WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN
Raad van de Europese Unie |
Brussel, 28 april 2015 (OR. en) |
7111/15 |
Interinstitutioneel dossier: 0000/0000 (XXX) |
VISA 87 COLAC 22 |
WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN
Betreft: | Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Gemenebest Dominica inzake de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf |
7111/15
DGD 1
JVS/mg
NL
OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE
EN HET GEMENEBEST DOMINICA INZAKE DE VRIJSTELLING VAN DE VISUMPLICHT
VOOR KORT VERBLIJF
DE EUROPESE UNIE, hierna "de Unie" of "de EU" genoemd, en HET GEMENEBEST DOMINICA, hierna "Dominica" genoemd, hierna samen "de partijen" genoemd,
MET HET OOG OP de verdere ontwikkeling van de vriendschappelijke betrekkingen tussen de partijen en vanuit de wens om het reizen gemakkelijker te maken door voor hun burgers te zorgen voor vrijstelling van de visumplicht voor toegang en kort verblijf,
GEZIEN Verordening (EU) nr. 509/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van deze plicht zijn vrijgesteld1, waarbij onder meer negentien derde landen, waaronder Dominica worden verplaatst naar de lijst van derde landen waarvan de onderdanen voor korte verblijven in de lidstaten zijn vrijgesteld van de visumplicht,
INDACHTIG artikel 1 van Verordening (EU) nr. 509/2014, waarin wordt bepaald dat voor deze negentien landen de vrijstelling van de visumplicht pas van toepassing wordt vanaf de datum van inwerkingtreding van een met de Unie te sluiten visumvrijstellingsovereenkomst,
GELEID DOOR DE WENS het beginsel van gelijke behandeling van alle EU-burgers te waarborgen,
1 PB EU L 149 van 20.5.2014, blz. 67.
REKENING HOUDEND met het feit dat personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten tijdens hun korte verblijf, niet onder deze overeenkomst vallen, en dat derhalve voor deze categorie personen de desbetreffende regels van het Unierecht en het nationale recht van de lidstaten en het nationale recht van Dominica inzake de visumplicht of de visumvrijstelling en inzake de toegang tot werk van toepassing blijven,
REKENING HOUDEND met het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en Ierland,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
ARTIKEL 1
Doel
Deze overeenkomst voorziet in visumvrij reizen voor de burgers van de Unie en voor de burgers van Dominica die naar het grondgebied van de andere partij reizen voor maximaal 90 dagen binnen een tijdvak van 180 dagen.
ARTIKEL 2
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) "lidstaat": alle lidstaten van de Unie met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Ierland;
b) "burger van de Unie": een onderdaan van een lidstaat als bedoeld onder a);
c) "burger van Dominica": eenieder die het staatsburgerschap van Dominica bezit;
d) "Schengengebied": het gebied zonder binnengrenzen bestaande uit het grondgebied van de lidstaten, als bedoeld onder a), die het Schengenacquis volledig toepassen.
ARTIKEL 3
Toepassingsgebied
1. Burgers van de Unie die in het bezit zijn van een door een lidstaat afgegeven gewoon paspoort, diplomatiek paspoort, dienstpaspoort, officieel paspoort of speciaal paspoort kunnen zonder visum het grondgebied van Dominica inreizen en er verblijven gedurende de in artikel 4, lid 1, bedoelde periode.
Burgers van Dominica die in het bezit zijn van een door Dominica afgegeven gewoon paspoort, diplomatiek paspoort, dienstpaspoort, officieel paspoort of speciaal paspoort kunnen zonder visum het grondgebied van de lidstaten inreizen en er verblijven gedurende de in artikel 4, lid 2, bedoelde periode.
2. Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op personen die reizen om een bezoldigde bezigheid te verrichten.
Voor deze categorie personen kan Dominica over de visumplicht of de visumvrijstelling voor de burgers van elke lidstaat afzonderlijk beslissen overeenkomstig zijn nationale wetgeving.
3. De bij deze overeenkomst geregelde visumvrijstelling laat de wetgeving van de partijen inzake de voorwaarden voor toegang en kort verblijf onverlet. De lidstaten en Dominica behouden zich het recht voor de toegang tot en het kort verblijf op hun grondgebied te weigeren indien aan een of meer van deze voorwaarden niet wordt voldaan.
4. De visumvrijstelling geldt ongeacht de wijze van vervoer die wordt gebruikt om de grenzen van de partijen te overschrijden.
5. Vraagstukken die niet onder deze overeenkomst vallen, worden geregeld door het Unierecht, het nationale recht van de lidstaten en het nationale recht van Dominica.
1 Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB EU L 81 van 21.3.2001, blz. 1).
ARTIKEL 4
Duur van het verblijf
1. Burgers van de Unie mogen gedurende maximaal 90 dagen per tijdvak van 180 dagen op het grondgebied van Dominica verblijven.
2. Burgers van Dominica mogen gedurende maximaal 90 dagen per tijdvak van 180 dagen op het grondgebied verblijven van de staten die het Schengenacquis volledig toepassen. Bij de berekening van deze termijn wordt geen rekening gehouden met het verblijf in lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen.
De burgers van Dominica mogen gedurende maximaal 90 dagen per tijdvak van 180 dagen op het grondgebied verblijven van elk van de lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen, onafhankelijk van de verblijfsperiode die is berekend voor het grondgebied van de lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen.
3. Deze overeenkomst laat onverlet dat zowel Dominica als de lidstaten de verblijfsduur van 90 dagen kunnen verlengen overeenkomstig hun respectieve nationale recht en het Unierecht.
