TRAC T A TENBLAD
7 (2007) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2007 Nr. 88
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Urugay inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douane- wetgeving;
Montevideo, 22 februari 2007
B. TEKST1)
Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Oriental Republic of Uruguay on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences
The Kingdom of the Netherlands and
the Oriental Republic of Uruguay,
hereafter referred to as the Contracting Parties,
Considering the importance of accurate assessment of customs duties and other taxes collected at importation or exportation and of ensuring proper enforcement of measures of prohibition, restriction and control;
Considering that offences against customs law are prejudicial to their economic, fiscal, social, cultural, public health and commercial interests;
Considering that cross-frontier trafficking in narcotic drugs and psy- chotropic substances, hazardous goods, endangered species and toxic waste constitutes a danger to society;
Recognizing the need for international co-operation in matters related to the application and enforcement of their customs laws;
Convinced that action against customs offences can be made more effective by close co-operation between their customs administrations based on clear legal provisions;
Having regard to the relevant instruments of the Customs Co-operation Council, in particular the Recommendation on mutual administrative assistance of 5 December 1953;
Having regard also to international conventions containing prohibi- tions, restrictions and special measures of control in respect of specific goods;
Have agreed as follows:
1) De Spaanse tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douane- wetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving
Het Koninkrijk der Nederlanden en
de Republiek ten Oosten van de Uruguay, hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en andere belastingen die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handhaving van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Overwegend dat inbreuken op de douanewetgeving hun economische, fiscale, sociale en culturele belangen en de belangen op het gebied van de volksgezondheid en handel schaden;
Overwegend dat de grensoverschrijdende handel in verdovende mid- delen en psychotrope stoffen, gevaarlijke stoffen, bedreigde dier- en plantensoorten en giftig afval een gevaar voor de samenleving vormt;
Erkennend de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handhaving van hun douanewetgeving;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douane- wetgeving doeltreffender kan worden door middel van nauwe samenwer- king tussen hun douaneadministraties op basis van duidelijke wettelijke bepalingen;
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, in het bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse admi- nistratieve bijstand van 5 december 1953;
Tevens gelet op verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen bevatten;
Zijn het volgende overeengekomen:
CHAPTER I DEFINITIONS
Article 1
For the purposes of this Agreement,
1. the term ‘‘customs administration’’ shall mean:
– for the Kingdom of the Netherlands: the central administration responsible for the implementation of customs law;
– for the Oriental Republic of Uruguay: Dirección Nacional de Adu- anas;
2. the term ‘‘customs law’’ shall mean: any legal and administrative provisions applicable or enforceable by the customs administrations in connection with the importation, exportation, transhipment, transit, stor- age and circulation of goods, including legal and administrative provi- sions relating to measures of prohibition, restriction and control;
3. the term ‘‘customs offence’’ shall mean: any breach of customs law as defined by the legislation of each Contracting Party as well as any such attempted breach;
4. the term ‘‘customs claim’’ shall mean: any amount of duties and taxes to which this Agreement applies and of increases, surcharges, over- due payments, interests and costs pertaining to the said duties and taxes that cannot be collected in one of the Contracting Parties;
5. the term ‘‘person’’ shall mean: either a physical human being or a legal entity;
6. the term ‘‘personal data’’ shall mean: any data concerning an iden- tified or identifiable physical human being;
7. the term ‘‘information’’ shall mean: any data, documents, reports, certified or authenticated copies thereof or other communications in any format, including electronic;
8. the term ‘‘requesting administration’’ shall mean: the customs administration which requests assistance;
9. the term ‘‘requested administration’’ shall mean: the customs ad- ministration from which assistance is requested.
HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
Voor de toepassing van dit Verdrag:
1. wordt onder ,,douaneadministratie’’ verstaan:
– wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft: de centrale administra- tie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving;
– wat de Republiek ten Oosten van de Uruguay betreft: de Dirección Nacional de Aduanas;
2. wordt onder ,,douanewetgeving’’ verstaan: alle wettelijke en admi- nistratieve bepalingen die door de douaneadministraties worden toege- past of gehandhaafd in verband met de invoer, uitvoer, overslag, door- voer, opslag en het vervoer van goederen, met inbegrip van wettelijke en administratieve bepalingen met betrekking tot verbods-, beperkings- en controlemaatregelen;
3. wordt onder ,,inbreuk op de douanewetgeving’’ verstaan: elke schending van de douanewetgeving zoals omschreven in de wetgeving van elk der Verdragsluitende Partijen, alsmede elke poging tot een der- gelijke schending;
4. wordt onder ,,douanevordering’’ verstaan: elk bedrag aan rechten en belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is en aan verhogingen, administratieve boeten, achterstallige betalingen, renten en kosten die betrekking hebben op de genoemde rechten en belastingen die niet in een van de Verdragsluitende Partijen kunnen worden geïnd;
5. wordt onder ,,persoon’’ verstaan: zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon;
6. wordt onder ,,persoonsgegevens’’ verstaan: alle gegevens betref- fende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
7. wordt onder ,,informatie’’ verstaan: alle gegevens, documenten, rapporten, gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften daarvan of andere mededelingen ongeacht in welke vorm, met inbegrip van de elektroni- sche vorm;
8. wordt onder ,,verzoekende administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand verzoekt;
9. wordt onder ,,aangezochte administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand wordt verzocht.
CHAPTER II
SCOPE OF THE AGREEMENT
Article 2
1. The Contracting Parties shall through their customs administra- tions afford each other administrative assistance under the terms set out in this Agreement, for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences, as well as for the recovery of customs claims.
2. All assistance under this Agreement by either Contracting Party shall be performed in accordance with its legal and administrative pro- visions and within the limits of its customs administration’s competence and available resources.
3. This Agreement is without prejudice to the present and future obli- gations of the Kingdom of the Netherlands and the Oriental Republic of Uruguay resulting from other international agreements.
4. This Agreement is intended solely for the mutual administrative assistance between the Contracting Parties; the provisions of this Agree- ment shall not give rise to a right on the part of any private person to obtain, suppress or exclude any evidence or to impede the execution of a request.
5. This Agreement is without prejudice to rules governing mutual assistance in criminal matters. If mutual assistance should be afforded in accordance with another agreement in force between the Contracting Parties, the requested administration shall indicate which relevant auth- orities are concerned.
CHAPTER III SCOPE OF ASSISTANCE
Article 3
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information which helps to ensure proper application of the customs law and the prevention, inves- tigation and combating of customs offences, as well as the recovery of customs claims.
2. Either customs administration shall, in making inquiries on behalf of the other customs administration, act as if the inquiries were being made on its own account or at the request of another authority of its own state.
HOOFDSTUK II REIKWIJDTE VAN HET VERDRAG
Artikel 2
1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag vervatte voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede voor de invordering van douanevorderingen.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar wette- lijke en administratieve bepalingen en binnen de grenzen van de be- voegdheden en beschikbare middelen van haar douaneadministratie.
3. Dit Verdrag laat onverlet de huidige en toekomstige verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek ten Oosten van de Uruguay die uit andere internationale overeenkomsten voortvloeien.
4. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijs- materiaal te doen verkrijgen, te doen achterhouden of ontoelaatbaar te doen verklaren dan wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
5. Dit Verdrag laat onverlet de regelgeving inzake wederzijdse bij- stand in strafzaken. Indien wederzijdse bijstand dient te worden verleend in overeenstemming met een andere geldende overeenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke autoriteiten het betreft.
HOOFDSTUK III REIKWIJDTE VAN DE BIJSTAND
Artikel 3
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, informatie met het oog op de juiste toepassing van de douanewetgeving en het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede voor de invordering van douanevorderingen.
2. Elk van beide douaneadministraties handelt bij het instellen van een onderzoek ten behoeve van de andere douaneadministratie alsof het onderzoek werd ingesteld ten behoeve van haarzelf of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen staat.
