HYPOTHEEKGIDS
HYPOTHEEKGIDS
Versie 8.2
27 november 2008
1.1 Koopcontract of combinatie koopcontract en aanneemovereenkomst 6
2.1 Waardering bestaande bouw 8
2.9 Maatschappelijk verantwoord eigendom (M.V.E.), Maatschappelijk gebonden eigendom (M.G.E.) woningen en Koopsubsidie 12
3.2 Aflossingsvrije Hypotheek 13
3.5 Bouwdepot bestaande bouw 14
3.6 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
3.7 Bruto prognose rendement 8% 14
5.7 Onregelmatigheidstoeslag 19
5.11 Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf (Zelfstandig ondernemer of DGA) 20
5.13 Meer dan één dienstverband 21
5.14 Buitenlandse nationaliteit 21
5.18 Wet Sanering Natuurlijke Personen 21
6. FINANCIERINGSLAST / WOONQUOTE 22
7. HERFINANCIERING / OVERSLUITEN 24
A. INLEIDING
In deze hypotheekgids worden de voorwaarden beschreven die van toepassing zijn op de hypothecaire producten van Bank of Scotland, evenals de kredietregels die bij de verstrekking in acht dienen te worden genomen. De inhoud van deze hypotheekgids is bindend voor alle Bank of Scotland personeelsleden, evenals alle personen en/of partijen die door Bank of Scotland geautoriseerd zijn tot het verstrekken van hypothecaire leningen en offertes. De hypotheekgids of onderdelen daarvan, mag op geen enkele wijze of enige vorm voor derden toegankelijk gemaakt worden. Derden en consumenten kunnen geen rechten ontlenen aan hetgeen in dit document is opgenomen.
De in deze hypotheekgids beschreven criteria gelden alleen voor Bank of Scotland hypotheken. Indien de hypotheek aangevraagd wordt onder NHG voorwaarden, zijn de acceptatievoorwaarden NHG van toepassing, zoals o.a. vastgelegd in de NHG- gids.
Bij hypotheken onder voorwaarden NHG zijn de acceptatiecriteria met betrekking tot aan te leveren bescheiden van BoS leidend aangevuld met de voorwaarden van NHG. Dat wil dus o.a. zeggen dat bijvoorbeeld aanvragen vergezeld dienen te gaan van een salarisstrook en een kopie van het dagafschrift met daarop de bijschrijving van dit salaris.
Bank of Scotland verstrekt slechts leningen met het recht op hypotheek op onderpanden gesitueerd in Nederland. Bank of Scotland bepaalt de tarifering en overige condities van deze leningen. Toetsing van de aanvraag alsmede het beheer van de leningen is overgedragen aan Stater NV. Binnen (de systemen van) Stater vindt automatische toetsing plaats van de aanvragen aan bovenstaande voorwaarden. Een afwijzing op basis van deze toetsing kan slechts door Bank of Scotland aangewezen personen worden heroverwogen.
Aan de samenstelling van deze hypotheekgids is de grootste zorg besteed. Voor de uitleg en toepassing van deze gids is het oordeel van de directie van Bank of Scotland bindend.
DE HYPOTHEKEN VAN BANK OF SCOTLAND
Algemeen
- Een Bank of Scotland Hypotheek is samengesteld uit één of meer afzonderlijke leningdelen. De gehele lening dient echter een van de volgende producten te zijn:
- Bank of Scotland Hypotheek
- Bank of Scotland Budget Hypotheek
- Elk leningdeel heeft een eigen leningbedrag, aflossingsvorm, rentevaste periode, looptijd en rentepercentage.
- Een Bank of Scotland Hypotheek bestaat uit minimaal één en maximaal vijf leningdelen. De minimale eerste hypothecaire geldlening bedraagt € 75.000,-. Het minimale leningdeel bedraagt € 5.000,-.
- Indien gekozen wordt voor een Spaarhypotheek of een Effectenhypotheek bedraagt het minimale leningdeel € 50.000,-
- Een tweede hypotheek kan alleen bij Bank of Scotland worden gesloten indien de eerste hypotheek ook bij Bank of Scotland is gesloten en minimaal € 25.000,- bedraagt.
- Een onderhandse opname bedraagt minimaal € 5.000,-.
- Zowel de economische als de juridische looptijd van de hypotheek bedraagt maximaal 30 jaar.
- De minimale looptijd van een Bank of Scotland (Budget) Hypotheek bedraagt 5 jaar.
- Ieder dossier dient voorzien te zijn van een schriftelijke financieringsopzet
- 3 weken voor het einde van de geldigheidsduur van xx xxxxxxx, of passeerdatum indien eerder, dienen alle benodigde documenten compleet en foutloos in ons bezit te zijn.
- Bank of Scotland conformeert zich aan de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (comply). In bijzondere gevallen kan, na individuele beoordeling door Bank of Scotland, afgeweken worden van de regels voor het bepalen van de leencapaciteit (explain), conform artikel 6 lid 6 van de Gedragscode. Zie ook hoofdstuk 6.
- Aan iedere hypotheek ligt een ondertekende offerte ten grondslag. Bij het uitreiken van de offerte aan aanvrager(s) dienen altijd de 'Toelichting op de offerte tevens aanvullende leningvoorwaarden' en de 'Algemene voorwaarden van geldleningen en zekerheidstelling van Bank of Scotland' te worden uitgereikt.
- Deze hypotheekgids is ook van toepassing bij omzettingen en verhogingen van bestaande Bank of Scotland hypotheken.
- De Wft verbiedt het verstekken van een lening als dit gezien de financiële positie van de klant onverantwoord is. Bank of Scotland neemt hierin haar eigen verantwoordelijkheid en verwacht een proactieve houding van haar businesspartners en het intermediair in de voorkoming van overkreditering.
B. VOORWAARDEN
1. ALGEMEEN
1.1 Koopcontract of combinatie koopcontract en aanneemovereenkomst
Een schriftelijk koopcontract, of de combinatie van een koopcontract en een aanneemovereenkomst, ondertekend door de lener(s)/ koper(s) en verkoper(s) is verplicht. De koopakte dient door alle partijen te zijn ondertekend en op alle pagina's geparafeerd. In geval een huis op een veiling is gekocht, is een bewijs van aankoop (akte van gunning) verplicht.
1.2 Kredietwaardigheid
De kredietverstrekker dient van iedere aanvrager, aansprakelijk voor de lening, een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. In geval van één of meer geregistreerde (vroegere of huidige) achterstandscoderingen bij het BKR (de zogenaamde A-coderingen) wordt geen financiering verstrekt. Tevens is geen financiering mogelijk wanneer sprake is van een hypotheekachterstand (HY-registratie) of openstaande schuldregelingen (SR-registratie).
1.3 Kredietnemer
Elke aanvrager mag op het tijdstip van offerteaanvraag niet jonger zijn dan 18 jaar. Alleen offerteaanvragen van natuurlijke personen worden in behandeling genomen.
