GREEN DEAL Eiwitrijke Gewassen
GREEN DEAL Eiwitrijke Gewassen
Partijen
1. De Minister voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de xxxx X. Xxxxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
2. De Minister van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw M.A.M. Xxxxxxxxxxx, hierna te noemen: EZK;
3. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw V.L.W.A. Xxxxxxx, hierna te noemen: XxxX;
Partijen genoemd 1 tot en met 3 ieder handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna samen te noemen: Rijksoverheid;
4. Gedeputeerde staten van de provincie Drenthe, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Drenthe;
5. Gedeputeerde staten van de provincie Flevoland, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Flevoland;
6. Gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Gelderland;
7. Gedeputeerde staten van de provincie Groningen, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Groningen;
8. Gedeputeerde staten van de provincie Limburg, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Limburg;
9. Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, namens deze de heer/mevrouw …
[functie], hierna te noemen: de provincie Noord-Brabant;
10. Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland, namens deze de heer/mevrouw …
[functie], hierna te noemen: de provincie Noord-Holland;
11. Gedeputeerde staten van de provincie Overijssel, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Overijssel;
12. Gedeputeerde staten van de provincie Zeeland, namens deze de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: de provincie Zeeland;
13. Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland, namens deze de heer/mevrouw …
[functie], hierna te noemen: de provincie Zuid-Holland;
Partijen genoemd onder 4 tot en met 13 ieder handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna samen te noemen: Regionale Overheid;
14. Aeres Hogeschool Almere vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Aeres;
15. Agraservice Lindenhols B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Lindenhols;
16. Agrifirm Group B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Agrifirm;
17. Brancheorganisatie Akkerbouw vertegenwoordigd door de heer X.X. xx Xxxx [voorzitter], hierna te noemen: BO Akkerbouw;
18. Bijzonder Brabants, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: LuPeel;
19. Compass Group Nederland B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Compass;
20. Coöperatie Koninklijke Avebe U.A. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Avebe;
21. Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Xxxxx;
22. Coöperatieve Rabobank U.A. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Rabobank;
23. CZAV vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: CZAV
24. De Nieuwe Melkboer B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: De Nieuwe Melkboer;
25. HAK B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: HAK;
26. HAS Hogeschool vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: HAS;
27. Herba Ingredients B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Herba;
28. Hutten Catering B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Hutten;
29. Impact Hub Amsterdam BV vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Impact Hub;
30. Keygene N.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Xxxxxxx;
31. L.L.T.B. Holding B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: LLTB;
32. Laarakker Groenteverwerking B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Xxxxxxxxx;
33. Lekker Lupine B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Lekker Xxxxxx;
34. Limagrain Nederland B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Limagrain;
35. LiveKindly Benelux B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: LiveKindly;
36. Local2local B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Local2Local;
37. Mariët Food Holland B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: MFH;
38. ME-AT Leeuwarden B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: ME-AT;
39. Meatless B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Me- atless;
40. Nederlandse Akkerbouw Vakbond vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: NAV;
41. Het openbaar lichaam Regio Foodvalley vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: Regio Foodvalley;
42. Rouveen Kaasspecialiteiten vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Rouveen;
43. Schouten Europe B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Xxxxxxxx;
44. SmaakPark B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Smaakpark;
45. Stichting Food Valley vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Foodvalley NL;
46. Stichting Het Wereld Natuur Fonds-Nederland vertegenwoordigd door de heer/mevrouw …
[functie], hierna te noemen: WNF NL;
47. Stichting ISPT-AFT vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Fascinating;
48. Stichting Xxxxx Xxxx Instituut vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: LBI;
49. Stichting Transitiecoalitie Voedsel vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Transitiecoalitie Voedsel;
50. Udea B.V. vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Udea;
51. Unilever Nederland vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: Unilever;
52. Vereniging Eiwitboeren van Nederland vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: Eiwitboeren van Nederland;
53. Vereniging Green Protein Alliance vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noemen: Green Protein Alliance;
54. Wageningen Universiteit/Wageningen University vertegenwoordigd door de heer/mevrouw
… [functie], hierna te noemen: Wageningen-UR;
55. Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: XXXX;
56. AgriFood Capital B.V vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [functie], hierna te noe- men: AgriFood Capital;
57. Praktijkcentrum voor Precisielandbouw vertegenwoordigd door de heer/mevrouw … [func- tie], hierna te noemen: Praktijkcentrum voor Precisielandbouw.
