PROGRAMMA VOORWAARDEN
PROGRAMMA VOORWAARDEN
inzake het ADAPTIEF CONSORTIUM EMISSIELOOS BOUWEN 2
waarbij breedschalig meegenomen PROGRAMMALIJN PREFAB
Deze Programmavoorwaarden zijn gebaseerd op de jaarlijkse subsidie die wordt verleend op basis van de TNO-wet d.d. 1 januari 2019 (hierna “Rijksbijdrage”), de “Wet van 29 februari 1996, houdende vaststelling regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Economische Zaken (“Kaderbesluit nationale EZK – en LNV - subsidies”), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de door het ministerie van EZK op TNO van toepassing verklaarde paragraaf 2.2.2 van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling en innovatie (Mededeling nr. (2022/C 414/01) tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten bij acties in het kader van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor Onderzoek en ontwikkeling en innovatie en is een gevolg van de subsidieovereenkomst:
• Subsidieverlening aan TNO voor Emissieloos Bouwen 2 Programmalijn Prefab, zoals beschreven in Programmatoekenning (bijlage 1),
Deze Programmavoorwaarden gelden tussen TNO en alle Deelnemers aan het Adaptief Consortium die het Toetredingsdocument hebben ondertekend.
In aanmerking nemende dat
a. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (hierna verder te noemen “BZK”) aan de Nederlandse Organisatie voor Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek TNO (hierna verder te noemen: “TNO”) gevraagd heeft om een programma op te zetten in zake "Programmalijn Prefab" (hierna verder te noemen: het ”Programma”);
b. Dit Programma een vervolg is op het “BTIC Emissieloos bouwen – Deeltraject 4: Industriële / modulaire prefab bouw programma” dat van 2021 – 2023 heeft gelopen en waarvan TNO penvoerder was;
c. BZK TNO gevraagd heeft op te treden als Programmasubsidie begunstigde en regie voerend Penvoerder van het Programma;
d. BZK aan TKI Bouw en Techniek gevraagd heeft om als Deelnemer aan het Programma, brede, overkoepelende en Programmaproject overstijgende activiteiten ten bate van het Programma uit te voeren;
e. BZK aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna verder te noemen: “EZK") heeft gevraagd om de middelen voor het Programma via de Rijksbijdrage brief ter beschikking te stellen aan TNO;
f. Daaropvolgend EZK (als “Subsidiegever”) voor de uitvoering van het Programma aanvullende financiering in de Rijksbijdrage aan TNO ter beschikking heeft gesteld zoals beschreven in de brief (“Programmatoekenning”) d.d., (hierna verder te noemen: de “Programmasubsidie”);
g. De Programmasubsidie bestaat uit de twee separate componenten Programmasubsidie TNO en Programmasubsidie overige Deelnemers;
h. Het aandeel in de Programmasubsidie van TKI Bouw en Techniek valt onder de Programmasubsidie overige Deelnemers. TKI Bouw en Techniek dient te waarborgen dat haar aandeel in de Programmasubsidie wordt gebruikt voor niet-economische activiteiten in conformiteit met de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling en innovatie (Mededeling nr. 2022/C 414/01) tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten bij acties in het kader van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor Onderzoek en ontwikkeling en innovatie;
i. Conform de Programmasubsidie EZK de additionele Rijksbijdrage aan TNO zal overmaken, waarbij TNO de taak/verplichting heeft de Programmasubsidie overige Deelnemers aan de individuele Deelnemers over te maken conform deze Programmavoorwaarden en het vastgestelde Programmaplan (inclusief het Programmabudget en Plan van Aanpak Programmalijn Prefab). Indien een of meerdere overige Deelnemers geen Programmasubsidie ontvangen is de taak/verplichting van TNO de Programmasubsidie aan die overige Deelnemers over te maken niet van toepassing;
j. BZK en EZK in samenspraak met TNO de Programmavoorwaarden hebben opgesteld inzake het vormen van een Adaptief Consortium Programmalijn Prefab, welke voorwaarden zijn vastgelegd in onderhavig document. Vanwege hun specifieke rol is TKI Bouw en Techniek ook in dit proces betrokken;
k. Deze Programmavoorwaarden nadere afspraken bevatten ten aanzien van de samenwerking tussen TNO en de Deelnemers bij de uitvoering van het Programma;
l. Programmalijn Prefab een adaptief consortium is. Adaptief in dit kader wil zeggen dat Partijen er rekening mee houden dat gedurende de looptijd van het Programma de samenstelling van het Consortium zal kunnen wijzigen. Enerzijds door latere toetreding van Deelnemers, anderzijds door het uitstappen van Deelnemers op het moment dat bepaalde onderdelen van het Programmaplan / Programmaprojecten zijn afgerond. Adaptief brengt ook met zich mee dat in deze Programmavoorwaarden is geanticipeerd op situaties en scenario’s die zich mogelijk in de toekomst voor kunnen gaan doen zodat de Programmavoorwaarden robuust en bestendig zijn;
m. Deelnemers zich hebben gecommitteerd aan de Programmavoorwaarden door ondertekening van het Toetredingsdocument. NB: Gezien sprake is van een separaat programma hebben deelnemers aan het programma “BTIC Emissieloos bouwen – Deeltraject 4: Industriële / modulaire prefab bouw programma” die ook Deelnemer worden in dit Programma zich ook gecommitteerd aan de Programmavoorwaarden door ondertekening van het Toetredingsdocument;
n. Ten aanzien van de Programmasubsidie TNO geldt de regelgeving (inclusief rapportageverplichtingen) uit de Rijksbijdrage TNO;
o. Ten aanzien van de Programmasubsidie overige Deelnemers geldt de regelgeving (inclusief het controleprotocol) uit de Kaderbesluit nationale EZK – en LNV – subsidies (bijgevoegd bij deze Programmavoorwaarden);
p. Ten aanzien van middelen anders dan de Programmasubsidie geldt dat het de eigen verantwoordelijkheid van de individuele Deelnemers is om te voldoen aan daarvoor geldende regelgeving en eventuele afspraken met de verstrekker(s) van die middelen. Hierbij geldt dat de bepalingen van deze Programmavoorwaarden onverkort van kracht blijven;
q. De verantwoordelijkheid van TNO voor de Programmasubsidie overige Deelnemers beperkt zich tot het ontvangen en overmaken daarvan en zal niet leiden tot omzet bij TNO; TNO zal als penvoerder zorgdragen voor het verzamelen van verantwoordingen en rapportages van de overige Deelnemers ten behoeve van EZK als Subsidiegever en BZK als inhoudelijk regievoerder over het programma;
r. Integraal onderdeel van de Programmavoorwaarden zijn het Programmaplan/de
Projectplannen/deelprogramma’s, waarin de specifieke taken en/of werkzaamheden van de individuele Deelnemers nader zijn beschreven, alsmede het/de Programmabudget(ten), waarin de financiële bijdragen van de individuele Deelnemers nader zijn beschreven (bijvoorbeeld subsidiabel deel, eigen-bijdrage, in-kind, in-cash, etc.);
s. TNO dit Programma als Penvoerder uitvoert als onderdeel van het Kennis-, Opschaling- en Praktijkervaringsprogramma van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen;
t. Uitvoering van het Programma onafhankelijk plaatsvindt. In lijn daarmee voeren TNO en de andere Partij(en) die de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit hebben onderschreven het Programma uit volgens de principes en normen zoals daarin beschreven.