Ten aanzien van de burgerlijke staat van de aanvrager geldt dat toegestaan zijn:
- Gehuwd (geweest)
- Geregistreerd partnerschap
- Alleenstaand
- Gescheiden
- Samenwonend
1.4 Hoofdelijk medeschuldenaarschap
Juridische beperking medeschuldenaarschap
Een medeschuldenaar moet een belang hebben bij de schuld, de schuld moet hem zelf aangaan. Hij moet daarom eigenaar en bewoner van het onderpand zijn. Een particulier die geen eigenaar of bewoner is en zich alleen maar aansprakelijk stelt voor de schuld om de hoofdschuldenaar te helpen biedt daarom géén rechtsgeldige hoofdelijke medeschuldenaarstelling.
1.5 Samenwoningvormen
Samenwoningvormen zijn niet toegestaan.
1.6 Stukken
Alle stukken aangeleverd door de aanvrager (origineel en kopie) welke nodig zijn voor de beoordeling/aanvraag van de hypotheek worden eigendom van Bank of Scotland.
1.7 NHG
Indien de hypotheek aangevraagd wordt onder NHG voorwaarden, zijn de acceptatievoorwaarden NHG van toepassing, zoals o.a. vastgelegd in de NHG-gids of op xxx.xxx.xx
Echter naast een volledig ingevulde werkgeversverklaring dient een kopie salarisstrook en een kopie van de bijschrijving van dit salaris op een betaalrekening te worden aangeleverd.
Indien de hypotheek is afgesloten onder NHG voorwaarden en men wil de hypotheek onderhands verhogen of men wil een 2e hypotheek sluiten, dan dient ook de verhoging conform voorwaarden NHG te worden gesloten. Met andere woorden de gehele lening dient te allen tijde onder NHG voorwaarden gesloten te worden.
Wanneer kredieten voor of tijdens passeren moeten worden ingelost door de notaris of uit eigen middelen zullen wij bij NHG- én niet NHG-hypotheken altijd een recente schuldrest opgave opvragen. Deze dienen dus als verplichte stukken aan het dossier te worden toegevoegd, zodat de maatschappij, contractnummer en kredietlimiet van de lening in de notarisinstructie en in de info offerte kan worden verwerkt. De notaris zal hierdoor ook daadwerkelijk het / de juiste krediet(en) aflossen en opheffen. Indien kredieten uit eigen middelen worden ingelost, dient tevens een bewijs van deze eigen middelen aan het dossier te worden toegevoegd.
2. ONDERPAND
2.1 Waardering bestaande bouw
De waarde van bestaande woningen wordt bepaald op basis van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik (VOV-waarde) en de executiewaarde (waarde bij gedwongen openbare verkoop). Indien tussen de koopsom en de getaxeerde VOV-waarde een bedrag van meer dan € 5.000,- zit, dient deze aanvraag te worden voorgelegd aan Bank of Scotland. Indien de aangevraagde lening niet meer bedraagt dan koopsom (inclusief roerende goederen tot maximaal € 5.000,-) + k.k.(maximaal 12%) en eventuele verbouwingskosten welke in een bouwdepot worden ondergebracht, hoeft de aanvraag niet te worden voorgelegd aan Bank of Scotland.
Indien de kosten van verbetering (zie standaard 2.3) en eventueel herstel van achterstallig onderhoud worden meegefinancierd, gelden de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik en executiewaarde na voltooiing van de desbetreffende werkzaamheden. Alle gelden welke verband houden met de verbetering/verbouw dienen dan te worden ondergebracht in een bouwdepot (het minimale depotbedrag bedraagt € 5.000,-), tenzij de financiering kan worden gedragen op basis van de waarden voor verbouw. De verbouwingsspecificatie dient overeen te komen met het bedrag genoemd in het taxatierapport. Dit bedrag wordt volledig in het bouwdepot ondergebracht. De maximale looptijd van het bouwdepot bij bestaande bouw bedraagt zes maanden. Na zes maanden wordt er besloten om het depot wel of niet te verlengen. Als er wordt besloten om dit niet te verlengen, wordt het restant bedrag uitbetaald indien het lager is dan € 1.500,-. Indien het bedrag hoger is dan € 1.500,- wordt dit in mindering gebracht op de schuld.
2.2 Waardering nieuwbouw
Nieuwbouw kan volledig worden gefinancierd, d.w.z. de stichtingskosten vermeerderd met de financieringskosten. Onder stichtingskosten wordt verstaan:
a) De koop- / aanneemsom, eventueel (indien en voor zover niet begrepen onder de koop- / aanneemsom) vermeerderd met:
- De kosten van onroerende installaties.
- De kosten van risicoverrekening.
- Het architecten honorarium.
- De kosten van dagelijks toezicht.
- De rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond en / of aannemingsovereenkomst.
- De kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen.
- De legeskosten.
- Omzetbelasting.
b) De kosten van meerwerk blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie. Maximaal meerwerk bij nieuwbouw 20% van de koop-/ aanneemsom;
c) De kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening;
d) Maximaal 5% van de koop-/ aanneemsom + meerwerk voor renteverlies tijdens de bouw.
De executiewaarde wordt berekend door de stichtingskosten te delen door 1,20. Financieringskosten kunnen worden meegefinancierd voor zover het totaal te financieren bedrag niet meer bedraagt dan 125% van de executiewaarde. Indien kredieten worden meegefinancierd dient de aanvraag te worden voorgelegd aan Bank of Scotland.
Indien sprake is van nieuwbouw, dient de betrokken aannemer / (project) ontwikkelaar lid te zijn van de Stichting Garantie Instituut Woningbouw (GIW) te Rotterdam. Het betreffende bouwproject dient uiteraard ook te worden gebouwd onder GIW garantie.
2.3 Verbeteringskosten
De kosten van verbetering – op basis van uitvoering door derden dan wel in eigen beheer – dienen te blijken uit een door de aanvrager te overleggen verbouwingsspecificatie. Deze specificatie dient overeen te komen met het bedrag en de specificatie genoemd in het taxatierapport. Het bedrag gelijk aan deze verbeteringkosten dient in depot te blijven. De geldgever mag niet eerder overgaan tot uitbetaling van de gelden in depot dan na redelijke controle van de uitgevoerde werkzaamheden (bijvoorbeeld na overlegging van nota’s of taxatie). Het minimumbedrag dat in een verbouwingsdepot gestort dient te worden is € 5.000,-.
De te vergoeden rente over het bouwdepot is gelijk aan de rente die (gemiddeld) voor de leningdelen in rekening wordt gebracht minus een procent (1,00%). Een vrijwillig bouwdepot is niet toegestaan. De maximale looptijd van het bouwdepot bestaande bouw bedraagt zes maanden.
Voor achterstallig onderhoud geldt het volgende:
Een bouwkundig rapport dient te worden opgemaakt indien in het taxatierapport is vermeld dat:
- De kosten van direct noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud naar schatting meer bedragen dan 10% van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik, of
- Nader bouwkundig onderzoek aanbeveling verdient, of
- Sprake is van een appartement met een bouwjaar van 1940 of eerder, of
- Bij sprake van een matig onderhoud volgens de taxatie.