Article 4
1. On request, the requested administration shall provide all informa- tion about the customs law and procedures applicable in that Contract- ing Party and relevant to inquiries relating to a customs offence.
2. Either customs administration shall communicate, on its own ini- tiative and without delay, any available information relating to:
a) new customs law enforcement techniques having proved their effectiveness;
b) new trends, means or methods of committing customs offences.
CHAPTER IV
SPECIAL INSTANCES OF ASSISTANCE
Article 5
On request, the requested administration shall in particular provide the requesting administration with the following information:
a) whether goods which are imported into the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully exported from the customs territory of the requested Contracting Party;
b) whether goods which are exported from the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully imported into the customs territory of the requested Contracting Party and about the cus- toms procedure, if any, under which the goods have been placed.
Article 6
1. On request, the requested administration shall maintain special sur- veillance over:
a) persons known to the requesting administration to have commit- ted a customs offence or suspected of doing so, particularly those mov- ing into and out of the customs territory of the requested Contracting Party;
b) goods either in transport or in storage notified by the requesting administration as giving rise to suspected illicit traffic towards the cus- toms territory of the requesting Contracting Party;
c) means of transport suspected by the requesting administration of being used to commit customs offences in the customs territory of the requesting Contracting Party.
Artikel 4
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, alle informa- tie over de in die Verdragsluitende Partij toepasselijke douanewetgeving en -regelingen die van belang is voor het onderzoek met betrekking tot een inbreuk op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douaneadministraties verstrekt, uit eigen beweging en onverwijld, alle beschikbare informatie met betrekking tot:
a. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.
HOOFDSTUK IV BIJZONDERE VORMEN VAN BIJSTAND
Artikel 5
De aangezochte administratie verstrekt op verzoek de verzoekende administratie met name de volgende informatie:
a. of goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de ver- zoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn uitgevoerd uit het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij;
b. of goederen die worden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij en over de douaneregeling waaronder de goederen eventueel zijn gebracht.
Artikel 6
1. De aangezochte administratie houdt op verzoek bijzonder toezicht op:
a. personen ten aanzien van wie het de verzoekende administratie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt of die daarvan worden verdacht, met name diegenen die het douane- gebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij betreden en verlaten;
b. goederen in vervoer of in opslag ten aanzien waarvan door de ver- zoekende administratie is medegedeeld dat er een vermoeden van onge- oorloofd verkeer naar het douanegebied van de verzoekende Verdrag- sluitende Partij bestaat;
c. vervoermiddelen waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de douane- wetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
2. The customs administrations may permit, according to their na- tional legislation, by mutual agreement and arrangement, under their control, the importation into, exportation from or transit via the customs territory of their respective states of goods involved in illicit traffic in order to suppress such illicit traffic.
Article 7
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information on transactions, com- pleted or planned, which constitute or appear to constitute a customs offence.
2. In serious cases that could involve substantial damage to the economy, public health, public security or any other vital interest of one Contracting Party, the customs administration of the other Contracting Party shall, wherever possible, supply information without delay on its own initiative.
Article 8
1. The customs administrations shall afford each other assistance with a view to the recovery of customs claims in accordance with their respective national legal and administrative provisions for the recovery of their own duty and tax claims.
2. The customs administrations shall by common agreement prescribe rules concerning the application of this Article in accordance with para- graph 2 of Article 18 of this Agreement. Those rules may include terms and conditions under which the application by the requested customs administration of its national legal and administrative provisions as meant in paragraph 1 of this Article shall be at the discretion of that administration.
CHAPTER V INFORMATION
Article 9
1. Original information shall only be requested in cases where certi- fied or authenticated copies would be insufficient, and shall be returned as soon as possible; rights of the requested administration or of third par- ties relating thereto shall remain unaffected.
2. Any information to be exchanged under this Agreement shall be accompanied by all relevant information for interpreting or utilizing it.
2. De douaneadministraties kunnen, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, met wederzijdse overeenstemming en door middel van een wederzijdse regeling, toestemming verlenen voor de onder hun toezicht verrichte invoer in, uitvoer uit of doorvoer via het douanegebied van hun respectieve staten van goederen die zijn betrokken bij illegale handel om deze illegale handel tegen te gaan.