Artikel 1 - Definities
1.1 In deze Programmavoorwaarden wordt verstaan onder:
‘Afstemmingsoverleg Prefab’: betekent het ultieme besluitvormende orgaan voor de uitvoering van het Programma binnen de kaders van de Programmatoekenning. Het Afstemmingsoverleg Prefab is verantwoordelijk voor het geven van strategische richting aan het Programma en keurt het Programmaplan goed. Het Afstemmingsoverleg Prefab wint advies in over belangrijke kwesties van de Algemene Vergadering en/of de Programma Adviesraad Prefab;
‘AGVV’: betekent Algemene Groepsvrijstellingsverordening 2023/315;
‘Algemene Vergadering’: betekent het orgaan van het Consortium waarin elke Partij is vertegenwoordigd, dat de rechten heeft voorstellen te doen aan het Afstemmingsoverleg Prefab en het Afstemmingsoverleg Prefab te adviseren over alle beslissingen;
'Basiskennis': Voor zover deze relevant zijn voor het Programma, alle Intellectuele Eigendomsrechten, alsmede kennis (waaronder niet openbaar gemaakte Know-how en Bedrijfsgeheimen), ervaring en andere informatie waartoe een Partij gerechtigd is en die niet binnen het kader van het Programma is ontstaan. Hieronder vallen tevens door de Partijen binnen het kader van het Programma aan elkaar ter beschikking gestelde objecten zoals, maar niet beperkt tot hulp- en/of testmaterialen, samples, prototypes, informatiedragers en/of computerprogrammatuur die niet binnen het kader van het Programma is ontstaan;
‘Bedrijfsgeheimen’: informatie die voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven in artikel 1 van de ‘Wet bescherming bedrijfsgeheimen’;
'Bijlage': een bijlage bij deze Programmavoorwaarden;
‘Consortium’ of ‘Adaptief Consortium’: het adaptief consortium bestaande uit TNO en de Deelnemers; 'Consortiumorgaan’: de in artikel 5.1 genoemde organen;
‘Contractprocedé’: een technologie of werkwijze die tot de Programmaresultaten behoort;
‘Contractproduct’: een product of dienst, behorend tot de Programmaresultaten of geproduceerd of geleverd met gebruikmaking van een Contractprocedé;
‘Deelnemer’: een deelnemer aan het Adaptief Consortium ter uitvoering van het Programma die het Toetredingsdocument heeft ondertekend;
'Eigen Bijdrage': het aandeel in de Programmakosten dat een Deelnemer voor eigen rekening neemt, zoals omschreven in de Programmatoekenning en waar van toepassing nader gespecificeerd is in het Projectvoorstel;
'Einddatum': de einddatum van het Programma volgens de Programmatoekenning;
'Exploitatie': productie of distributie van een Contractproduct, de toepassing van een Contractprocedé of het in licentie geven van Intellectuele Eigendomsrechten op Programmaresultaten, alsmede het doorgeven van Know-how om de vervaardiging of het gebruik ervan mogelijk te maken;
'Groep': een groep waarin een Partij met andere rechtspersonen of vennootschappen organisatorisch is verbonden, zoals bedoeld in artikel 24b Boek 2 Burgerlijk Wetboek;
'Groepsmaatschappij': een rechtspersoon of vennootschap waarmee een Partij in een Groep is verbonden, zoals bedoeld in artikel 24b Boek 2 Burgerlijk Wetboek;
Gunningsadvies: De Programma Adviesraad Prefab adviseert de Programmamanagers over welke Projectvoorstellen het beste scoren op de vastgestelde Gunningscriteria;
Gunningsbesluit: de Programmamanager TNO stuurt het Gunningsadvies naar BZK. BZK besluit over toekenning;
Gunningscriteria: De Programma Adviesraad Prefab stelt de gunningscriteria vast op basis van een gezamenlijk voorstel door TKI Bouw en Techniek en TNO;
'Intellectuele Eigendomsrechten': alle intellectuele en industriële eigendomsrechten, waaronder, maar niet beperkt tot, auteurs-, databank-, handelsnaam-, kwekers-, model-, merk- en octrooirechten en rechten ten aanzien van topografieën van halfgeleiders en domeinnamen;
'Know-how': een geheel van niet-geoctrooieerde praktische informatie, voortvloeiend uit ervaring en onderzoek, die geheim, wezenlijk en geïdentificeerd is; "geheim" betekent dat de Know-how niet algemeen bekend of gemakkelijk verkrijgbaar is; "wezenlijk" betekent dat de Know-how informatie omvat die onmisbaar is voor de vervaardiging van Contractproducten of de toepassing van een Contractprocedé; "geïdentificeerd" betekent dat de Know-how zodanig volledig beschreven is dat kan worden nagegaan of deze geheim en wezenlijk is;
'Kosten': de kosten die volgens de Programmatoekenning en het Programmaplan (inclusief het Programmabudget en het Plan van Aanpak Programmalijn Prefab) zijn verbonden aan de uitvoering van het Programma; voor zover een deelnemer de omzetbelasting kan terugvorderen, zijn deze kosten exclusief omzetbelasting;
'NGWI': Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit. Deze is hier te vinden of via de website van TNO;
'Onderzoek en Ontwikkeling': de verwerving van Know-how ten aanzien van producten of werkwijzen, de uitvoering van theoretische analyses, systematische studies of experimenten, met inbegrip van experimentele productie en technische tests van producten of werkwijzen, de inrichting van de daartoe benodigde installaties en de verwerving van Intellectuele Eigendomsrechten voor de resultaten;
'Partij': TNO en xxxx Xxxxxxxxx;
'Penvoerder': betekent de Partij die is aangewezen door EZK als Programmasubsidiebegunstigde (Rijksbijdrage TNO) en regievoerder (Kaderbesluit nationale EZK – en LNV – subsidies). Deze partij is TNO;
'Plan van Aanpak Programmalijn Prefab': het Plan zoals omschreven in ”Programmalijn Prefab - Onderdeel van het Kennis-, Opschaling- en Praktijkervaringsprogramma binnen SEB, versie 2.0, 23 februari 2024”, waarin het Programma en de begroting van de kosten zijn beschreven;
'Projectdeel': de aanspraak van een Partij op een deel van de Programmasubsidie volgens de Programmatoekenning en zoals nader gespecificeerd in haar Projectvoorstel, vermeerderd met de Eigen Bijdrage van die Partij;
Projectvoorstel: Een voorstel van één of meerdere Partijen voor onderzoek, dat is ingediend bij het TKI Bouw en Techniek, zoals beschreven in het 'Plan van Aanpak Programmalijn Prefab’.
‘Programma’: het programma zoals omschreven in het Programmaplan inclusief alle door BZK gedurende de looptijd geaccordeerde wijzigingen;
‘Programmamanager TKI Bouw en Techniek’: betekent de verantwoordelijke programmamanager benoemd door TKI Bouw en Techniek die toezicht houdt op de resultaten van het Programma met betrekking tot communicatie en disseminatie;
‘Programmamanager TNO’: betekent de verantwoordelijke programmamanager benoemd door TNO die toezicht houdt op de resultaten van het Programma met betrekking tot technische en financiële zaken;
‘Programmamanagers’: betekent de Programmamanager TKI Bouw en Techniek en Programmamanager TNO gezamenlijk;
‘Programmaplan’: betekent de feitelijke reikwijdte van het werk en werkomschrijvingen zoals beschreven in de door de Partijen uit te voeren Programma onderdelen inclusief het Plan van Aanpak Programmalijn Prefab. Het Programmaplan wordt minimaal jaarlijks bijgewerkt en goedgekeurd door het Afstemmingsoverleg Prefab;
‘Programmabudget’: het totale budget dat beschikbaar is voor de uitvoering van het Programma;
‘Programmaproject: een gehonoreerd Projectvoorstel, dat door één of meerdere Partijen binnen het Programma wordt gerealiseerd.
‘Programma Adviesraad Prefab’: betekent het orgaan van het Consortium, dat het Afstemmingsoverleg Prefab een zienswijze geeft over uitvraag en selectie voorstellen en programma voortgang
'Programmaresultaten': alle Intellectuele Eigendomsrechten, alsmede kennis (waaronder niet openbaar gemaakte Know how en Bedrijfsgeheimen), ervaring en andere informatie ontstaan binnen het kader van het Programma. Hieronder vallen tevens objecten zoals, maar niet beperkt tot hulp- en/of testmaterialen, samples, prototypes, informatiedragers en/of computerprogrammatuur;
‘Programmavoorwaarden’: deze Programmavoorwaarden inclusief alle Bijlagen, waaronder in ieder geval het Programmaplan;
'Programmasubsidie': de financiële middelen die de Subsidiegever volgens de Programmatoekenning als bijdrage in of betaling van de Kosten van Partijen aan TNO verstrekt met het oog op de uitvoering van het Programma. NB: de Programmasubsidie TNO bestemd voor TNO is onderworpen aan de voorwaarden van de Rijksbijdrage TNO en de Programmasubsidie overige Deelnemers bestemd voor de overige Deelnemers is onderworpen aan de voorwaarden zoals bepaalt in het Kaderbesluit nationale EZK – en LNV - subsidies.
'Programmatoekenning': het besluit van de Subsidiegever waarin de Programmasubsidie wordt verleend, alsmede iedere overeenkomst met en ieder besluit van de Subsidiegever in aanvulling daarop
of ter uitvoering daarvan, met inbegrip van latere wijzigingen en aanvullingen. De Programmatoekenning wordt bijgevoegd als bijlage 1 en maakt daar onlosmakelijk deel van uit;
‘Rapportageprotocol’: het rapportageprotocol zoals beschreven in het Kaderbesluit nationale EZK – en LNV - subsidies;
'Toegangsrechten’: licenties en gebruiksrechten op Basiskennis of Programmaresultaten;
'Toetredingsdocument’: het document dat iedere Deelnemer afzonderlijk dient te ondertekenen. Door ondertekening van het Toetredingsdocument wordt iedere Partij een volwaardige Deelnemer in het Adaptief Consortium met inbegrip van alle vastgelegde rechten en verplichtingen in deze Programmavoorwaarden die zij daardoor jegens TNO en jegens de andere Deelnemers hebben. De template van het Toetredingsdocument is als Bijlage 3 bij deze Programmavoorwaarden gevoegd;
‘Voortgangsrapportage(s)’of ‘Rapportage(s)’: de rapportages zoals vereist onder de Programmatoekenning, het Rapportageprotocol en deze Programmavoorwaarden;
Artikel 2 – Doel en duur
2.1. Het doel van de Programmavoorwaarden is om met betrekking tot het Programma de relatie te specificeren tussen TNO en de Deelnemers, in het bijzonder met betrekking tot de organisatie van de werkzaamheden, het beheer van het Programma en de rechten en plichten van de Deelnemers met betrekking tot onder meer aansprakelijkheid, Toegangsrechten en geschillenbeslechting.
2.2 Een rechtspersoon wordt Deelnemer in het Adaptief Consortium door ondertekening van het Toetredingsdocument door een naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger. Een dergelijke toetreding wordt van kracht op de datum van ondertekening (“Ingangsdatum”).
2.3 Indien EZK, na afstemming met BZK, de Programmasubsidie opschort of tussentijds beëindigt dan wel het Programmasubsidiebedrag bijstelt, zorgt de Programmamanager TNO voor communicatie met Partijen en komt het Afstemmingsoverleg Prefab bijeen om te beslissen over passende maatregelen richting de Partij of Partijen. De Programmamanager TKI Bouw en Techniek verzorgt de communicatie met derden buiten het Consortium.
