Hof van Moeder Aarde Algemene Voorwaarden Jaarplaatsen
Hof van Moeder Aarde Algemene Voorwaarden Jaarplaatsen
Artikel 1: Definities
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
A. Kampeermiddel: een tarp, tent, vouw/kampeerwagen, camper, toercaravan, stacaravan, chalet of ander tiny holiday house dat verplaatsbaar is of los op de grond staat;
B. Plaats: elke bij de overeenkomst nader aan te geven plaatsingsmogelijkheid voor een kampeermiddel;
C. Jaarplaats: een plaats die is ingericht om gedurende het hele jaar een kampeermiddel geplaatst te houden, ongeacht de periode van gebruik;
D. Ondernemer: Coöperatie Hof van Moeder Aarde B.A., die de jaarplaats aan de recreant ter beschikking stelt;
E. Recreant: de mens die met de ondernemer de overeenkomst inzake de plaats aangaat;
F. Mederecreant: de mede op de overeenkomst aangegeven mensen;
G. Derde: ieder ander mens, niet zijnde de recreant en/of zijn mederecreant(en), die met instemming van de recreant en de ondernemer, gebruik maakt van en/of verblijft op de plaats van de recreant;
H. Jaarplaatshouderskring: structureel overleg van recreanten die een jaarplaats op Hof van Moeder Aarde huren;
I. Huurovereenkomst: overeenkomst tussen ondernemer en recreant inzake het gebruik van een jaarplaats;
J. Overeenkomstjaar: de periode van één jaar welke aanvangt op de datum waarop de overeenkomst gebruikelijk door ondernemer wordt verlengd;
K. Jaargeld: de vergoeding die door recreant aan ondernemer betaald wordt voor het gebruik van de jaarplaats;
L. Aansluitkosten: eenmalige kosten voor de aansluiting van het kampeermiddel op de reeds bestaande nutsvoorzieningen (water, elektriciteit en riool) en de toegang tot het gebruik hiervan;
M. Aanlegkosten: eenmalige kosten voor de aanleg van nutsvoorzieningen tot het overnamepunt;
N. Kosten: alle kosten voor de ondernemer die samenhangen met de uitoefening van het recreatiebedrijf;
O. Informatie: schriftelijke of elektronisch aangereikte gegevens over het gebruik van de gehuurde jaarplaats, de voorzieningen en de regels omtrent het verblijf;
P. Annulering: de schriftelijke beëindiging van de overeenkomst door de recreant vóór de ingangsdatum van het verblijf.
Q. Geschil: als een bij de ondernemer ingediende klacht van de recreant niet naar tevredenheid van partijen is opgelost
Artikel 2: Inhoud overeenkomst
1. De ondernemer stelt voor recreatieve doeleinden, dus niet voor permanente bewoning, aan de recreant ter beschikking de overeengekomen jaarplaats voor de overeengekomen prijs.
2. Het is niet toegestaan, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de ondernemer, aan het kampeermiddel wijzigingen aan te brengen waar- door deze niet meer verplaatsbaar wordt.
3. De ondernemer is verplicht de schriftelijke informatie op basis waarvan deze overeenkomst mede wordt gesloten vooraf aan de recreant te verstrekken. De ondernemer maakt wijzigingen hierin steeds tijdig schriftelijk aan de contractant bekend.
4. Indien de informatie ingrijpend afwijkt ten opzichte van de informatie zoals die verstrekt is bij het aangaan van de overeenkomst, heeft de recreant het recht de overeenkomst zonder kosten te annuleren.
5. De recreant heeft de verplichting de overeenkomst en de regels in de bijbehorende informatie na te leven. Hij/zij draagt er zorg voor, dat mederecreanten en/of derden die hem/haar bezoeken en/of bij hem/haar verblijven de overeenkomst en de regels in de bijbehorende informatie naleven.
6. De recreant verklaart met het sluiten van deze overeenkomst dat het kampeermiddel zijn eigendom is en dat hij/zij deze overeenkomst sluit met instemming van zijn/haar eventuele partner voor zover hij/zij met deze partner een gezamenlijk vermogen heeft.
