Voorwaarden Extra Uitgebreide Inboedelverzekering nr. 1019
Voorwaarden Extra Uitgebreide Inboedelverzekering nr. 1019
Privacyreglement
De bij aanvraag van de verzekering verstrekte persoonsgegevens kunnen deel uitmaken van de cliënten registratie van AEGON Nederland N.V., van de informatiesystemen van de verzekeraars in verenigingsverband bedoeld voor een verantwoorde acceptatie van nieuwe verzekeringen, en van de cliënten registratie van XXXXX'x herverzekeraars. Voor elk van deze persoonsregistraties geldt een privacyreglement. De registratie van AEGON is op 29 juni 1990 bij de Registratiekamer aangemeld. Reglement en kopie-aanmeldingsformulier liggen ter inzage op alle AEGON-kantoren.
Klachten
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
Voor klachten naar aanleiding van de overeenkomst kunt u zich -behalve tot de directie van AEGON Schadeverzekering N.V. -wenden tot:
-de Raad van Toezicht op het Schadeverzekeringsbedrijf, Xxxxxxx 000, 0000 Xx Xxx Xxxx,
-xx Ombudsman Schadeverzekering, Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxx Xxxx.
1. Begripsomschrijvingen
1.1 Inboedel:
alle roerende zaken behorende tot de particuliere huishouding van de verzekeringnemer en van elke persoon met wie de verzekeringnemer in gezinsverband duurzaam samenwoont.
Tot de inboedel behoren antennes, zonweringen, gereedschappen voor de uitoefening van een beroep in loondienst en kleine huisdieren. Fietsen, brom- en snorfietsen worden slechts tot de inboedel gerekend indien zij zich in de woning bevinden. Niet tot de inboedel worden gerekend geld en geldswaardige papieren, vaartuigen, caravans, aanhangwagens en motorrijtuigen alsmede onderdelen en toebehoren daarvan.
Voorzover het verzekerde bedrag de waarde van de inboedel overtreft is medeverzekerd de inboedel van derden onder berusting van de verzekeringnemer, mits niet elders verzekerd.
1.2 Interieurverbetering:
de voor rekening van de huurder aangebrachte veranderingen en verbeteringen van de woning zoals centrale verwarmings-, keuken- en sanitaire installaties, betimmeringen, parketvloeren en schuurtjes.
Indien interieurverbetering blijkens het polisblad niet afzonderlijk is verzekerd, is deze onder deze verzekering begrepen voorzover het verzekerde bedrag de waarde van de inboedel overtreft.
1.3 Lijfsieraden:
sieraden, inclusief horloges, die zijn vervaardigd om op of aan het lichaam te worden gedragen en die geheel of ten dele bestaan uit (edel)metaal, gesteente, mineraal, ivoor, (bloed)koraal of andere dergelijke stoffen, alsmede parels.
1.4 Woning:
het op het polisblad omschreven en door verzekeringnemer bewoonde (gedeelte van een) gebouwen de daarbij behorende en bij verzekeringnemer in gebruik zijnde bijgebouwen en privé-bergruimten.
1.5 Bewoond:
een (gedeelte van een) gebouw wordt als bewoond beschouwd indien in de regel iemand bij dag en bij nacht op geoorloofde wijze aanwezig is in dat gedeelte van het gebouw, waarin de verzekerde inboedel zich bevindt.
1.6 Nieuwwaarde:
het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.7 Dagwaarde:
de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
Omschrijving van de dekking
2. Dekking in de woning
De maatschappij vergoedt de directe materiële schade aan de in de woning aanwezige inboedel veroorzaakt door:
2.1 brand (zie de nadere omschrijvingen), naburige brand, alsmede brandblussing;
2.2 schroeien, zengen, smelten als gevolg van hitte-uitstraling door een brandend, gloeiend of heet voorwerp of aanraking daarmede; schade aan elektrische apparaten door doorbranden is niet gedekt;
2.3 ontploffing (zie de nadere omschrijvingen);
2.4 brand en ontploffing als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
2.5 blikseminslag, ongeacht of deze brand ten gevolge heeft;
2.6 luchtvaartuigen (zie de nadere omschrijvingen);
2.7 inbraak, diefstal, gewelddadige beroving en afpersing, dan wel vernieling of beschadiging hierbij, alsmede
2.7 vandalisme door wederrechtelijk de woning binnengedrongen personen.
