Algemene Voorwaarden Innovatiesteun
Algemene Voorwaarden Innovatiesteun
VERSIE 2023.1
Artikel 1: OVEREENKOMST en totstandkoming
De OVEREENKOMST bestaat uit deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN, de BESLISSING TOT
SUBSIDIETOEKENNING met inbegrip van de daarin vermelde REFERENTIEDOCUMENTEN en alle BIJLAGEN en, indien van toepassing, de PROGRAMMASPECIFIEKE VOORWAARDEN evenals de later door FIO schriftelijk bevestigde wijzigingen.
Door de indiening van een ondertekende aanvraag voor een PROJECT aanvaardt de BEGUNSTIGDE deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN. De BEGUNSTIGDE aanvaardt dat FIO bij de toekenning van de SUBSIDIE of op een later tijdstip bijkomende bijzondere voorwaarden kan opleggen.
De OVEREENKOMST tussen de PARTIJEN en FIO komt tot stand op de dag van de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING, tenzij de BEGUNSTIGDE binnen één maand na verzending van de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING schriftelijk of elektronisch kenbaar maakt het PROJECT niet op te starten.
Deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN kunnen geraadpleegd worden op de subpagina’s ‘Vervolgstappen’ op de VLAIO-website van het steunprogramma waarin het PROJECT zich situeert. Elke belanghebbende kan steeds op eenvoudig verzoek een versie op papier ervan bekomen.
De REFERENTIEDOCUMENTEN welke niet als BIJLAGE aan de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING zijn gehecht, kunnen geraadpleegd worden op de subpagina ‘Vervolgstappen’ op de VLAIO-website van het steunprogramma waarin het PROJECT is ingediend. Elke belanghebbende kan steeds op eenvoudig verzoek een versie op papier ervan bekomen.
Artikel 2: Toepasselijke BESLUITEN
Elke OVEREENKOMST kadert in een van de hierna bedoelde BESLUITEN, in functie van de ingediende projectaanvraag en de door FIO genomen beslissing. Deze BESLUITEN kunnen geraadpleegd worden op de subpagina ‘Wat’ op de VLAIO-website van het steunprogramma waarin het PROJECT is ingediend. Volgende BESLUITEN zijn van toepassing, evenals de later daarin aangebrachte of aan te brengen wijzigingen, aanvullingen of vervangingen evenals de door het Beslissingscomité bij FIO in het kader van bedoelde BESLUITEN genomen of te nemen uitvoeringsmaatregelen:
2.1. “BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&O-KENNISINTENSIEF”: Besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2017 tot regeling van steun aan ondernemingen voor onderzoek en ontwikkeling met een kennisintensief karakter in Vlaanderen (B.S. 20.06.2017);
2.2. “BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&I”: Besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2017 tot regeling van steun aan ondernemingen voor ontwikkeling en innovatie in Vlaanderen (B.S. 22.06.2017);
1 VLAIO – Algemene Voorwaarden Innovatiesteun – versie 2023.1
2.3. “BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&O-TALENT”: Besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2017 tot regeling van steun aan ondernemingen voor onderzoeksprojecten met het oog op de uitvoering van (post)doctoraatsonderzoek in samenwerking met onderzoeksorganisaties (B.S. 29.06.2017);
2.4. “BESLUIT BEDRIJFSSTEUN SAMENWERKINGSVERBAND”: Besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2017 tot regeling van steun aan consortia van ondernemingen voor onderzoek en ontwikkeling, ingebed in een ruimer samenwerkingsverband met onderzoeksorganisaties (B.S. 12.02.2018);
2.5. “BESLUIT LANDBOUWONDERZOEK”: Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende projectmatige financiering van toegepast collectief onderzoek voor de land- en tuinbouwsector (B.S. 01.07.2005) en uitvoeringsbesluiten;
2.6. “XXXXX-BESLUIT”: Besluit van de Vlaamse Regering van 25 mei 2018 tot regeling van steun aan projecten van collectief onderzoek en ontwikkeling en collectieve kennisverspreiding (B.S. 10.07.2018);
2.7. “SBO-BESLUIT”: Besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende de instelling van een
financieringskanaal voor het strategisch basisonderzoek in Vlaanderen (B.S. 04.03.2004);
2.8. “TETRA-BESLUIT”: Besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2004 houdende de oprichting van een programma ter bevordering van de technologietransfer door instellingen van hoger onderwijs, en uitvoeringsbesluiten (B.S. 27.10.2004).
Artikel 3: Begrippen
Onverminderd de begrippen die reeds omschreven worden in de in artikel 2 bedoelde BESLUITEN moet voor de toepassing en interpretatie van de OVEREENKOMST worden verstaan onder:
3.1. “VLAIO”: Agentschap Innoveren en Ondernemen als intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen, gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 en 18 december 2015.
3.2. “ALGEMENE GROEPSVRIJSTELLINGSVERORDENING”: de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard en alle latere wijzigingen.
3.3. “BEGUNSTIGDE”: elke PARTIJ bij de OVEREENKOMST, zoals nader aangeduid in de BESLISSING TOT
Subsidietoekenning.
3.4. “BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING”: de beslissing van FIO of van de door FIO als dusdanig gedelegeerde tot toekenning van een SUBSIDIE aan een PROJECT, m.i.v. alle specifieke bepalingen en voorwaarden.
3.5. “COÖRDINATOR”: de vertegenwoordiger van de BEGUNSTIGDE ten overstaan van FIO, die tevens instaat voor de coördinatie van de uitvoering van en verslaggeving over het PROJECT. Tenzij anders vermeld, is dit de in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING de eerste als BEGUNSTIGDE genoemde PARTIJ.
3.6. “FIO”: FONDS VOOR INNOVEREN EN ONDERNEMEN vermeld in artikel 41, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 zoals verder uitgewerkt in de bijhorende uitvoeringsbesluiten. Het Beslissingscomité bij het FIO is het uitvoerend beheersorgaan van het FIO. FIO maakt voor zijn werking en/of door hem gedelegeerde bevoegdheden
gebruik van het personeel, de uitrusting en de installaties van VLAIO. Het hoofd van VLAIO is ertoe gemachtigd ook de nota’s, ambtsberichten, briefwisseling en documenten met betrekking tot de besluitvorming van het Beslissingscomité te ondertekenen.
