P&V Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen
Algemene voorwaarden
P&V Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen
REF. B002-08.2022
P&V is een merk van P&V Verzekering cv | TEL. x00 (0)0 000 00 00 | ||
Xxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx | BTW BE 0402 236 531 | IBAN XX00 0000 0000 0000 | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0000 | XXX Xxxxxxx | BIC XXXXXXXX |
Hoofdstuk II. Bestanddelen van deze pensioenovereenkomst 5
Hoofdstuk III – Verzekerde prestaties en kenmerken 6
Artikel 2 – Specifieke bepalingen betreffende de tak 23-beleggingsfondsen 8
Artikel 3 – Uitgesloten risico’s bij de waarborg in geval van overlijden 9
Artikel 4 – Wereldwijde waarborg 10
Hoofdstuk IV. Rechten van de verzekeringnemer / verzekerde 11
Artikel 7 – Keuze en wijziging van de premieverdeling 11
Artikel 10 – Wijziging van de pensioenovereenkomst 12
Artikel 11 – Overdracht van reserves binnen de pensioenovereenkomst 13
Artikel 12 – Overdracht van reserves naar een andere pensioeninstelling 14
Artikel 13 – Terug in voege stelling 14
Artikel 14 – Voorschotten en inpandgevingen 15
Hoofdstuk V. Uitkering van de verzekerde prestaties 16
Artikel 16 – Uitkering van de aanvullende pensioenprestatie 16
Artikel 17 – Uitkering in geval van overlijden 17
Artikel 18 – Uitkering bij afkoop van de reserves 17
Artikel 19 – Mogelijke kosten bij uitkering 18
Hoofdstuk VI. Algemene bepalingen 19
Artikel 20 – Aanvang en beëindiging van de pensioenovereenkomst 19
Artikel 21 – Stopzetting van de premiebetaling 19
Artikel 22 – Technische grondslagen van de tarifering 20
Artikel 24 – Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken 20
Hoofdstuk VII. Mededelingen 21
Artikel 25 – Kennisgevingen 21
Artikel 26 – Verblijfplaats 21
Artikel 27 – Politiek prominente personen 21
P&V Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen
Pensioeninstelling (= de maatschappij)
P&V Verzekeringen cv, gevestigd te België, 0000 XXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxx, 000. De pensioeninstelling wordt in de pensioenovereenkomst, de documenten en briefwisseling ook de maatschappij genoemd.
Verzekeringnemer (= de verzekerde = de begunstigde bij leven)
De zelfstandige, de meewerkende echtgenoot en de helper die overeenkomstig de wetgeving betreffende Aanvullende Pensioenen voor Zelfstandigen actief als natuurlijk persoon de pensioenovereenkomst aangaan alsook de gewezen zelfstandige, meewerkende echtgenoot en helper die nog steeds actuele of uitgestelde rechten genieten overeenkomstig de pensioenovereenkomst.
De verzekeringsnemer wordt in de pensioenovereenkomst, de documenten en briefwisseling ook de aangeslotene genoemd.
Verzekerde
De persoon op wiens hoofd het risico van het zich voordoen van het verzekerde voorval ligt.
Begunstigde bij leven
De persoon die recht heeft op de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserve bij leven van de verzekerde op de pensioenleeftijd.
Begunstigde(n) bij overlijden
De persoon (personen) die recht heeft (hebben) op de verzekerde prestatie in geval van overlijden van de verzekerde vóór het bereiken van de pensioenleeftijd, tenzij de verzekerde prestaties al eerder werden uitgekeerd overeenkomstig de pensioenovereenkomst.
Pensioenleeftijd
De leeftijd van de verzekerde (= verzekeringsnemer) op de einddatum van de pensioenovereenkomst zoals bepaald in de Bijzondere Voorwaarden.
Deze contractuele pensioenleeftijd mag niet lager zijn dan de op het ogenblik van de afsluiting van de pensioenovereenkomst in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd.
Bij wijziging van de contractuele pensioenleeftijd, mag de nieuwe contractuele pensioenleeftijd niet lager zijn dan de op het ogenblik van de wijziging in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd.
De pensioenleeftijd wordt gebruikt voor de berekening van de verwachte prestaties. Het bereiken van de pensioenleeftijd leidt niet noodzakelijk tot de uitkering van de aanvullende pensioenprestatie.
Pensioenovereenkomst
De overeenkomst betreffende het aanvullend pensioen waarin de rechten en de verplichtingen van de verzekeringnemer en zijn rechthebbenden en van de pensioeninstelling worden bepaald. De pensioenovereenkomst wordt beheerst door de Algemene en Bijzondere Voorwaarden.
Pensionering
De effectieve ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de prestaties.
Verworven reserves
De opgebouwde reserves waarop de verzekerde (= de verzekeringnemer) op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig de pensioenovereenkomst.
Verworven prestaties
De prestaties waarop de verzekerde (= de verzekeringnemer) aanspraak kan maken op de pensioenleeftijd overeenkomstig de pensioenovereenkomst wanneer hij zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat zonder verdere premiebetaling.
Eenheid van een beleggingsfonds
Een elementair deel van een beleggingsfonds.
Waardering van een fonds
Het vastleggen van de inventariswaarde op basis van de netto-inventariswaarde van de componenten van het beleggingsfonds de bankwerkdag voordien.
Waarde van een eenheid
De inventariswaarde van een eenheid is gelijk aan de inventariswaarde van het fonds gedeeld door het aantal eenheden van dat fonds.
Toezichthouders
De instellingen die toezicht houden op de Belgische financiële sector. Dit toezicht verloopt via twee autonome instellingen, namelijk de Nationale Bank van België en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.
Hoofdstuk II. Bestanddelen van deze pensioenovereenkomst
Deze pensioenovereenkomst is een levensverzekering die voorziet in de financiering van een aanvullend pensioen.
De premies en koopsommen gestort in de pensioenovereenkomst kunnen volgens de keuze van de verzekeringnemer worden belegd in een tak 21-gedeelte en/of in een tak 23-gedeelte:
- tak 21-gedeelte: de premies worden geheel of gedeeltelijk belegd in een tak 21-tarief met een gewaarborgde intrestvoet.
- tak 23-gedeelte: de premies worden geheel of gedeeltelijk aangewend om eenheden aan te kopen in één of meerdere tak 23-beleggingsfondsen.
Daarnaast kan de pensioenovereenkomst voorzien in een bijkomende waarborg bij overlijden en in aanvullende waarborgen. Indien de pensioenovereenkomst voorziet in aanvullende waarborgen, dient minimum 10% van de premies belegd te worden in het tak 21-gedeelte. Indien de premies geheel worden belegd in het tak 23-gedeelte zijn geen aanvullende waarborgen mogelijk.
De gekozen waarborgen worden vastgelegd in de Bijzondere Voorwaarden.
De pensioenovereenkomst bestaat uit deze Algemene Voorwaarden en de Bijzondere Voorwaarden.