2.7.1 Voor diefstal van lijfsieraden wordt een maximale vergoeding verleend van f 5.000 per gebeurtenis, tenzij blijkens het polisblad een ander bedrag aan lijfsieraden verzekerd is.
2.7.2 Indien de verzekeringnemer inwonend is bij andere personen dan waarmee hij in gezinsverband duurzaam samenwoont, wordt schade door diefstal uitsluitend vergoed mits duidelijke sporen van braak aanwezig zijn aan dat gedeelte van de woning waarin de inboedel aanwezig is;
2.8 water;
2.8.1 water of stoom, gestroomd uit -binnen of buiten de woning gelegen -leidingen of daarop aangesloten toestellen en installaties van waterleiding of centrale verwarming, als gevolg van springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect;
2.8.2 water, overgelopen uit de onder 2.8.1 genoemde toestellen en installaties;
2.8.3 binnengedrongen neerslag (regen, sneeuw, hagel, smeltwater), mits niet binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken;
2.8.4 water, binnengedrongen als gevolg van verstopping van rioolputten of -buizen;
2.8.5 grondwater, mits binnengedrongen via afvoerleidingen en daarop aangesloten toestellen en installaties;
2.9 water, uit aquaria door breuk of defect daarvan, alsmede schade aan de inhoud daarvan na breuk van het aquarium;
2.10 olie, onvoorzien gestroomd uit de centrale verwarmingsinstallaties of uit op de schoorsteen aangesloten kachels en haarden met bijbehorende leidingen en tanks;
2.11 storm, waaronder wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde;
2.12 aanrijding, aanvaring, afgevallen of uitgevloeide lading;
2.13 relletjes, plundering en ongeregeldheden bij werkstaking;
2.14 breuk van vaste spiegels; schade aan de spiegels zelf wordt eveneens vergoed;
2.15 glasscherven als gevolg van breuk van ruiten (schade aan de ruiten zelf wordt niet vergoed);
2.16 omvallen van xxxxxx en heistellingen;
2.17 rook en roet, plotseling uitgestoten door op een schoorsteen aangesloten haarden en kachels.
3 Dekking binnen Nederland
3.1 De maatschappij vergoedt eveneens de directe materiële schade aan het gedeelte van de inboedel, dat tijdelijk (gedurende ten hoogste 3 maanden achtereen) elders aanwezig is binnen Nederland:
3.1.1 in een andere bewoonde woning dan op het polisblad omschreven, veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.;
3.1.2 in andere gebouwen veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2. echter door diefstal en vandalisme alleen na aantoonbare braak aan het gebouw;
3.1.3 buiten gebouwen veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.1 t/m 2.6;
3.1.4 in deugdelijk afgesloten auto's door diefstal tot maximaal f 500 mits duidelijke sporen van braak aan de auto aanwezig zijn.
3.2 Tevens biedt deze verzekering dekking tegen directe materiële schade binnen Nederland:
3.2.1 door diefstal van en vandalisme aan tuinmeubelen, tuingereedschap, vlaggenstokken en wasgoed, in de tuin of op het balkon van de woning;
3.2.2 door gewelddadige beroving en afpersing;
3.2.3 tijdens verhuizing bovendien tegen schade ten gevolge van een ongeval het middel van vervoer overkomen, het uit de strop schieten, het onklaar raken van hijsgerei of van enig ander hulpmiddel gebruikt bij het Iaden en lossen; bovendien tegen schade ten gevolge van diefstal of zoekraken van gehele kisten, koffers, dozen of andere verpakkingen.
4 Dekking binnen Europa
De maatschappij vergoedt tevens tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag de directe materiële schade aan het gedeelte van de inboedel dat tijdelijk (gedurende ten hoogste drie maanden achtereen) aanwezig is buiten Nederland doch binnen Europa veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.1 t/m 2.6.
