Besluit
Openbaar
Besluit
Vergunning vereist voor de concentratie tussen Active Capital Company
B.V. en LipsPlus B.V.
0000 XX Xxx Xxxx 070
Vergunning vereist voor de concentratie tussen Active Capital Company B.V. en LipsPlus B.V.
Ons kenmerk : ACM/UIT/514052 Zaaknummer : ACM/19/035261 Datum :
Versie : 1.1
Aantal pagina’s : 17
Inhoudsopgave
4
4
4
5
5 Toepasselijkheid van het concentratietoezicht
5
5
6.1 Relevante productmarkten 5
6.1.1 Opvattingen van Partijen 6
6.1.2 Opvattingen van marktpartijen 6
6.1.3 Beoordeling door de ACM 7
6.1.4 Conclusie productmarktafbakening 9
6.2 Relevante geografische markten 10
6.2.1 Opvattingen van Partijen 10
6.2.2 Opvattingen van marktpartijen 10
6.2.3 Beoordeling door de ACM 11
6.3 Gevolgen van de concentratie 11
6.3.1 Opvattingen van Partijen 11
6.3.2 Opvattingen van marktpartijen 12
6.3.3 Beoordeling door de ACM 12
17
1 Samenvatting en leeswijzer
1. De ACM stelt vast dat Active Capital Company B.V. en LipsPlus B.V. een vergunning nodig hebben voor het tot stand brengen van deze concentratie. De ACM is van oordeel dat niet uitgesloten kan worden dat de mededinging als gevolg van de concentratie mogelijk op significante wijze wordt belemmerd indien wordt gekeken naar een nauwere productmarkt in het ziekenhuissegment.
2. In het ziekenhuissegment zijn met name grote textielverzorgingsbedrijven actief die voldoende capaciteit hebben om aan de grote volumes van ziekenhuizen te voldoen. Aanvullend onderzoek is nodig of er na de voltrekking van de voorgenomen concentratie voldoende dreiging uitgaat van potentiële duurzame toetreding door middelgrote textielverzorgingsbedrijven, dan wel dat er sprake is van voldoende compenserende afnemersmacht.
3. In dit besluit gaat de ACM in haar beoordeling nader in op de productmarktafbakening (paragraaf 6.1), de afbakening van de geografische markt (paragraaf 6.2) en de gevolgen van de concentratie (paragraaf 6.3).
2 Melding
4. Op 1 maart 2019 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie.1 Active Capital Company B.V. (hierna: ACC) en LipsPlus B.V. (hierna: LipsPlus) hebben gemeld dat ACC de zeggenschap probeert te verkrijgen over LipsPlus.
5. De ACM heeft de melding in de Staatscourant 13475 van 7 maart 2019 gepubliceerd. Van derden heeft de ACM een zienswijze ontvangen. Deze zienswijze behandelt de ACM in dit besluit waar ze relevant is voor de beoordeling. Tevens heeft de ACM gesprekken gevoerd met verschillende marktpartijen.
3 Partijen
6. ACC is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij houdt de meerderheid van de aandelen in CTS. ACC is een investeringsmaatschappij die investeert in Nederlandse bedrijven die actief zijn in de maakindustrie, (technische) groothandel en zakelijke dienstverlening.
7. CTS is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. CTS is houdstermaatschappij van 100% van het aandelenkapitaal in CL International B.V. CL International staat aan het hoofd van CleanLease Groep. De ondernemingen binnen CleanLease Groep houden zich bezig met textielverzorging en gerelateerde dienstverlening ten behoeve van zakelijke afnemers.
8. LipsPlus is een besloten vennootschap, naar Nederlands recht. Zij staat aan het hoofd van LipsPlus Groep. LipsPlus Groep heeft verschillende wasserijen in Nederland, die voornamelijk textielverzorging en gerelateerde dienstverlening ten behoeve zakelijke afnemers, afnemers in de (semi-)publieke sector en aan particulieren levert.
1 Op grond van artikel 34 van de Mededingingswet.
4 De gemelde operatie
9. ACC is voornemens om via haar dochtermaatschappij CTS 100% van de aandelen in LipsPlus van EMEA B.V, te verkrijgen. De voorgenomen transactie blijkt uit de Letter of Intent van 31 december 2018.
5 Toepasselijkheid van het concentratietoezicht
10. De gemelde transactie is een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mw. Het gevolg van de transactie is dat ACC volledige zeggenschap krijgt over LipsPlus.
11. Betrokken ondernemingen zijn ACC en LipsPlus (hierna gezamenlijk: Partijen).
12. De ACM stelt op basis van de omzetgegevens uit de melding vast dat de gemelde concentratie onder het in hoofdstuk 5 Mw geregelde concentratietoezicht valt.
6 Beoordeling
13. In dit hoofdstuk beoordeelt de ACM de voorgenomen concentratie. Hiertoe beschrijft de ACM eerst de relevante markten waarop Partijen actief zijn. Paragraaf 6.1 bevat een beschrijving van de relevante productmarkten en paragraaf 6.2 de relevante geografische markt. Daarna licht de ACM de gevolgen van de voorgenomen concentratie in paragraaf 6.3 toe.
14. De activiteiten van Partijen overlappen op het gebied van textielverzorging voor bedrijven en instellingen. Textielverzorging omvat de levering en het beheer van textielgoederen die gebruikt worden in de professionele omgeving. Levering van textielgoederen bestaat uit de verhuur (of verkoop) van verschillende textielpakketten. Beheer van textielgoederen is in de eerste plaats de reiniging van het (gehuurde) textiel, maar omvat ook de inname en de uitgifte van textielpakketten, het ophalen van vuil beroepstextiel, het afleveren van gereinigd textiel, sortering, gebruiksbeheer en voorraadbeheer.
15. Binnen beroepstextiel zijn de categorieën platgoed en bedrijfskleding de belangrijkste categorieën. Platgoed is bijvoorbeeld beddengoed, tafellakens en handdoeken. Bedrijfskleding bestaat uit kleding voor bedrijven uit allerlei sectoren en werkkleding voor de zware industrie.