Indien een of meer aanvullende verzekeringen voorzien worden, worden de Algemene Voorwaarden ervan bijgevoegd om mee deel uit te maken van de pensioenovereenkomst. De Algemene Voorwaarden van de hoofdverzekering zijn van toepassing op de aanvullende verzekeringen voor zover de bedingen van de aanvullende verzekeringen er niet van afwijken.
Al deze documenten vormen een geheel en moeten samen worden gelezen, maar bij tegenstrijdigheden hebben de Bijzondere Voorwaarden voorrang.
De beheeraspecten van de beleggingsfondsen worden toegelicht in het beheersreglement. Het beheersreglement van de beleggingsfondsen omvat, onder andere, een beschrijving van het beleggingsbeleid van deze fondsen, de bepaling en de aanwending van de inkomsten, de waarderingsregels van de activa, de wijze van bepaling van de inventariswaarde, de wijze van berekening van de kosten en informatie over de risicoklasse van de fondsen.
In de loop van de pensioenovereenkomst kan de inhoud van het beheersreglement van de beleggingsfondsen onderhevig zijn aan aanpassingen. Dat is de reden waarom de pensioeninstelling, indien de verzekeringnemer op een gegeven ogenblik informatie wenst over de beschikbare beleggingsfondsen in het kader van het tak 23-gedeelte of over een ander onderwerp dat in dit reglement wordt behandeld, de verzekeringnemer uitnodigt om op de website xxx.xx.xx het beheersreglement te raadplegen van de fondsen dat op dat ogenblik van kracht is, of te informeren bij de verzekeringstussenpersoon. Dit beheersreglement is ook beschikbaar op de maatschappelijke zetel van de pensioeninstelling.
Hoofdstuk III – Verzekerde prestaties en kenmerken
Artikel 1 – Waarborgen
1.1. Opbouw reserve in het tak 21-gedeelte
Het bedrag dat wordt gevormd door de kapitalisatie van de netto premies geïnvesteerd in het tak 21-gedeelte.
De netto premies bestemd voor het tak 21-gedeelte worden gekapitaliseerd tegen één van de intrestvoeten die van toepassing zijn op het ogenblik van ontvangst van de storting.
De verzekeringnemer kan in de loop van de pensioenovereenkomst kiezen om de toekomstige netto premies volledig te investeren in een andere intrestvoet uit het op dat moment geldende aanbod.
1.2. Opbouw reserve in het tak 23-gedeelte
Het bedrag dat wordt gevormd door de netto premies geïnvesteerd in het tak 23-gedeelte.
Met de netto premie bestemd voor het tak 23-gedeelte worden eenheden aangekocht in het (de) gekozen beleggingsfonds(en). De reserve wordt bepaald door het aantal eenheden van het (de) gekozen fonds(en) te vermenigvuldigen met de inventariswaarde van die eenheid.
De verzekeringnemer heeft de keuze tussen verschillende beleggingsfondsen. De beleggingsstrategie, de kenmerken en de aard van de activa worden beschreven in het beheersreglement. Het aanbod beleggingsfondsen kan in de toekomst wijzigen.
Elk fonds beoogt groei door een diversificatie in verschillende financiële instrumenten. Ondanks alle maatregelen genomen om de doelstellingen te bereiken, blijft de investering in deze fondsen onderworpen aan bepaalde risico’s. Geen enkele formele garantie kan dus geboden worden.
De waarde van het fonds kan schommelen in de tijd. Het financiële risico dat daarmee verbonden is, wordt gedragen door de verzekeringnemer.
1.3. Winstdeelname
§1. Reserve die opgebouwd wordt in het tak 21-gedeelte
Deze reserve geeft recht op winstdeelname indien voldaan werd aan de minimumvoorwaarden zoals bepaald in het winstdossier van de pensioeninstelling, meegedeeld aan de toezichthouders. Deze voorwaarden kunnen worden gewijzigd tijdens de looptijd van de pensioenovereenkomst. Het percentage van de winstdeelname is variabel van jaar tot jaar en is niet gegarandeerd.
Voor de pensioenovereenkomsten waarop een voorschot werd toegekend of die in pand gegeven werden bij de pensioeninstelling vervalt het recht op winstdeelname voor de theoretische afkoopwaarde overeenstemmend met het bedrag van het voorschot of de inpandgave.
Binnen het tak 21-gedeelte kan de verzekeringnemer kiezen voor de belegging van de winstdeelname in:
- tak 21: de toegekende winstdeelname wordt gekapitaliseerd aan de gewaarborgde intrestvoet geldig op moment van de toekenning van deze winstdeelname.
- tak 23: de toegekende winstdeelname wordt belegd in één van de tak 23-beleggingsfondsen die door de pensioeninstelling worden aangeboden, volgens de keuze van de verzekeringnemer.
De inventariswaarde voor de omzetting van deze winstdeelname in eenheden van het gekozen fonds wordt bepaald op 1 februari of op de eerstvolgende bankwerkdag.
§2. Reserve die opgebouwd wordt in het tak 23-gedeelte Deze reserve komt niet in aanmerking voor winstdeelname.
1.4. Waarborg bij leven
Bij leven van de verzekerde bij het bereiken van de pensioenleeftijd, ontvangt de verzekeringnemer de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserve, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
1.5. Xxxxxxxx bij overlijden
Bij overlijden van de verzekerde voor het bereiken van de pensioenleeftijd, ontvangt (ontvangen) de begunstigde(n) bij overlijden de verworven reserve op het ogenblik van overlijden, met inbegrip van de toegekende winstdeelname (tenzij de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserve al eerder uitbetaald werd overeenkomstig de pensioenovereenkomst).
Indien in de Bijzondere Voorwaarden een bijkomende overlijdenswaarborg is voorzien, ontvangt (ontvangen) de begunstigde(n) bij overlijden het kapitaal overlijden zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of, indien deze hoger zijn, de verworven reserves op het ogenblik van overlijden, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
In dit geval wordt de kost van de bijkomende waarborg bij overlijden maandelijks vooraf van de opgebouwde reserves afgehouden. Deze kost wordt berekend op basis van het verzekerd kapitaal overlijden verminderd met de opgebouwde reserves.
De verworven reserves worden bepaald zoals vermeld in punt 1.7.
1.6. Aanvullende verzekeringen
Naast de hiervoor vermelde waarborgen kan de pensioenovereenkomst voorzien in aanvullende verzekeringen:
• aanvullende verzekering Ongevallen;
• aanvullende verzekering Premieteruggave bij arbeidsongeschiktheid;
• aanvullende verzekering Rente bij arbeidsongeschiktheid.
1.7. Verworven reserves en verworven prestaties Verworven reserves
In het tak 21-gedeelte zijn de reserves aan de verzekeringnemer verworven tot beloop van het bedrag gevormd door de kapitalisatie van de netto premies (eventuele koopsom(men) en eventuele overdrachten van reserves inbegrepen) die op het ogenblik van de berekeningsdatum gestort zijn, tegen de gewaarborgde rentevoet(en), verhoogd met de winstdeelname en verminderd met de kost voor de waarborg overlijden, onder aftrek van de jaarlijkse beheerskosten die de pensioeninstelling aanrekent.
