Triodos Bank.
Triodos Bank.
Algemene voorwaarden
voor kredietverlening en zekerheidstelling Triodos Bank en Triodos Groenfonds.
1
juli 2019
INLEIDING
Deze Algemene Voorwaarden zijn vastgesteld bij akte in juli 2019 verleden voor mr. X.X. Xxxxxxxx, notaris te Utrecht. Deze Algemene Voorwaarden gelden voor alle Kredieten van Triodos Bank en Triodos Groenfonds en voor alle in verband daarmee verstrekte Hypotheken en overige zekerheden.
Elk in deze Algemene Voorwaarden met een hoofdletter aangeduid begrip heeft de betekenis als hieronder aangegeven in Artikel 1.
Informatie over de organisatie en activiteiten van Triodos Bank en Triodos Groenfonds kunt u vinden op xxx.xxxxxxx.xx
Vragen en verstrekken van informatie
Voor vragen die u in verband met Kredieten van Triodos Bank en Triodos Groenfonds mocht hebben, kunt u zich wenden tot het adres en de contactpersonen welke bekend zijn gemaakt bij de aanbieding van de Kredietovereenkomst of tot:
Triodos Bank N.V. Triodos Groenfonds N.V. Xxxxxxxxxxxxxx 0 Xxxxxxxxxxxxxx 0
3704 EC Zeist 3704 EC Zeist
Tel. 000 0000000 Tel. 000 0000000
Opbouw van deze Algemene Voorwaarden
Deze Algemene Voorwaarden bestaan uit 5 onderdelen.
• In onderdeel I zijn definities en begrippen met uitleg opgenomen die in Kredietdocumenten worden gebruikt. Dit onderdeel bevat ook een aantal algemene bepalingen.
• In onderdeel II zijn bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op Kredieten van Triodos Bank en/of Triodos Groenfonds.
• In onderdeel III zijn bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op specifiek daarin aangeduide voor een Krediet afgegeven borgstellingen.
• In onderdeel IV zijn bepalingen opgenomen die uitsluitend van toepassing zijn op Kredieten van Triodos Groenfonds.
• In onderdeel V zijn bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op iedere Hypotheek en ieder Pandrecht.
INHOUDSOPGAVE
I. | ALGEMEEN | 5 |
1 | Definities | 5 |
2 | Uitleg van begrippen in Xxxxxxxxxxxxxxxxx | 00 |
3 | Algemene bepalingen bij uitoefening door Kredietgever van zijn (verhaals)rechten | 11 |
4 | Algemene bepalingen met betrekking tot volmachten | 12 |
5 | Hoofdelijke aansprakelijkheid en gebondenheid van Schuldenaren | 13 |
6 | Verklaringen van Schuldenaren | 14 |
7 | Informatieverplichtingen van Schuldenaren, financieel en algemeen | 15 |
8 | Overige verplichtingen van Kredietnemer/Xxxxxxxxxxxx | 00 |
9 | Verwerking persoons- en overige gegevens Schuldenaren | 18 |
10 | Kosten voor rekening van Xxxxxxxxxxxx | 19 |
11 | Overdracht van rechten en/of verplichtingen onder Kredietdocumenten | 20 |
12 | Wijziging van Kredietdocumenten | 21 |
13 | Partiële nietigheid, afstand van recht en rechtsverwerking | 22 |
14 | Bewijskracht administratie Kredietgever | 22 |
15 | Rangorde toepasselijkheid bepalingen in Algemene Voorwaarden en andere Kredietdocumenten | 22 |
16 | Toepasselijk recht en forumkeuze | 22 |
II. | VOORWAARDEN KREDIETEN | 23 |
17 | Doel en opschortende voorwaarden | 23 |
18 | Renteperiodes, rentepercentage, doorberekenen verhoogde kosten, vertragingsrente, wegvallen Referentierente | 23 |
19 | Herziening van rente | 25 |
20 | Rente- en provisieberekening en betaling | 25 |
21 | Aflossing | 26 |
22 | Vervroegde aflossaing | 26 |
23 | Betalingen | 26 |
24 | Saldo-opgaven | 27 |
25 | Vervroegde opeisbaarheid | 28 |
26 | Opzegging Rekening-courant Faciliteit | 31 |
27 | Verrekening | 31 |
28 | Schadeloosstelling en vrijwaring | 32 |
29 | Projectfinanciering | 32 |
III. | BIJZONDERE VOORWAARDEN AANGAANDE BORGSTELLINGEN | 34 |
30 | Borgstelling | 34 |
31 | Medewerking Kredietnemer aan voorwaarden borgstelling | 34 |
IV. | AANVULLENDE VOORWAARDEN KREDIETFACILITEITEN TRIODOS GROENFONDS | 35 |
32 | Medewerking Kredietnemer aan de Groenregeling | 35 |
33 | Verplichtingen met betrekking tot de Groenverklaring | 35 |
34 | Geen Groenverklaring | 35 |
35 | Wijziging Groenregeling, Wet inkomstenbelasting 2001 | 36 |
36 | Verlies erkenning | 36 |
V. | XXXXXXXXXXXXXXXXXX | 00 |
37 | Hypotheek | 37 |
38 | Pandrecht | 37 |
39 | Tijdstippen afgifte verklaringen Zekerheidsgever | 39 |
40 | Aanvullende zekerheid en herverpanding | 40 |
41 | Verzekering | 40 |
42 | Verhuur | 42 |
43 | Hertaxatie | 42 |
44 | Overige verplichtingen met betrekking tot het Onderpand en Verpande Goederen | 43 |
45 | Overige verplichtingen met betrekking tot rechten | 45 |
46 | Rechterlijke machtiging tot beheer en onder zich nemen | 46 |
47 | Executie | 47 |
48 | Beëindiging zekerheid | 48 |
I. ALGEMEEN
1 Definities
Algemene Voorwaarden
Deze algemene voorwaarden voor kredietverlening en zekerheidsstelling Triodos Bank en Triodos Groenfonds.
Alternatieve Rente
De rente of rentevoet die de Kredietgever hanteert in het geval de Referentierente op grond van artikel 18 ophoudt te bestaan of permanent of voor onbepaalde tijd niet (meer) zal worden gepubliceerd.
Bankgarantie
Een door Triodos Bank volgens een Kredietovereenkomst te stellen of gestelde garantie in welke vorm dan ook.
Euribor
De kortlopende interbancaire rente voor een periode als aangegeven in de Kredietovereenkomst. De Euribor tarieven zijn te vinden op de site van de European Money Markets Institute. Als Xxxxxxx op enig moment een negatief percentage mocht zijn, dan wordt Xxxxxxx gelijkgesteld aan 0%.
Gedragscode Kleinzakelijke Financiering
De gedragscode die is opgesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken en minimum- normen geeft voor de dienstverlening van banken aan kleinzakelijke klanten die een financiering zoeken of zijn aangegaan. De Gedragscode Kleinzakelijke Financiering is te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging van Banken (xxx.xxx.xx).
Groenproject
Het project of de projecten als bedoeld in artikel 5.14 lid 3 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 waar in de Kredietovereenkomst naar wordt verwezen.
Groenprojectvermogen
Vermogen dat nodig is voor een Groenproject en dat uitsluitend gebruikt wordt voor de financiering daarvan.
Groenregeling
Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Staatssecretaris van Financiën van 30 maart 2016, nr. IENM/BSK-2015/209791, houdende regels inzake in Nederland gelegen projecten welke in het belang zijn van de bescherming van het milieu (Regeling groenprojecten 2016). Deze regeling is gepubliceerd in de Staatscourant 15992, 31 maart 2016.
Groenverklaring
Een verklaring met betrekking tot een Groenproject als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Groenregeling.
Hypotheek
Een hypotheekrecht dat door de Hypotheekgever ten behoeve van de Kredietgever wordt gevestigd.
Hypotheekakte
Een akte op grond waarvan een Hypotheek en eventueel Pandrechten worden gevestigd.
Hypotheekgever
Degene die een Hypotheek vestigt.
IRS- rente
De ICE swap rate voor een periode als aangegeven in de Kredietovereenkomst. De IRS-rente- tarieven zijn te vinden op de site van ICE Benchmark Administration. Als de IRS- rente op enig moment een negatief percentage mocht zijn, dan wordt de IRS- rente gelijk gesteld aan 0%.
Krediet
Een door de Kredietgever aan de Kredietnemer verstrekt of te verstrekken krediet in de vorm van een lening, een Rekening-Courant Krediet of Bankgarantie, of de nog uitstaande hoofdsom daarvan.
Kredietdocumenten
Deze Algemene Voorwaarden en iedere (termsheet c.q. indicatieve offerte met betrekking tot een) Kredietovereenkomst, Hypotheekakte, Pandakte, borgtocht en garantie die zijn overeengekomen tussen de Kredietgever en een of meerdere Kredietnemers en/of overige
Schuldenaren, en ieder ander document dat door de Kredietgever en de Schuldenaar die daar partij bij is, als “Kredietdocument” is aangeduid.
Kredietovereenkomst
Een tussen de Kredietgever en de Kredietnemer gesloten kredietovereenkomst.
Kredietgever
Triodos Bank en/of Triodos Groenfonds.
Kredietnemer
Een persoon aan wie de Kredietgever een Krediet verstrekt.
Laatste Aflossingsdag
De datum waarop volgens een Kredietovereenkomst een bepaald Krediet, samen met alle overige Schulden die daarmee verband houden, uiterlijk moet zijn (terug)betaald.
Materieel Nadelig Effect
(a) Een omstandigheid die een aanmerkelijke verslechtering oplevert of op kan leveren van de financiële toestand of kredietwaardigheid van een Schuldenaar en/of een dochtermaatschappij (als bedoeld in artikel 2:24a van het Burgerlijk Wetboek) van een Schuldenaar;
(b) een omstandigheid die een aanmerkelijke verslechtering oplevert of op kan leveren van de waarde van het Onderpand, de Verpande Goederen en/of het vermogen van een Schuldenaar om zijn verplichtingen uit hoofde van een Kredietdocument na te komen;
(c) een omstandigheid die een aanmerkelijke verslechtering oplevert of op kan leveren van de geldigheid en/of afdwingbaarheid van een Kredietdocument;
(d) een omstandigheid die een aanmerkelijke verslechtering oplevert of op kan leveren van de situatie op de financiële markt(en), zodanig dat van de Kredietgever niet kan worden verwacht dat hij het Krediet nog (langer) verstrekt, of onder gelijkblijvende condities verstrekt.
Of sprake is van één van de onder (a) tot en met (d) genoemde omstandigheden, is ter beoordeling van Kredietgever.
Onderpand
Alle registergoederen die volgens een Hypotheekakte tot zekerheid voor de betaling van een Schuld moeten dienen.
Opeisingsgrond
Iedere gebeurtenis of omstandigheid als genoemd in Artikel 25.2 tot en met 25.4, 29.1, 34 en 35 of die ergens anders in een Kredietdocument als een Opeisingsgrond wordt aangeduid.
Pandakte
Een akte op grond waarvan een Pandrecht wordt gevestigd.
Pandgever
Degene die een Pandrecht vestigt.
Pandrecht
Een pandrecht dat door een Pandgever ten behoeve van de Kredietgever wordt gevestigd.
Potentiële Opeisingsgrond
Elke gebeurtenis of omstandigheid die een Opeisingsgrond kan worden door het verstrijken van een bepaalde termijn en/of een ingebrekestelling, andere kennisgeving of vaststelling.
Project
Een door Kredietgever gefinancierde handeling, project (al dan niet bouw) of installatie als nader omschreven in de Kredietovereenkomst.
Referentierente
De gebruikte referentierente voet in de Kredietdocumenten, zoals bijvoorbeeld Euribor of IRS.
Rekening-courant Faciliteit
Een faciliteit in de Kredietovereenkomst waaronder leningen in rekening-courant worden verstrekt.
Renteperiode
Iedere periode die is vastgesteld in een Kredietdocument waarvoor de verschuldigde rente in rekening wordt gebracht door Kredietgever en moet worden betaald door Xxxxxxxxxxxx.
Renteherzieningsdag
De eerste dag van de maand volgend op de dag na afloop van de Rentevast Periode waarop de rente kan worden herzien.
Rentevast Periode
Iedere periode waarover een bepaalde rentevoet in combinatie met een bepaalde marge of opslag wordt overeengekomen.
Schuld
Iedere verplichting van een Schuldenaar tot betaling van een geldsom aan de Kredietgever, die een Schuldenaar nu of in de toekomst verschuldigd mocht zijn aan de Kredietgever (al dan niet voorwaardelijk, alleen of gezamenlijk met anderen en in welke hoedanigheid ook) onder of in verband met een Kredietdocument of uit welke andere hoofde dan ook. Onder het begrip Schuld zijn, bijvoorbeeld, ook begrepen alle hoofdsommen, renten, boeten, kosten, vergoedingen en overige bedragen die de Kredietgever namens en/of voor rekening van de Schuldenaar mocht hebben voldaan en alle kosten die de Kredietgever in verband met het Krediet mocht maken, bijvoorbeeld in verband met het uitoefenen van zijn rechten tegenover een Schuldenaar.
Schuldenaar
De Kredietnemer, Zekerheidsgever en iedere andere partij die als schuldenaar wordt aangeduid in een Kredietdocument.
Triodos Bank
De naamloze vennootschap Triodos Bank N.V. statutair gevestigd te Zeist (ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 30062415).
Triodos Basisrente
De door Triodos Bank van tijd tot tijd vastgestelde rente die geldt voor Rekening-courant faciliteiten. De actuele Triodos Basisrente is steeds op te vragen bij Triodos Bank en te raadplegen op xxx.xxxxxxx.xx
Triodos Groenfonds
De naamloze vennootschap Triodos Groenfonds N.V. statutair gevestigd te Zeist (ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 30096510).
Vaste Lening Faciliteit
Een faciliteit in de Kredietovereenkomst waaronder een vaste lening wordt verstrekt.
Verpande Goederen
Alle roerende zaken en rechten die volgens een Kredietdocument tot zekerheid voor de betaling van de Schuld moeten dienen.
Vergoeding bij Vervroegde Aflossing
Het door de Kredietgever vast te stellen bedrag dat wordt verkregen door middel van de volgende berekening.
(a) In geval van een vaste rente:
Indien vervroegd wordt afgelost gedurende de lopende Rentevast Periode:
De som van de contante waarden van de rentebedragen (inclusief opslag) die door de vervroegde aflossing niet meer bij de Kredietnemer in rekening kunnen worden gebracht gedurende de betreffende, op het moment van vervroegd aflossen, resterende Rentevast Periode;
minus
het toepasselijke Euribor tarief voor die resterende periode, naar boven afgerond in hele maanden indien de betreffende resterende periode op het moment van vervroegde aflossing korter is dan, of gelijk is aan, 12 maanden en, indien die resterende periode op het moment van vervroegde aflossing langer is dan 12 maanden, het toepasselijke IRS tarief voor die periode, naar boven afgerond in hele jaren.
(b) In geval van een periodiek vastgestelde Euribor of IRS gebaseerde rente
Indien vervroegd wordt afgelost gedurende een Rentevast Periode (welke Rentevast Periode langer kan zijn dan de lopende Euribor of IRS periode) geldt het volgende:
Voor het restant van de lopende Euribor of IRS periode wordt de vergoeding bepaald als onder (a) vermeld.
Daarnaast geldt een bedrag gelijk aan 1% van het vervroegd af te lossen bedrag op jaarbasis. Dit bedrag wordt berekend vanaf de laatste dag van de lopende Euribor of IRS periode waarbinnen de vervroegde aflossing plaatsvindt tot aan het einde van de Rentevast Periode.
Indien de hiervoor opgenomen berekeningen resulteren in een bedrag dat lager is dan 1% van het vervroegd af te lossen bedrag, wordt de Vergoeding bij Vervroegde Aflossing gelijk gesteld
aan 1% van het vervroegd af te lossen bedrag. Indien vervroegd wordt afgelost op een dag waarop geen sprake is van een lopende vaste rente (hierboven onder a), Euribor of IRS periode (hierboven onder b) en ook niet van een lopende Rentevast Periode, dan is geen Vergoeding bij Vervroegde Aflossing verschuldigd.
Vrijgestelde Bedrag
Een bedrag gelijk aan 10% (of een ander percentage, als dit uitdrukkelijk in een Krediet- overeenkomst is overeengekomen) van de op 1 januari van het betreffende kalenderjaar uitstaande hoofdsom van een Krediet dat is verstrekt onder een Vaste Lening Faciliteit.
Werkdagen
Alle dagen waarop door Nederlandse banken betalingsopdrachten worden verwerkt en uitgevoerd. De volgende dagen zijn in ieder geval geen werkdagen: zaterdagen, zondagen, algemeen erkende feestdagen en daarmee gelijkgestelde dagen als bedoeld in de Algemene Termijnenwet.
Zekerheidsgever
Een Hypotheekgever of Pandgever die tot zekerheid voor de betaling van de Schuld een zekerheidsrecht vestigt ten behoeve van de Kredietgever.
2 Uitleg van begrippen in Kredietdocumenten
2.1 Tenzij uit de context anders blijkt, wordt onder een term die in enkelvoud wordt gebruikt ook het meervoud begrepen, en omgekeerd.