16. Daarnaast verzorgen textielverzorgingsbedrijven tevens persoonsgebonden goederen van bewoners van zorginstellingen. Dit is het persoonlijke wasgoed van bewoners van zorginstellingen. De kleding wordt gemerkt of gechipt, zodat na de reiniging de kleding kan worden gesorteerd en geleverd bij de juiste bewoner.
17. Textielverzorgers leveren hun diensten aan afnemers die actief zijn in diverse sectoren: gezondheidszorg, horeca, hotelwezen en recreatie, handel, retail, industrie en (semi)overheid. Binnen de sector gezondheidszorg kunnen de segmenten ‘cure’ en ‘care’ onderscheiden worden. Onder het segment ‘cure’ vallen bijvoorbeeld ziekenhuizen en ambulancediensten, terwijl onder het segment ‘care’ onder meer zorginstellingen geschaard kunnen worden.
18. Volgens Partijen is de omzet die in 2018 in de textielverzorging is behaald voor de gezondheidszorg [280-300]* miljoen euro, wat overeenstemt met circa [40-50]% van de totale markt. Handel en industrie beslaat ongeveer [30-40]% van de markt en horeca is goed voor zo’n [10-20]% van de markt. De totale omzet die in 2018 is gerealiseerd met textielverzorging wordt door Partijen geschat op 680 miljoen euro.
19. Hieronder gaat de ACM in op de afbakening van de mogelijke productmarkten.
6.1.1 Opvattingen van Partijen
20. De relevante productmarkt is volgens Partijen de markt voor textielverzorging. Partijen sluiten hierbij aan bij een eerder besluit van de ACM2 en een eerder besluit van de Europese Commissie (hierna: de Commissie).3 In deze besluiten is geen nadere onderverdeling gemaakt. Partijen stellen dat, indien nadere segmentering plaats zou moeten vinden, zij voorstaan dat de segmentering dan niet naar afnemersgroep maar naar aard van het textielgoed zou moeten.
21. Aanvullende producten en diensten zoals sanitaire hygiënemiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen en wegwerpartikelen behoren volgens Partijen ook tot de markt voor textielverzorging. Zij geven aan dat zowel grotere als kleinere textielverzorgingsbedrijven deze aanvullende producten en diensten aanbieden.
22. Partijen stellen dat textielverzorging voor ziekenhuizen geen apart segment vormt en zodoende ook geen aparte productmarkt vormt. Zo geven zij aan dat ziekenhuizen vanwege de type zorg, ligduur en financiering vergelijkbaar zijn met andere zorginstellingen binnen het segment ‘cure’ en dat een productafbakening die zich beperkt tot ziekenhuizen zonder precedent is. Daarbij bedienen textielverzorgingsbedrijven die actief zijn in de gezondheidszorg, in de regel zowel het segment ‘cure’ als het segment ‘care’ of zouden zij dit kunnen. Vanuit afnemers bezien merken Partijen op dat contracten binnen de gezondheidszorg op eenzelfde wijze worden aanbesteed en dat de textielvolumes van ziekenhuizen sterk vergelijkbaar zijn met volumes van andere grote contracten. Ook is het overgrote merendeel van het platgoed in de gezondheidszorg niet gebonden aan een specifiek type afnemer.
6.1.2 Opvattingen van marktpartijen
23. Uit het marktonderzoek komt naar voren dat concurrenten en afnemers meestal geen onderscheid maken naar platgoed, bedrijfskleding en persoonsgebonden goed. Concurrenten geven aan dat er tussen deze categorieën weinig verschil is in het wasproces. Textielverzorgingsbedrijven bieden textielverzorging aan voor alle categorieën beroepstextiel en veelal ook voor persoonsgebonden goed. Daarnaast geeft ook een aantal grote afnemers aan dat zij textielverzorging veelal afnemen voor zowel platgoed, bedrijfskleding en indien van toepassing persoonsgebonden goed.
* In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om reden van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes.
2 Zie het besluit van de NMa in 5076/Purgare-Fortex, randnummer 8.
3 Zie het besluit van de Commissie in M.8399/CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses.
24. De enige categorieën kleding die in het marktonderzoek afzonderlijk worden genoemd, zijn de categorie bedrijfskleding voor de zware industrie en de categorie textiel voor clean rooms. De eerste categorie bedrijfskleding is onderhevig aan een ander (chemisch) wasproces. Voor het reinigen van textiel dat gebruikt wordt in clean rooms bestaan aanvullende kwaliteitseisen.
25. Als er een onderverdeling wordt gemaakt, hanteren zowel afnemers als concurrenten een indeling naar segment, waarbij de segmenten horeca, gezondheidszorg en handel en industrie worden genoemd. Ook de branchevereniging Federatie Textielbeheer Nederland (hierna: FTN) kijkt in haar recente studies naar de markt naar de verschillende sectoren waar de textielverzorgingsbranche aan levert.4 Binnen het segment gezondheidszorg wordt door een aantal concurrenten en afnemers tevens onderscheid gemaakt tussen ‘care’ en ‘cure’. Uit het marktonderzoek blijkt dat textielverzorgingsbedrijven doorgaans in meerdere sectoren actief zijn.
26. In het marktonderzoek geeft een aantal concurrenten en afnemers in de gezondheidszorg aan dat de ziekenhuiszorg zich onderscheidt van de overige sectoren. De textielvolumes op één of enkele locaties in de ziekenhuiszorg zijn dusdanig groot dat slechts een beperkte groep textielverzorgers de capaciteit heeft om het wasgoed van (meerdere) ziekenhuizen te verwerken. Daarnaast is in de textielverzorging voor de ziekenhuiszorg leveringszekerheid van groot belang en vragen ziekenhuizen garanties van hun leveranciers. Veel textielverzorgingsbedrijven bieden deze diensten niet aan voor ziekenhuizen. Daarnaast zijn er ook textielverzorgingsbedrijven die zich specifiek richten op het segment gezondheidszorg, alhoewel zij zich met name toeleggen op de overige zorginstellingen in plaats van de ziekenhuiszorg. Voor de gezondheidszorg geldt bovendien dat afnemers doorgaans een zogeheten Certex-certificering verlangen van textielverzorgingsbedrijven.
