UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
ARTIKEL 1 DEFINITIES
De Uniforme Voorwaarden Horeca (UVH) zijn de voorwaarden waarop in Nederland gevestigde ho- recabedrijven, zoals hotels, restaurants, cafés en aanverwante bedrijven (waaronder cateringbedrij- ven, party-servicebedrijven e.d.), horecadiensten verlenen en horecaovereenkomsten sluiten. De UVH zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel in Woerden en aldaar ingeschreven onder nummer 40482082.
Onder de navolgende woorden wordt in de UVH, en in de aanbiedingen en overeenkomsten waarop de UVH van toepassing zijn, telkens het volgende verstaan:
1.1 Horecabedrijf
De natuurlijke of rechtspersoon of vennootschap die zijn be- drijf maakt van het verlenen van horecadiensten.
1.2 Gastheer
Degene die een horecabedrijf vertegenwoordigt bij het afs- luiten en uitvoeren van horecaovereenkomsten.
1.3 Verlenen van horecadienst(en)
Het door een horecabedrijf verstrekken van logies en/of eten en/of drank en/of het ter beschikking stellen van (zaal)ruimte en/of terreinen, alles met alle daarbij behorende werkzaam- heden en diensten, en alles in de ruimste zin van het woord.
1.4 Klant
De natuurlijke of rechtspersoon of vennootschap die met een horecabedrijf een horecaovereenkomst heeft gesloten.
1.5 Gast
De natuurlijke perso(o)n(en) aan wie op grond van een met de klant gesloten horecaovereenkomst één of meer horeca- dienst(en) moet(en) worden verleend. Waar in de UVH van gast of klant wordt gesproken, wordt zowel gast als klant be- doeld, tenzij uit de inhoud van de bepaling en haar strekking noodzakelijkerwijze voortvloeit dat slechts één van beide bedoeld kan zijn.
1.6 Horecaovereenkomst
Een overeenkomst tussen een horecabedrijf en een klant ter zake een of meer door het horecabedrijf te verlenen horeca- diensten tegen een door de klant te betalen prijs. In plaats van de term horecaovereenkomst wordt soms de term re- servering gebruikt.
1.7 Reserveringswaarde
De waarde van de horecaovereenkomst, die gelijk is aan de totale omzetverwachting van het horecabedrijf inclusief eventueel toeristenbelasting en B.T.W. ter zake een met een klant gesloten horecaovereenkomst, welke verwachting is gebaseerd op de binnen dat horecabedrijf geldende gemid- delden.
1.8 Koninklijke Horeca Nederland
Het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf “Horeca Nederland” c.q. de eventuele rechtsopvolger daarvan.
1.9 No-show
Het zonder annulering niet gebruik maken door een gast van een op grond van een horecaovereenkomst te verstrek- ken horecadienst.
1.10 Groep
Een groep van 10 of meer gasten aan wie door een horeca- bedrijf horecadiensten moeten worden verleend krachtens een of meer als samenhangend te beschouwen horecao- vereenkomsten.
1.11 Individu
Iedere persoon, vallende onder gast of klant, die niet be- hoort tot een groep volgens bovengenoemde definitie.
1.12 Kurken- en keukengeld
Het bedrag verschuldigd voor het in de ruimten van een ho- recabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrek- te drank en/of eten.
1.13 Annulering
De in schriftelijke vorm door de klant aan het horecabedrijf gedane mededeling dat van één of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk geen gebruik zal wor- den gemaakt, dan wel de in schriftelijke vorm door het hore- cabedrijf aan de klant gedane mededeling dat één of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk niet verstrekt zullen worden.
1.14 Omzetgarantie
Een schriftelijke verklaring van de klant dat ter zake één of meer horecaovereenkomsten door het horecabedrijf mini- maal een bepaald bedrag aan omzet door het horecabedrijf zal worden gerealiseerd.
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
ARTIKEL 2 TOEPASSELIJKHEID
2.1 De UVH zijn met uitsluiting van alle andere algemene voorwaarden van toepassing op de totstandkoming en de inhoud van alle horecaovereenkomsten, alsmede op alle aanbiedingen ter zake de totstandkoming van deze hore- caovereenkomsten. Indien daarnaast toch andere algeme- ne voorwaarden van toepassing zijn, prevaleren in geval van tegenstrijdigheid de UVH.
