REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE
REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE
tot ten laste name van opnamekosten in een WZC door het OCMW Wortegem-Petegem (artikel 2 § 1, Wet 2 april 1965)
1. Inleiding
Indien een persoon wordt opgenomen in een Woonzorgcentrum (WZC) en betrokkene beschikt over onvoldoende financiële middelen om zijn verblijf aldaar te bekostigen, kan een aanvraag worden ingediend bij het OCMW tot het bekomen van een financiële tussenkomst voor de vergoeding van de verblijfskosten en de maatschappelijke dienstverlening.
De aanvraag kan worden ingediend door de betrokkene zelf, een familielid/contactpersoon of de directie van het WZC.
Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar betrokkene gedomicilieerd was op het moment van zijn opname in het WZC (art. 1 van de Wet van 02 april 1965). Indien de begunstigde vóór zijn opname in Wortegem-Petegem was gedomicilieerd, dan is het OCMW Wortegem-Petegem bevoegd.
2. De aanvraag
De aanvrager dient een aanvraag tot tenlastename opname- en verblijfskosten WZC in. De aanvrager richt zijn aanvraag tot de maatschappelijk werker van de sociale dienst van het OCMW Wortegem-Petegem, Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx-Xxxxxxx. De maatschappelijk werker vraagt bij de aanvrager een aantal gegevens op betreffende de financiële en sociale situatie van de begunstigde.
Volgende documenten mét bijhorende bewijsstukken worden bij de aanvraag gevoegd:
- Overzicht van alle mogelijke inkomsten (pensioenen, vakantiegeld, rentes, uitkeringen aan personen met een handicap, tegemoetkoming hulp aan bejaarden, zorgverzekering, uitkering van hospitalisatieverzekering, huuropbrengsten, etc. );
- Overzicht van de roerende en onroerende goederen;
- Kadastraal inkomen van alle onroerende goederen;
- Overzicht van de opbrengsten van onroerende goederen binnen 5 jaar vóór de vraag tot tussenkomst voor het verblijf in het WZC, o.a. verkopen, schenkingen, …;
- Overzicht van de spaargelden van minimum de laatste 5 jaar;
- Ondertekend contract tussen de begunstigde en de instelling bij opname met de dagprijs;
- Gehanteerde dagprijs;
- Duidelijke toelichting van de gehanteerde tarieven;
- Goedkeuring van de minister van economische zaken voor de toepassing van de dagprijs;
- Huishoudelijk reglement van het WZC;
- Het contract hospitalisatieverzekering + polisnummer indien de aanvrager dergelijke verzekering heeft;
- Naam, adres, telefoon van alle onderhoudsplichtigen (echtgeno(o)t(e), ex- echtgeno(o)t(e) en kinderen)
Na ontvangst van de gevraagde gegevens zal de maatschappelijk assistent overgaan tot een grondig sociaal en financieel onderzoek aangaande de situatie van de begunstigde.
De maatschappelijk assistent gaat na of de begunstigde nog onroerende goederen in eigendom heeft of er nog spaargelden beschikbaar zijn en er wordt een overzicht gemaakt van alle mogelijke inkomsten.
Het OCMW komt slechts tussen na uitputting van de spaargelden en de inkomsten van de begunstigde. Ingeval de begunstigde nog een partner heeft die thuis blijft wonen, wordt individueel bekeken hoeveel de thuisblijvende partner aan spaargelden mag behouden, afhankelijk van een aantal kosten van de partner.
Bovendien wordt de aanvrager gevraagd een verklaring te ondertekenen dat de begunstigde zich niet heeft verarmd de laatste vijf jaar voorafgaand aan zijn aanvraag tot opname in de instelling.
De begunstigde geeft het OCMW tevens een machtiging om alle inlichtingen en verklaringen na te zien bij financiële instellingen, instellingen van sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij de ontvanger der registratie en domeinen.
Indien uit het sociaal en financieel onderzoek blijkt dat de begunstigde de kosten, verbonden aan zijn verblijf in een WZC niet zelf kan betalen, wordt een vraag tot tenlasteneming geformuleerd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem-Petegem door de maatschappelijk assistent.
Indien de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem-Petegem beslist een betalingsverbintenis af te leveren, gelden volgende bepalingen.
Artikel 1.