27. Marktpartijen merken daarnaast nog op dat persoonsgebonden goed ten behoeve van zorginstellingen een andere verwerking heeft dan beroepstextiel. Dit textiel wordt vooraf gemerkt in verband met een juiste sortering en verwerking.
28. Ten slotte geven de afnemers die de ACM in het marktonderzoek heeft gesproken aan dat zij aanvullende producten en diensten zoals sanitaire hygiënemiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen en wegwerpartikelen vrijwel nooit gezamenlijk afnemen met textielreiniging. Ook de concurrenten die de ACM in het kader van het marktonderzoek in deze zaak heeft gesproken geven aan dat zij dit wel als aanverwante diensten zien, maar dat zij deze niet vaak in combinatie met textielreiniging aanbieden.
Mogelijk onderscheid naar aard van het textiel
29. In een besluit van de Commissie is in het midden gelaten of de markt voor textielverzorging nader onderverdeeld moet worden in platgoed, bedrijfskleding en persoonsgebonden goed.5 Daarbij merkt de Commissie op dat een segmentering tussen platgoed en bedrijfskleding plausibel is. Tegelijkertijd blijkt uit haar marktonderzoek dat er evenveel marktpartijen zijn die platgoed en bedrijfskleding tot verschillende productmarkten rekenen als dat er marktpartijen zijn die deze scheiding niet herkennen.6
4 Zie het Jaarbericht 2018-2019 van de FTN, hoofdstuk 2 en het rapport ‘Textielservice is meerwaarde’ van april 2019
opgesteld door EY in opdracht van FTN, hoofdstuk 2.
5 Zie het besluit van de Commissie in M.8399/CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses, randnummers 20.
6 Zie het besluit van de Commissie in M.8399/CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses, randnummers 18.
30. Er is aanbodsubstitutie mogelijk tussen de verschillende categorieën textiel. Het mechanische wasproces is nagenoeg hetzelfde. Een uitzondering hierop is de bedrijfskleding voor de zware industrie en textiel voor clean rooms. Partijen zijn niet actief op het reinigen van textiel voor clean rooms. Tevens bestaat er geen overlap tussen de activiteiten van partijen op het gebied van bedrijfskleding voor de zware industrie. Er zal in dit besluit daarom niet nader worden ingegaan op eventuele mogelijke afzonderlijke markten voor deze categorieën textiel.
31. De afgifte, inname van pakketten, het ophalen van vuile was en het bezorgen van de gereinigde textiel is eveneens vergelijkbaar voor de verschillende categorieën textiel. Afgifte van persoonsgebonden goed wijkt enigszins af van beroepstextiel in verband met een juiste sortering en verwerking ervan.
32. Hoewel er geen sprake is van vraagsubstitutie tussen de verschillende categorieën textiel, is er ook vanuit de vraagzijde geen reden om onderscheid te maken tussen platgoed en bedrijfskleding. Veel afnemers nemen een combinatie van textielreiniging af voor zowel platgoed als bedrijfskleding. De verschillende categorieën textiel van de afnemer wordt gelijktijdig opgehaald en geleverd.
33. De ACM ziet op basis van het marktonderzoek geen reden om de mogelijke markt voor textielverzorging nader onder te verdelen in de verschillende categorieën textiel.
Mogelijk onderscheid naar segment
34. In een eerder besluit van de ACM7 is uitgegaan van een brede markt voor textielverzorging en is in het midden gelaten of er een nadere onderverdeling moet worden gemaakt in de segmenten i. gezondheidszorg, ii. industrie en diensten, iii. horeca/hotelwezen en iv. restcategorie. De Commissie heeft dit onderscheid niet gemaakt in eerdere zaken.8
35. Een dergelijke segmentering is echter niet ongebruikelijk zo blijkt uit het marktonderzoek. De segmentering wordt onder andere gehanteerd door de FTN voor haar verantwoording van de jaarcijfers en de ontwikkelingen op de markt.9
36. Er is aanbodsubstitutie mogelijk tussen de verschillende segmenten. Het mechanische wasproces is nagenoeg gelijk voor textiel benodigd in de gezondheidszorg, de horeca en andere sectoren. Hoewel voor de gezondheidszorg een zogeheten Certex-certificering is vereist, blijkt uit het marktonderzoek dat deze certificering voor textielverzorgingsbedrijven geen significante toetredingsdrempel vormt. Deze certificering is gemakkelijk te verkrijgen via de FTN en brengt geen hoge kosten met zich mee.
37. Om de gezondheidszorg en dan met name het ziekenhuissegment te kunnen bedienen, is het echter wel noodzakelijk dat een textielverzorgingsbedrijf beschikt over voldoende capaciteit. Uit het marktonderzoek blijkt dat deze capaciteit in Nederland van oudsher vooral beschikbaar is bij de grote textielverzorgingsbedrijven, zoals Partijen, Nedlin en Rentex Floron. Sommige afnemers buiten het ziekenhuissegment hebben weliswaar vergelijkbare textielvolumes als ziekenhuizen, maar daarbij zijn de volumes over meerdere locaties verdeeld. Betreffende afnemers zijn daarbij minder gebonden aan een enkele aanbieder voor hun textielverzorging.
7 Zie het besluit van de NMa in 5076/Purgare – Fortex, randnummers 8 tot en met 13.
8 Zie ook voetnoot 5 van dit besluit.
9 Zie het Jaarbericht 2018-2019 van de FTN, hoofdstuk 2.
38. De ziekenhuizen die de ACM heeft gesproken, evenals een inkooporganisatie die voor veel zorginstellingen de inkoop van textielverzorging begeleidt, geven aan dat zij bij hun tenderprocedures met name kijken naar Partijen, Rentex Floron en Nedlin. In enkele gevallen benaderen kleinere ziekenhuizen ook de middelgrote bedrijven, zoals Springendal en Xxxxx Xxxxxxxxx voor hun textielverzorging.
