Algemene voorwaarden voor het maken en hebben van een individuele aansluiting op het gemeentelijk riool
Gemeente Ede
Algemene voorwaarden voor het maken en hebben van een individuele aansluiting op het gemeentelijk riool
De individuele aansluiting: waaruit bestaat dat, waar komt het, wie is verantwoordelijk
Alleen individuele aansluitingen
1. Deze Algemene Voorwaarden zijn alleen van toepassing op individuele (particuliere) aansluitingen op het bestaande gemeentelijke riool. Voor projectmatige aansluitingen worden aparte overeenkomsten gesloten, met specifieke voorwaarden.
Waaruit bestaat de aansluiting
2. Het aansluiten op het gemeentelijk riool bestaat uit het leggen van een leiding vanaf het hoofdriool en het plaatsen van een controleput of – wanneer het een gemeentelijk drukrioleringssysteem betreft – een pompput met sturingskast en bekabeling. In uitzonderingsgevallen kan de pompput ook dienst doen als controleput. De aansluiting op de gemeentelijke riolering wordt door of namens de gemeente door een particulier bedrijf uitgevoerd. De kosten zijn voor rekening van de aanvrager (zie hiervoor artikel 22). Het werkterrein moet ruimte bieden
3. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het noodzakelijk dat het werkterrein vrij is maakt van opslag e.a. zodat de aangevraagde aansluitingen kunnen worden gemaakt. Als er sprake is van meerdere aan te sluiten percelen worden de aansluitingen tegelijk (dat wil zeggen in één werkgang) gemaakt.
Plaats van controleput of pompput
4. De controleput wordt geplaatst op particulier terrein, zo mogelijk in de buurt van de erfafscheiding die de grens vormt tussen het particulier terrein en de openbare weg (waarin de gemeentelijke riolering ligt). Wanneer het in het geval van een gemeentelijk drukrioleringssysteem niet mogelijk is om de pompput en sturingskast en bekabeling op openbaar terrein te plaatsen, worden deze voorzieningen ook geplaatst op particulier terrein, zo mogelijk in de buurt van de erfafscheiding.
Bij drukriolering eerst controle
5. Wanneer het een aansluiting op een drukrioleringssysteem betreft mag de aansluiting op de controleput pas worden gemaakt als de op particulier terrein gelegen leiding door of namens de gemeente in de sleuf is gecontroleerd en goedgekeurd.
Aansluitplicht
6. De particuliere leiding moet worden aangesloten op de controleput of pompput.
Geen aansluiting septic-tanks e.a.
7. Als er septic-tanks, zinkputten en dergelijke in de grond aanwezig zijn, dan mogen die niet in verbinding staan met de leiding die afvoert naar het gemeentelijk rioleringssysteem.
Regels voor de particuliere rioolinstallatie (van woning naar controleput)
8. De particuliere rioolinstallatie (terreinriolering) moet voldoen aan de in het Bouwbesluit omschreven eisen.
Terreinriolering (van woning naar controleput) is voor eigen rekening en risico
9. De particuliere rioolinstallatie wordt op kosten van de eigenaar of de toekomstige eigenaar van het perceel aangelegd, beheerd en onderhouden. De gemeente draagt hiervoor geen verantwoordelijkheid.
De toegankelijkheid bij controles, verstoppingen en storingen
Storing moet snel verholpen kunnen worden
10. De controleput en/of pompput met sturingskast en bekabeling dient altijd gemakkelijk bereikbaar te zijn voor of namens de gemeente.
Recht van toegang
11. Om controle-, onderhouds-, of herstelwerkzaamheden te kunnen uitvoeren verleent de gebruiker van de aansluiting de gemeente of door de gemeente ingeschakelde bedrijven op verzoek steeds toegang tot het perceel, de controleput of de pompput met sturingskast en bekabeling.
Twee of meerdere woningen op één controleput of pompput
12. Wanneer op een controleput twee of meer buurpercelen of woningen zijn aangesloten verleent de bewoner/eigenaar van het perceel waar zich de controleput bevindt ook toegang tot het perceel c.q. de controleput, wanneer een storing/verstopping in de afvoer van het buurperceel of de buurwoning(en) dit noodzakelijk maakt. Dit betreft uiteraard ook de toegang voor controle en onderhoud, door of namens de gemeente.
Geen obstakels aanbrengen
13. Het is niet toegestaan om obstakels van welke aard dan ook (zoals bomen, struiken, verharding en dergelijke) boven de controleput dan wel boven of in de directe omgeving van de pompput met sturingskast en bekabeling aan te brengen.
