NMT-reglement bemiddeling en klachtbehandeling
NMT-reglement bemiddeling en klachtbehandeling
Begrippen Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. klacht:
een bij het bureau van de NMT ingediend schrijven, waarin onvrede wordt geuit over een gedraging van een tandarts(-specialist) lid van de NMT en bij de NMT-klachtenregeling aangesloten en/of een persoon werkzaam bij een bij de NMT-klachtenregeling aangesloten praktijkhouder met een praktijkmodule, en waarin wordt verzocht dat schrijven als klacht in behandeling te nemen.
b. gedraging:
enig handelen of nalaten van een besluit dat gevolgen heeft voor de betreffende patiënt.
x. xxxxxx:
de indiener van de klacht als bedoeld onder a., in voorkomende gevallen vertegenwoordigd door een wettelijk of daartoe gemachtigd vertegenwoordiger; indien de betreffende patiënt inmiddels is overleden, kan door de nabestaanden een klacht worden ingediend.
d. aangeklaagde:
de tandarts(-specialist), lid van de NMT en aangesloten bij de NMT-klachtenregeling en/of een persoon werkzaam bij een bij de NMT-klachtenregeling aangesloten praktijkhouder met een praktijkmodule, tegen wie de klacht is gericht.
e. verantwoordelijk tandarts(-specialist):
de tandarts(-specialist), lid van de NMT en aangesloten bij de NMT-klachtenregeling en (eind)verantwoordelijk voor de praktijk.
f. praktijk:
een bij de NMT-klachtenregeling aangesloten tandartsen(-specialisten)praktijkhouder met een praktijkmodule.
g. bemiddeling:
de persoonlijke inspanning van leden van de bemiddelingsraad, die er op is gericht om tussen partijen, die met bemiddeling instemmen, een schikking tot stand te brengen.
h. klachtbehandeling:
de behandeling van de klacht door de Centrale Klachtencommissie, resulterend in een op schrift gestelde beslissing.
i. RBR:
Regionale Bemiddelingsraad.
j. SBR:
Specialisten Bemiddelingsraad.
k. CKC:
Centrale Klachtencommissie.
l. BCK:
Begeleidingscommissie Klachtenregeling.
m. HB:
hoofdbestuur van de NMT.
n. mondonderzoek
een aanvullend klinisch onderzoek volgens een door de BCK vastgesteld protocol, uitgevoerd door een mondonderzoeker met als doel onafhankelijke informatie te leveren aan de CKC omtrent de status van het gebit van klager.
o. afdelingsbestuur
het bestuursorgaan van een regionale afdeling van de NMT ex. artikel 10, 11 en 12 van de statuten van de NMT.
Doelstellingen Artikel 2
Dit reglement kent de volgende doelstellingen:
a. naar aanleiding van de ingediende klacht waar mogelijk te bemiddelen en waar dit niet het beoogde resultaat oplevert, uitspraak te doen op basis van objectieve normen en maatstaven.
b. zonodig een herstel van de behandelrelatie te bevorderen op basis van wederzijds vertrouwen.
c. de kwaliteit van de zorgverlening te waarborgen.
Uitgangspunten Artikel 3
Dit reglement is gebaseerd op artikel 147 van het Huishoudelijk Reglement van de NMT en geldt tevens als een nadere uitwerking van het bepaalde in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. Toegepast wordt het reglement zoals dat van kracht was op het moment waarop de zaak aanhangig werd gemaakt. Voorts gelden de volgende uitgangspunten:
a. de klager heeft de klacht, alvorens deze in te dienen bij de NMT, eerst ter kennis gebracht van en bij voorkeur besproken met de aangeklaagde en, indien van toepassing, de verantwoordelijk tandarts(-specialist).
b. de bemiddeling wordt aan beide partijen aangeboden en is er op gericht dat tussen de betrokken partijen overeenstemming wordt bereikt met betrekking tot de door de klager aangereikte geschilpunten, zo mogelijk gepaard gaand met herstel van de behandelrelatie.