39. Dit neemt niet weg dat de dienst niet heel erg verschilt van textielverzorging voor andere sectoren. En dat het dus ook mogelijk zou moeten zijn voor middelgrote en kleinere wasserijen om in de toekomst het ziekenhuissegment te bedienen. Uit het marktonderzoek blijkt dat het voor middelgrote en kleine textielverzorgingsbedrijven mogelijk is om hun capaciteit uit te breiden. Dit is recent ook gebeurd. Onder andere Springendal en Xxxxx Xxxxxxxxx hebben uitgebreid en zijn recent in beperkte mate actief geworden in het ziekenhuissegment.
40. Textielverzorging is echter zowel kapitaal- als arbeidsintensief. Voor uitbreiding zijn grote investeringen nodig. Zo moet er worden geïnvesteerd in machines en vloeroppervlak voor de sortering. Daarnaast moeten nieuwe arbeidskrachten worden aangetrokken. Voor het terugverdienen van deze investeringen gaan middelgrote textielverzorgingsbedrijven uit van een periode langer dan de gangbare contractduur van drie jaar.
41. Uit het marktonderzoek blijkt dat kleinere textielverzorgingsbedrijven10 vaak niet aan de vraag van ziekenhuizen kunnen voldoen en hun capaciteit ook niet snel zullen kunnen uitbreiden.
42. De ACM ziet aanwijzingen voor een ruime markt voor textielverzorging. Tegelijkertijd blijkt uit het marktonderzoek dat naast Partijen momenteel slechts twee grote textielverzorgingsbedrijven in staat zijn om grote afnemers in het ziekenhuissegment te bedienen. De capaciteit bij andere textielverzorgingsbedrijven is onvoldoende om de grote volumes van ziekenhuizen te kunnen verwerken. Een aantal middelgrote textielverzorgingsbedrijven heeft onlangs wel haar capaciteit uitgebreid. Het is echter nog onduidelijk of deze uitbreiding en toetreding voldoende omvang heeft en voldoende duurzaam is om daadwerkelijk met Partijen te kunnen concurreren op het ziekenhuissegment. In een eventuele vergunningsfase zal de ACM nader onderzoek verrichten of de markt moet worden afgebakend als de ruime markt voor textielverzorging, de markt voor textielverzorging voor de gezondheidszorg of nog nader moet worden onderscheiden als de markt voor textielverzorging voor ziekenhuizen.
Aanvullende diensten
43. Zowel de afnemers als de concurrenten die de ACM heeft gesproken in het kader van dit marktonderzoek geven aan dat aanvullende producten en diensten zoals sanitaire hygiënemiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen en wegwerpartikelen vrijwel nooit gezamenlijk worden aangeboden met textielreiniging. Er zijn wel enkele grote (internationale) spelers, zoals CWS en Elis, die deze diensten gezamenlijk aanbieden. Maar, gelet op het feit dat deze diensten ook afzonderlijk en door andere partijen kunnen worden aangeboden, gaat de ACM er van uit dat deze diensten niet tot dezelfde markt behoren als textielverzorging.
6.1.4 Conclusie productmarktafbakening
44. Gelet op de grote overeenkomsten tussen het wasproces van de textiel die door de verschillende segmenten wordt aangeboden kan de markt mogelijk worden afgebakend als de ruime productmarkt voor textielverzorging.
10 Onder kleine textielverzorgingsbedrijven worden verstaan de regionaal opererende ondernemingen.
45. Mogelijk moet het ziekenhuissegment echter worden onderscheiden van de andere segmenten binnen de markt voor textielverzorging. De grote volumes die ziekenhuizen aanbieden, het beperkt aantal textielverzorgers dat de capaciteit heeft om dergelijke volumes te verwerken en de vereiste certificering, kunnen een aanleiding zijn voor een afzonderlijke markt voor textielverzorging voor het ziekenhuissegment.
46. De ACM heeft op dit moment onvoldoende gegevens om haar oordeel op te baseren. Nader onderzoek in een eventuele vergunningsfase moet uitwijzen wat de meest aannemelijk afbakening van de productmarkt is.
47. In de beoordeling in dit besluit gaat de ACM in op zowel de mogelijke productmarkt voor textielverzorging als de mogelijke productmarkt voor textielverzorging voor ziekenhuizen, aangezien er een horizontale overlap is tussen de activiteiten van Partijen op deze mogelijke productmarkten.
6.2 Relevante geografische markten
48. Partijen zijn op het gebied van textielverzorging beide actief in Nederland. ACC heeft locaties in Koudekerk, Nijkerk, Eindhoven, Zoetermeer, Ooij en Enschede. LipsPlus heeft locaties in Emmen, Gemert, Goes, Raalte, Tiel, Voorburg en Alkmaar. Vanuit deze locaties bedienen zij klanten in heel Nederland. In navolgende gaat de ACM in op de mogelijke afbakening van de geografische markten.
6.2.1 Opvattingen van Partijen
49. Partijen zijn van mening dat de geografische markt voor textielverzorging ten minste een nationale dimensie heeft. Daarbij stellen zij dat de uitkomsten van een eerder besluit van de ACM11 nog steeds valide zijn. Alhoewel de ACM in voornoemd besluit geen standpunt hoefde in te nemen, zijn de uitkomsten volgens Partijen in lijn met een marktonderzoek van de Commissie in een van haar besluiten.12
50. Partijen wijzen er op dat de meeste textielverzorgers in staat zijn (praktisch) Nederland, dan wel een groot deel van Nederland te bedienen. Daarbij stellen Partijen dat het voor afnemers in de regel niet uitmaakt of de betrokken textielverzorger een locatie in de buurt van hun vestigingen heeft, zolang de prijs beter is en de kwaliteit en service aan de gestelde eisen voldoen.