5 Dekking boven het verzekerde bedrag
In geval van een gedekte gebeurtenis vergoedt de maatschappij boven het verzekerde bedrag:
5.1 de bereddingskosten gemaakt ter voorkoming en vermindering van de schade;
5.2 het salaris en de kosten van alle experts en de door hen geraadpleegde deskundigen. Het salaris en de kosten
van de door de verzekeringnemer benoemde expert en de door deze geraadpleegde deskundigen worden slechts vergoed voorzover dit salaris en de kosten niet uitgaan boven het salaris en de kosten welke de door de maatschappij benoemde expert en diens deskundigen in rekening brengen;
5.3 tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag per onderdeel tegen de gebeurtenissen genoemd onder 2.:
5.3.1 geld en geldswaardige papieren toebehorende aan of onder berusting van de verzekeringnemer tot maximaal f 2.500 uitsluitend in de woning doch niet in garages, bijgebouwen, kelderboxen en bergruimten;
5.3.2 schade aan levensmiddelen in een koelkast of diepvriesinstallatie in de woning door defect hiervan alsmede door stroomuitvallanger dan 6 uur, ongeacht de oorzaak van het defect of de stroomuitval;
5.3.3 vaartuigen en aanhangwagens, alsmede losse onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans, aanhangwagens en van vaartuigen, alles voorzover dienende tot privé-gebruik en aanwezig in de woning van verzekeringnemer of privé-bergruimten daarvan tot een maximum van f 2.000 per gebeurtenis;
5.3.4 indien de verzekeringnemer huurder is van de woning en voorzover de schade uit dien hoofde te zijnen laste komt en niet door enige andere verzekering is gedekt:
a schade aan behang, witwerk, schilderwerk en betimmeringen door de onder 2. genoemde gebeurtenissen; b schade aan de woning door inbraak of poging daartoe;
c de kosten van opsporing van breuk of defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van de woning indien schade aan de inboedel is ontstaan door water of stoom, tengevolge van onvoorziene breuk, springen door vorst, verstopping of ander plotseling optredend defect gestroomd uit waterleiding- of centrale verwarmingsinstallaties en daarop aangesloten leidingen of toestellen;
d de kosten van herstel van de beschadigde leidingen, de toestellen en het sanitair ten gevolge van springen door vorst van leidingen, toestellen en sanitair van de waterleiding- en centrale verwarmingsinstallaties;
5.3.5 extra kosten voor noodzakelijk verblijf elders, die de verzekeringnemer voor
zich en zijn gezin moet maken voor voeding en huisvesting, indien door een gedekte gebeurtenis de woning onbewoonbaar wordt;
5.3.6 kosten van vervoer en opslag, die de verzekeringnemer moet maken om de inboedel tijdens het onbewoonbaar zijn van de woning door een gedekte gebeurtenis elders op te slaan of in bewaring te geven;
5.3.7 opruimingskosten (zie de nadere omschrijvingen);
5.3.8 kosten van herstel van tuinaanleg, beplanting en bestrating behorende bij de woning als gevolg van een gedekte gebeurtenis, uitgezonderd weersinvloeden, diefstal en vandalisme.
Medeverzekerd is echter schade door het in de tuin neerkomen van voorwerpen, met uitzondering van neerslag, die door storm van buiten de tuin zijn meegevoerd. Deze kosten zijn slechts gedekt voorzover zij voor rekening van de verzekeringnemer komen;
5.4 noodzakelijke kosten niet vallende onder 5.1, 5.2 of 5.3., mits het gevolg van een gedekte gebeurtenis en door de verzekeringnemer aangetoond, tot een maximum van f 1.000 per gebeurtenis.
6 Uitsluitingen
6.1 Deze verzekering geeft geen dekking voor schade door:
6.1.1 molest, atoomkern reacties, overstroming, aardbeving en vulkanische uitbarsting (zie de nadere omschrijvingen) alsmede schade door of in verband met verontreiniging van bodem, lucht of water, ongeacht hoe deze verontreiniging is ontstaan;
6.1.2 diefstal uit trappenhuizen en andere voor derden toegankelijke ruimten tenzij voorafgegaan door aantoonbare braak;
6.1.3 vochtdoorlating van muren, andere constructiefouten of slecht onderhoud van de woning.