Artikel 3: Duur en afloop van de overeenkomst
1. De overeenkomst wordt gesloten voor de resterende duur van een overeenkomstjaar en het daarop volgende overeenkomstjaar.
2. Ondernemer en recreant gaan deze overeenkomst aan met de intentie om deze steeds na afloop van een overeenkomstjaar onder de dan geldende voorwaarden te verlengen.
Artikel 4: Prijs en prijswijziging
1. Het jaargeld wordt overeengekomen op basis van de op dat moment geldende tarieven, welke door de ondernemer zijn vastgesteld. De ondernemer geeft in de huurovereenkomst aan wat in de overeengekomen prijs is inbegrepen en welke kosten zij daarnaast in rekening brengt.
2. Indien na vaststelling van de overeengekomen prijs, door een lastenverzwaring aan de zijde van de ondernemer, extra kosten ontstaan als gevolg van een wijziging van lasten en/of heffingen, die direct op de jaarplaats, de nutsvoorzieningen of de recreant betrekking hebben, kunnen deze aan de recreant worden doorberekend, ook na de afsluiting van de overeenkomst.
3. De ondernemer maakt drie maanden voor het einde van het overeenkomstjaar schriftelijk of elektronisch aan recreant bekend wat het jaargeld voor het komende overeenkomstjaar is.
4. De ondernemer heeft het recht eenmaal per overeenkomstjaar het jaargeld te verhogen. De ondernemer kan de prijs slechts aanmerkelijk verhogen indien hij dit ten minste achttien maanden voor de ingangsdatum globaal gemotiveerd aan de recreant heeft meegedeeld.
Artikel 5: Informatie
1. Bij een wijziging van de informatie dient de ondernemer rekening te houden met bestaande situaties en afspraken.
2. Een ingrijpende wijziging van de informatie dient de ondernemer uiterlijk zes maanden voor het einde van het dvereenkomstjaar aan de recreant bekend te maken.
3. Bij een ingrijpende wijziging van de informatie heeft de recreant het recht de overeenkomst zonder kosten te annuleren.
Artikel 6: Betaling
1. De recreant dient de betalingen in euro’s te verrichten, tenzij anders is overeengekomen, met inachtneming van de afgesproken termijnen.
2. Indien de recreant, ondanks voorafgaande schriftelijke aanmaning, de betalingsverplichting binnen een termijn van twee weken na de schriftelijke aanmaning niet of niet behoorlijk nakomt, heeft de ondernemer het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen en conform artikel 10 lid 2 de plaats te ontruimen, onverminderd het recht van de ondernemer op volledige betaling van de overeengekomen prijs.
3. Indien de ondernemer op de dag van aankomst niet in het bezit is van het totale verschuldigde bedrag, is zij gerechtigd de recreant de toegang tot het vakantieverblijf te ontzeggen, onverminderd het recht van de ondernemer op volledige betaling van de overeengekomen prijs.
4. De door de ondernemer in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke kosten, na een ingebrekestelling, komen ten laste van de recreant. Indien het totale bedrag niet tijdig is voldaan, zal na schriftelijke sommatie het wettelijk vastgestelde rentepercentage over het nog openstaande bedrag in rekening worden gebracht.
Artikel 7: Annulering
1. Bij annulering betaalt de recreant een vergoeding aan de ondernemer. Deze bedraagt:
- bij annulering meer dan drie maanden voor de ingangsdatum, 15% van het jaargeld;
- bij annulering binnen drie tot twee maanden voor de ingangsdatum, 50% van het jaargeld;
- bij annulering binnen twee tot één maand voor de ingangsdatum, 75% van het jaargeld;
- bij annulering binnen één maand voor de ingangsdatum, 90% van het jaargeld;
- bij annulering op de dag van de ingangsdatum, 100% van het jaargeld.
2. De vergoeding zal naar evenredigheid gerestitueerd worden, na aftrek van administratiekosten, indien de jaarplaats door een derde op voordracht van de recreant en met schriftelijke instemming van de ondernemer wordt gereserveerd voor dezelfde periode of een gedeelte daarvan.
Artikel 8: Gebruik door derden
1. Gebruik door derden van een jaarplaats is slechts toegestaan indien de ondernemer daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.