Artikel 7
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, informatie over verrichte of voorgenomen transacties die een inbreuk op de douanewetgeving vormen of lijken te vormen.
2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, openbare veiligheid of enig ander vitaal belang van de ene Verdragsluitende Partij met zich zouden kunnen brengen, verstrekt de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij waar mo- gelijk onverwijld uit eigen beweging informatie.
Artikel 8
1. De douaneadministraties verlenen elkaar bijstand met het oog op de invordering van douanevorderingen overeenkomstig hun respectieve nationale wettelijke en administratieve bepalingen voor het invorderen van hun eigen vorderingen betreffende rechten en belastingen.
2. De douaneadministraties zullen in onderlinge overeenstemming regels voorschrijven met betrekking tot de toepassing van dit artikel, in overeenstemming met artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag. Deze regels kunnen voorwaarden en bepalingen omvatten op grond waarvan de toepassing door de aangezochte douaneadministratie van haar natio- nale wettelijke en administratieve bepalingen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt overgelaten aan het oordeel van die administra- tie.
HOOFDSTUK V INFORMATIE
Artikel 9
1. Om originele informatie wordt slechts verzocht in gevallen waarin niet met gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften kan worden vol- staan, en deze wordt zo spoedig mogelijk teruggezonden; zulks laat rechten van de aangezochte administratie of van derden terzake onver- let.
2. Alle ingevolge dit Verdrag uit te wisselen informatie gaat verge- zeld van alle informatie die van belang is om deze te interpreteren of te gebruiken.
CHAPTER VI EXPERTS AND WITNESSES
Article 10
On request, the requested administration shall authorize its officials to appear before a court or tribunal in the other Contracting Party as experts or witnesses in the matter of a customs offence.
CHAPTER VII COMMUNICATION OF REQUESTS
Article 11
1. Requests for assistance under this Agreement shall be addressed directly to the customs administration of the other Contracting Party, shall be made in writing and shall be accompanied by any documents deemed useful. When the circumstances so require, requests may also be made verbally. Such requests shall be promptly confirmed in writing.
2. Requests made pursuant to paragraph 1 of this Article, shall in- clude the following details:
a) the administration making the request;
b) the subject of and reason for the request;
c) a brief description of the matter, the legal elements and the nature of the proceeding;
d) the names and addresses of the parties concerned with the pro- ceeding, if known.
3. A request by either customs administration that a certain procedure be followed shall be complied with, subject to the legal and administra- tive provisions of the requested Contracting Party.
4. The information referred to in this Agreement shall be communi- cated only to officials who are designated for this purpose by each cus- toms administration. A list of officials so designated shall be furnished to the customs administration of the other Contracting Party in accord- ance with paragraph 2 of Article 18 of this Agreement.
CHAPTER VIII EXECUTION OF REQUESTS
Article 12
If the requested administration does not have the information re- quested, it shall initiate inquiries to obtain that information in accord- ance with its national legal and administrative provisions. These inquir-
HOOFDSTUK VI DESKUNDIGEN EN GETUIGEN
Artikel 10
De aangezochte administratie machtigt op verzoek haar ambtenaren om ter zake van een inbreuk op de douanewetgeving als deskundige of getuige te verschijnen voor een rechterlijke instantie van de andere Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK VII TOEZENDING VAN VERZOEKEN
Artikel 11
1. Verzoeken om bijstand uit hoofde van dit Verdrag worden, schrif- telijk en vergezeld van nuttig geachte documenten, rechtstreeks aan de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij gericht. Wan- neer de omstandigheden dit vereisen, kunnen verzoeken ook mondeling worden gedaan. Dergelijke verzoeken worden onmiddellijk schriftelijk bevestigd.