Schade
7 Verplichtingen na schade
7.1 Zodra de verzekeringnemer kennis draagt van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij verplicht:
7.1.1 die gebeurtenis zo spoedig mogelijk aan de maatschappij te melden;
7.1.2 alle maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van onmiddellijk dreigende schade;
7.1.3 in geval van inbraak, diefstal, beroving, afpersing of vandalisme terstond aangifte te doen bij de politie;
7.1.4 zijn volle medewerking te verlenen bij de regeling van de schade en alles na te laten, wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
7.1.5 aan de maatschappij op te geven welke andere verzekeringen op het verzekerde object of delen daarvan ten tijde van de schade van kracht zijn;
7.1.6 de aanwijzingen van de maatschappij nauwkeurig op te volgen en de ter zake van de schade gestelde vragen volledig en naar waarheid te beantwoorden.
7.2 Deze verzekering geeft geen dekking, indien de verzekeringnemer één van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
8 Vaststelling van de schade
8.1 De schade zal in onderling overleg of door één door de maatschappij te benoemen expert worden vastgesteld, tenzij wordt overeengekomen dat twee experts, waarvan de verzekeringnemer en de maatschappij er ieder één benoemen, de schade zullen vaststellen.
8.2 In het laatste geval benoemen beide experts samen, voor de aanvang van hun werkzaamheden een derde expert, die bij gebrek aan overeenstemming de grootte van de schade binnen de grenzen van de beide taxaties bindend zal vaststellen na de beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben.
8.3 Indien de schade niet in onderling overleg vastgesteld wordt, zal als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade gelden een taxatie opgemaakt door de expert(s).
8.4 De experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te doen bijstaan.
8.5 Door medewerking aan de vaststelling van de schade kan de maatschappij niet worden geacht aansprakelijkheid te erkennen.
9 Omvang van de schade
9.1 De taxatie van de experts zal, onverminderd het hierna bepaalde, als schade aangeven het verschil tussen de waarde, welke de inboedel onmiddellijk voor de gebeurtenis en die, welke deze onmiddellijk na de gebeurtenis had.
Beide waarden moeten uit de taxatie blijken.
Indien het beschadigde naar hun oordeel voor herstel vatbaar is, zullen de experts ook de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis alsmede de door de reparatie niet opgeheven waardevermindering vaststellen.
9.2 Schadevergoeding geschiedt op basis van nieuwwaarde.
9.2.1 De schadevergoeding wordt vastgesteld naar dagwaarde voor:
a zaken, waarvan de dagwaarde onmiddellijk voor de gebeurtenis minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde; b zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd;
c brom- en snorfietsen, antennes en zonweringen.
9.2.2 De schadevergoeding voor kunstvoorwerpen, antiquiteiten en verzamelingen zal worden vastgesteld op basis van de waarde die daaraan door deskundigen wordt toegekend.
9.3 Indien beschadigde zaken naar het oordeel van de maatschappij hersteld kunnen worden, zal zij de herstelkosten vergoeden alsmede de eventueel door de gebeurtenis veroorzaakte en door de reparatie niet volledig opgeheven waardevermindering; meer dan de nieuwwaarde wordt niet vergoed.
9.4 Onderverzekering
9.4.1 Indien bij schade blijkt, dat het verzekerde bedrag lager is dan de waarde van de inboedel onmiddellijk voor de gebeurtenis, wordt schadevergoeding verleend in verhouding van het verzekerde bedrag tot de volle waarde. Dit vindt geen toepassing op vergoeding van de expertisekosten.
9.4.2 Indien uit het polisblad blijkt dat deze verzekering is geïndexeerd en bij schade de waarde van de inboedel hoger blijkt te zijn dan het op de laatste premievervaldatum overeenkomstig het indexcijfer vastgestelde verzekerde bedrag, dan wordt voor de regeling van de schade het verzekerde bedrag verhoogd met maximaal 25%.
10 Andere verzekeringen
10.1 Indien de schade tevens door een of meer andere verzekeringen is gedekt en blijkt dat het gezamenlijke bedrag van alle verzekeringen de waarde van het verzekerde overtreft, worden het op deze polis verzekerde bedrag en de voor deze polis geldende uitkeringsmaxima verminderd naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van de verzekeringen en de waarde van het verzekerde. Vermindering of teruggave van premie vindt niet plaats.