3.7. “ONDERZOEKSPARTNER”: de derde die werkt in opdracht van de BEGUNSTIGDE of van een PARTIJ, zoals nader aangeduid in de aanhef van de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
3.8. “OVEREENKOMST”: de door de PARTIJEN onderschreven bepalingen zoals bedoeld in artikel 1 van de OVEREENKOMST, haar BIJLAGEN met inbegrip van de REFERENTIEDOCUMENTEN vermeld in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING evenals de later door FIO schriftelijke bevestigde wijzigingen.
3.9. “PROGRAMMASPECIFIEKE VOORWAARDEN”: de aan bepaalde BESLUITEN cq. steunprogramma’s gerelateerde specifieke voorwaarden. Deze PROGRAMMASPECIFIEKE VOORWAARDEN kunnen geraadpleegd worden op de subpagina ‘Vervolgstappen’ op de VLAIO-website van het steunprogramma waarin het PROJECT is ingediend. Elke belanghebbende kan steeds op eenvoudig verzoek een versie op papier ervan bekomen.
3.10. “PROJECT”: alle door FIO onder het toepasselijk BESLUIT gesubsidieerde activiteiten binnen het kader van de OVEREENKOMST.
3.11. “PROJECTRESULTATEN”: het geheel van bijkomende immateriële en materiële resultaten die bereikt werd door uitvoering van het PROJECT.
3.12. “REFERENTIEDOCUMENTEN”: de in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING vermelde documenten die een BIJLAGE bij de OVEREENKOMST vormen en een nadere toelichting bevatten met betrekking tot de verplichtingen van de PARTIJEN in het kader van de OVEREENKOMST.
3.13. “SAMENWERKINGSOVEREENKOMST”: elke overeenkomst nodig voor de uitvoering van de OVEREENKOMST en die gesloten wordt tussen de PARTIJEN onderling, tussen de BEGUNSTIGDE en één of meerdere PARTIJEN en de ONDERZOEKSPARTNERS alsook de onderlinge overeenkomsten tussen de BEGUNSTIGDE of een of meerdere PARTIJEN en een of meerdere niet-Vlaamse partners in het kader van projecten onder een internationaal programma.
3.14. “SUBSIDIE”: de financiële tegemoetkoming van FIO in de kosten van de BEGUNSTIGDE voor de uitvoering van het PROJECT, zoals bepaald in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
3.15. “TOEGEVOEGDE WAARDE”: het beoogde resultaat van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN dat bestaat uit economische respectievelijk maatschappelijke impact overeenkomstig het bepaalde per steunprogramma in het betrokken REFERENTIEDOCUMENT.
3.16. “VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN”: het geheel van voortgezette en gerichte inspanningen gericht op het doen renderen van de PROJECTRESULTATEN alsook het aanwenden of benutten van de PROJECTRESULTATEN zelf met het oog op het rechtstreeks of onrechtstreeks realiseren van TOEGEVOEGDE WAARDE.
Artikel 4: Situering van het voorwerp van de OVEREENKOMST en de rol van de PARTIJEN bij de uitvoering ervan
4.1. De OVEREENKOMST heeft als voorwerp de regeling van de SUBSIDIE voor de uitvoering van het PROJECT door de BEGUNSTIGDE.
De BEGUNSTIGDE wordt geacht zelf de OVEREENKOMST uit te voeren, zoals voorzien in de projectaanvraag en de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING. Uitbesteding van gesubsidieerde activiteiten is evenwel mogelijk indien dit als zodanig in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING is voorzien. Onvoorziene uitbesteding van activiteiten of andere verschuivingen van kosten tussen de projectpartners kunnen enkel mits naleving van de contractuele verplichtingen van de BEGUNSTIGDE in het bijzonder deze betreffende meldings- en verslaggevingsverplichtingen. Indien een PARTIJ onder het toepassingsgebied van de regelgeving betreffende de overheidsopdrachten valt, dient hij bij uitbesteding van activiteiten deze regelgeving strikt te respecteren.
4.2. De BEGUNSTIGDE zal alles doen wat redelijkerwijze mag verwacht worden om de PROJECTRESULTATEN te bereiken binnen de voorziene duur van het PROJECT.
4.3. De uitvoering van de OVEREENKOMST vereist een SAMENWERKINGSOVEREENKOMST indien er meerdere PARTIJEN zijn en/of indien er ONDERZOEKSPARTNERS betrokken zijn in het PROJECT. In voorkomend geval vermeldt BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING welke SAMENWERKINGSOVEREENKOMST(en) voor de uitvoering van de OVEREENKOMST vereist zijn.
Behalve wanneer dergelijke SAMENWERKINGSOVEREENKOMST reeds deel uitmaakt van de BIJLAGEN bij de OVEREENKOMST, zullen de PARTIJEN onderling en de PARTIJEN en de ONDERZOEKSPARTNERS een SAMENWERKINGSOVEREENKOMST uitwerken. De COÖRDINATOR ziet erop toe dat de bepalingen van de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST verenigbaar zijn en blijven met de OVEREENKOMST en haar uitvoeringsmodaliteiten en dat zij met het oog hierop aan de goedkeuring van FONDS VOOR INNOVEREN EN ONDERNEMEN onderworpen zijn. De BEGUNSTIGDE dient in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST met de ONDERZOEKSPARTNERS de voor hen relevante bepalingen uit de OVEREENKOMST over te nemen.
De SAMENWERKINGSOVEREENKOMST moet alle voor de samenwerking nuttige bepalingen bevatten en in het bijzonder een regeling bevatten van de onderlinge afspraken betreffende de uitvoering van het PROJECT en de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN zoals o.m. de overlegmomenten en het eventuele beslissingsproces, de eigendoms- en gebruiksrechten op de PROJECTRESULTATEN, de geheimhouding, de verslaggevingsverplichtingen, een geschillenprocedure, de aansprakelijkheid en schadevergoeding.