2.2 Een term waarmee in een Kredietdocument een partij wordt aangeduid, verwijst naar die partij in welke hoedanigheid dan ook en verwijst ook naar eventuele rechtsopvolgers onder algemene of bijzondere titel van die partij.
2.3 Met het begrip “persoon” in een Kredietdocument wordt – tenzij uit de context anders blijkt – zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon of een samenwerkingsverband bedoeld.
2.4 Een term waarmee een Kredietdocument of ander document wordt aangeduid, verwijst naar dit document zoals van tijd tot tijd gewijzigd door de Kredietgever, met uitdrukkelijke of stilzwijgende instemming van de Kredietnemer en, zo nodig, overige Schuldenaren. Dit geldt ook als zo een wijziging mocht leiden tot een verhoging van het Krediet of een andere Schuld.
2.5 Een verwijzing naar bepaalde regelgeving, website of een document dient te worden gelezen als een verwijzing naar die regelgeving zoals van tijd tot tijd gewijzigd, aangevuld en/of vervangen.
2.6 Tenzij de context anders aangeeft, worden de begrippen “huurovereenkomst”, “huurprijs”, “huurpenningen”, “huur”, “verhuur”, “verhuurder”, “huurder” of variaties op deze begrippen ook geacht te verwijzen naar alle overeenkomstige begrippen bij huurkoop, pacht, leasing of een al dan niet op een overeenkomst gebaseerd ander gebruik.
2.7 Tenzij de context anders aangeeft, worden de begrippen “erfpacht”,
“erfpachtvoorwaarden”, “erfpachtovereenkomst”, “erfpachter”, “grondeigenaar” en “canon” of variaties op deze begrippen in een Kredietdocument ook geacht te verwijzen naar alle overeenkomstige begrippen bij een recht van ondererfpacht, recht van opstal, recht van onderopstal en recht van vruchtgebruik.
2.8 Tenzij de context anders aangeeft, worden de begrippen “borgtocht”, “borg”, “borgstelling” of variaties op deze begrippen ook geacht te verwijzen naar iedere andere vorm van persoonlijke of goederenrechtelijke zekerheid die wordt verstrekt voor de Schuld van
een andere Schuldenaar, waaronder mede begrepen ieder(e) garantie, hoofdelijke aansprakelijkheid, (derden)Hypotheekrecht of (derden)Pandrecht.
2.9 Tenzij de context anders aangeeft, wordt met de term “vervreemden“ of “bezwaren“ of variaties op deze begrippen verwezen naar iedere overeenkomst die betrekking heeft op een (gehele of gedeeltelijke) overgang of overdracht van een Onderpand of een Verpand Goed in juridische of economische zin, de vestiging van een beperkt genots- of zekerheidsrecht met betrekking tot een (gedeelte van een) Onderpand of Verpand Goed en iedere overeenkomst die ziet op een kwalitatieve verplichting in verband met een (gedeelte van een) Onderpand of Verpand Goed.
2.10 Indien de woorden “inclusief”, “daaronder begrepen”, “waaronder” of “waaronder onder meer begrepen”, “bijvoorbeeld” of woorden van gelijke strekking worden gebruikt, is de daaropvolgende opsomming niet limitatief.
2.11 Tenzij anders is aangegeven, betekent een “maand” of een aantal “maanden” een periode die begint op een bepaalde dag in een kalendermaand en eindigt op de numeriek zelfde dag in de eerstvolgende kalendermaand waarin de periode moet eindigen. Tenzij anders aangegeven geldt daarbij dat:
(a) als de numeriek zelfde dag niet een Werkdag is, de periode zal eindigen op de eerstvolgende Werkdag in de desbetreffende kalendermaand (als die er is) of de laatst voorafgaande Werkdag (als er geen volgende Werkdag is in die kalendermaand);
(b) als er geen numeriek zelfde dag is in de kalendermaand, de periode zal eindigen op de laatste Werkdag in die kalendermaand; en
(c) in afwijking van onderdeel (a), een periode die begint op de laatste Werkdag van een kalendermaand altijd zal eindigen op de laatste Werkdag van de eerstvolgende kalendermaand waarin die periode moet eindigen.
2.12 Tenzij anders is aangegeven, betekent een “kwartaal” een kalenderkwartaal, dat wil zeggen de periode van 1 januari tot en met 31 maart, 1 april tot en met 30 juni, 1 juli tot en met 30 september en van 1 oktober tot en met 31 december van elk jaar en betekent een “jaar” een kalenderjaar.
3 Algemene bepalingen bij uitoefening door Kredietgever van zijn (verhaals)rechten
3.1 Als de Kredietgever volgens een Kredietdocument een bepaald recht toekomt, kan hij steeds naar eigen inzicht kiezen dit recht geheel, gedeeltelijk of (nog) niet uit te oefenen.
3.2 Als de Kredietgever verhaal neemt op een gedeelte van het Onderpand of de Verpande Goederen, laat dat de rechten van de Kredietgever met betrekking tot het overige Onderpand of de overige Verpande Goederen onaangetast.
3.3 Als de Kredietgever gebruik maakt van een hem toekomende bevoegdheid of een hem toekomend recht uitoefent, dan laat dit zijn overige bevoegdheden en rechten onaangetast.
4 Algemene bepalingen met betrekking tot volmachten
4.1 Een bevoegdheid van Kredietgever op grond van een Kredietdocument houdt ook een volmacht in aan Kredietgever om de desbetreffende (rechts)handelingen namens de Schuldenaar te verrichten. Deze volmacht omvat de bevoegdheid van de Kredietgever om (rechts)handelingen zowel in als buiten een gerechtelijke procedure te verrichten, om geschillen te onderwerpen aan arbitrage of bindend advies, om vaststellingsovereenkomsten aan te gaan en om vorderingen buiten of in een
gerechtelijke procedure te innen en kwijting te geven, alles voor rekening en voor risico van de Schuldenaar.
4.2 De Kredietgever is bevoegd om namens en voor rekening van de Schuldenaar al datgene te betalen en al die handelingen te verrichten waartoe de Schuldenaar verplicht is op grond van een Kredietdocument. Datzelfde ook geldt voor iedere handeling of betaling met betrekking tot een Onderpand of de Verpande Goederen die wettelijk verplicht
is. De Kredietgever heeft het recht om van deze bevoegdheid gebruik te maken als en zodra de Schuldenaar verzuimt die verplichtingen zelf tijdig en volledig na te komen. De Kredietgever is ook bevoegd om namens en voor rekening van een Schuldenaar alles ongedaan te maken of te vernietigen, dat in strijd met een Kredietdocument is nagelaten of gedaan. De Kredietgever heeft steeds het recht om de betalingen die hij namens
de Schuldenaar heeft verricht of de gemaakte kosten in verband met een Krediet, Onderpand of Verpande Goederen terug te vorderen op een manier die Kredietgever kiest en om daarover rente in rekening te brengen. Als in toepasselijke Kredietdocumenten geen rente is afgesproken geldt daarbij de wettelijke rente voor handelstransacties, te vinden op xxx.xxx.xx
4.3 Als een Schuldenaar een bevoegdheid of volmacht aan de Kredietgever verleent, dan geeft hij deze onder vrijwaring van de Kredietgever door de Schuldenaar voor iedere aansprakelijkheid en schade die zou kunnen voortvloeien uit een al dan niet gebruik maken van die bevoegdheid of volmacht. Daarbij is de Schuldenaar verplicht om eerdere zodanige aan een ander dan de Kredietgever verleende bevoegdheden of
volmachten direct te herroepen tenzij de Schuldenaar iets anders met de Kredietgever is overeengekomen. De hiervoor bedoelde vrijwaring geldt niet in geval van opzet of grove nalatigheid van de Kredietgever.
4.4 Tenzij het op grond van een bepaling van dwingend recht ontoelaatbaar is of tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is in een Kredietdocument, is iedere volmacht die door de Schuldenaar aan de Kredietgever is verleend onvoorwaardelijk en onherroepelijk en eindigt deze niet wanneer een Schuldenaar overlijdt of ophoudt te bestaan.
4.5 De Kredietgever kan, ook als hij gevolmachtigde van een Schuldenaar is, steeds als wederpartij van een Schuldenaar optreden en heeft het recht om alle aan hem toekomende bevoegdheden aan een ander verlenen.
4.6 Iedere Schuldenaar verleent aan iedere andere Schuldenaar een onherroepelijke
volmacht om namens hem alle verklaringen en mededelingen aan de Kredietgever te doen en om alle verklaringen en mededelingen van Kredietgever aan hem te ontvangen in verband met een Kredietdocument.
4.7 Als een Schuldenaar een maatschap of vennootschap onder firma is, verleent iedere vennoot bij die maatschap of vennootschap onder firma, voor zover dit volgens Nederlands recht mogelijk is, aan iedere overige vennoot een onherroepelijke volmacht tot het namens hem verrichten van alle handelingen die in verband met een Kredietdocument tegenover de Kredietgever namens Schuldenaar worden verricht.
5 Hoofdelijke aansprakelijkheid en gebondenheid van Schuldenaren
5.1 Iedere Schuldenaar met wie in de Kredietovereenkomst is overeengekomen dat hij samen met een andere Schuldenaar aansprakelijk is voor een bepaalde Schuld, is voor die Schuld hoofdelijk aansprakelijk, tenzij in een Kredietdocument anders is overeengekomen.
5.2 Iedere Kredietnemer en iedere Schuldenaar bedoeld in Artikel 5.1 is verplicht om op eerste verzoek van de Kredietgever alle bedragen aan Kredietgever te voldoen die deze vordert, als een andere Schuldenaar niet aan zijn betalingsverplichtingen tegenover Kredietgever heeft voldaan.
5.3 Iedere Schuldenaar zal de Kredietgever schadeloos stellen voor het verlies van Krediet- gever als een Kredietdocument waar deze Schuldenaar partij bij is of waaronder de Schuldenaar aansprakelijk is voor een Schuld, geheel of gedeeltelijk niet afdwingbaar, ongeldig, onwettig, nietig of vernietigbaar is of wordt. Het bedrag van dit verlies zal gelijk zijn aan het bedrag dat de Kredietgever zou hebben ontvangen als die omstandigheid zich niet had voorgedaan.
5.4 Voor zover dit volgens Nederlands recht mogelijk is, doet iedere Schuldenaar afstand van alle rechten en weren die hij nu of in de toekomst heeft op grond van huidige en toekomstige wetgeving, regelgeving of rechtspraak, en die betrekking hebben op de verplichtingen die in dit Artikel 5 zijn bedoeld. Deze afstand geldt ook voor rechten en weren die verband houden met verplichtingen op grond van een (derden)Hypotheek- of (derden)Pandrecht dat aan Kredietgever is verstrekt.
5.5 De verplichtingen in dit Artikel 5 en ieder zekerheidsrecht dat aan Kredietgever is verstrekt worden op geen enkele wijze aangetast door andere zekerheidsrechten van Kredietgever, of deze nu bestaand of toekomstige zijn of persoonlijk of goederenrechtelijk van aard zijn. Er vindt ook geen aantasting plaats als Kredietgever afstand doet van een recht tegenover een Schuldenaar, kwijtschelding en/of uitstel van betaling verleent aan een Schuldenaar of een schikking met een Schuldenaar treft.
5.6 Iedere Kredietnemer en Schuldenaar blijft volledig aansprakelijk voor de Schuld ook als de looptijd van de Kredietovereenkomst wordt verlengd, het bedrag van een Krediet
wordt verhoogd, de voorwaarden van de Kredietovereenkomst, de Algemene Voorwaarden of overige Kredietdocumenten worden gewijzigd of aangevuld (ook als dit leidt tot een hogere Schuld). Iedere Schuldenaar verleent met betrekking tot deze handelingen hierbij, bij voorbaat, zijn medewerking en/of toestemming.
5.7 Iedere Schuldenaar doet, voor zover dit volgens Nederlands recht mogelijk is, afstand van ieder recht tot subrogatie, regres en ander verhaalsrecht dat hij op enig moment tegenover een andere Schuldenaar mocht hebben. Deze afstand doet Schuldenaar onder de ontbindende voorwaarde dat de gehele Schuld onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan de Kredietgever is voldaan. Voor zover een afstand als bedoeld in dit Artikel 5.7 volgens Nederlands recht niet mogelijk mocht zijn, stelt iedere Schuldenaar alle vorderingen die hij op enig moment op een andere Schuldenaar mocht hebben uit hoofde van subrogatie, regres of een ander verhaalsrecht, achter bij de Schuld.
6 Verklaringen van Schuldenaren
6.1 Iedere Schuldenaar geeft aan de Kredietgever de volgende verklaringen af en de Schuldenaar staat er voor in dat die verklaringen juist zijn.
(a) Professioneel handelend Schuldenaar
De Schuldenaar gaat de Kredietdocumenten waar hij partij bij is aan in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf in de zin van de Wet op het financieel toezicht.
(b) Rechtsgeldig bestaan Schuldenaar
Als de Schuldenaar een rechtspersoon is: deze is rechtsgeldig opgericht en bestaat naar Nederlands recht, en als de Schuldenaar een commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap of samenwerkingsverband is: deze is rechtsgeldig overeengekomen of opgericht en bestaat naar Nederlands recht.
(c) Centrum van voornaamste belangen Schuldenaar
Het “centrum van voornaamste belangen” van de Schuldenaar als bedoeld in artikel 3 van de verordening van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000
(Nr. 1346/2000) betreffende insolventieprocedures (PbEG L 160) (zoals vervangen per 26 juni 2017 door de verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 mei 2015 (Nr. 2015/848) betreffende insolventieprocedures
(L 141/19)) is gelegen in Nederland, of een ander land als dit in een Kredietdocument uitdrukkelijk zo is aangegeven.
(d) Schuldenaar is bevoegd om Kredietdocumenten aan te gaan
De Schuldenaar heeft de bevoegdheid om de Kredietdocumenten aan te gaan, zijn rechten onder de Kredietdocumenten uit te oefenen en zijn verplichtingen onder de Kredietdocumenten na te komen.
(e) Xxxxxxxxxxx heeft alle benodigde toestemmingen om Kredietdocumenten aan te gaan
De Schuldenaar heeft alle toestemmingen, vergunningen, goedkeuringen (zowel interne als externe) die nodig zijn voor het aangaan van de Kredietdocumenten en het nakomen van zijn rechten en verplichtingen daaronder en daarbij behorende rechten en verplichtingen.
(f) Geen strijd tussen Kredietdocumenten en overige verplichtingen Schuldenaar
De Kredietdocumenten zijn niet in strijd met zijn statuten of een overeenkomst die op de Schuldenaar van toepassing is.
(g) Kredietdocumenten rechtsgeldig en afdwingbaar tegenover Schuldenaar
De verplichtingen van de Schuldenaar onder de Kredietdocumenten, inclusief garanties en zekerheden zijn rechtsgeldig en tegenover hem afdwingbaar op de wijze zoals die is bepaald in de Kredietdocumenten.
(h) Juistheid financiële rapportages en overige door de Schuldenaar verstrekte informatie
De door de Schuldenaar aan de Kredietgever verstrekte jaarrekening(en) en financiële rapportages (i) voldoen aan de vereisten van alle toepasselijke wettelijke regelingen en voorschriften die golden op het moment van het opstellen daarvan, (ii) zijn in overeenstemming met algemeen in Nederland aanvaarde
waarderingsgrondslagen en gebruiken, en (iii) geven een compleet en juist beeld van zijn financiële positie en (iv) zijn opgesteld door een externe terzake deskundige.
De informatie die de Schuldenaar aan de Kredietgever en/of aan de taxateur van het Onderpand heeft verstrekt, is juist en volledig en voor zover deze informatie uit projecties en prognoses bestaat, zijn de (historische) data en de aannames
waarop die zijn gebaseerd weloverwogen tot stand gekomen en vormen een juiste en volledige weergave van de mening van zijn statutaire of feitelijke bestuurders.
De Schuldenaar kent geen feiten of omstandigheden die niet bekend zijn gemaakt aan de Kredietgever of aan de taxateur van het Onderpand en die - als die wel bekend zouden zijn gemaakt aan hen - mogelijk een negatieve invloed zouden kunnen hebben op het besluit van de Kredietgever om partij te zijn bij een Kredietdocument of op de taxatie die door de taxateur is afgegeven.
(i) Xxxxxxxxxxx niet betrokken in procedures die Materieel Nadelig Effect kunnen hebben
Er zijn geen procedures aanhangig waarbij de Schuldenaar partij is, of waarvan bekend is dat die mogelijk nog door of tegen de Schuldenaar zullen worden ingesteld en die mogelijk een Materieel Nadelig Effect hebben.
6.2 Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, worden de verklaringen als bedoeld in dit Artikel 6 of ergens anders in de Kredietdocumenten die door een Schuldenaar zijn afgegeven, geacht te zijn herhaald op:
- iedere datum waarop een (aanvullend) Kredietdocument wordt aangegaan,
- iedere datum waarop een verzoek tot uitbetaling van een Krediet wordt gedaan,
- iedere datum waarop een Krediet wordt uitbetaald of opgenomen,
- de eerste dag van iedere Renteperiode en aan het einde van ieder kwartaal, en altijd onder verwijzing naar de dan bestaande feiten en omstandigheden.
