Contract
00. ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN
00.01.WETGEVING
Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken, zijn op deze aanneming van toepassing de bepalingen van:
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten (B.S. 22 januari 1994), aangevuld met “Errata” (B.S. 25 februari 1997)
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S. 26 januari 1996), aangevuld met “Errata” (B.S. 25 februari 1997);
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en bijlage, houdende de algemene voorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken (B.S. 10 oktober 1996);
- alle latere aanvullingen op voormelde besluiten, geldig op datum van bekendmaking, en de hiernavolgende aanvullingen en wijzigingen.
Reglementering betreffende de erkenning van aannemers.
- wet van 20 maart 1991 (B.S. 06 april 1991) betreffende de regeling van de erkenning van de aannemers van werken gewijzigd bij wet van 19 september 1994 (B.S. 08 maart 1996).
- Het K.B. van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 (B.S. 18 oktober 1991) houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.
- Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (B.S. 18 oktober 1991) tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van aannemers.
- Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (B.S. 18 oktober 1991) betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning, een overdracht van erkenning, of bij beoordeling van de bewijzen vereist met de toepassing van artikel 3 § 1 van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen dokumenten.
- alle latere aanvullingen.
Reglementering betreffende de arbeidsbescherming en betreffende de veiligheid.
- Het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming ( ARAB)
- Het algemeen reglement voor de elektrische installatie ( AREI)
- De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 19 september 1996)
Reglementering betreffende de werkzaamheden waarvoor beroep moet gedaan worden op een geregistreerd aannemer.
- De artikelen 400 en 408 van het Wetboek van inkomstenbelastingen van 1992 en de eventuele wijzigingen en het artikel 30 bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van het stelsel van de maatschappelijke zekerheid en het koninklijk uitvoeringsbesluit van 5 oktober 1978.
- De aannemer moet als aannemer geregistreerd zijn overeenkomstig het K.B. van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 299 bis en ter, § 6, 2° van het wetboek van inkomstenbelastingen en van de artikelen 30 bis en ter, § 9, 2° van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders.
00.02.ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN
Voorwerp van de opdracht.
De uit te voeren opdracht omvat het brandveilig maken van het ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 2
Aanbestendende overheid.
De aanbestedende overheid, die instaat voor de betalingen, is het gemeentebestuur van Lint, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx, tel. 00 000 00 00
Xxxxx xxx xxxxxx van de opdracht.
De opdracht wordt gegund bij openbare aanbesteding.
Vorm van de opdracht.
De opdracht is gemengd, ttz. deels tegen globale prijs (posten met de vermelding “FH”) en deels tegen prijslijst (de posten met vermelding “VH”).
Vereiste erkenning.
De vereiste erkenning is categorie
Op basis van het ramingsbedrag wordt geoordeeld dat de werken tot de klasse 3 behoren.
Vereiste registratie
De aannemer moet geregistreerd zijn overeenkomstig artikel 299 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en van artikel 30 bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders. De vereiste registratie is 11 .
Instantie welke instaat voor de betaling.
Het gemeentebestuur van Lint.
Termijn van de opdracht.
De uitvoeringstermijn bedraagt 100 werkdagen.
BELANGRIJK !
De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor artikels uit de aanneming te schrappen zonder dat dit een schadevergoeding met zich meebrengt.
00.03.HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 JANUARI 1996.
ARTIKEL 86: Prijsbepaling.
Wat de prijsbepaling betreft, wordt de opdracht aangezien als:
- een gemengde opdracht.
De gemengde opdracht is een opdracht die bestaat uit forfetaire posten (FH) aangevuld met posten in “vermoedelijke hoeveelheden” (V.H.)
Belangrijk: enkel de posten in meetstaat vermeld als V.H. zijn vatbaar voor eventuele verrekeningen.
- artikels in de samenvattende opmeting of het bijzonder bestek zonder duidelijke vermelding van een eenheid zijn automatisch te beschouwen als Pro Memorie (PM) en respectievelijk te verrekenen over het geheel der prijzen van de desbetreffende post en/of de volledige aanneming.
Algemeen.
Alle opmerkingen inzake hoeveelheden dienen door de inschrijver ter gelegenheid van de inschrijving vermeld te worden.