In het tak 23-gedeelte zijn de reserves aan de verzekeringnemer verworven tot beloop van het bedrag gevormd door het aantal eenheden aangekocht in het (de) gekozen beleggingsfonds(en) met de gestorte netto premies (eventuele koopsom(men) en eventuele overdrachten van reserves inbegrepen), te vermenigvuldigen met de inventariswaarde van die eenheden op de berekeningsdatum, verminderd met de kost voor de waarborg overlijden.
Verworven prestaties
In het tak 21-gedeelte is de verworven prestatie op ieder ogenblik gelijk aan de prestatie die overeenstemt met de kapitalisatie van de verworven reserves in dit gedeelte tot op de pensioenleeftijd, volgens het tarief van de pensioeninstelling dat voor de verworven reserves wordt toegepast.
In het tak 23-gedeelte is de verworven prestatie op ieder ogenblik gelijk aan de prestatie die overeenstemt met het bedrag gevormd door het aantal verworven eenheden in dit gedeelte te vermenigvuldigen met de inventariswaarde van die eenheden op de pensioenleeftijd.
De pensioeninstelling zal de verzekeringnemer jaarlijks schriftelijk het bedrag van de verworven prestaties en verworven reserves meedelen.
Artikel 2 – Specifieke bepalingen betreffende de tak 23-beleggingsfondsen
2.1. Beheerskosten van het beleggingsfonds
De details over de beheersvergoeding alsmede de kosten welke uit het beheer van het fonds kunnen voortvloeien, zoals die van bewaring van effecten, administratie, jaarverslagen, publicaties, en dergelijke worden in het Beheersreglement vermeld. Bovenstaande vergoedingen en kosten, vermeerderd met de eventuele belastingen, rechten en taksen geheven ten laste van het fonds, zijn verrekend in de inventariswaarde van het beleggingsfonds.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om de beheerskosten te herzien zoals beschreven in het beheersreglement.
2.2. Valorisatie van het beleggingsfonds
De vaststelling van de waarde van het beleggingsfonds wordt uitgevoerd door de pensioeninstelling en is bindend voor alle partijen.
De inventariswaarde van een beleggingsfonds is gelijk aan de waarde van de samenstellende activa, na aftrek van de verbintenissen die aan het fonds kunnen worden toegekend zoals bepaald in het beheersreglement.
De inventariswaarde van een eenheid is gelijk aan de inventariswaarde van het fonds gedeeld door het aantal eenheden van dat fonds.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de pensioeninstelling, worden de activa van het beleggingsfonds dagelijks gewaardeerd en wordt de inventariswaarde van een eenheid van het fonds elke werkdag berekend.
Indien voor de berekening van de waarde van het fondsvermogen de in vreemde valuta uitgedrukte effecten of andere effecten moeten worden omgerekend, gaat de pensioeninstelling uit van de laatst gekende middenkoers van die valuta, tenzij de pensioeninstelling in het belang van de gezamenlijke partijen, het wenselijk oordeelt een andere koers te hanteren.
De pensioeninstelling deelt minstens wekelijks de waarde van de eenheid mee aan de pers en vermeldt de waarde steeds in het jaarlijks overzicht van de pensioenovereenkomst.
2.3. Schorsing van de vaststelling van de waarde van de eenheden
De pensioeninstelling kan de vaststelling van de waarde van de eenheden, en bijgevolg ook de beleggings-, afkoop-, overdracht- en uitkeringsverrichtingen, voorlopig opschorten zoals bepaald in het beheersreglement.
Tijdens een periode van schorsing van de vaststelling van de waarde van de eenheid zullen de stortingen, overdrachten, aanvragen tot afkoop, gegronde aanvragen voor terugbetaling van een storting verricht via een automatische betalingsopdracht bij de bank evenals betalingen van de uitkeringen voorzien in geval van overlijden van de verzekerde in de loop van het verzekeringscontract of bij afloop van het contract, als hangend beschouwd worden en verwerkt aan het einde van deze periode, maar ten vroegste op de eerste waarderingsdatum na het einde van de schorsing.
De verzekeringnemers kunnen de terugbetaling eisen van de tijdens de schorsingsperiode gedane stortingen. De schorsing van de vaststelling van de waarde van de eenheid wordt bekendgemaakt via de website van de pensioeninstelling.
2.4. Vereffening of fusie van een beleggingsfonds
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om een of meerdere beleggingsfondsen te vereffenen of te fusioneren, zoals beschreven in het beheersreglement.
In dat geval zal de verzekeringnemer de mogelijkheid hebben om, kosteloos, onder de voorwaarden die hem op dat ogenblik zullen worden meegedeeld en mits eventuele fiscale heffingen, de inventariswaarde van dit fonds, ofwel over te dragen naar een of meer van de beschikbare beleggingsvormen of de uitkering ervan te vragen voor zover mogelijk volgens de toepasselijke wetgeving.
3.1. Zelfmoord van de verzekerde
De zelfmoord van de verzekerde is slechts gewaarborgd indien die plaats heeft na het eerste jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de pensioenovereenkomst of van de terug in voege stelling van de pensioenovereenkomst . Voor iedere verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden is de zelfmoord gewaarborgd indien die plaats heeft na het eerste jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe Bijzondere Voorwaarden of het bijvoegsel van de verhoging.
3.2. Opzettelijk feit
Het overlijden van de verzekerde veroorzaakt door een opzettelijke daad of op aansporen van een persoon die belang heeft bij de uitkering is niet gewaarborgd.
Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om letselschade toe te brengen aan de verzekerde. Indien de begunstigde slechts aangewezen is voor een gedeelte van de verzekerde prestatie, wordt deze bepaling slechts toegepast op het overeenkomstig gedeelte van de pensioenovereenkomst .
3.3 Luchtvaart
Het overlijden van de verzekerde aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is niet gewaarborgd, wanneer het een toestel betreft:
- dat geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen;
- van een luchtmacht; het overlijden wordt evenwel gewaarborgd wanneer het een toestel betreft dat op het ogenblik van het ongeval bestemd was voor personenvervoer;
- dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst;
- dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd;
- dat proefvluchten uitvoert;
- van het type "ultra-licht gemotoriseerd".
3.4 Oproer
Er wordt geen waarborg verleend voor het overlijden als gevolg van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al of niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of tegen welke gevestigde macht ook, indien de verzekerde er op vrijwillige en actieve wijze deel aan heeft genomen.
3.5 Oorlog
Er wordt geen waarborg verleend voor het overlijden veroorzaakt noch door oorlog of gelijkaardige feiten, noch door burgeroorlog. Deze uitsluiting wordt tot ieder overlijden uitgebreid, van welke oorzaak ook, wanneer de verzekerde aan de vijandelijkheden actief deelneemt. Dit risico kan evenwel gewaarborgd worden door een bijzondere overeenkomst, mits verantwoording door de omstandigheden en instemming van de toezichthouders.