7 Informatieverplichtingen van Schuldenaren, financieel en algemeen
Overleggen financiële rapportages aan Kredietgever
7.1 Iedere Kredietnemer is verplicht om zijn (geconsolideerde) jaarrekeningen, inclusief de verlies en winstrekening, ieder jaar aan Kredietgever toe te sturen. De Kredietnemer zal
de jaarrekening toesturen zodra die gereed is maar uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar. Als een externe accountant betrokken was bij het opstellen daarvan, behoudt de Kredietgever zich het recht voor om een van de accountant afkomstige onvoorwaardelijke goedkeuring op de jaarrekening op te vragen.
7.2 De Kredietnemer die een natuurlijke persoon is of deelneemt in een commanditaire v nootschap, vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap of samenwerkingsverband, stuurt de Kredietgever daarnaast een kopie van zijn aangifte inkomsten- en vermogensbelasting, zodra deze is ingediend bij de belastingdienst.
7.3 Zodra de Kredietgever daarom verzoekt, verstrekt de Kredietnemer aan de Kredietgever ook alle nadere informatie met betrekking tot de financiële rapportages en aangiften zoals bedoeld in Artikelen 7.1 en 7.2. Iedere Schuldenaar, anders dan Xxxxxxxxxxxx, verstrekt de in Artikelen 7.1 tot en met 7.3 bedoelde financiële rapportages, aangiften en nadere informatie zodra de Kredietgever daarom verzoekt.
7.4 Iedere Xxxxxxxxxxx machtigt Kredietgever om op verzoek van zijn accountant een standaard bankverklaring aan de accountant te verstrekken voor het opmaken van de jaarrekening.
7.5 Ook machtigt iedere Schuldenaar de Kredietgever om alle informatie over de jaarrekening en het jaarverslag bij de accountant op te vragen.
Algemene informatieverplichtingen
7.6 Iedere Schuldenaar zal zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 14 kalenderdagen nadat hij daarvan zelf op de hoogte is geraakt, schriftelijk mededeling doen aan de Kredietgever van:
(a) iedere wijziging, beschadiging, vernietiging, beperking, verontreiniging, waarde- vermindering of aantasting die (de eigendom of de juridische of economische gerechtigdheid tot) het Onderpand, de Verpande Goederen, of de verzekering daarvan ondergaat;
(b) iedere wijziging in het adres, de feitelijke verblijfplaats of de rechtstoestand van de Schuldenaar;
(c) iedere wijziging, toekenning of intrekking van vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen die handelen namens de Schuldenaar. Wanneer de Schuldenaar dit niet of niet tijdig doet zal die wijziging, toekenning of intrekking niet aan Kredietgever kunnen worden tegengeworpen, ongeacht inschrijving daarvan in de openbare registers. De Schuldenaar zal tegelijkertijd aan de Kredietgever een kopie van een geldig legitimatiebewijs van deze personen verstrekken, wanneer zij bevoegd zijn (geworden) om de Schuldenaar te vertegenwoordigen;
(d) een verzoek of aanvraag tot het faillissement van de Schuldenaar;
(e) een aanvraag tot surseance van betaling of een schuldsaneringsregeling met betrekking tot de Schuldenaar; of
(f) het bestaan van een Opeisingsgrond of Potentiële Opeisingsgrond;
(g) overige stukken of informatie met betrekking tot een Schuldenaar, Onderpand of Verpande Goederen waarvan de Schuldenaar redelijkerwijs zou moeten begrijpen
dat deze voor Kredietgever in verband met het Krediet van belang zouden kunnen zijn.
7.7 Op verzoek van de Kredietgever verstrekt de Kredietnemer en/of de Hypotheekgever aan de Kredietgever:
(a) een milieurapport waaruit blijkt dat het Onderpand niet zodanig is verontreinigd met giftige, chemische en/of andere (gevaarlijke) stoffen, dat het aannemelijk is dat deze verontreiniging ingevolge de geldende milieuregelingen en verordeningen ongedaan gemaakt (zullen) moeten worden of dat er andere maatregelen moeten worden genomen;
(b) een bouwkundig rapport met betrekking tot het Onderpand,
(c) een (her)taxatierapport met betrekking tot het Onderpand.
De rapporten moeten - naar de mening van de Kredietgever - voldoende inzicht geven in feiten en omstandigheden die voor de Kredietgever van belang kunnen zijn. De kosten van deze rapporten komen voor rekening van Xxxxxxxxxxxx op grond van Artikel 10.
8 Overige verplichtingen van Kredietnemer/Schuldenaren
8.1 Naleven van toepasselijke regelgeving en statuten
De Schuldenaar is verplicht alle wet- en regelgeving na te leven die op hem en zijn activiteiten van toepassing zijn. Als de Schuldenaar een rechtspersoon is, zal de Schuldenaar zijn statuten naleven. Als de Schuldenaar een comman-ditaire
vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap of samenwerkingsverband is, dan zal de Schuldenaar de overeenkomst naleven waarbij hij is overeengekomen of opgericht en op grond waarvan hij tot stand gekomen is.
8.2 Geen wijziging statuten
Voor het wijzigen van zijn statuten heeft de Schuldenaar de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever nodig (als de Schuldenaar een rechtspersoon is). Als de Schuldenaar een commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap of samenwerkingsverband is), dan zal de Schuldenaar de overeenkomst waarbij de Schuldenaar is overeengekomen of opgericht niet wijzigen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever.
8.3 Verbod op aantrekken van financiering door Xxxxxxxxxxxx
Het is de Kredietnemer niet toegestaan om zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever een lening aan te gaan. Onder lening is mede begrepen iedere andere transactie die (mede) bedoeld is om in een financieringsbehoefte van Kredietnemer te voorzien.
8.4 Verbod op verstrekken leningen door Xxxxxxxxxxxx
Het is Kredietnemer niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever een lening te verstrekken, of een andere transactie aan te gaan die bedoeld is om in een financieringsbehoefte van een andere partij te voorzien, anders dan in het normale handelsverkeer.
8.5 Verbod op verstrekken van zekerheid door Xxxxxxxxxxxx aan anderen
Het is Kredietnemer niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de Kredietgever een pand- of hypotheekrecht, garantie, borgtocht of een andere vorm van persoonlijke of zakelijke zekerheid te verstrekken voor een schuld aan een ander dan de Kredietgever.
8.6 Vertrouwelijke behandeling gegevens door Schuldenaar
Iedere Schuldenaar verplicht zich de door de Kredietgever aan hem verschafte informatie vertrouwelijk te behandelen.
9 Verwerking persoons- en overige gegevens Schuldenaren
9.1 Iedere Schuldenaar die geen natuurlijke persoon is, stemt er mee in dat de Kredietgever gegevens over hem en het Krediet verwerkt, gebruikt, mondeling en schriftelijk uitwisselt, opneemt (d.m.v. geluid- en beeldapparatuur) en publiceert als de Kredietgever dat noodzakelijk of wenselijk acht in verband met het Krediet of andere activiteiten van de Kredietgever. Gegevens van de Schuldenaar kunnen in dit verband door de Kredietgever onder meer worden verwerkt, gebruikt, uitgewisseld, opgenomen en gepubliceerd voor informatieverstrekking- of marketingactiviteiten ten behoeve van (potentiële) klanten van de Kredietgever. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan in of middels persberichten, fysieke en digitale periodieken (bijvoorbeeld e-zines, jaarverslagen, financiële jaaroverzichten), advertenties (bijvoorbeeld in dagbladen en tijdschriften), informatieve of reclamefolders en brochures, mondelinge presentaties, websites en overige online-communicatie.
Iedere Schuldenaar stemt er daarbij tevens mee in dat Kredietgever gegevens over hem deelt met andere entiteiten die onderdeel uitmaken van de groep waartoe Kredietgever behoort.
9.2 Iedere Schuldenaar die een natuurlijke persoon is, is ermee bekend dat de Kredietgever de persoonsgegevens van de Schuldenaar kan verwerken voor:
(a) de uitvoering van de Kredietdocumenten en andere overeenkomsten tussen de (groepsvennootschappen van) Kredietgever en de Schuldenaar;
(b) het aanbieden van producten en diensten door de (groepsvennootschappen van) Kredietgever en/of dienstverleners ten behoeve van de Schuldenaar;
(c) het identificeren van de Schuldenaar en het beoordelen van de kredietwaardigheid en het betaalgedrag van de Schuldenaar, waaronder het doorgeven van relevante informatie daarover aan het Bureau Krediet Registratie (BKR);
(d) registratie bij het BKR als een betaling met betrekking tot de Schuld naar het oordeel van de Kredietgever niet heeft plaatsgevonden. De Schuldenaar
geeft uitdrukkelijk ook toestemming voor het raadplegen door anderen dan de Kredietgever van de (persoons-) gegevens die zijn geregistreerd bij het BKR;
(e) het voorkomen en bestrijden van fraude door de Schuldenaar, waaronder gebruik van informatie voor de registratie en toetsing bij het Fraudetoetsing Systeem van de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH) met als doel eventuele betrokkenheid bij fraude na te gaan;
(f) registratie in het Fraudetoetsing Systeem van de SFH als de Schuldenaar naar het oordeel van de Kredietgever fraude pleegt, of probeert te plegen, in welke vorm dan ook. De Schuldenaar geeft uitdrukkelijk ook toestemming voor het raadplegen door anderen dan de Kredietgever van (persoons-) gegevens geregistreerd in het
Fraudetoetsing Systeem van de SFH;
(g) de bestrijding van terrorisme en witwaspraktijken;
(h) het maken van statistieken en het uitvoeren van tests;
(i) het voldoen aan alle wettelijke verplichtingen;
(j) incassodoeleinden;
(k) het opnemen van telefoongesprekken met de Schuldenaar ten behoeve van opleiding en controle van Kredietgevers personeel en in verband met opdrachten van de Schuldenaar en handelingen ten behoeve van de Schuld;
(l) met een overdracht of verpanding van een Schuld aan en/of inning van een Schuld door een ander en de uitoefening door die ander van zijn rechten onder of in verband met de Kredietdocumenten,
al het bovenstaande voor zover dit is toegestaan binnen de geldende wet- en gedragscodes.
9.3 Iedere Schuldenaar die een natuurlijke persoon is, stemt ermee in dat de Kredietgever de hem bekende persoonsgegevens van de Schuldenaar:
(a) verwerkt voor publicatie voor informatieverstrekking- of marketingactiviteiten ten behoeve van (potentiële) klanten van de Kredietgever bijvoorbeeld in of via
persberichten, fysieke en digitale periodieken (bijvoorbeeld e-zines, Jaarverslagen, financiële jaaroverzichten), advertenties (bijvoorbeeld in dagbladen en tijdschriften), informatieve of reclamefolders en brochures, mondelinge presentaties, websites en overige online communicatie waarvoor de Kredietgever verantwoordelijk is.
(b) doorgeeft op verzoek van de accountant van de Schuldenaar aan deze accountant van de rekeningstanden, opgenomen Kredieten en afgegeven zekerheden in verband met faciliteiten verleend door de Kredietgever aan de Schuldenaar;
(c) deelt met andere entiteiten van de groep waartoe Kredietgever behoort voor (een of meerdere van) de doeleinden zoals genoemd in de in Artikelen 9.2 en 9.3.
9.4 Iedere Schuldenaar heeft het recht zich tot de Kredietgever te wenden ten behoeve van verzet, inzage, verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van zijn persoonsgegevens door middel van een schriftelijk bericht aan het adres van Kredietgever genoemd in deze Algemene Voorwaarden.
10 Kosten voor rekening van Xxxxxxxxxxxx
10.1 De Kredietnemer dient de volgende kosten direct op verzoek aan Kredietgever te voldoen.
(a) Kosten die worden gemaakt in verband met verstrekking van het Krediet, het stellen van een Bankgarantie, het aangaan of aanpassen van de Kredietdocumenten indien zo een aanpassing wordt gemaakt op verzoek van een Schuldenaar of als gevolg van het niet (kunnen) nakomen door een Schuldenaar van een kredietvoorwaarde. Daarnaast ook de kosten voor het inwinnen van juridisch, fiscaal, technisch, bouwkundig, milieu- of verzekeringsgerelateerd, of ander professioneel advies
door de Kredietgever in verband met een Krediet, de inschrijving of wijziging, van een Hypotheek of Pandrecht, de grosse van een Hypotheekakte, en alle kosten van beëindiging van een Hypotheek en/of Pandrecht.
(b) Kosten waartoe het Krediet aanleiding geeft. Dit betreft in ieder geval alle administratiekosten, kosten in verband met het verstrekken van enige toestemming onder een Kredietdocument door de Kredietgever, kosten gerelateerd aan bijzonder beheer, incassokosten en alle voor toewijzing in aanmerking komende kosten van rechtsbijstand en kosten voor bijzondere maatregelen tot behoud van recht. Dit betreft ook alle kosten die de Kredietgever, zowel in als buiten rechte, naar zijn oordeel tot behoud of ter uitoefening van rechten in verband met het Krediet, de Hypotheek of Pandrechten dan wel andere Kredietdocumenten moet maken en
alle kosten van opeising van het Krediet en de daarmee verband houdende Schuld. Hieronder vallen ook kosten die de Kredietgever eventueel maakt in verband met ontruiming of beheer van het Onderpand en kosten die gepaard gaan met het niet naleven door een Schuldenaar of nakomen door de Kredietgever van een verplichting die een Schuldenaar heeft onder de Kredietdocumenten.
(c) Alle belastingen, lasten, premies, grondrenten, canons of verplichtingen in verband met het Krediet, het Onderpand of de Verpande Goederen, ook als deze van de Kredietgever worden geheven, ongeacht het tijdstip waarop deze zijn gemaakt of verschuldigd zijn geworden.
(d) Alle kosten die worden gemaakt in verband met taxatie van de Verpande Goederen, het Onderpand en de roerende zaken die het Onderpand dienen.
10.2 De Schuldenaar is verplicht om alle betaalbewijzen (op verzoek) aan Kredietgever te verstrekken voor de betalingen die de Schuldenaar heeft gedaan in verband met Artikel 10.1.
11 Overdracht van rechten en/of verplichtingen onder Kredietdocumenten
11.1 De Kredietgever heeft altijd het recht om zijn rechten en/of verplichtingen onder of in verband met een Kredietdocument door middel van een cessie, contractsoverneming of op een andere manier over te dragen of over te laten gaan. Voor zover nodig en volgens Nederlands recht mogelijk, stemt iedere Schuldenaar bij voorbaat in met zo een overdracht of overgang en verleent iedere Schuldenaar daaraan bij voorbaat zijn medewerking.
11.2 Een Schuldenaar mag – en kan – zijn rechten en/of verplichtingen onder of in verband met een Kredietdocument uitsluitend overdragen of over doen gaan met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever. Dit verbod heeft, ten aanzien van de vorderingsrechten van een Schuldenaar, goederenrechtelijke werking als bedoeld in artikel 3:83 lid 2 BW. Voor zover nodig stemt iedere overige Schuldenaar bij voorbaat in met zo een overdracht of overgang.
11.3 Iedere Schuldenaar en de Kredietgever verklaren hierbij dat zij de uitdrukkelijke bedoeling hebben - en komen hierbij overeen - dat, bij gehele of gedeeltelijke overdracht of overgang van de met de Schuld corresponderende vorderingen van de Kredietgever, de verkrijger van (dat deel van) die vorderingen van de Kredietgever ook (een pro rata deel van) de bijbehorende Hypotheek, Pandrechten en/of overige zekerheidsrechten verkrijgt.
11.4 In afwijking van het in Artikel 11.3 bepaalde kunnen de Kredietgever en een verkrijger van de met de Schuld corresponderende vorderingen van de Kredietgever afwijkende
afspraken maken over de (gehele of gedeeltelijke) overdracht (of overgang) van de zekerheidsrechten.
11.5 Ontstaat als gevolg van een overdracht of overgang van de met de Schuld corresponderende vorderingen van de Kredietgever een gemeenschappelijke Hypotheek, een gemeenschappelijk Pandrecht en/of andere gemeenschappelijk zekerheidsrechten en wordt met betrekking tot dit gemeenschappelijk recht een verdelingsregeling overeengekomen tussen de deelgenoten daarin, dan zal iedere Schuldenaar aan die verdelingsregeling gebonden zijn.
11.6 Het in dit Artikel 11 bepaalde geldt ook in geval van vestiging van een beperkt recht op de rechten onder of in verband met een Kredietdocument.
11.7 In een Kredietdocument kan worden overeengekomen dat rechten en/of verplichtingen die de Kredietgever daaronder of in verband daarmee of met een ander Kredietdocument heeft, alleen met voorafgaande toestemming van een Schuldenaar mogen worden overgedragen (of mogen overgaan). Als dit het geval is, dan behoudt de Kredietgever
het recht om over te dragen zonder die voorafgaande toestemming van de Schuldenaar als zich een Opeisingsgrond voordoet. Ook behoudt de Kredietgever het recht om een beperkt recht te vestigen als bedoeld in Artikel 11.6, zonder de toestemming van de Schuldenaar, tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald.