Wat, hoe en hoeveel men mag lozen
Voorkom schade
14. Het is verboden op de riolering afvalwater te lozen dat door samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid gevaar, schade of hinder kan opleveren;
• voor de riolering, de goede werking daarvan of voor andere op het rioleringssysteem aangeslotenen;
• voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie of enig ander werk dat de waterbeheerder in beheer heeft en waarop de gemeentelijke riolering is aangesloten, of voor de goede werking daarvan;
• of schadelijk of verontreinigend kan zijn voor het ontvangende oppervlaktewater.
Geen vermalers of versnijders
15. Het is verboden op de riolering afvalwater te lozen dat afvalstoffen bevat, die door versnijdende of vermalende apparatuur zijn versneden of vermalen.
Sluit aan op het juiste riool: vuil- of schoonwatersysteem
16. Wanneer aansluiting op meerdere systemen plaatsvindt (vuilwatersysteem, schoonwatersysteem) mag het huishoudelijk afvalwater uitsluitend worden aangesloten op het vuilwatersysteem. Het hemelwater (afkomstig van dakvlakken en/of verharde (parkeer-)terreinen en dergelijke) mag uitsluitend worden geloosd op het schoonwatersysteem, tenzij de afkoppelbeslisboom anders aangeeft.
Geen hemelwater op drukriool
17. In geval van aansluiting op een drukrioleringssysteem is het uitsluitend toegestaan huishoudelijk afvalwater te lozen. Het is verboden om niet-huishoudelijk afvalwater, opgepompt grondwater, of het van verharde oppervlakken afstromende hemelwater af te voeren op het gemeentelijk drukrioleringssysteem. Autowasplaatsen en zwembaden
18. Wanneer er sprake is van afvoer van afvalwater van autowasplaatsen of zwembadwater moet dit afvalwater vóór de controleput op het particuliere vuilwaterriool worden aangesloten. Daarnaast moet dit afvalwater via een - vóór de controleput gelegen - bufferput worden geloosd. De lozing van afvalwater van autowasplaatsen of zwembadwater op een drukrioleringssysteem is niet toegestaan zonder daarvoor specifiek door de gemeente verleende toestemming.
Wijziging in de afvoer
19. De gemeente moet vooraf worden ingelicht als de hoeveelheid en/of de aard van de af te voeren stoffen op de gemeentelijke riolering wijzigt.
Voor bedrijven gelden nog andere voorwaarden
20. Naast de in deze Algemene Voorwaarden opgenomen voorschriften zijn bedrijven gebonden aan de bepalingen die zijn opgenomen in de voor de bedrijfsvoering vereiste vergunningen (met name de milieuvergunning).
Sanctie
21. Wanneer als gevolg van het niet nakomen van een bepaling in deze algemene voorwaarden directe of indirecte schade ontstaat aan eigendommen van de gemeente of anderen, of aan zaken die bij de gemeente in beheer zijn, is de aangesloten overtreder aansprakelijk. De gemeente zal de daaraan verbonden kosten (schade) op de aangeslotene verhalen.
Hieronder vallen ook de kosten die verband houden met extra inzet van personeel als gevolg van het niet voldoen aan het bepaalde in artikel 3 en de artikelen 10 tot en met 13.
De kosten
Eénmalige en jaarlijkse kosten
22. Voor het realiseren van de aansluiting zijn éénmalige aansluitkosten verschuldigd zoals bepaald in de “Verordening op de heffing en invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht 2017”. De aansluiting vindt plaats volgens de in de “Verordening op de heffing en invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht 2017” beschreven processtappen.
Voor het gebruik van de rioolaansluiting moet een jaarlijks bij te stellen bedrag aan rioolheffing worden betaald zoals bepaald in de “Verordening op de heffing en de invordering van een rioolheffing 2017”.
Toestemming en voorwaarden
Juiste informatie naar de juiste persoon
23. Als de aanvrager/gemachtigde niet de eigenaar of toekomstig eigenaar van het aan te sluiten perceel of woning is, dient hij ervoor te zorgen dat de eigenaar of toekomstig eigenaar een afschrift van alle relevante documenten ontvangt, inclusief de daarbij behorende voorwaarden.
Afwijkende of aanvullende voorwaarden
24. Burgemeester en wethouders kunnen zo nodig afwijkende of aanvullende voorwaarden vaststellen.
Algemene voorwaarden voor het maken en hebben van een individuele aansluiting op het gemeentelijk riool zoals vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 18-04-2017