Voor elk door de aannemer anders bekomen resultaat van meting dient een verantwoordingsnota bijgevoegd, zoniet is de anders opgegeven hoeveelheid nietig.
De inschrijver is verplicht de hoeveelheden van de inschrijvingsstaat te verbeteren, echter zonder dat de inschrijver deze gewijzigde hoeveelheid reeds zou gebruiken in zijn prijsberekening.
De vermoedelijke hoeveelheden dienen als gelijke basis voor de aanbesteding.
Xxxxx xxx xxxxxxx.
De opdracht wordt gegund bij openbare aanbesteding.
Vereiste erkenning.
De aannemer moet erkend zijn in de categorie D en op basis van de kostenraming worden de werken geacht te behoren tot de 2.
ARTIKEL 89: Vorm en inhoud van de offerte.
De inschrijver maakt zijn offerte op en vult de samenvattende opmetingsstaat in op het bij het bestek behorende formulier.
Elke offerte of samenvattende opmetingsstaat die op een ander document is opgemaakt, valt onder de verantwoordelijkheid van de inschrijver die op ieder van deze documenten moet verklaren dat het document conform het bij het bestek horend model is.
Volgende verklaring dient te worden opgenomen:
“ Ik ondergetekende verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in
volstrekte overeenstemming zijn met de vermelding op het (de) door het bestuur versterkte model(len) van offerte of inventaris(sen) en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij.
Iedere vermelding die strijdig is met het door het bestuur vastgestelde formulier moet als niet geschreven worden beschouwd, met uitzondering van de posten waarvan de hoeveelheden werden gewijzigd overeenkomstig art. 96 § 2 van het K.B. van 8 januari 1996 die, samen met de eventuele aangevulde leemten, op de laatste bladzijden van mijn documten zijn vermeld.”
ARTIKEL 90: Bij te voegen bescheiden.
De inschrijver is verplicht de in het bestek gevraagde bescheiden, modellen, monsters en alle andere inlichtingen bij zijn offerte te voegen.
In elke geval volgende stukken:
- Het bij dit bestek gevoegde inschrijvingsbiljet dient behoorlijk ingevuld en ondertekend te worden afgegeven.
Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen zowel in de inschrijving als in de bijlagen, dienen eveneens te worden ondertekend door de inschrijver of zijn gemachtigde (art. 89).
De inschrijving dient in twee exmplaren te worden ingediend (één origineel + één kopij).
- De samenvattende opmeting van de werken welke bij dit bestek in het dubbel werd toegevoegd, behoorlijk ingevuld, gedagtekend en ondertekend.
Deze dient in het dubbel te worden ingediend.
- Bewijs van registratie van de aannemer.
- Bewijs van erkenning van de aannemer.
- Wanneer de inschrijving door een gevolmachtigde wordt ingediend, de authentieke of onderhandse akte waarbij die machtiging hem verleend wordt, of een voor echt verklaard afschrift van het Belgisch Staatsblad, waarin bevoegdheden van de gevolmachtigde gepubliceerd werden.
- Een attest van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid dat voldoet aan de bepalingen van art. 90 van het K.B. van 8 januari 1996. Een kopij wordt niet aanvaard.
Dit attest moet betrekking hebben op het voorlaatste kwartaal ten opzichte van de dag van de opening van de offertes (art. 90 § 3).
- De lijst van eventuele onderaannemers. Indien de identificatie nog niet bekend is, zal deze aan de opdrachtgever worden bekendgemaakt alvorens een onderaannemer prestaties levert ter uitvoering van de opdracht.
De onderaannemers moeten erkend en geregistreerd zijn in de vereiste categorieën en klassen. De aannemer zal slechts beroep kunnen doen op een niet vermelde onderaannemer na schriftelijk akkoord van de opdrachtgever.
ARTIKEL 96: Prijsopgave.
De inschrijver vult de samenvattende opmetingsstaat in, doet de nodige rekenkundige bewerkingen, ondertekent het stuk en voegt het bij zijn offerte waarin hij het totale bedrag van de opmetingsstaat opgeeft.
Al de algemene en financiele onkosten alsmede de winsten moeten over de onderscheiden posten, in de verhouding tot hun belangrijkheid worden verdeeld.
ARTIKEL 98: Verbintenissen en leemten.