11.8 De Kredietgever heeft het recht om arrangementen te treffen op grond waarvan aan hem verstrekte Hypotheek of Pandrechten door een parallelle vordering, borgtochtconstructie, overwaarde-arrangement of anderszins (mede) kunnen strekken tot zekerheid voor
de betaling van geldvorderingen die een derde op de Schuldenaar mocht hebben. Het voorgaande geldt ook voor vorderingen van een persoon aan wie vorderingen uit hoofde van de Schuld worden overgedragen of verpand. Iedere Schuldenaar stemt hiermee bij voorbaat in en is verplicht tot het verlenen van alle benodigde medewerking daaraan.
11.9 Iedere Schuldenaar verplicht zich om steeds direct zijn toestemming of medewerking te verlenen aan de betreffende rechtshandeling als de Kredietgever daarom vraagt, voor zover toestemming of medewerking van een Schuldenaar als bedoeld in dit Artikel 11 niet rechtsgeldig bij voorbaat kan worden verleend. Tevens verbindt hij zich om zo een rechtshandeling zonder voorbehoud te zullen erkennen, zonder dat dit zal leiden tot een beperking in de uitoefening door de Kredietgever van zijn rechten onder of in verband met de Kredietdocumenten.
12 Wijziging van Kredietdocumenten
12.1 De Kredietdocumenten bevatten alle tussen de Kredietgever en de Schuldenaren in verband met het Krediet gemaakte afspraken. Wijzigingen op een Kredietdocument kunnen alleen worden gemaakt met voorafgaande schriftelijke instemming van de Kredietgever.
12.2 Door de Kredietgever doorgevoerde wijzigingen op de Algemene Voorwaarden worden geacht stilzwijgend door iedere Schuldenaar te zijn aanvaard, tenzij deze daartegen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt bij de Kredietgever. De Schuldenaar dient in dat geval binnen 30 kalenderdagen nadat hij van zo een wijziging in kennis is gesteld bezwaar te maken bij de Kredietgever.
13 Partiële nietigheid, afstand van recht en rechtsverwerking
13.1 Mocht een bepaling in een Kredietdocument om enige reden niet rechtsgeldig en/ of afdwingbaar zijn tegenover een Schuldenaar dan tast dit de rechtsgeldigheid en afdwingbaarheid van deze bepaling tegenover andere Schuldenaren en van andere bepalingen in de Kredietdocumenten niet aan. Dit is slechts anders als het zojuist vermelde volgens Nederlands recht niet is toegestaan.
13.2 Afstand van recht door de Kredietgever in verband met een Kredietdocument kan alleen worden gedaan door een schriftelijke kennisgeving van de Kredietgever. Als de Kredietgever per vergissing afstand doet van een recht, is de Schuldenaar verplicht om op eerste verzoek van de Kredietgever alle medewerking te verlenen aan het (doen) herstellen of laten herleven van de betreffende rechten.
13.3 Als de Kredietgever (een deel van) zijn rechten op grond van de wet en/of een Krediet- document niet uitoefent, de Kredietgever (tijdelijk) geen nakoming vraagt van verplichtingen van de Schuldenaar die voortvloeien uit de wet of een Kredietdocument, of (tijdelijk) afwijkingen toestaat van wat in een Kredietdocument is bepaald, dan behoudt de Kredietgever zich hierbij die rechten en bevoegdheden alvast uitdrukkelijk voor.
Een (tijdelijke) afwijking of niet-nakoming mag niet worden opgevat als (stilzwijgende) rechtsverwerking. De bepaling die is opgenomen in de eerste zin van dit artikel 13.3 geldt ook indien de Kredietgever de Kredietnemer weliswaar een afboekingsbevestiging heeft toegezonden, maar de Kredietnemer daarop nog niet onvoorwaardelijk heeft afgetekend.
14 Bewijskracht administratie Kredietgever
Een door de Kredietgever getekend uittreksel uit zijn administratie geldt als volledig bewijs van het bestaan en de omvang van de Schuld van een Schuldenaar aan de Kredietgever, tenzij een Schuldenaar tegenbewijs levert.
15 Rangorde toepasselijkheid bepalingen in Algemene Voorwaarden en andere Kredietdocumenten
15.1 In geval van onderlinge strijdigheid tussen een bepaling in de Algemene Voorwaarden, de Kredietovereenkomst (exclusief deze Algemene Voorwaarden), de Hypotheekakte of Pandakte, zal eerst de Hypotheekakte en de Pandakte gelden, daarna de Kredietovereenkomst (exclusief deze Algemene Voorwaarden) en tot slot de Algemene Voorwaarden.
15.2 Ingeval een vertaling van deze Algemene Voorwaarden wordt gemaakt, is de Nederlandse tekst van deze Algemene Voorwaarden leidend.
16 Toepasselijk recht en forumkeuze
16.1 Nederlands recht is van toepassing op alle Kredietdocumenten.
16.2 Met uitzondering van de gevallen waarin de wet dwingend anders bepaalt, moeten alle geschillen tussen de Kredietgever en een Schuldenaar die verband houden met een Kredietdocument in eerste instantie worden voorgelegd aan de Rechtbank Amsterdam.
II. VOORWAARDEN KREDIETEN
17 Doel en opschortende voorwaarden
17.1 De Kredietnemer mag het Krediet uitsluitend gebruiken in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, voor de (her)financieringsdoeleinden genoemd in de Kredietovereenkomst of voor ieder ander doel dat schriftelijk is goedgekeurd door de Kredietgever.
17.2 De Kredietgever zal geen Krediet hoeven te verstrekken wanneer als gevolg daarvan het maximumbedrag dat daarvoor onder de betreffende Vaste Lening Faciliteit, Rekening- courant Faciliteit of Bankgarantie faciliteit beschikbaar is, zou worden overschreden of als sprake is van een Opeisingsgrond of een Potentiele Opeisingsgrond.
17.3 Bedragen die zijn afgelost op een Vaste Lening Faciliteit komen in mindering op de bedragen die in de Kredietovereenkomst voor de betreffende faciliteit zijn opgenomen. Op een Vaste Lening Faciliteit afgeloste bedragen kunnen door de Kredietnemer niet opnieuw worden geleend. Dit geldt ook voor vervroegde of extra aflossingen.
18 Renteperiodes, rentepercentage, doorberekenen verhoogde kosten, vertragingsrente, wegvallen Referentierente
18.1 Elk Krediet heeft opvolgende Renteperiodes met telkens een duur als voor de betreffende faciliteit in de Kredietovereenkomst is bepaald. Wanneer een Renteperiode de Laatste Aflossingsdag overschrijdt, wordt deze ingekort zodat deze afloopt op de Laatste Aflossingsdag. Een Renteperiode voor een Krediet begint op de opnamedag van het betreffende Krediet of direct na afloop van de vorige Renteperiode voor het betreffende Krediet.
18.2 Als in de Kredietovereenkomst door de Kredietgever geen (wijze van vaststellen van een) rentepercentage is overeengekomen, dan stelt de Kredietgever een rentepercentage vast op basis van rentepercentages voor soortgelijke kredieten die Kredietgever verstrekt met hetzelfde rentetype.
18.3 Als de kosten van de Kredietgever om gelden aan te trekken (in de markt of op een andere manier) voor het Krediet of kosten toenemen die hij anderszins maakt in verband met het verstrekken van het Krediet of de toename van kosten een gevolg is van het onbetaald blijven van verschuldigde bedragen in verband met het Krediet, dan mag de Kredietgever deze kosten bij de Kredietnemer in rekening brengen. De Kredietgever kan dit doen door het rentepercentage aan te passen, de grondslag voor het rentepercentage aan te passen, het doorbelasten van een of meer additionele (rente)opslag(en) of op een andere manier die de Kredietgever redelijk vindt. Het voorgaande geldt ongeacht wat hierover in een ander Kredietdocument is opgenomen. Overeenkomstig de Gedragscode Kleinzakelijke Financiering zal Kredietgever het vaste rentetarief (inclusief kosten
en opslag) niet wijzigen tijdens een Rentevast Periode, tenzij Kredietnemer zijn verplichtingen uit hoofde van een Kredietdocument niet is nagekomen.
18.4 Als de kosten van de Kredietgever in verband met de Schuld toenemen als gevolg van de naleving, invoering, wijziging, verandering in de uitleg of toepassing van wet- of regelgeving, is de Kredietgever gerechtigd om deze kosten in rekening te brengen bij de Kredietnemer.
18.5 Als de Kredietnemer een bedrag aan rente en/of aflossing en/of een ander bedrag dat Xxxxxxxxxxxx onder een Kredietdocument verschuldigd is niet op tijd aan de Kredietgever betaalt, is de Kredietnemer over dit bedrag een vertragingsrente verschuldigd. De vertragingsrente is gelijk aan het rentepercentage vertragingsrente per jaar dat voor het betreffende Krediet wordt genoemd in de Kredietovereenkomst, te rekenen vanaf de datum dat betaald had moeten worden tot aan de datum van daadwerkelijke betaling aan de Kredietgever.
18.6 De Kredietnemer is aan Kredietgever een rente van 1% verschuldigd bovenop de overeengekomen rente in de Kredietovereenkomst, gedurende de periode dat de Kredietnemer niet aan een bepaling in een Kredietdocument voldoet.
18.7 Wanneer:
(i) de organisatie die de Referentierente publiceert publiekelijk bekendmaakt dat:
(a) de Referentierente permanent of voor onbepaalde tijd niet meer zal worden gepubliceerd; of
(b) de betreffende organisatie dan wel de Referentierente permanent of voor onbepaalde tijd niet (meer) is of wordt opgenomen in het register als bedoeld in artikel 36 van de benchmarkverordening (al dan niet als gevolg van het ontbreken van een rechtsopvolger of in het geval dat geen verplichte registratie is vereist);
(ii) de Europese Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten publiekelijk bekend maakt dat de Referentierente permanent of voor onbepaalde tijd ophoudt te bestaan;
(iii) het voor Kredietgever, Kredietnemer, Schuldenaar en/of Zekerheidsgever bij de Kredietdocumenten onwettig wordt om de Referentierente te gebruiken;
(iv) de bevoegde autoriteit meedeelt dat de wijze waarop de Referentierente tot stand komt, materieel wijzigt;
dan is de Kredietgever gerechtigd een Alternatieve Rente te hanteren op het moment waarop de Renteperiode of Rentevast Periode in de Kredietdocumentatie afloopt en een nieuwe rente dient te worden vastgesteld.
18.8 Als Alternatieve Rente wordt door de Kredietgever gehanteerd:
(i) de door een bevoegde autoriteit gepubliceerde nieuwe referentierente, die de vervallen Referentierente het dichtst benaderd; of
(ii) de door Kredietgever voor soortgelijke Kredieten gehanteerde rente.
18.9 Kredietnemer, Schuldenaar en/of Zekerheidsgever stemt er op voorhand mee in dat Kredietgever de bepalingen in de Kredietdocumenten kan aanpassen in geval de Referentierente om in de artikel 18.7 genoemde reden ophoudt te bestaan of niet (meer) wordt gepubliceerd. Kredietgever zal bij het aanpassen van de Kredietdocumenten alleen die bepalingen aanpassen die verband houden met de Referentierente die alsdan komt te vervallen en zal bij het aanpassen van de Kredietdocumentatie rekening houden met de gerechtsvaardigde belangen van de Kredietnemer, Schuldenaar en/of Zekerheidsgever. Kredietgever streeft erna om bij het aanpassen van de Kredietdocumenten in dit geval te kiezen voor aanpassingen die de vervallen bepalingen het dichtst benaderen.
19 Herziening van rente
19.1 Als voor een Krediet een vaste rente is overeengekomen voor een periode korter dan de looptijd van het Krediet, dan zal de rente op de Renteherzieningsdag worden herzien. De Kredietgever zal de Kredietnemer:
a. uiterlijk twee maanden vóór de betreffende Renteherzieningsdag, berichten dat de Rentevast Periode op de Renteherzieningsdag zal aflopen;
b. uiterlijk vier weken vóór de betreffende Renteherzieningsdag, een voorstel voor een nieuwe rentepercentage doen.
19.2 Tenzij de Kredietnemer de Kredietgever niet vóór de Renteherzieningsdag schriftelijk heeft meegedeeld niet met een voorgestelde rentepercentage akkoord te gaan, geldt het voorgestelde rentepercentage als geaccepteerd door de Kredietnemer. Als de Kredietnemer niet akkoord gaat met het voorgestelde rentepercentage, dan is het Krediet samen met de daarmee verband houdende Schuld onmiddellijk opeisbaar overeenkomstig het bepaalde in Artikel 25.
19.3 Iedere opvolgende Rentevast Periode voor een Krediet is gelijk aan de oorspronkelijke Rentevast Periode. Als de nog resterende looptijd van het Krediet aan het begin van de Rentevast Periode korter is dan de Rentevast Periode, dan geldt de resterende looptijd van het Krediet als de Rentevast Periode, tenzij de Kredietgever en de Kredietnemer schriftelijk anders overeenkomen.
19.4 Triodos Bank kan de Triodos Basisrente slechts na voorafgaande kennisgeving aan de Kredietnemer wijzigen. Triodos Bank kan de Triodos Basisrente aanpassen als de marktomstandigheden daartoe aanleiding geven.
20 Rente- en provisieberekening en betaling
20.1 De rente voor een Krediet wordt voor iedere Renteperiode berekend op basis van het overeengekomen rentepercentage over de gedurende de betreffende Renteperiode uitstaande Schuld.
20.2 De provisie over een Bankgarantie wordt voor iedere Renteperiode berekend op basis van de afspraken gemaakt in het onderliggende Kredietdocument.
20.3 Voor de berekening van rente over Kredieten onder een Vaste Lening Faciliteit en provisies voor Bankgaranties wordt iedere maand op 30 dagen van die maand en ieder jaar op 360 dagen van dat jaar gesteld, behalve in geval van een gebroken periode waarvoor, in de maand met die gebroken periode, de berekening van rente over kredieten onder de Vaste Lening Faciliteit, iedere maand op het daadwerkelijk aantal dagen van die maand wordt gesteld en ieder jaar op het daadwerkelijk aantal dagen van dat jaar.
20.4 In afwijking van het hiervoor in artikel 20.3 bepaalde, wordt de rente over een Krediet onder een Rekening-courant Faciliteit berekend op dagelijkse basis over de aan het eind van de betreffende dag daaronder uitstaande Schuld.
20.5 Tenzij anders overeengekomen in de Kredietovereenkomst dient de Kredietnemer de rente over een door hem opgenomen Krediet of de provisie voor hem afgegeven Bankgarantie, achteraf te voldoen op de eerste Werkdag van ieder kwartaal.
21 Aflossing
21.1 De door de Kredietnemer periodiek te betalen bedragen aan rente en aflossing zullen door de Kredietgever worden herzien ingeval van:
(a) wijziging van het rentepercentage;
(b) wijziging van het aflossingsschema van het Krediet;
(c) vervroegde aflossing op het Krediet,
op de wijze en met ingang van de datum zoals in Artikelen 18, 19, 20 en 22 bepaald.
21.2 De resterende uitstaande Schuld onder en in verband met het Krediet dient in alle gevallen op de Laatste Aflossingsdag van het betreffende Krediet te worden voldaan.
21.3 De resterende uitstaande Schuld onder een Rekening-courant Faciliteit dient in alle gevallen op de Laatste Aflossingsdag van die Rekening-courant Faciliteit te worden aangezuiverd. Na deze dag vervalt de Rekening-courant Faciliteit.
22 Vervroegde aflossing
22.1 De Kredietnemer is steeds gerechtigd om een Krediet geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen. Ingeval van een Vaste Lening Faciliteit geldt daarvoor het hierna in dit Artikel 22.2, 22.3 en 22.4 bepaalde.
22.2 De Kredietnemer mag per kalenderjaar een bedrag tot maximaal het Vrijgestelde Bedrag vervroegd aflossen op een Krediet, waarbij geen vergoeding verschuldigd is, ongeacht de rentestand.
22.3 Tenzij in de Kredietovereenkomst anders is overeengekomen, is de Kredietnemer over het vervroegd afgeloste bedrag dat het Vrijgestelde Bedrag te boven gaat, een vergoeding aan de Kredietgever verschuldigd die gelijk is aan de Vergoeding bij Vervroegde Aflossing. AIs sprake is van een algehele vervroegde aflossing die plaatsvindt binnen zes maanden na het overlijden van Xxxxxxxxxxxx is de Kredietnemer geen vergoeding verschuldigd.
22.4 Na een vervroegde aflossing wordt het periodiek te betalen bedrag aan rente en aflossing automatisch aangepast door Kredietgever.
22.5 Als de Kredietnemer een Krediet geheel of gedeeltelijk vervroegd wenst af te lossen, dient hij dit de Kredietgever ten minste 30 kalenderdagen vóór de datum waarop hij wil aflossen schriftelijk aan te geven, samen met de datum waarop hij wil aflossen. De
Kredietgever zal dan een schuldrestopgave opstellen, met vermelding van de eventueel van toepassing zijnde Vergoeding bij Vervroegde Aflossing en overige lopende renten en kosten. Daarin is het totale door Kredietgever te ontvangen bedrag in verband met de vervroegde aflossing berekend tot en met de door de Kredietnemer opgegeven aflossingsdatum. Als de Kredietgever dit bedrag op een latere datum ontvangt, zal de Kredietgever over dit bedrag alsnog rente in rekening brengen over de periode vanaf de opgegeven aflossingsdatum tot het moment van volledige betaling.