6.2.2 Opvattingen van marktpartijen
51. Nagenoeg alle in het marktonderzoek geconsulteerde concurrenten en afnemers stellen dat het concurrentieproces zich voornamelijk op nationaal niveau afspeelt. In de grensregio’s is sprake van enige concurrentie van textielverzorgingsbedrijven uit naburige landen en enige jaren geleden heeft een Belgisch textielverzorgingsbedrijf een vestiging in Nederland geopend.
52. De straal waarbinnen textielverzorgingsbedrijven hun diensten kunnen aanbieden is afhankelijk van het volume dat een afnemer aanbiedt en de mate waarin textielverzorgingsbedrijven eventueel andere afnemers kunnen bedienen in de nabijheid van andere afnemers.
11 Zie het besluit van de NMa in 5076/Purgare – Fortex, randnummers 14 tot en met 17.
12 Zie het besluit van de Commissie in M.8399/CWS-Boco/Rentokil Initial Target Businesses, randnummer 54 tot en met 56.
53. Uit marktonderzoek komt naar voren dat voor grote volumes textielverzorgingsbedrijven binnen een straal tot circa 250 km tot 300 km hun diensten kunnen aanbieden, terwijl de straal kleiner is bij kleinere volumes.
54. In eerdere besluiten heeft de ACM in het midden gelaten of de geografische markt voor textielverzorging nationaal of regionaal van aard is.13 De Commissie concludeert in een besluit dat de geografische markt voor textielverzorging nationaal is.14
55. Op basis van de opvattingen van Partijen, concurrenten en afnemers is een nationale markt aannemelijk. Zowel afnemers als veel aanbieders zijn in Nederland gevestigd. Eventuele concurrentie van buitenlandse textielverzorgingsbedrijven in grensstreken en incidentele internationale spelers doet hier niet aan af.
56. De locaties van de grootste concurrenten van partijen zijn gevestigd in Friesland (Rentex-Floron) en Limburg (Nedlin). Zij zijn dus veel minder centraal gelegen dan partijen. Desondanks blijkt uit het marktonderzoek dat deze concurrenten (praktisch) heel Nederland bedienen vanuit hun locaties.
57. Voor kleinere textielverzorgingsbedrijven geldt mogelijk dat de straal waarbinnen zij hun diensten aanbieden kleiner is, als gevolg van de beperktere volumes, en dat zij zodoende meer regionaal opereren. Aangezien Partijen grote textielverzorgingsbedrijven zijn en zich richten op grote afnemers die verspreid zijn over het heel Nederland, gaat de ACM in dit besluit uit van nationale mogelijke markten voor textielverzorging en textielverzorging voor de ziekenhuissector.
58. De ACM is van oordeel dat in deze zaak sprake is van een nationale markt voor zowel de mogelijke markt voor textielverzorging als de mogelijke markt voor textielverzorging voor het ziekenhuissegment.
6.3 Gevolgen van de concentratie
6.3.1 Opvattingen van Partijen
59. Op een ruime markt voor textielverzorging schatten Partijen hun gezamenlijke marktpositie in 2018 in op minder dan [20-30]%. Bij een segmentering naar branche, geven Partijen aan dat zich enkel in het segment gezondheidszorg sprake is van overlap. In betreffend segment schatten Partijen hun gezamenlijk marktaandeel in op [30-40]%. Na de voorgenomen concentratie resteren volgens Partijen voldoende concurrenten en ruimte voor afnemers om over te stappen.
60. Partijen zijn van mening dat zij – na effectuering van de voorgenomen concentratie – niet in staat zijn straffeloos hun prijzen te verhogen, dan wel overige condities te verslechteren. Zij stellen in dit kader dat afnemers in de zorgsector een sterke onderhandelingspositie hebben. Ook bij […]. Hierbij wijzen zij er op dat […].
13 Zie ook voetnoot 11 van dit besluit.
14 Zie het besluit van de Commissie in M.8399/CWS-boco/Rentokil Initial Target Businesses, randnummers 56.
61. Afnemers hebben volgens Partijen onder meer een sterke onderhandelingspositie omdat de markt het karakter heeft van een biedingsmarkt, waarbij afnemers vaak openbaar of meervoudig onderhands aanbesteden. Dit zou te meer gelden voor de gezondheidszorg. Zij merken eveneens op dat afnemers zich laten bijstaan door ervaren inkopers en zich in de zorg organiseren in samenwerkingsverbanden die gezamenlijk inkopen, waarbij de omvang van een tender op kan lopen tot circa drie procent van de textielverzorging ten behoeve van het zorgsegment.
62. Afnemers kunnen volgens Partijen daarnaast snel en tegen beperkte kosten overstappen. In de praktijk zouden afnemers dit ook vaak doen en is het voordeel van de zittende leverancier beperkt. Als gevolg hiervan zouden afnemers op geloofwaardige wijze kunnen dreigen om binnen redelijke termijn over te stappen naar een andere aanbieder. Partijen merken tevens op dat de gemiddelde duur van een contract de laatste jaren is afgenomen. Specifiek voor het ziekenhuissegment stellen Partijen dat hun gezamenlijk marktaandeel, marges en omzet de afgelopen jaren zijn gedaald.
63. Partijen wijzen er op dat in de afgelopen jaren textielverzorgingsbedrijven zijn toegetreden, zoals Gaverland en WasMijnWas. Ook merken zij op dat er daarnaast textielverzorgingsbedrijven zijn toegetreden tot segmenten waarin zij voorheen niet actief waren. Ten aanzien van ziekenhuizen merken Partijen op dat verschillende middelgrote textielverzorgingsbedrijven de afgelopen jaren op diverse contracten hebben geboden en deze in een aantal gevallen ook gewonnen hebben.
6.3.2 Opvattingen van marktpartijen
64. Met name ziekenhuizen en aan ziekenhuizen gerelateerde inkooporganisaties zijn kritisch over de voorgenomen concentratie. Zij zien hun keuzemogelijkheden afnemen en verwachten als gevolg van de overname stijgende prijzen. Een inkooporganisatie merkt op dat na de voorgenomen concentratie een minder goede geografische spreiding overblijft van textielverzorgingsbedrijven.