c. komt door bemiddeling geen schikking tot stand, dan heeft de klager het recht om alsnog een klacht in te dienen c.q. verdere behandeling van de reeds ingediende klacht te verlangen.
d. aan de procedure, zowel de bemiddeling als de klachtbehandeling, zijn geen kosten verbonden.
e. voor een tandheelkundige beoordeling kan de klager worden opgeroepen voor een mondonderzoek; de aangeklaagde en, indien van toepassing, de verantwoordelijke tandarts(-specialist), wordt/worden in de gelegenheid gesteld daarbij aanwezig te zijn.
f. voor beide partijen geldt het beginsel van hoor en wederhoor, het recht op inzage in de stukken en het recht zich ter zitting te laten bijstaan.
g. alle persoonlijke gegevens worden zorgvuldig en vertrouwelijk behandeld en geregistreerd.
h. in de beslissing van de CKC wordt een oordeel uitgesproken over de gegrondheid van de klacht, al dan niet vergezeld van aanbevelingen.
i. De afhandeling van klachten geschiedt met inachtneming van de in dit reglement vermelde streeftermijnen voor intake (art. 17/03), bemiddeling (art. 15/06) en klachtbehandeling (art. 17/17). Bij overschrijding van de betreffende termijn wordt de reden daarvan genoemd en wordt aangegeven wat de nieuwe termijn wordt; verlenging is mogelijk met maximaal dezelfde termijn.
j. Indien een tandarts(specialist) en/of een bij de NMT-klachtenregeling aangesloten praktijkhouder zijn/hun deelname aan de NMT-klachtenregeling beëindigt/beëindigen, blijft hij/blijven zij voor wat betreft de afhandeling van klachten aan deze regeling gebonden voor zover het een klacht betreft die handelt over de periode van vóór de beëindiging.
Artikel 4
Zaken die voor bemiddeling in aanmerking komen, worden voorgelegd aan de RBR als de zaak betrekking heeft op een tandarts en/of voor hem werkzaam personeel indien de praktijkhouder is aangesloten bij de NMT-klachtenregeling. Betreft het een tandarts(- specialist) en/of voor hem werkzaam personeel indien de praktijkhouder is aangesloten bij de NMT-klachtenregeling, dan wordt de zaak ter bemiddeling voorgelegd aan de SBR.
Zaken die voor klachtbehandeling in aanmerking komen, worden voorgelegd aan de CKC.
Samenstelling en benoeming RBR:
Artikel 5
01. Er zijn zeven Regionale Bemiddelingsraden. Zij zijn gevestigd in Amersfoort, Amsterdam, Eindhoven, 's-Gravenhage, Groningen, Rotterdam en Zwolle.
02. Iedere RBR bestaat uit een door het HB nader te bepalen aantal leden en is mede afhankelijk van het aantal klachten dat jaarlijks behandeld wordt. De leden van de RBR zijn bij aanvang van hun eerste benoeming praktiserend tandarts.
03. De leden van de RBR worden benoemd door het HB op niet-bindende voordracht van een van de betreffende afdelingen. Het betreffende afdelingsbestuur zal deze voordracht doen, gehoord hebbende hun afdelingsvergadering, op niet-bindende voordracht van een sollicitatiecommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de betrokken afdelingsbesturen, een vertegenwoordiger van de RBR uit de betreffende regio, een lid van de BCK en secretarieel ondersteund door een medewerker van het NMT- bureau. De benoeming geldt voor een zittingsduur van drie achtereenvolgende jaren.
04. Indien ten tijde van het verstrijken van de zittingsduur reeds een zaak in bemiddeling is genomen, wordt die zaak door dezelfde RBR-leden tot een einde gebracht.