23 Betalingen
23.1 Alle betalingen die een Schuldenaar in verband met de Schuld aan de Kredietgever dient te doen, dienen zonder korting, inhouding of verrekening te worden gedaan, in euro op de door de Kredietgever aangegeven wijze, zonder dat daaraan kosten voor de Kredietgever verbonden zijn.
23.2 Een aan de Kredietgever te betalen bedrag, waaronder mede begrepen een betaling per (automatische) incasso, geldt pas als voldaan als de Kredietgever dat bedrag daadwerkelijk, onherroepelijk en onvoorwaardelijk heeft ontvangen.
23.3 De Kredietgever kan van mening zijn dat hij een niet aanvaardbaar risico loopt, dat een betaling vernietigd wordt (of zou kunnen worden) of ongedaan wordt gemaakt (of zou kunnen worden) bij faillissement van de betaler. Dan zal het betreffende bedrag als niet betaald worden beschouwd totdat dit bedrag naar het oordeel van de Kredietgever daadwerkelijk, onherroepelijk en onvoorwaardelijk door hem is ontvangen. Het staat de
Kredietgever wel nog steeds vrij om zo een betaling te aanvaarden en ondanks eventuele kans op terugboeking(voorlopig) als voldaan te beschouwen.
23.4 Als bedragen die de Kredietgever in verband met de Schuld ontvangt op enig moment niet voldoende zijn om het op dat moment opeisbare deel van de Schuld te voldoen, zullen
de ontvangen bedragen door de Kredietgever achtereenvolgens worden aangewend tot betaling van:
(i) ten eerste, door de Kredietgever voor een Schuldenaar betaalde bedragen of gemaakte kosten;
(ii) ten tweede, overige onder of in verband met de Kredietdocumenten door de Schuldenaren verschuldigde bedragen anders dan aflossingen en rente;
(iii) ten derde, rente (inclusief eventuele vertragingsrente); en
(iv) ten vierde, aflossingen,
ongeacht een door een Schuldenaar aangegeven wijze van aanwending. Als aan de Kredietnemer meerdere Kredieten zijn verstrekt heeft de Kredietgever het recht om te bepalen voor welk Krediet betalingen die de Kredietgever in verband met de Schuld ontvangt worden aangewend.
23.5 De Kredietgever heeft een direct opeisbare vordering op de Schuldenaar, wanneer de Kredietgever een betaling voor rekening van een Schuldenaar heeft verricht of om een andere reden recht heeft op een vergoeding van een Schuldenaar in verband met een Kredietdocument, tenzij in een Kredietdocument uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
23.6 Voorschotten en kosten, die door de Kredietgever zijn betaald maar voor rekening van een Schuldenaar zijn, kunnen door de Kredietgever steeds afzonderlijk in rekening worden gebracht. Het voorgaande geldt ook voor alle andere bedragen die niet periodiek door een Schuldenaar aan de Kredietgever verschuldigd raken.
23.7 Als een betaling op grond van een Kredietdocument gedaan moet worden op een dag die geen Werkdag is, dient die betaling uiterlijk te worden gedaan op de eerstvolgende Werkdag binnen dezelfde maand, of op de direct voorafgaande Werkdag als er geen Werkdag meer binnen die maand is.
23.8 De Kredietgever is over bedragen die hij in verband met de Kredietdocumenten van een Schuldenaar ontvangt nooit rente verschuldigd aan een Schuldenaar.
24 Saldo-opgaven
De Kredietnemer ontvangt van de Kredietgever jaarlijks een saldo-opgave van de uitstaande bedragen onder zijn Rekening-courant Faciliteit per 31 december van het
voorafgaande jaar (als Kredietnemer ook daadwerkelijk een Rekening-courant Faciliteit heeft), inclusief alle in rekening gebrachte rente in verband met zijn Kredieten in het voorafgaande jaar. De Kredietnemer wordt geacht met deze saldo opgave in te stemmen, als hij daartegen niet uiterlijk 30 dagen na ontvangst bezwaar heeft aangetekend bij de Kredietgever.
25 Vervroegde opeisbaarheid
25.1 De hierna in Artikelen 25.2 tot en met 25.4, 29.1, 34 en 35 genoemde gevallen worden ieder voor zich aangemerkt als een Opeisingsgrond.
25.2 Als een Schuldenaar:
(a) Wanbetaling
een verschuldigd bedrag in verband met de Schuld aan de Kredietgever niet volledig en/of niet binnen de daarvoor geldende termijn voldoet;
(b) Schuldenaar voldoet niet aan zijn verplichtingen tegenover een andere crediteur niet aan zijn verplichtingen tegenover een andere financier voldoet waardoor deze een aan een Schuldenaar verstrekt krediet van welke aard dan ook opeist of vervroegd opeisbaar dreigt te stellen of als een crediteur van een Schuldenaar, anders dan de Kredietgever, een vordering op een Schuldenaar om wat voor een reden dan ook voor de oorspronkelijke vervaldatum opeist;
(c) Niet nakomen verplichtingen onder een Kredietdocument door Xxxxxxxxxxx
zijn verplichtingen uit een Kredietdocument tegenover de Kredietgever niet tijdig en/of volledig nakomt, waaronder het verrichten van een met een Kredietdocument strijdige handeling of het nalaten van een volgens een Kredietdocument verplichte handeling, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever;
(d) Onjuiste gegevens, verklaring of garantie verstrekt door Xxxxxxxxxxx
bij de aanvraag van het Krediet onvoldoende of onjuiste gegevens heeft verstrekt, zodanig dat de Kredietgever bij kennis daarvan het Krediet niet of niet op dezelfde voorwaarden zou hebben verstrekt of een onjuiste verklaring of garantie heeft gegeven in of in verband met een Kredietdocument;
(e) Surseance van betaling, schuldsanering of faillissement van Xxxxxxxxxxx surséance van betaling, toelating tot de schuldsaneringsregeling of faillissement aanvraagt, of wanneer surseance van betaling, toelating tot de
schuldsaneringsregeling of faillissement met betrekking tot een Schuldenaar wordt aangevraagd of uitgesproken;
(f) Curatele, onder bewind stelling, schorsing, ontslag of ontbreken bevoegdheid Schuldenaar
die een natuurlijk persoon is, onder curatele wordt gesteld of als een of meer van diens goederen onder bewind worden gesteld of als de Schuldenaar geschorst wordt in de uitoefening van zijn beroep, ambt of functie of daaruit wordt ontzet of ontslagen, of een door de Schuldenaar voor de uitoefening van zijn beroep benodigde bevoegdheid, vergunning of inschrijving wordt ingetrokken, ontzegd of ontnomen;
(g) Verhuizing Schuldenaar naar een ander land
verhuist of besluit tot verplaatsing van de uitoefening van zijn bedrijf of beroep naar een ander land;
(h) Beëindiging of vervreemding onderneming of praktijk Schuldenaar
besluit tot gehele of gedeeltelijke beëindiging, verkoop, verhuur of vervreemding van zijn onderneming of praktijk;
(i) Verlies van controle van Xxxxxxxxxxx over zijn vermogen
het beheer, de beschikking of het bestuur over (een materieel deel van) zijn vermogen verliest;
(j) Overlijden Schuldenaar
die een natuurlijke persoon is, overlijdt of vermoedelijk overleden wordt verklaard;
(k) Ontbinding of wijziging van organisatie Schuldenaar
die een rechtspersoon, commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap of samenwerkingsverband is, rechtspersoonlijkheid wijzigt (al dan niet als gevolg van omzetting), verliest of
verkrijgt, als gevolg van een juridische fusie of splitsing ophoudt te bestaan, wordt ontbonden, zijn statuten of zijn (vennootschaps-, samenwerkings- of maatschaps-) overeenkomst wijzigt, een wijziging in vennoten, aandeelhouders, aandelenbezit
of directie ondergaat en/of zijn regeling met betrekking tot aansprakelijkheid van vennoten of participanten wijzigt;
(l) Niet stellen van zekerheid conform afspraak in Kredietdocument, einde 403 verklaring
een garantie, borgtocht of andere zekerheid niet verstrekt of heeft laten verstrekken of niet (volledig) op de voorwaarden zoals in een Kredietdocument overeengekomen, of als een ten behoeve van een Schuldenaar geldende verklaring als bedoeld in artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek wordt ingetrokken;
(m) Niet voldoen aan toepasselijke regelgeving door Xxxxxxxxxxx
handelt in strijd met of niet voldoet aan een voor Schuldenaar, het Onderpand en/of de Verpande Goederen geldende verplichting die voortvloeit uit wet- of regelgeving of een op Schuldenaar, toepasselijk(e) reglement of overeenkomst;
(n) Niet nakomen overeenkomst door Xxxxxxxxxxx
een verplichting uit een overeenkomst, waarvan de daaruit voortvloeiende rechten zijn overgedragen of verpand aan de Kredietgever of die om een andere reden relevant is voor Kredietgever, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt; of
(o) Beëindiging of opschorting van verplichtingen onder Kredietdocument of volmacht een Kredietdocument of een bepaling daarvan in of buiten rechte ontbindt, daar de nietigheid of vernietigbaarheid van inroept of anderszins verwerpt of een
verplichting die hij daaronder heeft opschort, of als een door de Schuldenaar aan de Kredietgever verstrekte volmacht eindigt.
(p) Fiscale eenheid
onderdeel uit gaat maken van een fiscale eenheid.
25.3 Als het onderpand of een door de Schuldenaar aan de Kredietgever Verpand Goed (voor zover het onderstaande daarop van toepassing kan zijn):
(a) door schuld, nalatigheid of verwaarlozing van een Schuldenaar in waarde vermindert;
(b) niet volledig, onvoorwaardelijk en onbezwaard toebehoort aan de Schuldenaar, geheel of gedeeltelijk tenietgaat, eindigt, ernstig wordt beschadigd of wordt afgebroken of een materiele wijziging van gedaante of inrichting ondergaat;
(c) onbewoonbaar wordt verklaard, niet mag worden bebouwd, verbouwd of hersteld;
(d) in conservatoir, revindicatoir of executoriaal beslag wordt genomen;
(e) in een ruilverkaveling wordt begrepen, voor onteigening wordt aangewezen of op aanschrijving van de overheid moet worden vernieuwd of hersteld;
(f) wordt vervreemd of bezwaard;
(g) op een andere wijze een verandering in rechtstoestand ondergaat of de Zekerheidsgever daarover niet langer de feitelijke zeggenschap heeft; of
(h) een in verband daarmee verschuldigde last, belasting, vergoeding of verzekerings- of andere betaling niet tijdig en/of volledig wordt voldaan.
25.4 Als:
(a) Erfpacht
het Onderpand bestaat uit een recht van erfpacht, bij niet tijdige voldoening van een verschuldigde canon, andere vergoeding of andere verplichting aan de
grondeigenaar, bij beëindiging, tenietgaan of wijziging van de voorwaarden van het erfpachtrecht;
(b) Appartementsrecht
het Onderpand bestaat uit een appartementsrecht, bij een wijziging of aanvulling van de akte van splitsing of het reglement dat geldt met betrekking tot het appartementsrecht, bij opheffing van de splitsing en bij gehele of gedeeltelijke sloop van het gesplitste gebouw en bij niet voldoen door een Schuldenaar aan een verplichting in verband met het appartementsrecht;
(c) Verhuurd Onderpand
het Onderpand is verhuurd of verpacht, als door de rechter volmacht wordt verleend aan de huurder een ander in zijn plaats te stellen, de huur of pacht wordt verlaagd, anders dan met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van Kredietgever;
(d) Verzekering
een verzekeringsmaatschappij een verzekering met betrekking tot het Onderpand of Verpande Goederen opzegt en het Onderpand of de Verpande Goederen niet meteen na dagtekening van de opzeggingsbrief opnieuw zijn verzekerd;
(e) Eind lidmaatschap coöperatie, vereniging of andere rechten met betrekking tot Onderpand of verpande zaken of rechten
een garantie, borgtocht of andere zekerheid of ander recht dat aan een Schuldenaar toekomt in verband met een Onderpand of de Verpande Goederen vervalt, wordt gewijzigd of wordt beëindigd of wanneer het lidmaatschap van een Schuldenaar van een vereniging of coöperatie met betrekking tot het Onderpand eindigt en dit de Kredietnemer in zijn belangen kan raken;
(f) Andere omstandigheden waaronder continuering Krediet kan niet worden verlangd van Kredietgever
Als sprake is van een gebeurtenis of omstandigheid die een Materieel Nadelig Effect kan hebben, voorzetting van de (krediet)relatie met een Schuldenaar mogelijk schade aan de reputatie van Kredietgever zou kunnen toebrengen of er andere omstandigheden optreden, waardoor redelijkerwijs van de Kredietgever niet
kan worden verlangd dat het Krediet op de overeengekomen voorwaarden wordt gecontinueerd.
(g) Borgstelling
Als in verband met het Krediet een borgstelling is verkregen en deze eindigt.
25.5 Als en zodra zich een Opeisingsgrond voordoet mag de Kredietgever door een kennisgeving aan de Kredietnemer het Krediet en de daarmee verband houdende Schuld onmiddellijk geheel of gedeeltelijk opeisen, zonder dat daartoe een ingebrekestelling is vereist.
26 Opzegging Rekening-courant Faciliteit
26.1 Zowel de Kredietgever als de Kredietnemer mag, door middel van een schriftelijk bericht aan de ander, een Rekening-courant Faciliteit dagelijks geheel of gedeeltelijk opzeggen. Als de Kredietgever of de Kredietnemer een bankrekening opzegt waar een Rekening- courant Faciliteit aan verbonden is, wordt de daaraan verbonden Rekening-courant Faciliteit eveneens geacht tegen dezelfde datum volledig te zijn opgezegd.
26.2 Na een gehele opzegging van een Rekening-courant Faciliteit mogen door de Kredietnemer geen opdrachten tot betaling ten laste van de Rekening-courant Faciliteit meer worden gedaan.
26.3 Na gehele of gedeeltelijke opzegging van een Rekening-courant Faciliteit dient de Kredietnemer de uitstaande Schuld onder deze faciliteit (voor zover opgezegd) binnen 14 Werkdagen na ontvangst van het desbetreffende bericht aan te zuiveren.
27 Verrekening
27.1 De Kredietgever is steeds bevoegd om iedere (al dan niet opeisbare of voorwaardelijke) Schuld te verrekenen met (al dan niet opeisbare of voorwaardelijke) tegenvorderingen van een Schuldenaar op Kredietgever. Dit geldt ongeacht de valuta waarin die vorderingen luiden. Als de vordering van de Kredietgever op de Schuldenaar of de tegenvordering van de Schuldenaar op de Kredietgever nog niet opeisbaar is, zal de Kredietgever van zijn verrekeningsbevoegdheid alleen gebruik maken wanneer dit nodig is, omdat zijn verrekeningsrecht anders mogelijk verloren gaat.
27.2 Vorderingen in vreemde valuta worden verrekend tegen de geldende koers op de dag van verrekening.
27.3 De Kredietgever zal Schuldenaar zo mogelijk van tevoren in kennis stellen als hij van zijn verrekeningsbevoegdheid gebruik wil maken.
28 Schadeloosstelling en vrijwaring
28.1 De Kredietnemer moet de Kredietgever, op eerste verzoek, schadeloos stellen voor alle kosten en schade van de Kredietgever die voortvloeien uit:
(a) het niet opnemen van een Krediet nadat een verzoek tot het opnemen van dat Xxxxxxx is gedaan (behalve als dat te wijten is aan de Kredietgever); of
(b) het niet vervroegd aflossen van een Krediet (of een gedeelte daarvan) nadat daarvan kennisgeving aan de Kredietgever is gedaan.
28.2 De Kredietnemer moet de Kredietgever, op eerste verzoek, schadeloos stellen voor alle kosten en schade van de Kredietgever die voortvloeien uit:
(a) het zich voordoen van een Opeisingsgrond of een Potentiële Opeisingsgrond;
(b) het onderzoeken van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid waarvan de Kredietgever in redelijkheid meent dat die:
(i) een Opeisingsgrond oplevert; of
(ii) een Potentiële Opeisingsgrond oplevert als zich vervolgens daadwerkelijk een Opeisingsgrond blijkt voor te doen; en
(iii) een handelen van Kredietgever naar aanleiding van of het vertrouwen op een kennisgeving waarvan de Kredietgever in redelijkheid meent dat die niet echt, onjuist en/of onbevoegd gedaan is.