2. Aan de gegeven toestemming kunnen voorwaarden worden gesteld, welke alsdan tevoren schriftelijk dienen te zijn vastgesteld.
Artikel 9: Verkoop kampeermiddel
1. Verkoop van het kampeermiddel is te allen tijde toegestaan. De verkoop van het kampeermiddel met behoud van plaats is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de ondernemer.
2. De ondernemer kan verkoopvoorwaarden hanteren welke de recreant in acht dient te nemen.
3. De recreant die het kampeermiddel verkoopt dient dit voorafgaand aan de verkoop aan de ondernemer bekend te maken.
4. Het staat de recreant vrij zijn/haar kampeermiddel zelf te verkopen of een derde hiervoor in te schakelen.
5. Bij levering van het kampeermiddel eindigt de overeenkomst van rechtswege met onmiddellijke ingang. Het staat de ondernemer vrij al dan niet met de koper een overeenkomst aan te gaan.
6. Bij beëindiging van de overeenkomst als gevolg van verkoop van het kampeermiddel blijft de recreant het jaargeld voor het lopende overeenkomstjaar of de overeengekomen contractperiode verschuldigd.
7. De recreant heeft recht op vermindering van het jaargeld dan wel restitutie van het te veel betaalde jaargeld voor het resterende deel van het overeekomstjaar indien:
a. ontruiming van de plaats vóór 1 juli van het lopende dvereenkomstjaar plaats heeft en
b. een voor de ondernemer acceptabele vervangende recreant is gevonden en
c. er geen gelijkwaardige plaats beschikbaar is op het terrein.
8. Voor de eventuele koper van het kampeermiddel met wie een nieuwe overeenkomst wordt aangegaan zijn de dan geldende voorwaarden van toepassing.
Artikel 10: Beëindiging van de huurovereenkomst door de recreant
1. De recreant kan de huurovereenkomst uiterlijk drie maanden voor afloop van het lopende overeenkomstjaar schriftelijk opzeggen.
2. Indien de recreant overlijdt, hebben zijn mederecreanten - voor zover zij daartoe gerechtigd zijn - het recht de overeenkomst over te nemen. Zij dienen de ondernemer zo spoedig mogelijk van hun beslissing in kennis te stellen. Indien er geen mederecreanten zijn, eindigt de overeenkomst van rechtswege zondag dat daartoe opzegging vereist is. Het staat de ondernemer vrij met een erfgenaam die niet als mederecreant op de huurovereenkomst staat, al dan niet een overeenkomst te sluiten. Indien geen nieuwe overeenkomst wordt aangegaan krijgen de erfgenamen die de verplichtingen van de overledene overnemen een redelijke termijn om de jaarplaats leeg op te leveren. Het vooruitbetaalde jaargeld voor het resterende deel van de contractperiode wordt vanaf het moment van de ontruiming aan hen gerestitueerd, tenzij ontruiming na 1 juli van het lopende contractjaar plaats heeft. De recreant vrijwaart de ondernemer voor eventuele vorderingen die verband houden met het overlijden van hem/haarzelf en die betrekking hebben op de huurovereenkomst en/of de jaarplaats en/of het kampeermiddel en/of daaraan gerelateerde zaken.
