bestuur is na goedkeuring van de algemene ledenvergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Op het ontbreken van de in dit lid bedoelde goedkeuring kan jegens derden een beroep worden gedaan.
8. Goedkeuring van de algemene ledenvergadering is voorts vereist voor bestuursbesluiten tot:
a. het vaststellen en wijzigen van het meerjarenbeleidsplan en de meerjarenbegroting, met inachtneming van het bepaalde in artikel 16 lid 2;
b. het vaststellen en wijzigen van het jaarplan, inclusief de jaarbegroting;
c. de vaststelling van het bestuursverslag;
d. het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in artikel 3 lid 34 met anderen
dan leden;
e. het opzeggen van het lidmaatschap namens de coöperatie van een lid, dan wel het ontzetten van een lid uit het lidmaatschap, als bedoeld in artikel 7;
f. het ontplooien, ontwikkelen en/of starten van nieuwe activiteiten door de coöperatie;
g. het vaststellen en wijzigen van een ledenovereenkomst, en het vaststellen van de voorwaarden van een uittredingsregeling als bedoeld in artikel 7 lid 8;
h. het aangaan van (financiële) verplichtingen en het doen van bestedingen en investeringen die niet zijn voorzien in de goedgekeurde begroting;
i. het aangaan, wijzigen en verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon of organisatie indien die samenwerking van ingrijpende betekenis is voor de coöperatie;
j. het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van een deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon en het oprichten van een andere rechtspersoon, alsmede de vaststelling en wijziging van diens statuten voor zover het Bestuur daartoe bevoegd is en het betreffende besluit van ingrijpende betekenis is voor de coöperatie;
k. het teweegbrengen van een belangrijke wijziging in de organisatie en/of het nemen van andere besluiten die invloed hebben op en/of aanpassing inhouden van de strategische koers van de coöperatie; en
l. het aanvragen van faillissement en surseance van betaling.
9. Voorts zijn aan goedkeuring van de algemene ledenvergadering onderworpen die besluiten van het bestuur die op grond van het bepaalde in lid 5 van dit artikel of artikel 14 lid 5 van deze statuten, door één of meer leden worden gekwalificeerd als besluiten die betrekking hebben op (aanpassing van de) strategische doelstellingen en/of als een belangrijke beslissing voor de coöperatie. Dit wordt alsdan schriftelijk aan het bestuur medegedeeld.
10. Onverminderd het vorenstaande, is de algemene ledenvergadering bevoegd ook andere besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring te onderwerpen. Deze andere besluiten worden schriftelijk vastgelegd en aan het bestuur medegedeeld.
BESTUUR; VERGADERING EN BESLUITVORMING
Artikel 11
1. Besluiten van het bestuur worden schriftelijk vastgelegd.
2. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder recht op het uitbrengen van één stem. Voor zover de wet of deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten genomen met een volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Indien en voor zover sprake is van een titulair bestuurder als bedoeld in artikel 9 lid 2, heeft deze persoon het recht het woord te voeren en advies uit te brengen.
In geval de stemmen staken, wordt het voorstel op de agenda geplaatst van een volgende vergadering van het bestuur. Indien in die tweede vergadering de stemmen opnieuw staken ten aanzien van het voorstel, komt geen besluit tot stand.
3. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen indien alle bestuurders ter vergadering aanwezig of conform het bepaalde in lid 5 vertegenwoordigd zijn.
4. Het bestuur kan telefonisch, per videoconference of door middel van een ander communicatiemiddel vergaderen, mits alle bestuurders die aan zodanige vergadering deelnemen elkaar kunnen verstaan. Een bestuurder kan telefonisch, per videoconference of door middel van een ander communicatiemiddel aan een vergadering van het bestuur deelnemen, mits die bestuurder steeds alle andere aan die vergadering deelnemende bestuurders kan verstaan en door die andere bestuurders wordt verstaan.
5. Iedere bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een bestuurder kan voor ten hoogste één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden.
6. Besluiten van het bestuur kunnen ook buiten vergadering tot stand komen, mits dit schriftelijk geschiedt en alle bestuurders zich voor het desbetreffende voorstel uitspreken en dan nadat de overige voorgeschreven procedures, in het bijzonder het bepaalde in artikel 10 lid 5 en/of artikel 10 lid 8, zijn doorlopen.
7. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de coöperatie en de daaraan verbonden onderneming. Het besluit wordt genomen door de overige bestuurder(s). Het niet deelnemen aan de beraadslaging en het niet uitbrengen van een stem als direct gevolg van het bepaalde in de voorgaande volzin, betekent dat die niet-deelneming en niet-uitbrenging van een stem niet mee wordt geteld ter bepaling of enig in deze statuten opgenomen quorumvereiste voor beraadslaging en/of besluitvorming is behaald en tast de rechtsgeldigheid van besluiten derhalve niet aan. Wanneer als gevolg van vorenstaande geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene ledenvergadering.
8. De overige regeling van de werkwijze en besluitvorming van het bestuur kan bij reglement geschieden dat wordt vastgesteld door het bestuur.
BESTUUR; VERTEGENWOORDIGING
Artikel 12
1. De coöperatie wordt, voor zover uit de wet en deze statuten niet anders voortvloeit, vertegenwoordigd door het bestuur dan wel door iedere bestuurder afzonderlijk.
2. Krachtens besluit van het bestuur kan de coöperatie aan andere personen een al dan niet doorlopende (beperkte) volmacht verlenen om de coöperatie te vertegenwoordigen. De gevolmachtigde vertegenwoordigt de coöperatie met inachtneming van de grenzen van zijn volmacht. De volmacht wordt schriftelijk vastgelegd.
ALGEMENE LEDENVERGADERING; BEVOEGDHEDEN
Artikel 13
1. Alle bevoegdheden ten aanzien van de coöperatie die niet wettelijk of bij deze statuten aan het bestuur zijn verleend komen toe aan de algemene ledenvergadering.
2. De algemene ledenvergadering heeft tot taak toezicht te houden op de algemene gang van zaken in de coöperatie en aldus beslissende invloed uit te oefenen op de strategische doelstellingen en belangrijke beslissingen van de coöperatie. De algemene ledenvergadering kan het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. De algemene ledenvergadering is vrij in de wijze waarop zij zich laat informeren over de gang van zaken binnen de coöperatie. Hiertoe kan een informatieprotocol worden opgesteld.
3. De algemene ledenvergadering is, mits schriftelijk onderbouwd, bevoegd het bestuur (een) aanwijzing(en) te geven. Het bestuur is gehouden de aanwijzing(en) op te volgen, tenzij het bestuur oordeelt dat opvolging in strijd is met het belang van de coöperatie en haar werkzaamheden.
LEDENVERGADERINGEN; BIJEENROEPING
Artikel 14
1. Jaarlijks worden ten minste twee ledenvergaderingen gehouden, één ledenvergadering ter behandeling en vaststelling van de jaarrekening en één ledenvergadering ter behandeling en goedkeuring van het jaarplan en de jaarbegroting. De eerste ledenvergadering wordt gehouden binnen zes maanden na het einde van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn conform het bepaalde in artikel 17 lid 2. De tweede ledenvergadering wordt gehouden in het vierde kwartaal van een kalenderjaar.
2. Overige ledenvergaderingen worden door het bestuur bijeengeroepen zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt of daartoe volgens de wet of deze statuten verplicht is.
3. Op schriftelijk verzoek van een lid, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, zijn de verzoekers bevoegd zelf tot de bijeenroeping over te gaan op de wijze waarop het bestuur een ledenvergadering bijeenroept.
4. Het bijeenroepen van de ledenvergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan de leden op een termijn van ten minste twee weken. De bijeenroeping vermeldt de plaats, het tijdstip van de vergadering en de in de vergadering te behandelen onderwerpen (agenda).
5. Ieder lid is bevoegd om, in aanvulling op de onderwerpen reeds gemeld in de oproeping, onderwerpen aan te dragen voor de agenda van de ledenvergadering, door daartoe een verzoek in te dienen bij het bestuur, met onderbouwing en – waar mogelijk – achterliggende documenten, mits dit geschiedt binnen drie dagen na verzending van de oproeping als bedoeld in lid 4. Behandeling van agenda onderwerpen ingediend op een later moment, is alleen mogelijk met inachtneming van het bepaalde in lid 7. Het bestuur is gehouden een door een lid aangedragen onderwerp op de agenda te plaatsen.
6. Indien een lid gebruik heeft gemaakt van de in lid 5 bedoelde bevoegdheid, wordt een bijgestelde agenda met – waar mogelijk – bijbehorende achterliggende documenten door het bestuur schriftelijk toegezonden aan de leden op een termijn van ten minste een week voor de datum van de ledenvergadering.