Na neerlegging van zijn aanbod kan hij zich niet meer beroepen op fouten of leemten die in de opmetingsstaat, door de architecten aan de inschrijvers ter beschikking gesteld, voorkomen.
De hoeveelheden in de opmeting vermeld zonder V.H. (vermoedelijke hoeveelheden) worden alleen opgegeven ter titel van inlichting, de ontwerpers zijn geenszins verantwoordelijk voor de juistheid dezer; de inschrijver is verplicht deze hoeveelheden zelf te bepalen en/of na te meten aan de hand van de plannen en in het bijzonder bestek.
De inschrijver is verplicht iedere vooropgestelde wijziging van hoeveelheid – in min of in meer – te staven aan de hand van zijn eigen opmetingen en berekeningen die hij bij zijn inschrijving voegt. De inschrijver vult de leemten in de samenvattende opmetingsstaat aan en verbetert de vergisingen die hij in de forfaitaire hoeveelheden ontdekt, rekening houdend met de tekeningen, het bestek, zijn beroepskennis of persoonlijke bevindingen.
Hij voegt bij zijn offerte een aparte nota ter verantwoording van de wijzigingen. Het is verboden vermoedelijke hoeveelheden te wijzigen:
- behalve in geval van duidelijke materiële vergissing:
- behalve indien de voorgestelde wijziging tenminste 10% in meer of min bereikt van de hoeveelheid van de betrokken post.
De inschrijver kan zich in geval van een onjuiste verwezenlijking niet beroepen op het feit dat de plannen en het bestek eventueel onvolledig zouden zijn.
Indien de plannen of het bestek onjuistheden zouden bevatten, zijn de tekeningen rechtsgeldig. Zo de tekeningen tegenstrijdigheden bevatten, is de inschrijver gerechtigd die hypothese te nemen, welke voor hem het gunstigst is, tenzij de opmetingsstaat daaromtrent nadere aanwzijzingen bevat.
Als de inschrijver in het bestek zodanige vergissingen of leemten vaststelt dat het hem onmogelijk is om een prijs te berekenen, of dat de vergelijking van de offertes niet meer opgaat, geeft hij daarvan uiterlijk 10 dagen voor de opening der offertes, schriftelijk kennis aan de aanbestedende overheid.
Na de opening mag de inschrijver zich niet meer beroepen op fouten of leemten in de opmetingsstaat.
ARTIKEL 104: Indienen van de offerte.
De offerte moet worden geschoven in een definitief gesloten omslag waarop zijn vermeld:
- de datum van de zitting waarop de offertes worden geopend;
- de verwijzing naar het bestek en naar het nummer van het betrokken perceel.
Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, moet die gesloten omslag geschoven worden in een tweede gesloten omslag met de vermelding
“Openbare aanbesteding brandveilig maken ontmoetingscentrum De Witte Merel FASE 2.” De offerte moet geadresseerd worden aan :
Gemeentebestuur van Lint, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Iedere offerte moet bij de Voorzitter van de zitting voor de opening van de offerten toekomen alvorens hij de zitting opent.
Nochtans wordt een offerte die te laat toekomt in aanmerking genomen voor zover:
1° de aanbestedende overheid aan de aannemers nog geen kennis heeft gegeven van haar beslissing.
2° en de offerte ten laatste vier kalenderdagen voor de dag vastgesteld voor de ontvangst van de offerten bij de post als aangetekende zending is afgegeven.
ARTIKEL 106: Opening van de offerten.
De opening van de offerten heeft plaats op maandag 22/11/2010 te 10:30 u, te
Gemeentehuis Lint, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00, raadszaal- gelijkvloers.
ARTIKEL 111: Keuze van de aannemer.
Bij aanbesteding met een meetkundig bestek, gevolgd door een hoeveelheidslijst, zal, voor de aanwijzing van de aannemer aan wie de aanbesteding wordt gegund, de architecten de rekenkundige bewerkingen van de inschrijvers nazien, de daarin ontdekte fouten alsmede de kennelijk materiële fouten verbeteren en de inschrijvingen vaststellen zoals die uit de verbetering van de fouten volgen.
ARTIKEL 113: Varianten
Het bestek legt geen varianten en staat geen andere varianten toe (= facultatieve varianten).