Artikel 11: Beëindiging van de huurovereenkomst door de ondernemer
1. De ondernemer kan de huurovereenkomst schriftelijk beëindigen indien:
a. de recreant, mederecreant(en) en/of derde(n) de verplichtingen uit de overeenkomst, de regels uit de bijbehorende informatie en/of de overheidsvoorschriften, ondanks voorafgaande schriftelijke waarschuwing, niet of niet behoorlijk naleeft of naleven en wel in zodanige mate dat naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de ondernemer niet kan worden gevergd, dat de overeenkomst wordt voortgezet;
b. de recreant ondanks voorafgaande schriftelijke waarschuwing, overlast aan de ondernemer en/of anderen bezorgt, of indien de recreant de goede sfeer op, of in de directe omgeving van het terrein bederft;
c. de recreant, ondanks voorafgaande schriftelijke waarschuwing door gebruik van het vakantieverblijf in strijd met de bestemming van het terrein handelt;
d. (een) overheidsmaatregel(en) de ondernemer noodzaakt tot beëindiging van de huurovereenkomst. De ondernemer dient de recreant schriftelijk of elektronisch over de overheidsmaatregel(en) te informeren binnen drie
maanden nadat de overheid de te nemen maatregel heeft aangekondigd;
e. het kampeermiddel, ondanks schriftelijke waarschuwing en na een redelijke termijn voor aanpassing, niet aan de milieu- of veiligheidseisen voldoet;
f. het kampeermiddel van de recreant ondanks schriftelijke waarschuwing in een zodanig slechte staat van onderhoud verkeert, dat het aanzien van het terrein en de directe omgeving wordt geschaad. In de schriftelijke waarschuwing dient de ondernemer aan te geven wat de recreant binnen minimaal een half jaar na dagtekening van de schriftelijke waarschuwing dient te vernieuwen of aan te passen;
g. de verhouding tussen de ondernemer en de recreant duurzaam is ontwricht zodat in redelijkheid niet van de ondernemer kan worden verwacht dat hij de overeenkomst in stand laat. De ondernemer dient de ontwrichting bij schriftelijke opzegging te motiveren;
h. de ondernemer een herstructureringsplan voor (een deel van) het terrein tot uitvoer gaat brengen waarvoor de plaats van de recreant nodig is. Om tot opzegging te kunnen overgaan, moet de ondernemer een concreet en uitvoerbaar plan hebben in die zin dat een eventueel benodigde vergunning, wijziging of ontheffing van het bestemmingsplan is verleend dan wel op redelijke termijn te verwachten is.
2. Opzegging door de ondernemer geschiedt schriftelijk bij aangetekend schrijven of persoonlijk overhandigde brief met inachtneming van een termijn van drie maanden voor het einde van het lopende overeenkomstjaar.
3. Bij opzegging wegens herstructurering dient de ondernemer een opzegtermijn van één jaar in acht te nemen voor afloop van het lopende overeenkomstjaar.
Artikel 12: Herstructurering
1. De ondernemer zorgt er zo veel mogelijk voor dat de recreant in de periode voor aanvang van de herstructurering niet op hinderlijke wijze in zijn recreatiegenot wordt gestoord door de voorbereidende werkzaamheden.
2. In geval van herstructurering waarbij de ondernemer de overeenkomst beëindigt, is de ondernemer verplicht de recreant zo mogelijk een plaats (minimaal gelijkwaardig) op het terrein aan te bieden, tenzij het kampeermiddel, gezien de leeftijd van het kampeermiddel en/of de staat waarin dit verkeert, niet meer op het terrein past.
3. Indien de ondernemer en de recreant op grond van het tweede lid een nieuwe huurovereenkomst sluiten, draagt de ondernemer de directe kosten voor de verplaatsing van het kampeermiddel en een eventuele berging die met schriftelijke toestemming van de ondernemer op de plaats is aangebracht. De ondernemer vergoedt niet de eventuele verplaatsingskosten voor de verplaatsing van andere zaken zoals serres, terrassen, (aan)bouwsels in welke vorm dan ook, tegelwerk, bestrating en beplanting.
4. a. Indien sprake is van een verplaatsbaar kampeermiddel en een minimaal gelijkwaardige jaarplaats niet op het terrein beschikbaar is, heeft de recreant de jaarplaats te ontruimen en heeft hij recht op een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten indien hij de jaarplaats heeft ontruimd overeenkomstig artikel 15 lid 1. De verplaatsingskosten vanaf de jaarplaats tot buiten het terrein zijn voor rekening van de ondernemer.
Indien de recreant een minimaal gelijkwaardige jaarplaats op het terrein wordt aangeboden onder de verplichting voor de recreant te moeten bijdragen in de aanlegkosten zoals bedoeld onder artikel 1 lid 1 sub l, heeft de recreant het recht de jaarplaats te weigeren en kan hij aanspraak maken op de tegemoetkoming zoals bedoeld in lid 5.
4.b. Indien het kampeermiddel ondanks het bepaalde in het
tweede lid van artikel 2 niet meer verplaatsbaar is en er voor de recreant voor een ander kampeermiddel een minimaal gelijkwaardige jaarplaats niet beschikbaar is, heeft de recreant het recht op een tegemoetkoming in verband met de verwijdering van het kampeermiddel.