De SAMENWERKINGSOVEREENKOMST dient te zijn opgesteld in overeenstemming met de OVEREENKOMST, in het bijzonder moet het kunnen voldoen aan de bepalingen op het vlak van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN. Ingeval van samenwerking met publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties en kennisinstellingen dient zij tevens in overeenstemming te zijn met de hierop toepasselijke regelgeving. De overeenstemming van de onderlinge afspraken met de staatssteunregelgeving kan niet afgeleid worden uit de goedkeuring door FIO en is de verantwoordelijkheid van de PARTIJEN bij de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. In het kader van internationale subsidieprogramma’s kunnen bijkomende voorwaarden aan de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST gesteld worden. Deze worden desgevallend opgenomen in BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
De BEGUNSTIGDE dient de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST over te maken aan FIO binnen vier maanden na ontvangst van BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING door de BEGUNSTIGDE. FIO wordt geacht zijn goedkeuring te hebben gegeven indien het niet reageert binnen 25 werkdagen nadat de BEGUNSTIGDE de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST aan FIO heeft voorgelegd.
De goedkeuring door FIO is ook vereist voor wijzigingen aan de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST tijdens de uitvoering van de OVEREENKOMST.
Onverminderd de bepaling van artikel 9.1 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN kan FIO de uitbetaling van de SUBSIDIE opschorten zolang de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST niet aan FIO werd overgemaakt of goedgekeurd, zelfs indien de hierboven bedoelde termijn van vier maanden nog niet is verstreken.
4.4. FIO staat in voor de uitbetaling van de SUBSIDIE overeenkomstig de bepalingen van de OVEREENKOMST en de opvolging van de uitvoering van de OVEREENKOMST door de BEGUNSTIGDE. Dit geschiedt overeenkomstig de door de Vlaamse overheid vastgestelde beleidslijnen en budgettaire voorzieningen voor innovatie.
Artikel 5: Toegekende SUBSIDIE
5.1. FIO kent de SUBSIDIE aan de BEGUNSTIGDE toe op basis van een van de in artikel 2 genoemde BESLUITEN. Het BESLUIT dat specifiek op de subsidietoekenning aan de BEGUNSTIGDE van toepassing is, wordt vermeld in BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
De toekenning van de SUBSIDIE op basis van het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&O-KENNISINTENSIEF, het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&I, het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&O-TALENT respectievelijk het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN
SAMENWERKINGSVERBAND is in overeenstemming met de ALGEMENE GROEPSVRIJSTELLINGSVERORDENING, bij de EU Commissie gekend onder het in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING aangegeven SA- referentienummer.
De voorschriften bepaald in de ALGEMENE GROEPSVRIJSTELLINGSVERORDENING zijn onverkort van toepassing op subsidietoekenning op basis van het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&O-KENNISINTENSIEF, het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&I, het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&O-TALENT respectievelijk het BESLUIT BEDRIJFSSTEUN SAMENWERKINGSVERBAND.
5.2. De SUBSIDIE is vastgesteld als een maximaal bedrag en wordt toegekend onder de voorwaarde dat de BEGUNSTIGDE de OVEREENKOMST op een zorgvuldige en ononderbroken wijze nakomt.
Ingeval van toekenning van SUBSIDIE in de zin van starterssteun bepaald in artikel 22 ALGEMENE GROEPSVRIJSTELLINGSVERORDENING erkent de BEGUNSTIGDE dat hetgeen een onderneming kan ontvangen aan starterssteun, beperkt wordt tot het maximaal plafond bepaald in voornoemde regelgeving. De BEGUNSTIGDE dient er bijgevolg over te waken dat bedoeld plafond gerespecteerd blijft ook bij toekomstig beroep op overheidssteun.
In het bijzonder erkent de BEGUNSTIGDE dat FIO de SUBSIDIE autonoom kan opschorten, herzien en terugvorderen onder de voorwaarden en modaliteiten bepaald in de artikelen 9, 10 en 11 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.
5.3. De BEGUNSTIGDE is ertoe gehouden de SUBSIDIE uitsluitend aan te wenden voor de financiering van het PROJECT. Elk gebrek hieraan wordt gelijkgesteld met oneigenlijk gebruik van de SUBSIDIE voor de toepassing van artikel 10 en 11 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.
Toelaatbare projecten met militair of tweeërlei gebruik (“dual use”) moeten voldoen aan de daarvoor geldende voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen geraadpleegd worden op de subpagina ‘Voorwaarden’ op de VLAIO-website van het steunprogramma waarin het PROJECT is ingediend.
5.4. FIO betaalt de SUBSIDIE uit aan de PARTIJEN of aan de COÖRDINATOR op de door de respectieve PARTIJEN aangewezen rekening, zoals vermeld in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
5.5. FIO kan beslissen slechts tot uitbetaling van een volgende schijf van de SUBSIDIE over te gaan nadat de BEGUNSTIGDE het bewijs heeft geleverd dat hij aan alle gefactureerde en opeisbare financiële verplichtingen ten overstaan van elke ONDERZOEKSPARTNER heeft voldaan op de wijze en binnen de termijnen zoals vastgesteld in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST.
De BEGUNSTIGDE erkent dat betalingen die hij ontvangt van FIO als SUBSIDIE voor kosten van het PROJECT bij een andere PARTIJ of een ONDERZOEKSPARTNER volgens de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING niet zijn eigendom zijn of worden door het loutere feit van de ontvangst van deze betalingen, en door hem onmiddellijk zullen worden doorbetaald aan de betreffende PARTIJ of ONDERZOEKSPARTNER.
Artikel 6: Eigendom en VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN
6.1. De BEGUNSTIGDE is eigenaar van de PROJECTRESULTATEN, onverminderd de bepalingen in dat verband zoals overeengekomen in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST bedoeld in artikel 4.3 van de ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.
6.2. De BEGUNSTIGDE verbindt zich ertoe alle inspanningen te leveren die redelijkerwijze mogen worden verwacht om na uitvoering van het PROJECT de PROJECTRESULTATEN te valoriseren met het oog op een maximale TOEGEVOEGDE WAARDE volgens de opties omschreven in het projectvoorstel zoals goedgekeurd door FIO en opgenomen als REFERENTIEDOCUMENT, waarop de toekenning van de SUBSIDIE gebaseerd is.
Indien de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN uitsluitend vanuit buiten de Europese Economische Ruimte gevestigde entiteiten gebeurt, kan FIO de SUBSIDIE herzien en terugvorderen overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 en 11.
6.3. De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe alle inspanningen te leveren die redelijkerwijze mogen worden verwacht in functie van een afdoende bescherming van de PROJECTRESULTATEN en ter vrijwaring van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN.