2. Verzoeken ingevolge het eerste lid van dit artikel bevatten de vol- gende gegevens:
a. de administratie die het verzoek doet;
b. het onderwerp van en de reden voor het verzoek;
c. een korte beschrijving van de zaak, de juridische aspecten en de aard van de procedure;
d. de namen en adressen van de betrokken partijen, voorzover be- kend.
3. Een verzoek van een van de douaneadministraties om een bepaalde procedure te volgen wordt ingewilligd, met inachtneming van de wette- lijke en administratieve bepalingen van de aangezochte Verdragsluitende Partij.
4. De in dit Verdrag bedoelde informatie wordt alleen aan ambtena- ren medegedeeld die door elke douaneadministratie hiertoe zijn aange- wezen. Een lijst van aldus aangewezen ambtenaren wordt aan de douane- administratie van de andere Verdragsluitende Partij verstrekt in overeenstemming met artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag.
HOOFDSTUK VIII UITVOERING VAN VERZOEKEN
Artikel 12
Indien de aangezochte administratie niet over de gevraagde informa- tie beschikt, stelt zij in overeenstemming met haar nationale wettelijke en administratieve bepalingen een onderzoek in om die informatie te
ies shall include the taking of statements from persons from whom information is sought in connection with a customs offence and from witnesses and experts.
Article 13
1. On written request, officials designated by the requesting adminis- tration may, with the authorization of the requested administration and subject to conditions the latter may impose, for the purpose of investi- gating a customs offence:
a) consult in the offices of the requested administration the docu- ments, registers and other relevant data to extract any information in respect of that customs offence;
b) take copies of the documents, registers and other data relevant in respect of that customs offence;
c) be present during an inquiry conducted by the requested adminis- tration in the customs territory of the requested Contracting Party and relevant to the requesting administration.
2. When officials of the customs administration are present in the ter- ritory of the other Contracting Party in the circumstances provided for in Article 10 or in paragraph 1 of this Article, they must at all times be able to furnish proof of their official capacity.
3. They shall, while there, enjoy the same protection as that accorded to customs officials of the other Contracting Party, in accordance with the laws in force there, and be responsible for any offence they might commit.
CHAPTER IX CONFIDENTIALITY OF INFORMATION
Article 14
1. Any information received under this Agreement shall be used solely for the purposes of this Agreement and by the customs adminis- trations, except in cases in which the customs administration which fur- nished such information expressly approves its use for other purposes or by other authorities. Such use shall then be subject to any restrictions laid down by the customs administration which furnished the informa- tion. Any such information may, if the national law of the furnishing Contracting Party so prescribes, only be used in criminal prosecutions
verkrijgen. Dit onderzoek omvat mede het optekenen van verklaringen van personen van wie informatie wordt verlangd in verband met een inbreuk op de douanewetgeving en van getuigen en deskundigen.
Artikel 13
1. Door de verzoekende administratie aangewezen ambtenaren kun- nen, met instemming van de aangezochte administratie en onder voor- waarden die laatstgenoemde hieraan kan verbinden, ten behoeve van onderzoek naar een inbreuk op de douanewetgeving, op schriftelijk ver- zoek:
a. ten kantore van de aangezochte administratie de documenten, registers en andere van belang zijnde gegevens raadplegen om daaruit alle informatie met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving over te nemen;
b. kopieën maken van de documenten, registers en andere gegevens die met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving van belang zijn;
c. aanwezig zijn bij een door de aangezochte administratie geleid onderzoek in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij dat van belang is voor de verzoekende administratie.
2. Wanneer, onder de in artikel 10 of in het eerste lid van dit artikel bedoelde omstandigheden, ambtenaren van de douaneadministratie aan- wezig zijn op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, moeten zij te allen tijde in staat zijn hun ambtelijke hoedanigheid aan te tonen.
3. Gedurende hun verblijf aldaar genieten zij dezelfde bescherming als die welke wordt toegekend aan douaneambtenaren van de andere Verdragsluitende Partij, in overeenstemming met de aldaar geldende wetgeving en zijn zij verantwoordelijk voor de strafbare feiten die zij eventueel begaan.