Het OCMW neemt de verblijfskosten en de kosten voor maatschappelijke dienstverlening van de begunstigde in de instelling ten laste onder de voorwaarden hierna bepaald.
AFDELING 1. KOSTEN TEN LASTE GENOMEN DOOR HET OCMW
Artikel 2. Kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening
Onder « kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening» wordt verstaan:
- de kosten voor verblijf, voeding, verzorging van de begunstigde in een éénpersoonskamer;
- de kosten voor medische verzorging (huisarts, specialist, tandarts), doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorkomen op de nomenclatuur van het RIZIV;
- de kosten voor paramedische verzorging (kinesitherapie, logopedie) doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorgeschreven werden door een geneesheer en die voorkomen op de nomenclatuur van het RIZIV;
- de farmaceutische kosten, doch beperkt tot (het remgeld voor) producten die voorgeschreven werden door een geneesheer;
- de kosten van ziekenvervoer;
- de kosten van hospitalisatie op basis van een verblijf in een meerpersoonskamer;
- de kosten van de pedicure doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorgeschreven werden door een geneesheer;
- de bijdragen aan de mutualiteit;
- de bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering.
Artikel 3. Bijkomende kosten
Indien bijzondere omstandigheden zulks vereisen, kan het OCMW bijkomend kosten ten laste nemen welke niet zijn vermeld in artikel 2.
Hiertoe wordt een schriftelijke en behoorlijk gemotiveerde aanvraag aan het OCMW gericht, de aanvraag is (mede-)ondertekend door de begunstigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Het OCMW behoudt zich het recht voor om bijkomend alle inlichtingen in te winnen die het nodig acht. Het deelt zijn beslissing binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de begunstigde mee die deze beslissing desgevallend kan aanvechten zoals voorzien in de wet.
Een kopie van de beslissing wordt aan de instelling bezorgd.
Artikel 4. Kosten die uitgesloten zijn van tenlastename
Onverminderd het bepaalde in artikel 3 worden uitdrukkelijk uitgesloten, de kosten voor:
- verzorgingsmateriaal en incontinentiemateriaal mogen niet aangerekend worden aan het OCMW en het zakgeld van de bewoner. Deze kosten zijn conform de regelgeving van het RIZIV vervat in het forfait dat het woonzorgcentrum ontvangt.
Elementaire toiletartikelen die door de instelling ter beschikking worden gesteld mogen de bewoner niet aangerekend worden.
- niet-medische lichaamsverzorging, zoals kapper, manicure, …;
- ontspanningsactiviteiten, tabak, dranken, …;
- kledij;
- aansluiting kabeldistributie, telefoon, internet, abonnements- en gesprekskosten.
- kosten die verband houden met de exploitatie van een woonzorgcentrum (overeenkomstig M.B. van 14/02/2007). Deze kosten mogen ook niet verhaald worden op het zakgeld van de resident. Het KB van 30.04.2004 bepaalt welke kosten in geen geval op het zakgeld van de resident mogen verhaald worden. Met deze kosten wordt onder meer bedoeld elektriciteits- en verwarmingskosten, kosten
voor het schilderen en behangen van de kamer, de kosten voor aankoop van meubilair, het elektriciteitsverbruik van individuele toestellen zoals radio, tv, koelkast, kosten voor verzekeringspolissen.
Artikel 5. Staving medische kosten
Alle kosten dienen gestaafd te worden met correcte medische attesten. Opdat het OCMW deze kosten ten laste zou nemen, gelden volgende bepalingen.
- Kosten voor medische verzorging: de oplegkosten van de huisarts, specialist, tandarts vallen ten laste van het OCMW. Voor de begunstigde wordt de derdebetalersregeling toegepast zodat, mits het nodige bewijs van de mutualiteit van wat het persoonlijk aandeel van de begunstigde betreft, enkel deze remgelden gefactureerd worden op de maandelijkse kostenstaat.
- Kosten voor paramedische verzorging: de oplegkosten van de kinesist, logopedist vallen ten laste van het OCMW. Voor de begunstigde wordt de derdebetalersregeling toegepast zodat, mits het nodige bewijs van de mutualiteit van wat het persoonlijk aandeel van de begunstigde betreft, enkel deze remgelden gefactureerd worden op de maandelijkse kostenstaat.
