VOORWAARDEN TARGET2-NL
VOORWAARDEN TARGET2-NL
DEEL A – VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME AAN TARGET2
TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 – Definities
Voor de toepassing van deze ‘Voorwaarden TARGET2-NL’ (hierna: de ‘Voorwaarden’) hebben de volgende begrippen de daarbij vermelde betekenis:
- ‘aangesloten CB’ (‘connected CB’): een andere nationale centrale bank (NCB) dan een Eurosysteem-CB, die aangesloten is op TARGET2 ingevolge een daartoe strekkende overeenkomst;
- ‘aangesloten systeem’ (‘ancillary system (AS)’): een door een in de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigde entiteit beheerd systeem dat aan controle en/of oversight van een bevoegde autoriteit onderworpen is en voldoet aan de oversightvereisten betreffende de locatie van infrastructuren die diensten in euro aanbieden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en gepubliceerd op de website van de ECB1, waarin betalingen en/of financiële instrumenten worden uitgewisseld en/of verrekend, terwijl de daaruit voortvloeiende monetaire verplichtingen worden afgewikkeld in TARGET2 overeenkomstig Richtsnoer ECB/2007/2 en een bilaterale regeling tussen het aangesloten systeem en de desbetreffende CB;
- ‘adresseerbare BIC-houder’ (‘addressable BIC holder’): een entiteit die (a) een
Business Identificatie Code (BIC) heeft; (b) niet erkend wordt als indirecte deelnemer; en
(c) een correspondent of een klant is van een directe deelnemer of een bijkantoor van een directe of indirecte deelnemer en in staat is om betalingsopdrachten aan te leveren aan, en betalingen te ontvangen van een TARGET2-deelsysteem via de directe deelnemer;
1 Het huidige beleid van het Eurosysteem voor de locatie van infrastructuur wordt uiteengezet in de volgende verklaringen, die allemaal beschikbaar zijn op de website van de ECB op xxx.xxx.xxxxxx.xx: a) “Policy statement on euro payment and settlement systems located outside the euro area” van 3 november 1998; b) “The Eurosystem’s policy line with regard to consolidation in central counterparty clearing” van 27 september 2001; c) “The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling in euro-denominated payment transactions” van 19 juli 2007, en d) “The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling euro-denominated payment transactions: specification of “legally and operationally located in the euro area” van 20 november 2008.
- ‘AL-faciliteit’ (‘AL mode’): de aggregatie van beschikbare liquiditeit op PM-rekeningen;
- ‘Algemene Voorwaarden’ (‘General Terms and Conditions’): de Algemene Voorwaarden van DNB, zoals dit document thans luidt of op enig moment komt te luiden;
- ‘AL-groep’ (‘AL group’): een groep die bestaat uit AL-groepsleden die de AL-faciliteit gebruiken;
- ‘AL-groepsbeheerder’ (‘AL group manager’): een AL-groepslid dat door de andere AL- groepsleden is aangewezen om de beschikbare liquiditeit binnen de AL-groep gedurende de werkdag te controleren;
- ‘AL-groepslid’ (‘AL group member’): een TARGET2-deelnemer die een AL- overeenkomst heeft afgesloten;
- ‘AL-NCB’ (‘AL NCB’): een deelnemende NCB die partij is bij een AL-overeenkomst en handelt als de tegenpartij voor de AL-groepsleden die aan haar TARGET2-deelsysteem deelnemen;
- ‘AL-overeenkomst’ (‘AL agreement’): de multilaterale overeenkomst betreffende geaggregeerde liquiditeit die door AL-groepsleden en hun respectieve AL-NCB’s wordt aangegaan voor de AL-faciliteit;
- ‘begunstigde’ (‘payee’): een TARGET2-deelnemer wiens PM-rekening na afwikkeling van een betalingsopdracht wordt gecrediteerd;
- ‘beherende NCB’ (‘managing NCB’): de AL-NCB van het TARGET2-deelsysteem waarin de AL-groepsbeheerder deelneemt;
- ‘beleggingsonderneming’ (‘investment firm’): een beleggingsonderneming in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, met uitzondering van de instellingen opgesomd in de artikelen 1:2, 1:15, 1:18 en 1:19 van deze wet, mits de beleggingsonderneming in kwestie:
(a) van de onder Xxxxxxxxx 2004/39/EG daartoe aangewezen bevoegde autoriteit een vergunning heeft verkregen en onder diens toezicht staat; en
(b) gerechtigd is de activiteiten uit te voeren bedoeld in artikel 1:1 van deze wet onder:
(i) de definitie van “verlenen van een beleggingsdienst” sub (b), (e) en (f), en
(ii) de definitie van “verrichten van een beleggingsactiviteit” sub (a).