HOOFDSTUK IX VERTROUWELIJK KARAKTER VAN INFORMATIE
Artikel 14
1. Alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie mag slechts voor de doeleinden van dit Verdrag en door de douaneadministraties worden gebruikt, behalve in de gevallen waarin de douaneadministratie die deze informatie heeft verstrekt, uitdrukkelijk haar goedkeuring hecht aan het gebruik daarvan voor andere doeleinden of door andere autori- teiten. In dat geval is dat gebruik onderworpen aan eventuele beperkin- gen die zijn vastgelegd door de douaneadministratie die de informatie heeft verstrekt. Deze informatie mag, indien de nationale wetgeving van
after the public prosecution or judicial authorities in the furnishing Con- tracting Party have agreed to such use.
2. Any information received under this Agreement shall at least be subject to the same protection and confidentiality as the same kind of information is subject to under the national law having regard to the citi- zens of the Contracting Party where it is received irrespective of the nationality, citizenship or residence of the persons concerned.
3. The disclosure by either customs administration of information under the obligations of the Kingdom of the Netherlands or the Oriental Republic of Uruguay, referred to in paragraph 3 of Article 2 of this Agreement, will be notified to the other customs administration in advance.
Article 15
1. Personal data exchanged under this Agreement shall be subject to a level of protection equivalent to the level of protection maintained by the Contracting Party providing the data.
2. Contracting Parties shall provide each other with all legislation rel- evant to this Article, concerning personal data protection of their respec- tive states.
3. Personal data exchange shall not begin until the Contracting Par- ties have agreed in accordance with paragraph 2 of Article 18 of this Agreement that the level of protection is equivalent in either Contract- ing Party.
CHAPTER X EXEMPTIONS
Article 16
1. The requested administration shall not be required to give the assistance provided for by this Agreement if it is likely to jeopardize public order or any other essential interest of the requested Contracting Party or would involve the violation of an industrial, commercial or pro- fessional secret.
2. If the requesting administration would be unable to comply if a similar request were made by the requested administration, it shall draw attention to that fact in its request. Compliance with such a request shall be at the discretion of the requested administration.
de verstrekkende Verdragsluitende Partij dat voorschrijft, slechts bij strafrechtelijke vervolgingen worden gebruikt nadat het openbaar minis- terie of de rechterlijke autoriteiten in de verstrekkende Verdragsluitende Partij met dit gebruik hebben ingestemd.
2. Voor alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie gelden ten minste dezelfde bescherming en vertrouwelijkheid als die welke voor soortgelijke informatie gelden krachtens de nationale wetgeving die van toepassing is op de onderdanen van de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied deze wordt ontvangen, ongeacht nationaliteit, staatsburger- schap of verblijfplaats van de betrokken personen.
3. Indien informatie door een van de douaneadministraties uit hoofde van de verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden of van de Republiek ten Oosten van de Uruguay, bedoeld in artikel 2, derde lid, van dit Verdrag, bekend wordt gemaakt, wordt de andere douane- administratie daarvan vooraf in kennis gesteld.
Artikel 15
1. Uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens vallen onder een beschermingsniveau dat gelijk is aan het beschermingsniveau dat door de Verdragsluitende Partij die de gegevens verstrekt, wordt gehanteerd.
2. De Verdragsluitende Partijen verschaffen elkaar alle wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens in hun respectieve staten welke van belang is voor dit artikel.
3. Persoonsgegevens worden niet uitgewisseld voordat de Verdrag- sluitende Partijen overeenkomstig artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag zijn overeengekomen dat het beschermingsniveau in beide Verdrag- sluitende Partijen gelijk is.
HOOFDSTUK X ONTHEFFING
Artikel 16
1. De aangezochte administratie is niet verplicht de in dit Verdrag bedoelde bijstand te verlenen indien deze de openbare orde of enig ander wezenlijk belang van de aangezochte Verdragsluitende Partij zou kun- nen schaden of tot een schending van een industrieel of een commercieel geheim, dan wel van een beroepsgeheim zou kunnen leiden.