2.4 De bepalingen met betrekking tot Toegangsrechten en vertrouwelijke informatie en beperkte informatie, voor de daarin genoemde termijn, alsmede voor aansprakelijkheid, toepasselijk recht en geschillenbeslechting zullen het verstrijken of beëindigen van deze Programmavoorwaarden overleven. Beëindiging heeft geen invloed op de rechten of verplichtingen van een Deelnemer die het Consortium heeft verlaten voor de datum van beëindiging, tenzij anders overeengekomen tussen de vertrekkende Partij en de andere Partijen. Dit omvat de verplichting om alle input, deliverables en documenten te verstrekken voor de periode van zijn deelname.
Artikel 3 – Verantwoordelijkheden van Partijen
3.1 Algemene principes
Elke Partij verbindt zich ertoe deel te nemen aan de efficiënte uitvoering van het Programma en samen te werken, al haar verplichtingen onder de Programmatoekenning en het Adaptief Consortium en deze Programmavoorwaarden tijdig na te komen, zoals redelijkerwijs van haar kan worden verlangd en op een manier van goede trouw zoals voorgeschreven door Nederlands recht.
Bovendien stemt elke Partij ermee in haar deel van het werk uit te voeren zoals beschreven in het Programmaplan met professionele zorg en toewijding en om het overeengekomen te produceren conform het afgesproken tijdschema. Elke partij zal alle vereiste Voortgangsrapportage(s) en/of Rapportage(s) tijdig leveren.
Elke Partij verbindt zich ertoe om de desbetreffende Programmamanager onmiddellijk in kennis te stellen, in overeenstemming met de bestuursstructuur van het Programma, enige belangrijke informatie, feit, probleem of vertraging die van invloed kan zijn op het Programma.
Elke Partij neemt redelijke maatregelen om de juistheid van alle informatie of materialen te waarborgen en leveren aan de andere Partijen.
Elke Partij verstrekt onmiddellijk alle informatie die redelijkerwijs vereist is door een Consortiumorgaan of door de Programmamanagers om zijn taken uit te voeren.
Elke Partij die economische activiteiten verricht moet voldoen aan de van toepassing zijnde voorwaarden om in aanmerking te komen voor steun onder de AGVV. Elke Partij die dat betreft zal de daarvoor benodigde verklaringen1, voor verlening van het desbetreffende deel van de Programmasubsidie, aanleveren aan TNO. TNO zal deze verklaringen verzamelen en doorzenden naar EZK. EZK zal de verklaringen controleren en de uitkomst daarvan opnemen in haar besluit aangaande de verlening van het betreffende deel van de Programmasubsidie;
Elke Partij die de NGWI heeft onderschreven voert het Programma uit conform de NGWI. Een Deelnemer die de NGWI niet heeft onderschreven laat de principes uit de NGWI leidend zijn voor de uitvoering van het Programma.
3.2 Schending
In het geval een verantwoordelijk Consortiumorgaan vaststelt dat een Partij haar verplichtingen volgend uit deze Programmavoorwaarden niet, niet juist of niet tijdig nakomt (bijvoorbeeld een Partij die werk van slechte kwaliteit levert of werk niet in conformiteit met het Programmaplan), zal de Programmamanager TNO deze Partij schriftelijk op de hoogte stellen, daarbij een redelijke termijn stellende (bijv. dertig (30) kalenderdagen) waarbinnen een dergelijke schending door de aangeschreven Partij wordt verholpen. Als een dergelijke schending substantieel is en duidelijk is dat deze niet binnen die termijn kan worden verholpen of de Partij niet in staat is deze te verhelpen, dan kan het Afstemmingsoverleg Prefab de Partij onmiddellijk als een in gebreke blijvende Partij verklaren en beslissen over de gevolgen daarvan, waaronder mogelijk beëindiging van zijn deelname.
Artikel 4 – Beëindiging
4.1 Onverminderd het bepaalde in deze Programmavoorwaarden en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, is geen der Partijen bevoegd zijn deelname aan het Programma te beëindigen, tenzij die Partij de voorafgaande schriftelijke goedkeuring heeft verkregen van het Afstemmingsoverleg Prefab. Het Afstemmingsoverleg Prefab kan redelijke voorwaarden verbinden aan haar goedkeuring, zoals het verstrekken van gebruiksrechten door de vertrekkende Partij aan de overblijvende Partijen ten aanzien van haar Programmaresultaten ter uitvoering van het Programma. Voordat het Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxx haar besluit neemt, is er minimaal éénmaal overleg geweest over de beëindiging tussen de Programmamanagers en de beoogd vertrekkende Partij.
4.2 Indien en zodra:
(a) een Partij toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen onder deze Programmavoorwaarden of de Programmatoekenning en deze tekortkoming niet ongedaan kan worden gemaakt of niet ongedaan wordt gemaakt binnen een redelijk termijn (bijv. dertig (30) kalenderdagen) nadat hij door de Programmamanager TNO schriftelijk in gebreke is gesteld; of
• 1 Verklaring: onderneming verkeert niet in financiële moeilijkheden (artikel 1, lid 4, sub c AGVV);
• Verklaring: tegen onderneming staat geen bevel tot terugvordering uit als bedoeld in het toepasselijke Europese steunkader (Deggendorf clausule, artikel 1, lid 4, sub a AGVV);
• Verklaring: ontvangt de betreffende onderneming overheidssteun uit andere bronnen (Cumulatie van steun,
artikel 8 AGVV).
• In geval van ophoging van steunpercentage omdat sprake is van daadwerkelijk samenwerking met een kleine of middelgrote onderneming: de SME toets middels de SME Wizard.
(b) een Partij in staat van faillissement wordt verklaard of aan hem surseance van betaling wordt verleend, dan wel een verzoek daartoe bij een rechtbank wordt ingediend;
(c) de zeggenschap over een Partij of diens bedrijf direct of indirect aan een derde wordt overgedragen;
(d) het bedrijf van een Partij wordt stil gelegd of geliquideerd; of
(e) de Programmatoekenning door de Subsidiegever jegens een Partij wordt ingetrokken; hebben de overige Partijen gezamenlijk het recht de deelname aan het Consortium schriftelijk en met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk jegens die Partij te beëindigen.
4.3 Indien en voor zover deze Programmavoorwaarden jegens een Partij op grond van Artikel 4.2 wordt beëindigd:
(a) Hebben de overige Partijen, behoudens bezwaar van de Subsidiegever, het recht de rechten en
verplichtingen van die Partij uit de Programmatoekenning en deze Programmavoorwaarden over te nemen, te herverdelen en/of aan een derde over te dragen en het Programmadeel van die Partij en daarop betrekking hebbende (deel-)betalingen van de Subsidiegever te ontvangen; en
(b) Vervallen de rechten van die Partij en diens Groepsmaatschappijen zoals bedoeld in Artikel 8.3, 8.4, 8.5 en 8.7 maar blijven de rechten van de overige Partijen zoals bedoeld in die bepalingen in stand.
(c) Heeft de Partij jegens welke wordt ontbonden geen recht op restitutie van zijn reeds betaalde Eigen Bijdrage.
(d) Het Afstemmingsoverleg Prefab kan voorwaarden verbinden aan de beëindiging, zoals het verstrekken van gebruiksrechten door de vertrekkende Partij aan de overblijvende Partijen ten aanzien van haar Projectresultaten ter uitvoering van het Project.
4.4 Een Partij waarvan de deelname aan het Consortium tussentijds beëindigd wordt zal de reeds ontvangen Programmasubsidie terugstorten, behoudens dat deel van de Programmasubsidie dat is goedgekeurd door BZK. Ook zal deze Partij, met inachtneming van hetgeen gesteld in artikel 6, de additionele kosten dragen die hierbij ontstaan voor de overige Partijen bij het vervullen van zowel de vrijvallende als hun eigen verplichtingen uit het Programmaplan.
Artikel 5 – Besluitvormingsstructuur
5.1 Algemene structuur
De organisatiestructuur van het Programma kent vier Consortiumorganen (verder te noemen: ”Consortiumorganen”):
− Afstemmingsoverleg Prefab
− Programmamanagers
− Programma Adviesraad Prefab
− Algemene Vergadering
5.2 Algemene operationele procedures voor alle Consortiumorganen
5.2.1 Bijeenroepen van vergaderingen
De voorzitter van een Consortiumorgaan roept de vergaderingen van dat Consortiumorgaan bijeen.
Gewone vergadering | Buitengewone vergadering | |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx Prefab | Minimaal vier keer per jaar | Te allen tijde op schriftelijk verzoek van een lid van het Afstemmingsoverleg Prefab |
Algemene Vergadering | Minimaal een keer per 18 maanden | Te allen tijde op schriftelijk verzoek van het Afstemmingsoverleg Prefab of 1/3 van de leden van de Algemene vergadering |
Programma Adviesraad Prefab | Minimaal twee keer per jaar | Te allen tijde op schriftelijk verzoek van een lid van de Programma Adviesraad Prefab, of het Afstemmingsoverleg Prefab |
5.2.1.1 Oproeping van een vergadering:
De voorzitter van een Consortiumorgaan brengt elk lid van het Consortiumorgaan schriftelijk op de hoogte van een vergadering, zo snel mogelijk en niet later dan het minimum aantal dagen voorafgaand aan de vergadering zoals hieronder aangegeven.
Gewone vergadering | Buitengewone vergadering | |
Afstemmingsoverleg Prefab | 14 kalenderdagen | 7 kalenderdagen |
Algemene Vergadering | 28 kalenderdagen | 14 kalenderdagen |
Programma Adviesraad Prefab | 10 kalenderdagen | 7 kalenderdagen |
5.2.1.2 Verzenden van de agenda:
De voorzitter van een Consortiumorgaan zal ter voorbereiding van de vergadering elk lid van dat Consortiumorgaan een uitnodiging en een agendavoorstel voor de vergadering sturen, niet later dan het minimumaantal dagen voorafgaand aan de vergadering, zoals hieronder aangegeven.