7. Over onderwerpen die niet op de agenda zijn vermeld, dan wel niet zijn ingediend binnen de in lid 5 bedoelde termijn, kan niettemin geldig worden besloten in een ledenvergadering waarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, mits het besluit met voorkennis van het bestuur en met algemene stemmen wordt genomen.
LEDENVERGADERINGEN; TOEGANG TOT EN LEIDING VAN DE LEDENVERGADERING
Artikel 15
1. Toegang tot de ledenvergadering hebben alle leden met uitzondering van geschorste leden, onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 7, alsmede degenen die daartoe door het bestuur en/of de algemene ledenvergadering zijn uitgenodigd.
2. De leden worden in de ledenvergaderingen vertegenwoordigd door een persoon die daartoe bevoegd is op grond van de wet, de gemeenschappelijke regeling waarbij het lid is ingesteld, dan wel een mandaat en/of volmacht van het daartoe bevoegde orgaan van het betreffende lid.
3. De ledenvergaderingen worden geleid door de bestuurder, dan wel door een daartoe door de vergadering zelf aan te wijzen persoon.
LEDENVERGADERINGEN; STEMRECHT EN BESLUITVORMING
Artikel 16
1. Elk lid heeft één stem in de ledenvergadering.
Alle besluiten waaromtrent bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste een volstrekte meerderheid van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
2. De besluiten tot het verlenen van goedkeuring aan de vaststelling van het meerjarenbeleid en de bijbehorende meerjarenbegroting als bedoeld in artikel 10 lid 8 onder a. kunnen slechts worden genomen met een twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, in een ledenvergadering waarin ten minste een twee derde meerderheid van het aantal leden aanwezig is of is vertegenwoordigd.
3. Stemgerechtigden kunnen het stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel. Voor het gebruik van een elektronisch communicatiemiddel is vereist dat de stemgerechtigde via het middel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de vergaderingen en het stemrecht kan uitoefenen. Stemmen die voorafgaand aan de ledenvergadering geldig worden uitgebracht worden gelijk gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht, mits die stemmen niet eerder dan op de dertigste dag vóór die van de vergadering zijn uitgebracht.
4. Ieder stemgerechtigd lid kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee leden als gevolmachtigde optreden.
5. In geval de stemmen staken, komt geen besluit tot stand. Geschorste leden hebben geen stem in de ledenvergadering. Xxxxxx en ongeldig uitgebrachte stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
6. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de ledenvergadering worden gehouden. Zijn ter ledenvergadering uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
7. Van het ter ledenvergadering verhandelde worden notulen gehouden door een door de voorzitter aangewezen persoon. Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende ledenvergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter van die vergadering ondertekend.
8. Een besluit met algemene stemmen van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn zij niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en bij de notulen van de coöperatie gevoegd.
BOEKJAAR EN JAARREKENING
Artikel 17
1. Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene ledenvergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een bestuursverslag en een jaarrekening op. De jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting op deze stukken. Het bestuur legt deze stukken, vergezeld van het rapport van de accountant, voor de leden ter inzage ten kantore van de coöperatie.
3. De algemene ledenvergadering wijst de accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aan.
4. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering in de ledenvergadering als bedoeld in artikel 14 lid 1. In deze ledenvergadering brengt het bestuur zijn bestuursverslag uit en legt onder overlegging van de jaarrekening, rekening en verantwoording af over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerde bestuur. Bij de vaststelling van de jaarrekening bepaalt de algemene ledenvergadering tevens, met inachtneming van artikel 18, de bestemming van een eventueel positief resultaat.
5. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders. Ontbreekt de handtekening van één van de bestuurders, dan wordt daarvan onder opgave van
reden melding gemaakt.
6. Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot verlening van decharge aan het bestuur. De verlening van decharge behoeft een afzonderlijk besluit van de algemene ledenvergadering.
7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
WINST
Artikel 18
1. De jaarlijkse winst, indien van toepassing, staat ter beschikking van de algemene ledenvergadering. De jaarlijkse winst wordt toegevoegd aan de algemene reserve, tenzij de algemene ledenvergadering, op voorstel van het bestuur, besluit tot een algehele of gedeeltelijke winstuitkering. Uitkering van (tussentijdse) winst wordt gedaan na vaststelling van de jaarrekening waaruit blijkt dat deze uitkering rechtsgeldig is.
2. Indien de algemene ledenvergadering besluit tot uitkering, wordt de winst uitgekeerd aan alle leden, naar rato van de voor de leden vastgestelde jaarlijkse bijdragen als bedoeld in artikel 8 lid 3.
3. Een rechtspersoon die lid wordt of die ophoudt lid te zijn gedurende het lopende boekjaar, is gerechtigd in de winstuitkering naar verhouding van de duur van zijn lidmaatschap gedurende het lopende boekjaar. Het deel waarop het lid geen recht heeft wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
COMMISSIES EN REGLEMENTEN
Artikel 19
1. Het bestuur en de algemene ledenvergadering zijn bevoegd één of meer commissies in te stellen. De samenstelling, taken en bevoegdheden van de commissie worden alsdan bij reglement bepaald.
2. De algemene ledenvergadering kan met inachtneming van de wet en de statuten een voor de leden van de coöperatie bindend huishoudelijk of ander reglement vaststellen, wijzigen en opheffen waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
3. Een reglement mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
STATUTENWIJZIGING, JURIDISCHE FUSIE EN JURIDISCHE SPLITSING
Artikel 20
1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de algemene ledenvergadering, in een ledenvergadering waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping bedraagt ten minste twee weken.
2. Zij die de oproeping tot de ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de dag van de
vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Voor het besluit tot statutenwijziging is ten minste een twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen vereist, in een ledenvergadering waarin ten minste een twee derde meerderheid van het aantal leden aanwezig is of is vertegenwoordigd.
4. In afwijking van het vorenstaande, kan een besluit tot wijziging van de aansprakelijkheid van de coöperatie slechts worden genomen met algemene stemmen van alle leden (unaniem).
5. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden.
6. Het bestuur dient een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en voor zover niet in die akte opgenomen een afschrift van de volledige statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden register.
7. Het in dit artikel bepaalde geldt overeenkomstig voor het besluit tot juridische fusie en juridische splitsing.
ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 21
1. De coöperatie wordt ontbonden:
a. door een daartoe strekkend unaniem besluit van de algemene ledenvergadering met inachtneming van de vereisten als opgenomen in artikel 20 leden 1 tot en met 3;
b. door haar insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel; en
c. door de rechter of door een beschikking van de Kamer van Koophandel in de gevallen in de wet bepaald.
2. In het in lid 1 sub a bedoelde geval geschiedt de vereffening door het bestuur of een door het bestuur aan te wijzen (rechts)persoon, tenzij door de algemene ledenvergadering een andere (rechts)persoon wordt aangewezen.
3. Na de ontbinding blijft de coöperatie voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan moet aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie". De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar(s) bekende baten meer aanwezig zijn.
4. Hetgeen na voldoening van alle schulden is overgebleven, wordt uitgekeerd aan de leden naar rato van het door hen in de ledenvergadering uit te brengen aantal stemmen.
5. Gedurende zeven jaren na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de coöperatie berusten onder degene, die daartoe door de algemene ledenvergadering of het bestuur is aangewezen.
OVERGANGSBEPALING BOEKJAAR
Artikel 22
Het eerste boekjaar van de coöperatie eindigt op éénendertig december [tweeduizend achttien/negentien]. Dit artikel met haar opschrift vervalt na afloop van het eerste boekjaar van de coöperatie.
SLOTVERKLARINGEN
Ten slotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, dat:
a. de eerste leden van de coöperatie zijn de publiekrechtelijke rechtspersonen als weergegeven op de Bijlage die aan deze akte wordt gehecht;
b. tot eerste bestuurders van de coöperatie worden benoemd:
(i) de heer Xxx xxx Xxxx:
(ii) [xx].
Slot akte
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Deze akte wordt verleden te Amsterdam op de datum vermeld in de aanhef van deze akte. De zakelijke inhoud van deze akte wordt door mij, notaris, aan de verschenen persoon meegedeeld en toegelicht, waarbij ik, notaris, de verschenen persoon wijs op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien. De verschenen persoon verklaart ten slotte tijdig van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en met die inhoud en de beperkte voorlezing van de akte in te stemmen.
Onmiddellijk na voorlezing van ten minste die gedeelten waarvan de wet voorlezing voorschrijft, wordt de akte door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.