2. Indien de verzoekende administratie niet in staat zou zijn een soortgelijk verzoek van de aangezochte administratie in te willigen, wijst zij daarop in haar verzoek. Inwilliging van een dergelijk verzoek wordt overgelaten aan het oordeel van de aangezochte administratie.
3. Assistance may be postponed by the requested administration on the ground that it will interfere with an ongoing investigation, prosecu- tion or proceeding. In such a case the requested administration shall con- sult with the requesting administration to determine if assistance can be given subject to such terms or conditions as the requested administration may require.
4. Where assistance is denied or postponed, reasons for the denial or postponement shall be given.
CHAPTER XI COSTS
Article 17
1. The customs administrations shall waive all claims for reimburse- ment of costs incurred in the execution of this Agreement, except for expenses and allowances paid to experts and to witnesses as well as costs of interpreters other than Government employees, which shall be borne by the requesting administration.
2. Pecuniary consequences of acts of recovery which have been found unjustified in respect of the reality of the customs claim concerned or of the validity of the instrument permitting enforcement in the requesting Contracting Party, shall be borne by the requesting adminis- tration.
3. If expenses of a substantial and extraordinary nature are or will be required to execute the request, the Contracting Parties shall consult to determine the terms and conditions under which the request will be executed as well as the manner in which the costs shall be borne.
CHAPTER XII IMPLEMENTATION OF THE AGREEMENT
Article 18
1. The customs administrations shall take measures so that their offi- cials responsible for the investigation or combating of customs offences maintain personal and direct relations with each other.
2. The customs administrations shall decide on further detailed arran- gements, within the framework of this Agreement, to facilitate the implementation of this Agreement.
3. The customs administrations shall endeavour to resolve by mutual accord any problem or doubt arising from the interpretation or applica- tion of this Agreement.
3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitge- steld op grond van het feit dat een lopend onderzoek of een lopende ver- volging of procedure hierdoor wordt doorkruist. In een dergelijk geval pleegt de aangezochte administratie overleg met de verzoekende adminis- tratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de voor- waarden of omstandigheden die de aangezochte administratie verlangt.
4. Wanneer de bijstand wordt geweigerd of uitgesteld, dienen de redenen voor de weigering of het uitstel te worden gegeven.
HOOFDSTUK XI KOSTEN
Artikel 17
1. De douaneadministraties zien af van alle vorderingen tot vergoe- ding van ter uitvoering van dit Verdrag gemaakte kosten, met uitzonde- ring van bedragen en vergoedingen betaald aan deskundigen en getuigen alsook de kosten van tolken die niet in dienst zijn van de regering, welke worden gedragen door de verzoekende administratie.
2. Financiële gevolgen van invorderingshandelingen waarvan is ge- bleken dat zij niet gerechtvaardigd zijn op grond van de vaststaande fei- ten met betrekking tot de desbetreffende douanevordering of de geldig- heid van de executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij, worden gedragen door de verzoekende administratie.
3. Indien met de uitvoering van het verzoek aanmerkelijke kosten van buitengewone aard zijn of zullen zijn gemoeid, plegen de Verdrag- sluitende Partijen overleg om de voorwaarden te bepalen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten wor- den gedragen.
HOOFDSTUK XII UITVOERING VAN HET VERDRAG
Artikel 18
1. De douaneadministraties nemen maatregelen opdat hun met het onderzoek of de bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving belaste ambtenaren persoonlijke en rechtstreekse betrekkingen met el- kaar kunnen onderhouden.
2. De douaneadministraties besluiten over nadere regelingen, binnen het kader van dit Verdrag, ter vergemakkelijking van de uitvoering van dit Verdrag.
3. De douaneadministraties streven ernaar eventuele problemen of twijfels naar aanleiding van de uitlegging of toepassing van dit Verdrag in onderlinge overeenstemming op te lossen.