2.2 Afwijken van de UVH is slechts schriftelijk mogelijk en van geval tot geval.
2.3 De UVH strekken ook ten behoeve van alle natuurlijke- en rechtspersonen waarvan het horecabedrijf gebruik maakt of heeft gemaakt bij het sluiten en/of uitvoeren van een ho- recaovereenkomst of een andere overeenkomst of bij het exploiteren van het horecabedrijf.
ARTIKEL 3 TOTSTANDKOMING VAN HORECAOVER- EENKOMSTEN
3.1 Een horecabedrijf kan te allen tijde om welke reden dan ook het sluiten van een horecaovereenkomst weigeren, ten- zij een zodanige weigering plaatsvindt uitsluitend op één of meer gronden die in artikel 429 quater van het Wetboek van Strafrecht als discriminatie zijn aangemerkt.
3.2 Alle door een horecabedrijf gedane aanbiedingen ter zake de totstandkoming van een horecaovereenkomst zijn vrijblijvend en onder het voorbehoud “zolang de voorraad (c.q. capaciteit) strekt”. Doet het horecabedrijf binnen een redelijke termijn na aanvaarding door de klant een beroep op bedoeld voorbehoud dan wordt de beoogde horecaover- eenkomst geacht niet tot stand te zijn gekomen.
3.3 Een horecaovereenkomst voor (een) gast(en) aange- gaan door tussenpersonen (cargadoors, reisbureaus, Onli- ne Travel Agents en andere horecabedrijven e.d.), al dan niet in naam van hun relatie(s), worden geacht mede voor rekening en risico van deze tussenpersonen te zijn gesloten. Het horecabedrijf is aan tussenpersonen geen commissie of provisie, hoe ook genaamd, verschuldigd, tenzij schrift- elijk uitdrukkelijk anders overeengekomen. De gast(en) en de tussenperso(o)n(en) zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het verschuldigde.
ARTIKEL 4 OPTIERECHT
4.1 Een optierecht is het recht van een klant om eenzijdig de horecaovereenkomst tot stand te doen komen door de
enkele aanvaarding van een geldig aanbod van het hore- cabedrijf.
4.2 Een optierecht kan alleen schriftelijk worden verleend. Een optierecht kan voor een bepaalde of voor een onbe- paalde duur worden overeengekomen. Het optierecht ver- valt indien de optiehouder te kennen heeft gegeven geen gebruik te willen maken van het optierecht of indien de bepaalde duur is verstreken zonder dat de optiehouder te kennen heeft gegeven van het optierecht gebruik te willen maken.
4.3 Een optierecht kan door het horecabedrijf niet worden herroepen, tenzij een andere potentiële klant het horeca- bedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaover- eenkomst ter zake het totaal of een gedeelte van de in op- tie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient in zo’n geval door het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder binnen een door het horecabedrijf te stellen termijn te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien de optiehouder niet binnen de gestelde termijn te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht, vervalt het optierecht.
ARTIKEL 5 ALGEMENE RECHTEN EN VERPLICHTIN- GEN VAN HET HORECABEDRIJF
5.1 Het horecabedrijf is, onverminderd het bepaalde in de hiernavolgende artikelen, krachtens de horecaovereen- komst verplicht op de overeengekomen tijdstippen de over- eengekomen horecadiensten te verlenen op de in dat hore- cabedrijf gebruikelijke wijze.
5.2 Het horecabedrijf is gerechtigd op ieder moment zonder opzegtermijn het verstrekken van horecadiensten aan een gast te beëindigen wanneer de gast de huis- en/of gedrags- regels overtreedt, of zich anderszins zodanig gedraagt dat de orde en de rust in het horecabedrijf en/of de normale exploitatie daarvan wordt verstoord.