10.2 De maatschappij vergoedt geen schade voorzover een beschadigd object elders door een speciale verzekering is gedekt.
11 Verval van rechten
11.1 Indien na een schriftelijke beslissing van de maatschappij over een verzoek tot schadevergoeding hiertegen niet binnen 1 jaar bezwaar is gemaakt, vervalt het recht deze beslissing aan te vechten.
11.2 In elk geval vervalt het recht op uitkering indien de aanmelding van een schade niet plaatsvindt binnen 5 jaar na de gebeurtenis. Deze termijn geldt niet als de verzekeringnemer aantoont, dat hem ter zake van de te late aanmelding redelijkerwijs geen verwijt treft.
Premie
12 Premiebetaling
12.1 De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting te betalen uiterlijk op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden.
12.2 Indien de verzekeringnemer het verschuldigde bedrag weigert te betalen of niet binnen de gestelde termijn betaalt, vindt schorsing van de dekking plaats met ingang van de eerste dag van het tijdvak waarover dit bedrag verschuldigd was.
De verzekeringnemer dient het verschuldigde bedrag alsnog te betalen.
12.3 Geen dekking wordt verleend voor in de schorsingsperiode plaatsvindende gebeurtenissen.
De dekking wordt eerst weer van kracht op de dag na ontvangst van het verschuldigde bedrag door de maatschappij.
13 Indexering
Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekering is geïndexeerd worden jaarlijks per premievervaldatum het verzekerd bedrag en in evenredigheid daarmede de premie verhoogd of verlaagd overeenkomstig het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde prijsindexcijfer van woninginboedels.
14 Premierestitutie
Uitsluitend bij beëindiging van de verzekering op grond van 16.2.2, 17.2 en 19.2.2 verleent de maatschappij restitutie van premie over de nog niet verstreken verzekeringstermijn.
Wijziging van de verzekering
15 Wijziging van premie en voorwaarden
15.1 Indien de maatschappij haar tarieven of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde aard als deze verzekering herziet, is zij gerechtigd de aanpassing van deze verzekering aan de nieuwe tarieven of voorwaarden te verlangen met ingang van een door de maatschappij te bepalen datum.
15.2 De maatschappij doet van de aanpassing schriftelijk mededeling aan de verzekeringnemer.
15.3 Indien sprake is van premieverhoging of vermindering van de dekking heeft de verzekeringnemer het recht de aanpassing te weigeren binnen 30 dagen nadat hem daarvan mededeling is gedaan. In dit geval eindigt de verzekering aan het eind van het lopende verzekeringsjaar.
16 wijzigingen van het risico
16.1 De ligging, bouwaard en het gebruik van de woning ten tijde van het aangaan van de verzekering zijn de maatschappij volledig bekend.
16.2 De verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van elke belangrijke verandering van het risico waaronder in ieder geval wordt verstaan:
a aanwezigheid van motorische kracht boven 5 kW; b verandering in de bouwaard van de woning;
c verandering in het gebruik of de bestemming (bijv.bestemming tot horecabedrijf of kamerverhuurbedrijf); d het niet bewoond zijn van de woning.
16.2.2 In deze gevallen heeft de maatschappij het recht de premie en voorwaarden te herzien dan wel de verzekering met een opzeggingstermijn van 30 dagen te beëindigen.
16.3 Indien kennisgeving door de verzekeringnemer niet binnen 30 dagen geschiedt, wordt de dekking geschorst met onmiddellijke ingang vanaf het moment van risicowijziging.
16.4 De schadevergoedingsplicht van de maatschappij wordt niet beperkt door wijziging van bouwaard en gebruik van de belendingen.
17 Verhuizing
17.1 De verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van verhuizing van de verzekerde inboedel.
17.2 De maatschappij heeft in dit geval het recht de premie en voorwaarden te herzien dan wel de verzekering met een opzeggingstermijn van 30 dagen te beëindigen.
17.3 Indien kennisgeving door de verzekeringnemer niet binnen 30 dagen geschiedt, wordt de dekking m.i.v. de 30e dag na de verhuizing geschorst.