Partijen genoemd onder 14 tot en met 57 hierna samen te noemen: Ketenpartijen; Hierna alle Partijen samen te noemen: Partijen.
Algemene overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concur- rentievermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om sa- men met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kun- nen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden ver- groot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen
1. Deze Green Deal versnelt realisatie van:
I. de in de Nationale Eiwitstrategie (NES) geformuleerde wens om meer eiwit-zelfvoorzienend te worden;
II. een gezond verdienmodel voor een grotere groep Nederlandse telers van vlinderbloemigen en andere eiwitrijke gewassen;
III. een voedselomgeving die de aankoop stimuleert van levensmiddelen met daarin verwerkt plantaardige eiwitten van eigen bodem;
IV. een groter aandeel plantaardig eiwit van eigen bodem in levensmiddelen;
V. een optimale ketensamenwerking: veredeling, teelt, verwerking, aanbod. Circulaire princi- pes vormen hierbij een uitgangspunt.
2. Om in de behoefte aan plantaardig eiwit te voorzien wil de Europese Unie minder afhankelijk worden van de import van (deels niet-duurzame) eiwitrijke gewassen als soja, en meer zelf- voorzienend worden. De Europese Commissie heeft daartoe in 2018 een rapport uitgebracht waarin het aangeeft met lidstaten in gesprek te willen over regionale en nationale inspanningen om het economische potentieel van plantaardige eiwitgewassen te benutten1. In december 2020 presenteerde destijds minister van LNV Xxxxxx Xxxxxxxx de Nationale Eiwitstrategie (NES)2. De NES heeft als doel om de komende 5 tot 10 jaar de nationale zelfvoorzieningsgraad van nieuwe en plantaardige eiwitten te vergroten, op een duurzame manier, die bijdraagt aan de gezondheid van mens, dier en natuurlijke omgeving. In de huidige geopolitieke context zijn
1 EUR-Lex - 52018DC0757 - EN - EUR-Lex (xxxxxx.xx)
2 Nationale Eiwitstrategie | Kamerstuk | Xxxxxxxxxxxxx.xx
de nadelen van afhankelijkheid van de import van voedselingrediënten zichtbaarder dan ooit. De urgentie voor vergroten van ook de eiwitzelfvoorzieningsgraad is dan ook zeer actueel.
3. In de NES is aangekondigd dat een Green Deal Vlinderbloemigen wordt opgezet3, in te vullen met en door betrokkenen uit de gehele eiwitketen. Vlinderbloemigen zoals veldbonen, lupine, soja, kikkererwten, kidneybonen en bruine bonen worden, gezien hun stikstofbindende eigen- schappen, bestempeld als de ‘motor achter de kringlooplandbouw’. Naast besparing op kunst- mest biedt de teelt voordelen voor de biodiversiteit en bodemkwaliteit en past goed in de ge- wasrotatie in Nederland. In de praktijk is de opschaling van de teelt van vlinderbloemigen ech- ter nog weerbarstig gebleken, omdat de opbrengst nog niet voldoende robuust is en de verede- ling en het verdienmodel achterblijven bij dat van meer traditionele teelten. De Green Deal heeft als doel in gezamenlijkheid bij te dragen aan het slechten van deze barrières.
4. Naast vlinderbloemigen kunnen andere gewassen een bijdrage leveren aan het verminderen van de afhankelijkheid van import van eiwitrijke gewassen zoals soja. Denk aan quinoa en tarwe. Ook vormen plantaardige eiwitten uit reststromen een deel van de oplossing. Denk aan eiwit uit koolzaad-perskoek of eiwit uit aardappel. Partijen willen deze gewassen en bestaande stromen, nadrukkelijk vanuit de circulariteitsgedachte, niet uitsluiten. Daarom is de in de NES aangekondigde Green Deal Vlinderbloemigen hernoemd naar de Green Deal Eiwitrijke Gewas- sen. Initiële focus zal, conform de NES, blijven liggen op de stikstofbindende, vlinderbloemige gewassen.
5. De Green Deal Soja in Nederland, uitgevoerd van 1 januari 2016 tot 1 januari 2020, leverde inzichten die zijn benut bij de vormgeving en het opstellen van de Green Deal Eiwitrijke Ge- wassen. Zo bleek uit de Green Deal Soja in Nederland dat teelt van Xxxxxxxxx als vervanging voor diervoeder economisch lastig is. Ook de verschillen in opbrengsten, over jaren en regio’s, bleken een grote drempel voor telers. Dit vraagt om lange-termijn inzet op veredeling en ras- selectie.