De gast dient alsdan op eerste verzoek het horecabedrijf te verlaten. Indien de klant op een andere wijze niet volledig voldoet aan al zijn verplichtingen die hij uit welken hoofde ook jegens het horecabedrijf heeft dan is het horecabedrijf gerechtigd de dienstverlening op te schorten. Het horeca- bedrijf mag onderhavige bevoegdheden slechts uitoefenen indien de aard en de ernst van de door de gast begane over- tredingen daartoe naar het redelijk oordeel van het horeca- bedrijf voldoende aanleiding geven.n.
5.3 Het horecabedrijf is na overleg met het ter plaatse bevo- egd gezag gerechtigd de horecaovereenkomst wegens ge-
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
gronde vrees voor verstoring van de openbare orde buiten- gerechtelijk te ontbinden. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik, dan zal het horecabedrijf tot geen enkele schadevergoeding jegens de klant gehouden zijn.
5.4 Het horecabedrijf is niet verplicht enig goed van de gast in ontvangst en/of in bewaring te nemen. Het voorgaan- de houdt in dat het horecabedrijf niet verantwoordelijk en/ of aansprakelijk is voor schade, verlies of diefstal van enig goed van de gast, welke het horecabedrijf geweigerd heeft om in ontvangst en/of bewaring te nemen.
5.5 Indien het horecabedrijf voor het in ontvangst en/of in bewaring nemen van goederen enig bedrag aan de gast in rekening brengt, moet het horecabedrijf op die goederen let- ten als een goed huisvader, onverminderd het bepaalde in artikel 12.
5.6 Het horecabedrijf is niet verplicht enig huisdier van de gast toe te laten en kan aan de toelating voorwaarden ver- binden. Voor de toelating van assistentiehonden gelden de wettelijke regeling(en), inclusief de daarin aangegeven uit- zonderingen.
ARTIKEL 6 ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE GAST
6.1 De gast is verplicht om zich aan de in het horecabedrijf geldende huis- en gedragsregels te houden en de redelijke aanwijzingen van het horecabedrijf op te volgen. Het hore- cabedrijf moet de huis- en gedragsregels op een duidelijk waarneembare plaats kenbaar maken of schriftelijk ver- strekken. Redelijke aanwijzingen mogen mondeling worden gegeven.
6.2 De gast is verplicht om mee te werken aan redelijke ver- zoeken van het horecabedrijf in het kader van diens wett- elijke plichten omtrent onder andere veiligheid, identificatie, voedselveiligheid/hygiëne en beperking van overlast.
ARTIKEL 7 RESERVEREN
7.1 Indien de gast niet binnen een half uur na het gereser- veerde tijdstip is gearriveerd kan het horecabedrijf de re- servering als geannuleerd beschouwen, onverminderd het bepaalde in artikel 9.
7.2 Het horecabedrijf kan voorwaarden verbinden aan de reservering.
ARTIKEL 8 HORECADIENST BESTAANDE UIT HET VERSTREKKEN VAN LOGIES EN/OF HET TER BE-
SCHIKKING STELLEN VAN (ZAAL)RUIMTE EN/OF TERREINEN
8.1 Het horecabedrijf communiceert in het geval van logies vooraf over het tijdstip waarop de accommodatie ter be- schikking van de gast wordt gesteld en voor welk tijdstip de gast dient te hebben uitgecheckt.
8.2 Tenzij anders is overeengekomen is het horecabedrijf gerechtigd om de reservering voor logies als vervallen te beschouwen wanneer de gast zich niet op de eerste gere- serveerde dag om 18.00 uur bij hem heeft gemeld, of de gast niet tijdig heeft aangegeven op een later tijdstip te zul- len arriveren en het horecabedrijf daartegen geen bezwaar heeft gemaakt. Het voorgaande geldt, onverminderd het be- paalde in artikel 9.
8.3 Het horecabedrijf is gerechtigd om van de gast te ver- langen dat deze genoegen neemt met een andere, gelijk- waardige accommodatie omtrent logies dan wel (zaal)ruim- te en/of terreinen dan volgens de horecaovereenkomst ter beschikking gesteld zou moeten worden. De gast kan dit alternatief weigeren. De gast heeft in dat laatste geval het recht om met onmiddellijke ingang de horecaovereenkomst waarop voormeld verlangen van het horecabedrijf betrek- king heeft te beëindigen, onverminderd zijn verplichtingen uit hoofde van andere horecaovereenkomsten.