05. De leden van de RBR zijn, bij naar behoren functioneren, tweemaal herbenoembaar. Na beëindiging van zijn tandheelkundige werkzaamheden komt een lid van de RBR niet meer dan éénmaal voor herbenoeming in aanmerking. Herbenoeming geschiedt overeenkomstig de bepalingen in lid 3 van dit artikel met uitzondering van het inschakelen van een sollicitatiecommissie.
06. De RBR draagt twee van zijn leden voor ter benoeming door het HB in de functie van voorzitter, respectievelijk plaatsvervangend voorzitter. Zij dienen uit verschillende afdelingen afkomstig te zijn.
07. Het RBR-lidmaatschap is niet verenigbaar met enige andere adviserende functie voor een zorgverzekeraar of overheidsinstantie en evenmin met het lidmaatschap van de CKC, de BCK, het HB, het bestuur van de Sectie Tandarts-specialisten of van een afdelingsbestuur.
08. De leden van de RBR worden waar nodig van juridisch advies voorzien door een jurist van het NMT-bureau.
Samenstelling en benoeming SBR Artikel 6
01. Er is één Specialisten Bemiddelingsraad.
02. De SBR bestaat uit een, door het HB nader te bepalen aantal leden en is mede afhankelijk van het aantal klachten dat jaarlijks behandeld wordt. De leden van de SBR zijn bij aanvang van hun eerste benoeming praktiserend tandarts-specialist, dat wil zeggen dat zij moeten zijn ingeschreven in het specialistenregister Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie dan wel in het specialistenregister Dento-Maxillaire Orthopaedie. Eén der leden is tevens voorzitter en wordt in functie benoemd.
03. De leden van de SBR worden benoemd door het HB op niet-bindende voordracht van een sollicitatiecommissie bestaande uit een vertegenwoordiger van de Sectie Tandarts- specialisten, een vertegenwoordiger van de SBR, een vertegenwoordiger van de BCK en secretarieel ondersteund door een medewerker van het NMT-bureau voor een zittingsduur van drie achtereenvolgende jaren.
04. Indien ten tijde van het verstrijken van de zittingsduur reeds een zaak in bemiddeling is genomen, wordt die zaak door dezelfde SBR-leden tot een einde gebracht.
05. De leden van de SBR zijn, bij naar behoren functioneren, tweemaal herbenoembaar. Na beëindiging van zijn tandheelkundige werkzaamheden komt een lid van de SBR niet meer dan éénmaal voor herbenoeming in aanmerking. Herbenoeming geschiedt overeenkomstig de bepalingen in lid 3 van dit artikel met uitzondering van het inschakelen van een sollicitatiecommissie.
06. Het SBR-lidmaatschap is niet verenigbaar met enige andere adviserende functie voor een zorgverzekeraar of overheidsinstantie en evenmin met het lidmaatschap van de CKC, de BCK, het HB, het bestuur van de Sectie Tandarts-specialisten of van een afdelingsbestuur.
07. De leden van de SBR worden waar nodig van juridisch advies voorzien door een jurist van het NMT-bureau.
Samenstelling en benoeming mondonderzoekers Artikel 7
01. Ten behoeve van de CKC zijn mondonderzoekers aangesteld.
02. De groep mondonderzoekers bestaat uit een, door het HB nader te bepalen aantal leden en is mede afhankelijk van het aantal gevallen waarin de CKC gevraagd wordt uitspraak te doen (art. 16/1), echter minimaal één mondonderzoeker per RBR en minimaal 2 mondonderzoekers voor de SBR (één orthodontist en één kaakchirurg). De mondonderzoekers zijn bij aanvang van hun benoeming praktiserend tandarts(-specialist).
03. De mondonderzoekers worden benoemd door het HB op niet-bindende voordracht van de BCK. De BCK zal deze voordracht doen, op niet bindende voordracht van een sollicitatiecommissie, bestaande uit een vertegenwoordiger van de betrokken RBR als het een vacature voor een algemeen practicus betreft, of uit een vertegenwoordiger van de Sectie Tandarts-specialisten als het een vacature voor een tandarts-specialist betreft, een vertegenwoordiger van de mondonderzoekers, een vertegenwoordiger van de BCK en secretarieel ondersteund door een medewerker van het NMT-bureau. De benoeming geldt voor een zittingsduur van drie achtereenvolgende jaren.