6. Een uitgebreide online stakeholdersconsultatie met betrokkenen uit de gehele eiwit-waardeke- ten, uitgevoerd door het ministerie van LNV medio 20204, leverde de wens om in te zetten op het vergroten van de (directe) humane consumptie van plantaardige eiwitten, gegeven de posi- tieve lange-termijn duurzame impact. In zijn brief ‘Evaluatie voedselagenda 2016-2020 en het voedselbeleid’ van 29 maart 20225 geeft LNV aan zijn beleid te willen inzetten op onder meer een verschuiving in de consumptie van dierlijke en plantaardige eiwitten met een verhouding van 50%-50% in 2030. In lijn met deze beleidsambitie en in het licht van Sustainable Develop- ment Goal #12 van de Verenigde Naties zet deze Green Deal nadrukkelijk in op het verbinden van een duurzame teelt (productie) én consumptie.
7. Partijen erkennen dat eiwitrijke gewassen ook in de vorm van veevoer bijdragen aan het ver- minderen van de eiwitafhankelijkheid, het verkrijgen van schaalgrootte in de teelt en kritische massa voor keteninnovaties. In de volgordelijkheid ligt de focus van deze Green Deal primair op directe humane consumptie. Volledig gebruik en zo hoog mogelijke circulaire waardering van geproduceerde biomassa (vierkantsverwaarding) is een belangrijk uitgangspunt van deze Green Deal.
8. De vraag naar levensmiddelen rijk aan plantaardig eiwit, zoals onbewerkte peulvruchten en plantaardige variaties op vlees en zuivel, is de afgelopen jaren toegenomen. Het advies van de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum, dat iedere Nederlander een keer per week een por- tie peulvruchten consumeert, wordt evengoed nog niet gehaald6. Op basis van expertinterviews met producenten en retailers, alsook op basis van een studie uitgevoerd in opdracht van LNV door Wageningen-UR, is de schatting gemaakt dat in 2030 de (eiwit-)grondstofbehoefte voor genoemde levensmiddelen zich terugvertaalt naar een areaalbehoefte van circa 20.000 hec- tare, bij benadering tweemaal zo veel als het huidige areaal aan vlinderbloemigen voor hu- mane consumptie in Nederland. Partijen hebben de wens om een zo groot mogelijk deel van dit areaal, alsook de verwerking ervan, binnen de Nederlandse grenzen te realiseren.
9. Diverse regio’s zetten zich reeds in om telers en ketenpartners te ondersteunen. Denk aan ini- tiatieven zoals FlevoVeldboon (Flevoland), Zeeland Bonenland (Zeeland), het Fascinating-pro- gramma (Groningen), het Versnellingsprogramma Eiwitteelten (Overijssel), de Innovatiecoalitie
3 Nationale Eiwitstrategie | Kamerstuk | Xxxxxxxxxxxxx.xx
4 xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-000000.xxx, pagina 9
5 xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-00000-000.xxxx
6 Peulvruchten - Achtergronddocument bij Richtlijnen goede voeding 2015 | Advies | Gezondheidsraad
Eiwittransitie en Agroproeftuin de Peel (beide Noord-Brabant) en het Platform Nieuwe Teelten (Limburg). Het nationaal delen van kennis en ervaring draagt bij aan het opschalen van de teelt van eiwitrijke gewassen en het betrekken van telers en andere stakeholders in de keten.
10. Uit de hiervoor genoemde stakeholdersconsultatie met private partijen blijkt dat zij behoefte hebben aan een meer consistente communicatiestrategie richting specifieke consumentengroe- pen én een uitnodigende voedselomgeving waarin de betreffende producten nadrukkelijk zijn geplaatst. Waarbij de voordelen worden benadrukt van (producten op basis van) vlinderbloemi- gen voor boer, burger, bodem en biodiversiteit. Daarmee bijdragend aan de gewenste structu- rele gedragsverandering in aankoop en daarmee consumptietoename.
11. Monitoring van de voortgang van de afspraken in deze Green Deal is eveneens onontbeerlijk om de positieve dynamiek in de ketenbenadering vast te houden. Regelmatige ontmoetingen, fysiek en online, zullen hierin een belangrijke rol vervullen. Een nulmeting is een belangrijk on- derdeel van de monitoring voor de implementatie van inspanningen. Bestaande metingen en consumentenstudies/methodieken worden hiertoe als basis genomen; indien nodig worden nieuwe ontwikkeld met gekende partijen.