ARTIKEL 9 ANNULERINGEN
9.1 Annulering door klanten, algemeen
9.1.1 De klant is bevoegd een horecaovereenkomst te an- nuleren tegen betaling van de annuleringskosten. Als een klant niet binnen een half uur na het afgesproken tijdstip ar- riveert dan wordt de klant geacht geannuleerd te hebben en dan is hij de annuleringskosten verschuldigd. Indien klant alsnog na een half uur (of later) na het afgesproken tijdstip arriveert, kan het horecabedrijf zich op deze verschuldigde annuleringskosten beroepen dan wel alsnog uitvoering ge- ven aan de horecaovereenkomst en volledige nakoming van klant omtrent de horecaovereenkomst te verlangen.
9.1.2 Het horecabedrijf kan uiterlijk één maand voordat de eerste horecadienst op grond van de desbetreffende hore- caovereenkomst moet worden verleend aan de klant ver- klaren bepaalde individuen samen te zullen beschouwen als groep. Op die personen zijn alsdan alle bepalingen voor groepen van toepassing.
9.1.3 Het bepaalde in de artikelen 13.1 en 14.4 is ook op annuleringen van toepassing.
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
9.1.4 Ingeval van no-show is de klant in alle gevallen ver- plicht de reserveringswaarde te betalen.
9.1.5 Indien niet alle overeengekomen horecadiensten wor- den geannuleerd zijn op de geannuleerde horecadiensten onderstaande bepalingen pro rata van toepassing.
9.2 Annulering van een horecadienst bestaande uit het verstrekken van logies
9.2.1 Individuen
Wanneer een reservering voor uitsluitend logies, al dan niet met ontbijt, is gemaakt voor één of meer individuen gelden voor annulering van die reservering de volgende percen- tages van de reserveringswaarde die door de klant betaald moeten aan het horecabedrijf (tenzij schriftelijk anders is overeengekomen):
Annulering
Annulering van de reservering is kosteloos tot 7 dagen voor aankomst. In geval van latere annulering behoudt het hotel zich het recht voor om 80% van de verblijfsprijs in rekening te brengen indien de accommodatie niet opnieuw wordt ver- huurd.
9.2.2 Groepen
Wanneer een reservering voor uitsluitend logies, al dan niet met ontbijt, is gemaakt voor een groep dan geldt voor annu- lering van die reservering het navolgende (tenzij schriftelijk anders is overeengekomen).
Minder dan 30 dagen voor aankomst: 40%
Minder dan 14 dagen voor aankomst: 60%
Minder dan 7 dagen voor aankomst: 100%
9.3 Annulering van een horecadienst bestaande uit het verstrekken van eten en/of drank
9.3.1 Groepen
Wanneer een reservering voor uitsluitend een horecadienst bestaande uit het verstrekken van eten en/of drank (tafel- reservering) is gemaakt voor een groep dan gelden voor annulering de navolgende percentages van de reserver- ingswaarde die bij annulering door de klant betaald moeten worden aan het horecabedrijf:
1. Indien een menu is overeengekomen:
Minder dan 14 dagen voor de gereserveerde datum: 40% Minder dan 7 dagen voor de gereserveerde datum: 60% Minder dan 3 dagen voor de gereserveerde datum: 80%
2. Indien geen menu is overeengekomen:
Minder dan 3 dagen voor de gereserveerde datum: 50%
9.4 Annulering feestdagen en speciale evenementen Voor reserveringen tijdens feestdagen of speciale evene- menten vragen wij een aanbetaling van 20% van het arran- gementsbedrag. Bij annulering tot 60 dagen voor de aan- komst wordt de aanbetaling volledig terugbetaald. Bij een latere annulering bedragen de annuleringskosten 90% van de arrangementsprijs.
9.5 Annulering door het horecabedrijf
9.5.1 Het horecabedrijf is met inachtneming van het navol- gende bevoegd een horecaovereenkomst te annuleren, ten- zij anders is overeengekomen.