04. De mondonderzoekers zijn, bij naar behoren functioneren, tweemaal herbenoembaar. Na beëindiging van zijn tandheelkundige werkzaamheden komt een mondonderzoeker niet meer dan éénmaal voor herbenoeming in aanmerking. Herbenoeming geschiedt overeenkomstig de bepalingen in lid 3 van dit artikel met uitzondering van het inschakelen van een sollicitatiecommissie.
05. De functie van mondonderzoeker is niet verenigbaar met enige andere adviserende functie voor een zorgverzekeraar of overheidsinstantie en evenmin met het lidmaatschap van de RBR, de SBR, de CKC, de BCK, het HB, het bestuur van de Sectie Tandarts-specialisten of van een afdelingsbestuur.
Samenstelling en benoeming CKC Artikel 8
01. Er is één Centrale Klachtencommissie. Deze is gevestigd in Nieuwegein, maar kan ook elders in het land zitting houden.
02. De CKC bestaat uit tenminste: vier leden met een rechtsgeleerde achtergrond, veertien beroepsinhoudelijke leden, één lid dat is ingeschreven in het specialistenregister Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie en twee leden die zijn ingeschreven in het specialistenregister Dento-Maxillaire Orthopaedie. De leden met een rechtsgeleerde achtergrond treden bij de beoordeling van voorgelegde klachten op als onafhankelijk voorzitter.
De leden van de CKC zijn bij aanvang van hun eerste benoeming praktiserend tandarts of tandarts-specialist.
03. De leden van de CKC worden, voor een zittingsduur van drie achtereenvolgende jaren, benoemd door het HB op niet-bindende voordracht van een sollicitatiecommissie, bestaande uit een vertegenwoordiger vanuit de CKC, een vertegenwoordiger vanuit de Sectie Tandarts- specialisten als het een specialist-lid betreft, een vertegenwoordiger van de BCK en secretarieel ondersteund door een medewerker van het NMT-bureau.
04. Indien ten tijde van het verstrijken van de zittingsduur reeds een zaak in behandeling is genomen, wordt die zaak door dezelfde CKC-leden tot een einde gebracht.
05. De leden van de CKC zijn, bij naar behoren functioneren, tweemaal herbenoembaar. Na beëindiging van zijn (tandheelkundige) werkzaamheden komt een beroepsinhoudelijk lid niet meer dan éénmaal voor herbenoeming in aanmerking.
Herbenoeming geschiedt overeenkomstig de bepalingen in lid 3 van dit artikel met uitzondering van het inschakelen van een sollicitatiecommissie.
06. Het CKC-lidmaatschap is niet verenigbaar met enige andere adviserende functie voor een zorgverzekeraar of overheidsinstantie en evenmin met het lidmaatschap van de RBR, de SBR, de BCK, het HB, het bestuur van de Sectie Tandarts-specialisten of van een afdelingsbestuur.
07. De CKC wordt bijgestaan door één of meer secretarissen.
Bevoegdheid en taken van de bemiddelingsraden Artikel 9
01. De Regionale Bemiddelingsraden, als onderstaand vermeld, zijn ingesteld voor de daarbij genoemde afdelingen.
RBR Amersfoort: de afdelingen 5 en 6; RBR Amsterdam: de afdelingen 7 en 8; RBR Eindhoven: de afdelingen 13 en 14; RBR 's-Gravenhage: de afdelingen 9 en 11; RBR Groningen: de afdelingen 1 en 2;
RBR Rotterdam: de afdelingen 10 en 12; RBR Zwolle: de afdelingen 3 en 4.