29 Projectfinanciering
29.1 In aanvulling op de opeisingsgronden als opgenomen in artikel 25.2 tot en met 25.4 van de Algemene Voorwaarden zijn de volgende gevallen ook een Opeisingsgrond. Als:
(a) de uitvoering van werkzaamheden of aanschaf van zaken die voor het Project nodig zijn niet plaatsvind(t)(en) volgens de gemaakte plannen, verstrekte tekeningen, bestekken of technische omschrijvingen, die aan de Kredietgever kenbaar zijn gemaakt of niet overeen komen met de bouw- en/of liquiditeitsschema’s die
tussen Kredietgever en Kredietnemer zijn overeen gekomen, of niet plaats vindt in overeenstemming met de daarvoor vereiste vergunningen of in strijd is met toepasselijke wet- of regelgeving;
(b) de hierboven onder (a) bedoelde plannen, tekeningen, bestekken, omschrijvingen of schema’s wijzigen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kredietgever;
(c) er, naar het oordeel van Kredietgever, onvoldoende voortgang is bij uitvoering van de werkzaamheden of de aanschaf van voor het Project benodigde zaken, om welke reden dan ook;
(d) een voor de uitvoering van de werkzaamheden of de aanschaf van voor het Project nodige zaken noodzakelijke vergunning niet wordt verleend of wordt gewijzigd of ingetrokken;
(e) een van de gebeurtenissen of omstandigheden als bedoeld in artikel 25.2(e), (f), (h),
(i) of (j) zich voordoet ten aanzien van een aannemer, leverancier or andere partij die werkt aan het Project of daarvoor belangrijke zaken of diensten moet leveren; of
(f) een partij als hiervoor onder (e) bedoeld een beroep doet op een eigendomsvoorbehoud of retentierecht in relatie tot het Onderpand of de Verpande Goederen.
29.2 Een in de Kredietovereenkomst overeengekomen bedrag aan eigen inbreng van Kredietnemer en eventuele kostenoverschrijding bij de realisatie en de exploitatie van een Project dienen door de Kredietnemer of, als de Kredietovereenkomst dit bepaalt, een andere Schuldenaar zelf uit eigen middelen te worden voldaan. Ingeval van eigen inbreng dient Kredietnemer deze te voldoen voordat het Krediet wordt verstrekt. Ingeval van kostenoverschrijdingen dient Kredietnemer deze te voldoen zodra de betreffende kosten betaald moeten worden en kan Kredietgever verdere uitbetalingen onder het Krediet afwijzen totdat al deze kosten zijn voldaan.
29.3 Wanneer Kredietgever gelden ter beschikking stelt in het kader van bouwwerkzaamheden, dan gebeurt dit volgens een tussen Kredietnemer en Kredietgever overeengekomen liquiditeitsschema en op basis van door Kredietnemer aan Kredietgever aangeleverde facturen. Kredietgever controleert op basis van de aangeleverde facturen, eventueel in combinatie met een overeengekomen controle door een deskundige, of de door Kredietnemer ingevoerde betalingen kunnen worden uitgevoerd op grond van de met Kredietnemer gemaakte afspraken. Kredietnemer dient rekening te houden met een doorlooptijd van 10 Werkdagen. Uitbetaling uit een bouwdepot vindt rechtstreeks plaats aan de betreffende wederpartij van Kredietnemer. De stand van de bouw of installatie van het Project dient vooruit te lopen op uitbetalingen uit het bouwdepot.
29.4 Tenzij in de Kredietovereenkomst uitdrukkelijk is overeengekomen dat btw mee wordt gefinancierd dient Kredietnemer ieder btw-bedrag met betrekking tot een bepaalde factuur steeds op de hiervoor in artikel 29.3 bedoelde rekening te storten alvorens die factuur door Kredietgever daaruit wordt voldaan.
29.5 Xxxxxxx xxx xxxx, verbouw, sloop of andere werkzaamheden dient het Onderpand gedurende de periode van deze werkzaamheden op basis van Construction All Risks (CAR) te zijn verzekerd.
29.6 Kredietnemer dient Kredietgever meteen te informeren xxxxx Xxxxxxxxxxxx kennis heeft van het feit dat de voortgang of kostenbesteding van het Project niet conform planning verloopt.
29.7 Kredietgever heeft steeds het recht een bouwstandcontrole of budgetcontrole uit te (laten) voeren. De kosten van zo een controle zijn voor rekening van Xxxxxxxxxxxx. Met bouwstandcontrole wordt bedoeld periodieke bezoeken van een door Kredietgever goedgekeurde deskundige met als doel vast te stellen dat het Project conform planning verloopt. Met budgetcontrole wordt bedoeld een controle door een deskundige die
door Kredietgever is goedgekeurd, waarbij deze deskundige aan de hand van door Kredietgever ter beschikking gestelde offertes, facturen en rapportages controleert of het Project conform het overeengekomen budget en liquiditeitsplanning kan worden gerealiseerd. Als het Project onderworpen is aan budgetbewaking, financiert de Kredietgever facturen die de Kredietnemer met betrekking tot het Project bij hem indient alleen nadat deze door de deskundige die verantwoordelijk is voor de budgetbewaking zijn goedgekeurd.
29.8 Zodra de bouw of installatie van een Project is gefinaliseerd, dient Kredietnemer direct hetproces-verbaalvanoplevering(vandebouwbegeleider)aandeKredietgevertoetezenden.
III. BIJZONDERE VOORWAARDEN AANGAANDE BORGSTELLINGEN
30 Borgstelling
30.1 Triodos Bank en Triodos Groenfonds kunnen het verstrekken van een Krediet aan de Kredietnemer afhankelijk stellen van een:
(a) borgstelling door de Minister van Economische Zaken ingevolge de Regeling BMKB;
(b) borgstelling door de Minister van Economische Zaken ingevolge de Regeling Borgstelling Landbouw;
(c) borgstelling door de Stichting Waarborgfonds Sport ingevolge het Reglement inzake de verhouding tussen de aanvrager(s) van een borgstelling en SWS;
(d) borgstelling door de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector ingevolge het Reglement van Deelneming Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector;
(e) borgstelling door de Stichting Waarborgfonds Kinderopvang ingevolge het Reglement voor borgstellingen en garanties van het Waarborgfonds Kinderopvang 2008; en/of
(f) andere borgstelling,
conform nadere bepalingen als opgenomen in de Kredietovereenkomst.
30.2 Op de (aanvraag van een) borgstelling door Minister van Economische Zaken is de Regeling BMKB van toepassing.
30.3 Op de (aanvraag van een) borgstelling door Minister van Economische Zaken is de Regeling Borgstelling Landbouw van toepassing.
30.4 Op de (aanvraag van een) borgstelling door de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector is het Reglement van Deelneming Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector van toepassing;
30.5 Op de (aanvraag van een) borgstelling door de Stichting Waarborgfonds is het Reglement inzake de verhouding tussen de aanvrager(s) van een borgstelling en SWS van toepassing.
30.6 Op de (aanvraag van een) borgstelling door de Stichting Waarborgfonds Kinderopvang is het Reglement voor borgstellingen en garanties van de Waarborgfonds Kinderopvang van toepassing 2008.
31 Medewerking Kredietnemer aan voorwaarden borgstelling
Als het verstrekken van een Krediet afhankelijk is gesteld van een borgstelling als bedoeld in Artikel 30.1, is de Kredietnemer verplicht om tijdig en volledig te voldoen aan alle gestelde voorwaarden met betrekking tot de betreffende borgstelling, waaronder de verplichtingen, aanwijzingen en richtlijnen die verband houden met of voortvloeien uit toepasselijke regels op zo een borgstelling.
IV. AANVULLENDE VOORWAARDEN KREDIETFACILITEITEN TRIODOS GROENFONDS
32 Medewerking Kredietnemer aan de Groenregeling
32.1 De Kredietnemer is verplicht om steeds tijdig en volledig te voldoen aan alle geldende voorwaarden en verplichtingen, aanwijzingen en richtlijnen in de Groenregeling, of die daarmee verband houden.
32.2 De Kredietnemer dient het rentevoordeel dat ontstaat uit hoofde van het afsluiten van een Krediet op basis van de Groenregeling aan te wenden voor milieubeschermingsdoeleinden.
32.3 Gedurende de looptijd van het Krediet dient het Groenprojectvermogen tenminste gelijk te zijn aan de totale hoofdsom van de kredietfaciliteiten die door Triodos Groenfonds onder de Kredietovereenkomst aan Kredietnemer ter beschikking zijn gesteld.
33 Verplichtingen met betrekking tot de Groenverklaring
33.1 De Kredietnemer heeft de inspanningsverplichting om in redelijkheid al het nodige te doen of na te laten om tijdig een Groenverklaring voor het Groenproject te verkrijgen, deze in stand te houden voor de duur van het Groenproject en/of deze te herkrijgen. Deze inspanningsverplichting omvat ook de verplichting om op eigen kosten en zo vaak als de Groenregeling en wettelijke bepalingen de mogelijkheid bieden, beroep in te stellen of bezwaar te maken tegen een (dreigend) besluit of voornemen om de Groenverklaring in te trekken.
33.2 De Kredietnemer zal steeds onmiddellijk mededeling doen aan de Kredietgever van (wijziging van) omstandigheden die van belang zijn voor het aanvragen, (opnieuw) verkrijgen of behouden van de Groenverklaring voor het Groenproject en/of het (opnieuw) verkrijgen of behouden van het Groenprojectvermogen.
33.3 De Kredietnemer dient het Groenproject zodanig te administreren en aan de Kredietgever op zijn eerste verzoek zodanige informatie en documentatie aan te reiken dat daaruit duidelijk blijkt dat sprake is van een Groenproject.
33.4 De Kredietnemer zal de Kredietgever toegang verschaffen tot zijn administratie voor zover vereist in het kader van de vervulling van de verplichtingen van de Kredietgever op grond van de Groenregeling.
34 Geen Groenverklaring
Als voor het Groenproject geen Groenverklaring kan worden aangevraagd vanwege omstandigheden die te wijten zijn aan de Kredietnemer, geen Groenverklaring wordt verstrekt, de Groenverklaring komt te vervallen, de Groenverklaring wordt ingetrokken of het Groenprojectvermogen niet langer ten minste gelijk is aan de totale hoofdsom van de kredietfaciliteiten die door Triodos Groenfonds onder de Kredietovereenkomst aan
Kredietnemer ter beschikking zijn gesteld, is de Kredietgever bevoegd om het volgende te doen:
(a) Door een kennisgeving aan de Kredietnemer het Krediet en overige daarmee verband houdende Schuld onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te eisen, zonder dat daartoe een ingebrekestelling is vereist.
(b) Het Krediet geheel of gedeeltelijk voort te zetten met aanpassing van de rentepercentages aan die voor financieringen zonder Groenverklaring. De Kredietgever kan dit met terugwerkende kracht doen tot het moment dat de Groenverklaring kwam te vervallen of werd ingetrokken, het Groenprojectvermogen niet langer tenminste gelijk
was aan de totale hoofdsom van de kredietfaciliteiten die door Triodos Groenfonds onder de Kredietovereenkomst aan Kredietnemer ter beschikking zijn gesteld of, als geen Groenverklaring werd verstrekt, het moment waarop het Krediet werd verstrekt.
(c) Zijn rechten en/of verplichtingen onder of in verband de Kredietovereenkomst en bijbehorende Kredietdocumenten door middel van een cessie, contractsoverneming of op een andere manier over te dragen of over te laten gaan aan Triodos Bank. Voor zover nodig en volgens Nederlands recht mogelijk, stemt iedere Schuldenaar bij voorbaat
in met zo een overdracht of overgang en verleent iedere Schuldenaar daaraan bij voorbaat zijn medewerking. Triodos Bank heeft het recht om vervolgens de voorwaarden van het Krediet, waaronder het rentepercentage, aan te passen aan de gangbare condities die Triodos Bank bedingt bij andere door Triodos Bank verstrekte kredieten.
Bij daadwerkelijke aanpassing van de voorwaarden van het Krediet na overname van de Kredietovereenkomst zal de Kredietnemer binnen 3 maanden nadat de aangepaste voorwaarden bekend zijn geworden, bevoegd zijn om het Krediet vervroegd af te lossen zonder dat daarvoor een vergoeding verschuldigd zal zijn op grond van Artikel 22.
35 Wijziging Groenregeling, Wet inkomstenbelasting 2001
35.1 Als de fiscale regelgeving voor beleggen in de zin van artikel 5.13 lid 2 sub a (Vrijstelling maatschappelijke beleggingen, waaronder begrepen groene beleggingen in de zin van artikel 5.14 lid 2 sub b) van de Wet Inkomstenbelasting 2001 wordt gewijzigd, treden partijen in overleg over de aanpassing van de voorwaarden van het Krediet.
35.2 Als partijen binnen een termijn van 30 dagen na het intreden van een in Artikel 35.1 genoemde omstandigheid niet tot overeenstemming zijn gekomen is de Kredietgever bevoegd om te handelen conform het hiervoor in Artikel 34 onder (a), (b) of (c) bepaalde.
36 Verlies erkenning
Als Triodos Groenfonds in de toekomst niet langer mocht kwalificeren als een als groenfonds aangewezen beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 5.14 van de Wet Inkomstenbelasting 2001, is de Kredietgever gerechtigd het Krediet en de daarmee verband houdende Schuld op te eisen met inachtneming van een opeisingstermijn van 6 maanden.
V. ZEKERHEIDSSTELLING
37 Hypotheek
37.1 De Hypotheekgever is verplicht om tot zekerheid voor de betaling van de Schuld een Hypotheek op het Onderpand te verstrekken aan de Kredietgever op de voorwaarden als in deze Algemene Voorwaarden, de Kredietoverkomst en de Hypotheekakte bepaald.
37.2 De Hypotheekgever garandeert aan de Kredietgever op de dag van verlijden van de Hypotheekakte dat:
(a) hij bevoegd is tot vestiging van de Hypotheek op het Onderpand;
(b) het Onderpand hem zowel in juridische als in economische zin volledig en exclusief toebehoort en vrij is van beslagen en zekerheidsrechten ten behoeve van anderen dan de Kredietgever;
(c) de ten behoeve van de Kredietgever op het Onderpand gevestigde Hypotheek voorrang heeft boven alle aanspraken van anderen op het Onderpand;
(d) er geen schending van enige wet- of regelgeving heeft plaatsgevonden die van invloed zou kunnen zijn op de waarde van het Onderpand;
(e) het Onderpand niet is bezwaard met beperkte genotsrechten of met kwalitatieve verplichtingen anders dan die in de Hypotheekakte worden vermeld;
(f) het Onderpand niet is verhuurd of niet anders is verhuurd dan vermeld in de Hypotheekakte of met schriftelijke instemming van de Kredietgever;
(g) hij niet in strijd handelt of heeft gehandeld met enige milieuwet- of regelgeving en er geen sprake is van een claim uit dien hoofde, en de van het Onderpand deel uitmakende bodem en grondwater niet in zodanige mate zijn verontreinigd met giftige, chemische en/of andere gevaarlijke stoffen, dat deze verontreiniging
ingevolge de geldende milieuregelingen en milieu-verordeningen ongedaan gemaakt moet worden of er andere maatregelen genomen moeten worden en er in, onder
en om het Onderpand geen olietank(s), asbest of andere milieubelastende zaken aanwezig zijn;
(h) hem geen aanspraken van derden of aanschrijvingen van overheidsinstanties met betrekking tot het Onderpand bekend zijn;
(i) hij alle vergunningen, goedkeuringen en ontheffingen heeft die zijn vereist met betrekking tot het Onderpand en, voor zover in het Onderpand een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend, hij alle vergunningen, goedkeuringen en ontheffingen heeft die nodig zijn om deze beroeps- of bedrijfsactiviteiten uit te oefenen en hij steeds heeft voldaan aan de in deze vergunningen, goedkeuringen en ontheffingen gestelde voorwaarden.
38 Pandrecht
38.1 De Zekerheidsgever verplicht zich om tot zekerheid voor de betaling van de Schuld een eerste Pandrecht aan de Kredietgever te vertrekken en verstrekt dit Pandrecht op de goederen waarvan in de Kredietovereenkomst of een ander Kredietdocument is bepaald dat die moeten worden verpand. Ingeval van een Hypotheekakte betreft het in ieder geval een eerste Pandrecht op de volgende goederen:
(a) alle huidige en, voor zover dit volgens Nederlands recht mogelijk is, toekomstige rechten die de Zekerheidsgever heeft of in de toekomst mocht verkrijgen onder of in verband met iedere huurovereenkomst, koopovereenkomst, beheerovereenkomst, vervreemdings- of bezwaringsovereenkomst, opstal-, overlijdensrisico- of andere verzekeringsovereenkomst, aannemingsovereenkomst, hedgingovereenkomst en andere rechtsverhoudingen die in verband met het Onderpand en/of het Krediet zijn of worden aangegaan, waaronder alle rechten die de Zekerheidsgever heeft op grond van in verband met zodanige overeenkomsten of rechtsverhoudingen afgegeven garanties, borgtochten of andere zekerheden;
(b) alle huidige en toekomstige roerende zaken die de Zekerheidsgever heeft of in de toekomst verkrijgt en die het Onderpand dienen of machinerieën of werktuigen die bestemd zijn om daarmee een bedrijf in een bepaalde daarvoor ingerichte fabriek of werkplaats uit te oefenen en al hetgeen bestanddeel van het Onderpand is geweest en daarvan is afgescheiden;
(c) alle huidige en toekomstige roerende zaken waarvan in de Hypotheekakte is overeengekomen dat deze aan de Kredietgever zullen worden verpand (waaronder mede begrepen voorwaardelijke eigendomsrechten met betrekking tot zulke zaken); en
(d) alle huidige en, voor zover dit volgens Nederlands recht mogelijk is, toekomstige rechten waarvan in de Hypotheekakte is overeengekomen dat deze aan de Kredietgever zullen worden verpand.