Afstemmingsoverleg Prefab | 7 kalenderdagen |
Algemene Xxxxxxxxxxx | 00 xxxxxxxxxxxxx 00 xxxxxxxxxxxxxxx geval van een buitengewone vergadering |
Programma Adviesraad Prefab | 7 kalenderdagen |
5.2.1.3 Agendapunten toevoegen:
Elk agendapunt dat een beslissing van de leden van een Consortiumorgaan vereist, moet als zodanig op de agenda worden vermeld.
Elk lid van een Consortiumorgaan kan een punt aan de oorspronkelijke agenda toevoegen door schriftelijke kennisgeving aan alle andere leden van dat Consortiumorgaan, tot het minimumaantal dagen voorafgaand aan de vergadering zoals hieronder aangegeven.
Afstemmingsoverleg Prefab | 2 kalenderdagen |
Algemene Xxxxxxxxxxx | 00 xxxxxxxxxxxxx 0 kalenderdagen in geval van een buitengewone vergadering |
Programma Adviesraad Prefab | 2 kalenderdagen |
5.2.1.4 Tijdens een vergadering kunnen de aanwezige of vertegenwoordigde leden van een Consortiumorgaan unaniem overeenkomen een nieuw punt aan de oorspronkelijke agenda toe te voegen.
5.2.1.5 Elke beslissing kan ook zonder vergadering worden genomen als de Programmamanager TNO of de voorzitter van het betreffende Consortiumorgaan aan alle leden van dat Consortiumorgaan een schriftelijk document doet toekomen dat vervolgens wordt ondertekend met de vastgestelde meerderheid (zie artikel 5.2.2) van alle leden van dat Consortiumorgaan. Deze beslissingen worden meegedeeld als het ware notulen van de vergadering en onder de voorwaarden van artikel 5.2.4 en 5.2.5.
5.2.1.6 Vergaderingen van elk Consortiumorgaan kunnen ook worden gehouden via teleconferentie of andere telecommunicatiemiddelen.
5.2.1.7 Beslissingen zijn pas bindend nadat het betreffende deel van de notulen is geaccepteerd volgens artikel 5.2.4.
5.2.2 Stemregels en quorum
5.2.2.1 Elk Consortiumorgaan beraadslaagt en besluit niet geldig tenzij tweederde (2/3) van zijn leden aanwezig of vertegenwoordigd is (quorum), tenzij in deze Programmavoorwaarden anders wordt beslist.
5.2.2.2 Elk lid van een Consortiumorgaan dat aanwezig of vertegenwoordigd is in de vergadering, heeft één stem, tenzij in deze Programmavoorwaarden anders wordt beslist.
5.2.2.3 In gebreke blijvende Partijen mogen niet stemmen.
5.2.2.4 Beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen, tenzij anders bepaald in deze Programmavoorwaarden.
5.2.2.5 Een wijziging van het Programmabudget en / of de totale bijdrage van een van de Partijen behoeft de instemming van alle direct betrokkenen.
5.2.3 Vetorechten
5.2.3.1 Een lid van een Consortiumorgaan dat kan aantonen dat zijn eigen werk, tijd voor uitvoering, kosten, aansprakelijkheden, intellectuele eigendomsrechten of andere legitieme belangen ernstig zouden worden aangetast door een besluit van een Consortiumorgaan, kan een vetorecht uitoefenen met betrekking tot het overeenkomstige besluit of relevant deel van de beslissing.
5.2.3.2 Een partij die geen lid is van een Consortiumorgaan, die kan aantonen dat haar eigen werk, tijd voor uitvoering, kosten, aansprakelijkheden, intellectuele eigendomsrechten of andere legitieme belangen ernstig zouden worden aangetast door een besluit heeft geen vetorecht. De betreffende Partij kan een bezwaarschrift indienen volgens de procedure in artikel 5.2.5.
5.2.3.3 Wanneer het besluit op de oorspronkelijke agenda staat, mag een lid van een Consortiumorgaan alleen tijdens de vergadering een veto uitspreken over een dergelijk besluit.
5.2.3.4 Wanneer een besluit is genomen over een nieuw punt dat voor of tijdens de vergadering aan de oorspronkelijke agenda is toegevoegd, kan een lid van een Consortiumorgaan een veto uitspreken over een dergelijk besluit tijdens de vergadering en binnen vijftien (15) kalenderdagen nadat de conceptnotulen van de vergadering zijn verzonden.
5.2.3.5 In geval van gebruik van een vetorecht, zullen de leden van het betrokken Consortiumorgaan alles in het werk stellen om de kwestie die aanleiding gaf tot het vetorecht op te lossen tot algemene tevredenheid van al zijn leden.
5.2.3.6 Een Partij mag geen veto uitspreken over besluiten met betrekking tot haar identificatie als een in gebreke blijvende partij. De in gebreke blijvende Partij mag geen veto uitspreken over besluiten met betrekking tot haar deelname aan en beëindiging van het Consortium of de gevolgen daarvan.
5.2.3.7 Een Partij die verzoekt het Consortium te verlaten, mag geen veto uitspreken over besluiten die daarmee verband houden.
5.2.4 Notulen van xxxxxxxxxxxxx
5.2.4.1 De voorzitter van een Consortiumorgaan stelt van elke vergadering schriftelijke notulen op die het formele verslag vormen van alle genomen besluiten. Hij stuurt de notulen binnen tien (10) kalenderdagen na de vergadering per e-mail naar alle leden.
5.2.4.2 De notulen worden geacht te zijn aanvaard indien, binnen vijftien (15) kalenderdagen na verzending, geen lid van het Consortiumorgaan dat de vergadering heeft gehouden, schriftelijk bezwaar heeft gemaakt bij de voorzitter met betrekking tot de juistheid van de conceptnotulen.
5.2.4.3 De voorzitter stuurt de aanvaarde notulen naar alle leden van het desbetreffende Consortiumorgaan, en naar de Programmamanagers. De Programmamanager TNO zal deze archiveren. Desgevraagd verstrekt de Programmamanager TNO geauthentiseerde duplicaten aan Partijen.
5.2.4.4 Als een Consortiumorgaan een besluit neemt, dat de belangen van Partijen zou kunnen schaden, die geen zitting hebben in het desbetreffende Consortiumorgaan, dan informeert de Programmamanager TNO deze Partijen.
5.2.5 Bezwaren
5.2.5.1 Een Partij die geen lid is van een Consortiumorgaan, die kan aantonen dat haar eigen werk, tijd voor uitvoering, kosten, aansprakelijkheden, intellectuele eigendomsrechten of andere legitieme belangen ernstig zouden worden beïnvloed door een besluit van dat Consortiumorgaan, zoals gecommuniceerd door de Programmamanager TNO (zie artikel 5.2.4.4), kan een voldoende gemotiveerd bezwaarschrift schriftelijk indienen bij de voorzitter van het Consortiumorgaan waarin dat besluit is genomen, uiterlijk vijftien (15) kalenderdagen na verzending van de kennisgeving door de Programmamanager TNO.
5.2.5.2 Indien een Partij volgens de procedure in artikel 5.2.5.1 een voldoende gemotiveerd bezwaar heeft gemaakt tegen een beslissing van een Consortiumorgaan waarvan die Partij geen lid is, dan stelt de voorzitter van dat Consortiumorgaan alle leden van dat Consortiumorgaan prompt op de hoogte.
De voorzitter van het Consortiumorgaan overlegt met de bezwaar makende Partij en andere betrokken Partijen en / of leden van het betrokken Consortiumorgaan en tracht een oplossing te vinden naar algemene tevredenheid van alle betrokken Partijen.
Het bezwaarschrift wordt pas van kracht nadat het Consortiumorgaan een nieuw besluit heeft genomen. Deze beslissing kan worden genomen in een buitengewone vergadering of buiten een vergadering via e-mail of andere telecommunicatiemiddelen. Als deze beslissing buiten de
vergadering wordt genomen, moeten alle leden van het Consortiumorgaan unaniem besluiten. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
5.3 Specifieke operationele procedures voor Consortiumorganen
5.3.1 Afstemmingsoverleg Prefab
De Programmamanagers adviseren aan BZK. BZK kan als enig lid besluiten nemen.
Partijen komen overeen zich te houden aan alle besluiten van het Afstemmingsoverleg Prefab. Dit belet Partijen niet om bezwaar te maken conform artikel 5.2.5 of een bezwaar aan te tekenen tegen een oplossing conform de bepalingen van geschillenbeslechting in artikel 13.
5.3.1.2 Beslissingen
Het Afstemmingsoverleg Prefab is vrij om op eigen initiatief te handelen om voorstellen te formuleren en besluiten te nemen in overeenstemming met de hierin uiteengezette procedures zolang deze binnen de Programmatoekenning vallen. Bovendien worden alle voorstellen van de Algemene Vergadering ook in overweging genomen en beslist door het Afstemmingsoverleg Prefab.