6.4. Onverminderd het bepaalde in artikel 7.1 verbindt elke PARTIJ er zich toe om bij elke overdracht van de eigendomsrechten van of exclusieve licentie op de PROJECTRESULTATEN, inclusief ingeval van faling van een PARTIJ de nodige maatregelen te nemen om de nakoming van de bedoelde plichten te vrijwaren.
Zo erkent de BEGUNSTIGDE dat een gedeeltelijke of gehele overdracht van de eigendomsrechten van de PROJECTRESULTATEN, inclusief ingeval van faling van de BEGUNSTIGDE of een PARTIJ, enkel mogelijk is met een gelijktijdige overdracht van de uit de OVEREENKOMST voortvloeiende verplichtingen, in het bijzonder deze op het vlak van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN en rekening houdend met de bepaling van artikel 15.6 van de ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN en de in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING vermelde REFERENTIEDOCUMENTEN.
Behoudens een uitdrukkelijke en schriftelijke andersluidende beslissing van FIO impliceert dergelijke overdracht van PROJECTRESULTATEN tevens de overdracht van de verplichting tot terugbetaling van de SUBSIDIE ingeval van een eventuele beslissing tot herziening of terugvordering op basis van artikel 10 en 11 van de ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.
Artikel 7: Melding – Verslaggeving – Publicatie – Controle
7.1. Meldingsplicht door de BEGUNSTIGDE
7.1.1. Naast de reeds elders in de OVEREENKOMST expliciet voorziene meldingsplicht dient de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ FIO onmiddellijk per aangetekend schrijven bijkomend volgende zaken te melden:
- elke belangrijke wijziging van het PROJECT, die een invloed heeft op de beoogde PROJECTRESULTATEN.
- elke gebeurtenis of omstandigheid die de realisatie van het PROJECT en de beoogde PROJECTRESULTATEN, de ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van de OVEREENKOMST door de BEGUNSTIGDE en/of de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN incl. het realiseren van de TOEGEVOEGDE WAARDE in gevaar kan brengen. In het bijzonder geldt deze meldingsplicht in geval van fundamentele wijziging in het aandeelhouderschap of de beheerstructuur, of in de regeling betreffende de eigendom en/of de exploitatie van de PROJECTRESULTATEN, bij kapitaalvermindering, inkoop eigen aandelen, opheffing van de activiteiten, vrijwillige vereffening, de intentie om een gerechtelijke reorganisatie aan te vragen, faling van een PARTIJ of een ONDERZOEKSPARTNER of enige andere omstandigheid welke een negatieve uitwerking kan hebben op de financiële situatie van een PARTIJ of een ONDERZOEKSPARTNER.
- elke vertraging van de aanvang van de uitvoering van het PROJECT of elke verlenging van de uitvoering van het PROJECT.
- elk voorstel tot wijziging in de verdeling van de SUBSIDIE tussen de PARTIJEN.
- elke cumulatie met andere overheidssteun in toepassing van het toepasselijke BESLUIT of de toekenning van andere steunvormen voor het PROJECT.
- xxxx xxxxxxxxx of vervanging van de COÖRDINATOR.
- indien de BEGUNSTIGDE de OVEREENKOMST voortijdig wenst te beëindigen in toepassing van artikel 12 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.
7.1.2. FIO behoudt zich het recht voor de verdere uitvoering van de OVEREENKOMST opnieuw te evalueren, in voorkomend geval rekening houdend met de door de BEGUNSTIGDE gedane melding en om vervolgens de gepaste maatregelen inzake de SUBSIDIE te nemen, met inbegrip van de toepassing van de artikelen 9, 10 en/of 11 en de SUBSIDIE bijgevolg opschorten, herzien en/of terugvorderen.
7.2. Verslaggeving door de BEGUNSTIGDE
7.2.1. Voortgangs- en eindverslag
De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe de ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van het PROJECT te bewijzen door er regelmatig verslag over uit te brengen. Deze verplichting geldt eveneens voor het aandeel van de ONDERZOEKSPARTNERS in de uitvoering van het PROJECT.
7.2.2. Financieel verslag
De BEGUNSTIGDE zal een financieel verslag indienen. Deze verplichting geldt eveneens voor het aandeel van de ONDERZOEKSPARTNERS in de uitvoering van het PROJECT.
7.2.3. Impactverslag
De BEGUNSTIGDE brengt aan FIO verslag uit over de wijze waarop hij zijn verplichtingen op het vlak van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN, incl. het realiseren van de TOEGEVOEGDE WAARDE zoals bepaald in artikel 6 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN en nader gespecifieerd in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING, heeft uitgevoerd.
Op expliciete vraag van FIO dient de BEGUNSTIGDE bijkomende verslagen in op door FIO te bepalen moment(en). Dergelijke vraag en de vraag naar eventueel bijkomende informatie relevant ter beoordeling van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN worden geformuleerd aan de BEGUNSTIGDE die dit opvolgingsverslag en de bijkomende informatie uiterlijk binnen 2 maanden moet afleveren. Op basis van deze bijkomende verslagen en de bijkomende informatie stelt FIO de volledige of gedeeltelijke uitvoering vast van de verplichtingen op het vlak van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN. Desgevallend maakt FIO toepassing van de artikelen 10 en 11 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN tot herziening en terugvordering van de SUBSIDIE.
7.2.4. Elk in dit artikel bedoeld verslag moet door de BEGUNSTIGDE cq. de ONDERZOEKSPARTNER worden opgesteld zoals beschreven in het toepasselijke REFERENTIEDOCUMENT vermeld in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
Elk in dit artikel bedoeld verslag moet ingediend worden via de COÖRDINATOR.
Onverminderd de mogelijkheid van bijkomende verslagen op expliciete vraag van FIO zijn de data waarop elk verslag moet worden opgeleverd, vermeld in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
7.3. Publicaties
7.3.1. Publicaties door FIO en VLAIO
Onverminderd de specifieke publicatievereisten voorgeschreven in Europese regelgeving inzake staatssteun aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie1 heeft FIO van elk van de PARTIJEN die de BEGUNSTIGDE vormen de toelating volgende gegevens aangaande het PROJECT te gebruiken voor publicatie: de naam, de gemeente van de maatschappelijke zetel (of van de betrokken exploitatiezetel), het ondernemingsnummer en indien van toepassing het kmo-karakter van elk van de
1 Deze publicatievoorschriften zijn terug te vinden in de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, artikel 9 en Xxxxx XXX.