12. Uit gesprekken met verschillende private partijen blijkt dat de behoefte bestaat om op 2 kern- thema’s in te zetten en acties te ondernemen:
I. Concreter flankerend beleid en ondersteunende inspanningen van de Rijksoverheid & Regi- onale overheid. Uit de gesprekken met private partijen kwam de wens naar voren dat zo- wel de nationale overheid, in het bijzonder LNV als initiator van de NES, als provinciale overheden, bij voorkeur in samenwerking en afstemming, zich in zouden zetten om wetge- vende belemmeringen weg te nemen, de inzet van koplopende boeren positief uit te lich- ten, een gelijk speelveld binnen de Europese Unie te creëren en best practices te initiëren en te (blijven) ondersteunen.
II. Intensievere samenwerking door Ketenpartijen. Afstemming tussen ketenschakels, van veredeling tot en met consumptie, alsook krachtenbundeling tussen telers voor creatie van kritische massa. Ook het op grote(re) schaal beschikbaar krijgen van infrastructuur voor circulaire teelt en verwerking van eiwitrijke gewassen profiteert van verdere samenwerking tussen Ketenpartijen, en dat geldt ook voor (door-)ontwikkeling van kennis, inclusief moni- toring. Samenwerking ten behoeve van onderzoek naar de impact van de teelt van eiwit- rijke gewassen kan al op korte termijn worden geïnitieerd. Andere kennisbehoeften, bij- voorbeeld gericht op veredeling, vragen om lange termijn samenwerking door Ketenpar- tijen, inclusief commitment en publiek- private inzet. De hiermee ontwikkelde kennispositie kan bijdragen aan een sterkere positie van NL met het oog op internationale ketens. Tot slot kunnen Ketenpartijen intensiever samenwerken op het gebied van doelgroepgerichte communicatie én realisatie van een voedselomgeving die aankoop van producten op basis van nationaal geteelde vlinderbloemigen stimuleert.
13. LNV geeft aan, met in achtneming van de markt-ordenende regelgeving en het mededingings- recht, belang te hechten aan een betere samenwerking binnen de keten om met eiwitgewassen aan de slag te gaan, waarbij zowel Ketenpartijen en agrariërs gezamenlijk op een evenwichtige manier komen tot prijsvorming van eiwitgewassen. Op die manier kunnen zowel de agrariër als ketenpartijen een goede boterham verdienen aan eiwitgewassen
14. Partijen delen de visie dat deze Green Deal succesvol is wanneer de volgende resultaten wor- den bereikt:
I. Creatie van meerwaarde voor plantaardige eiwitten van eigen bodem, voor teler, verede- laar, verwerker, consument en overheid;
II. Maximale invulling van de groeiende vraag naar plantaardig voedsel en stimulering van het aanbod van producten met vlinderbloemigen en ander eiwitrijke gewassen van Nederlandse bodem;
III. Financieel aantrekkelijker inbedding en waardering van de teelt van stikstofbinders in het bouwplan voor Nederlandse telers;
IV. Hogere plantaardige eiwit-zelfvoorziening én meerwaarde voor de samenleving door bij- drage aan het oplossen van stikstofproblematiek, een betere bodemkwaliteit, een grotere biodiversiteit en gezondere voeding.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1. Doel
Doel van deze Green Deal is opschaling van de Nederlandse teelt en verwerking van eiwitrijke ge- wassen, primair bestemd voor humane consumptie, met een focus op stikstofbindende vlinderbloe- migen.
2. Inzet en acties
Artikel 2. Inzet en acties Rijksoverheid
1. LNV is als onderdeel van de Rijksoverheid primair verantwoordelijk voor de coördinatie van deze Green Deal voor wat betreft de inzet van de Rijksoverheid.
2. Op basis van een analyse of inventarisatie van de overige Partijen van mogelijke knelpun- ten of belemmeringen in wet- en regelgeving ten aanzien van de productie en verwerking van eiwitgewassen van Nederlandse bodem voor humane consumptie zal LNV zich inspan- nen om dit waar wenselijk en mogelijk aan te passen of om oplossingsrichtingen te ontwik- kelen en waar nodig in af te stemmen met XxxX en EZK.