De volgende besluiten worden genomen door het Afstemmingsoverleg Prefab:
Inhoud, financiën en Intellectuele Eigendomsrechten
(a) voorstellen voor het Programma die naar het ministerie van BZK worden gestuurd;
(b) wijzigingen in deze Programmavoorwaarden ingevolge specifieke verplichtingen die voortvloeien uit de Programmatoekenning;
(c) wijzigingen in het Programmaplan en het Programmabudget;
(d) Jaarlijkse accordering van het Programmaplan en jaarbegroting en eventuele wijzigingen daarop;
Bijlagen bij deze Programmavoorwaarden
(e) Schrappingen in Annex A bij Bijlage 3A (Achtergrond IP). Toevoegingen aan Annex A bij Bijlage 3A (Achtergrond IP) vereisen geen besluit;
(f) aanvullingen op Bijlage 3A (toetredingsdocument) en Bijlage 3B (uittredingsdocument);
(g) wijzigingen in Bijlage 2B (Programmabudget);
Ontwikkeling van het Consortium
(h) toetreding van een nieuwe partij tot het Consortium en goedkeuring van de schikking onder de voorwaarden voor toetreding van een dergelijke nieuwe Partij;
(i) terugtrekking van een Partij uit het Consortium en goedkeuring van de schikking onder de voorwaarden van de terugtrekking;
(j) ingebrekestelling van een Partij als die Partij in gebreke blijft;
(k) maatregelen die moeten worden genomen door een in gebreke blijvende Partij;
(l) beëindiging van de deelname van een in gebreke blijvende Partij aan het Consortium en maatregelen die daarmee verband houden;
(m) TNO en/of TKI Bouw en Techniek verzoeken om vervanging van de desbetreffende Programmamanager indien deze tekortschiet in zijn taken;
(n) voorstel aan het ministerie van BZK om het Programma geheel of gedeeltelijk op te schorten;
(o) voorstel aan het ministerie van BZK voor beëindiging van het Programma;
Benoemingen
(p) de voorzitter van het Afstemmingsoverleg Prefab;
(q) de leden van de Programma Adviesraad Prefab;
(r) eventuele ad-hoc commissies of vaste commissies of een referentiegroep die nodig kunnen zijn tijdens de uitvoering van het Programma.
Het Afstemmingsoverleg Xxxxxx wint advies in bij de Algemene Vergadering over manieren om de taken en budgetten van de betrokken partijen te herschikken. Bij een dergelijke herschikking wordt rekening gehouden met de rechtmatige toezeggingen die vóór de besluiten zijn aangegaan en die niet kunnen worden geannuleerd.
Advies Programma Adviesraad Prefab
Het Afstemmingsoverleg Prefab kan met advies van de Programma Adviesraad Prefab een beslissing nemen over de toetreding van een nieuwe partij (sub h). Het Afstemmingsoverleg Prefab heeft de mogelijkheid om afwijkend te beslissen.
NB: mocht in het Afstemmingsoverleg Prefab positief besloten worden over de toetreding van een nieuwe Partij tot het Consortium (sub h, hierboven) tegen de wil van een bezwaar makende Deelnemer, dan heeft deze bezwaar makende Deelnemer het recht om zijn deelname aan het Consortium te beëindigen. Het bepaalde in 4.1, 4.4 tweede zin, 6.1.4.1 laatste zin en 6.1.4.2 is in dat geval NIET van overeenkomstige toepassing.
5.3.2 Algemene Vergadering
Naast de regels beschreven in artikel 5.1 en artikel 5.2 gelden de volgende regels:
5.3.2.1 Leden
De Algemene Vergadering bestaat uit één vertegenwoordiger van elke Partij (hierna: lid van de Algemene Vergadering).
De (onafhankelijke) vertegenwoordiger van TKI Bouw en Techniek zit alle vergaderingen van de Algemene Vergadering voor, tenzij in een vergadering van de Algemene Vergadering anders wordt besloten. De voorzitter is een lid van de Algemene Vergadering zonder stemrecht.
5.3.2.2 Taken
De Algemene Vergadering heeft het recht om het Afstemmingsoverleg Prefab te adviseren over alle aangelegenheden genoemd in artikel 5.3.1.2.
5.3.3 Programma Adviesraad Prefab
Naast de regels in artikel 5.1 en artikel 5.2 gelden de volgende regels:
5.3.3.1 Leden
De leden van de Programma Adviesraad Prefab worden benoemd door het Afstemmingsoverleg Prefab op voordracht van de Programmamanagers en kiezen zelf hun voorzitter.
De Programmamanagers ondersteunen alle vergaderingen van de Programma Adviesraad Prefab. .
5.3.3.2 Taken
De Programma Adviesraad Prefab adviseert aan het Afstemmingsoverleg Prefab over:
- Koers programma, uitvraag en gunningscriteria;
- Tussentijdse- en eindevaluatie programma;
- Welke projectvoorstellen gehonoreerd moeten worden (gunningsadvies);
Dit advies wordt door de Programmamanagers ter besluitvorming voorgelegd aan het Afstemmingsoverleg Prefab.
5.3.4 Programmamanagers
5.3.4.1 Programmamanager TKI Bouw en Techniek
De Programmamanager TKI Bouw en Techniek is verantwoordelijk voor:
(a) de afstemming tussen de programmalijnen binnen het KOP-programma;
(b) de communicatie en het opbouwen van het ecosysteem van de programmalijn Prefab;
(c) het opstellen en uitbrengen van de eigen Rapportage aan TNO;
(d) het voorbereiden van de besluiten en de agenda van vergaderingen van de Consortiumorganen in samenspraak met de Programmamanager TNO;
(e) het uitvoeren van de besluiten van het Afstemmingsoverleg Prefab en het integreren van het advies van de Algemene Vergadering in samenspraak met de Programmamanager TNO.
5.3.4.2 Programmamanager TNO
De Programmamanager TNO is verantwoordelijk voor:
(a) stroomlijnen van de goede uitvoering van de gegunde Projectvoorstellen;
(b) het samenstellen en indienen van de geconsolideerde Voortgangsrapportages en het Programmaplan bij het Afstemmingsoverleg Prefab.
NB: iedere Deelnemer, is verantwoordelijk voor zijn eigen Rapportage. De Programmamanager TNO heeft hierin een coördinerende rol. Beoordeling betreft toetsing van volledigheid en juiste (vorm)voorschriften en betreft geen inhoudelijke toetsing. Die (eind)toets ligt uiteindelijk bij BZK;
(c) toezicht houden op de naleving door de Partijen van hun verplichtingen;
(d) verzamelen, beoordelen, controleren van consistentie en indienen van rapporten en andere resultaten bij het ministerie van BZK;
NB: iedere Deelnemer, is verantwoordelijk voor zijn eigen Rapportage. De Programmamanager TNO heeft hierin een coördinerende rol. Beoordeling betreft toetsing van volledigheid en juiste (vorm)voorschriften en betreft geen inhoudelijke toetsing. Die (eind)toets ligt uiteindelijk bij BZK.
(e) het voorbereiden van de besluiten en de agenda van vergaderingen van de Consortiumorganen in samenspraak met de Programmamanager TKI Bouw en Techniek;
(f) het administreren van de financiële bijdrage van Partijen en het vervullen van de financiële taken beschreven in artikel 6;
(g) het uitvoeren van de besluiten van het Afstemmingsoverleg Prefab en het integreren van het advies van de Algemene Vergadering in samenspraak met de Programmamanager TKI Bouw en Techniek.
Artikel 6 – Financiële bepalingen
6.1 Algemene principes
6.1.1 Verdeling van financiële bijdragen
De door het ministerie van EZK gedane Programmasubsidiebetalingen worden door de Programmamanager TNO verdeeld volgens:
− het Programmabudget. Het Programmabudget per jaar is gebaseerd op het Programmaplan en
omvat een gespecificeerde jaarbegroting welke dient te zijn goedgekeurd door het Afstemmingsoverleg Prefab;
− na goedkeuring van de Voortgangsrapportages door het ministerie van BZK;
− de betalingsvoorwaarden in artikel 6.3.
Een Partij wordt alleen gefinancierd voor haar taken die worden uitgevoerd in overeenstemming met het Programmaplan en het Programmabudget.
De Deelnemers verbinden zich ertoe het niet door het Programmasubsidie gedekte deel van hun bijdrage aan het Programma (In-Kind deel en/of eventuele In-Cash bijdrage) te voldoen / betalen volgens het Programmabudget.
6.1.2 Kostenrechtvaardiging
In overeenstemming met haar eigen gebruikelijke boekhoudkundige en managementprincipes en - praktijken welke dienen te zijn gecertificeerd door een auditor, is elke Deelnemer als enige verantwoordelijk voor het rechtvaardigen van haar kosten met betrekking tot het programma tegenover het ministerie van EZK. Noch de Programmamanagers, noch een van de andere Partijen is op enigerlei wijze aansprakelijk of verantwoordelijk voor een dergelijke verantwoording van kosten jegens het ministerie van EZK. NB de kostenrechtvaardiging moet voldoen aan de eisen uit het Rapportageprotocol.
6.1.3 Financieringsprincipes
Het Programmabudget is mede afhankelijk van In-Kind en / of van eventuele In-Cash bijdragen aan het Programma door sommige Deelnemers. Deze Deelnemers kunnen hun In-Kind bijdragen aan het Programma genereren door gerechtvaardigde in aanmerking komende kosten te leveren, die voor vergoeding aan BZK zullen worden voorgelegd. Deze Deelnemers hebben ermee ingestemd hun niet door Programmasubsidie gedekte aandeel in het Programma, geheel of gedeeltelijk, te verantwoorden als In-Kind bijdragen aan het Programma.
Partijen die hun volledige In-Kind bijdrage aan het Programma niet genereren, betalen het tekort tussen de hun volledige In-Kind bijdrage en de hun daadwerkelijke In-Kind bijdrage, als een aanvullende In-Cash bijdrage aan het Programma. Het Afstemmingsoverleg Prefab beslist over de hoogte van het tekort, rekening houdend met de voortgang van het Programmabudget en het Programmaplan.
Een Partij die meer uitgeeft dan haar toegewezen deel van het Programmabudget (haar gerechtvaardigde subsidiabele kosten) zal alleen worden gefinancierd met betrekking tot naar behoren gemotiveerde subsidiabele kosten tot een bedrag dat haar toegewezen deel niet overschrijdt.