5. De tegemoetkoming in de verplaatsingskosten van het kampeermiddel als bedoeld in lid 4 onder a en de tegemoetkoming als bedoeld in lid 4 onder b bedraagt € 1.482. De ondernemer heeft het recht de tegemoetkoming met vorderingen op de recreant te verrekenen.
6. In het geval van een herstructurering waarbij de ondernemer de overeenkomst beëindigt en op het terrein een minimaal gelijkwaardige jaarplaats niet beschikbaar is, heeft de recreant indien hij voor het einde van de huurovereenkomst de plaats ontruimt en deze opgeruimd beschikbaar stelt aan de onder- nemer recht op restitutie van het reeds betaalde jaargeld voor de resterende periode van de overeenkomst.
De laatste 6 maanden van de opzegtermijn van één jaar kan de recreant gratis gebruik maken van de jaarplaats. Kosten omtrent het gebruik van voorzieningen, gas, water, elektra, kabel, riool etc. komen gedurende deze 6 maanden wel voor rekening van de recreant.
7. Ondernemer en recreant kunnen overeenkomen dat de recreant het kampeermiddel aan de ondernemer levert en dat de tegemoetkoming in de verplaatsingskosten als bedoeld in lid 4 onder a of de tegemoetkoming in de verwijderingskosten in lid 4 onder b wordt verrekend met de werkelijke ontruimings- en opruimingskosten.
8. De tegemoetkoming in de verplaatsingskosten wordt jaarlijks per 1 januari, geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer reeks alle huishoudens zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek in juni van het voorgaande jaar.
Artikel 13: Tussentijdse beëindiging
1. Bij een tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst blijft de recreant het jaargeld verschuldigd exclusief de kosten wegens het verbruik van gas, water, elektra en gebruik van het riool, maar inclusief de kosten voor communicatieverbindingen in verband met reeds door de ondernemer aangegane verplichtingen voor de resterende periode van de huurovereenkomst tenzij een direct voor de ondernemer acceptabele vervangende recreant is gevonden en geen gelijkwaardige plaats beschikbaar is op het terrein. Indien een voor de ondernemer acceptabele vervangende recreant is gevonden en geen gelijkwaardige plaats beschikbaar is op het terrein heeft de recreant recht op vermindering van het jaargeld over de resterende periode van de huurovereenkomst, te rekenen vanaf de eerst volgende dag van de opvolgende maand. Indien de ondernemer een recreant heeft gevonden die de plaats wil gebruiken dan heeft deze voorrang.
2. De recreant heeft geen recht op verandering van het jaargeld indien de overeenkomst door de ondernemer is beëindigd op grond van een toerekenbare tekortkoming en/of een onrechtmatige daad aan de zijde van de recreant.
Artikel 14: Tussentijdse beëindiging door de ondernemer bij een toerekenbare tekortkoming en/ of onrechtmatige daad
1. Indien de recreant, mederecreant(en) en/of derde(en) de verplichtingen uit de overeenkomst, de regels in de informatie en/of de overheidsvoorschriften, ondanks voorafgaande schriftelijke waarschuwing, niet of niet behoorlijk na- leeft of naleven en wel in zodanige mate dat naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid van de ondernemer niet kan worden gevergd dat hij de overeenkomst in stand laat, heeft de ondernemer het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen, zulks met inachtneming van het tweede
en derde lid. De schriftelijke waarschuwing kan in dringende gevallen achterwege worden gelaten.
2. De ondernemer heeft het recht het gebruik van de jaarplaats en/of het kampeermiddel met onmiddellijke ingang te verbieden en de nutsvoorzieningen af te sluiten indien niet wordt voldaan aan de veiligheidseisen. De ondernemer maakt schriftelijk bekend hoe de jaarplaats en/of het kampeermiddel aangepast dient te worden. De recreant heeft na de schriftelijke bekendmaking een termijn van 1 maand om de jaarplaats en/of het kampeermiddel in overeenstemming met de geldende veiligheidseisen te brengen. In het geval na afloop van de termijn de jaarplaats en/of het kampeermiddel naar het oordeel van de ondernemer nog steeds niet voldoet aan de veiligheidseisen maakt de ondernemer dit aan de recreant schriftelijk gemotiveerd bekend en heeft de ondernemer het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen.