65. Twee grote textielverzorgingsbedrijven die na de concentratie overblijven, hebben aangegeven dat zij weinig problemen voorzien als gevolg van de overname. Zij geven aan dat het marktaandeel van Partijen de laatste jaren gekrompen is als gevolg van overcapaciteit in de markt, vertrekkende klanten en heronderhandelingen met bestaande klanten. Daarnaast wordt aangegeven dat inkooporganisaties een sterke onderhandelingspositie hebben en een risico kunnen vormen voor textielverzorgingsbedrijven.
66. Middelgrote concurrenten die de ACM in het kader van het marktonderzoek heeft gesproken, zien in tegenstelling tot hun grotere concurrenten wel mogelijke negatieve effecten. Zo wordt de verwachting uitgesproken dat Partijen de prijzen in andere segmenten zouden kunnen verlagen doordat zij op de ziekenhuiszorg voldoende marge behalen. Daarmee kunnen Partijen onder de gemiddelde marktprijs zitten in tenders.
Schadetheorie
67. Op basis van het marktonderzoek dat de ACM in deze zaak heeft verricht, heeft de ACM de volgende schadetheorie geformuleerd die zij nader heeft onderzocht.
68. Ziekenhuizen zijn de grootste afnemers van Partijen. Alleen de grote textielverzorgingsbedrijven beschikken over voldoende capaciteit om aan de volumes van ziekenhuizen te kunnen voldoen, waardoor na de voorgenomen concentratie voor ziekenhuizen de keuze voor leveranciers van textielverzorging afneemt tot drie. Doordat Partijen momenteel elkaars grootste concurrenten zijn bij tenders van (grote) ziekenhuizen, is het aannemelijk dat partijen na de concentratie de prijzen in dit segment kunnen verhogen of de kwaliteit kunnen verslechteren.
Mogelijke markt voor textielverzorging
69. De markt voor textielverzorging vertoont kenmerken van een biedingsmarkt. In de textielverzorging wordt veel gewerkt met tenderprocedures. De contracten hebben veelal een looptijd van drie jaar, vaak vergezeld van een optie tot verlenging. Uit het marktonderzoek komt dan ook naar voren dat een afnemer vaak 7 tot 8 jaar bij een textielverzorgingsbedrijf blijft inkopen. Het marktonderzoek in deze fase van de zaak omvat geen nadere analyse van de tenderprocedures. In een eventuele vergunningsfase zal hier nader onderzoek naar worden gedaan.
70. Tegelijkertijd zijn er ook afnemers die geen tender in de markt zetten, maar in onderhandeling met een textielverzorgingsbedrijf komen tot een contract.
71. Indien van een ruime markt voor textielverzorging in Nederland wordt uitgegaan, is het gezamenlijke marktaandeel van Partijen [20-30]% in 2018. Naast grote textielverzorgingsbedrijven als Rentex Floron en Nedlin, zijn onder meer middelgrote concurrenten als Newasco, Xxxxx Xxxxxxxxx en Springendal actief, evenals diverse kleinere (lokale) textielverzorgingsbedrijven.
72. Afnemers behouden na de concentratie voldoende keuze in een mogelijke ruime markt voor textielverzorging. Daarnaast zijn veel afnemers grote ondernemingen, waaronder vakantieparken, hotel- en restaurantketens. Het is aannemelijk dat een groot deel van deze professionele afnemers in de onderhandelingen voldoende tegenwicht kan bieden aan Partijen, ook na de voorgenomen concentratie. Of dit ook geldt voor ziekenhuizen en andere zorginstellingen, wordt hieronder afzonderlijk besproken.
73. Wanneer onderscheid wordt gemaakt in de verschillende segmenten, dan zien de marktaandelen van Partijen er uit als in Tabel 1. In deze tabel zijn ook de marktaandelen van Partijen in de subsegmenten ‘care’, ‘cure’ en ‘ziekenhuizen’ opgenomen. Uit deze tabel blijkt eveneens dat de activiteiten van Partijen niet overlappen in de segmenten ‘handel en industrie’ en ‘horeca’.
ACC | LipsPlus | Gezamenli xx | |
Gezondheidszorg | [10-20]% | [10-20]% | [30-40]% |
→ Care (incl. GGZ) | [10-20]% | [10-20]% | [30-40]% |
→ Cure (excl. GGZ) | [10-20]% | [20-30]% | [40-50]% |
→→ Ziekenhuizen | [20-30]% | [20-30]% | [40-50]% |
Handel en industrie | - | [0-5]% | [0-5]% |
Horeca | [10-20]% | - | [10-20]% |
Tabel 1 Marktaandelen in 2018 op basis van omzetten van Partijen en marktgegevens FTN.
74. In de mogelijke markt voor textielverzorging voor de gezondheidszorg hebben Partijen in 2018 een gezamenlijk marktaandeel van [30-40]%. Ten opzichte van 2016 is dit een daling van [0-5] procentpunt. Omdat de activiteiten van Partijen overlappen in textielverzorging voor de gezondheidszorg en Partijen met name in dit segment groot zijn, zal hieronder nader worden ingegaan op het segment gezondheidszorg en dan met name het ziekenhuissegment.
75. Ten aanzien van overstapmogelijkheden in de ruime markt voor textielverzorging komt uit het marktonderzoek een ambigu beeld naar voren. Waar de textielverzorgingsbedrijven aangeven dat overstappen snel en tegen beperkte kosten kan, beschouwen afnemers een overstap juist als uitdagend. Dit zou met name gelden voor afnemers in de gezondheidszorg. Ondanks dat afnemers een overstap als uitdagend zien, lijken afnemers bereid te zijn over te stappen naar een ander textielverzorgingsbedrijf. Dit blijkt onder meer uit de diverse tenderprocedures die worden georganiseerd voor de inkoop van textielverzorging in de gezondheidszorg.