3. LNV zet zich in om de teelt van stikstofbindende gewassen op te nemen als eco-activiteit in de ecoregelingen van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, om daarmee deze teelten via het nieuwe puntensysteem financieel te waarderen. Gedurende de looptijd wordt de weging van de verschillende eco-activiteiten geëvalueerd.
4. LNV spant zich in om middels prioritering van thema's en agenda's voor innovatie- en on- derzoeksprogramma's gericht op maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën, de verdere ontwikkeling van de productie en verwerking van eiwitgewassen van Nederlandse bodem voor humane consumptie te bevorderen. LNV houdt hierbij rekening met de inzet van de Regionale overheid. Onder deze onderzoeksprogrammering vallen onder andere de kennis- en innovatieagenda Landbouw, Water, Voedsel vanuit de topsectoren Agri & Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Water & Maritiem. In deze agenda zijn de Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) A4 (Eiwitvoorziening voor humane consump- tie uit (nieuwe) plantaardige bronnen) en ST2 (Biotechnologie en veredeling) opgenomen.
5. LNV spant zich in om regionaal, nationaal en internationaal de voor deze Green Deal rele- vante kennis en ervaring te delen met de overige Partijen en anderen om zo het lokale eco- systeem te versterken en lokaal ketens te sluiten.
6. LNV stimuleert door standpuntvorming in EU-verband de productie en import van duur- zaam geteelde soja die geschikt is voor humane consumptie.
7. LNV onderzoekt de mogelijkheid om plantaardige eiwitbronnen uit een korte keten aan te bieden in de bedrijfsrestaurants van de Rijksoverheid.
Artikel 3. Inzet en acties Regionale Overheid
1. Het faciliteren van organiserend vermogen voor kennisdeling, ondersteuning van (korte) ke- tens en groei van het areaal eiwitrijke gewassen van Nederlandse bodem, stimuleren van inno- vaties en pilots. Gericht op onder meer teeltverbetering en het inzetten van bestaande en nieuwe technieken ter verbreding van het (innovatieve) ingrediënt- en productaanbod.
2. Het gezamenlijk, regionaal, nationaal en internationaal, delen van kennis en ervaring om zo het lokale ecosysteem te versterken en lokaal ketens te sluiten.
3. Verbinding en opschaling van regionale initiatieven op het gebied van teelt, veredeling en ver- werking gericht op nieuwe en verbeterde verdienmodellen en de inzet van innovatieve techno- logieën die leiden tot duurzame en gezonde producten.
4. Ondersteunende rol bij het opzetten van langjarige innovatie-, kennis- en opschalingsprogram- ma's, waarbij een uitvoerende rol is weggelegd voor bijvoorbeeld The Protein Community (Foodvalley NL), de regionale ontwikkelingsmaatschappijen en Fascinating. Daarbij wordt inge- zet op het verwerven van middelen uit het Nationaal Groeifonds en Europese middelen.
5. Vormgeven van internationale en nationale samenwerking door, binnen de bevoegdheden van Regionale Overheden, optimaal gebruik te maken van bestaande regelingen, zoals het Plattel- ands Ontwikkelprogramma (POP3), Interreg, Operationeel Programma-Zuid-Nederland en GLB/ Eco-regeling.
6. Inzetten voor een inkoopbeleid in de catering ten faveure van plantaardige eiwitproducten met daarin verwerkt vlinderbloemigen uit een korte keten.
Artikel 4. Inzet en acties Ketenpartijen
1. Udea, Hutten, Agrifirm, Herba, ME-AT, Meatless, ZLTO, LBI, Laarakker en CZAV zetten zich in voor lange termijn afspraken tussen hen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, en Nederlandse telers.
2. Udea, Lekker Lupine, Lindenhols, LuPeel, Laarakker, Rouveen, LBI, De Nieuwe Melkboer, Agri- firm en MFH zetten zich in voor het ontwikkelen van (verschillende) lokale vlinderbloemige- ketens, van grond tot mond.
3. Binnen 2 jaar na de start van deze Green Deal wil Hutten jaarlijks 45.000 kilogram peulvruch- ten afnemen van Nederlandse telers, ofwel circa 20% van de gewenste behoefte in 2030. Niet later dan 2030 wil Hutten minimaal 80%, ofwel circa 180.000 kilogram peulvruchten afnemen van Nederlandse telers.