02. In beginsel is bevoegd de RBR, ingesteld voor de afdeling waarbij de aangeklaagde is ingedeeld. Indien de voorzitter van die RBR dat om praktische redenen wenselijk acht, kan een andere RBR als bevoegd worden aangemerkt, bijvoorbeeld de RBR van de afdeling waarin de aangeklaagde is gevestigd, dan wel waar diens tandheelkundige functie meestentijds wordt beoefend of waar de in het geding zijnde tandheelkundige behandeling heeft plaatsgevonden.
Artikel 10
01. De bemiddelingsraden hebben de taak om in geval van een bemiddelingsverzoek na te gaan of het door bemiddeling lukt om tussen partijen een schikking tot stand te brengen.
02. Slechts in bijzondere omstandigheden wordt ten behoeve van de bemiddeling een mondonderzoek verricht, waarbij de bevindingen schriftelijk worden vastgelegd; de aangeklaagde en, voor zover van toepassing, de verantwoordelijke tandarts(-specialist) wordt/worden in de gelegenheid gesteld bij het mondonderzoek aanwezig te zijn.
Artikel 11
Bij de uitoefening van hun taken zijn de leden van de bemiddelingsraden verplicht geheimhouding te betrachten ten opzichte van zaken, welke in het kader van de bemiddeling aan de orde worden gesteld.
Bevoegdheid en taken CKC Artikel 12
De Centrale Klachtencommissie heeft tot taak klachten tegen tandartsen en tandarts- specialisten, leden van de NMT en aangesloten bij de NMT-klachtenregeling en/of een
xxxxxxx werkzaam in een bij de NMT-klachtenregeling aangesloten praktijk in behandeling te nemen, te onderzoeken en daarover - tenzij tussentijds alsnog een schikking tot stand komt - uitspraak te doen.
Artikel 13
01. Ter uitvoering van de in artikel 12 aan haar opgedragen taak, spreekt de CKC in een met redenen omklede beslissing haar oordeel uit over de gegrondheid van de klacht, al dan niet vergezeld van aanbevelingen.
02. Indien een klacht naar het oordeel van de CKC betrekking heeft op een ernstige zaak en een situatie met een structureel karakter, waaronder in ieder geval te verstaan onverantwoorde zorg, stelt de CKC de verantwoordelijk tandarts(-specialist) hiervan in kennis en verzoekt zij maatregelen te nemen. Indien de CKC niet is gebleken dat de verantwoordelijke tandarts(-specialist) ter zake maatregelen heeft getroffen, alsook in die gevallen waarin regelgeving daartoe verplicht, brengt de CKC de beslissing ter kennis van de Hoofdinspectie voor de Gezondheidszorg en het HB der NMT.
Artikel 14
01. De leden van de CKC zijn verplicht geheimhouding te betrachten ten opzichte van zaken, welke aan het oordeel van de CKC zijn onderworpen en kunnen deze geheimhouding ook opleggen aan leden van de NMT die zij gehoord hebben, behoudens wettelijke verplichtingen.
02. De verplichting tot geheimhouding kan de CKC geheel of gedeeltelijk opheffen voor één of meer leden van de CKC of van de NMT.
Procedure bij bemiddeling Artikel 15
01. Voordat een bemiddelingspoging wordt ondernomen is een bij het bureau van de NMT in te dienen schriftelijk verzoek vereist. Geen bemiddelingspoging vindt plaats indien één van beide partijen daar niet mee instemt.
02. Een bemiddelingsverzoek van of betrekking hebbend op een tandarts(-specialist) en/of een persoon werkzaam in een praktijk niet aangesloten bij de NMT-klachtenregeling komt niet voor enige behandeling in aanmerking.
03. Voor de bemiddeling wijst de voorzitter van de bemiddelingsraad ten hoogste twee leden van die raad aan. De klager, als ook de aangeklaagde en/of de verantwoordelijk tandarts (- specialist) kunnen, indien de desbetreffende persoon van mening is dat een lid van de RBR resp. SBR rechtstreeks of zijdelings belang heeft bij de bemiddeling waardoor zijn onpartijdigheid in het geding is, een verzoek tot wraking indienen bij de voorzitter van de RBR resp. SBR.