ARTIKEL 116: Gestanddoeningstermijn.
De bouwheer is niet verplicht om over te gaan tot het toewijzen der werken. Het staat hem vrij een nieuwe oproep tot mededinging te bevelen, het getal van de aan te besteden loten in gelijk welke mate te verminderen, de loten te verdelen onder de mededingers die dezelfde prijs hebben voorgesteld, de aan- of opgegeven vermoedelijke sommen tijdens de werken te gebruiken of niet, of al
dan niet een afzonderlijke (buiten dit bestek) onderhandse overeenkomst te treffen zonder enige vergoeding toe te kennen.
De inschrijvers blijven gehouden tegenover de bouwheer tot de beslissing, waarbij de aanneming wordt toegewezen, aan de belanghebbende is medegedeeld; zij kunnen zich niet beroepen op de gebeurlijke gebreken in de vorm van hun inschrijving.
De inschrijvers blijven door hun inschrijving gebonden voor de duur van 180 kalenderdagen volgend op de voor de aanbesteding vastgestelde dag.
ARTIKEL 117: Kennisgeving van de keuze.
Een opdracht is gegund, wanneer aan de betrokken inschrijver kennis is gegeven van de goedkeuring van zijn offerte, op dat ogenblik komt de wederkerige overeenkomst tot stand.
Deze betekenis gebeurt bij aangetekend schrijven.
Opmerking :
De aannemer dient te voldoen aan Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, inclusief latere wijzigingen bij KB van 4 april 2003.
00.04. HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 september 1996.
ARTIKEL 2: Contractuele documenten.
Op deze opdracht zijn toepasselijk:
1. Volgende typebestekken en voorschriften.
- typebestek nr. 100 van 1984 van het ministerie van openbare werken:
aannemingen van bouwwerken – algemene contractuele administratieve bepalingen met uitsluiting van de bepalingen die strijdig zijn met de bepalingen in onderhavig bestek;
- typebestek nr. 101 van 1987 van het ministerie van openbare werken:
mechanische en elektrische installaties en constructies – algemene administratieve en contractuele bepalingen;
- typebestek nr. 104 van 1963 met addenda van 1967, 1969 en 1973 van het ministerie van openbare werken: aanneming van bouwkundige werken – technische voorschriften;
- typebestek nr. 105 van 1990 van het ministerie van openbare werken: centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling;
- typebestek nr. 250 voor de wegenwerken;
- typebestek nr. 400 van 1954 met aanvullende delen van het ministerie van openbare werken: mechanische en elektrische installaties en constructies;
- bestek 800 van 1967 en toelichtingsnota’s – voorlopige voorschriften voor het werk bij vriesweer;
- het verwijzingsbestek 902 van 1974 en addenda 1, 2 en 3 van respectievelijk 1976, 1978 en 1980 – centrale verwarming, verlichting en klimaatregeling.
- A.R.A.B. (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming);
- A..R.E.I. (Algemeen Reglement betreffende de Elektrische Installaties);
- N.B.N. (Normen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie);
- De S.T.S. publicaties;
2. Betreffende de erkenning:
- wet van 20 maart 1991 (B.S. 06 april 1991) houdende regeling van de erkenning van de aannemers van werken gewijzigd bij wet van 19 september 1994 (B.S. 08 maart 1996) en door voornoemde wet van 24 december 1993;
- Het K.B. van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 (B.S. 18 oktober 1991) houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken;
- Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (B.S. 18 oktober 1991) tot nadere bepalingen van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van aannemers;
- Het ministerieel besluit van 27 september 1991 (B.S. 18 oktober 1991) betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning van aannemers van werken, voor te leggen dokumenten;
- Alle latere aanvullingen;
3. Plans
De hierna vermelde tekeningen opgemaakt door de ontwerpers: Lijst plannen:
Architect
• 001/007: bestaande toestand
• 002/007: bestaande toestand
• 003/007: nieuwe toestand- kelder
• 004/007: nieuwe toestand-gelijkvloers
• 005/007: nieuwe toestand- 1° verdieping
• 006/007: nieuwe toestand- 2° verdieping
• 007/007: detailtekeningen
Ingenieur
De ingenieur wordt aangesteld door de aannemer – zie desbetreffend artikel, en dit in overleg en na goedkeuring van het werkbestuur.