Artikel 4 – Wereldwijde waarborg
Het overlijdensrisico is gewaarborgd over de hele wereld, ongeacht de oorzaak ervan onder voorbehoud van de bepalingen in dit hoofdstuk.
Artikel 5 – Terrorisme
Schade die veroorzaakt wordt door terrorisme is verzekerd overeenkomstig de Wet van 1 april 2007. Wij zijn hiervoor toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). In het kader van deze wet werd een Comité opgericht dat bevoegd is voor de erkenning van de schadegevallen en de vaststelling van de uit te keren schadebedragen. Voor het geheel van onze verbintenissen aangegaan ten opzichte van al onze verzekerden dekken wij, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, gezamenlijk met alle andere verzekeringsondernemingen die lid zijn van de vzw TRIP en met de Belgische staat de door het Comité per kalenderjaar erkende schadegevallen tot een bedrag van 1 miljard EUR. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basis het indexcijfer van december 2005.
De schade veroorzaakt door nucleaire wapens is altijd uitgesloten van dekking.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Voorkoming van de financiering van terrorisme – Nationale lijst van personen en entiteiten verdacht van terroristische daden:
Het KB van 28 december 2006 verbiedt eenieder om tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking te stellen van de personen en entiteiten die voorkomen op de Nationale lijst van personen en entiteiten verdacht van terroristische daden en vereist dat financiële instellingen deze tegoeden of economische middelen bevriezen. Onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake rapportering, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn financiële instellingen verplicht om onverwijld alle informatie die betrekking heeft op de bevriezing van dergelijke tegoeden en economische middelen te verstrekken aan de Minister van Financiën.
Hoofdstuk IV. Rechten van de verzekeringnemer / verzekerde
Artikel 6 – Premiebetaling
De verzekeringnemer wordt uitgenodigd om op de in de Bijzondere Voorwaarden overeengekomen data premies te betalen. Hij kan bijkomende stortingen doen binnen de grenzen die bepaald zijn door de wetgeving betreffende Aanvullende Pensioenen voor Zelfstandigen actief als natuurlijk persoon. De verzekeringsnemer kan op geen enkel moment verplicht worden om stortingen uit te voeren.
De storting gebeurt op één van de financiële rekeningen van de pensioeninstelling.
Indien de verzekeringnemer kiest voor maandelijkse stortingen, vereist de pensioeninstelling dat de stortingen verricht worden via een automatische betalingsopdracht bij de bank. Indien deze automatische betalingsopdracht stopgezet wordt, zal de pensioeninstelling de spreiding van de premiebetaling aanpassen naar een andere periodiciteit en hiervoor betalingsuitnodigingen versturen.
Voor het tak 21-gedeelte begint de kapitalisatie van de netto premie vanaf de registratie ervan op een financiële rekening van de pensioeninstelling, maar niet vóór de inwerkingtredingsdatum van de pensioenovereenkomst.
Voor het tak 23-gedeelte gebeurt de aankoop van de eenheden van het (de) gekozen beleggingsfonds(en) tegen de eerste valorisatie die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst van de premie op een financiële rekening bij de pensioeninstelling, maar niet voor de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Bij een wijziging van de premieverdeling gaat de wijziging ten vroegste in op de eerstvolgende onbetaalde premievervaldag volgend op de ontvangst door de pensioeninstelling van de aanvraag tot wijziging.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor zowel voor de premies als voor de eventuele koopsommen een minimumbedrag te bepalen.
Artikel 7 – Keuze en wijziging van de premieverdeling
De keuze van de premieverdeling wordt opgenomen in de Bijzondere Voorwaarden.
De verzekeringnemer kan de volledige premie beleggen in het tak 21-gedeelte of in het tak 23-gedeelte.
Indien de verzekeringnemer zijn premie wenst te spreiden over het tak 21-gedeelte en het tak 23-gedeelte, geldt voor beide gedeeltes dat er minstens 10% van de netto premie in belegd dient te worden.
De premieverdeling van een koopsom is dezelfde als de premieverdeling van de premies. Op aanvraag kan voor deze koopsom een andere verdeling gelden.
De verzekeringnemer heeft steeds het recht om voor zijn toekomstige premies:
a) voor het tak 21-gedeelte, de intrestvoet te kiezen uit het op dat moment geldende aanbod en deze keuze te wijzigen. De toekomstige premies kunnen daarbij niet verdeeld worden over meerdere intrestvoeten.
b) de premieverdeling over het tak 21-gedeelte en het tak 23-gedeelte te kiezen en deze keuze te wijzigen;
c) voor het tak 23-gedeelte te kiezen voor één of meerdere fondsen uit het gamma van de pensioeninstelling en deze keuze te wijzigen. Het rendement is afhankelijk van het (de) door de verzekeringnemer gekozen tak 23-fonds(en). De pensioeninstelling biedt geen enkele garantie op het behoud of aangroei van de geïnvesteerde premie.
De verzekeringnemer bezorgt hiervoor een gedateerde en ondertekende aanvraag aan de pensioeninstelling, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringnemer. De pensioeninstelling zal elke wijziging van de premieverdeling bevestigen via een bijvoegsel bij de pensioenovereenkomst met vermelding van de nieuwe premieverdeling.
Artikel 8 – Begunstigden
De verzekeringsnemer wijst vrij de begunstigde(n) van de pensioenovereenkomst aan, met uitzondering van de begunstigde bij leven. De begunstigde bij leven is steeds de verzekeringsnemer. Hij kan zolang de begunstiging niet werd aanvaard die aanstelling op elk ogenblik wijzigen, via een gedateerde en ondertekende aanvraag.
Elke begunstigde mag het voordeel van deze pensioenovereenkomst aanvaarden. Om tegenstelbaar te zijn, moet een bijvoegsel opgemaakt worden, ondertekend door de begunstigde die het voordeel aanvaardt, de verzekeringsnemer en de pensioeninstelling. Vanaf dat moment kan de verzekeringsnemer de pensioenovereenkomst niet meer wijzigen en de rechten die voor hem uit de pensioenovereenkomst voortvloeien niet meer uitoefenen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de begunstigde die het voordeel van de pensioenovereenkomst heeft aanvaard.
Artikel 9 – Bedenktijd
De verzekeringnemer heeft het recht om de pensioenovereenkomst op te zeggen binnen een termijn van 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. Indien de pensioenovereenkomst dient tot waarborg van een krediet, dan heeft de verzekeringnemer het recht de pensioenovereenkomst, binnen de 30 dagen nadat hij vernomen heeft dat het krediet hem niet wordt toegekend, op te zeggen.
In beide gevallen moet de opzegging geschieden via een aangetekende brief, door een deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. De datum van afgifte aan de post, de datum van de betekening of de datum vermeld op het ontvangstbewijs geldt als opzeggingsdatum.