17.4 Tijdens de duur van deze verhuizing is de verzekering zowel op het oorspronkelijke als op het nieuwe adres van kracht.
18 Eigendomsovergang
18.1 Bij overgang van het verzekerd belang eindigt de dekking 30 dagen na die overgang -tenzij de maatschappij met de nieuwe belanghebbende overeenkomt de verzekering voort te zetten -of zoveel eerder als de nieuwe belanghebbende elders een verzekering sluit.
18.2 Bij overgang van het verzekerde belang ten gevolge van overlijden van de verzekeringnemer blijft de verzekering van kracht, tenzij de nieuwe belanghebbende de verzekering binnen 3 maanden na het overlijden opzegt.
19 Duur en einde van de verzekering
19.1 De verzekering is aangegaan en wordt verlengd overeenkomstig de op het polisblad vermelde termijnen.
19.2 De verzekering eindigt:
19.2.1 door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer:
-per contractsvervaldatum, mits de opzegging ten minste 3 maanden voor deze datum aan de maatschappij is geschied;
-nadat de maatschappij een krachtens deze verzekering gedekte schade heeft afgewikkeld, mits de opzegging uiterlijk op de 30e dag na afwikkeling is geschied met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste 14 dagen;
door schriftelijke opzegging door de maatschappij:
-per premievervaldatum mits de opzegging ten minste 3 maanden voordien aan de verzekeringnemer is geschied;
-na een schademelding mits de opzegging uiterlijk op de 30e dag na afwikkeling is geschied met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste 14 dagen.
Nadere omschrijvingen Brand:
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
-zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
-doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
-oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Ontploffing:
Onder schade door ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde.
Is de ontploffing ontstaan binnen een -al dan niet gesloten -vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing is tevens gedekt de schade aan de verzekerde zaken welke als gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is medegedekt de schade aan de verzekerde zaken welke als gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
Noot: De tekst van deze clausule en de daarbij behorende toelichting is op 5 april 1982 onder nummer 275/82 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
Luchtvaartuigen:
Onverminderd de uitsluiting van schade als gevolg van molest is ook gedekt schade aan de verzekerde zaken ten gevolge van het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaar- tuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
Opruimingskosten:
De niet reeds in de schadetaxatie begrepen kosten van wegruimen en/of afbraak van de verzekerde voorwerpen, voor zover deze wegruiming en/of afbraak het noodzakelijk gevolg is van een door deze polis gedekte schade; het bedrag dezer kosten zal worden vastgesteld door dezelfde experts, die het bedrag der overige schade waartegen op deze polis dekking is verleend, zullen hebben vastgesteld.
Molest:
1 Onder molest wordt verstaan schade veroorzaakt door:
1.1 Gewapend conflict:
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
1.2 Burgeroorlog:
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen de inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
1.3 Opstand:
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
1.4 Binnenlandse onlusten:
Onder binnenlandse onlusten wordt verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
1.5 Oproer:
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
1.6 Muiterij:
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
2 De verzekeraar dient te bewijzen dat de schade direct veroorzaakt is of ontstaan is uit één van de in het vorig lid genoemde oorzaken.
De zes genoemde vormen van molest, alsmede de definities van deze vormen van molest, vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage is gedeponeerd.
Atoomkernreactie:
1 Deze verzekering dekt -behoudens het hierna bepaalde -geen schade veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkern reacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan.
Onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
2 De uitsluiting onder 1 geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat een vergunning voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne moet zijn afgegeven.
Voorzover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting onder 1 van kracht.
Onder "wet" is te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie. Onder "kerninstallatie" wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
Overstroming:
Schade -voorzover geen brand of ontploffingsschade -die het directe of indirecte gevolg is van overstroming, waaronder wordt verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door de verzekering gedekte gebeurtenis.
Aardbeving, vulkanische uitbarsting:
Schade ontstaan door of ten gevolge van aardbeving of vulkanische uitbarsting, ook indien gedurende de tijd waarin, of gedurende 24 uur nadat de schade is ontstaan in of nabij de plaats, waar het verzekerde is gelegen, de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting zich hebben geopenbaard, tenzij de verzekeringnemer bewijst dat de schade niet aan één van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.