Vooraleer werken aan te vangen dienen de plannen ivm. stabiliteit worden voorgelegd aan het werkbestuur.
De plannen dienen te zijn gedateerd en ondertekend door een onafhankelijk ingenieur.
ARTIKEL 3: Afwijkingen op de algemene aannemingsvoorwaarden.
Onderhavig bestek wijkt af van de bepalingen van de bijlage van het koninklijk besluit van 26 september 1996 op volgende artikelen: GEEN
00.05. BIJLAGE BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 september 1996: ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN.
ARTIKEL 1: Leidend ambtenaar.
Als leidend ambtenaar zijn de architecten – ontwerpers van het project aangewezen.
De architecten hebben het recht overal controle te houden op de bereiding en op de vervaardiging van al wat moet geleverd worden; de aannemer verschaft hem daartoe alle nodige inlichtingen en faciliteiten.
De aannemer kan zich evenwel niet op deze controle beroepen om zich aan zijn verantwoordelijkheid te onttrekken.
ARTIKEL 4 § 1: Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid.
De documenten betreffende het gewapend beton worden door het ingenieursbureau geleverd overeenkomstig art. 3 § 3 B- eerste geval van het typebestek nr. 100 van 1984.
ARTIKEL 5 § 3: Borgstelling en bewijs van borstelling.
Voor de opdracht wordt een borgtocht geëist waarvan het bedrag wordt vastgesteld op 5% van het oorspronkelijk bedrag van de opdracht.
Het aldus bekomen bedrag wordt naar hogere tiental afgerond. De gedeeltelijke terugbetalingen van borgtochten worden eveneens op deze wijze afgerond.
Binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de kennisgeving van de goedkeuring van zijn inschrijving dient de aannemer aan het bestuur het bewijs te leveren dat hij of een derde de door het bestek voorgeschreven borgtocht heeft gesteld.
Dit bewijs wordt geleverd door overlegging aan de dienst die kennis heeft gegeven van de goedkeuring van de inschrijving:
- hetzij het ontvangsbewijs van de deposito- en consignatiekas of het debetbericht van het bestuur der postchecks.
- hetzij het deposito-attest van de rijkskassier
- hetzij de originele akte van consolidaire waarborg, geviseerd door de deposito- en consignatiekas.
Deze bescheiden, ondertekend door de deponent, vermelden waarvoor de borgtocht werd gesteld en de preciese bestemming (beknopte gegevens betreffende de opdracht en verwijzing naar het bestek), alsmede de naam, voornamen en volledig adres van de aannemer en eventueel deze van de derde die voor rekening van de aannemer het deposito heeft verricht met de vermelding “geldschieter” of “gemachtigde” naargelang het geval.
De termijn van dertig kalenderdagen, vermeld voor het leveren van het bewijs van borgstelling, wordt gedurende de jaarlijkse vakantieperiode in de onderneming opgeschort.
ARTIKEL 9: Vrijgave van de borgtocht.
De borgtocht wordt teruggegeven bij helften: de ene helft bij de voorlopige oplevering van de gehele opdracht, de andere helft bij de definitieve oplevering, na aftrek van de sommen die de aannemer eventueel verschuldigd is aan het bestuur.
ARTIKEL 10 § 1: Onderaannemers.
Al de personen die in enig stadium als onderaannemer optreden, moeten verplicht ingeschreven zijn op de lijst van de erkende aannemers en houder zijn van een erkenning in de categorie die overeenstemt met de aard van de hun opgedragen werken, alsmede in de met hun aandeel in de opdracht overeenkomende klasse.
De aannemer blijft in alle gevallen alleen aansprakelijk ten opzichte van het bestuur.
ARTIKEL 13: Prijsherziening.
Herzieningsbepalingen.
De herziening van de prijs van de opdracht geschiedt volgens artikel 13 § 2.1 Herzieningsbepalingen van het typebestek nr. 100 van 1984.
Formule voor prijsherziening: p=P(a x s/S + b x i/I + c)
De waarde van de parameter “a” = 0,40, van de parameter “b” = 0,40 en van de parameter “c” = 0,20. De werken behoren tot de verrekening van de categorie A.
ARTIKEL 15: Betaling van de werken.