Indien de verbouwing / het achterstallig onderhoud minder is dan € 5.000,- en de waarde na verbouwing is nodig voor de financiering dient een depot aangehouden te worden waarvoor kosten ad. € 500,- worden opgevoerd in SHS.
Het bouwkundig rapport dient te zijn opgemaakt door: de Vereniging Eigen Huis, de gemeente of een bouwkundig bureau dat als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, conform NHG model.
2.4 Aannemer bij nieuwbouw
Indien sprake is van nieuwbouw, dient de betrokken aannemer / (project) ontwikkelaar lid te zijn van de Stichting Garantie Instituut Woningbouw (GIW) te Rotterdam. Dit zijn onder meer:
- Stichting Waarborgfonds Koopwoningen (SWK) te Rotterdam.
- Bouwfonds MAB Ontwikkeling BV te Hoevelaken.
- Stichting Woningborg te Gouda.
2.5 Taxatierapport
De onderhandse verkoopwaarde vrij van verhuur en gebruik en de executiewaarde dienen te blijken uit een volledig ingevuld taxatierapport met dezelfde gegevens als het laatst uitgegeven modeltaxatierapport financiering woonruimte, vastgesteld door:
- het Contactorgaan Hypothecaire Financiers (CHF)
- de Landelijke Makelaars-vereniging in onroerende zaken (LMV)
- de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen (NVM)
- de Vereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT)
- de Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed (VBO).
Indien sprake is van een Bank of Scotland Hypotheek of een Bank of Scotland Budget Hypotheek dient het taxatierapport te zijn opgemaakt door een persoon die is ingeschreven in het register van:
- Stichting Vastgoedcert, kamer Wonen/MKB
- of Stichting Certificering VBO-makelaars (SCVM)
De taxateur dient lid te zijn van één van de volgende brancheverenigingen:
- de Landelijke Makelaars Vereniging ( LMV)
- de Nederlandse Vereniging van Makelaars ( NVM)
- de Nederlandse Vereniging van Register Vastgoed Taxateurs ( RVT)
- de Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed ( VBO)
- de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR)
Indien de aanvraag onder NHG voorwaarden wordt verstrekt, dient de taxateur die verantwoordelijk is voor het aangeleverde taxatierapport ingeschreven te staan bij één van de volgende registers:
- Stichting Vastgoedcert, kamer wonen / MKB of
- Stichting Certificering VBO Makelaars (SCVM)
Degene die het taxatierapport heeft opgemaakt mag op geen enkele wijze betrokken zijn bij de transactie van koop, verkoop of financiering, met geldnemer / koper, verkoper of geldgever. Het taxatierapport mag op het moment van offreren van de lening niet ouder zijn dan twaalf maanden.
De afstand tussen het te taxeren object en de standplaats van de taxateur mag niet meer bedragen dan 30 km. Voor de vier grote steden en Almere geldt dat de standplaats van de taxateur in de plaats van het te taxeren object dient te zijn.
Daarnaast dient in het taxatierapport altijd het register en het inschrijfnummer van de taxateur vermeld te staan.
Bank of Scotland vereist dat de executiewaarde van het onderpand is gebaseerd op een courantheid van 0-9 maanden.
Indien de getaxeerde executiewaarde groter is dan 90 % van de getaxeerde vrije verkoopwaarde dient het taxatierapport te worden voorgelegd aan Bank of Scotland.
Indien de onderhoudstoestand of bouwkundige constructie van het pand volgens het taxatierapport als matig of slecht wordt aangemerkt dient de aanvraag te worden voorgelegd aan Bank of Scotland.
Bij de inschatting van de kosten voor herstel van achterstallig onderhoud dient te worden uitgegaan van uitvoering van de werkzaamheden door derden.
Indien er sprake is van appartementsrechten dient uit het taxatierapport te blijken of de Vereniging van Eigenaren (VvE) al dan niet actief is. Alleen appartementen waarbij sprake is van een actieve VvE zijn voor Bank of Scotland acceptabel.
Voor een aantal woonplaatsen geldt een individuele beoordeling. In dit geval kan er andere informatie dan gebruikelijk worden opgevraagd en kan er een afslag op de executiewaarde plaats kan vinden.
2.6 WOZ-aanslag biljet
Ter vervanging van een taxatierapport kan een WOZ-aanslag (WOZ = Wet op Onroerende Zaken) dienen indien sprake is van een lening waarbij het aangevraagde bedrag niet meer bedraagt dan 75% van de executiewaarde. Voorts geldt hierbij:
- Bedrag WOZ = VOV-waarde.
- Executiewaarde = 80% van het bedrag van de WOZ-taxatie.
- Maximale financiering = 75% van de executiewaarde.
Tevens dienen er foto's van het onderpand aangeleverd te worden. Het huisnummer en ligging van het onderpand dienen op deze foto's zichtbaar te zijn.
Daarnaast dient een recent uittreksel Kadaster toegevoegd te worden zodat de bestemming van het onderpand kan worden bepaald.
Een hypotheekaanvraag voor een appartement met bouwjaar van voor 1940, dient te allen tijde voorzien te zijn van een bouwkundig rapport.
Indien blijkt dat de appartementen op een latere datum zijn gesplitst in appartementsrechten of dat er op een latere datum een ingrijpende renovatie heeft plaatsgevonden, geldt deze latere datum als peildatum.
2.7 Uitgesloten woningen
Een krediet wordt niet verleend indien o.a. uit het taxatierapport blijkt dat sprake is van:
- Een woonboot.
- Een woning met bedrijfsruimte.
- Een woning die ten tijde van het verkrijgen in eigendom (gedeeltelijk) is verhuurd of bezwaard met een recht van vruchtgebruik of van gebruik en bewoning.
- Een woonwagen of woonwagenstandplaats. (Ook niet onder voorwaarden NHG)
- Een vakantie- of recreatiewoning.
- Deels of geheel verhuurde (woon/winkel)onderpanden.
- Woon/winkel panden.
- Een woning die in de verkoop is of waarvan bekend is dat deze binnenkort in de verkoop zal komen.
- Een woning waarop een aanschrijving ex art 14 t/m 20 Woningwet respectievelijk een vooraankondiging daartoe, rust
- Nieuwbouw woningen zonder GIW-garantie.
2.8 Erfpacht / Canon
Bij woningen waarvan de grond in erfpacht is uitgegeven en de erfpachtovereenkomst is gesloten voor 1 januari 1992, mag de (resterende) duur van het recht van erfpacht niet korter zijn dan de helft van de looptijd van de lening, tenzij in de overeenkomst is opgenomen dat het recht van erfpacht na de (resterende) duur onvoorwaardelijk wordt verlengd.
Indien de canon variabel is of op korte termijn (binnen vijf jaar) wordt herzien dient de aanvraag te worden voorgelegd aan Bank of Scotland.