4. Conflicts for which no solutions are found, shall be settled through diplomatic channels.
CHAPTER XIII APPLICATION
Article 19
1. As far as the Oriental Republic of Uruguay is concerned, this Agreement shall apply to all of its territory.
2. As far as the Kingdom of the Netherlands is concerned, this Agree- ment shall apply to its territory in Europe. It may, however, be extended either in its entirety or with any necessary modifications to the Nether- lands Antilles or to Aruba.
3. Such extension shall take effect from such date and be subject to such modifications and conditions, including conditions as to termina- tion, as may be specified and agreed in notes to be exchanged through diplomatic channels.
CHAPTER XIV
ENTRY INTO FORCE AND TERMINATION
Article 20
This Agreement shall enter into force on the first day of the second month after the Contracting Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the constitutional or internal require- ments for the entry into force of this Agreement have been complied with.
Article 21
1. This Agreement is intended to be of unlimited duration but either Contracting Party may terminate it at any time by notification through diplomatic channels.
2. The termination shall take effect three months from the date of the notification of denunciation to the other Contracting Party. Ongoing pro- ceedings at the time of termination shall nonetheless be completed in accordance with the provisions of this Agreement.
3. Unless otherwise agreed the termination of this Agreement shall not also terminate its application to the Netherlands Antilles or to Aruba if it has been extended thereto in conformity with the provisions of para- graph 2 of Article 19.
4. Conflicten waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden langs diplomatieke weg geregeld.
HOOFDSTUK XIII TOEPASSING
Artikel 19
1. Wat de Republiek ten Oosten van de Uruguay betreft, is dit Ver- drag van toepassing op haar gehele grondgebied.
2. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag van toe- passing op zijn grondgebied in Europa. Het Verdrag kan evenwel, hetzij in zijn geheel, hetzij met de nodige wijzigingen, worden uitgebreid tot de Nederlandse Antillen of tot Aruba.
3. Bedoelde uitbreiding wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, die nader worden vastge- steld en overeengekomen bij diplomatieke notawisseling.
HOOFDSTUK XIV INWERKINGTREDING EN BEËINDIGING
Artikel 20
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schrif- telijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de grondwettelijke of natio- nale vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Artikel 21
1. Dit Verdrag wordt in beginsel voor onbepaalde tijd gesloten, maar elk van beide Verdragsluitende Partijen kan het te allen tijde langs diplo- matieke weg opzeggen.
2. De beëindiging wordt van kracht drie maanden na de datum van de kennisgeving van opzegging aan de andere Verdragsluitende Partij. Lopende procedures op het tijdstip van beëindiging worden niettemin voltooid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
3. Tenzij anders overeengekomen, wordt door de beëindiging van dit Verdrag niet tegelijkertijd de toepassing daarvan op de Nederlandse Antillen of op Aruba beëindigd, indien het daartoe is uitgebreid over- eenkomstig de bepalingen van artikel 19, tweede lid.
Article 22
The Contracting Parties shall meet in order to review this Agreement on request or at the end of five years from the date of its entry into force, unless they notify one another in writing that no such review is necess- ary.
IN WITNESS whereof the undersigned, being duly authorized thereto, have signed this Agreement.
DONE at Montevideo on the 22nd day of February 2007, in duplicate, in the Netherlands, Spanish and English languages, all texts being equally authentic. In case of divergence of interpretation the English text shall prevail.
For the Kingdom of the Netherlands,
R. H. MEYS
For the Oriental Republic of Uruguay,
X. XXXXXXX
Artikel 22
De Verdragsluitende Partijen komen op verzoek of na het verstrijken van vijf jaar vanaf de inwerkingtreding van dit Verdrag bijeen om het te heroverwegen, tenzij zij elkaar schriftelijk ervan in kennis stellen dat een dergelijke heroverweging niet nodig is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te Montevideo op 22 februari 2007, in tweevoud, in de Nederlandse, de Spaanse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijke- lijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden,
R.H. MEYS
Voor de Republiek ten Oosten van de Uruguay,
X. XXXXXXX
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 20 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis heb- ben gesteld dat aan de grondwettelijke of nationale vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Uitgegeven de tiende mei 2007.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. VERHAGEN
TRB4419
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2007