4. Fascinating, Avebe en Cosun zetten zich in voor het telen en verwerken van eiwitrijke gewas- sen tot nutritioneel hoogwaardige ingredienten en producten. Fascinating zet zich in om ver- werkingscapaciteit te ontwikkelen voor opwerking van eiwit uit restromen. De verwerkingsca- paciteit kan mogelijk ook worden ingezet voor de verwerking van vlinderbloemigen.
5. Foodvalley NL deelt de uitkomsten van Co-Fresh, een EU-Horizonproject waarin 12 Neder- landse bedrijven zijn betrokken om de Nederlandse veldbonenketen te optimaliseren, met de overige Partijen.
6. Foodvalley NL en NAV ondersteunen Eiwitboeren van Nederland bij het starten en uitrollen van de producentenorganisatie voor telers van vlinderbloemigen, onder meer gericht op delen van praktische teeltervaringen, kwantificering/onderbouwing van kostprijzen en gezamenlijke af- stemming met ketenpartners.
7. Hutten, Smaakpark, Schouten, Regio Foodvalley en Foodvalley NL richten zich op een breder aanbod van fermentatief verkregen producten via inzet van chefs, applicatielabs en andere in- novatiemogelijkheden.
8. LiveKindly zet zich in voor het onderzoeken van de mogelijkheden van lokale grondstoffen voor vleesopvolgers en de potentie daarvan op de Nederlandse markt.
9. Lekker Lupine, in samenwerking met Local2Local, de cateraar van de Rabobank en Compass, ontwikkelt een plan om lupinebonen structureel op het menu te zetten van het hoofdkantoor van de Rabobank alsmede tijdelijk op het menu van geselecteerde restaurants op de Floriade Expo 2022 in Almere.
10. Rabobank en Regio Foodvalley zetten beschikbare tools, partnerships, hun programma’s en uitgebreide netwerk in om bij te dragen aan de realisatie van de ambities van deze Green Deal. Voor Rabobank betreft het onder meer Waardecreatie in Ketens met onder meer LTO Nederland en Rabo Food Forward; voor Regio Foodvalley betreft het onder meer het pro- gramma Voeding voor een Gezond leven.
11. LLTB zet zich vanuit het Platform Nieuwe teelten Limburg (io) in voor afstemming van thema- gerelateerde ontwikkelingen met bij de Green Deal betrokken Partijen, delen van kennis en kunde met betrekking tot lopende en in ontwikkeling zijnde regionale projecten en initiatieven, waaronder Verbonden Peelproeftuinen met een focus op lupine en veldboon alsook verbinding met relevante ontwikkelingen binnen het Brightlands ecosysteem.
12. Regio Foodvalley, Foodvalley NL en Smaakpark onderzoeken de mogelijkheden voor realisatie van apparatuur voor het testen en opschalen van innovatieve, smakelijke producten op basis van lokaal geteelde vlinderbloemigen, zoals te verkrijgen via fermentatie.
13. Impact Hub en Foodvalley NL ondersteunen jonge ondernemingen bij de businesscreatie van innovatieve producten en merken op basis van Nederlands geteelde peulvruchten en koppelen bestaande ondernemingen aan lokale ingrediënten om een afzetmarkt voor plantaardige eiwit- ten van eigen bodem te faciliteren.
14. AgriFood Capital B.V stelt via haar programma AgroProeftuin de Peel grond beschikbaar aan ondernemers voor teeltproeven met eiwitrijke gewassen. De proeven worden begeleid door de HAS Hogeschool.
15. Het Praktijkcentrum voor Precisielandbouw organiseert samen met Wageningen-UR en Proeflo- catie Vredepeel proeven met gewasrotatie voor de Boerderij van de Toekomst Zuid-Oostelijke Zandgronden. Deze proeven dienen als basis voor een Life Cycle Assessment op vlinderbloe- migen, tot aan de oogst.
16. HAK ontwikkelt de lokale teelt van exotische peulvruchten zoals Red kidneybonen en stimu- leert het opnieuw op de kaart zetten van bekende peulvruchten in andere maaltijdtoepassin- gen, ofwel het promoten van de consumptie van lokaal geteelde peulvruchten.
17. LBI en Wageningen-UR kwantificeren de bijdrage van vlinderbloemigen in een duurzaam land- bouwbeleid, waaronder stikstofbinding. De resultaten zijn tevens in te zetten voor monitoring van de effecten van deze Green Deal;
18. LBI, Wageningen-UR, HAS bundelen krachten met andere onderzoeks- en onderwijsinstellin- gen om een toegankelijk kennisplatform te creëren voor de teelt van vlinderbloemigen.