De betalingen geschieden in maandelijkse termijnen, na gedeeltelijke voorlopige keuringen, waarvan de eerste verricht wordt één maand na de bij de dienstorder voorgeschreven datum van het aanvangen van de werken.
Indien de aanvangsdatum van de werken niet samenvalt met de begindatum van een maand, zal de eerste vorderingsstaat worden opgemaakt op het einde van de volgende maand.
Voor betalingen zowel in mindering als voor het saldo van de aanneming, is de aannemer verplicht een gedagtekende en ondertekende schuldvordering in zeven exemplaren voor te leggen die steunt op een gedetailleerde staat van de werken die zijns insziens de gevraagde betalingen verrechtvaardigen.
Voor de saldobetalingen moeten evenwel de uitgevoerde werken slechts in detail worden opgegeven voor zover het gaat om wijzigingen bevolen aan de voorziene werken, of werken tegen prijslijst.
Deze staat met bijhorende schuldvorderingen kan slechts geldig worden ingediend na datum van voorlopige oplevering.
De vorderingsstaten worden aan de leidende architecten, aangeduid door het bestuur, ter goedkeuring voorgelegd.
ARTIKEL 28 § 1: Bevel tot uitvoering en leiding van de werken.
De werken zullen begonnen worden op de dag vermeld in het bevel tot uitvoering, en moeten geheel voltooid zijn binnen een termijn van 60 werkdagen.
Behoudens voor de gedurende winter gegunde werken en waarvan de uitvoering tot het gunstigste seizoen moet worden uitgesteld, zal de opgelegde aanvangsdatum van de werken worden bepaald tussen de 15de en de 45ste kalenderdag, volgend op de dag waarop kennis werd gegeven van de goedkeuring van de inschrijving.
Er zal geen regenverlet worden aangenomen.
ARTIKEL 35: Personeel van de aanneming.
De aannemer wordt erop attent gemaakt dat het verboden is werklieden-uitzendkrachten tewerk te stellen voor de werken van deze aanneming.
De aannemer zal ervoor zorgen dat het door hem gebruikte personeel slechts op die plaatsen komt waar de werken moeten worden uitgevoerd. Xxxxx werkman die deze voorschriften overtreedt, zal onmiddellijk van de werkplaats worden weggestuurd.
ARTIKEL 38: Verzekeringen.
Binnen de vijftien kalenderdagen na de dag waarop hem kennis is gegeven van de goedkeuring van zijn inschrijving, legt de aannemer aan het bestuur de bewijzen voor, waaruit blijkt dat hij van bij de aanvang van de werken een contract gesloten heeft van de in dit artikel bedoelde verzekeringen.
Xxxxxxx zulks van hem wordt gevergd, levert hij het bewijs van het bestuur dat de vervallen premiën betaald zijn.
ARTIKEL 40: Ingebruikname door de opdrachtgever.
De opdrachtgever behoudt zich het recht voor sommige gedeelten van de aanneming in gebruik te nemen na gemeenschappelijk overleg, zonder dat de aannemer enig bezwaar mag indienen, noch zich onaansprakelijk verklaren voor de werken door hem uitgevoerd: zijn verantwoordelijkheid blijft onverminderd tot aan de definitieve oplevering, na deze is de aansprakelijkheid van de aannemer geregeld bij het gemeen recht.
Noch de ingebruikname van het opgerichte gebouw of gedeelten ervan door de opdrachtgever, noch de benutting, zelfs met totale betaling van de werken van de aannemer, kan ingeroepen worden als geldige akte van voorlopige of definitieve oplevering. Er is slechts sprake van voorlopige of definitieve oplevering als de nodige documenten zijn ondertekend.
ARTIKEL 41: Draagwijdte van de aansprakelijkheid van de aannemer.
De aannemer blijft verantwoordelijk tegenover het bestuur, zelfs indien bij de aanneming geheel of gedeeltelijk aan onderaannemers toevertrouwt.
BESCHADIGINGEN:
De aannemer is verantwoordelijk voor de schade die hij door of tijdens de werken zou toebrengen aan gebouwen, bemeubeling, beplantingen, wegenis of aan derden, zo aan hun persoon als aan hun goederen.