Een RBR resp. SBR lid dient zich te onttrekken aan de bemiddeling indien te zijnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen.
Mocht na aanwijzing een verzoek tot wraking of verschoning bij de voorzitter worden ingediend, dan wijst hij - indien er naar zijn oordeel redenen zijn dat verzoek te honoreren - in de plaats van het gewraakte verschoonde lid een ander lid van de bemiddelingsraad aan.
04. Voor zover het bemiddelingsverzoek betrekking heeft op schriftelijke vragen over een ingediende declaratie, die niet door het bureau van de NMT kunnen worden beantwoord, nemen de daartoe aangewezen bemiddelaars de behandeling hiervan over. Daarbij nemen zij de wettelijke regelingen en NMT-richtlijnen in acht. Aan een verzoek van hen om inlichtingen te verstrekken over de opgestelde declaratie, dient ieder NMT-lid en een ieder aangesloten bij de NMT-klachtenregeling gevolg te geven.
05. Slechts in bijzondere omstandigheden wordt bij bemiddeling een mondonderzoek verricht. De aanvraag daartoe verloopt via het bureau van de NMT. Ook de aangeklaagde en, voor zover van toepassing, de verantwoordelijk tandarts(-specialist) wordt/worden in de gelegenheid gesteld daarbij aanwezig te zijn. De bevindingen worden schriftelijk vastgelegd.
06. De bemiddelaar(s) voert(en) één of meer gesprekken met partijen gezamenlijk of afzonderlijk om na te gaan of een oplossing in der minne kan worden gerealiseerd.
Hij/Zij beëindig(t)en zijn/hun bemiddelingspoging in beginsel binnen drie maanden nadat de bemiddelingsraad is ingeschakeld.
07. Wordt de bemiddelingspoging met succes afgesloten, dan wordt het bemiddelingsresultaat door het bureau van de NMT vastgelegd en bij voorkeur in een vaststellingsovereenkomst aan partijen bevestigd, met het verzoek die overeenkomst voor akkoord te ondertekenen en te retourneren. De schriftelijke beantwoording van vragen over een ingediende declaratie vindt plaats in overleg met het bureau van de NMT.
08. Tijdens de bemiddeling behouden beide partijen het recht om hun medewerking aan de bemiddeling te beëindigen.
Procedure bij het mondonderzoek Artikel 16
01. In alle gevallen waarin de CKC gevraagd wordt uitspraak te doen, wordt in beginsel een mondonderzoek verricht waarbij de bevindingen schriftelijk worden vastgelegd; de aangeklaagde en, voor zover van toepassing, de verantwoordelijk tandarts wordt/worden in de gelegenheid gesteld bij dit mondonderzoek aanwezig te zijn.
02. De aanvraag van het mondonderzoek en de keuze van mondonderzoeker geschiedt door het bureau van de NMT.
03. Een mondonderzoeker dient zich te onttrekken aan de uitvoering van een mondonderzoek in het kader van een klachtbehandeling indien te zijnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onpartijdigheid in het geding zou kunnen zijn.
Procedure bij klachtbehandeling Artikel 17
01. De klacht moet de feiten, waarover wordt geklaagd, zo duidelijk mogelijk omschrijven en de mededeling bevatten tegen wie hij is gericht.
02. Een klacht over, gericht tegen of betrekking hebbend op een tandarts(-specialist) en/of een persoon werkzaam in een praktijk niet aangesloten bij de NMT-klachtenregeling komt niet voor enige behandeling in aanmerking.