19. Wageningen-UR spant zich in voor indiening van een aanvraag voor een project van een Top- consortium voor Kennis en Innovatie waarbij agronomie (teelt, rasselectie) wordt verbonden de impact op eiwitkwaliteit en flavour.
20. HAS, Aeres en de Wageningen-UR integreren, in samenwerking met overkoepelende samen- werkingsorganisaties zoals Groenpact, de aandacht voor vlinderbloemigen in hun onderwijs-en onderzoeksprogramma’s en spannen zich in om andere onderwijsinstellingen hierbij te betrek- ken.
21. Limagrain volgt de opschaling van de teelt van vlinderbloemigen in Nederland, deelt haar be- vindingen met de overige Partijen en besluit in een later stadium of het een verdelingspro- gramma start specifiek voor de Nederlandse teelt van veldbonen en/of andere vlinderbloemi- gen.
22. Xxxxxxx zet zich in om de ontwikkeling van technologieplatforms voor de veredeling van ei- withoudende gewassen voor humane consumptie door te zetten met de keten, waarbij stimu- lering/financiering op korte en middellange termijn nog moet worden georganiseerd.
23. LBI, Wageningen-UR, HAS, Aeres stellen een voorstel op voor een publiek-privaat samenwer- kingsproject met als doel de voor de consument beschikbare plantaardige eiwitbronnen te ver- groten met een verhoogde opneembaarheid/beschikbaarheid van eiwitten/aminozuren en ver- minderde mate van processing.
24. Wageningen-UR, HAS, Aeres, LBI maken voorstellen voor publiek-private samenwerkingspro- jecten met private partners (zoals Schouten, Unilever, Meatless en BO Akkerbouw) met als doel de teelt van grondstoffen in Nederland technisch en bedrijfseconomisch mogelijk en aan- trekkelijk te maken en daarmee op lange termijn de leveringszekerheid voor de verwerkende industrie te borgen.
25. Local2Local onderzoekt hoe blockchain kan ondersteunen bij het realiseren en monitoren van deze Green Deal en deelt haar bevindingen met de overige Partijen.
26. Green Protein Alliance, Foodvalley NL en Transitiecoalitie Voedsel bespreken tijdens bijeen- komsten de vorderingen van deze Green Deal en betrekken hierbij de overige Partijen.
27. Green Protein Alliance start in Noord Brabant via het CHIEF initiatief een pilot om de voedsel- omgeving in een supermarkt of restaurant, zodanig in te richten dat de keuze voor producten op basis van eiwit van vlinderbloemigen wordt bevorderd.
28. Green Protein Alliance en Transitiecoalitie Voedsel delen met de overige Partijen ervaringen van haar leden aangaande verandering van consumptiegedrag, ter stimulering van de con- sumptie van producten met daarin verwerkt Nederlands geproduceerde vlinderbloemigen.
29. WWF NL besteedt in het kader van haar programma/campagne Eetplan voor de Planeet aan- dacht aan de waarde van vlinderbloemigen voor de biodiversiteit in Nederland en aan het be- lang van de consumptie van peulvruchten.
30. Compass en Hutten zetten zich in voor passende catering van het lanceerevent van deze Green Deal en tijdens de gehele Floriade.
3. Slotbepalingen
Artikel 5. Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
1. De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de
Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
2. Bij de uitvoering van deze Green Deal zullen Partijen zijnde private partijen borgen dat handelin- gen in het kader van de uitwerking van deze deal niet in strijd zijn met het Europese of nationale mededingingsrecht, door deze vooraf te laten beoordelen door een daartoe door hun gezamenlijk aangewezen mededingingsjurist.
Artikel 6. Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 7. Evaluatie
Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal voor januari 2025 evalueren en aan- bevelingen doen ter verlenging of een opvolgende deal. Partijen benadrukken dat de uitdagingen van deze Green Deal, specifiek de inzet gerelateerd aan rasselectie en veredeling lange termijn in- zet vereisen.