Voor het tak 21-gedeelte stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug verminderd met de bedragen die eventueel werden verbruikt om het risico te dekken.
Voor het tak 23-gedeelte stort de pensioeninstelling de waarde van de toegekende eenheden terug, verhoogd met de betaalde instapkosten en verminderd met de bedragen die eventueel werden verbruikt om het risico te dekken. De waarde van de toegekende eenheden wordt berekend op basis van de eerste gekende waardering, ten vroegste één bankwerkdag volgend op de ontvangst van het officiële opzeggingsbericht.
Artikel 10 – Wijziging van de pensioenovereenkomst
De verzekeringsnemer kan op elk ogenblik schriftelijk een aanpassing van de pensioenovereenkomst vragen. Elke aanpassing zal worden bevestigd via de opmaak van nieuwe Bijzondere Voorwaarden of een bijvoegsel aan de Bijzondere Voorwaarden.
De verzekeringsnemer kan te allen tijde aan de pensioeninstelling vragen om de verzekerde voordelen van zijn overlijdensdekking aan te passen. Een verhoging van het kapitaal overlijden kan afhankelijk worden gesteld van het gunstige resultaat van een nieuw onderzoek van het risico. Als een akkoord wordt bereikt, neemt de pensioeninstelling akte van deze aanpassing door middel van de opmaak van een bijvoegsel.
De aanpassing treedt in voege vanaf de datum vermeld in het bijvoegsel en de ontvangst van de aangepaste premie. De verhoging van de verzekerde prestaties kan worden onderworpen aan de voorwaarden van toepassing op het moment van de aanpassing.
Artikel 11 – Overdracht van reserves binnen de pensioenovereenkomst
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor minimum en maximum bedragen te bepalen in geval van een toegelaten overdracht.
11.1. Overdracht van de reserve opgebouwd in het tak 23-gedeelte
De verzekeringnemer kan steeds de volledige of gedeeltelijke reserve overdragen van het ene beleggingsfonds naar het andere beleggingsfonds binnen het tak 23-gedeelte. De verzekeringnemer kan de reserve ook geheel of gedeeltelijk overdragen naar het tak 21-gedeelte van de pensioenovereenkomst.
De minimale reserve die kan overgedragen worden bedraagt 500 EUR of de volledige reserve indien deze lager is. Een gedeeltelijke overdracht mag niet tot gevolg hebben dat de resterende reserve van een beleggingsfonds kleiner wordt dan 500 EUR.
Zoals bepaald in het beheersreglement, kan de pensioeninstelling de vaststelling van de waarde van de eenheden opschorten en bijgevolg ook deze verrichting.
Overdracht van reserve tussen tak 23-beleggingsfondsen
De verzekeringnemer kan steeds de volledige of gedeeltelijke tegenwaarde in EUR van zijn eenheden van een beleggingsfonds overdragen naar één of meerdere andere beleggingsfondsen binnen het aangeboden gamma. Hierbij worden de betreffende eenheden van het beleggingsfonds respectievelijk verkocht en aangekocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de door de verzekeringnemer ondertekende aanvraag, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringnemer.
Overdracht van reserve van het tak 23-gedeelte naar het tak 21-gedeelte
De verzekeringnemer kan steeds de volledige of gedeeltelijke tegenwaarde in EUR van de eenheden van zijn beleggingsfonds overdragen naar het tak 21-gedeelte van zijn pensioenovereenkomst. Hierbij worden de betreffende eenheden van het beleggingsfonds verkocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de door de verzekeringnemer gedateerde en ondertekende aanvraag, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringnemer.
Bij een overdracht naar het tak 21-gedeelte wordt de gewaarborgde intrestvoet toegepast die geldig is op de dag waarop de overdracht wordt geacteerd. Indien de verzekeringnemer bij aanvang van het contract de premies enkel belegt in het tak 23- gedeelte, zal bij een latere overdracht naar het tak 21-gedeelte steeds de laagste intrestvoet die op dat moment geldig is worden toegepast en wordt ook de eventuele winstdeelname belegd in het tak 21-gedeelte.
Kosten
Er worden geen overdrachtskosten aangerekend in de volgende gevallen:
• overdrachten die gebeuren vanuit het cashfonds,
• elke eerste overdracht per kalenderjaar tussen tak 23-fondsen onderling en,
• elke eerste overdracht per kalenderjaar vanuit het tak 23-gedeelte.
Voor elke volgende overdracht binnen hetzelfde kalenderjaar wordt een vergoeding aangerekend ten bedrage van 0,5% van de overgedragen reserve met een maximum van 75 EUR, geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex der consumptieprijzen (basis 1988 = 100).
11.2 Overdracht van de reserve opgebouwd in het tak 21-gedeelte
GEEN overdracht van reserve tussen tak 21-formules
Indien in het tak 21-gedeelte reserves opgebouwd worden aan verschillende intrestvoeten, kunnen deze reserves binnen dit gedeelte niet overgedragen worden naar een andere gewaarborgde intrestvoet.
Overdracht van reserve van het tak 21-gedeelte naar het tak 23-gedeelte
De verzekeringnemer kan steeds de reserve van het tak 21-gedeelte, al dan niet volledig, overdragen naar het tak 23-
gedeelte. Zoals bepaald in het beheersreglement, kan de pensioeninstelling de vaststelling van de waarde van de eenheden opschorten en bijgevolg ook deze verrichting.
Een volledige overdracht naar het tak 23-gedeelte is niet mogelijk indien er aanvullende waarborgen aanwezig zijn in het contract. In dat geval dient er steeds minimum 10% van de totale reserve in het tak 21-gedeelte te blijven, deze 10% wordt beoordeeld op de dag waarop de overdracht wordt geacteerd. Het tak 21-gedeelte dat gekoppeld is aan een voorschot, kan niet overgedragen worden naar het tak 23-gedeelte.
Indien de reserve van het tak 21-gedeelte wordt gevormd met verschillende intrestvoeten, wordt het over te dragen bedrag evenredig per reserve samengesteld.
De eenheden van het beleggingsfonds worden aangekocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de door de verzekeringnemer ondertekende aanvraag, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringnemer.
Kosten
Voor deze overdracht worden volgende kosten toegepast: 5% op de overgedragen reserve, in de laatste vijf jaar daalt dit percentage telkens met 1% per jaar.
Artikel 12 – Overdracht van reserves naar een andere pensioeninstelling
Als hij een pensioenovereenkomst conform de wetgeving betreffende Aanvullende Pensioenen voor Zelfstandigen actief als natuurlijk persoon heeft afgesloten bij een andere pensioeninstelling, heeft de verzekeringnemer het recht om de afkoopwaarde van de reserve over te dragen naar die nieuwe pensioenovereenkomst. De afkoopwaarde van de reserve wordt bepaald zoals vermeld in punt 18.