PARTIJEN die de BEGUNSTIGDE vormen, het projectnummer, het steunprogramma, het jaar van de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING en het bedrag van de SUBSIDIE aan elk van de PARTIJEN die samen de BEGUNSTIGDE vormen. Voor toekenning van SUBSIDIE op basis van een van de volgende BESLUITEN: BESLUIT BEDRIJFSSTEUN O&I – overeenkomstig het bepaalde per steunprogramma in het betrokken REFERENTIEDOCUMENT, BESLUIT LANDBOUWONDERZOEK, COOCK-BESLUIT, SBO-BESLUIT en TETRA-BESLUIT heeft
FIO van elk van de PARTIJEN die de BEGUNSTIGDE vormen bovendien de toelating om de titel alsook de samenvatting van het PROJECT te gebruiken voor publicatie respectievelijk brede verspreiding. Bedoelde samenvatting is op te stellen volgens de richtlijnen in het betrokken REFERENTIEDOCUMENT voor steuntoekenning op basis van voornoemde BESLUITEN.
7.3.2. Publicaties door de BEGUNSTIGDE
De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe om bij elke communicatie, publicatie of publiciteit door zijn tewerkgestelden, of met toestemming van de BEGUNSTIGDE door een ONDERZOEKSPARTNER en zijn tewerkgestelden betreffende het PROJECT of de PROJECTRESULTATEN de communicatierichtlijnen na te leven zoals bepaald op de website van VLAIO. De BEGUNSTIGDE verbindt zich ertoe om bij dergelijke publicaties voor brede verspreiding steeds een versie in het Nederlands te voorzien. Gewone en gebruikelijke reclame, gebruikshandleidingen of -voorschriften en dergelijke vallen niet onder deze bepaling.
7.4. Controle door FIO en door derden
FIO verifieert de werkelijkheid, de regelmatigheid en de redelijkheid van de aangerekende of toe te rekenen kosten en stelt het definitief bedrag van de SUBSIDIE vast, onverminderd de eventuele controle van het Rekenhof en desgevallend bevoegde derde instanties.
FIO kan binnen zijn bevoegdheid tot controle en opvolging van de uitvoering van het PROJECT alle initiatieven nemen die het redelijkerwijze nodig acht, daarin inbegrepen desgevallend het bezoeken van de plaatsen van uitvoering.
Elke PARTIJ en elke ONDERZOEKSPARTNER zal alle stukken tot staving van de gedane uitgaven ter beschikking van het Rekenhof bewaren gedurende een periode van zeven jaar na de goedkeuring van het financieel eindverslag overeenkomstig de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
Onverminderd bovenstaande bepalingen kunnen tevens controles worden verricht door derden, meer bepaald de Europese Commissie of enige door de Europese Commissie daartoe, al dan niet in het kader van een specifiek programma, aangestelde en gemachtigde instelling of organisatie, die daartoe over minstens gelijkwaardige bevoegdheden beschikt als bedoeld in bovenstaande bepalingen.
Elke PARTIJ zal aan deze controles en aan het verstrekken van informatie voor de opvolging meewerken. De BEGUNSTIGDE legt dezelfde voorwaarden op in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST met de ONDERZOEKSPARTNERS.
7.5. Adressering voor communicatie en ondertekening
Communicatie gebeurt daar waar mogelijk elektronisch, dit is via een e-portaal ter beschikking gesteld door VLAIO of via e-Box Enterprise. Een e-portaal is bij indiening toegankelijk op de VLAIO-website van het steunprogramma waarin het PROJECT wordt ingediend en na de Beslissing van Subsidietoekenning via een link
die per elektronische communicatie (e-mail) aan de BEGUNSTIGDE wordt bezorgd. Elektronische communicatie kan ook via de geactiveerde digitale brievenbus e-Box Enterprise van de PARTIJEN die de BEGUNSTIGDE vormen. Indien elektronische communicatie om welke reden dan ook niet via voornoemde digitale kanalen kan verlopen, moet de communicatie via briefwisseling per post verlopen. De briefwisseling en mededelingen aan FIO gebeuren ter attentie van de in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING vermelde persoon, FIO - Koning Xxxxxx XX-Laan 35 bus 12 - 1030 BRUSSEL, met vermelding van het projectnummer. Voor analoge communicatie met vertrouwelijk karakter gelden de richtlijnen zoals beschreven in kader van Digipost onder de rubriek Juridische aspecten xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx- digitaliseren/digitalisering-inkomende-post/diverse-juridische-aspecten .
De briefwisseling en mededelingen aan de BEGUNSTIGDE gebeuren ter attentie van de COÖRDINATOR en/of in voorkomend geval aan de rechtstreeks betrokken PARTIJ.
Een gescande of gedigitaliseerde handtekening van een Partij (bv. scan in pdf-formaat) of een elektronische handtekening (bv. via DocuSign) zal dezelfde rechtsgevolgen ressorteren als een originele handtekening voor wat betreft de geldigheid, afdwingbaarheid en toelaatbaarheid van deze Overeenkomst. Elke Partij ontvangt steeds een volledig ondertekend exemplaar van deze Overeenkomst. De ontvangst van een ondertekend exemplaar via e-mail of andere elektronische platformen zal even rechtsgeldig zijn als de ontvangst van een origineel exemplaar.
Artikel 8: Uitbetalingsmodaliteiten van de SUBSIDIE
De BEGUNSTIGDE ontvangt de uitbetaling van de volgens de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING toegekende SUBSIDIE volgens de modaliteiten bepaald in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
Artikel 9: Opschorting van de SUBSIDIE
9.1. XXX xxxxxx de uitbetaling van de SUBSIDIE aan de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ op in het geval een PARTIJ de voorwaarden en de bepalingen waaronder de SUBSIDIE is toegekend niet naleeft. In het bijzonder – doch niet uitsluitend – kan FIO de SUBSIDIE opschorten in volgende gevallen:
- ingeval een PARTIJ zijn verplichtingen tot melding van informatie, verslaggeving, medewerking aan controle door FIO en publicaties zoals omschreven in artikel 7 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN niet nakomt.