76. Partijen zijn binnen de textielverzorgingsbranche nabije concurrenten. Uit marktonderzoek komt naar voren dat zij twee van de vier grote textielverzorgingsbedrijven zijn in Nederland. Geografisch gezien liggen Partijen met hun locaties het dichtst bij elkaar, zeker vergeleken met de andere twee grote textielverzorgingsbedrijven Rentex Floron en Nedlin. Rentex Floron heeft haar hoofdvestiging in Friesland en Nedlin opereert vanuit Limburg. Daarnaast blijkt uit de gegevens van Partijen dat zij geregeld contracten verliezen aan elkaar. Ook geven zowel afnemers als concurrenten in het marktonderzoek aan dat Partijen tot een aantal jaar geleden hevig met elkaar concurreerden op prijs. De nabijheid van concurrentie is met name voelbaar bij grote opdrachten waarbij de afnemer textielverzorging voor een groot volume vraagt. Deze opdrachten komen met name voor in het ziekenhuissegment. Voor de andere segmenten is de concurrentiedruk van andere textielbedrijven op Partijen sterker dan in het ziekenhuissegment.
Tussenconclusie gevolgen concentratie voor mogelijke markt voor textielverzorging in Nederland
77. De ACM is van oordeel dat gelet op de marktaandelen van Partijen er geen reden is om aan te nemen dat de mededinging op de mogelijke ruime markt voor textielverzorging significant zou worden beperkt. Er zijn voldoende vergelijkbare concurrenten actief op de ruime markt voor textielverzorging. De (meeste) professionele afnemers zijn bovendien voldoende groot om tegenwicht te kunnen blijven bieden. Als een nader onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende segmenten, blijkt dat er geen overlap bestaat in de segmenten industrie en diensten en horeca/hotelwezen, maar dat partijen wel hoge gezamenlijke marktaandelen hebben in het segment gezondheidszorg en dan met name in de ziekenhuissector. Hieronder wordt daarom nog nader ingegaan op het ziekenhuissegment.
Textielverzorging voor het ziekenhuissegment
78. Voor de textielverzorging ten behoeve van de gezondheidszorg schatten Partijen hun gezamenlijk marktaandeel in op [30-40]% in 2018. De marktaandelen van hun voornaamste concurrenten in dat segment, Nedlin en Rentex Floron, schatten zij in op respectievelijk [5-10]% tot [10-20]% en [5-10]% tot [10-20]%.
79. Volgens de ziekenhuizen en daaraan gerelateerde inkooporganisaties die de ACM in het kader van het marktonderzoek heeft gesproken, kunnen ziekenhuizen mogelijk als afzonderlijk segment worden gezien vanwege de grote volumes op één of enkele locaties. In dit besluit wordt daarom nader gekeken naar dit segment binnen de gezondheidszorg. Voor het nauwere ziekenhuissegment schatten Partijen in dat hun gezamenlijk marktaandeel in 2018 [40-50]% is. Afnemers schatten de positie van Partijen daarentegen hoger in: 60% tot 65% in 2018.
80. Partijen lijken in het segment gezondheidszorg nabije concurrenten. Zo overwegen afnemers beide ondernemingen bij een tenderprocedure. Ook hebben zij binnen het segment gezondheidszorg en waarschijnlijk ook binnen het ziekenhuissegment, de hoogste marktaandelen. Bovendien blijkt uit het marktonderzoek dat met name Partijen tot 2016 heftig met elkaar concurreerden op prijs.
81. Concurrenten en afnemers in het ziekenhuissegment geven in het marktonderzoek aan dat alleen Nedlin en Rentex Floron in staat zijn dezelfde diensten aan ziekenhuizen te leveren als Partijen. Anderzijds blijkt uit marktonderzoek dat verscheidene middelgrote textielverzorgingsbedrijven in toenemende mate hun diensten aanbieden aan ziekenhuizen.
82. Partijen zijn geografisch ook elkaars meest nabij gelegen concurrenten en zodoende vindt er vanuit dit oogpunt een verschraling plaats. Eén marktpartij merkt op dat de afstand vanuit het westen van Nederland naar Nedlin of Rentex Floron vele malen groter is dan naar Partijen, in een tijd dat afnemers steeds meer belang zouden hechten aan zaken als maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Toetreding en uitbreiding
83. Volgens Partijen is uitbreiding door middelgrote en kleinere textielverzorgingsbedrijven naar grote tenders van ziekenhuizen eenvoudig te realiseren. Uit het marktonderzoek blijkt echter dat de investeringen aanzienlijk zijn. Er moet worden geïnvesteerd in machines, ruimte en er moeten nieuwe arbeidskrachten worden aangetrokken. Uit het marktonderzoek blijkt echter eveneens dat deze investeringen niet onoverkomelijk zijn. Wel vereist het terugverdienen van dergelijke investeringen een contract van voldoende omvang en een looptijd die langer is dan de huidige gangbare contractduur van drie jaar.
84. Afgelopen jaren heeft een aantal middelgrote textielverzorgingsbedrijven het aanbod uitgebreid naar het ziekenhuissegment. Zij lijken zich echter vooralsnog te richten op kleinere ziekenhuizen. Voor grote ziekenhuisorganisaties zouden zij hun capaciteit wellicht nog verder moeten vergroten. Uit het marktonderzoek blijkt echter niet dat middelgrote textielverzorgingsbedrijven bereid zijn deze verdergaande investeringen te doen, mede omdat zij niet afhankelijk wensen te worden van individuele afnemers. De groei van de middelgrote textielverzorgingsbedrijven vindt dus gestaag plaats.
85. Uit het marktonderzoek blijkt tevens dat er ook afnemers in het ziekenhuissegment zijn die in het bestek als criterium stellen dat hun opdracht niet meer dan een bepaald percentage van de totale omzet van de opdrachtnemer mag behelzen. De rationale hiervan zou liggen in het voorkomen van een afhankelijkheidsrelatie met negatieve gevolgen voor aanbieder en afnemer.