38.2 Als volgens een Kredietdocument een Pandrecht op een recht een openbaar Pandrecht moet zijn, zal de Zekerheidsgever van dit Xxxxxxxxx meteen per brief met ontvangstbevestiging en per e-mail mededeling doen aan de partij tegenover wie het recht kan worden uitgeoefend met kopie aan de Kredietgever.
38.3 Als volgens een Kredietdocument door de Zekerheidsgever aan de Kredietgever rechten verpand moeten worden onder een - ten tijde van het aangaan van het Kredietdocument nog toekomstige - overeenkomst of andere rechtsverhouding en deze overeenkomst wordt aangegaan of deze rechtsverhouding ontstaat, dan zal de Zekerheidsgever daarvan direct mededeling te doen aan de Kredietgever. De Zekerheidsgever zal er dan voor zorg dragen dat de hieruit voortvloeiende rechten meteen worden verpand aan de Kredietgever door middel van ondertekening en toezending aan de Kredietgever van een aanvullende Pandakte. Als op deze rechten volgens een Kredietdocument een openbaar pandrecht moet worden gevestigd geldt hiervoor ook Artikel 38.2.
38.4 Onder (verpande of te verpanden) rechten als bedoeld in de Kredietdocumenten dienen te worden begrepen ieder recht, claim of vordering, al dan niet ter voldoening van een geldbedrag, en ook, in het geval van verstrekking van een garantie, het recht dergelijke garanties in te roepen of anderszins een vordering in te stellen die daarop betrekking heeft.
38.5 De Kredietgever heeft steeds het recht maar niet de verplichting om Pandakten te registeren bij de Afdeling Registratie van de Belastingdienst.
38.6 De Kredietgever heeft steeds het recht om mededeling te doen van zijn Pandrecht aan een derde die aanspraak maakt op Verpande Goederen of aan een debiteur van een recht
dat is verpand aan de Kredietgever op grond van een Kredietdocument.
38.7 Op verzoek van de Kredietgever dient de Zekerheidsgever er direct voor te zorgen dat de Kredietgever onder alle af te sluiten verzekeringsovereenkomsten met betrekking tot het Onderpand of Verpande Goederen als eerste begunstigde wordt aangewezen en dat dit op de desbetreffende polis wordt aangetekend. De Zekerheidsgever is verplicht om op eerste verzoek van de Kredietgever mee te werken aan een wijziging van begunstigde onder zo een polis, als de Kredietgever dit wenselijk acht in verband met een overdracht door hem van zijn rechten onder de Kredietdocumenten of om een andere reden.
38.8 De Zekerheidsgever verstrekt aan de Kredietgever een individuele onherroepelijke volmacht, die door de Kredietgever wordt aanvaard, om:
(a) namens hem zodanige aanvullende Pandakten te ondertekenen en overige handelingen te verrichten die naar het oordeel van de Kredietgever nodig zijn om de in Artikel 38.3 bedoelde rechten rechtsgeldig aan de Kredietgever te verpanden;
(b) ervoor te zorgen dat aan het in Artikel 38.7 bepaalde wordt voldaan; en
(c) alle handelingen en bevoegdheden met betrekking tot aan de Kredietgever Verpande Goederen namens de Zekerheidsgever te verrichten en/of uit te oefenen.
38.9 De Pandgever garandeert aan de Kredietgever dat:
(a) hij bevoegd is tot verpanding van de Verpande Goederen;
(b) de Verpande Goederen hem zowel in juridische als economische zin volledig en exclusief toebehoren, vrij zijn van beslagen en zekerheidsrechten ten behoeve van anderen dan de Kredietgever en niet bij voorbaat aan een ander zijn overgedragen of bij voorbaat zijn bezwaard met zekerheidsrechten ten behoeve van anderen dan de Kredietgever;
(c) ieder ten behoeve van de Kredietgever gevestigd Pandrecht voorrang heeft boven alle aanspraken van anderen op een Verpand Goed;
(d) er geen schending van enige wet- of regelgeving heeft plaatsgevonden die van invloed zou kunnen zijn op de waarde van een Verpande Goederen;
(e) de Verpande Goederen niet zijn bezwaard, al dan niet bij voorbaat, met beperkte genotsrechten anders dan die (eventueel) zijn vermeld in de Kredietdocumenten;
(f) de onder de Verpande Goederen begrepen roerende zaken niet zijn verhuurd of niet anders zijn verhuurd dan vermeld in de Kredietdocumenten;
(g) alle onder de Verpande Goederen begrepen rechten rechtsgeldig en afdwingbaar zijn en hij niet in gebreke is met een verplichting onder een overeenkomst waaruit zo een recht voortvloeit; en
(h) er geen verbod of beperking is opgenomen op overdracht en/of vestiging van een Pandrecht in een overeenkomst waaruit een aan de Kredietgever volgens de Kredietdocumenten te verpanden recht voortvloeit.
39 Tijdstippen afgifte verklaringen Zekerheidsgever
De in Artikelen 37.2 en 38.9 opgenomen verklaringen van de Zekerheidsgever worden door hem afgegeven:
(a) op de dag van ondertekening van het betreffende Kredietdocument waarbij het betreffende goed wordt verpand of, ingeval van een Onderpand, op de dag van het verlijden van de Hypotheekakte met betrekking tot dat Onderpand; en
(b) worden herhaald op iedere datum als bedoeld in Artikel 6.2.
40 Aanvullende zekerheid en herverpanding
40.1 Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen in een Kredietdocument, is iedere Schuldenaar verplicht voldoende zekerheid te stellen, of te doen stellen, voor de betaling van de Schuld waarvoor hij aansprakelijk is. Is een gestelde zekerheid naar het oordeel van de Kredietgever onvoldoende geworden, dan is iedere Schuldenaar verplicht die zekerheid op eerste verzoek van de Kredietgever – en op de kortst mogelijke (redelijke) termijn – aan te vullen, te hernieuwen of te vervangen. Een verzoek als hiervoor bedoeld dient schriftelijk te geschieden en de reden van het verzoek te vermelden. De omvang van de door de Kredietgever gevraagde zekerheid dient in redelijke verhouding te staan tot het beloop van de Schuld.
40.2 De Kredietgever is steeds bevoegd tot herverpanding van Verpande Goederen.
41 Verzekering
41.1 De Hypotheekgever is verplicht het Onderpand, waaronder mede begrepen alle daarop nog te bouwen zaken, op zijn kosten met een uitgebreide opstalverzekering naar herbouwwaarde te verzekeren en verzekerd te houden, tenminste tegen alle schade als gevolg van brand, blikseminslag en/of ontploffing, alsmede tegen storm , water- en vliegtuigschade en tegen alle zodanige andere schaden en risico’s als de Kredietgever
nodig acht. De Zekerheidsgever is verplicht zijn Verpande Goederen te verzekeren op een manier die gebruikelijk is voor het soort Verpande Goederen waar het om gaat en het soort bedrijf of beroep dat de Zekerheidsgever eventueel met behulp van de Verpande Goederen uitoefent. De verzekering moet plaats hebben bij een solide maatschappij ten genoegen van de Kredietgever en onder door hem goedgekeurde voorwaarden.
41.2 De Zekerheidsgever is verplicht alle in verband met een met betrekking tot het Onderpand of Verpande Goederen afgesloten verzekering verschuldigde premies uiterlijk op de vervaldagen te voldoen. De Zekerheidsgever dient ervoor te zorgen dat alle met betrekking tot zo een verzekering opgemaakte polissen binnen één maand na het verlijden van de Hypotheekakte of tekenen van de Pandakte aan de Kredietgever ter beschikking zijn gesteld. De Zekerheidsgever zal een verzekering niet zonder toestemming van de Kredietgever beëindigen of wijzigen.
41.3 De Zekerheidsgever is verplicht bij iedere schade aan het Onderpand of Verpande Goederen de Kredietgever hiervan in kennis te stellen binnen dezelfde termijn als de schade bij de desbetreffende verzekeraar moet worden gemeld. Bij schade aan het Onderpand of de Verpande Goederen treden alle vorderingen tot schadevergoeding die daardoor zijn ontstaan in de plaats van het Onderpand of Verpande Goederen,
waaronder verzekeringspenningen, ingeval van Onderpand tot het bedrag van de door het Hypotheekrecht verzekerde Schuld, onverminderd de Hypotheek of het Pandrecht op het overgebleven (deel van) het Onderpand of de Verpande Goederen.
41.4 De Zekerheidsgever is verplicht de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Kredietgever te verkrijgen, voor iedere schaderegeling met een verzekeraar bij wie een verzekering is afgesloten met betrekking tot het Onderpand of de Verpande Goederen.
Door ondertekening van de Hypotheekakte of Pandakte verstrekt de Zekerheidsgever aan de Kredietgever een individuele volmacht om – als de Kredietgever na een schade kenbaar heeft gemaakt dit te wensen – de schaderegeling met de verzekeraar af te wikkelen, geschillen te onderwerpen aan arbitrage of bindend advies, deskundigen
te benoemen, schikkingen te treffen en andere rechtshandelingen te verrichten, de verzekeringspenningen te innen en daarvoor kwijting te geven, en ook om over deze penningen te procederen. Bij een geschil over de schadevergoeding zal de Kredietgever bevoegd zijn op kosten van een Zekerheidsgever tegen de verzekeraar te procederen, schikkingen te treffen of in hangende procedures tussenbeide te komen.
41.5 De Kredietgever is als enige inningsbevoegd met betrekking tot uit te keren verzekeringspenningen in verband met het Onderpand of de Verpande Goederen. Na inning van de verzekeringspenningen door de Kredietgever in verband met het
Onderpand of de Verpande Goederen, zal de Kredietgever besluiten of deze penningen zullen strekken tot betaling van de Schuld of, met instemming van de Kredietnemer, tot herbouw, herstel of vervanging van het Onderpand of de Verpande Goederen onder door de Kredietgever te stellen voorwaarden. Zodra het Onderpand of de Verpande Goederen ten genoegen van de Kredietgever is herbouwd of een ontstane schade is hersteld, of naar het oordeel van de Kredietgever voldoende andere of aanvullende zekerheid is gegeven, zal de Kredietgever eventuele resterende verzekeringspenningen uitkeren aan de rechthebbende.
41.6 De Zekerheidsgever is verplicht om de Kredietgever onmiddellijk nadat hij daarvan kennis heeft genomen op de hoogte te stellen van ieder voorgenomen royement of vermindering van een verzekering met betrekking tot het Onderpand of de Verpande Goederen.
41.7 Zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in dit Artikel 41, blijft de Hypotheekgever aansprakelijk voor de gevolgen van eventuele onvoldoende verzekering van het Onderpand en de Verpande Goederen. Als een van de voorwaarden zoals bedoeld Artikel 41.1 wordt in ieder geval gesteld, dat de Zekerheidsgever in de overeenkomst met de verzekeraar bedingt dat de verzekeraar de Kredietgever van een voorgenomen beëindiging van de verzekering van het Onderpand of de Verpande Goederen tijdig op de hoogte stelt. Als een beëindiging van de verzekering of een vermindering van de omvang van de verzekering, of van het verzekerde bedrag, het gevolg is van een besluit van een vereniging van eigenaren, zal de Zekerheidsgever de Kredietgever onmiddellijk van een dergelijk besluit in kennis stellen.
41.8 Wordt aan één of meer bepalingen van dit Artikel 41 niet of niet binnen een eventueel door de Kredietgever gestelde termijn voldaan, dan heeft de Kredietgever het recht namens en voor rekening van de Zekerheidsgever het verschuldigde te betalen, of zelf een verzekering af te sluiten desgewenst op eigen naam, maar voor rekening van de Zekerheidsgever.
41.9 De Zekerheidsgever is verplicht om de Kredietgever steeds onmiddellijk nadat hij hiervan zelf kennis heeft genomen, schriftelijk in kennis te stellen van alle vorderingen tot vergoeding, die hij op derden heeft en die in de plaats van het Onderpand en/of Verpande Goederen treden. Deze verplichting betreft in ieder geval alle rechten uit verzekering die
mochten ontstaan als gevolg van schade aan of vernietiging van het Onderpand en/of Verpande Goederen.
42 Verhuur
42.1 Zonder voorafgaande toestemming van de Kredietgever mogen het Onderpand en de onder de Verpande Goederen begrepen zaken niet geheel of gedeeltelijk worden verhuurd, mag geen gebruik door derden worden gedoogd, mag geen opzegging,
vernieuwing, wijziging, verlenging of ontbinding van huurovereenkomsten plaatsvinden, mag geen afstand worden gedaan of beschikt worden over huurpenningen of uit huurovereenkomsten voortvloeiende rechten. Ook mogen huurpenningen en de hiervoor genoemde rechten niet aan een ander dan de Kredietgever worden overgedragen of verpand, mogen geen opties worden verleend of vooruitbetaling van huurpenningen of andere vergoedingen voor langer dan drie (3) maanden worden bedongen of ontvangen en mag geen uitstel van betaling aan een huurder worden gegeven.
42.2 (Concept-)huurovereenkomsten, wijzigingen daarvan of aanvullingen daarop, (concept) huurgaranties en bewijzen betreffende (betaling van) huur moeten aan de Kredietgever worden overgelegd zodra hij dit verlangt.
42.3 Een door de Kredietgever gegeven toestemming voor een in Artikel 42.1 vermelde rechtshandeling is alleen verleend, als de Kredietgever de hoogst gerangschikte pandhouder van de desbetreffende rechten is en geschiedt onder de ontbindende voorwaarde van beslag op zodanig recht. Alleen de Kredietgever is bevoegd zich op deze ontbindende voorwaarde te beroepen. Bij die ontbinding is de Kredietgever niet gehouden tot ongedaanmaking van de al door hem ontvangen prestaties.
43 Hertaxatie
43.1 De Kredietgever is steeds gerechtigd het Onderpand (en de roerende zaken die het Onderpand dienen) te bezichtigen en de waarde van het Onderpand (en de roerende zaken die het Onderpand dienen) te laten taxeren. Taxatie dient te worden uitgevoerd door een beëdigde taxateur die door de Kredietgever is benoemd. De Hypotheekgever is verplicht aan deze taxatie direct zijn volledige medewerking te verlenen, de noodzakelijke informatie te verstrekken voor het verrichten van de taxatie en aan de betreffende taxateur vrije toegang tot het Onderpand (en de roerende zaken die het Onderpand dienen) te verlenen en/of te doen verlenen. Een weigering van derden om toegang te verlenen zal in dit verband worden beschouwd als een weigering van de Hypotheekgever. De Hypotheekgever zal er daarbij voor zorg dragen, dat de taxateur alle handelingen kan verrichten, die hij met het oog op de door hem te maken taxatie noodzakelijk acht. De kosten van de taxatie komen voor rekening van de Hypotheekgever.
43.2 De Kredietgever is gerechtigd om, als zich een voor zijn zekerheidspositie nadelige ontwikkeling in de verhouding tussen de Schuld en de getaxeerde waarde van het Onderpand heeft voorgedaan, het voor het Krediet geldende rentepercentage aan te passen, vervroegde aflossing van (een deel van) de Schuld en/of aanvulling van de daarvoor gestelde zekerheden te verlangen.
44 Overige verplichtingen met betrekking tot het Onderpand en Verpande Goederen
44.1 Onderhoud in goede staat
De Zekerheidsgever zal het Onderpand en zal onder Verpande Goederen begrepen roerende zaken in goede staat houden en onderhouden. Het Onderpand mag niet geheel of gedeeltelijk worden afgebroken of op andere wijze in waarde worden verminderd en – voor zover ongebouwd – niet worden vergraven of afgegraven.
44.2 Geen misbruik, vervreemding of bezwaring
Het Onderpand mag niet worden misbruikt. Zonder schriftelijke toestemming van de Kredietgever mag het Onderpand en mogen onder Verpande Goederen begrepen roerende zaken niet worden vervreemd of bezwaard en mogen deze niet worden vermengd of verdeeld en mag Onderpand niet van heersende erfdienstbaarheden of van andere rechten worden ontdaan. Ook mag het niet van aard, inrichting,
gedaante of bestemming veranderd, verbouwd, met een ander perceel verenigd of in appartementsrechten worden gesplitst. Ook mag de aard van het gebruik of van de exploitatie van het Onderpand niet zonder schriftelijke toestemming van de Kredietgever worden gewijzigd of mogen een bestaande of toekomstige schade of andere claims of vorderingen in verband met het Onderpand niet worden vastgesteld, overeengekomen, ontvangen of afgekocht. Bestanddelen van het Onderpand en werken die duurzaam
met het Onderpand zijn verenigd mogen niet zonder schriftelijke toestemming van de Kredietgever door afscheiding roerend worden gemaakt, onverschillig of deze bestanddeelvorming of vereniging voor of na de hypotheekverlening heeft plaatsgevonden.
44.3 Toevoegingen aan Onderpand strekken vallen onder zekerheidsrecht
Alle veranderingen en toevoegingen aan het Onderpand na de vestiging van de Hypotheek strekken (mede) tot zekerheid voor de betaling van de Schuld en kunnen niet worden weggenomen. Dit geldt ook voor alle roerende zaken die bestemd zijn om tot blijvend gebruik van het Onderpand te dienen. De Hypotheekgever doet afstand van enig recht dat hij op grond van artikel 3:266 Burgerlijk Wetboek mocht hebben.