- ingeval de ingevolge artikel 4.3 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN vereiste SAMENWERKINGSOVEREENKOMST niet binnen de 4 maanden na de overmaking van de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING aan de BEGUNSTIGDE aan FIO is voorgelegd of FIO de voorgelegde SAMENWERKINGSOVEREENKOMST niet goedkeurt.
- ingeval van een herevaluatie zoals bedoeld in artikel 7.1.2 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN respectievelijk ingeval van opgelegde tussentijdse evaluatie van de uitvoering van de Overeenkomst door de Begunstigde opgelegd door FIO bij de Beslissing tot Subsidietoekenning.
- ingeval een PARTIJ de betalingen aan een ONDERZOEKSPARTNER niet verricht overeenkomstig de bepalingen van de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST.
- ingeval een PARTIJ de OVEREENKOMST in het algemeen en de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING in het bijzonder niet nakomt.
- ingeval een PARTIJ de verplichtingen voortvloeiend uit andere overeenkomsten met FIO niet of onvoldoende naleeft.
9.2. XXX stelt de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ per aangetekend schrijven op de hoogte van de opschorting van betaling, het tijdstip waarop de opschorting ingaat, de reden van opschorting en de termijn waarbinnen de BEGUNSTIGDE de tekortkoming in de uitvoering van de OVEREENKOMST alsnog kan rechtzetten. De termijn van opschorting bedraagt maximaal 4 maanden, tenzij FIO een andere termijn vastlegt.
De BEGUNSTIGDE of de rechtstreeks betrokken PARTIJ stelt in voorkomend geval de overige PARTIJEN en de ONDERZOEKSPARTNERS van de opschorting op de hoogte.
Na verloop van de termijn van opschorting kan FIO de SUBSIDIE herzien en terugvorderen in toepassing van artikel 10, respectievelijk artikel 11 of overeenkomstig artikel 7.1.2 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN bijkomende voorwaarden opleggen.
Artikel 10: Mogelijke herziening van de SUBSIDIE
10.1. FIO behoudt zich het recht voor op elk moment in de uitvoering van de OVEREENKOMST de SUBSIDIE geheel of gedeeltelijk te herzien wanneer hiertoe gegronde redenen zijn, zonder afbreuk te doen aan de eigendomsrechten op de PROJECTRESULTATEN. In het bijzonder – doch niet uitsluitend – kan FIO de SUBSIDIE herzien in volgende gevallen:
- wanneer een PARTIJ de voorwaarden en de bepalingen en voorwaarden waaronder de SUBSIDIE is toegekend niet naleeft.
- ingeval een PARTIJ zijn verplichtingen tot melding van informatie, verslaggeving, medewerking aan controle door FIO en publicaties zoals omschreven in artikel 7 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN niet nakomt.
- bij oneigenlijk gebruik door een PARTIJ van de SUBSIDIE of van daartoe betaalde sommen.
- wanneer een PARTIJ overeenkomstig artikel 5 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN geen daadwerkelijk gemaakte kosten kan voorleggen of deze door FIO niet kunnen worden goedgekeurd.
- wanneer een PARTIJ met het oog op de SUBSIDIE of enig ander aan de OVEREENKOMST verbonden voordeel, onjuiste of onvolledige verklaringen heeft afgelegd.
- ingeval van cumulatie met andere steun door een PARTIJ zoals bedoeld in het toepasselijke BESLUIT.
- ingeval een PARTIJ de verplichtingen voortvloeiend uit deze en/of andere overeenkomsten met FIO niet of onvoldoende naleeft.
- ingeval een PARTIJ nalaat gefactureerde en opeisbare financiële verplichtingen ten overstaan van een ONDERZOEKSPARTNER te voldoen.
- bij voortijdige beëindiging in toepassing van artikel 12 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN, o.m. wegens technische of economische redenen aangegeven door de Begunstigde of indien de tussentijdse evaluatie van uitvoering van de Overeenkomst, al dan niet met het behalen van een of meerdere specifieke mijlpalen door de Begunstigde en die door FIO is opgelegd bij de Beslissing tot Subsidietoekenning, door FIO niet positief kan worden beoordeeld.
10.2. Na een in voorkomend geval aangetekend schrijven met formele ingebrekestelling door FIO om alsnog uitvoering van de betrokken verplichting door de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ te bekomen, beslist FIO tot de herziening van de SUBSIDIE. De beslissing tot herziening van de Subsidie wordt aan de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ overgemaakt bij aangetekend schrijven en in voorkomend geval minstens een maand na de formele ingebrekestelling.
10.3. FIO stelt in de beslissing tot de herziening van de SUBSIDIE na onderzoek van de gegrondheid en de onoverkomelijkheid van de aangehaalde redenen en de eventuele voorafgaande acties van opschorting respectievelijk ingebrekestelling door FIO, de grootte van de SUBSIDIE vast in functie van de kosten die effectief betaald of gemaakt zijn evenals van de kosten die tot op de datum van het aangetekend schrijven respectievelijk de opgelegde ontbindende voorwaarde regelmatig als verplichtingen zijn aangegaan, en van de eventuele opzegvergoedingen van het personeel, dat specifiek aangeworven werd voor de uitvoering van het PROJECT. De BEGUNSTIGDE moet onverwijld vanaf de datum meegedeeld in de communicatie van opschorting van Subsidie respectievelijk herziening van de Subsidie dat de kosten niet langer aanvaardbaar zijn alle noodzakelijke maatregelen treffen om de financiële gevolgen van de aangegane verplichtingen en opzegvergoedingen te minimaliseren.
10.4. Buiten de uitzonderingen vermeld in de tweede alinea van dit artikel kan de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ beroep aantekenen tegen elke beslissing van FIO tot herziening van de SUBSIDIE.
Dergelijk beroep is echter niet mogelijk ingeval FIO beslist tot herziening van de SUBSIDIE op grond van formele vaststellingen door FIO zoals o.m. het niet tijdig indienen van verslaggeving of het niet tijdig doorstorten van betalingen van een ONDERZOEKSPARTNER.
De BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ doet dit met een aangetekend schrijven gericht aan FIO binnen een termijn van 30 werkdagen na de betekening van de betrokken beslissing van FIO. Dit schrijven dient minstens de gegronde redenen te bevatten die de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ aanbrengt tegen de beslissing tot herziening.