2.9 Maatschappelijk verantwoord eigendom (M.V.E.), Maatschappelijk gebonden eigendom (M.G.E.) woningen en Koopsubsidie
M.V.E. en M.G.E. woningen worden alleen gefinancierd onder NHG voorwaarden. Woningen die gekocht worden middels een 'korting' (denk aan woningen verkocht onder de 'Trudo' bepalingen, Koopgarant e.d.) worden alleen gefinancierd onder NHG voorwaarden.
Indien sprake is van Koopsubsidie dient de aanvraag voor de koopsubsidie reeds goedgekeurd te zijn door het ministerie van VROM. De aangevraagde financiering dient te voldoen aan de NHG-normen en wordt alleen verstrekt onder NHG voorwaarden.
3. LENING
3.1 Hypotheek varianten
De volgende hypotheekvormen zijn mogelijk:
- Bank of Scotland Hypotheek
- Bank of Scotland Budget Hypotheek
Bij deze vormen zijn de volgende aflossingsvormen mogelijk:
- Aflossingsvrij
- Annuïteiten
- Leven
- Lineair
- Spaarhypotheek (Minimale hoogte leningdeel bedraagt € 50.000,00)
- Effectenhypotheek (Minimale hoogte leningdeel bedraagt € 50.000,00) Toegestane vermogensbeheerders:
- NoordNederlandsEffektenKantoor
- Allianz Nederland Asset Management B.V.
- Insinger de Beaufort Asset Management N.V.
- Zwitserleven Vermogensbeheer N.V.
- Stichting AXA Beleggingsrekening
- Keijser Vermogensbegeleiding N.V.
- VVAA beleggingsfondsen beheer B.V.
- Borghols B.V. (Vierlander)
Een hypotheek kan bestaan uit maximaal 5 leningdelen.
3.2 Aflossingsvrije Hypotheek
Een Bank of Scotland Hypotheek of Bank of Scotland Budget Hypotheek mag bestaan uit een volledig aflossingsvrije component, op voorwaarde dat de totale hypotheek niet meer bedraagt dan 100% van de executiewaarde van het onderpand. Het is toegestaan gedurende de looptijd van de hypotheek de lening te converteren naar een geheel aflossingsvrije component, op voorwaarde dat de totale financiering niet meer bedraagt dan 100% van de executiewaarde van het onderpand.
Indien de totale verstrekking meer bedraagt dan 100% van de executiewaarde, mag de aflossingsvrije component maximaal 90% van de executiewaarde van het onderpand bedragen.
3.3 Overbruggingskrediet
Indien het te verwerven onderpand gekocht wordt voor het tijdstip waarop een reeds eventueel in bezit zijnde onderpand is verkocht, is een overbruggingskrediet toegestaan. Indien een dergelijke financiering gewenst is, zijn de volgende stukken vereist met betrekking tot het ‘oude’ te verkopen onderpand:
- Adres, postcode en plaats.
- Executiewaarde.
- Onderhandse vrije verkoopwaarde (VOV-waarde).
- Verwachte verkoopdatum.
- Huidige restschuld (op moment van offerteaanvraag) van bestaande hypotheek op het onderpand.
De maximale omvang van het overbruggingskrediet is het verschil tussen de executiewaarde van de ‘oude’, te verkopen woning verminderd met de huidige schuldrest van een reeds bestaande hypotheek op het ‘oude’ onderpand. Indien de
De maximale duur van de overbrugging bedraagt twee jaar.
3.4 Nieuwbouwdepot
Bij een nog (af) te bouwen nieuwbouwwoning dient (het restant van) de lening in depot te blijven. Deze gelden mogen uitsluitend worden aangewend voor de betaling van de nog niet vervallen termijnen, het meerwerk en de nog verschuldigde bijkomende kosten. De geldgever mag niet eerder overgaan tot uitbetaling van de gelden in depot dan na redelijke controle van de uitgevoerde werkzaamheden (bijvoorbeeld na overlegging van nota’s of nadere taxatie). De te vergoeden rente over het bouwdepot is gelijk aan de rente die (gemiddeld) voor de leningdelen in rekening wordt gebracht minus een procent (1,00%).
3.5 Bouwdepot bestaande bouw
De kosten van verbetering – op basis van uitvoering door derden dan wel in eigen beheer – dienen te blijken uit een door de aanvrager te overleggen verbouwingsspecificatie. Deze specificatie dient overeen te komen met het bedrag genoemd in het taxatierapport. Het bedrag gelijk aan deze verbeteringkosten dient in depot te blijven. De geldgever mag niet eerder overgaan tot uitbetaling van de gelden in depot dan na redelijke controle van de uitgevoerde werkzaamheden (bijvoorbeeld na overlegging van nota’s of nadere taxatie). Het minimumbedrag dat in een verbouwingsdepot gestort dient te worden is € 5.000,-.
De te vergoeden rente over het bouwdepot is gelijk aan de rente die (gemiddeld) voor de leningdelen in rekening wordt gebracht minus een procent (1,00%). Een vrijwillig bouwdepot is niet toegestaan. De maximale looptijd van een bouwdepot bestaande bouw bedraagt zes maanden.
3.6 Overlijdensrisicoverzekering
Indien beide inkomens nodig zijn om de hypotheek te dragen dient voor iedere eigenaar een overlijdensrisicoverzekering te worden afgesloten. De aanbevolen dekking hierbij is 100% van het hypotheekbedrag. Indien de aangevraagde financiering in geval van een Bank of Scotland Hypotheek of een Bank of Scotland Budget Hypotheek kleiner of gelijk is aan 100% van de executiewaarde, is een overlijdensrisicoverzekering niet verplicht. Indien de aangevraagde financiering meer bedraagt dan 100% van de executiewaarde dan dient het gedeelte van de Bank of Scotland Hypotheek of van de Bank of Scotland Budget Hypotheek dat de 90% van de executiewaarde te boven gaat verzekerd te worden. Indien de hypotheek gesloten wordt op basis van één inkomen, is een overlijdensrisicoverzekering op het leven van degene die dit inkomen heeft voldoende. De rechten en aanspraken uit hoofde van de overlijdensrisicoverzekering dienen te worden verpand aan Bank of Scotland. De looptijd van de verzekering mag niet korter zijn dan de looptijd van het bijbehorende leningdeel.
De overlijdensrisicoverzekering mag annuïtair dalend zijn. Het annuïteitenpercentage dient groter of gelijk te zijn aan het te betalen hypotheekrentepercentage van het leningdeel, met dien verstande dat bij een variabele rente of een rente voor 1 jaar vast het minimale annuïteitenpercentage 6% bedraagt.