9.5.2 Indien het horecabedrijf een horecadienst tot het ver- strekken van eten en drinken annuleert zijn de artikelen
9.1.1 en 9.3.1 van overeenkomstige toepassing, met om- wisseling van klant en horecabedrijf.
9.5.3 Indien het horecabedrijf een andere horecaovereen- komst dan bedoeld in artikel 9.5.2 annuleert zijn de artike- len 9.1.1 en 9.2.2 van overeenkomstige toepassing, met omwisseling van klant en horecabedrijf.
9.5.4 Het horecabedrijf is te allen tijde bevoegd een hore- caovereenkomst te annuleren zonder tot betaling van de hierboven bedoelde bedragen gehouden te zijn, indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat de op grond van die horecaovereenkomst in het horecabedrijf te houden bi- jeenkomst een zodanig ander karakter heeft dan verwacht mocht worden op grond van aankondiging door de klant of op grond van de hoedanigheid van klant of gasten, dat het horecabedrijf de overeenkomst niet gesloten zou hebben in- dien het van het werkelijke karakter van de bijeenkomst op de hoogte was geweest. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik nadat de betreffende bijeenkomst be- gonnen is, dan is de klant gehouden tot betaling van de tot dat tijdstip genoten horecadiensten, doch vervalt zijn beta- lingsverplichting voor het overige. De vergoeding voor ge- noten horecadiensten wordt in voorkomend geval naar tijds- evenredigheid berekend.
9.5.5 Het horecabedrijf is gerechtigd om, in plaats van zijn in artikel 9.5.4 bedoelde bevoegdheid uit te oefenen, nadere eisen te stellen ten aanzien van het verloop van de betref- fende bijeenkomst. Indien er voldoende aanwijzingen be- staan dat deze eisen niet (zullen) worden nageleefd, is het horecabedrijf alsnog gerechtigd zijn in artikel 9.5.4 bedoelde bevoegdheid uit te oefenen.
9.5.6 Indien en voor zover het horecabedrijf tevens optreedt als reisorganisator in de zin van de wet geldt met betrekking tot reisovereenkomsten in de zin van de wet het volgende.
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
Het horecabedrijf mag de reisovereenkomst op een wezen- lijk punt wijzigen wegens gewichtige, de reiziger onverwijld medegedeelde omstandigheden. Het horecabedrijf mag de reisovereenkomst ook anders dan op een wezenlijk punt wijzigen wegens gewichtige, de reiziger onverwijld medege- deelde omstandigheden. Tot twintig dagen voor de aanvang van de reis mag het horecabedrijf de reissom verhogen in verband met wijzigingen in de vervoerskosten met inbeg- rip van brandstofkosten, de verschuldigde heffingen of de toepasselijke wisselkoersen. Indien de reiziger een wijziging als hiervoor bedoeld afwijst kan het horecabedrijf de reiso- vereenkomst opzeggen.
ARTIKEL 10 WAARBORGSOM EN TUSSENTIJDSE BE- TALING
10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ont- vangen waarborgsommen worden deugdelijk geadminis- treerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het horecabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborgsom en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen.
10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling ver- langen van reeds verleende horecadiensten.
10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem ver- schuldigd is. Het overschot dient door het horecabedrijf on- verwijld aan de klant te worden terugbetaald.
ARTIKEL 11 OMZETGARANTIE
Indien een omzetgarantie is afgegeven is de klant verplicht ter zake de betreffende horecaovereenkomst(en) tenminste het in de omzetgarantie bepaalde bedrag aan het horecabe- drijf te betalen.
ARTIKEL 12 AANSPRAKELIJKHEID VAN HET HORE- CABEDRIJF
12.1 Het horecabedrijf is tegenover de gast aansprakelijk voor schade die het gevolg is van een tekortkoming door het horecabedrijf in de nakoming van de overeenkomst, tenzij
die tekortkoming niet kan worden toegerekend aan het ho- recabedrijf dan wel aan personen van wier hulp het horeca- bedrijf bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakt.