De pensioeninstelling deelt in dat geval uiterlijk binnen dertig dagen na de aanvraag het bedrag van de verworven reserves mee.
Deze overdracht is beperkt tot het deel van de reserve dat niet het voorwerp uitmaakt van een voorschot, een inpandgeving of een toewijzing van de afkoopwaarde van de polis aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet. Indien er eventuele aanvaardende begunstigden en/of personen zijn aan wie de rechten op de pensioenovereenkomst werden overgedragen, is er bij de overdracht van de reserve schriftelijke toestemming vereist van deze begunstigden en/of personen. In geval van beslag wordt er geen overdracht van de reserve toegestaan.
Artikel 13 – Terug in voege stelling
Na afkoop van de pensioenovereenkomst met het oog op overdracht van de reserves en de uitbetaling van de afkoopwaarde, kan de verzekeringnemer de pensioenovereenkomst terug in voege stellen indien hij een gedateerde en ondertekende aanvraag richt aan de pensioeninstelling binnen 3 maanden volgend op de uitbetaling van de afkoopwaarde. Voor het opnieuw in voege stellen, dient de inrichter de volledige afkoopwaarde terug te storten.
De terug in voege stelling kan enkel gebeuren voor het tak 21-gedeelte. Het gedeelte opgebouwd binnen de beleggingsfondsen (tak 23-gedeelte) kan niet terug in voege gesteld worden. Hiervoor kan enkel het aantal eenheden worden aangekocht op basis van de inventariswaarde die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de aanvraag.
De terug in voege stelling van een pensioenovereenkomst is afhankelijk van de acceptatievoorwaarden die geldig zijn op dat ogenblik en gebeurt steeds volgens de op dat ogenblik geldende risicoselectie. De kosten van een eventueel geneeskundig onderzoek zijn ten laste van de verzekeringnemer.
Artikel 14 – Voorschotten en inpandgevingen
Voorschotten op prestaties, inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening en de toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet mogen worden toegestaan om het de verzekeringnemer als volle eigenaar mogelijk te maken in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen, te verwerven, te bouwen, te verbouwen, te verbeteren of te herstellen en op voorwaarde dat de voorschotten en leningen worden terugbetaald zodra de voormelde goederen uit het vermogen van de verzekeringnemer verdwijnen. De terugbetaling is ook vereist indien de verzekringnemer enkel de naakte eigendom of het vruchtgebruik behoudt.
Modaliteiten bij opname van een voorschot
De verzekeringnemer kan het voorschot opnemen volgens de modaliteiten vermeld in de voorschotakte. Een voorschot kan enkel verkregen worden voor het tak 21-gedeelte, dit is NIET mogelijk voor het tak 23-gedeelte.
Het maximaal toegestane voorschot is ten hoogste de afkoopwaarde, rekening houdend met eventuele wettelijke afhoudingen en, indien het een intrestbetalend voorschot betreft, verminderd met één jaar intrestvergoeding. Het minimaal toegestane voorschot bedraagt 2.500 EUR voor een intrestbetalend voorschot en 10.000 EUR voor een voorschot zonder intrestbetaling.
Na ontvangst van de aanvraag tot afhouding van een voorschot, zal de pensioeninstelling de verzekeringnemer uitnodigen om haar de volgende documenten over te maken:
• elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht, bijvoorbeeld een verklaring van de verzekeringnemer betreffende de bestemming van de reserves;
• de ondertekende voorschotakte.
Binnen de 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van deze documenten, zal het netto bedrag van het voorschot gestort worden.
Artikel 15 – Afkoop
Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van de overdracht van de reserves naar een andere verzekeringsonderneming of naar aanleiding van het opnemen van een voorschot, inpandgeving of het weder samenstellen van een hypothecair krediet, is niet toegelaten.
Bij afkoop wordt de pensioenovereenkomst beëindigd.
Hoofdstuk V. Uitkering van de verzekerde prestaties
Artikel 16 – Uitkering van de aanvullende pensioenprestatie
De aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserves worden vereffend bij de pensionering van de verzekerde.
Indien de pensionering later is dan de datum waarop de verzekerde de van kracht zijnde wettelijke pensioenleeftijd bereikt, of later is dan de datum waarop de verzekerde voldoet aan de voorwaarden om zijn vervroegd rustpensioen als zelfstandige te verkrijgen, mogen de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserves, op verzoek van de verzekerde, uitbetaald worden vanaf één van deze data.
Inlichting van de pensioeninstelling en betaling
De pensioeninstelling zal door de vzw Sigedis op de hoogte gebracht worden van de pensionering van de verzekerde. Indien het gaat om een uitbetaling op aanvraag van de verzekerde, licht deze laatste de pensioeninstelling schriftelijk in dat de voorwaarden tot uitbetaling vervuld zijn.
De pensioeninstelling zal de verzekerde uitnodigen om haar volgende documenten over te maken:
• kopie van de identiteitskaart
• elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht voor de afhandeling van het dossier, zoals een bewijs van wettelijke pensionering of een bewijs dat de voorwaarden om het vervroegd rustpensioen als zelfstandige te krijgen voldaan zijn;
• ondertekende uitkeringskwijting.
Binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst van deze documenten door de pensioeninstelling, zal de netto pensioenprestatie uitgekeerd worden, doch niet vóór de effectieve ingang van het wettelijk pensioen, of desgevallend, het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of het bereiken van de datum waarop de voorwaarden om het vervroegd rustpensioen als zelfstandige te krijgen voldaan zijn.
Berekening van de prestatie
Het bedrag van de prestatie wordt berekend op de datum van de pensionering van de verzekerde.
Indien het gaat om een uitbetaling op aanvraag van de verzekerde, wordt het bedrag van de prestatie berekend op de datum van ontvangst van de aanvraag tot uitbetaling maar ten vroegste op de datum dat de wettelijke pensioenleeftijd bereikt wordt of op de datum waarop de voorwaarden om het vervroegd rustpensioen als zelfstandige te krijgen voldaan zijn.
Indien een voorschot is toegestaan dat nog niet is terugbetaald op het ogenblik van de uitkering, wordt het nog niet terug betaalde bedrag van het voorschot in mindering gebracht van de prestatie.
Voor het tak 21-gedeelte is het bedrag gelijk aan de opgebouwde reserve op de hiervoor vermelde berekeningsdatum, verhoogd met de verworven winstdeelname.
Voor het tak 23-gedeelte zal de waarde van de eenheden van het (de) beleggingsfonds(en) bepaald worden tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na de hiervoor vermelde berekeningsdatum.
Zoals bepaald in het beheersreglement, kan de pensioeninstelling de vaststelling van de waarde van de eenheden opschorten en bijgevolg ook deze verrichting.
Artikel 17 – Uitkering in geval van overlijden
De pensioeninstelling zal door de vzw Sigedis op de hoogte gebracht worden van het overlijden van de verzekerde.