- Farmaceutische kosten: de voorkeur dient gegeven te worden aan generische medicatie. Enkel het remgeld van correct voorgeschreven medicatie voor de begunstigde worden ten laste genomen door het OCMW. Op de lijst van de medicatie dient de handtekening, datum en stempel van de apotheker vermeld te staan. Zoniet worden deze kosten niet terugbetaald.
- Kosten van ziekenvervoer: de kosten voor ziekenvervoer vallen ten laste van het OCMW. Mits het nodige bewijs van de mutualiteit van wat het persoonlijk aandeel van de begunstigde betreft, kunnen deze remgelden gefactureerd worden op de maandelijkse kostenstaat.
- Kosten van hospitalisatie op basis van een verblijf in een meerpersoonskamer: hospitalisatiefacturen worden opgemaakt en rechtstreeks gestuurd aan het OCMW. De instelling dient NIET in te staan voor de betaling van hospitalisatiefacturen (wel ambulante verzorging). Het OCMW wordt in kennis gesteld van de opnamedatum van een begunstigde, alsook de benaming van het ziekenhuis. Het ziekenhuis wordt door de instelling op de hoogte gebracht van de steunverlening door het OCMW aan desbetreffende patiënt.
Aan de instelling wordt gevraagd steeds een modelbrief (zie bijlage 1) in het boekje van de mutualiteit van de begunstigde te steken.
ENKEL de opleg voor een meerpersoonskamer wordt door het OCMW terugbetaald. Indien een begunstigde verkiest op een éénpersoonskamer te verblijven, zullen de supplementaire kosten NIET door het OCMW worden gedragen.
De instelling dient het OCMW in kennis te stellen over het al dan niet beschikken van een hospitalisatieverzekering van de begunstigde. Alle teruggaven van een hospitalisatieverzekering van een begunstigde, worden rechtstreeks aan het OCMW gestort op rekeningnummer XX00 0000 0000 0000. De begunstigde geeft hiervoor zijn schriftelijke toestemming.
Tijdens een opname van een begunstigde in een ziekenhuis wordt het gewaarborgd zakgeld verder uitbetaald, waardoor de begunstigde verder in staat wordt gesteld om zijn persoonlijke kosten (dranken, telefoon, televisie, e.d.) zelf te bekostigen.
- Ambulante verzorging: aan de hand van het getuigschrift van verstrekte hulp (verzamelgetuigschrift) dient een teruggave bekomen te worden bij de mutualiteit. Het OCMW neemt het wettelijke remgeld ten laste mits de nodige bewijsvoering van de betaalde factuur en de teruggave door de mutualiteit.
- Kosten van de pedicure: de oplegkosten van de pedicure vallen ten laste van het OCMW. Het OCMW neemt het wettelijke remgeld ten laste mits de nodige bewijsvoering van de betaalde factuur en de teruggave door de mutualiteit.
- Uitzonderlijke medische kosten: het aanschaffen van medisch materiaal (hoorapparaat, tandprothese, bril, e.d.), dient op voorhand aangevraagd te worden aan het OCMW. De aanvraag dient vergezeld te zijn van een bestek. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de verhouding prijs - kwaliteit van het materiaal (geen luxeartikelen). Over de aanvraag wordt beslist door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem-Petegem. Aanvragen zonder een bestek of medisch attest worden onverwijld teruggestuurd naar de betrokken instelling.
Voor de kosten voor de medische, paramedische en ambulante verzorging en voor de kosten van ziekenvervoer en van de pedicure neemt het OCMW het wettelijke remgeld ten laste mits de nodige bewijsvoering van de betaalde factuur en de teruggave door de mutualiteit.
Enkel het remgeld wordt teruggevorderd van het OCMW. Indien er geen teruggave is van de mutualiteit, dient een bewijs te worden afgeleverd door de mutualiteit dat er geen teruggave is.
Indien de facturen niet vergezeld zijn van de nodige bewijzen worden deze onverwijld overgemaakt aan de instelling.
Artikel 6. Staving bijkomende kosten en bijdragen
Voor de bijkomende kosten en bijdragen waarvoor het OCMW de kosten ten laste zou nemen, gelden volgende bepalingen.
- Bijdragen aan de mutualiteit: mutualiteitbijdragen (reservefonds, lidmaatschap) vallen ten laste van het OCMW. Bijkomende betalingen aan de mutualiteit (voorbeeld hospitalisatieverzekering, e.d.) dienen apart schriftelijk aangevraagd te worden aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem-Petegem.
- Bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering: de bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering vallen ten laste van het OCMW.
- Waskosten:
Rusthuislinnen: de kosten voor de was van rusthuislinnen mogen niet worden aangerekend aan het OCMW en de bewoner. Deze kosten worden geacht inbegrepen te zijn in de ligdagprijs. Persoonlijk linnen: de kosten voor de was van het persoonlijk linnen mogen aangerekend worden aan het OCMW, tenzij deze inbegrepen zijn in de ligdagprijs.
Kosten voor nieuwkuis zijn ten laste van de bewoner.
- Bijkomende kosten: alle andere kosten worden als persoonlijke kosten aanzien en dienen van het zakgeld betaald te worden. Indien dit onmogelijk is wegens ontoereikendheid van het zakgeld, dient vooraf een gemotiveerde aanvraag voor tenlastename ingediend te worden bij het OCMW.
AFDELING 2. PERSOONLIJK AANDEEL VAN DE BEGUNSTIGDE
Artikel 7. Inkomen
De begunstigde staat maandelijks zijn volledig inkomen af aan het WZC. Dit inkomen wordt gebruikt voor de betaling van de verblijfskosten in de instelling en de kosten voor maatschappelijke dienstverlening. Het OCMW betaalt enkel de opleg op het inkomen. Het inkomen mag niet gebruikt worden om andere schulden af te betalen.
Het OCMW komt slechts tussen na uitputting van de spaargelden, het persoonlijk kapitaal en de lopende inkomsten van de begunstigde en nadat alle andere personen die zich borg stelden voor de betaling van de opnamekosten in gebreke werden gesteld.
Indien de bewoner een bewindvoerder heeft, dienen alle maandelijkse inkomsten rechtstreeks gestort te worden aan de instelling. Deze inkomsten worden van het totale factuurbedrag in mindering gebracht. Op die manier ontvangt het OCMW Wortegem-Petegem alleen de saldofacturen. Deze maandelijkse inkomsten mogen niet aangewend worden om andere schulden af te lossen. Jaarlijks wordt een eindafrekening gemaakt op basis van het jaarverslag zoals wordt goedgekeurd door de rechter.
De begunstigde verklaart aan het OCMW over geen spaargelden te bezitten, noch zich te hebben verarmd de laatste vijf jaar voorafgaand aan zijn opname.
Het OCMW houdt rekening met alle inkomsten:
- Belgische en buitenlandse pensioenen, inclusief vakantiegeld;
- alle vervangingsinkomsten;
- alle andere vergoedingen, zoals oa. tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden, Vlaamse zorgverzekering, andere;
- inkomsten uit roerende goederen;
- inkomsten uit onroerende goederen;
- indien onroerend goed niet wordt verhuurd, kan het OCMW een bedrag vaststellen als vervangende huishuur.
Artikel 8. Wettelijke hypotheek
De financieel beheerder van het OCMW zal steeds een wettelijke hypotheek inschrijven op alle onroerende goederen die voor hypotheek vatbaar zijn. De financieel beheerder moet geen toestemming hebben van de eigenaar. Het OCMW onderzoekt de mogelijkheid tot verhuring van de woning van de begunstigde.
Artikel 9. Gezinspensioen
Indien er een gezinspensioen beschikbaar is, wordt door het OCMW aan de pensioendienst een opsplitsing gevraagd. Bij de opsplitsing van het pensioen of indien betrokkenen reeds apart een pensioen ontvangen, behoudt ieder persoon zijn eigen inkomsten.
Indien de pensioendienst niet ingaat op de vraag tot opsplitsing van het gezinspensioen, behoudt de thuiswonende partner het bedrag van het pensioen gelijk aan het bedrag van het leefloon (bedrag afhankelijk van de categorie). Het resterend bedrag van het pensioen wordt afgestaan aan de instelling en dient te worden verrekend op de verblijfsfactuur.
Artikel 10. Zakgeld
De begunstigde ontvangt van het OCMW een gewaarborgd zakgeld (cfr. art. 98, §1, tweede lid van de OCMW- wet) ten bedrage van € 900,00 per jaar, uitbetaald in maandelijkse schijven. Dit bedrag is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Het zakgeld wordt door bemiddeling van de instelling aan de begunstigde uitgekeerd.