De verzoeker in beroep krijgt een schriftelijke ontvangstmelding binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het beroep. FIO beslist over het beroep binnen 60 werkdagen na de ontvangst ervan. De verzoeker in beroep wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beroepsbeslissing binnen twee werkdagen na deze beslissing.
Artikel 11: Mogelijke terugvordering van de SUBSIDIE
11.1. Zonder afbreuk te doen aan de eigendomsrechten op de PROJECTRESULTATEN vordert FIO de SUBSIDIE terug in volgende gevallen:
- ingeval de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ van FIO sommen heeft ontvangen die hem niet verschuldigd waren.
- ingeval van herziening van de SUBSIDIE overeenkomstig artikel 10 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN voor die sommen van de SUBSIDIE die op het moment van de herziening reeds aan de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ waren uitbetaald.
- ingeval een PARTIJ de informatie- en raadplegingsprocedures zoals omschreven in artikel 35 §2 van het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999 niet naleeft ingeval van collectief ontslag van het personeel.
11.2. XXX maakt de beslissing tot terugvordering bekend in een aangetekend schrijven aan de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ en stelt de BEGUNSTIGDE hiertoe formeel in gebreke. In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor de terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast, geldend op het moment van de steuntoekenning, vanaf het tijdstip van de eerste ingebrekestelling.
Artikel 12: Duur van de OVEREENKOMST
12.1. De OVEREENKOMST heeft uitwerking vanaf de datum van verzending van de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING, evenwel rekening houdend met eventuele opschortende respectievelijk ontbindende voorwaarden opgelegd in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING.
12.2. Met uitzondering van de toepassing van bepalingen die wegens hun aard ook na de beëindiging van de OVEREENKOMST onverkort blijven gelden, eindigt de OVEREENKOMST op het einde van de in de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING vermelde periode.
12.3. Wijzigingen gelden vanaf de datum vastgesteld in de wederzijdse schriftelijke overeenkomst daartoe.
12.4. Elke PARTIJ kan door een gemotiveerd en aangetekend schrijven een eind stellen aan de OVEREENKOMST onder de modaliteiten bepaald door de OVEREENKOMST. Indien er meerdere PARTIJEN zijn, dient dit te geschieden in onderling overleg met de andere PARTIJEN, waarbij tevens de nodige maatregelen ten opzicht van de ONDERZOEKSPARTNERS moeten genomen worden. In het bijzonder kan FIO deze OVEREENKOMST voortijdig beëindigen na opschorting of ingeval van herziening van de SUBSIDIE in toepassing van artikelen 10 en 11 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.
Artikel 13: Verklaringen en Garanties van de BEGUNSTIGDE
13.1. Elke PARTIJ heeft steeds alle redelijke inspanningen geleverd om alle wettelijke, reglementaire, gerechtelijke en staatssteunrechtelijke bepalingen en beschikkingen die op hem van toepassing zijn of waren correct na te leven. Elke PARTIJ beschikt naar beste weten tevens over alle vergunningen, erkenningen, concessies, toelatingen of andere (overheids)goedkeuringen die vereist zijn voor de wettige uitoefening van alle door hem gevoerde activiteiten. Elke PARTIJ oefent zijn activiteiten naar beste weten uit zonder schending van enige voorwaarde die in één of meerdere van bovenvermelde (overheids)goedkeuringen aan hem zou zijn opgelegd.
13.2. Elke PARTIJ heeft steeds alle redelijke inspanningen geleverd opdat de door hem gevoerde activiteiten (ongeacht of deze van commerciële, administratieve of ondersteunende of enige andere aard zijn) geen inbreuk uitmaken op aan derden toekomende octrooien, merkrechten, auteursrechten (inclusief rechten op software), handelsbenamingen, knowhow, formules of enig ander intellectueel eigendomsrecht binnen of buiten België.
Elke PARTIJ beschikt als eigenaar of rechtmatig gebruiker over alle octrooien, merkrechten, auteursrechten, handelsbenamingen, knowhow, formules en andere intellectuele eigendomsrechten die nodig of dienstig zijn voor de uitvoering van het PROJECT.
13.3. De bepalingen van artikel 13.1 en 13.2 gelden zowel op het moment van de totstandkoming als gedurende de volledige duur van de OVEREENKOMST en hebben in het bijzonder – doch niet uitsluitend
– betrekking op de activiteiten gevoerd in het kader van het PROJECT.
13.4. Elke PARTIJ verklaart dat hij voor de uitvoering van het PROJECT of met betrekking tot de PROJECTRESULTATEN geen vennoot is in een stille vennootschap.
13.5. Elke PARTIJ verklaart dat hij rechtsgeldig is opgericht en op datum van de totstandkoming van deze overeenkomst beschikt over rechtspersoonlijkheid. Elke PARTIJ verklaart dat de persoon die in zijn naam en voor zijn rekening deze OVEREENKOMST aangaat, de rechtsgeldige bevoegdheid heeft om hem te vertegenwoordigen en te verbinden.
13.6. De BEGUNSTIGDE staat ervoor in dat elke ONDERZOEKSPARTNER in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST in het kader van de algemene zorgvuldigheidsnorm een gelijkaardige verklaring zoals bedoeld in dit artikel 13 aflegt.
Artikel 14: Aansprakelijkheid en Geschillen
14.1. Het Belgisch recht is van toepassing op de OVEREENKOMST.
14.2. De uitvoering van deze OVEREENKOMST kan, in geen geval, voor FIO om het even welke aansprakelijkheid meebrengen voor de schade aan personen, goederen of bedrijven welke rechtstreeks of onrechtstreeks voortspruit uit de uitvoering van het PROJECT of uit de door de BEGUNSTIGDE gevoerde activiteiten en gestelde handelingen in het algemeen.
14.3. Behoudens in de gevallen voorzien in artikel 14.4 van deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN, zullen de PARTIJEN en FIO de geschillen die tussen hen ontstaan met betrekking tot de interpretatie en de uitvoering van deze overeenkomst, eerst in onderlinge verstandhouding pogen te regelen.