Van zodra het overlijden gemeld wordt, zal aan de begunstigde(n) bij overlijden gevraagd worden om volgende documenten over te maken aan de pensioeninstelling:
• officieel uittreksel uit de overlijdensakte;
• kopie van de identiteitskaart van de begunstigde(n) bij overlijden, indien deze met naam zijn aangeduid in de overeenkomst
OF een akte van erfopvolging (bij de notaris) of een attest van erfopvolging (bij de notaris of bij de ontvanger van het successiekantoor) indien de begunstigde(n) bij overlijden niet bij naam werden aangeduid in de pensioenovereenkomst;
• elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht voor de afhandeling van het dossier, bijvoorbeeld een medisch attest over de doodsoorzaak, waarvoor de pensioeninstelling een formulier bezorgt en in te vullen door de geneesheer die de verzekerde gedurende zijn laatste ziekte en/of op het ogenblik van overlijden verzorgd heeft.
Na ontvangst van deze documenten bij de pensioeninstelling zal een uitkeringskwijting opgesteld en verstuurd worden naar de begunstigde(n). Binnen 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van de ondertekende uitkeringskwijting(en) zal de verzekerde prestatie bij overlijden uitgekeerd worden.
Indien een voorschot is toegestaan dat nog niet is terugbetaald op het ogenblik van de uitkering, wordt het nog niet terug betaalde bedrag van het voorschot in mindering gebracht van de prestatie.
Voor het tak 21-gedeelte is deze prestatie gelijk aan de opgebouwde reserve, verhoogd met de verworven winstdeelname, op de datum van het overlijden.
Voor het tak 23-gedeelte zal de waarde van de eenheden van het (de) beleggingsfonds(en) bepaald worden tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na de kennisgeving aan de pensioeninstelling van het overlijden, tenzij de waarde van de eenheden volgend op de dag van het overlijden lager is, in welk geval deze lagere waarde uitgekeerd wordt. Zoals bepaald in het beheersreglement, kan de pensioeninstelling de vaststelling van de waarde van de eenheden opschorten en bijgevolg ook deze verrichting.
Artikel 18 – Uitkering bij afkoop van de reserves
Bij afkoop wordt de pensioenovereenkomst beëindigd door uitbetaling van de afkoopwaarde van de opgebouwde reserves. Zowel voor de reserve opgebouwd in het tak 21-gedeelte als voor de reserve opgebouwd in het tak 23-gedeelte, bedraagt de afkoopwaarde 95% van het bedrag van de desbetreffende reserve. Dit percentage van 95% neemt tijdens de laatste vijf jaar met 1% per jaar toe, zodat op het einde van het laatste verzekeringsjaar 100% wordt bereikt. De afkoopwaarde bedraagt echter nooit meer dan de opgebouwde spaarreserve verminderd met 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van afkoop voorafgaat.
Indien een voorschot is toegestaan dat nog niet is terugbetaald op het ogenblik van de aanvraag tot afkoop, wordt het nog niet terug betaalde bedrag van het voorschot in mindering gebracht van de afkoopwaarde.
Na ontvangst van de aanvraag tot afkoop zal de pensioeninstelling de verzekeringnemer uitnodigen om haar de volgende documenten over te maken:
• elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht, bijvoorbeeld een verklaring van de verzekeringnemer betreffende de bestemming van de reserves;
• ondertekende uitkeringskwijting.
Binnen de 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van deze documenten, zal de netto afkoopwaarde uitgekeerd worden.
Voor het tak 21-gedeelte wordt de afkoopwaarde berekend op de datum van ontvangst van de schriftelijke aanvraag tot aankoop.
Bij het tak 23-gedeelte zal de waarde van de eenheden bepaald worden tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van alle gevraagde documenten. Zoals bepaald in het beheersreglement, kan de pensioeninstelling de vaststelling van de waarde van de eenheden opschorten en bijgevolg ook deze verrichting.
De pensioenovereenkomst wordt beëindigd op het ogenblik van de ondertekening van de uitkeringskwijting door de partij die het afkooprecht uitoefent.
Artikel 19 – Mogelijke kosten bij uitkering
Indien de pensioeninstelling in het kader van een wettelijke verplichting overgaat tot onderzoek of het risico zich heeft voorgedaan, of de dekking verworven is, of de begunstigden moet opsporen, dan heeft zij het recht de hieraan verbonden kosten aan te rekenen en in te houden op de uitkering.
Er wordt geen intrest vergoed voor vertraging in uitbetaling ingevolge een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling.
Hoofdstuk VI. Algemene bepalingen
Artikel 20 – Aanvang en beëindiging van de pensioenovereenkomst
20.1. Aanvang
De pensioenovereenkomst gaat in op de inwerkingtredingsdatum zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden, maar niet vóór de ondertekening van de overeenkomst door de betrokken partijen en de ontvangst van de eerste premie. Behalve in geval van fraude is de pensioenovereenkomst onbetwistbaar vanaf haar inwerkingtreding.
Indien door de pensioeninstelling op grond van haar medische acceptatievoorwaarden een medische keuring geëist wordt voor het afsluiten van de pensioenovereenkomst, zal de overlijdensdekking beperkt worden tot het bedrag van de reserves, tot op het ogenblik dat de pensioeninstelling beslist heeft de gevraagde overlijdensdekking te accepteren tegen een risicopremie, die lager is dan de jaarlijkse premie.
20.2. Beëindiging
De pensioenovereenkomst eindigt:
• van rechtswege bij de pensionering van de verzekerde;
• bij vroegere uitbetaling van de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserve;
• bij opzegging, vernietiging of afkoop;
• bij overlijden van de verzekerde.
De beëindiging van de hoofdverzekering leidt van rechtswege tot de beëindiging van de eventuele aanvullende verzekeringen.
Indien de verzekerde zijn wettelijk rustpensioen op de pensioenleeftijd niet opneemt en de pensioenleeftijd lager is dan de van kracht zijnde wettelijke pensioenleeftijd conform de toepasselijke wetgeving ter zake, zal die pensioenleeftijd uitgesteld worden tot de van kracht zijnde wettelijke pensioenleeftijd conform de toepasselijke wetgeving ter zake.
Artikel 21 – Stopzetting van de premiebetaling
Wanneer er geen enkele betaling meer wordt geregistreerd gedurende een periode die overeenkomt met één kalenderjaar of wanneer de verzekeringsnemer heeft verklaard de premiebetaling stop te zetten, zal de pensioeninstelling niet langer uitnodigingen tot betaling versturen.
De eventuele aanvullende waarborgen worden stopgezet, 30 dagen na een aangetekende brief verstuurd door de pensioeninstelling aan de verzekeringnemer. In dat geval vervalt ieder recht op vergoeding wegens het opnieuw optreden van een vroegere arbeidsongeschiktheid.
Het eventuele minimum kapitaal bij overlijden blijft behouden door hiervoor de in het contract beschikbare reserve aan te wenden tot die is uitgeput. De beschikbare reserve bedraagt nooit meer dan de reserve die in de pensioenovereenkomst opgebouwd werd, rekening houdend met de verbruikte sommen.