Het gewaarborgd zakgeld moet de begunstigde in staat stellen om deel te nemen aan het maatschappelijk leven, zowel binnen als buiten de instelling. De strikt persoonlijke uitgaven zijn ten laste van de begunstigde. Hieronder wordt verstaan: snoep, drank, rookgerief, kapper, manicure, aankoop nieuwe kledij, telefoon, televisiedistributie, droogkuis, e.d.
Het zakgeld behoort toe aan de begunstigde en wordt in geen geval uitbetaald aan familieleden. Gespaarde zakgelden mogen niet aan de familie worden meegegeven.
Voor zover de (medische) toestand van de begunstigde niet toelaat dat hij zelf het zakgeld beheert, zal dit zakgeld worden beheerd door de instelling. De instelling zal dit onverwijld meedelen aan het OCMW. In dat geval zal de instelling een boekhouding bijhouden van de besteding van het zakgeld die te allen tijde door het OCMW kan worden ingekeken.
Bij overlijden van de begunstigde wordt het eventueel overblijvende deel van het zakgeld gerekend tot het actief van de nalatenschap, waarvoor het OCMW de kosten aan maatschappelijke dienstverlening verhaalt. Het opgespaarde zakgeld waarvoor geen aanwending is gebeurd, wordt gestort op het rekeningnummer XX00 0000 0000 0000 van het OCMW Wortegem-Petegem met als referentie “naam begunstigde – gespaarde zakgelden” ter vereffening van de gemaakte kosten aan maatschappelijke dienstverlening.
Het zakgeld blijft verder toegekend aan de begunstigde tijdens zijn opname in het ziekenhuis.
Artikel 11. Vakantiegeld
Jaarlijks ontvangt de begunstigde zijn vakantiegeld bovenop het zakgeld van de betrokken maand. Dit bedrag wordt ingebracht op de factuur als zijnde inkomsten.
Indien de thuiswonende partner het vakantiegeld ontvangt, mag deze de helft van het bedrag behouden. Het resterend bedrag wordt overgemaakt aan de instelling, waarvan de begunstigde ontvangt.
Het vakantiegeld wordt gebruikt ter vereffening van de kosten van maatschappelijke dienstverlening.
Artikel 12. Achterstallen
Indien een begunstigde een achterstal ontvangt, van welke aard en oorsprong ook, wordt deze integraal gestort aan het OCMW Wortegem-Petegem op het rekeningnummer XX00 0000 0000 0000 met vermelding van de naam van de begunstigde, ook indien deze inkomsten dateren van vóór de opname of van vóór de aanvraag/aanvang tot verlenen van financiële tussenkomst door het OCMW Wortegem-Petegem. Een kopie van de kennisgeving moet aan het OCMW worden doorgestuurd.
Bij de maandelijkse kostenstaat dient het bewijs gevoegd te worden. Achterstallen worden gebruikt ter vereffening van de kosten van maatschappelijke dienstverlening.
Artikel 13. Teruggave en aanslag van de personenbelasting
Een teruggave van de personenbelasting dient op het rekeningnummer XX00 0000 0000 0000 van het OCMW Wortegem-Petegem te worden gestort. Bij de maandelijkse kostenstaat dient het aanslagbiljet gevoegd te worden.
Indien een begunstigde steun ontvangt van het OCMW, zal door de sociale dienst van het OCMW, een schrijven gericht worden aan het Ontvangkantoor van de Directe Belastingen, met de vraag om het te betalen bedrag oninbaar te verklaren.
Deze aanslagbiljetten mogen rechtstreeks worden overgemaakt aan de sociale dienst van het OCMW.
Artikel 14. Erfenis.
Indien de begunstigde tijdens zijn verblijf in de instelling een erfenis bekomt, brengt hij hiervan het centrum onverwijld op de hoogte. Indien de instelling hiervan in kennis wordt gesteld, informeert zij onmiddellijk het centrum en omgekeerd.
AFDELING 3. FACTURATIE
Artikel 15. Factuur
De kosten - vermeerderd met het zakgeld - worden door de instelling per maand en per begunstigde aan het OCMW gefactureerd.
De factuur wordt ondertekend overgemaakt aan het OCMW.
Bij meerdere begunstigden in de instelling dient per begunstigde een kostenstaat opgemaakt te worden.