12.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 5.5 is het hore- cabedrijf niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van goederen, die in het horecabedrijf zijn meegebracht door een gast die daar zijn intrek heeft genomen. De klant vrij- waart het horecabedrijf tegen aanspraken van gasten ter zake. Het hier bepaalde geldt niet voor zover de beschadi- ging of het verlies te wijten is aan opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.3 Voor schade aan of met voertuigen van de gast ver- oorzaakt, is het horecabedrijf niet aansprakelijk behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.4 Het horecabedrijf is niet aansprakelijk voor schade direct of indirect aan wie of wat ook ontstaan als direct of indirect gevolg van enig gebrek of enige hoedanigheid of omstandigheid aan, in of op enig roerend of onroerend goed waarvan het horecabedrijf houder, (erf)pachter, huurder dan wel eigenaar is of dat anderszins ter beschikking van het ho- recabedrijf staat, behoudens indien en voor zover de scha- de het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
12.5 Aansprakelijkheid van het horecabedrijf is beperkt tot het bedrag dat redelijkerwijs te verzekeren valt.
12.6 Indien voor de gast aan de in bewaring gegeven goe- deren, waarvoor een vergoeding als bedoeld in artikel 5.5 in rekening wordt gebracht, schade ontstaat, is het horecabe- drijf verplicht de schade aan deze goederen ten gevolge van beschadiging of vermissing te vergoeden. Schadevergoe- ding is niet verschuldigd terzake in de afgegeven goederen aanwezige andere goederen.
12.7 Indien het horecabedrijf goederen in ontvangst neemt of indien goederen op welke wijze dan ook waar dan ook door wie dan ook worden gedeponeerd, bewaard en/of ach- tergelaten zonder dat het horecabedrijf daarvoor enige ver- goeding bedingt, dan is het horecabedrijf niet aansprakelijk voor schade aan of in verband met die goederen op welke wijze dan ook ontstaan tenzij het horecabedrijf opzettelijk deze schade heeft toegebracht, of de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf. In alle ge- vallen geldt dat het horecabedrijf niet gehouden kan worden tot vergoeding van schade van goederen die zich bevinden in goederen die worden gedeponeerd, bewaard of achter- gelaten, ongeacht of het horecabedrijf daarvoor enige ver- goeding bedingt.
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
ARTIKEL 13 AANSPRAKELIJKHEID VAN DE GAST EN/ OF KLANT
13.1 De klant en de gast en degenen die hem vergezellen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die voor het horecabedrijf en/of enige derde is en/of zal ontstaan als di- rect of indirect gevolg van een toerekenbare tekortkoming en/of onrechtmatige daad, waaronder overtreding van de huisregels is begrepen, begaan door de klant en/of de gast en/of degenen die hem vergezellen, alsmede voor alle scha- de die is veroorzaakt door enig dier en/of enig goed waarvan zij houder zijn of die onder hun toezicht staan.
ARTIKEL 14 AFREKENING EN BETALING
14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst overeengeko- men prijs verschuldigd. De prijzen worden vermeld op lijsten die door het horecabedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht of zijn opgenomen in een lijst die aan de klant, desnoods op diens verzoek, wordt overhan- digd of die via digitale bronnen toegankelijk is voor de klant. Een lijst wordt geacht voor de klant zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf.
14.2 Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garde- robe, garage, safe, wasserij of stomerij, telefoon, internet, wifi, roomservice, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding in rekening worden gebracht.
14.3 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekenin- gen ter zake annulering of no-show, zijn door de klant ver- schuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresen- teerd. De klant dient voor contante betaling of betaling per bank of giro zorg te dragen, tenzij anders overeengekomen.
14.4 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen die één van hen of beiden aan het horeca- bedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Horecao- vereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te ver- schijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen.
14.5 Zolang de klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de klant in het ho- recabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te hou- den, totdat de klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorko-
mend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen.
14.6 Indien andere dan contante betaling is overeengeko- men dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het ho- recabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het factuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet.
14.7 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft, is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist. Uitsluitend indien de klant een natuurlijk per- soon (consument) is, stuurt het horecabedrijf bij achterwe- ge blijven van betaling, eenmalig een ingebrekestelling met een termijn van tenminste 14 dagen om alsnog te betalen.