03. De hoedanigheid van de klager, indien het niet de patiënt zelf betreft, dient bij indiening van de klacht te worden aangetoond. Voor de benodigde inzage in de tandheelkundige gegevens dient schriftelijk toestemming te worden gegeven. Zodra de hierboven bedoelde gegevens zijn ontvangen, zal het bureau - indien dat nog niet eerder is gebeurd - de inhoud van de klacht in beginsel binnen tien werkdagen doen toekomen aan het aangeklaagde lid en zorgdragen voor doorzending van de klacht naar de CKC.
04. De CKC neemt geen beslissing dan na partijen te hebben gehoord of daartoe behoorlijk te hebben opgeroepen. In uitzondering hierop kan de voorzitter besluiten, na overleg met de overige leden van de CKC, dat van een mondelinge behandeling kan worden afgezien, omdat de CKC in staat is om op basis van de voorliggende documenten een beslissing te nemen of als bij het mondonderzoek duidelijk wordt dat sprake is van ernstige schade aan het gebit van klager waarvoor uitstel van behandeling niet verantwoord is. De CKC brengt partijen van haar voornemen om de klacht schriftelijk af te doen per brief op de hoogte en vraagt partijen of zij kunnen instemmen met haar voornemen, waarbij partijen worden
gewezen op de mogelijkheid om alsnog te worden gehoord. Indien er naar het oordeel van de CKC sprake is van bijzondere omstandigheden, waaronder langdurige ziekte of langdurig buitenslands verblijf van, de aangeklaagde en/of de verantwoordelijk tandarts(-specialist), kan de CKC besluiten de zaak buiten diens aanwezigheid te behandelen, nadat de CKC de aangeklaagde heeft bericht schriftelijk verweer te mogen voeren.
05. Komt de CKC reeds aanstonds tot het oordeel dat sprake is van een kennelijk niet- ontvankelijke of kennelijk ongegronde klacht, dan kan de CKC, zonder het horen van partijen, besluiten de klacht niet in behandeling te nemen. De CKC doet hiervan mededeling aan de klager en de aangeklaagde en, indien van toepassing, de verantwoordelijk tandarts(- specialist), onder opgave van redenen.
06. De oproeping wordt schriftelijk verzonden en bevat een uitnodiging om op een termijn van ten minste veertien dagen ter zitting van de CKC te verschijnen. Ook omtrent de samenstelling van de CKC wordt nadere informatie verstrekt, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid tot wraking als bedoeld in het achtste lid van dit artikel.
07. Ter zitting wordt de CKC gevormd door drie leden, te weten een rechtsgeleerde voorzitter en twee beroepsinhoudelijke leden. Als de klacht is gericht tegen een tandarts- specialist, dan wel gaat over de specialismen betreffende vakgebieden orthodontie of kaakchirurgie is tenminste één van de beroepsinhoudelijke leden tandarts-specialist in het betreffende specialisme.
08. De klager, alsook de aangeklaagde en/of de verantwoordelijk tandarts(-specialist) kunnen, indien de desbetreffende persoon van mening is dat een lid van de CKC rechtstreeks of zijdelings belang heeft bij de beslissing waardoor zijn onpartijdigheid in het geding is, de CKC bij wijze van wraking verzoeken te beslissen, dat dit lid geen zitting zal nemen bij de behandeling van de klacht.
Een CKC-lid dient zich te onttrekken aan de klachtbehandeling indien te zijnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onpartijdigheid in het geding zou kunnen komen.
09. Een verzoek tot wraking of verschoning moet, met redenen omkleed, schriftelijk worden ingediend bij de voorzitter van de CKC.
10. De CKC beslist op dit verzoek. In plaats van het gewraakte c.q. verschoonde lid, zal één van de andere leden zitting nemen.
11. Gaat het om een klacht tegen een lid van de CKC, dan neemt het betrokken lid geen deel aan de behandeling van de klacht.
12. Iedere aangeklaagde, en voor zover van toepassing iedere verantwoordelijke tandarts(- specialist), is verplicht gevolg te geven aan een uitnodiging vanwege de CKC om voor haar te verschijnen, teneinde inlichtingen te verschaffen.