Alle kosten eigen aan het verblijf in het WZC dienen apart gefactureerd te worden. De bijkomende kosten van maatschappelijke dienstverlening (ziekenhuisfacturen, oplegkosten kinesist, oplegkosten vervoer, mutualiteitsbijdragen, e.d.) dienen eveneens apart gefactureerd te worden. Op alle gegevens (bewijsstukken) dient de naam van de betrokken begunstigde vermeld te worden.
Alle inkomsten en de gedane uitgaven van een resident dienen met de nodige bewijsstukken aan de factuur gehecht te worden.
Artikel 16. Onkostennota’s
De onkostennota’s kunnen slechts door de financieel beheerder van het OCMW worden betaald indien aan bijkomende voorwaarden is voldaan:
- de periode dient verstreken te zijn en de supplementen dienen door de instelling voorgeschoten te zijn;
- de nota dient door de verantwoordelijke van de instelling voorzien te worden van datum en handtekening;
- alle bewijzen van inkomsten en uitgaven dienen bijgevoegd.
AFDELING 4. ADMINISTRATIEVE VEREISTEN
Artikel 17. Inning inkomsten
De instelling doet het nodige teneinde ALLE INKOMSTEN van de begunstigde te laten toekomen per postassignatie of per overschrijving.
In geen geval worden andere vormen van in te brengen inkomsten in aanmerking genomen (voorbeeld overschrijvingen van een kind naar de instelling). De instelling verrekent ALLE UITGAVEN, behalve die uitgaven die via het zakgeld worden betaald. In geen geval worden bepaalde uitgaven gedekt door externen (bijvoorbeeld rechtstreekse betalingen van een kind).
Een bewijs van inkomsten (bijv. pensioenstrookje, tegemoetkoming zorgverzekering, …) wordt aan de factuur gehecht.
Artikel 18. Dagprijs
De instelling deelt het OCMW vooraf de gehanteerde dagprijs mee zoals goedgekeurd door het Ministerie van Economische Zaken. De mededeling bevat een duidelijke toelichting omtrent de gehanteerde tarieven, onder meer een overzicht van de kosten die wel/niet inbegrepen zijn in de dagprijs.
Dagprijsverhogingen ten gevolge van indexering mogen onmiddellijk ingaan, 30 dagen na melding aan de begunstigde en worden schriftelijk meegedeeld aan het OCMW.
Bij een verhoging van de dagprijs hoger dan de index mogen deze pas worden aangerekend nadat dit schriftelijk werd meegedeeld aan het OCMW en na de goedkeuring door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn
van het OCMW Wortegem-Petegem. Een dergelijke aanvraag dient steeds vergezeld te zijn van een goedkeuring van het Ministerie van Economische Zaken.
Op datum van ………………………… werd de dagprijs voor de begunstigde vastgesteld op € ………..
Artikel 19. Overplaatsing
Wanneer een persoon met tussenkomst vanuit het OCMW wordt overgeplaatst naar een andere kamer of naar een andere instelling, dient steeds voorafgaandelijk een aanvraag ingediend te worden aan het OCMW, vergezeld van de reden van overplaatsing + een ondertekende verklaring van de begunstigde of, indien hij/zij niet in de mogelijkheid is om te tekenen, volstaat een ondertekende verklaring van een familielid/ contactpersoon.
Bij medische redenen dient een medisch attest overgemaakt te worden.
Deze aanvraag wordt voorgelegd aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem- Petegem en na positief advies kan de overplaatsing plaatsvinden.
Artikel 20. Aanvraag tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Afhankelijk van de financiële toestand en van de gezondheidstoestand van de begunstigde wordt vanuit de sociale dienst van het OCMW een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap. Indien de begunstigde bij aanvang van de opname niet in aanmerking komt voor deze tegemoetkoming, wordt dit jaarlijks bij de berekening van de onderhoudsplicht herbekeken en indien nodig aangevraagd.
AFDELING 5. SLOTBEPALINGEN
Artikel 21. Einde overeenkomst
Deze overeenkomst wordt beëindigd door:
1. Einde van de opname;
2. Overlijden van de begunstigde;
3. Opzegging door het OCMW: Indien daartoe aanleiding bestaat, kan het OCMW zijn steun aan begunstigde herzien of intrekken. In dat geval zal het OCMW dit onverwijld aan de instelling meedelen per aangetekend schrijven. Uiterlijk 30 dagen na verzending van dit schrijven is het OCMW jegens de instelling ontheven van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst.