Artikel 8. Governance
1. De uitvoering van deze Green Deal wordt begeleid door een stuurgroep, een kerngroep en een ketenregisseur.
2. De stuurgroep heeft tot taak de voortgang van de Green Deal te bespreken en indien nodig Par- tijen aan te spreken daarop. Partijen streven ernaar dat de samenstelling van de stuurgroep een afspiegeling is van de gehele keten. De stuurgroep bestaat uit in elk geval een of meer vertegen- woordigers van LNV en de Regionale Overheid en een representatieve vertegenwoordiging van de overige Partijen. De stuurgroep vergadert maximaal 6 keer per jaar of volgens een andere, door de stuurgroep gekozen, frequentie. Deze vergaderingen worden mogelijk roulerend georganiseerd door één van de vertegenwoordigers uit de stuurgroep. Van de vergaderingen wordt in overleg door één van de vertegenwoordigers een verslag gemaakt dat wordt verspreid onder alle Partijen.
3. De kerngroep heeft tot taak het informeren van de stuurgroep over de inzet en acties van Par- tijen en de stuurgroep te adviseren over acties die ondernomen kunnen worden om de uitvoering van de Green Deal te bespoedigen of te verbeteren. Partijen streven ernaar dat de samenstelling van de kerngroep een afspiegeling is van de gehele keten. De kerngroep bestaat in elk geval uit één of meer vertegenwoordigers van LNV en de Regionale Overheid en een representatieve verte- genwoordiging van de overige Partijen. De kerngroep vergadert een keer per maand of volgens een andere, door de kerngroep gekozen, frequentie. Deze vergaderingen worden georganiseerd door één van de vertegenwoordigers uit de kerngroep. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt dat wordt verspreid onder alle Partijen.
4. Tot 1 januari 2023 zullen de samenstellingen van de stuurgroep en de kerngroep gebaseerd zijn op de samenstelling van de groepen met vertegenwoordigers van een aantal Partijen die het op- stellen van deze Green Deal hebben voorbereid. Partijen besluiten tijdig over de samenstelling van de stuurgroep en de kerngroep gedurende de verdere looptijd van de Green Deal.
5. De ketenregisseur heeft tot taak Partijen te ondersteunen bij het uitvoeren van hun inzet en ac- ties in het kader van deze Green Deal. De ketenregisseur wordt aangesteld door LNV en de overige leden van de stuurgroep kunnen met LNV overleggen over de invulling van deze uitvraag.
6. Partijen rapporteren de voortgang van hun acties en inzet minimaal eens per half jaar aan de kerngroep.
7. Voor het eerst in juni 2023, en daarna eens per half jaar, wordt een bijeenkomst georganiseerd voor en met alle Partijen. Op deze bijenkomsten wordt de algehele voortgang van de uitvoering van deze Green Deal gepresenteerd, met het doel elkaar te inspireren in het implementatietraject en mogelijk nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. Deze bijeenkomsten worden roulerend gefaciliteerd door de Green Protein Alliance, Foodvalley NL, Fascinating, de Transitiecoa- litie Voedsel en Innovatie Alliantie Brabant die tevens als host optreden. Daarnaast kunnen bijeen- komsten worden georganiseerd voor alle of een aantal Partijen waarbij een bepaald deelthema wordt besproken.
Artikel 9. Financiën
1. Enkele van de Partijen zijn bereid middelen beschikbaar te stellen voor de kosten voor de uit- voering van de Green Deal Eiwitrijke Gewassen, in het bijzonder de organisatie van de samenwer- king. Hiertoe zullen zij na inwerkingtreding van deze Green Deal nadere financiële afspraken ma-
ken die door de stuurgroep worden vastgesteld.
2. De financiële afspraken zullen worden gehecht aan deze Green Deal en daar onderdeel van uit-
maken.
3. LNV zal bij het beschikbaar stellen van een bijdrage de relevante Unierechtelijke en nationale wet- en regelgeving en procedures in achtnemen.
Artikel 10. Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de stuurgroep. Zo- dra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetre- dende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 11. Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Eiwitrijke Gewassen.
Artikel 12. Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van zes weken schriftelijk opzeggen.
Artikel 13. Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte af- dwingbaar is.
Artikel 14. Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 14 juli 2025. Partijen treden uiterlijk 6 maanden voor laatstgenoemde datum in overleg over voortzetting van hun samenwerking in een samenwerkingsovereenkomst of een an- dere vorm van afspraken.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 15. Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in [pm]voud ondertekend op 14 juli 2022.
[partij 1 …], vertegenwoordigd door [pm functie], [pm naam]; [partij 2 …], vertegenwoordigd door [pm functie], [pm naam];
[partij 3 …], vertegenwoordigd door [pm functie], [pm naam]; et cetera