Hij zal de toegebrachte schade onmiddellijk herstellen op zijn kosten. Mocht hij ter zake in gebreke blijven, dan is het bestuur gerechtigd ambtshalve de nodige werken op zijn kosten te laten uitvoeren en de nodige sommen van de hem verschuldigde bedragen af te houden.
ARTIKEL 43: Waarborgtermijn
De waarborgtermijn is één jaar. Oplevering der werken.
Voorlopige aanvaarding.
Wanneer de werken geheel voltooid zijn, met zorg gereinigd en gereed om gebruikt te worden, vraagt de aannemer schriftelijk de voorlopige aanvaarding.
Binnen de 30 dagen na ontvangst van deze aanvraag gaat het architectenbureau in aanwezigheid van de bouwheer of zijn daartoe aangestelde lasthebber en van de aannemer over tot het onderzoek der werken.
Indien dit laatste geen opmerkingen uitlokt, wordt een proces-verbaal van voorlopige aanvaarding in drievoud opgemaakt en door de architect, de opdrachtgever en de aannemer ondertekend.
Indien de architect en de bouwheer van oordeel zijn dat er belangrijke tekortkomingen of gebreken bestaan, zal de voorlopige aanvaarding worden geweigerd. Het architectenbureau maakt een proces- verbaal op dat de redenen van die weigering aangeeft.
Dit proces-verbaal zal een nieuwe termijn vaststellen voor de volledige voltooiing en de goede afwerking der werken en de datum bepalen waarop de verwijlvergoedingen een aanvang nemen. De gehele of gedeeltelijke ingebruikname door de bouwheer geldt niet als voorlopige aanvaarding.
Er wordt de nadruk gelegd dat de voorlopige oplevering niet kan verleend worden ingeval de veiligheidscoördinator uitvoering op de dag van het nazicht, door het in gebreke blijven van de aannemer, geen postinterventiedossier aan de bouwheer kan overmaken.
Definitieve aanvaarding.
Een jaar na de datum van de voorlopige aanvaarding worden de werken aan een nieuw onderzoek onderworpen en wordt er een proces verbaal van definitieve oplevering der werken of van gegronde weigering gemaakt. In dat geval zal de definitieve oplevering uitgesteld worden totdat aan de contractuele verplichtingen is voldaan.
De tienjarige aansprakelijkheid neemt een aanvang bij de voorlopige oplevering.
VEILIGHEID.
De inschrijver verbindt zich door zijn inschrijving tot naleving van:
- de vignerende wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne
- de aanvullende voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne, niet noodzakelijk bij de vignerende wetgeving en reglementen opgelegd, maar onontbeerlijk om het objectief van het voorkomingsbeleid te realiseren.
- de aanvullene voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne opgelegd door het diensthoofd
V.G.V. en de arbeidsgeneesheer.
Geluidshinder.
De aannemer is ertoe gehouden de aan te wenden apparatuur te voorzien van de geluiddempende middelen die de techniek te zijner beschikking kan stellen. De aannemer is ertoe gehouden de verplichtingen van het K.B. van 01 juli 1986 (B.S. dd. 26 juli 1986) inzake het toelaatbare geluidsvermogenniveau van bouwterreinmachines zoals motorcompressoren, aggregaten voor laswerk, energieaggregaten , enz na te leven.
Stellingen.
Er zal streng gecontroleerd worden of de eventuele stellingen beantwoorden aan de voorwaarden opgelegd door het A.R.A.B.
Materieel dat niet voldoet aan de veiligheidsvoorschriften zal worden afgekeurd en dient, op eerste vezoek van het bestuur, van de werf te worden verwijderd. Het niet naleven van deze onderrichtingen zal de toepassing tot gevolg hebben van het art. 29 § 2, art. 47, art. 48 § 2 en art. 48 § 4 van het M.B. van 10/08/1977.
ARTIKEL 48: Middelen van optreden van het bestuur.
De boete wegens laattijdige oplevering wordt berekend overeenkomstig de formule zoals voorzien in artikel 48 § 2.
De toepassing van straffen, boetes en maatregelen van ambtswege verhindert niet dat de in gebreke gebleven aannemer ertoe gehouden is om tegelijk de opdrachtgever volledig te vrijwaren tegen elke eis tot schadevergoeding vanwege derden (aannemers, studieburelen, buren, enz )