86. Zeker bij grote ziekenhuizen en grote inkoopcombinaties van ziekenhuizen die een dergelijke beperking in hun bestek opnemen, beperkt de afnemer daarmee het aantal leveranciers waaruit hij kan kiezen bij de tenderprocedure en blijven middelgrote aanbieders vaak buiten beeld. Indien ziekenhuizen zouden besluiten in kleinere inkoopcombinaties in te kopen, is het mogelijk dat voor een groot aantal afnemers in het ziekenhuissegment meer leveranciers kunnen meebieden in de tenderprocedure.
87. In enkele gevallen geven middelgrote textielbedrijven zelf aan dat zij bewust niet inschrijven op een tender, omdat zij inschatten dat zij onvoldoende capaciteit hebben om te kunnen voldoen aan de vraag.
88. Uit het marktonderzoek blijkt dat toetreding, en dan met name toetreding op het ziekenhuissegment, lastig is. WasMijnWas is een recent voorbeeld van een nieuwe speler die is toegetreden tot het segment gezondheidszorg. Zij richt zich momenteel met name op het ‘care’- segment, al biedt ze sinds afgelopen jaar samen met Moderna haar diensten aan aan een ziekenhuis.
89. De ACM ziet dat er mogelijkheden zijn voor middelgrote textielverzorgingsbedrijven om uit te breiden. Deze mogelijkheden blijven echter beperkt in omvang en volume. Nader onderzoek in een eventuele vergunningsfase zal moeten uitwijzen of er voldoende concurrentiedruk op Partijen en Nedlin en Rentex Floron uitgaat van uitbreiding en toetreding.
Compenserende afnemersmacht van de ziekenhuizen
90. Mogelijk beschikken ziekenhuizen over enige afnemersmacht in de onderhandelingen. Ziekenhuizen zijn de grootste afnemers van textielverzorgingsdiensten. De ziekenhuizen en inkooporganisaties die ACM in het marktonderzoek heeft gesproken, geven zelf echter aan dat zij grote zorgen hebben dat na de concentratie de prijzen zullen stijgen. Zij verwachten dat hun keuze na de concentratie beperkt zal worden. Hieruit maakt de ACM op dat zij onvoldoende tegenwicht denken te kunnen bieden in de onderhandelingen.
91. Zoals hierboven reeds vermeld, kunnen ziekenhuizen er ook voor kiezen om bij in hun tenderprocedures ook middelgrote textielverzorgingsbedrijven uit te nodigen in te schrijven. In hoeverre ziekenhuizen daarmee in staat zijn om in tenderprocedures druk uit te oefenen richting Partijen, is in de meldingsfase niet verder onderzocht. In een eventuele vergunningsfase zal de ACM nader onderzoek doen naar de mate waarin ziekenhuizen compenserende afnemersmacht hebben.
Counterfactual
92. Partijen stellen dat er overcapaciteit in de markt is en dat de huidige concurrentieverhoudingen niet dezelfde zullen zijn als over 3 tot 5 jaar. Zij stellen daarom dat de counterfactual anders is dan de huidige situatie op de markt en dat de ACM daar rekening mee dient te houden in haar beoordeling.
93. Partijen stellen dat er sprake is van een structurele krimp van de markt als gevolg van de transitie van intramurale naar extramurale zorg en dat deze bijdraagt aan structurele overcapaciteit in de markt. Daarnaast leidt het samengaan van zorginstellingen en samenwerking bij inkooptrajecten tot een bundeling van afnemersmacht en een daling van het aantal contracten. De overcapaciteit en afnemersmacht leiden volgens Partijen tot prijsdalingen bij tenders.
94. Dit strookt naar het voorlopige oordeel van de ACM niet met de aanwijzingen die in het marktonderzoek naar voren zijn gekomen dat middelgrote partijen recent zijn uitgebreid en zelfs zijn toegetreden, aangezien er meer opdrachten worden binnengehaald. Van FTN, afnemers en middelgrote concurrenten heeft de ACM geen signalen gekregen over eventuele overcapaciteit. Een grote concurrent deelt daarentegen wel het beeld van Partijen ten aanzien van overcapaciteit in de markt.
95. De ACM is op dit moment nog niet overtuigd dat de counterfactual anders is dan de huidige situatie op de markt. In een eventuele vergunningsfase kunnen partijen in hun vergunningsaanvraag nader onderbouwen wat de counterfactual zou moeten zijn. In dat geval zal de ACM deze counterfactual nader onderzoeken en beoordelen.
Conclusie gevolgen van de concentratie
96. Gelet op het bovenstaande is de ACM van oordeel dat niet uitgesloten kan worden dat de mededinging als gevolg van de concentratie mogelijk op significante wijze wordt belemmerd indien wordt gekeken naar het nauwere ziekenhuissegment. In het segment zijn ten minste twee concurrenten actief met in beginsel voldoende capaciteit. Aanvullend onderzoek is nodig of er na de voltrekking van de voorgenomen concentratie voldoende dreiging uitgaat van potentiële duurzame toetreding/uitbreiding door middelgrote textielverzorgingsbedrijven, dan wel dat er sprake is van voldoende compenserende afnemersmacht.
7 Conclusie
97. ACC en LipsPlus hebben aan de ACM gemeld dat ACC de zeggenschap probeert te verkrijgen over LipsPlus.
98. De ACM concludeert dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregeld concentratietoezicht. Zij heeft reden om aan te nemen dat deze operatie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren, met name als het resultaat van het in het leven roepen of het versterken van een economische machtspositie. Daarom stelt de ACM vast dat ACC en LipsPlus een vergunning nodig hebben voor het tot stand brengen van deze concentratie. De ACM wijst er op dat dit een voorlopig standpunt is. Als ACC en LipsPlus besluiten om een vergunning aan te vragen15 zal de ACM aanvullend onderzoek uitvoeren. Mogelijk komt de ACM dan tot een ander oordeel.
Hoogachtend,
Autoriteit Consument en Markt, namens deze,
M. Denkers BA, MSc, MBA Directeur Directie Mededinging
Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u beroep instellen tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde beroepschrift naar de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx. Dit moet u doen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit aan de bij de concentratie betrokken ondernemingen. Meer informatie over de beroepsprocedure vindt u op xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
15 Op grond van artikel 41 van de Mededingingswet.