De Deelnemers die het betreft, hebben zich ertoe verbonden de hun volledige In-Cash bijdrage aan het Programma te betalen zoals weergegeven in het Programmabudget. Deze financiële bijdragen aan het Programma zullen over de jaren worden verdeeld als compensatie voor bepaalde kosten van andere Deelnemers, volgens het actuele Programmaplan, geldige financiële en juridische beperkingen en het Programmabudget.
6.1.4 Financiële gevolgen van de beëindiging van de deelname van een Partij
6.1.4.1 Een Partij die het Consortium verlaat, zal alle betalingen terugbetalen (vooruitbetalingen en compensatiebetalingen van het Programma) die zij heeft ontvangen, behalve die betalingen die een door BZK goedgekeurde Programmasubsidie vormen en die betalingen die In-Cash door een andere Partij zijn besteed in overeenstemming met het betreffende Programmaplan. Verder draagt een Partij in gebreken, binnen de grenzen gespecificeerd in artikel 4.2 van deze Programmavoorwaarden, alle extra kosten die de andere Partijen moeten maken om haar en hun taken uit te voeren.
6.1.4.2 Een Partij die haar deelname aan het Programma beëindigt en daardoor van plan is het Consortium te verlaten, blijft verantwoordelijk voor haar overeengekomen In-Cash Bijdrage aan het Programma en Programmasubsidiebetalingen aan het Programma. Niettegenstaande het voorgaande is een Partij die haar deelname aan een onderdeel van het Programmaplan/specifiek Programmaproject beëindigt, niet verplicht haar In-Cash Bijdrage te betalen en / of kosten in
aanmerking te laten komen voor een Programmasubsidiebetaling voor de rest van het oorspronkelijk overeengekomen werk voor dat onderdeel van het Programmaplan of Programmaproject, indien:
(a) alle Partijen die deelnemen aan het onderdeel van het Programmaplan of Programmaproject in kwestie het erover eens zijn dat het geen zin heeft om door te gaan met het Programmaproject; of
(b) het Afstemmingsoverleg Xxxxxx besluit niet door te gaan met het betreffende onderdeel van het Programmaplan of Programmaproject; of
(c) Programmaresultaten ontwikkeld in het onderdeel van het Programmaplan of Programmaproject in kwestie redelijkerwijs niet van belang kan zijn voor de beëindigende Partij, zoals door de beëindigende Partij moet worden aangetoond.
6.1.4.3 De Partij die haar deelname aan het Programma beëindigt en daarmee voornemens is het Consortium te verlaten, kan een derde partij of een van de andere Partijen voorstellen om haar rechten en plichten over te nemen. In dat geval behoeven de voorwaarden waaronder de beëindigende Partij in het Consortium vervangen kan worden door een derde of een van de andere Partijen de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het Afstemmingsoverleg Prefab. De voorwaarden zoals vermeld in artikel 6.1.4.1 en 6.1.4.2 worden gerespecteerd.
6.1.5 Vergoeding te betalen door een nieuwe Partij om deel te nemen aan het Consortium.
De vergoeding die een nieuwe Partij - niet zijnde een vervangende Partij zoals vermeld in 6.1.4.3 – moet voldoen (ter dekking van het niet subsidiabele deel van zijn bijdrage aan het Programma) om deel te nemen aan het Consortium (In-kind dan wel In-Cash of beide), zal worden vastgesteld door het Afstemmingsoverleg Prefab.
6.2 Budgettering
Het Programmabudget wordt gewaardeerd in overeenstemming met de gebruikelijke boekhoudkundige en managementprincipes en praktijken van de respectievelijke Partijen, welke dienen te zijn gecertificeerd door een auditor.
6.3 Betalingen
6.3.1
Het doen van betalingen aan Partijen is een exclusieve taak van de Programmamanager TNO. In het bijzonder zal de Programmamanager:
− betalingen aan Partijen in principe periodiek eens per kwartaal verrichten;
− alle betalingen verrichten zonder onnodige vertraging in overeenstemming met de besluiten van BZK en het Afstemmingsoverleg Prefab over het Programmabudget, rekening houdend met de bedragen die reeds zijn betaald voor die rapportageperiode;
− de betrokken Partij onverwijld in kennis stellen van de datum en de samenstelling van het bedrag
dat naar haar bankrekening is overgemaakt, met vermelding van de relevante referenties;
− ijverig zijn taken uitvoeren bij het correct beheren van fondsen en bij het bijhouden van financiële rekeningen;
− zich ertoe verbinden de Programmasubsidie en de Eigen Bijdragen van de betreffende Deelnemers gescheiden te houden van zijn normale zakelijke rekeningen, zijn eigen activa en eigendommen;
− het recht hebben om betalingen in te houden die verschuldigd zijn aan een Deelnemer die door een verantwoordelijk Consortiumorgaan is geïdentificeerd als zijnde in strijd te handelen met haar verplichtingen uit hoofde van deze Programmavoorwaarden of de Programmatoekenning of aan een partij die deze Programmavoorwaarden nog niet heeft ondertekend; alle betalingen terugvorderen die al aan een in gebreke blijvende Deelnemer zijn betaald.
6.3.2
Tijdens het Programma betaalt de Programmamanager TNO aan de Deelnemers de Programmasubsidie overige Deelnemers die hij van EZK ontvangt onder de volgende aanvullende voorwaarden:
− een Deelnemer heeft (zie de deadlines en rapportageperiodes hieronder) haar verklaring van
subsidiabele kosten (kostenstaat), het Voortgangsrapport en een verzoek om een vooruitbetaling of de laatste betaling (de laatste vergezeld van het eindrapport en het auditcertificaat) verstuurd naar de Programmamanager TNO op de sjabloon(en) die door de Programmamanager TNO moeten worden verstrekt;
− de Penvoerder heeft de Programmasubsidiebetalingen (vooruitbetalingen en laatste betaling)
ontvangen van EZK;
− de betalingen zijn in overeenstemming met het Programmabudget;
− nadat (waar nodig) goedkeuring is ontvangen van BZK.
Artikel 7 - Geheimhouding en Publicaties
7.1 Iedere Partij zal alle informatie, met inbegrip van Bedrijfsgeheimen, Basiskennis en Programmaresultaten, die door een andere Partij onder deze Programmavoorwaarden of anderszins in verband met het Programma vertrouwelijk wordt verstrekt in mondelinge, schriftelijke of elektronische vorm:
(a) voor geen ander doel gebruiken dan in overeenstemming met de Programmatoekenning en deze Programmavoorwaarden; en
(b) geheimhouden en niet bekend maken aan een derde zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partij;
met dien verstande dat voornoemde verplichtingen niet van toepassing zijn op informatie waarvan een Partij kan aantonen dat deze:
i. op het moment van ontvangst was gepubliceerd of anderszins algemeen toegankelijk was voor het publiek;
ii. na ontvangst is gepubliceerd of anderszins algemeen toegankelijk voor het publiek is geworden buiten toedoen van de ontvangende Partij;
iii. reeds zonder beperkingen in het bezit van de ontvangende Partij was;
iv. rechtmatig is verkregen van een derde;
v. door de ontvangende Partij zelf is ontwikkeld zonder op enigerlei wijze gebruik te maken van de informatie van de andere Partij;
vi. is of moet worden verspreid door het aanvragen van rechten van industriële eigendom of door Programmaresultaten te exploiteren in overeenstemming met deze Programmavoorwaarden;
vii. in overeenstemming met de Programmatoekenning aan de Subsidiegever moet worden verstrekt.
In het geval van het mondeling verstrekken van informatie, dient deze binnen vijftien (15) dagen schriftelijk als vertrouwelijk bevestigd te worden.
7.2 Onverminderd het bepaalde in Artikel 7.1 heeft een Partij het recht haar eigen Programmaresultaten te publiceren. Gedurende de looptijd van het Programma tot een periode van 1 jaar na afloop hiervan is hiertoe voorafgaande schriftelijke toestemming van de Programmamanager TNO vereist. Indien een Partij Programmaresultaten wenst te publiceren zal zij de andere Partijen hier tenminste 30 kalenderdagen voor de voorgenomen publicatie schriftelijk op de hoogte stellen. Partijen hebben vanaf de datum van ontvangst van het bericht 30 kalenderdagen de tijd om bezwaar te maken tegen de publicatie. Indien geen van de Partijen binnen de in de vorige zin gestelde termijn bezwaar
maakt tegen de voorgenomen publicatie, is de publicatie toegestaan. Deze toestemming kan slechts gedurende een periode van ten hoogste een (1) jaar na de datum van het verzoek om toestemming worden onthouden met het oog op het aanvragen van industriële eigendomsrechten voor de Programmaresultaten waarop de publicatie betrekking heeft. Voor de goede orde: een publicatie mag nooit (zonder schriftelijke toestemming) Basiskennis of Programmaresultaten van een niet bij de publicatie betrokken Partij bevatten.
7.3 De verplichting tot geheimhouding geldt voor een periode van 5 (vijf) jaar, te rekenen vanaf de datum van beëindiging van deze Programmavoorwaarden en/of de deelname aan het Consortium. De geheimhoudingsverplichting ten aanzien van Bedrijfsgeheimen blijft, tenzij anders overeengekomen in deze Programmavoorwaarden, onverkort van toepassing en is dus niet in duur beperkt.
7.4 Het publiek belang van dit Programma in ogenschouw nemend dient een Programmaproject te resulteren in een inhoudelijke eindrapportage, eventueel voorafgegaan door Voortgangs- deel- en/of tussenrapportages, die in het publieke domein beschikbaar kunnen worden gesteld.
NB: het voorgaande omvat geen verplichting voor BZK tot beschikbaarstelling in het publieke domein.
7.5 Geen garanties
Met betrekking tot alle informatie of materialen (inclusief Basiskennis en Programmaresultaten) die door een Partij aan een andere Partij onder het Programma, wordt verstrekt geldt dat deze “As-Is” wordt verstrekt, waarbij er geen enkele garantie of verklaring wordt gegeven, of geïmpliceerd met betrekking tot de toereikendheid of geschiktheid voor een bepaald doel, noch de afwezigheid van enige inbreuk op enig eigendomsrecht rechten van derden.
Daarom
a) Is de ontvangende Partij in alle gevallen volledig en als enige aansprakelijk voor het gebruik van informatie en materialen waarvoor zij zorgt, en
(b) Is geen Partij die Toegangsrechten verleent aansprakelijk in geval van inbreuk op eigendomsrechten van een derde partij die het resultaat is van een andere Partij (of zijn gelieerde entiteiten) die zijn Toegangsrechten uitoefent.
Artikel 8 – Basiskennis, Programmaresultaten en Toegangsrechten
8.1 Iedere Partij is (en blijft) de exclusieve eigenaar van haar Basiskennis.
8.2 Iedere Partij is de exclusieve eigenaar van de Programmaresultaten die uitsluitend door haar gegenereerd zijn.
8.3 Programmaresultaten waartoe medewerkers van meerdere Partijen ("Deelnemende Partijen") een bijdrage (intellectuele inspanning) hebben geleverd en welke bijdragen niet zijn te onderscheiden zijn "Gezamenlijke Programmaresultaten". Indien deze Gezamenlijke Programmaresultaten het voorwerp zijn van uitvindingen, dan zullen de Deelnemende Partijen over deze uitvindingen en de eventueel hieruit voortvloeiende Intellectuele Eigendomsrechten het gezamenlijk eigendom hebben naar rato van hun bijdrage (intellectuele inspanning) aan het Programmaresultaat.
8.4 In het geval van Gezamenlijke Programmaresultaten informeert de betreffende Deelnemende Partij onmiddellijk de andere Deelnemende Partij wiens werknemer of werknemers betrokken zijn in dergelijke Gezamenlijke Programmaresultaten. De Deelnemende Partijen komen nadien binnen zes maanden een juist plan van aanpak overeen om de Gezamenlijke Programmaresultaten te
beschermen, met inbegrip van welke Deelnemende Partij wordt aangewezen voor de voorbereiding, de indiening in/op naam van de Deelnemende Partijen, de instandhouding en uitoefening van dergelijke bescherming en in welke landen dergelijke bescherming aangevraagd wordt. De kosten hiervoor zullen gelijk gedeeld en gedragen worden door Deelnemende Partijen. Het indienen van de aanvragen op Gezamenlijke Programmaresultaten dient plaats te vinden in onderlinge overeenstemming.
Indien een Deelnemende Partij niet geïnteresseerd is in deze bescherming dient de niet-bijdragende Deelnemende Partij de andere Partijen onmiddellijk over het besluit te informeren en mogen de andere Deelnemende Partijen een dergelijke aanvraag doen voor eigen rekening en worden deze de gezamenlijke eigenaren van enig Intellectueel Eigendomsrecht dat hieruit voortvloeit op voorwaarde van toekenning van een niet-exclusieve, niet-overdraagbare, eeuwigdurende licentie op de Gezamenlijke Programmaresultaten voor de niet-bijdragende Deelnemende Partij en haar Groepsmaatschappijen. De niet-bijdragende Deelnemende Partij, wijst zijn rechten in een dergelijke gemeenschappelijke uitvinding toe aan de Deelnemende Partijen die een aanvraag indienen.
Mocht het ontbreken van interesse alleen betrekking hebben op een of meer landen - maar niet alle landen- waar een aanvraag wordt ingediend, dan heeft de licentie alleen betrekking op de landen waar de Deelnemende Partij van heeft aangegeven geen interesse te hebben. Met betrekking tot de andere landen blijven zijn rechten en verplichtingen tot bijdrage in de kosten voor realisatie, instandhouding en bescherming van Intellectuele Eigendomsrechten ongewijzigd. Een Partij die (op een later moment) afziet van een Intellectueel Eigendomsrecht is niet langer verplicht bij te dragen aan de kosten voor de realisatie en instandhouding van het bewuste recht in de landen of gebieden ten aanzien waarvan deze Partij heeft aangegeven afstand te doen van haar Intellectuele Eigendomsrecht(en).
Onverminderd de rechten en verplichtingen die elk van de (gezamenlijke) eigenaren bezit krachtens dit Artikel 8.4, heeft elk van de gezamenlijke eigenaren het recht om zijn rechten over te dragen aan haar Groepsmaatschappij, of aan een verwerver van het bedrijf van de gezamenlijke eigenaar voor welk bedrijf de betreffende Programmaresultaten relevant zijn.
8.5 Iedere Partij heeft na schriftelijke toestemming het recht de ingebrachte Basiskennis welke is opgenomen in annex A bij het Toetredingsdocument van de desbetreffende Deelnemer en de Programmaresultaten van elk van de andere Partijen te gebruiken uitsluitend voor de uitvoering van zijn taken/werkzaamheden onder het Programma. Daarbij zijn eventuele beperkingen en/of nadere voorwaarden aan dit recht zoals opgenomen in annex A bij het Toetredingsdocument van de desbetreffende Deelnemer van toepassing. Dit recht is kosteloos, niet-exclusief, niet overdraagbaar en omvat niet het recht aan derden sub-licenties te verlenen. Gebruik van de ingebrachte Basiskennis en de Programmaresultaten voor andere doeleinden dan de uitvoering van het Programma is niet toegestaan tenzij hiervoor voorafgaande schriftelijke toestemming is verleend door de rechthebbende Partijen.
8.6 Elk van de eigenaren van door die Partij zelf gegenereerde Programmaresultaten, met uitzondering van Gezamenlijke Programmaresultaten, heeft een onbeperkt recht om de Programmaresultaten te exploiteren, producten te vervaardigen, te laten vervaardigen, te gebruiken, te verhuren, te verkopen of anderszins van de hand te doen, en om niet exclusieve licenties te verlenen zonder de toestemming van, en zonder rekenschap af te leggen aan de andere Partijen.
8.7 Voor zover noodzakelijk voor de Exploitatie van haar Programmaresultaten en behoudens rechten van derden, heeft iedere Partij het recht om van elk van de andere Partijen een niet-exclusieve licentie te verkrijgen voor het gebruik van diens Programmaresultaten en Basiskennis onder nader te bepalen voorwaarden. Partijen komen overeen dat zulk een licentie een redelijke vergoeding zal omvatten waarbij een rol spelen de financiële en technische bijdragen van de betrokken Partijen in de ontwikkeling van de betrokken Programmaresultaten of de Basiskennis, de kosten van de
verlening en instandhouding van Intellectueel Eigendomsrecht en de kosten van de Exploitatie en enig gebruik van Basiskennis. Elke Partij zal aan andere Partijen een royalty-vrije, wereldwijde, niet herroepbare, niet-overdraagbare, ondeelbare, niet-exclusieve licentie verlenen om de Programmaresultaten te gebruiken voor interne onderzoeksdoeleinden (voor zover dit geen commerciële activiteiten betreft).
Het recht voor het verzoeken van een niet-exclusieve licentie verloopt 6 maanden na de Einddatum.
8.8 Voor de Exploitatie van Gezamenlijke Programmaresultaten door een van de Deelnemende Partijen zal deze Partij die tot exploitatie wenst over te gaan in goed vertrouwen een niet-exclusieve licentie voor het belang van de andere Deelnemende Partijen in de Gezamenlijke Programmaresultaten overeenkomen. Dit volgens de richtlijnen zoals beschreven in artikel 8.7.
Artikel 9 - Aansprakelijkheid en Vrijwaring
9.1 Partijen zijn aansprakelijk jegens elkander voor schade die het rechtstreekse gevolg is van een aan die Partij verwijtbare tekortkoming in de uitvoering van haar verplichtingen. Indien een Partij, uit hoofde van de in de vorige zin bedoelde aansprakelijkheid en/of uit andere hoofde, aansprakelijk is, geldt dat die Partij uitsluitend aansprakelijk is voor directe en toerekenbare schade in het betreffende Programma onderdeel / Programmaproject tot maximaal het deel van die Deelnemer onder het Programma per jaar of honderd duizend Euro (100.000 Euro) afhankelijk van welk bedrag hoger is. Het hoogste bedrag is van toepassing. De aansprakelijkheid van TNO is te allen tijde beperkt tot haar eigen deel in het betreffende Programma onderdeel / Programmaproject met een maximum vijfhonderd duizend Euro (500.000 Euro) per jaar.
9.2 Voor schade welke één der Partijen lijdt door toepassing of gebruik van door een andere Partij bij de uitvoering van het Project verkregen resultaten of ter beschikking gestelde Basiskennis is die ter beschikking stellende Partij niet aansprakelijk, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de ter beschikking stellende Partij. Indien een andere Partij voor deze schade aangesproken wordt door een derde, niet zijnde de Subsidiegever, zal de eerst genoemde Partij de andere Partij vrijwaren.
9.3 Voor zover de Subsidiegever in overeenstemming met de Programmatoekenning jegens één of meer Partijen aanspraak maakt op terugbetaling van de Programmasubsidie, vrijwaring of schadevergoeding zal iedere Partij aan wiens tekortkoming die aanspraak valt toe te rekenen of op wiens Projectdeel die aanspraak betrekking heeft elk van de andere Partijen daartegen vrijwaren tot een bedrag dat cumulatief maximaal het Projectdeel van de in gebreke zijnde Partij(en) vertegenwoordigt. Voor zover niet kan worden vastgesteld dat de aanspraak valt toe te rekenen aan de tekortkoming van één of meer Partijen of de vrijwaring de aanspraak niet volledig dekt, zal het bedrag waarop de Subsidiegever in overeenstemming met de Programmatoekenning aanspraak maakt door alle Partijen worden gedragen in verhouding tot hun Projectdeel2.
2 Uitsluitend ter toelichting bij de terugbetaling van de Programmasubsidie: bij een reguliere vaststelling van de subsidie en het subsidiebedrag betreffende Programmalijn Prefab kan ingevolge artikelen 4:57, eerste lid en 4:95, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht door de Subsidiegever (EZK) worden besloten dat onverschuldigd betaalde subsidiebedragen of voorschotten worden teruggevorderd. Daarbij geldt dat het terug te vorderen bedrag wordt gebaseerd op dat besluit en dat titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen of voorschotten zullen niet meer kunnen bedragen dan het door de Subsidiegever (EZK) verstrekte (maximum)subsidiebedrag aan TNO en de Deelnemers (subsidieontvangers) zijnde een deel van de Programmasubsidie volgens de Programmatoekenning en zoals nader gespecificeerd in het Programmaplan.
Artikel 10 - Geen overdracht en uitbesteding; Aansprakelijkheid voor Groepsmaatschappijen
10.1 Een Partij is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partijen niet bevoegd aan een derde, met uitzondering van een Groepsmaatschappij:
(a) de rechten en/of verplichtingen die voor hem uit deze Overeenkomst voortvloeien geheel of gedeeltelijk over te dragen;
(b) door hem op grond van deze Overeenkomst te verrichten werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uit te besteden.
10.2 Iedere Partij blijft aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die voor diens Groepsmaatschappijen uit de Programmatoekenning en deze Programmavoorwaarden voortvloeien.
10.3 Indien en zodra een Groepsmaatschappij niet langer tot een Groep behoort, vervallen de rechten van die Groepsmaatschappij zoals bedoeld in Artikel 8.3, 8.4, 8.7 en 8.8 maar blijven de rechten van Partijen zoals bedoeld in die bepalingen in stand.
Artikel 11 - Geen exclusiviteit
Onverminderd de verplichtingen die voor Partijen uit de Programmatoekenning en deze Programmavoorwaarden voortvloeien, is iedere Partij te allen tijde vrij al dan niet in opdracht van, met subsidie van of in samenwerking met een derde werkzaam te zijn op hetzelfde gebied als waarop het Programma betrekking heeft en op ieder ander gebied.
Artikel 12 - Slotbepalingen; wijzigingen
12.1 Al hetgeen tussen Partijen vóór of op de Ingangsdatum is overeengekomen met betrekking tot het onderwerp van het Programma is uitsluitend in deze Programmavoorwaarden vastgelegd. Deze Programmavoorwaarden kunnen slechts worden gewijzigd of aangevuld door middel van een schriftelijke, door alle Partijen rechtsgeldig ondertekende overeenkomst.
12.2 Indien de Programmasubsidie onder een andere juridische titel aan TNO wordt toegekend dan opgenomen in deze Programmavoorwaarden en de voorwaarden voor de Programmasubsidie overige Deelnemers wijzigen daarmee niet dan is voor die wijziging een schriftelijke, door alle Partijen rechtsgeldig ondertekende overeenkomst zoals beschreven in 12.1 niet benodigd. Subsidiegever en TNO zullen in onderlinge afstemming bepalen hoe deze wijziging plaats te laten vinden.
12.3 Ingeval van onderlinge strijdigheid prevaleren achtereenvolgens: (1) de Programmasubsidie; (2) de Programmatoekenning; (3) deze Programmavoorwaarden; (4) het Programmaplan; (5) het Programmabudget; (6) het Plan van Aanpak Programmalijn Prefab.
12.4 Indien enige bepaling in deze Programmavoorwaarden naar het oordeel van de bevoegde rechter of instantie, nietig, onverbindend, ongeldig, verboden of onuitvoerbaar is, zullen de overige bepalingen van deze Programmavoorwaarden zoveel mogelijk volledig van kracht blijven en zullen Partijen trachten tot overeenstemming te komen over een alternatieve bepaling teneinde de bepaling die als nietig, onverbindend, ongeldig, verboden of onuitvoerbaar is aangemerkt, te vervangen.
Artikel 13 - Geschillen en Toepasselijk Recht
13.1 Geschillen welke uit deze Programmavoorwaarden voortvloeien en welke niet in onderling overleg kunnen worden opgelost, zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te 's- Gravenhage.
13.2 Op deze Programmavoorwaarden is Nederlands recht van toepassing.
Lijst met Bijlagen.
Bijlage 1: Programmatoekenning
Bijlage 2A: Programmaplan (inclusief Programmabudget en Plan van Aanpak Programmalijn Prefab)
Bijlage 2B: Programmabudget
Bijlage 3A: Template Toetredingsdocument (inclusief Annex A – Basiskennis) Bijlage 3B: Template Uittredingsdocument
Bijlage 4 Kaderbesluit nationale EZK – en LNV - subsidies en Ministeriele regelingen
Bijlage 1: Programmatoekenning
[in te voegen als separaat pdf-document]
Bijlage 2A: Programmaplan (inclusief Programmabudget en Plan van Aanpak Programmalijn Prefab)
Bijlage 2B: Programmabudget
[In te voegen als separa(a)t(e) pfd-document(en)]
Bijlage 3A Template Toetredingsdocument
TOETREDING
van een (nieuwe) Partij tot de
Programmavoorwaarden inzake Adaptief Consortium Programmalijn Prefab van [●datum] (hierna te noemen “de Programmavoorwaarden”, welke zijn bijgevoegd als Annex A bij dit Toetredingsdocument).
[●OFFICIELE NAAM VAN DE NIEUWE DEELNEMER]
stemt hierbij in om als Deelnemer toe te treden tot het Adaptief Consortium onder toepassing van de Programmavoorwaarden en verklaart alle rechten en plichten die in de Programmavoorwaarden, inclusief het Programmaplan en het Programmabudget, worden genoemd te accepteren met ingang van datum van ondertekening.
TNO, als Penvoerder van het Adaptief Consortium
Verklaart hierbij dat de Programmamanager TNO in afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties akkoord is gegaan met de toetreding van [●NAAM VAN DE NIEUWE DEELNEMER] tot het Adaptief Consortium met ingang van datum van ondertekening.
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend op [●DATUM], te [●PLAATS].
[●NAAM VAN DE NIEUWE DEELNEMER]
Handtekening: Naam: Functie:
TNO
Handtekening: Naam: Functie:
Annex A bij Bijlage 3A
PARTIJ X
OPTIE 1: De volgende Basiskennis wordt hierbij geïdentificeerd ter inbreng / gebruik voor het Programma. Indien er specifieke beperkingen en/of voorwaarden zijn voor Exploitatie zijn die hieronder opgenomen:
Omschrijving Basiskennis | Specifieke beperkingen en/of voorwaarden voor implementatie conform Artikel 8 dus gebruik binnen het Programma. | Specifieke beperkingen en/of voorwaarden voor Exploitatie conform Artikel 8 dus (commercieel) gebruik buiten het Programma. |
OPTIE 2: Er is geen Basiskennis die wij in het Programma inbrengen.
Bijlage 3B: Template Uittredingsdocument
UITTREDING
van een Partij van de
Programmavoorwaarden inzake Adaptief Consortium Programmalijn Prefab van [●datum] (hierna te noemen “de Programmavoorwaarden”, welke zijn bijgevoegd als Annex A bij dit Toetredingsdocument).
[●OFFICIELE NAAM VAN DE UITTREDENDE DEELNEMER]
bevestigd hierbij als Deelnemer uit het Adaptief Consortium te treden en zijn deelname aan het Programma en de Programmavoorwaarden, met uitzondering van de in artikel 4 en elders in die Programmavoorwaarden genoemde verplichtingen die naar hun aard ook na beëindiging van kracht blijven, te beëindigen.
TNO, als Penvoerder van het Adaptief Consortium
Verklaart hierbij dat de Programmamanager TNO in afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties akkoord is gegaan met /heeft besloten tot de uittreding van [●NAAM VAN DE UITTREDENDE DEELNEMER] tot het Adaptief Consortium met ingang van [●DATUM VAN UITTREDING].
Aldus in tweevoud opgemaakt en getekend op [●DATUM], te [●PLAATS].
[●NAAM VAN DE UITTREDENDE DEELNEMER]
Handtekening: Naam: Functie:
TNO
Handtekening: Naam: Functie:
Bijlage 4: Kaderbesluit nationale EZK – en LNV - subsidies
Het Kaderbesluit nationale EZK – en LNV - subsidies, geldig van 9 maart 2021, is van toepassing en is te vinden via:
Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies
In de Regeling Nationale EZK - en LNV - subsidies zijn nadere uitwerken te vinden van ministeriele besluiten zoals genoemd in het EZK Kaderbesluit:
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Een aantal zaken worden hierbij uitgelicht. Ten aanzien van de Kosten is bepaald dat:
- De vaste opslag voor indirecte kosten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit, bedraagt 50 procent van de loonkosten. (artikel 1.4)
- Het vaste uurtarief, zoals bedoeld in artikel 14 van het Kaderbesluit bedraagt EUR 60,- (artikel 2.1.1.)
De verwijzing naar het controleprotocol is te vinden in artikel 1.5