44.4 Informatieverplichting
De Zekerheidsgever is verplicht om zo vaak als de Kredietgever dit wenst en op eerste verzoek van de Kredietgever de Kredietgever meteen te voorzien van alle informatie en documentatie en van overzichten met betrekking tot het Onderpand en onder de Verpande Goederen begrepen roerende zaken. Aan de Kredietgever kan niet worden
tegengeworpen dat zaken die niet op een overzicht zijn vermeld, niet aan de Kredietgever zijn verpand.
44.5 Recht van inspectie Kredietgever
De Kredietgever heeft steeds het recht om het Onderpand (en de onder de Verpande Goederen begrepen roerende zaken) door een door hem aan te wijzen persoon te laten inspecteren, om zich ervan te overtuigen of iets in strijd met een Kredietdocument
is gedaan, nagelaten of heeft plaatsgevonden. De Zekerheidsgever is verplicht aan de Kredietgever vrije toegang tot het Onderpand (en de onder de Verpande Goederen begrepen roerende zaken) te verlenen en/of te laten verlenen en er zorg voor te dragen dat al hetgeen waarop de Kredietgever op grond van het bepaalde in een
Kredietdocument recht heeft, naar behoren wordt uitgevoerd. Bij onbeheerd zijn van het Onderpand (of de onder de Verpande Goederen begrepen roerende zaken) is de Kredietgever bevoegd zichzelf de toegang te verschaffen.
44.6 Specifieke verplichtingen met betrekking tot voorraden, inventaris, machines, installaties en dieren
Als in een Kredietdocument door de Pandgever bedrijfsvoorraden, inventarisgoederen, machines, installaties of dieren aan de Kredietgever worden verpand, geldt ook het volgende.
(a) Het Pandrecht strekt zich uit tot alle zaken die bij de ondertekening van het betreffende Kredietdocument deel uitmaken van het bedrijf van de Pandgever en tot de zaken die in de toekomst deel zullen uitmaken van het bedrijf van de Pandgever.
(b) Als op een zaak een eigendomsvoorbehoud rust en/of ten aanzien hiervan mogelijk een retentierecht kan worden uitgeoefend, is de Pandgever verplicht de betaling van de desbetreffende zaak te verrichten binnen de overeengekomen of gebruikelijke termijn.
(c) Xx Xxxxxxxxx is verplicht om zo vaak als de Kredietgever dit wenst en op eerste verzoek van de Kredietgever meteen aan de Kredietgever de volgende informatie te verstrekken:
(i) overzichten van levende have en roerende zaken, waarop de aan de Kredietgever verpande zaken zijn omschreven. Aan de Kredietgever kan niet worden tegengeworpen dat zaken die niet op een overzicht zijn vermeld, niet aan de Kredietgever zijn verpand;
(ii) informatie en documentatie die betrekking heeft op aan de Kredietgever verpande zaken;
(iii) gespecificeerde opgaven van de opzet van fokplannen en de plaatsen waar dieren zijn of worden geplaatst.
(d) De Pandgever mag tot opzegging door de Kredietgever de zaken onder zich houden en uitsluitend gebruiken overeenkomstig hun bestemming.
(e) De Pandgever mag tot opzegging door de Kredietgever zaken behorende tot de voorraden verkopen, voor zover dat voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is. De Pandgever is bij verkoop van deze zaken verplicht:
(i) zich de eigendom van de geleverde zaken en te leveren zaken voor te behouden, totdat de koper de verschuldigde tegenprestatie geheel heeft voldaan en/
of de daarmee verbonden werkzaamheden volledig heeft verricht en/of de vorderingen wegens tekortschieten in de nakoming heeft voldaan; en
(ii) de daaruit voortvloeiende vorderingen meteen te verpanden aan de Kredietgever op een door de Kredietgever aangegeven wijze en voor zover dat door Kredietgever is verzocht.
(f) De in dit Artikel 44.6 vermelde bevoegdheden van de Pandgever eindigen meteen nadat deze door de Kredietgever aan de Pandgever zijn opgezegd. Na opzegging dienen de zaken op eerste verzoek van de Kredietgever meteen aan de Kredietgever of een door hem aangewezen derde ter beschikking te worden gesteld en als de
Kredietgever dit wenst door de Xxxxxxxxx meteen in de macht van de Kredietgever of een door Kredietgever aangewezen derde te worden gebracht.
45 Overige verplichtingen met betrekking tot rechten
45.1 Geen vervreemding of bezwaring
De Pandgever mag:
(a) geen zekerheidsrecht op een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht vestigen of laten bestaan;
(b) een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht niet vervreemden of bezwaren;
(c) geen nevenrecht of aanvullend recht of andere rechten met betrekking tot een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht geheel of gedeeltelijk afstaan, wijzigen of beëindigen;
(d) geen handelingen verrichten die een vermindering van de waarde van een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht tot gevolg zouden hebben;
(e) geen handelingen verrichten die de rechtsgeldigheid of afdwingbaarheid van een recht dat aan de Kredietgever is (of wordt) verpand;
(f) geen handelingen verrichten die een gevestigd Pandrecht zouden kunnen aantasten of het bestaan of de afdwingbaarheid daarvan in gevaar zouden brengen.
45.2 Uitoefening verpande rechten en nakoming daarmee verband houdende verplichtingen De Pandgever dient zijn verplichtingen onder elke overeenkomst waaruit een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht voortvloeit tijdig en stipt na te komen en zijn rechten met betrekking tot elk aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht naar behoren en tijdig uit te oefenen.
45.3 Informatieverplichting
Artikelen 44.4 en 44.6(c)(i) zijn van overeenkomstige toepassing op verpande rechten. De Pandgever dient de Kredietgever ook onverwijld in kennis te stellen van elke gebeurtenis of omstandigheid die de beëindiging van een overeenkomst waaruit een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht voortvloeit tot gevolg kan hebben, van iedere vertraging in de nakoming van een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht, en ook van het onrechtmatig of niet langer afdwingbaar zijn van een overeenkomst waaruit een aan de Kredietgever verpand of te verpanden recht voortvloeit of van niet-nakoming van een overeenkomst waaruit een aan de Kredietgever verpand of te verpanden
recht voortvloeit. De Kredietgever kan ook overlegging verlangen van documenten en informatie(dragers), waaronder kopie facturen en/of uitvoervergunningen, die betrekking hebben op de verpande rechten. De Pandgever is verplicht om deze op eerste verzoek aan de Kredietgever ter beschikking te stellen.
45.4 Gegevensdragers vallen onder zekerheidsrecht
Het Pandrecht omvat ook alle fysieke en elektronische gegevensdragers zoals de administratie, correspondentie en overige zaken waaruit de aan de Kredietgever verpande rechten tegenover derden blijken.
45.5 Bevoegdheid Kredietgever tot inwinnen informatie
De Pandgever verleent aan de Kredietgever of een door hem aangewezen derde
onherroepelijk de bevoegdheid om zich altijd van het verloop van de rechten op de hoogte te stellen door onderzoek van de administratie van de Pandgever, correspondentie en alle overige naar het oordeel van de Kredietgever relevante gegevens. De Pandgever is verplicht hieraan mee te werken, en aan de Kredietgever of een door hem aangewezen derde alle door hem gewenste informatie en inzage te verschaffen. De Pandgever verbindt zich ook om op eerste verzoek van de Kredietgever of een door hem
aangewezen derde aan hem alle benodigde zaken, waaronder begrepen computers, computerbestanden en software ter beschikking te stellen die naar het oordeel van de Kredietgever of de derde nodig of wenselijk zijn om dit onderzoek mogelijk te maken en om de informatie toegankelijk te maken.
46 Rechterlijke machtiging tot beheer en onder zich nemen
46.1 Als de Schuldenaar in ernstige mate tekort schiet in zijn verplichtingen tegenover de Kredietgever, is de Kredietgever bevoegd om het Onderpand met machtiging van de voorzieningenrechter van de rechtbank onder het eventueel in rekening brengen van een beheerloon in beheer te (laten) nemen.
46.2 Als dit met het oog op een executie van het Onderpand vereist is, is de Kredietgever bevoegd het Onderpand onder zich te nemen en te verlangen dat, voor zover nodig met toestemming van de voorzieningenrechter van de rechtbank, ontruiming plaatsvindt. Iedere Schuldenaar die het Onderpand in gebruik heeft doet afstand van elk recht op ontruimingsbescherming.
46.3 In een geval als bedoeld in de Artikelen 46.1 en 46.2 is de Kredietgever gerechtigd om al datgene te doen dat de Kredietgever noodzakelijk of wenselijk acht, alles met het recht van in de plaats stelling en met het recht van de Kredietgever om de uitvoering van dergelijke handelingen uit te besteden aan zodanige personen als hij daarvoor in wil schakelen. Alle kosten die de Kredietgever in verband met een in beheer neming,
onder zich nemen en/of ontruiming als bedoeld in de Artikelen 46.1 en 46.2 mocht maken zijn voor rekening van de Hypotheekgever. De Kredietgever is niet aansprakelijk voor
een tekortkoming in het voeren van beheer en de ontruiming, tenzij de Hypotheekgever schade heeft geleden als gevolg van opzet of grove nalatigheid van de Kredietgever.
46.4 Onder beheer is onder meer begrepen het uitoefenen van alle aan de Hypotheekgever met betrekking tot het Onderpand toekomende rechten, waaronder het (laten) voeren van de exploitatie en administratie, het onderhouden, het geheel of gedeeltelijk slopen, wegnemen, herstellen, vernieuwen, restaureren, saneren of uitbreiden van het
Onderpand, het splitsen (al dan niet in appartementsrechten) van het Onderpand. Onder beheer is ook begrepen het wijzigen van de bestemming van het Onderpand, het afstand doen van, het overeenkomen, vestigen, opzeggen, wijzigen, vernieuwen, verlengen
of ontbinden van beperkte rechten en kwalitatieve verplichtingen, het afstand doen van, het overeenkomen, opzeggen, wijzigen, vernieuwen, verlengen of ontbinden van
huurovereenkomsten, zo nodig met gerechtelijke ontruiming, of andere overeenkomsten, het treffen van maatregelen ter voorkoming van kraken, het innen van huurpenningen
en andere bedragen en het daarvoor kwijting geven, het doen van alle benodigde betalingen (ook inzake zekerheidsrechten, verzekeringen, beslagen, lasten, belastingen
en heffingen). Dit alles op een door de Kredietgever te bepalen wijze.
46.5 De Kredietgever is steeds gerechtigd om zonder opgaaf van redenen het beheer of het onder zich hebben van het Onderpand te beëindigen.
47 Executie
47.1 Als de verschuldigd bedragen uit hoofde van de Schuld aan de Kredietgever niet volledig en/of niet binnen de daarvoor geldende termijn worden voldaan of een Schuldenaar
om een andere reden in verzuim is in de nakoming van de Schuld, is de Kredietgever gerechtigd, zonder afbreuk te doen aan alle overige rechten die aan Kredietgever toekomen:
(a) het Onderpand, geheel of gedeeltelijk te verkopen, in kavels en op een wijze en onder voorwaarden en bepalingen die de Kredietgeverwenselijk vindt. De verkoop kan worden gedaan in het openbaar of onderhands, met toestemming van de voorzieningenrechter van de rechtbank, al dan niet samen met de verpande roerende zaken overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:254 Burgerlijk Wetboek;
(b) de Verpande Goederen in het openbaar of op verzoek van de Kredietgever, met toestemming van de voorzieningenrechter van de rechtbank, op een afwijkende wijze te verkopen;
(c) de Verpande Goederen op verzoek van de Kredietgever, door de voorzieningenrechter van de rechtbank, te laten bepalen dat (en voor welk bedrag) de Verpande Goederen, aan de Kredietgever als koper zullen verblijven;
(d) de tijd, plaats, wijze en voorwaarden van de veiling te regelen;
(e) het bedrag voor de door de koper te betalen veilingkosten vast te stellen;
(f) de veiling op te houden en later weer te (laten) hervatten;
(g) de datum van aanvaarding vast te stellen, het verkochte te leveren en daarbij de voorwaarden te stellen die de Kredietgever wenselijk vindt en het inroepen van het huurbeding over te laten aan de koper;
(h) uit de ingevolge artikel 3:270 Burgerlijk Wetboek in handen van de notaris voldane koopprijs betaling te ontvangen, onder aflegging van een rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 3:272 Burgerlijk Wetboek;
(i) de koop, zo nodig gerechtelijk, te doen ontbinden, als de koper verzuimt op de daarvoor vastgestelde datum aan zijn verplichtingen te voldoen; en
De Zekerheidsgever is verplicht aan de met de verkoop belaste notaris alle gewenste inlichtingen en gegevens betreffende het Onderpand en de Verpande Goederen te verstrekken.
47.2 In geval van executie van het Onderpand is de Kredietgever bevoegd alle in dit Artikel 47 bedoelde handelingen te verrichten zodra de Kredietgever die met het oog op zijn belangen wenselijk vindt.
47.3 De Hypotheekgever draagt er zorg voor dat alle gegadigden het Onderpand kunnen bezichtigen gedurende de tijd dat het te koop staat. Voor de bezichtiging geldt het plaatselijk gebruik. Als daarover verschil van mening is of als dat niet bekend is, zal de bezichtiging plaatsvinden gedurende een aaneengesloten periode van drie weken op tenminste 2 door de Kredietgever te bepalen dagen per week gedurende telkens door de
Kredietgever te bepalen uren. Als het Onderpand onbeheerd is zal de Kredietgever zich de toegang daartoe mogen verschaffen.
47.4 De Schuldenaar zal het Onderpand uiterlijk op de dag van de feitelijke levering of zoveel eerder als de Kredietgever bepaalt moeten hebben ontruimd, tenzij het met toestemming van de Kredietgever is verhuurd aan derden. Als het Onderpand niet is ontruimd, zijn de kosten van ontruiming, waaronder die van gerechtelijke maatregelen, voor rekening van de Schuldenaar. Iedere Schuldenaar die het Onderpand in gebruik heeft doet afstand van elk recht op ontruimingsbescherming. Als na ontruiming zaken zijn achtergebleven in het Onderpand, heeft de Schuldenaar deze prijsgegeven.
47.5 Als de Hypotheekgever tegen de veiling van het Onderpand wenst op te komen, dient hij dit uiterlijk 3 kalenderdagen vóór de veiling van het Onderpand te doen. Daarna zal hij geen eis tot vernietiging van de koop of tot schadeloosstelling kunnen eisen om welke reden ook.
47.6 De Zekerheidsgever doet afstand van zijn bevoegdheid ingevolge het bepaalde in de artikelen 3:251 lid 1 en 3:268, lid 2 tot en met lid 4 Burgerlijk Wetboek. De Kredietgever is niet verplicht de in artikelen 3:249 lid 1 en 3:252 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde mededelingen en kennisgevingen te doen.
47.7 Als de Schuldenaar door verkoop als bedoeld in dit Artikel 47 een boete verbeurt of een schadevergoeding moet betalen ingevolge een overeenkomst, regeling of welke reden dan ook, zal hij de Kredietgever niet aanspreken voor de schade die hij daardoor lijdt en vrijwaart hij de Kredietgever voor de schade die de Kredietgever zou lijden als de Kredietgever zelf bedoelde boete zou verbeuren of bedoelde schadevergoeding zou moeten betalen.
47.8 De eventuele betwisting van de Schuld zal door de Kredietgever uit te oefenen rechten niet opschorten of tenietdoen, terwijl een nadere verantwoording van de som en terugbetaling van het eventueel door de Kredietgever teveel ontvangene eerst na afloop van de verkoop van het Onderpand en de betaling van de koopprijs zullen kunnen worden gevorderd.
47.9 Als de Kredietgever verhaal neemt op een gedeelte van het Onderpand, laat dat de rechten van de Kredietgever ten aanzien van overig Onderpand of garanties onaangetast. Het staat de Kredietgever vrij om Hypotheekrechten, Pandrechten, borgtochten of garanties die door Schuldenaren aan hem zijn verstrekt uit te winnen en zijn rechten daaronder uit te oefenen op de tijdstippen en in de volgorde die Kredietgever in zijn belang acht.
48 Beëindiging zekerheid
48.1 Wanneer de gehele Schuld onherroepelijk en onvoorwaardelijk is voldaan en de rechtsbetrekking tussen de Kredietgever en de Schuldenaar definitief is geëindigd, zal de Kredietgever, op verzoek van en voor rekening van de Schuldenaar, al het nodige doen om de Hypotheek en de op grond van een Kredietdocument door de Schuldenaar verstrekte Pandrechten te beëindigen.
48.2 De Kredietgever kan op elk moment een Hypotheek en/of een op grond van een Kredietdocument verstrekt Pandrecht geheel of gedeeltelijk opzeggen door een enkele
schriftelijke kennisgeving aan de Schuldenaar. In zo een opzegging kan ook worden bepaald dat de Hypotheek en/of Pandrechten nog maar een deel van de (oorspronkelijke daardoor verzekerde) Schuld zullen verzekeren.
Triodos Bank NV Postbus 55
3700 AB Zeist
Telefoon Hypotheken 030 694 2500
Telefoon zakelijk 030 694 2700 xxx.xxxxxxx.xx
50
6550 1906