Indien de totale beschikbare reserve niet volstaat om het minimum kapitaal bij overlijden te handhaven zal de pensioenovereenkomst worden vernietigd. Dit zal slechts gebeuren na het verstrijken van een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de verzending van een aangetekende brief waarin de gevolgen van het niet betalen van premies worden vermeld. Indien de verzekeringnemer ondertussen schriftelijk de afkoop heeft aangevraagd gelden de bepalingen met betrekking tot de afkoop.
De eventuele aannemende begunstigde zal verwittigd worden over de niet betaling van de premie. De aannemende begunstigde heeft het recht de premiebetaling uit te voeren binnen de termijn van dertig dagen, voorzien in dit punt.
Artikel 22 – Technische grondslagen van de tarifering
De toeslagen, de technische intrestvoet en de voorvalswetten vormen het geheel van de technische grondslagen die gebruikt worden bij het opstellen van de tarieven en bij het samenstellen van de reserve. De technische grondslagen zijn opgenomen in het technisch dossier van het product neergelegd bij de toezichthouder. De technische grondslagen kunnen op elk moment door de pensioeninstelling gewijzigd worden overeenkomstig de geldende wetgeving.
Het tarief voor de bijkomende overlijdensverzekering is gebaseerd op ervaringstafels van de pensioeninstelling en is niet gegarandeerd. Het tarief voor niet-rokers wordt toegekend indien de verzekerde verklaart heeft dat hij niet rookt, of dat hij gestopt is met roken gedurende minstens 12 maanden.
De instapkosten worden vermeld in de Bijzondere Voorwaarden. Op de reserve van het tak 21-gedeelte wordt jaarlijks een forfaitaire beheerskost gerekend van 12,50 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd in functie van het gezondheidsindexcijfer van januari (basis 2010 = 100). De beheerskost voor de beleggingsfondsen wordt vermeld in het beheersreglement.
Bij uitstellen van de pensioenleeftijd zullen de te verzekeren waarborgen berekend worden tegen de tariefgrondslagen die op dat moment van toepassing zijn.
Artikel 23 – Fiscaliteit
Dit contract is onderworpen aan de Belgische (para)fiscale wetgeving en -in voorkomend geval -aan de internationale overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting.
De fiscale informatie vermeld in de pensioenovereenkomst is gebaseerd op de regelgeving in voege op het moment van onderschrijving van de pensioenovereenkomst en kan wijzigen in de toekomst. De pensioeninstelling kan op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld voor het eventueel nadeel dat hieruit zou voortvloeien voor de verzekeringnemer en/of zijn begunstigden.
Alle in het kader van dit contract toepasselijke huidige en toekomstige belastingen, rechten en taksen (met inbegrip van de eventuele taksen van toepassing op de onderliggende effectenrekening(en)), zijn rechtstreeks ten laste van de verzekeringsnemer of van de begunstigde(n) (naargelang het geval) of kunnen desgevallend aan hem(n) worden doorgerekend.
De verzekeringnemer dient de pensioeninstelling te informeren over elke wijziging in zijn professionele of persoonlijke situatie die een impact kan hebben op de fiscale behandeling van de premies en/of prestaties van het contract.
De pensioeninstelling is niet verantwoordelijk voor de eventuele fiscale gevolgen voor de verzekeringnemer en/of zijn begunstigde(n) die het rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg zijn van het niet of laattijdig voldoen van deze informatieplicht.
Voor nadere inlichtingen omtrent het toepasselijke belastingregime kan de verzekeringnemer zich wenden tot de pensioeninstelling.
Artikel 24 – Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Op deze pensioenovereenkomst is het Belgisch recht van toepassing.
Betwistingen tussen de partijen betreffende de uitvoering van de overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Artikel 25 – Kennisgevingen
De pensioeninstelling bezorgt de verzekeringsnemer tenminste jaarlijks een overzicht met de stand van zijn pensioenovereenkomst.
De aan de verzekeringsnemer en de aannemende begunstigde te richten kennisgevingen geschieden geldig op hun meest recente aan de pensioeninstelling meegedeelde (correspondentie) adres. Elke kennisgeving van een partij aan de andere wordt geacht gedaan te zijn op de datum van afgifte ervan aan de post.
Artikel 26 – Verblijfplaats
Wanneer de verzekeringsnemer zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats in het buitenland vestigt, dient hij de pensioeninstelling hiervan in kennis te stellen.
Artikel 27 – Politiek prominente personen
De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s.
De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen :
x. xx Xxxxxx;
b. de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers,
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen :
x. xx Xxxxxxxxxxxxxxx, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen :
a. de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden :
x. xxxxxxxxx in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
x. xxxxxxxxx in het hof van beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
x. xxxxxxxxx in het arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d. plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e. de eerste Voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f. rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken :
a. de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b. de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten :
a. de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b. de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c. de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
x. xx officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e. de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven :
a. de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b. bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied.
Onder “familielid” verstaat de wet:
1. de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
2. de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
3. de ouders.
EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
1. de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
2. de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Verplichting van de verzekeringnemer:
Bij de opdracht tot verzekering verbindt de verzekeringnemer zich ertoe mee te delen of hij, volgens de definitie opgenomen in de wet (zie hoger), beschouwd wordt als een politiek prominente persoon, een familielid van PPP’s of een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s. Die verplichting wordt uitgebreid tot de andere betrokken personen, met name de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden, de lasthebbers en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is).
Door de algemene voorwaarden te aanvaarden, verbindt de verzekeringnemer zich ertoe om de verzekeringsonderneming onmiddellijk op de hoogte te brengen mocht hijzelf, alsook de uiteindelijke begunstigde, de lasthebber en de begunstigde (en de uiteindelijke begunstigde van de begunstigde als het om een rechtspersoon gaat) in de loop van de overeenkomst politiek prominente persoon, familielid van PPP’s of een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s worden of niet meer als politiek prominente persoon, familielid van PPP’s of persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s beschouwd worden.
Algemene verordening met betrekking tot de gegevensbescherming
De maatschappij verbindt zich ertoe, als verwerkingsverantwoordelijke, om de persoonsgegevens te verwerken overeenkomstig de geldende privacywetgeving. Voor meer informatie wordt verwezen naar de klantenbrochure van de maatschappij of de website xxxxx://xxx.xx.xx/xxxxxxx
Klachten
Voor elke klacht met betrekking tot dit contract kan de verzekeringsnemer zich richten tot :
- In eerste instantie :
de dienst Klachtenmanagement van P&V Verzekeringen, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, e-mail: xxxxxx@xx.xx,
- Bent u niet tevreden met het antwoord van onze dienst Klachtenmanagement :
de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
Oplichting
Elke oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsonderneming brengt niet alleen de nietigheid van de verzekeringsovereenkomst met zich mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek.