ALGEMEEN REGLEMENT GOEDGEKEURD DOOR
ALGEMEEN REGLEMENT GOEDGEKEURD DOOR
DE ALGEMENE VERGADERING VAN 7 SEPTEMBER 2020
INHOUD
TITEL I - ALGEMENE BEPALINGEN
Sectie 1. Aanvaardingsvoorwaarden Sectie 2. Klachten en betwistingen
TITEL II - TOEKENNING EN VERDELING VAN RECHTEN
EERSTE HOOFDSTUK: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE GROEP MUZIEK EN DE GROEP DRAMATISCHE KUNST EN DANS
TWEEDE HOOFDSTUK: AANGIFTES
DERDE HOOFDSTUK: BIJZONDERE BEPALINGEN I.V.M. DE DOOR DE VENNOOTSCHAP GEÏNDE RECHTEN
Sectie 1. Billijke vergoeding
Sectie 2. Vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik Sectie 3. Vergoeding voor openbare uitlening
Sectie 4. Vergoeding voor commerciële verhuur
Sectie 5. Doorgifte via de kabel en mededeling aan het publiek via directe injectie
Sectie 6. Jaarlijkse aanvullende vergoeding voor uitvoerende kunstenaars met niet-periodieke vergoeding in de muziek
Sectie 7. Vergoeding voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en andere rechten
VIERDE HOOFDSTUK: VERDELINGSREGELS VOOR DE GROEP MUZIEK
VIJFDE HOOFDSTUK: VERDELINGSREGELS VOOR DE GROEP DRAMATISCHE KUNST EN DANS
TITEL III - SLOTBEPALINGEN
3
3
3
4
4
5
5
5
6
6
7
7
7
7
8
8 & 9
9
PlayRight C.V.B.A.
Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Xxxxxxxxxxx 00 - 0000 Xxxxxxx
Reg. Burg. Venn. Brussel 1952 - B.T.W. BE 440.736.227
TITEL I - ALGEMENE BEPALINGEN
SECTIE 1. AANVAARDINGSVOORWAARDEN
Artikel 1: Als vennoot of aangeslotene van de vennootschap wordt aanvaard de uitvoerende kunstenaar die recht heeft op een wettelijke vergoeding voor een artistieke prestatie geleverd als uitvoerder of vertolker van een werk van letterkunde of kunst dat vatbaar is voor bescherming door het auteursrecht, van een circus- of variéténummer of van folklore.
Artikel 2: Uitvoerende kunstenaar is elke natuurlijke persoon die een werk van letterkunde of kunst, een circus- of variété- nummer of folklore opvoert, zingt, opzegt, voordraagt, danst, speelt of op gelijk welke andere wijze uitvoert of vertolkt, met uitsluiting van aanvullende artiesten die als dusdanig zijn erkend volgens de beroepsgebruiken.
Artikel 3: Aanvragen tot toetreding worden door de vennoot- schap behandeld binnen een termijn van twee maanden na de datum van ontvangst door de vennootschap van de volledig ingevulde en ondertekende overeenkomst van aansluiting en fiduciaire afstand.
Na onderzoek van de aanvraag kan deze worden aanvaard, verworpen of opgeschort. De beslissingen tot verwerping of opschorting dienen schriftelijk te worden gemotiveerd.
SECTIE 2. KLACHTEN EN BETWISTINGEN
Artikel 4: Klachten betreffende de verdeling van rechten moeten binnen de zes maanden na de betaling ervan schriftelijk aan de zetel van de vennootschap worden gericht. Na afloop van deze termijn kunnen geen klachten meer in overweging worden genomen.
Artikel 5: In geval van betwisting van rechten tussen vennoten en/of aangeslotenen onderling, kan de vennootschap de uitbe- taling van de rechten of van een deel daarvan opschorten tot een akkoord is bereikt tussen de betrokken vennoten en/of aangeslo- tenen of tot een gerechtelijke beslissing is geveld. De betrokken vennoten en/of aangeslotenen worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de tijdelijke blokkering van de rechten.
De vennootschap kan in voorkomend geval eveneens de uitbe- taling van de rechten van een vennoot of een aangeslotene te bewarende titel opschorten tot de betrokken vennoot of aange- slotene zijn schulden jegens de vennootschap heeft voldaan. Bovendien kan de vennootschap alsdan de schulden van de betrokken vennoot en/of aangeslotene compenseren met zijn (toekomstige) rechten. De betrokken vennoot en/of aange- slotene zal schriftelijk op de hoogte worden gebracht van derge- lijke bewarende en compenserende maatregelen.
Artikel 6: Bij geschil tussen een vennoot of een aangeslotene enerzijds en de vennootschap anderzijds met betrekking tot de gegrondheid van de aanspraak van de betrokken vennoot of aangeslotene op rechten voor bepaalde prestaties, wordt de procedure gevolgd die de vennootschap daartoe heeft ingesteld en die wordt gepubliceerd op de website van de vennootschap.
In voorkomend geval kan de betrokken vennoot of aangeslotene ook schriftelijk – per aangetekende brief met ontvangstbewijs – verzoeken om een bemiddelingsprocedure.
De partijen zullen alsdan in onderling overleg een advocaat of academicus gespecialiseerd in auteursrecht en naburige rechten kiezen als bemiddelaar, ofwel een persoon die gezien zijn profes- sionele ervaring en de aard van de te behandelen aangiftes door beide partijen als autoriteit wordt aanvaard. Bij gebrek aan akkoord tussen de partijen over een bemiddelaar, zullen twee bemiddelaars worden aangesteld: één door de voorzitter van de Raad van Bestuur van de vennootschap en één door de andere partij.
TITEL II - TOEKENNING EN VERDELING VAN RECHTEN
EERSTE HOOFDSTUK: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE GROEP MUZIEK EN DE GROEP DRAMATISCHE KUNST EN DANS
Artikel 7: De geïnde rechten worden verdeeld volgens de mate van het gebruik van het betreffende muzikale of audiovisuele repertoire. Alleen het repertoire dat ingevolge de wet rechten genereert, wordt in aanmerking genomen voor de verdeling. Indien geen enkel gegeven beschikbaar is over het gebruikte repertoire, dan neemt de vennootschap voor de verdeling die informatie in aanmerking die het meest relevant is voor het muzikale of audiovisuele gebruik in de betreffende categorie.
Artikel 8: Nog steeds afhankelijk van de gegevens waarover de vennootschap redelijkerwijze kan beschikken, wordt bij de verdeling van de rechten rekening gehouden met de duur van het uitgevoerde werk en/of een indicator m.b.t. de frequentie van de uitzendingen ervan. Het bedrag dat toegekend wordt aan het gebruik van het werk wordt dan proportioneel verdeeld naargelang het aantal uitvoerende kunstenaars die aan de uitvoering deelgenomen hebben, alsook naargelang de rol(len) van deze uitvoerende kunstenaars in de betreffende uitvoering, steeds naar billijkheid en voor zover als nodig met reservering van een aandeel voor uitvoerende kunstenaars waarover nog informatie ontbreekt.
Artikel 9: De Raad van Bestuur kan aan de Algemene Verga- dering voorstellen om een deel van de rechten met betrekking tot een bepaald referentiejaar toe te wijzen aan een ander jaar, en dit om dwingende economische en/of technische redenen, die behoorlijk bewezen en objectief gerechtvaardigd moeten zijn.
Artikel 10: Het netto resultaat van de uitgevoerde inningen voor elk van de rechten omschreven in het derde hoofdstuk van onder- havige titel, wordt verdeeld tussen de gerechtigde vennoten en aangeslotenen, volgens een jaarlijks door de Raad van Bestuur goed te keuren verdelingskalender. Deze verdelingskalender wordt gepubliceerd op de website van de vennootschap.
Voor zover de wet niet anders bepaalt en tenzij objectieve, door de wet erkende redenen de eerbiediging van deze uiterste termijn onmogelijk zouden maken, worden de rechten in verdeling gesteld en geheel of gedeeltelijk betaald binnen de negen maanden na afloop van het jaar van inning ervan door de vennootschap, overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het derde hoofdstuk van onderhavige titel.
Artikel 11: De rechten overgemaakt door de buitenlandse beheersvennootschappen ingevolge de met hen gesloten wederkerigheidsovereenkomsten worden verdeeld onder de vennoten en de aangeslotenen, volgens de verdelingsregels van de betrokken buitenlandse beheersvennootschap en op grond van het op het moment van de verdeling door de vennoten en de aangeslotenen aangegeven repertoire. De vennootschap zal
slechts gehouden zijn tot het verschaffen van gegevens en infor- matie in verband met de betreffende verdeling voor zover zij deze effectief zelf heeft ontvangen van de betrokken buitenlandse beheersvennootschap.
Artikel 12: Alle betalingen gebeuren uitsluitend in euro en worden via bankverrichting uitgevoerd op de persoonlijke bankrekening van de vennoot of de aangeslotene, met uitzon- dering van betalingen aan gelijkaardige buitenlandse vennoot- schappen waarvoor de vennootschap krachtens wederkerig- heidsovereen- komsten rechten int en verdeelt. Betalingen aan vennoten of aangeslotenen buiten het IBAN_systeem die het bedrag van 200 euro niet overstijgen, worden op de rekening van de betrokken vennoot of aangeslotene geboekt en overge- dragen naar een volgende betaling, tenzij de betrokken vennoot of aangeslotene expliciet op onmiddellijke betaling aandringt.
Artikel 13: Tot zolang en voor zover objectieve, door de wet erkende redenen de eerbiediging van de termijn omschreven in artikel 10 onmogelijk zouden maken, worden de geïnde en in verdeling gestelde rechten voor de betrokken uitvoerende kunstenaars gereserveerd, evenwel voor een maximale termijn van drie jaar. Deze termijn loopt vanaf 1 januari van het jaar waarin (de eerste) betalingen plaatsvonden met betrekking tot het jaar waarin de uitvoering van het desbetreffende werk rechten genereerde, tot het einde van het tweede jaar dat daarop volgt. Na afloop van deze termijn wordt de betreffende verdeling definitief afgesloten, waarna de daaropvolgende Algemene Vergadering over de bestemming van de resterende gelden beslist, overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.
Artikel 14: De vennootschap is gerechtigd ten onrechte aan een vennoot of een aangeslotene uitgekeerde rechten terug te vorderen, dan wel deze tot algehele compensatie te verrekenen met toekomstige uitkeringen.
De rechten die door middel van een gerechtelijke procedure werden teruggevorderd, worden in de relevante lopende verdeling opgenomen of, indien deze reeds zou zijn afgesloten, in de eerstvolgende verdeling. Ze worden verdeeld volgens de regels die op dat ogenblik van toepassing zijn.
Artikel 15: De rechtsgeldige betaling aan de gevolmachtigde van een nalatenschap ontslaat de vennootschap van elke aanspra- kelijkheid ten aanzien van de rechtverkrijgenden van de nalaten- schap. De rechtsgeldige betaling, overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake, op de persoonlijke rekening van een minder- jarige ontslaat de vennootschap van elke aansprakelijkheid ten aanzien van de ouder(s) of voogd van deze minderjarige.
TWEEDE HOOFDSTUK: AANGIFTES
Artikel 16: Xxxx vennoot en aangeslotene dient individueel al zijn prestaties belichaamd in een geluids- of audiovisuele opname op de voorgeschreven manier aan te geven, per post of online, ten laatste op 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin de prestaties werden geleverd. Klachten over de verwerking van aangiftes die werden ingediend per post kunnen enkel in aanmerking worden genomen indien de betreffende aangiftes aangetekend met ontvangstbewijs werden verstuurd.
Aangiftes die niet volledig worden ingediend binnen de termijn vastgelegd in artikel 13 van onderhavig algemeen reglement kunnen geen rechten meer genereren voor de periode die het voorwerp heeft uitgemaakt van betalingen.
Artikel 17: De aangifte moet gedateerd en ondertekend (of online gevalideerd) worden door de vennoot of aangeslotene die aanspraak maakt op de rechten of door diens vertegenwoordiger (die daartoe uitdrukkelijk werd gemandateerd door de betrokken vennoot of aangeslotene met een schriftelijke volmacht) of, in het geval van een minderjarige vennoot of aangeslotene, door diens ouders of voogd. Voor wat betreft de prestaties gezamenlijk geleverd door muzikanten, zangers en dirigenten als uitvoerders van ernstige muziek in ensemble, kan een collectieve aangifte per gewone of via elektronische post worden ingediend op het daarvoor bestemde standaardformulier.
Artikel 18: De uitvoerende kunstenaars van de groep Muziek dienen de aangiftevoorschriften voor muzikale prestaties na te volgen. Indien daarom verzocht, dienen zij bewijzen van medewerking aan een geluidsopname (bijv. kopieën van contracten, facturen of loonfiches) en/of kopieën van informatie- documenten van de betref- fende geluidsdragers (hoes en label- info) te voegen bij de behoorlijk en volledig ingevulde aangifte. In voorkomend geval zorgen zij ook voor de invulling van een aangifte betreffende hun prestaties in audiovisuele opnamen.
De uitvoerende kunstenaars van de groep Dramatische Kunst en Dans dienen de aangiftevoorschriften voor audiovisuele prestaties na te volgen. Indien daarom verzocht, dienen zij de gevraagde bewijzen van medewerking aan een audiovisuele opname (bijv. call sheets, kopieën van contracten, facturen of loonfiches) en/of kopieën van informatiedocumenten van de betreffende audiovisuele dragers (hoes en casting-info) te voegen bij de behoorlijk en volledig ingevulde aangifte te voegen bij de behoorlijk en volledig ingevulde aangifte.
De vennootschap kan op gelijk welke wijze bijkomende infor- matie verzamelen over de identiteit van de uitvoerende kunstenaars wier prestaties rechten genereren, en daarvoor in afwachting naar billijkheid een aandeel in de rechten reserveren.
DERDE HOOFDSTUK: BIJZONDERE BEPALINGEN I.V.M. DE DOOR DE VENNOOTSCHAP GEÏNDE RECHTEN
SECTIE 1. BILLIJKE VERGOEDING
Artikel 19:
1. Algemene verdelingsregels
De verdeling gebeurt op basis van de gelden geïnd bij de debiteuren van de billijke vergoeding, rekening houdend met enerzijds de speellijsten en indicatoren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen van de omroepen en anderzijds verkoopcijfers, peilingen, studies en steekproeven.
Indien geen speellijsten, indicatoren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen of verkoopcijfers beschikbaar zijn, of wanneer de kosten van verdeling – in het algemeen of voor de uitvoering van een bepaald werk of de uitvoeringen opgenomen in een bepaalde uitzending – duidelijk buitenmaats zijn ten aanzien van het bedrag van de te verdelen rechten, kan voor de verdeling gebruik worden gemaakt van een andere speellijst of andere indicatoren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen betreffende het repertoire van een vergelijkbaar genre, van een vergelijkbare categorie van prestaties en/of van een vergelijkbare periode. In voorkomend geval kunnen ook de voor de uitvoering van het desbetreffende werk of de uitvoeringen opgenomen in de desbe- treffende uitzending te verdelen rechten worden toegevoegd aan
de te verdelen rechten voor het repertoire van een vergelijkbaar genre.
Indien nodig bepaalt de Raad van Bestuur jaarlijks algemene verdelingsregels naar analogie, aan de hand van een represen- tatief staal van speellijsten van omroepen en verkoopcijfers.
2. Bijzondere verdelingsregels
1. Billijke vergoeding verschuldigd door de omroepen
Het jaarlijks aan rechten geïnde bedrag wordt verdeeld op basis van speellijsten van de omroepen van het desbetreffende jaar of op basis van speellijsten verstrekt door een gespecialiseerd organisme.
Indien een radio-omroep beschikt over meerdere zenders met een verschillend programma (regionale ontkoppeling), dan wordt het jaarlijks te verdelen bedrag van de rechten m.b.t. deze radio- omroep in gelijke delen verdeeld over de desbetreffende zenders voor zover speellijsten beschikbaar zijn, of op basis van de indica- toren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen voor zover deze worden verstrekt door een gespecialiseerd organisme.
2. Billijke vergoeding verschuldigd door de uitbaters van vesti- gingen waar opnames openbaar worden uitgevoerd
De vennootschap zal het jaarlijks geïnde bedrag aan rechten verdelen per gebruikte bron of bronnen (omroep, kabel, beschik- baarstelling voor het publiek, geluids- of audiovisuele dragers,
… – al dan niet gecombineerd), volgens statistieken gebaseerd op de door de debiteuren aangeleverde gegevens, speellijsten van de omroepen, verkooplijsten, peilingen, studies en xxxxx- xxxxxxx.
3. Verdeling – niet-muzikale werken
Jaarlijks wordt een aandeel van de rechten toegekend voor de uitvoering van elk niet-muzikale werk (bijv. werken van letter-
kunde, dramatische werken, luisterspelen, …), op basis van de waarde toegekend aan de uitvoering van één minuut muziek. De waarde van één minuut muziek wordt berekend en bepaald door de Raad van Bestuur en kan jaarlijks worden aangepast. Het bedrag toegekend voor elk werk wordt gedeeld door het aantal aangiftes, en per werk ontvangt elke gerechtigde uitvoerende kunstenaar een gelijk deel. De uitvoerende kunstenaar moet aantonen dat zijn prestatie op een voor handelsdoeleinden uitgegeven fonogram is vastgelegd en in redelijke mate aantonen dat dit fonogram uitge- zonden werd op radio en/of via een inhaal- of video-on-demand platform.
SECTIE 2. VERGOEDING VOOR HET KOPIËREN VOOR EIGEN GEBRUIK
Artikel 20:
1. Algemene verdelingsregels
De verdeling gebeurt op basis van de gelden overgemaakt door de (koepel)beheersvennootschap die instaat voor de inning van de betreffende vergoeding, rekening houdend met eventuele peilingen en studies aangaande het kopiëren van uitvoeringen in de muziek- en de audiovisuele sector, met speellijsten en indica- toren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen van de omroepen en verkoopcijfers.
Indien geen peilingen, studies, speellijsten, indicatoren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen of verkoopcijfers beschikbaar zijn, of wanneer de kosten van verdeling – in het algemeen of voor de uitvoering van een bepaald werk of de uitvoeringen opgenomen in een bepaalde uitzending – duidelijk buiten- maats zijn ten aanzien van de te verdelen rechten, kan voor de verdeling gebruik worden gemaakt van een andere speellijst of andere indicatoren m.b.t. de frequentie van de uitzendingen betreffende het repertoire van een vergelijkbaar genre, van een vergelijkbare categorie van prestaties en/of van een vergelijkbare periode. In voorkomend geval kunnen ook de voor de uitvoering van het desbetreffende werk of de uitvoe- ringen opgenomen in de desbetreffende uitzending te verdelen rechten worden toege- voegd aan de te verdelen rechten voor het repertoire van een vergelijkbaar genre.
Indien nodig bepaalt de Raad van Bestuur jaarlijks algemene verdelingsregels naar analogie, aan de hand van een represen- tatief staal van speellijsten van omroepen en verkoopcijfers.
2. Bijzondere verdelingsregels
1. Privé-kopierechten muzieksector
Het jaarlijks beschikbaar bedrag aan rechten wordt verdeeld in verschillende onderdelen, naargelang de kopiebron van de gebruikers van blanco-dragers en opnametoestellen en op grond van:
• voor de kopiebron “radio’s”, de speellijsten en indicatoren
m.b.t. de frequentie van de uitzendingen van de radio- omroepen.
• voor de kopiebron “voorbespeelde dragers”, de beschikbare verkoopcijfers.
• voor de kopiebron “internet”, de gegevens die blijken uit studies of peilingen aangaande het kopiëren van uitvoeringen in de muzieksector of, bij gebreke daaraan, de beschikbare verkoopcijfers.
2. Privé-kopierechten audiovisuele sector
De Raad van Bestuur bepaalt een lijst van de in overweging te nemen televisiezenders en het minimum aantal kijkers vereist voor een audiovisueel programma om in rekening te worden genomen. Deze lijst en dit minimum kunnen jaarlijks worden aangepast; ze worden gepubliceerd op de website van de vennootschap.
Het jaarlijks beschikbaar bedrag aan rechten wordt opgesplitst op basis van de verdeling van de rechten geïnd voor de doorgifte via de kabel en de mededeling aan het publiek via directe injectie voor hetzelfde inningsjaar, pro rata het marktaandeel per weerhoudenzender.
SECTIE 3. VERGOEDING VOOR OPENBARE UITLENING
Artikel 21: De verdeling gebeurt op basis van de gelden overge- maakt door de (koepel)beheersvennootschap die instaat voor de inning van de betreffende vergoeding, rekening houdend met de documentatie verstrekt door de uitleningorganismen, alsook eventueel op basis van peilingen en studies. Indien dergelijke
informatie niet beschikbaar is, zullen de gelden geïnd bij de uitle- ningsorganismen verdeeld worden volgens de verdelingsregels die gelden voor de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik (muziek en audiovisueel).
SECTIE 4. VERGOEDING VOOR COMMERCIËLE VERHUUR
Artikel 22: De verdeling gebeurt op basis van de gelden geïnd bij de handelsverhuurorganismen, rekening houdend met het resultaat van peilingen en van steekproeven op basis van de informatie verstrekt door handelsverhuurorganismen. Indien
dergelijke informatie niet beschikbaar is, zullen de gelden geïnd bij de handelsverhuurorganismen verdeeld worden volgens de verdelingsregels die gelden voor de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik (muziek en audiovisueel).
SECTIE 5. DOORGIFTE VIA DE KABEL EN MEDEDELING AAN HET PUBLIEK VIA DIRECTE INJECTIE
Artikel 23: De verdeling van de rechten geïnd bij de kabeldistribu- teurs, de distributeurs van signalen en de omroeporganisaties voor televisiezenders gebeurt aan de hand van door hen aangeleverde speellijsten, indicatoren m.b.t. de duurtijd van de programma’s en kijkcijfers van de uitzendingen van elke weerhouden zenders. De Raad van Bestuur beslist elk jaar over de selectie van weerhouden omroepen.
Indien geen speellijsten, indicatoren m.b.t. de duurtijd van de programma’s of kijkcijfers beschikbaar zijn, of wanneer de kosten van verdeling van de rechten geïnd voor een bepaalde omroep, voor de uitvoering van een bepaald werk of de
uitvoeringen opgenomen in een bepaalde uitzending duidelijk buitenmaats zijn ten aanzien van de te verdelen rechten, wordt voor de verdeling gebruik gemaakt van speellijsten van omroepen waarover de vennootschap beschikt of andere indicatoren m.b.t. de duurtijd van de programma’s en de kijkcijfers, pro rata van de rechten geïnd voor deze zenders.
De verdeling van de rechten geïnd bij de kabeldistributeurs, de distributeurs van signalen en de omroeporganisaties voor radiozenders gebeurt op basis van de in dit reglement bepaalde bijzondere verdelingsregels voor de verdeling van de geïnde rechten billijke vergoeding voor radio-omroepen.
SECTIE 6. JAARLIJKSE AANVULLENDE VERGOEDING VOOR UITVOERENDE KUNSTENAARS MET NIET-PERIODIEKE VERGOEDING IN DE MUZIEK
Artikel 24: De verdeling van de gelden geïnd bij de producenten van fonogrammen, gebeurt aan de hand van de informatie verstrekt door deze producenten aangaande de inkomsten die zij hebben verkregen uit de reproductie, verspreiding en beschik- baarstelling van de betreffende fonogrammen. Indien dergelijke verdeling omwille van enige objectieve en gemotiveerde reden
onmogelijk blijkt (bijvoorbeeld indien bedoelde informatie niet of niet tijdig wordt verstrekt door de betrokken producenten), zullen deze gelden verdeeld worden volgens de verdelingsregels die gelden voor de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik (muziek).
SECTIE 7. VERGOEDING VOOR ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN ANDERE RECHTEN
Article 25 :
a. Vergoeding voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: De verdeling gebeurt op basis van de gelden overgemaakt door de (koepel)beheersvennootschap die instaat voor de inning van de vergoeding voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, geïnd vanaf mei 2019, rekening houdend met de resultaten van peilingen en studies gevoerd op basis van de informatie verstrekt door de onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Indien dergelijke informatie niet beschikbaar is, zullen de gelden geïnd bij deze instellingen verdeeld worden volgens de verdelingsregels die gelden voor de vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik (muziek en audiovisueel).
b. Andere rechten: Voor zover de vennootschap instaat voor de inning en de verdeling van andere exclusieve- of vergoedings- rechten van uitvoerende kunstenaars (ingevolge de wet, collec- tieve overeen- komsten of sectorakkoorden), zullen de verde- lingsregels die gelden voor de aldus geïnde gelden telkens per te onderscheiden recht worden bepaald door de Raad van Bestuur, al dan niet naar analogie met voor andere rechten geldende verdelingsregels. Dergelijke verdelingsregels kunnen jaarlijks worden aangepast; ze worden gepubliceerd op de website van de vennootschap.
VIERDE HOOFDSTUK: VERDELINGSREGELS VOOR DE GROEP MUZIEK
Artikel 26: De verdeling van de rechten met betrekking tot prestaties van uitvoerende kunstenaars geleverd als uitvoerder of vertolker van een geluidswerk, gebeurt als volgt:
1. Het voor de uitvoering van een geluidswerk beschikbaar bedrag aan rechten wordt proportioneel verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die in het kader van de uitvoering prestaties hebben geleverd, na optelling van de punten van alle betrokkenen en a rato van volgende puntwaarden per categorie:
HOOFDARTIEST / DIRIGENT | 15 punten |
NIET-HOOFDARTIEST | 5 punten |
Met “dirigent” wordt de uitvoerende kunstenaar bedoeld die belast is met het coördineren – met name op het vlak van tempo en interpre- tatie – door middel van gebaren van de simultane uitvoering van een groep van andere uitvoerende kunstenaars die minstens 12 leden telt, en dit op het moment zelf van de (opname van de) uitvoering.
2.Indien er uitvoerende kunstenaars in de eerste rolcategorie voorkomen, dient voor hen een minimum van 30 % voorbehouden te worden, proportioneel te verdelen a rato van hun respectieve puntwaarden.
Een uitvoerende kunstenaar kan slechts voorkomen in één rolcate- gorie, en – behoudens het hierna bepaalde betreffende de tweede rolcategorie – slechts éénmaal per rolcategorie. Indien een uitvoe- rende kunstenaar in de tweede rolcategorie meerdere prestaties
heeft geleverd, worden hem 5 punten toegekend voor elke prestatie die telkens afzonderlijk in een van de 7 volgende groepen valt: toets- instrumenten, snaarinstrumenten, blaasinstrumenten, percussie, melodische percussie, mechanische instrumenten en zang, met een maximum van 3 instrumenten (hetzij tot een totaal van maximum 15 punten), waarbij de stem aanzien wordt als een instrument..
3. Hoofdartiesten en dirigenten komen niet in aanmerking voor de verdeling van de jaarlijkse aanvullende vergoeding voor uitvoe- rende kunstenaars met niet-periodieke vergoeding in de muziek, behoudens indien zij kunnen aantonen voor de betreffende fonogrammen van de betrokken producent een niet-periodieke vergoeding te hebben ontvangen voor de overdracht van de rechten met betrekking tot hun in die fonogrammen belichaamde prestaties en in voorkomend geval enkel in de mate dat dergelijke niet-perio- dieke vergoeding de volledige overdracht van rechten met betrekking tot de reproductie, verspreiding en beschikbaarstelling van de betref- fende fonogrammen betreft; indien deze slechts één of twee van voornoemde exploitatievormen betreft, zal het aan dergelijke hoofd- artiest en dirigent toekomende aandeel pro rata het aantal niet door de niet-periodieke vergoeding gedekte exploitatievormen worden ingekort.
VIJFDE HOOFDSTUK: VERDELINGSREGELS VOOR DE GROEP DRAMATISCHE KUNST EN DANS
Artikel 27: 1. De rechten betreffende prestaties belichaamd in de klankband van een audiovisueel werk worden afzonderlijk verdeeld. Daartoe wordt een percentage voorafgenomen van de rechten toegekend aan het desbetreffende audiovisueel werk. De Raad van Bestuur bepaalt per type werk een percentage tussen 0 en 25%, in verhouding tot de effectieve duurtijd van de muziek in het werk. Het percentage van 25% komt overeen met de aanwezigheid van muziek over de hele duurtijd van het werk.
2. Met de klankband wordt zowel de generiekmuziek (begin- en eindgeneriek) als andere muziek gebruikt in een audiovisueel werk bedoeld.
3. Het voor de klankband beschikbaar bedrag wordt verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die deelnamen aan de uitvoering ervan, overeenkomstig de bepalingen van artikel 26 van onderhavig algemeen reglement.
Artikel 28: 1. Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 29 van onder- havig algemeen reglement, wordt het bedrag aan rechten
voor de uitvoering van een audiovisueel werk dat na afhouding van het aandeel voor de klankband beschikbaar is, proportioneel verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die in het kader van de uitvoering niet-muzikale prestaties hebben geleverd, na optelling van de punten van alle betrokkenen en a rato van volgende puntwaarden per categorie:
HOOFDROL | 15 punten |
BIJROL | 10 punten |
Een rol waarvoor de uitvoerende kunstenaar een naamsver- melding krijgt in de begingeneriek van het audiovisueel werk, wordt behoudens tegenbewijs aanzien als een hoofdrol. Voor de bepaling van de rolcategorieën zullen alle nuttige elementen in aanmerking worden genomen die een rol onder- scheiden (bijv. vermelding in de begingeneriek, tijd in beeld, rangschikking in de eindgeneriek, aantal gepresteerde opnamedagen, …).
2. Indien er uitvoerende kunstenaars in de eerste rolcategorie voorkomen, dient voor hen een minimum van 30 % voorbe- houden te worden, proportioneel te verdelen a rato van hun respectieve puntwaarden.
Een uitvoerende kunstenaar kan slechts voorkomen in één rolca- tegorie en slechts één maal per rolcategorie.
In het geval van series, wordt tevens het aantal afleveringen waarin de betrokken uitvoerende kunstenaar voorkomt in rekening genomen.
Artikel 29: 1. Het bedrag aan rechten voor de uitvoering van een audiovi- sueel werk waarvoor uitvoerende kunstenaars prestaties hebben geleverd als stemacteur voor dubbing of voor sonorisatie van animatiefilms wordt, eveneens na afhouding van het aandeel voor de klankband, proportioneel verdeeld onder betrokken de uitvoerende kunstenaars, als volgt:
a. in geval van dubbing:
• 20 % van de rechten worden verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die instonden voor de dubbing van het desbe- treffende werk, overeenkomstig de verdeling die geldt voor de gedubde rollen ingevolge de bepalingen van artikel 28 van onderhavig reglement
(maar zonder dat de betrokken uitvoerende kunstenaars een naamsvermelding behoeven in de begingeneriek van het desbetref- fende audiovisuele werk);
• 80 % van de rechten worden verdeeld onder de uitvoe- rende kunstenaars wiens prestatie in beeld was, eveneens overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 van onderhavig reglement.
b. in geval van sonorisatie van animatiefilms:
• 100 % van de rechten worden gelijkelijk verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die instonden voor de sonorisatie van het desbetreffende audiovisuele werk.
Artikel 30: De rechten voor audiovisuele werken waarin louter of overwegend muzikale prestaties worden geleverd (muziek- shows, concertopnames, opera, muziektheater, musical, …), worden – in voorkomend geval na voorafneming van een percentage van 5
% voor de generiekmuziek (begin- en eindge- neriek) – proporti- oneel verdeeld onder de uitvoerende kunstenaars die in het kader van de uitvoering prestaties hebben geleverd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 26 van onderhavig algemeen reglement voor wat betreft de muzikale prestaties, en overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 voor wat betreft de niet-muzikale prestaties.
TITEL III - SLOTBEPALINGEN
Artikel 31: De vennootschap houdt op de rechten die zij int haar beheerskosten in, binnen de perken van de wet. Op de rechten die zij verdeelt, houdt zij de door de wet geboden heffingen in. Voor zover toegelaten door de wet worden de inkomsten uit de belegging van rechten aangewend voor de dekking van de beheerkosten.
Artikel 32: Per inningsbron en eventueel per rubriek worden provisies aangelegd om tegemoet te komen aan mogelijke aanspraken van vennoten of aangeslotenen en/of ter correctie van materiële fouten. De percentages van deze provisies worden door de Algemene Vergadering bepaald en kunnen jaarlijks worden aangepast.
Artikel 33: Maximum 10 % van de jaarlijks door de vennoot- schap geïnde rechten kunnen door de Raad van Bestuur bestemd worden voor sociale, culturele en educatieve doeleinden. De regels aangaande de toewijzing van de fondsen voor die doeleinden worden eveneens vastgelegd door de Raad van Bestuur. Bij de toewijzing van deze fondsen zal de grootst
mogelijke objectiviteit worden nagestreefd. De in aanmerking te nemen acties dienen gericht te zijn op uitvoerende kunstenaars
wiens prestaties worden opgenomen. De vennootschap kan op dit vlak samenwerken met partners (natuurlijke of rechtsper- sonen, verenigingen met of zonder rechtspersoonlijkheid), voor zover deze autonoom werken met respect voor het auteursrecht en de naburige rechten, en apolitiek gestructureerd en/of geori- enteerd zijn.
Artikel 34: Onderhavig algemeen reglement werd opgesteld in de Nederlandse en in de Franse taal. Beide teksten hebben gelijk- waardige rechtskracht. Waar in de tekst de mannelijke vorm wordt gebruikt, geldt evenzeer de vrouwelijke.
Artikel 35: Onderhavig algemeen reglement treedt in voege op 1 januari 2021. Het zal onmiddellijk van toepassing zijn op de verdelingen van de rechten met betrekking tot de referentie- jaren die op die datum nog niet in verdeling werden gesteld en bijgevolg nog niet het voorwerp uitmaakten van een verdeling, ook geen gedeeltelijke.