14.8 Indien de klant in gebreke is moet hij aan het horeca- bedrijf alle op de inning vallende kosten vergoeden. De bui- tengerechtelijke inningskosten worden in rekening gebracht volgens de wet.
14.9 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in ar- tikel 14.5 onder zich heeft en de klant van wie het horeca- bedrijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerechtigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het ver- haal van het horecabedrijf resteert, wordt aan de klant uit- gekeerd.
14.10 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de navolgende volgorde:
• De kosten van executie
• De gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten
• De rente
• De schade
• De hoofdsom
14.11 Betaling geschiedt in Euro’s. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan geldt de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabe- drijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende
UNIFORME VOORWAARDEN HORECA
marktkoers met maximaal 10% aan te passen.
14.12 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om andere be- taalmiddelen dan contanten te accepteren en kan aan ac- ceptatie van dergelijke andere betaalmiddelen voorwaarden verbinden.
ARTIKEL 15 OVERMACHT
15.1 Als overmacht voor het horecabedrijf, die maakt dat een eventuele daardoor veroorzaakte tekortkoming het horeca- bedrijf niet kan worden toegerekend, geldt iedere voorziene of onvoorziene, voorzienbare of onvoorzienbare omstandig- heid die het uitvoeren van de horecaovereenkomst door het horecabedrijf zodanig bemoeilijkt dat het uitvoeren van de horecaovereenkomst onmogelijk dan wel bezwaarlijk wordt.
15.2 Indien een van de partijen bij een horecaovereenkomst niet in staat is om aan enige verplichting uit die horecaover- eenkomst te voldoen, is hij verplicht de andere partij hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.
ARTIKEL 16 GEVONDEN VOORWERPEN
16.1 In het gebouw en aanhorigheden van het horecabedrijf verloren of achtergelaten voorwerpen, die door de gast wor- den gevonden, moeten door deze zo spoedig mogelijk bij het horecabedrijf worden ingeleverd.
16.2 Van voorwerpen, waarvan de rechthebbende zich niet binnen een jaar na de inlevering daarvan bij het horecabe- drijf heeft gemeld, verkrijgt het horecabedrijf de eigendom.
16.3 Indien het horecabedrijf door de gast achtergelaten voorwerpen aan deze toezendt geschiedt zulks geheel voor rekening en risico van de gast. Het horecabedrijf is nimmer tot toezending verplicht.
ARTIKEL 17 KURKEN- EN KEUKENGELD
17.1 Het horecabedrijf kan de gast verbieden om zelf mee- gebracht eten en/of drinken in het horecabedrijf, daaronder het terras mede begrepen, te nuttigen. Indien het horeca- bedrijf het nuttigen van zelf meegebracht eten en/of drinken toestaat, kan het horecabedrijf aan het toestaan daarvan voorwaarden verbinden, waaronder het in rekening brengen van Kurken- en/of keukengeld.
17.2 De in de artikelen 17.1 bedoelde bedragen worden vooraf overeengekomen dan wel, bij gebreke van vooraf-
gaande overeenkomst, in redelijkheid vastgesteld door het horecabedrijf.
ARTIKEL 18 TOEPASSELIJK RECHT EN GESCHILLEN
18.1 Op horecaovereenkomsten is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.
18.2 Ingeval van geschillen tussen het horecabedrijf en een klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) is bij uitsluiting be- voegd de bevoegde rechter in de woonplaats van het hore- cabedrijf, tenzij krachtens dwingende wetsbepaling een an- dere rechter bevoegd is en onverminderd de bevoegdheid van het horecabedrijf het geschil te laten beslechten door de rechter die bij gebreke van dit beding bevoegd zou zijn.
18.3 Alle vorderingen van de klant verjaren na verloop van een jaar na het moment waarop zij zijn ontstaan.
18.4 De ongeldigheid van één of meer van de bedingen in deze algemene voorwaarden laat de geldigheid van alle an- dere bedingen onverlet. Blijkt een beding in deze algeme- ne voorwaarden om enigerlei reden ongeldig, dan worden partijen geacht een geldig vervangend beding overeenge- komen te zijn dat het ongeldige beding naar strekking en reikwijdte zoveel mogelijk benadert.
Ootmarsum, januari 2024