3. Een tussentijdse beëindiging van de overeenkomst maakt de ondernemer aan de recreant bekend met een aangetekende of persoonlijk overhandigde brief.
4. De ondernemer kan in dringende gevallen de recreant, mederecreant(en) en/ of derde(n) verbieden gebruik te maken van de jaarplaats en/of het kampeermiddel vanaf het moment van opzegging.
5. Na de beëindiging dient de recreant zijn plaats te ontruimen en het kampeermiddel van het terrein te verwijderen en is het betreden van het terrein hem, de mederecreant(en) en/of derden verboden.
Artikel 15: Ontruiming
1. Onder ontruiming door de recreant wordt verstaan het van de jaarplaats en van het terrein verwijderen van al hetgeen zich op de laatste dag van de overeenkomst op de jaarplaats bevindt of heeft bevonden, uitgesloten eigendommen van de ondernemer.
2. In het geval van een beëindiging van de overeenkomst door de recreant dient de recreant de plaats ontruimd en opgeruimd aan de ondernemer op te leveren uiterlijk op de laatste dag van de overeengekomen periode.
3. In het geval van een tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door de recreant dient de recreant de plaats ontruimd en opgeruimd aan de onder-nemer op te leveren uiterlijk op de datum waarop de overeenkomst tussentijds is beëindigd.
4. Indien de recreant niet voldoet aan het bepaalde in het tweede lid heeft de ondernemer het recht na schriftelijke sommatie en met inachtneming van een redelijke termijn, de plaats te ontruimen en op te ruimen. In de schriftelijke sommatie dient de ondernemer de recreant te wijzen op het bepaalde in het zevende lid.
5. In het geval van een beëindiging van de overeenkomst door de ondernemer dient de recreant de plaats ontruimd en opgeruimd aan de ondernemer op te leveren uiterlijk op de laatste dag van de overeengekomen periode.
6. In het geval van tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door de onder-nemer dient de recreant de plaats ontruimd en opgeruimd aan de ondernemer op te leveren binnen een redelijke termijn met een maximum van één maand vanaf de datum waarop de overeenkomst tussentijds is beëindigd.
7. Vanaf het moment dat de ondernemer het recht toekomt de plaats te ontruimen en op te ruimen zijn de in redelijkheid gemaakte kosten van ontruimen en opruimen en eventuele stallingskosten voor rekening van de recreant en heeft de ondernemer het recht deze kosten te verrekenen met geldelijke verplichtingen van de ondernemer aan de recreant onverminderd het bepaalde in het tiende lid.
8. Vanaf het moment dat de ondernemer het recht toekomt de plaats te ontruimen en op te ruimen wordt de recreant geacht afstand te hebben gedaan van al hetgeen zich op de plaats bevindt.
a. De ondernemer heeft het recht, indien de waarde dat rechtvaardigt, al hetgeen zich op de plaats bevindt op kosten van de recreant openbaar te laten verkopen;
b. Indien de kosten van een openbare verkoop de geschatte opbrengst zouden overtreffen, heeft de ondernemer het recht al hetgeen zich op de plaats bevindt op kosten van de recreant onderhands te verkopen;
c. De ondernemer heeft het recht de opbrengst van een openbare of onderhandse verkoop te verrekenen met alle geldelijke verplichtingen van de recreant aan de ondernemer. Bij gebruikmaking van dit recht dient de ondernemer een eventuele meeropbrengst met een gespecificeerde afrekening aan de recreant af te dragen;
d. De ondernemer heeft het recht elke zaak die in redelijkheid niet te verkopen is op kosten van de recreant als afval af te laten voeren en te vernietigen.
9. De recreant is niet aansprakelijk voor door hem bij de ontruiming en/of opruiming veroorzaakte schade die hem niet kan worden toegerekend. Indien bij de ontruiming en/of opruiming schade ontstaat door veranderingen in/aan/op het terrein veroorzaakt door de ondernemer, is de ondernemer aansprakelijk.