Artikel 22. Onderhoudsplicht
Indien door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW Wortegem-Petegem de vraag tot tenlasteneming wordt aanvaard, wordt er altijd een onderzoek ingesteld voor verhaal op de onderhoudsplichtigen.
Het OCMW moet de rusthuiskosten terugvorderen van de onderhoudsplichtigen (kinderen, echtgeno(o)t(e), gewezen echtgeno(o)t(e)) overeenkomstig de bepalingen van Koninklijk Besluit van 9 mei 1984 tot uitvoering van art. 100bis §1 van de OCMW-wet. Ook kleinkinderen kunnen aangesproken worden, dit is echter niet verplicht. In het geval van echtscheiding zal bij de ex-echtgeno(o)t(e) het terug te vorderen bedrag beperkt zijn tot het bedrag van eventuele onderhoudsgeld dat door de rechter opgelegd of in onderlinge toestemming werd afgesproken en op voorwaarde dat betrokkene dit reeds maandelijks aan de ex-partner doorstort. Het OCMW hanteert hierbij de wettelijke terugvorderingsschaal die uniform is voor iedereen. Deze schaal geeft een overzicht van het bedrag dat maandelijks maximaal mag worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtige. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal personen ten laste en het netto-belastbaar inkomen van de onderhoudsplichtige en diens echtgenoot. Het OCMW kan afzien van een terugvordering bij een individuele beslissing en om redenen van billijkheid (uitdrukkelijk gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek van de onderhoudsplichtige) die in de beslissing worden vermeld.
Art 205 burgerlijk wetboek: De kinderen zijn levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en hun andere bloedverwanten in de opgaande lijn die behoeftig zijn.
Art. 205 bis burgerlijk wetboek: De nalatenschap van de eerst-stervende echtgenoot, al was hij gescheiden van tafel en bed, is levensonderhoud verschuldigd aan de langstlevende, indien deze ten tijde van het overlijden behoeftig is.
Art. 206 burgerlijk wetboek: Schoonzonen en schoondochters zijn eveneens en in dezelfde omstandigheden levensonderhoud verschuldigd aan hun schoonouders, doch deze verplichting houdt op:
1. wanneer de schoonvader of de schoonmoeder een tweede huwelijk aangaat;
2. wanneer xxxxxx van de echtgenoten die de aanverwantschap heeft doen ontstaan en de kinderen uit zijn huwelijk met de andere echtgenoot geboren, overleden zijn.
Artikel 23. Algemeen
Het OCMW houdt zich het recht voor de factuur te weigeren of terug te sturen indien ze naar vormvereisten, inhoudelijk en rekenkundig niet conform is met de bepalingen van het huishoudelijk reglement. Niet correcte facturen worden niet betaald.
Opgesteld te Wortegem-Petegem en goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 18 mei 2017.
Dit reglement van inwendige orde bestaat uit 9 pagina’s (exclusief bijlage).
De bijlage bij dit reglement betreft een modelbrief ingeval van opname ziekenhuis. Aan de instelling wordt gevraagd deze bijlage in te vullen en in het boekje van de mutualiteit van de begunstigde te steken.
Bijlage 1. Model brief ingeval van opname ziekenhuis
(te bewaren in het boekje van de mutualiteit van de resident)
OCMW Wortegem-Petegem Aan de facturatiedienst /
Sociale Dienst opnamedienst van het Ziekenhuis
Contactpersoon: xx Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxx-Xxxxxxx
BETREFT: Residenten opgenomen in een WZC ten laste van het OCMW Wortegem-Petegem
Geachte Mevrouw, Geachte Heer,
Gelieve de factuur van ……………………………………
Verblijvend in het WZC……………………………….
te richten aan het OCMW Wortegem-Petegem
Sociale Dienst Xxxxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxx-Xxxxxxx
Ziekenhuisfacturen (geen facturen van ambulante verzorging) worden rechtstreeks betaald door het OCMW Wortegem-Petegem.
De residenten dienen van hun gewaarborgd zakgeld hun persoonlijke uitgaven ZELF te betalen zoals dranken, telefoon, televisie, e.d. In deze kosten is geen tussenkomst vanuit het OCMW Wortegem-Petegem voorzien.