ARTIKEL 5
Territoriale toepassing
1. Deze overeenkomst is, wat de Franse Republiek betreft, uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek.
2. Deze overeenkomst is, wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, uitsluitend van toepassing op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.
ARTIKEL 6
Gemengd comité voor het beheer van de overeenkomst
1. De partijen stellen een gemengd comité van deskundigen in (hierna het "comité" genoemd) dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en vertegenwoordigers van Dominica. De Unie wordt vertegenwoordigd door de Europese Commissie.
2. Het comité heeft onder andere de volgende taken:
a) het ziet toe op de toepassing van de overeenkomst;
b) het stelt wijzigingen van of toevoegingen aan de overeenkomst voor;
c) het doet aanbevelingen voor de beslechting van geschillen die voortvloeien uit de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst.
3. Het comité wordt op verzoek van een van de partijen bijeengeroepen wanneer dat nodig is.
4. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
ARTIKEL 7
Verhouding van deze overeenkomst ten opzichte van bestaande bilaterale visumvrijstellingsovereenkomsten tussen de lidstaten en Dominica
Deze overeenkomst heeft voorrang op bilaterale overeenkomsten of regelingen die zijn gesloten tussen afzonderlijke lidstaten en Dominica, voor zover zij betrekking hebben op aangelegenheden die bij deze overeenkomst worden geregeld.
ARTIKEL 8
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen nationale procedures geratificeerd of goedgekeurd en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van de laatste van de twee kennisgevingen waarmee de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat deze procedures zijn voltooid.
Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de datum van ondertekening ervan.
2. Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten, maar kan worden opgezegd overeenkomstig lid 5.
3. Deze overeenkomst kan met wederzijdse schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen worden van kracht nadat de partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat hun daartoe benodigde interne procedures zijn voltooid.
4. Elk van beide partijen kan deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk opschorten, met name in verband met de openbare orde, de bescherming van de nationale veiligheid of de bescherming van de volksgezondheid, illegale immigratie of bij de herinvoering van de visumplicht door een partij. Het besluit tot opschorting wordt uiterlijk twee maanden vóór de voorgenomen inwerkingtreding ervan meegedeeld aan de andere partij. Een partij die de toepassing van de overeenkomst heeft opgeschort, stelt de andere partij ervan in kennis dat de redenen voor de opschorting niet langer bestaan, zodra dit het geval is en maakt een einde aan die opschorting.
5. Elke partij kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Deze overeenkomst wordt 90 dagen daarna beëindigd.
6. Dominica kan deze overeenkomst alleen ten aanzien van alle lidstaten opschorten of beëindigen.
7. De Unie kan deze overeenkomst alleen ten aanzien van al haar lidstaten opschorten of beëindigen.
Gedaan in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN
De partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.
Daarom is het wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en Dominica anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten over de vrijstelling van de visumplicht voor kort verblijf, die vergelijkbaar zijn met de onderhavige overeenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE IN ARTIKEL 3, LID 2, VAN DEZE OVEREENKOMST BEDOELDE CATEGORIE PERSONEN DIE REIZEN OM EEN BEZOLDIGDE BEZIGHEID TE VERRICHTEN
Met het oog op een gemeenschappelijke interpretatie komen de partijen overeen dat in de zin van deze overeenkomst de categorie personen die een bezoldigde bezigheid verrichten, personen omvat die naar het grondgebied van de andere partij reizen om daar als werknemer of als dienstverlener winstgevende beroepswerkzaamheden of een betaalde activiteit uit te oefenen.
Onder deze categorie vallen niet:
- zakenlieden, dat wil zeggen personen die reizen in verband met zakelijke besprekingen (zonder in loondienst te zijn in het land van de andere partij),
- sporters of artiesten die op ad-hocbasis een activiteit verrichten,
- journalisten die worden uitgezonden door de media van hun land van verblijf, en
- stagiairs van de eigen onderneming.
In het kader van zijn taken op grond van artikel 6 van deze overeenkomst houdt het gemengd comité toezicht op de uitvoering van deze verklaring en kan het wijzigingen voorstellen indien het dit, op basis van de ervaringen van de partijen, nodig acht.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE INTERPRETATIE VAN DE TERMIJN VAN 90 DAGEN
PER TIJDVAK VAN 180 DAGEN
ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 VAN DEZE OVEREENKOMST
De partijen komen overeen dat de maximumtermijn van 90 dagen per tijdvak van 180 dagen, als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, kan bestaan uit één aaneengesloten bezoek of uit meerdere opeenvolgende bezoeken die in totaal niet meer dan 90 dagen per tijdvak van 180 dagen beslaan.
Hierbij wordt uitgegaan van een referentieperiode van 180 dagen die zodanig wordt berekend dat op elke dag van het verblijf wordt gekeken naar de aan die dag voorafgaande periode van 180 dagen om na te gaan of nog steeds aan de voorwaarde van 90 dagen per 180 dagen wordt voldaan. Dit betekent onder meer dat een ononderbroken afwezigheid van 90 dagen recht geeft op een nieuw verblijf van ten hoogste 90 dagen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE INFORMATIEVERSTREKKING AAN DE BURGERS
OVER DE VISUMVRIJSTELLINGSOVEREENKOMST
Gezien het belang van transparantie voor de burgers van de Europese Unie en Dominica komen de partijen overeen dat zij zullen zorgen voor volledige verspreiding van informatie over de inhoud en de gevolgen van de visumvrijstellingsovereenkomst en aanverwante kwesties, zoals de toegangsvoorwaarden.