10. De ondernemer is niet aansprakelijk voor de door hem veroorzaakte schade ontstaan bij de ontruiming en/of opruiming, die hem niet kan worden toegerekend.
11. De recreant vrijwaart de ondernemer voor de gevolgen van de eventuele aanwezigheid van asbest en chemisch afval op de plaats, tenzij die aanwezigheid verband houdt met omstandigheden die in de risicosfeer van de ondernemer liggen. De kosten van het verwijderen, afvoeren en verwerken van asbest en chemisch afval zijn in het eerstbedoelde geval voor rekening van de recreant.
Artikel 16: Wet- en regelgeving
1. De recreant zorgt er te allen tijde voor dat het door hem/haar geplaatste kampeermiddel zowel in- als extern aan alle milieu- en veiligheidseisen voldoet, die van overheidswege, of door de ondernemer in het kader van milieumaatregelen voor haar bedrijf, aan het kampeermiddel (kunnen) worden gesteld.
2. De ondernemer heeft het recht zich toegang te verschaffen tot het kampeer- middel van de recreant of hiertoe toestemming te geven aan een door hem aan te wijzen derde om het kampeermiddel op de in het eerste lid bedoelde eisen te controleren. De controle dient tevoren schriftelijk door de ondernemer aan de recreant bekendgemaakt te worden.
Artikel 17: Onderhoud en aanleg
1. De ondernemer is verplicht het recreatieterrein en de centrale voorzieningen in een goede staat van onderhoud te houden.
2. De recreant is verplicht de jaarplaats en het kampeermiddel in een behoorlijke staat van onderhoud te houden.
3. Het is de recreant, mederecreant(en) en/of derde(n) niet toegestaan op het terrein te graven, bomen te kappen, struiken te snoeien, antennes te plaatsen, omheiningen of afscheidingen aan te brengen, dan wel bouwwerken of andere voorzieningen van welke aard dan ook bij, op, onder of om het kampeermiddel te plaatsen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de ondernemer.
4. De recreant blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het verplaatsbaar houden van het kampeermiddel.
Artikel 18: Aansprakelijkheid
1. De wettelijke aansprakelijkheid van de ondernemer voor andere dan letsel- en overlijdensschade is beperkt tot een maximum van € 455.000,- per gebeurtenis. De ondernemer is verplicht zich hiervoor te verzekeren.
2. De ondernemer is niet aansprakelijk voor een ongeval, diefstal of schade op zijn terrein, tenzij dit het gevolg is van een tekortkoming die aan de ondernemer is toe te rekenen.
3. De ondernemer is niet aansprakelijk voor de gevolgen van extreme weersinvloeden of andere vormen van overmacht.
4. De ondernemer is aansprakelijk voor storingen in haar gedeelte van de nutsvoorzieningen, tenzij zij een beroep kan doen op overmacht of als deze storingen verband houden met de leiding vanaf het overnamepunt van de recreant.
5. De recreant is aansprakelijk voor storingen in het gedeelte van de nutsvoorzieningen, gerekend vanaf het overnamepunt, tenzij er sprake is van overmacht.
6. De recreant is jegens de ondernemer aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door het doen of (na)laten van hem/ haarzelf, de mederecreant(en) en/of derde(n), voor zover het gaat om schade die aan de recreant, de mederecreant(en) en/of derde(n) kan worden toegerekend.
7. De ondernemer verplicht zich om na melding door de recreant van overlast, die wordt veroorzaakt door (een) andere recreant(en), passende maatregelen te nemen.
Artikel 19: Geschillenregeling
Op alle geschillen met betrekking tot de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Uitsluitend een Nederlandse rechter is bevoegd van deze geschillen kennis te nemen.
De recreant dient zijn klacht binnen twee weken na het ontstaan schriftelijk aan de ondernemer te hebben voorgelegd.
Artikel 20: Wijzigingen
Wijzigingen in deze algemene voorwaarden kunnen uitsluitend in overleg met jaarplaatshouders, in deze vertegenwoordigd door de jaarplaatshouderskring of een door de jaarplaatshouderskring gekozen vertegenwoordiger in de bestuurskring van Coöperatie Hof van Moeder Aarde B.A., tot stand komen.