De meest gerede partij zal daartoe aan de andere partij bij aangetekend schrijven een aanbod tot regeling in der minne van het geschil formuleren. Dit aanbod bevat de precieze omschrijving van het geschil volgens de partij, de beschrijving van het standpunt van de partijen vanuit hetzelfde oogpunt, een voorstel omtrent de procedure en de timing om het geschil te kunnen beslechten, en de feiten en de elementen die, voor deze partij en wat haar betreft, kunnen bijdragen tot het tot stand komen van een gezamenlijke oplossing.
De partij die het aanbod doet, wordt van rechtswege geacht dit te doen onder alle voorbehoud en zonder afstand van rechten, tot wanneer de andere partij bevestigt het aanbod te aanvaarden.
De andere partij zal het aanbod met welwillendheid onderzoeken en desgevallend na rechtstreeks overleg met de eerste partij, haar beslissing mededelen over dit aanbod. Deze beslissing wordt bij aangetekend schrijven medegedeeld aan de eerste partij binnen de maand sinds de verzenddatum van het aanbod van de meest gerede partij.
De beslissing van de andere partij over het aanbod van de meest gerede partij wordt door haar gemotiveerd voor elk van de elementen die vervat zijn in het aanbod van de meest gerede partij.
Als de andere partij instemt met het aanbod, is er een akkoord tot minnelijke regeling: in dat geval zal geen van de partijen gedurende een periode van drie maanden sinds de verzenddatum van het aanbod van de meest gerede partij, het geschil voor beslechting voorleggen aan de bevoegde rechtbank en zullen de partijen in minnelijke regeling een oplossing voor het geschil uitwerken volgens de bepalingen van het akkoord. Bij ontstentenis van een akkoord kan elk van de partijen het geschil voor de bevoegde rechtbank brengen. De periode van drie maanden kan verlengd of ingekort worden bij onderling akkoord tussen partijen. Ze vervalt van rechtswege en zonder ingebrekestelling, indien één van de partijen de door haar aangegane verplichtingen in de procedure niet nakomt, of geen uitvoering geeft aan de regeling van het geschil die tot stand is gebracht.
14.4. De procedure voorzien in artikel 14.3 is niet van toepassing voor vorderingen van FIO tot terugvordering van niet-verschuldigde sommen of van andere bedragen die door de BEGUNSTIGDE en/of de rechtstreeks betrokken PARTIJ aan FIO verschuldigd zijn, wanneer hij niet binnen dertig dagen na het verzoek daartoe tot terugbetaling is overgegaan.
De procedure voorzien in artikel 14.3 kan ook niet ingeroepen worden bij de opschorting van de SUBSIDIE ingevolge de voorwaarde(n) in artikel 9, noch ingeval van toepassing van de beroepsprocedure vermeld in artikel 10.4. of de in artikel 10.4, 2° alinea vermelde herziening van de SUBSIDIE op grond van formele vaststellingen door FIO.
14.5. Alleen de rechtbanken van Brussel zijn bevoegd om te oordelen over vorderingen betreffende geschillen met betrekking tot de OVEREENKOMST.
Artikel 15: Slotbepalingen
15.1. PARTIJEN komen uitdrukkelijk overeen dat de nietigheid of niet-uitvoerbaarheid van één of meerdere bepalingen van de OVEREENKOMST geen gevolgen heeft op de geldigheid of uitvoerbaarheid van de andere bepalingen ervan. Deze laatste bepalingen blijven dus onverminderd van kracht. PARTIJEN verbinden zich ertoe de nietige of niet-uitvoerbare bepalingen te vervangen door andere bepalingen of uitvoeringsmaatregelen waarmede zoveel als mogelijk de oorspronkelijke gemeenschappelijke bedoeling van de PARTIJEN wordt verwezenlijkt.
15.2. De beschrijvende woorden of zinnen aan de hoofding van de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, zijn enkel opgenomen om de lezing van de OVEREENKOMST en verwijzingen naar bepalingen te vergemakkelijken. Zij zijn geen deel van de OVEREENKOMST en definiëren, beperken of beschrijven geenszins de draagwijdte of inhoud van het artikel of de paragraaf waarop zij betrekking hebben.
15.3. Een PARTIJ kan niet geacht worden afstand te hebben gedaan van een recht of aanspraak uit de OVEREENKOMST of betreffende een wanprestatie van de andere PARTIJ, tenzij deze afstand uitdrukkelijk wordt gedaan en schriftelijk wordt meegedeeld.
Indien een PARTIJ bij toepassing van de vorige paragraaf afstand doet van rechten of aanspraken onder de OVEREENKOMST die hun oorzaak vinden in een in gebreke blijven of andere wanprestatie van de andere PARTIJ, kan deze afstand nooit worden geïnterpreteerd als afstand van enig ander recht onder de OVEREENKOMST of betreffende een in gebreke blijven of andere wanprestatie van een andere PARTIJ, zelfs indien beide gevallen grote overeenkomst vertonen.
15.4. Alle BIJLAGEN maken deel uit van en vormen één integraal geheel met de OVEREENKOMST.
15.5. De OVEREENKOMST vervangt alle vroegere mondelinge, schriftelijke of stilzwijgende overeenkomsten en bescheiden tussen PARTIJEN voor zover deze betrekking hebben op het voorwerp van de OVEREENKOMST.
15.6. De OVEREENKOMST wordt door FIO ten overstaan van de BEGUNSTIGDE ten persoonlijke titel aangegaan. De rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de OVEREENKOMST kunnen door BEGUNSTIGDE derhalve onder geen enkele vorm worden overgedragen zonder het voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van FIO. Deze onoverdraagbaarheid geldt eveneens in geval van overdracht onder algemene titel, zoals bij fusie, splitsing, inbreng van bedrijfstak of algemeenheid.
15.7. FIO is verantwoordelijk voor de bescherming van de gegevens die in het kader van een PROJECT worden verzameld. Voor de wijze waarop deze bescherming wordt geregeld, werd een privacybeleid uitgewerkt.
15.8. Wijzigingen aan de OVEREENKOMST dienen schriftelijk te geschieden en maken deel uit en vormen één integraal geheel met deze OVEREENKOMST.
15.9. Ingeval van tegenstrijdigheden of onverenigbaarheden in de OVEREENKOMST, heeft de BESLISSING TOT SUBSIDIETOEKENNING en eventuele later schriftelijk overeengekomen wijzigingen voorrang op deze ALGEMENE VOORWAARDEN INNOVATIESTEUN.