3.7 Bruto prognose rendement 8%
Bank of Scotland hanteert als richtlijn dat wanneer een levensverzekering wordt verpand, het op te bouwen vermogen op basis van maximaal 8% bruto prognoserendement voldoende dient te zijn om het betreffende leningdeel af te lossen. Indien het historisch rendement lager is dan 8%, dient met het historisch rendement te worden gerekend. Het leven deel opgevoerd in SHS dient gelijk te zijn
3.8 Tweede hypotheek
Een tweede hypotheek is alleen mogelijk indien de eerste hypotheek ook bij Bank of Scotland is afgesloten. De minimale hoogte van de tweede hypotheek bedraagt € 25.000,-. De eerste en tweede hypotheek mogen maximaal € 1.500.000,- bedragen. Het maximale aflossingsvrije leningdeel bedraagt € 1.000.000,-.
4. HYPOTHEEK CRITERIA
De maximale financiering bedraagt voor een Bank of Scotland Hypotheek of voor een Bank of Scotland Budget Hypotheek bedraagt 125% van de executiewaarde van het onderpand. Daarnaast gelden de volgende condities:
4.1 Bestaande bouw
Bij bestaande woningen gelden de volgende voorwaarden:
- Op een onderpand met een executiewaarde van minder dan € 60.000,- wordt geen financiering verstrekt.
- Voor onderpanden gelegen in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht bedraagt de minimale executiewaarde € 100.000,-.
4.2 Nieuwbouw
In geval van nieuwbouw geldt:
De verstrekkingnorm bedraagt 125% van de executiewaarde, waarbij de executiewaarde is vastgesteld op 100/120 van de koop- / aanneemsom plus meerwerk (maximaal 20% koop-/ aanneemsom) en maximaal 5% renteverlies tijdens de bouw. Zie ook artikel 2.2.
4.3 Verbouwing
Voor aanvragen met een verbouwing geldt:
De verstrekkingsnorm is 125% van de executiewaarde na verbouwing. Indien het gevraagde hypotheekbedrag niet meer bedraagt dan 125% van de executiewaarde voor verbouwing is geen bouwdepot vereist. De maximale looptijd van een bouwdepot bestaande bouw is 6 maanden. Zie ook artikel 3.5.
4.4 Zelfbouw
Zelfbouw is niet toegestaan.
4.5 Minimum omvang lening
Het minimale hypotheekbedrag is als volgt vastgesteld:
- Leven Hypotheek, Aflossingsvrije Hypotheek, Lineaire Hypotheek en Annuïteiten Hypotheek per deel: € 5.000,-.
- Spaarhypotheek € 50.000,-.
- Effectenhypotheek € 50.000,-
- De minimale omvang van de totale hypotheek (som van de restschuld / hoofdsommen van alle delen) is € 75.000,-.
4.6 Maximale omvang lening
Het maximale aflossingsvrije leningbedrag bedraagt € 1.000.000,-.
De maximale omvang van de totale lening voor een Bank of Scotland Hypotheek of voor een Bank of Scotland Budget Hypotheek (som van de restschuld / hoofdsommen van alle delen) is € 1.500.000,-.
4.7 Leeftijd
Men dient bij aanvraag van de lening minimaal 18 jaar te zijn.
Er geldt geen maximum leeftijd behalve bij een Spaarhypotheek.
5. TOETSINKOMEN
Indien beide partners inkomsten uit arbeid verwerven, kan voor de gehele looptijd van de lening rekening gehouden worden met het gezamenlijke inkomen, of kan worden gekozen voor het meenemen van één van de inkomens voor een bepaalde periode.
Het minimaal gezamenlijk benodigd inkomen voor een Bank of Scotland Hypotheek en voor een Bank of Scotland Budget Hypotheek bedraagt € 22.500,-.
Het inkomen dient aangetoond te worden door middel van een originele, volledig ingevulde en ondertekende werkgeversverklaring.
Deze verklaring mag niet ouder zijn dan drie maanden. Daarnaast is een kopie salarisstrook vereist. Deze mag niet ouder zijn dan twee maanden.
Een bijschrijving van het salaris dient aangetoond te worden via een kopie bankafschrift. Het inkomen vermeld op het bankafschrift dient overeen te komen met het netto inkomen vermeld op de salarisstrook.
Het toetsinkomen is de som van vast inkomen en variabel inkomen. Vast inkomen bestaat uit:
- Brutoloon of –salaris, uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
- Vakantietoeslag
- 13e Maand
- Onvoorwaardelijke eindejaarsuitkering
- VUT/Pensioen
Variabel inkomen wordt gedefinieerd als:
- Onregelmatigheidstoeslag (indien inherent aan functie wordt 100% meegenomen)
- Provisie (mits structureel)
- Overwerk
- Prestatietoeslag
Overwerk wordt voor maximaal 15% van het bruto jaarinkomen (= brutoloon exclusief vakantiegeld en 13e maand) meegenomen. De overige variabele inkomensbestanddelen worden voor maximaal 50% van de betreffende waarde meegenomen.
Buitenlands inkomen of inkomen uit vermogen en/ of verhuur wordt niet meegenomen in de inkomensbeoordeling.
Indien de aanvrager(s) werkzaam is/zijn voor een uitzendbureau en het dienstverband bevindt zich in fase C of in fase 4, dan wordt dit inkomen als vast inkomen gezien. Daarnaast zijn alleen dienstverbanden bij landelijk opererende uitzendorganisaties (b.v. Randstad, Start, Unique, Adecco, Vedior, Manpower e.d) acceptabel. De uitzendorganisatie dient aangesloten te zijn bij een branchevereniging, die werkt conform de NEN4400norm. Te denken valt dan aan bijvoorbeeld de ABU en NBBU.
Indien er sprake is van een zogenaamd 'min / max' contract dient uitgegaan te worden van het minimaal aantal afgesproken uren volgens het contract.
Flexwerkers
Het inkomen uit flexwerk kan als volgt worden meegenomen:
- Het toetsinkomen is de som van het gemiddelde van de jaarinkomens van de laatste 3 jaren tot maximaal het jaarinkomen van het laatste jaar.
- Op het moment van aanvraag dient de aanvrager te beschikken over een inkomen.
- Dit huidige inkomen moet aantoonbaar zijn middels een werkgeversverklaring, recente loonstrook en bijschrijving op de rekening.
- Dit huidige inkomen wordt niet meegenomen in de berekening van het gemiddelde en wordt ook niet meegenomen als laagste inkomen wanneer het geëxtrapoleerd lager is dan het gemiddelde.
- De inkomens van de laatste drie jaar moeten worden aangetoond door de jaaropgaven over de afgelopen drie jaar.
Wanneer er geen ander inkomen is dan flexinkomen (1 aanvrager met flexinkomen of 2 aanvragers met flexinkomen), mag er niet meer dan 100% van de executiewaarde worden geleend.
Wanneer 50% of meer van het inkomen uit een vast inkomen bestaat mag maximaal 125% van de executiewaarde worden geleend.
Salaris uitbetaling per kas
Indien het salaris per kas wordt uitbetaald of uit de salarisstrook niet duidelijk blijkt hoe het salaris wordt uitbetaald dient de aanvraag altijd te worden voorgelegd aan Bank of Scotland. Alleen inkomen dat aantoonbaar op een giro- of bankrekeningnummer wordt overgemaakt kan worden meegenomen voor de vaststelling van de hoogte van de hypotheek. Originele dagafschriften met de bijschrijving van het salaris dienen te worden overlegd. Op deze dagafschriften mag niets worden gecorrigeerd of doorgehaald. Bij een dienstverband korter dan één jaar dienen de dagafschriften vanaf datum indiensttreding te worden overlegd. Bij een dienstverband langer dan 1 jaar dienen de laatste vier rekeningafschriften met bijschrijving te worden overlegd. Alleen originele dagafschriften worden geaccepteerd.
De aanvraag dient te allen tijde te worden voorgelegd aan Bank of Scotland.
5.1 Brutoloon of –salaris
Onder het brutoloon of –salaris wordt verstaan het bruto jaarsalaris, volgens de werkgeversverklaring:
- Exclusief vakantietoeslag
- Zonder aftrek van pensioenpremie
Het brutoloon of –salaris dient te zijn verkregen uit (een) arbeidsovereenkomst(en) voor onbepaalde tijd, waarvan de eventuele proeftijd is verstreken. Inkomsten uit een andere bron dan huidige arbeid (bijvoorbeeld alimentatie ontvangsten) worden niet meegenomen. Verplichtingen, zoals te betalen alimentatie voor ex-partner of periodieke betalingsverplichtingen dienen van het mee te nemen inkomen te worden afgetrokken.
Uitgegaan mag worden van een in het vooruitzicht gestelde loonsverhoging onder voorwaarde dat deze verhoging onvoorwaardelijk is (blijkens verklaring van de werkgever), dat de verhoging ingaat binnen zes maanden vanaf offertedatum en er sprake is van een vast dienstverband voor onbepaalde tijd.
5.2 Vakantietoeslag
Onder vakantietoeslag wordt verstaan het daadwerkelijke bedrag aan vakantietoeslag.
5.3 13e Maand
De 13e maand uitkering wordt tot het vaste inkomen gerekend, indien het recht hierop onvoorwaardelijk is.
5.4 Eindejaarsuitkering
Tot het vaste inkomen wordt gerekend een eindejaarsuitkering, indien het recht op de uitkering onvoorwaardelijk is.
5.5 VUT / Pensioen
Inkomen uit VUT of pensioen mag worden meegenomen als vast inkomen. Kopieën van het toekenningbesluit, een maandspecificatie en een jaaropgave over het afgelopen jaar dienen te worden aangeleverd.
Indien de aanvrager ouder is dan 56, dient men het inkomen op pensioengerechtigde leeftijd aan te tonen. Indien op pensioendatum onvoldoende inkomen beschikbaar is om de hypotheeklasten te kunnen dragen dient het gedeelte dan niet meer gedragen kan worden versneld afgelost te worden. In dat geval hoeft er niet meer afgelost te worden dan het gedeelte dat geleend wordt boven 75% van de executiewaarde.
5.6 Lijfrente
Indien de uitkering van de lijfrente loopt tot overlijden van de begunstigde, kunnen de lijfrente inkomsten volledig worden beschouwd als vast inkomen. Indien de lijfrente- uitkering tijdelijk is wordt het inkomen meegeteld voor de periode dat de ontvangst van gelden zeker is. Op het moment dat de uitkeringen komen te vervallen mag de hypotheek niet meer bedragen dan 75% van de executiewaarde. Uitkeringen uit zogenaamde Saldo Lijfrente zijn niet acceptabel. Een opgave van de verzekeraar
m.b.t. de uit te keren bedragen en een kopie polis dienen te worden aangeleverd voor finaal akkoord.
5.7 Onregelmatigheidstoeslag
Onder onregelmatigheidstoeslag (ORT) wordt verstaan de toeslagen voor werk op onaangenomen en/of wisselende uren of ploegendienst. Deze toeslagen worden tot het variabele inkomen gerekend en voor maximaal 50% van de betreffende waarde meegenomen. De volledige ORT mag worden meegenomen indien de betreffende toeslag structureel is voor de betreffende beroepsgroep. (b.v. politie, brandweer, verpleging, bewaking e.d.) De werkgever dient een aparte verklaring inzake de hoogte van de ORT over de laatste 24 maanden af te geven. (Eventueel opgenomen in de werkgeversverklaring). Uit de opgave dient duidelijk te blijken hoeveel de ORT bedraagt over maand 1 t/m 12 en over maand 13 t/m 24. Indien de ORT in het laatste jaar minder is dan de gemiddelde ORT, dient te worden uitgegaan van de ORT over het laatste jaar en wordt deze voor maximaal 50% van de betreffende waarde meegenomen. Indien men korter dan 24 maanden in dienst is, dient men te middelen over 24 maanden.
5.8 Provisie
Onder provisie wordt verstaan de gemiddelde bruto provisie per jaar over de laatste 24 maanden. Een (aparte) verklaring van de werkgever over de hoogte van deze provisie over de afgelopen 24 maanden dient te worden overlegd (mag eventueel op de werkgeversverklaring). Uit de opgave dient duidelijk te blijken hoeveel de provisie bedraagt over maand 1 t/m 12 maand en over maand 13 t/m 24. Van het gemiddelde van maand 1 t/m 12 en maand 13 t/m 24 wordt maximaal 50 % meegenomen. Indien provisie in het laatste jaar minder is dan de gemiddelde provisie, dient te worden uitgegaan van de provisie over het laatste jaar en wordt maximaal 50% van die betreffende waarde meegenomen. Indien men korter dan 24 maanden in dienst is, dient men te middelen over 24 maanden.
5.9 Overwerk
Overwerk wordt voor maximaal 15% van het bruto jaarinkomen meegenomen in de inkomensbeoordeling. Een (aparte) verklaring van de werkgever over de hoogte van dit overwerk over de afgelopen 24 maanden dient te worden overlegd (mag eventueel op de werkgeversverklaring). Uit de opgave dient duidelijk te blijken hoeveel het
Voor (internationale) vrachtwagenchauffeurs wordt overwerk voor maximaal 20% van het bruto jaarinkomen meegenomen in de inkomensbeoordeling.
5.10 Prestatietoeslag
Prestatietoeslag mag worden meegenomen indien blijkt uit het contract dat deze toeslag vast is.
5.11 Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf (Zelfstandig ondernemer of DGA) Het zelfstandige inkomen dient te worden aangetoond middels jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren, inclusief een prognose voor het komende jaar. Dit alles dient voorzien te zijn van een accountantsverklaring. Tevens dient men in te leveren de belastingaangiften over de afgelopen drie jaar en een kopie van de door de belastingdienst opgelegde aanslagen. Indien het inkomen van het laatste jaar lager is dan de voorgaande jaren dient dit laagste inkomen opgevoerd te worden in SHS. Aanvrager dient een uittreksel handelsregister niet ouder dan drie maanden te overleggen
Indien de jaarcijfers niet aanwezig zijn, kan het voldoende zijn te volstaan met de belastingaangiftes over dezelfde perioden. Is het huidige zelfstandige inkomen gedurende één jaar genoten, dan dient men inkomen van de twee daaraan voorafgaande jaren aan te tonen. Dit inkomen dient te zijn ontvangen uit een dienstbetrekking die gelijkwaardig is aan de gevoerde onderneming. Op deze wijze kan Bank of Scotland van drie jaren gegevens analyseren. De maximale hypotheek kan niet meer bedragen dan 110% van de executiewaarde.
Indien het benodigd inkomen voor 50% of meer uit loondienst genoten wordt en van het inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf niet meer dan 50% benodigd is, kan 125% van de executiewaarde worden verstrekt.
Boven de 56 jaar dienen de pensioengegevens op gebruikelijke wijze te worden opgevraagd.
Aanvragen van horeca-ondernemers dienen altijd voorgelegd te worden.
5.12 Soort dienstverband
- Als de hoofdaanvrager één van de volgende dienstverbanden heeft, dient de aanvraag te worden afgewezen:
- Student
- WAO
- WW of Wachtgeld
- Geen beroep
- Huisvrouw / huisman
- Indien één van de bovenstaande beroepscategorieën van toepassing is op de tweede aanvrager, dan wordt een eventueel inkomen van deze tweede aanvrager buiten beschouwing gelaten bij de bepaling van de maximale financiering. Voor overige dienstverbanden gelden de volgende voorwaarden:
- Fulltime of parttime vast dienstverband = zonder meer acceptabel. Echter de aanvrager(s) moet(en) minimaal 3 maanden in dienst zijn.
- Fulltime of parttime tijdelijk dienstverband = acceptabel indien een intentieverklaring conform het model van de NHG kan worden overlegd. Het tijdelijke dienstverband zal dan worden bezien als een vast dienstverband. De intentieverklaring dient minimaal drie maanden na datum indiensttreding afgegeven te zijn. Indien een intentieverklaring niet wordt afgegeven, kan het betreffende inkomen niet worden meegenomen in de bepaling van de hoogte
- Bij een parttime dienstverband waarvan de werkgeversverklaring niet aansluit op de salarisstrook dient altijd de arbeidsovereenkomst overlegd te worden.
5.13 Meer dan één dienstverband
Indien een aanvrager meer dan één dienstverband heeft, dient voor het indienen van de aanvraag te worden overlegd met Bank of Scotland. Gekeken zal dan worden naar het totaal aantal gewerkte uren. Indien het totale aantal uren niet meer bedraagt dan 40 uur per week, mogen de inkomsten uit meerdere dienstverbanden worden meegenomen.
5.14 Buitenlandse nationaliteit
Aanvragen van personen met een niet Nederlandse nationaliteit worden individueel beoordeeld. De aanvrager dient langere tijd in Nederland te verblijven. Het dossier dient naar Bank of Scotland gezonden te worden voor finaal akkoord.
5.15 Echtscheiding
Voor aanvragen waarbij de debiteur gescheiden is zijn de volgende documenten vereist:
1. Echtscheidingsvonnis/ beschikking.
2. Uittreksel uit de burgerlijke stand van inschrijving van het echtscheidingsvonnis.
3. Echtscheidingsconvenant en eventuele akte van verdeling.
Aanvragen van debiteuren waarbij er sprake is van een op handen zijnde (echt)scheiding, waaronder tevens wordt begrepen een scheiding van tafel en bed, dienen te worden beoordeeld als ware de (echt)scheiding reeds gerealiseerd. Hiertoe dient de debiteur ter beoordeling in te zenden:
1. definitieve akte van verdeling.
2. echtscheidingsconvenant of de eventuele akte van verdeling.
5.16 Alimentatieplicht
De maximale kinderalimentatiegrens bedraagt € 250,- per kind. Alles daarboven dient te worden meegenomen als alimentatielast. De alimentatie aan de ex-partner wordt altijd in mindering gebracht op het bruto inkomen.
5.17 Faillissement
Indien een debiteur in staat van faillissement is gesteld of in surseance van betaling verkeert, zal de aanvraag voor de lening niet worden gehonoreerd. Debiteuren die in het verleden gefailleerd zijn, komen alleen in aanmerking voor een beoordeling wanneer het faillissement is opgeheven door 'homologatie van het akkoord' en alle schulden uit het verleden voldaan zijn. De stukken betreffende het faillissement moeten altijd worden opgevraagd. Aanvragen waarbij het faillissement is opgeheven wegens gebrek aan baten dienen te worden afgewezen. De debiteur mag als zodanig niet bekend zijn bij de Stichting Bureau Krediet Registratie te Tiel met vermelding van faillissement of ander A-coderingen.
5.18 Wet Sanering Natuurlijke Personen
Indien de aanvrager zich in een WSNP traject bevindt, zal de aanvraag voor een lening niet in behandeling worden genomen.
6. FINANCIERINGSLAST / WOONQUOTE
Bank of Scotland conformeert zich aan de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (comply). In bijzondere gevallen kan door Bank of Scotland op individuele basis afgeweken worden van de regels voor het bepalen van de leencapaciteit (explain), conform artikel 6 lid 6 van de Gedragscode. Indien afgeweken wordt van deze regels dient de overschrijding met de daaraan ten grondslag liggende kwalitatieve en kwantitatieve motivering vastgelegd te worden in het financieringsdossier.
Indien men gebruik wil maken van de Explain geldt een aanvullende set van voorwaarden. Deze zijn te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx onder het kopje 'Opgave van financiële draagkracht'.
6.1 Financieringslast
Onder financieringslast wordt verstaan de periodiek terugkerende xxxxx lasten die rechtstreeks zijn verbonden aan de financiering van het verkrijgen in eigendom van de woning. De gevraagde financiering is alleen mogelijk indien het inkomen acceptabel is (zie hoofdstuk 5); Voor de financiering van een Bank of Scotland Hypotheek of van een Bank of Scotland Budget Hypotheek gelden verder de volgende financieringseisen:
De financieringslast wordt bepaald op basis van de annuïteitenmethodiek. De annuïteitenmethodiek houdt in dat de financieringslast berekend wordt alsof er sprake is van een annuïteitenhypotheek met een looptijd van 30 jaar, ongeacht de werkelijke looptijd van de hypotheek. De woonquotes zijn gebaseerd op inkomensstaffels en rentestaffels. Deze treft u aan in de Appendix van deze gids.
De toetsrente wordt als volgt berekend:
Indien men kiest voor een variabele rente, een 1 jaar vaste rente of een 5 jaar vaste rente, wordt de toetsrente gelijk gesteld aan de 5 jaar vaste rente. Bij een 5 jaar vaste rente of langer is de toetsrente gelijk aan de werkelijke rente.
Bovenstaande wijkt af van de berekening die gebruikt wordt in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen aangezien hier een vaste toetsrente geldt voor rentevaste perioden tot 10 jaar.
6.2 BKR verplichtingen
Alle uit de BKR blijkende verplichtingen dienen te worden opgevoerd in het Stater Hypotheek Systeem (SHS). Bank of Scotland veronderstelt dat de terugbetaling op een Doorlopend Krediet geregistreerd als RK of de terugbetaling op een Verzendhuis Krediet geregistreerd als VK, 2% van de kredietlimiet bedraagt.
De lasten van een AK (Aflopend Krediet) blijken uit de BKR registratie. Deze lasten dienen in SHS te worden opgevoerd. Indien blijkt dat begin- en einddatum gelijk zijn (voorheen UB) moet 2% van de hoofdsom worden opgevoerd als maandlast.
Indien verplichtingen worden afgelost voor passeren van de hypotheekakte hoeven deze uiteraard niet te worden opgevoerd in SHS. Bewijs van aflossing dient te worden toegevoegd aan het dossier.
Indien volgens de offerte leningen gekweten dienen te worden voor/ tijdens passeren, dient een bewijs van eigen middelen of aflossing te worden overlegd. De klant dient in de acceptatie-offerte te tekenen voor de kwijting van de betreffende kredieten.
Met andere woorden, voor finaal akkoord dient men aan te tonen dat de te kwijten kredieten ingelost kunnen worden uit eigen middelen.
Een aanvraag kan worden afgewezen indien uit de BKR registratie blijkt dat het aantal geregistreerde contracten bij één aanvrager groter is dan vijf, en bij twee aanvragers groter is dan tien, ongeacht of deze contracten zijn ingelost.
Wanneer er kredieten voor of tijdens passeren moeten worden ingelost door de notaris of uit eigen middelen zullen wij bij NHG- én niet NHG-leningen altijd een recente schuldrest opgave opvragen bij de betreffende inkoopcombinatie, zodat de maatschappij, contractnummer en kredietlimiet van de lening in de notarisinstructie
kan worden verwerkt. De notaris zal hierdoor ook daadwerkelijk het juiste krediet aflossen en opheffen. De recente schuldrest opgave moet bij het complete dossier aangeleverd worden anders zal deze opgave voor finaal akkoord alsnog worden opgevraagd.
7. HERFINANCIERING / OVERSLUITEN
7.1 Consumptief krediet
Bij de Bank of Scotland Hypotheek of een Bank of Scotland Budget Hypotheek is een maximale consumptieve besteding van € 50.000,- toegestaan.
Te allen tijde dient een sluitende financieringsopzet aangeleverd te worden, zodat precies bepaald kan worden waar de aangevraagde financiering voor wordt gebruikt. Klant dient altijd (een) schuldrest opgave(s) van de huidige hypothecaire financiering aan te leveren. De maximale hypotheek welke bij een Bank of Scotland Hypotheek of bij een Bank of Scotland Budget Hypotheek kan worden aangevraagd bedraagt dan: huidige hypotheek + maximaal € 50.000,- aan (consumptieve) bestedingen/leningen
+ kosten oversluiting (b.v. boeterente, notariskosten en een eventueel verschuldigde vergoeding voor een vertrekkende partner). Indien tevens geleend wordt voor onderhoud / verbetering van de woning, dan dient dit bedrag te worden ondergebracht in een verbouwingsdepot.
Een woonlastenverzekering kan tevens worden meegefinancierd en wordt gezien als kosten oversluiting, waarbij geldt dat maximaal 5% van de executiewaarde tot een maximum van € 10.000,- mag worden meegenomen.
Wanneer de aanvrager aangeeft dat leningen die geregistreerd staan bij BKR destijds zijn gebruikt voor onderhoud / verbetering van de woning en dus fiscaal aftrekbaar zijn, dient men dit aan te tonen door middel van een kopie belastingaangifte en aanslag.
Mochten de kredieten meer bedragen dan € 50.000,- en worden deze afgelost uit een overbruggingskrediet dan is dit toegestaan. Aflossing van kredieten door middel van een overbrugging wordt gezien als een aflossing uit eigen middelen.
Appendix I
rente | <4,5 | 4,5 - 5% | 5 - 5,5 | 5,5 - 6 | 6 - 6,5 | 6,5 - 7 | 7 + | |
inkomen vanaf | ||||||||
€ | - | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
€ | 22.500 | 29,20 | 29,20 | 30,10 | 31,00 | 31,90 | 31,90 | 31,90 |
€ | 25.000 | 29,20 | 29,50 | 30,50 | 31,50 | 32,50 | 32,50 | 32,50 |
€ | 27.500 | 29,20 | 30,20 | 31,20 | 32,20 | 33,20 | 33,20 | 33,20 |
€ | 30.000 | 29,90 | 30,90 | 31,90 | 32,90 | 33,90 | 33,90 | 33,90 |
€ | 32.500 | 31,00 | 32,00 | 33,00 | 34,00 | 35,00 | 35,00 | 35,00 |
€ | 35.000 | 34,80 | 35,80 | 36,80 | 37,80 | 38,30 | 38,30 | 38,30 |
€ | 37.500 | 36,00 | 37,00 | 38,00 | 39,00 | 39,00 | 39,00 | 39,00 |
€ | 40.000 | 36,20 | 37,20 | 38,20 | 39,20 | 39,20 | 39,20 | 39,20 |
€ | 42.500 | 36,20 | 37,20 | 38,20 | 39,20 | 39,30 | 39,30 | 39,30 |
€ | 45.000 | 36,20 | 37,20 | 38,20 | 39,30 | 39,50 | 39,50 | 39,50 |
€ | 47.500 | 36,30 | 37,40 | 38,50 | 39,60 | 39,80 | 39,80 | 39,80 |
€ | 50.000 | 36,70 | 37,80 | 38,90 | 40,00 | 40,00 | 40,00 | 40,00 |
€ | 52.500 | 36,70 | 37,80 | 38,90 | 40,00 | 40,00 | 40,00 | 40,00 |
€ | 55.000 | 36,70 | 37,80 | 38,90 | 40,00 | 40,00 | 40,00 | 40,00 |
€ | 57.500 | 36,70 | 37,80 | 38,90 | 40,00 | 40,00 | 40,00 | 40,00 |
€ | 60.000 | 36,80 | 37,90 | 39,00 | 40,10 | 40,90 | 40,90 | 40,90 |
€ | 70.000 | 36,80 | 38,00 | 39,20 | 40,40 | 41,30 | 41,30 | 41,30 |
€ | 80.000 | 36,80 | 38,20 | 39,40 | 40,60 | 41,50 | 41,50 | 41,50 |
€ | 90.000 | 36,80 | 38,20 | 39,60 | 41,00 | 42,10 | 42,10 | 42,10 |
€ | 100.000 | 36,80 | 38,20 | 39,60 | 41,00 | 42,10 | 42,10 | 42,10 |
€ | 110.000 | 37,00 | 38,40 | 39,80 | 41,20 | 42,30 | 42,30 | 42,30 |