13. Verschijnt de aangeklaagde en/of de verantwoordelijke tandarts(-specialist) niet, zonder opgave van een geldige reden van verhindering, ter beoordeling van de CKC, dan zal de CKC de klacht of de aangedragen feiten voor juist kunnen houden.
14. De klager, de aangeklaagde en de verantwoordelijke tandarts of tandarts-specialist kunnen zich ter zitting laten bijstaan door een adviseur.
15. Om zich terzake een volledig beeld te kunnen vormen, kunnen derden door de CKC worden verzocht inlichtingen te verstrekken en/of ter zitting te verschijnen; NMT-leden zijn verplicht aan een dergelijk verzoek gevolg te geven. De CKC kan, wanneer zij daar voor haar oordeelsvorming behoefte aan heeft, deskundigen raadplegen en/of ter zitting uitnodigen. De voorzitter van de CKC bepaalt welke overige personen als toehoorder bij de zitting aanwezig kunnen zijn.
16. De zittingen van de CKC zijn niet openbaar. De voorzitter van de CKC kan bepalen dat in bijzondere gevallen niet rechtstreeks betrokkenen als toehoorder bij de zitting aanwezig mogen zijn.
17. Van de zitting worden door de secretaris aantekeningen ten behoeve van de beslissing gemaakt, welke aantekeningen slechts worden uitgewerkt tot een proces-verbaal indien daar naar het oordeel van de CKC een bijzondere aanleiding voor is. Tenzij de klacht tussentijds alsnog door een schikking kan worden opgelost, neemt de CKC haar beslissing binnen vier maanden nadat zij de klacht ter behandeling heeft ontvangen, behoudens in de beslissing zelf te vermelden bijzondere omstandigheden.
18. De secretaris doet een door deze voor eensluidendheid getekend afschrift van de beslissing toekomen aan het bureau van de NMT. Het bureau van de NMT zorgt vervolgens voor verzending aan de klager en aan de aangeklaagde en, indien van toepassing, de verantwoordelijke tandarts(-specialist).
Het NMT-bureau deponeert de gedagtekende en namens de CKC door de voorzitter en de secretaris ondertekende beslissing in haar archief, nadat daarop tevens de datum van verzending is vermeld.
19. Indien de CKC bij haar uitspraak aanbevelingen heeft gedaan als bedoeld in artikel 13 lid 02 van dit reglement, deelt de aangeklaagde en, indien van toepassing, de verantwoordelijke tandarts(-specialist), binnen een maand na ontvangst van de beslissing de klager en de CKC schriftelijk mede of hij naar aanleiding van de beslissing maatregelen zal nemen en zo ja welke. Bij afwijking van de hiervoor genoemde termijn doet hij hiervan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de CKC, onder vermelding van de termijn waarbinnen hij zijn standpunt aan hen kenbaar zal maken.
20. Het bureau van de NMT draagt zorg voor een samenvatting van de beslissing indien deze naar het oordeel van het bureau en/of de CKC voor publicatie in aanmerking komt en biedt de samenvatting ter publicatie aan het NT aan. In de samenvatting worden geen namen en woonplaatsen vermeld; voor de uitspraak zelve niet direct belangrijke verklaringen en overwegingen worden weggelaten. De gepubliceerde samenvattingen worden door het bureau opgenomen in het jaarlijks vóór 1 juni aan de Minister van VWS, de Hoofdinspectie voor de Gezondheidszorg en de Consumentenbond uit te brengen openbare jaarverslag.
Inwerkingtreding en overgangsregeling:
Artikel 18
01. Dit reglement komt in de plaats van het NMT-reglement d.d. juni 2008. Het treedt in werking op 1 juli 2012 en is van toepassing op bemiddelingsaanvragen en klachten, vanaf deze datum ingediend bij de NMT.
02. Het NMT-reglement d.d. juni 2008 blijft van toepassing voor zaken die vóór 1 juli 2012 bij de NMT zijn ingediend.
1 Juli 2012