- ‘beschikbare liquiditeit’ of ‘liquiditeit’ (‘available liquidity’ or ‘liquidity’): een tegoed op de PM-rekening en, indien toepasselijk, de door de relevante CB met betrekking tot die rekening verstrekte intraday-kredietlijn;
- ‘betaler’ (‘payer’): een TARGET2-deelnemer wiens PM-rekening na afwikkeling van een betalingsopdracht wordt gedebiteerd;
- ‘betalingsmodule’ (‘payments module (PM)’): een SSP-module waarin betalingen van TARGET2-deelnemers op PM-rekeningen worden afgewikkeld;
- ‘betalingsopdracht’ (‘payment order’): een opdracht tot overboeking van gelden, een opdracht tot overboeking van liquiditeiten of een incasso-opdracht;
- ‘bevoegdheidsadvies’ (‘capacity opinion’): een op een specifieke deelnemer betrekking hebbend advies dat een beoordeling bevat van de rechtsbevoegdheid van een deelnemer om onder deze Voorwaarden zijn verplichtingen aan te gaan en na te komen;
- ‘bijkantoor’ (‘branch’): een bijkantoor in de zin van artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht;
- ‘Business Identificatiecode (BIC)’ (‘business identifier code (BIC)’): een code zoals gedefinieerd door ISO standaard nr. 9362;
- ‘CAI-faciliteit’ (‘CAI mode’): de voorziening van geconsolideerde rekeningen- informatie betreffende PM-rekeningen via de ICM ;
- ‘CAI-groep’ (‘CAI group’)’: een groep bestaande uit TARGET2-deelnemers die de CAI- faciliteit gebruiken;
- ‘CAI-groepsbeheerder’ (‘CAI group manager’): een CAI-groepslid dat door de andere leden van de CAI-groep is aangesteld om binnen de CAI-groep gedurende de werkdag beschikbare liquiditeit te volgen en te distribueren;
- ‘centrale banken (CB’s)’ (‘central banks (CBs)’): de Eurosysteem CB’s en de aangesloten CB’s;
- ‘deelnemer’ of ‘directe deelnemer’ (‘participant’ or ‘direct participant’): een entiteit die tenminste één PM-rekening aanhoudt bij DNB;
- ‘DNB’: De Nederlandsche Bank N.V.;
- ‘Eurosysteem-CB’ (‘Eurosystem CB’): de ECB of de NCB van een lidstaat die de euro heeft aangenomen;
- ‘executiegrond’ (‘enforcement event’): met betrekking tot een AL-groepslid
(a) elk geval van verzuim als bedoeld in artikel 38 lid 1;
(b) elk ander geval van verzuim, respectievelijk een omstandigheid, als bedoeld in artikel 38 lid 2, in verband waarmee DNB – in aanmerking genomen de xxxxx van het geval van verzuim of de omstandigheid – heeft besloten dat, in overeenstemming met artikel 25 lid 8, een pandrecht moet worden uitgewonnen en, in overeenstemming met artikel 26, verrekening van vorderingen moet worden toegepast; of
(c) een besluit om de toegang tot intraday-krediet op te schorten of te beëindigen;
- ‘Finaliteitsrichtlijn’ (‘Settlement Finality Directive’): Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen2;
- ‘geval van verzuim’ (‘event of default’): een gebeurtenis of dreigende gebeurtenis met betrekking tot een deelnemer, waardoor die deelnemer zijn verplichtingen onder deze Voorwaarden of eventuele andere regels die van toepassing zijn op de relatie tussen die deelnemer en DNB of een andere CB dreigt niet na te kunnen komen, waaronder:
(a) als de deelnemer niet langer voldoet aan de in artikel 4 neergelegde toegangscriteria, aan de in artikel 8 lid 1, onder (a)(i) neergelegde vereisten of aan de in Deel B neergelegde toegangscriteria en/of technische vereisten;
(b) het openen van insolventieprocedures tegen de deelnemer;
(c) de indiening van een verzoek betreffende een van de rechtsgedingen waarnaar wordt verwezen onder (b);
(d) de afgifte door de deelnemer van een schriftelijke verklaring van zijn onvermogen om alle of een deel van zijn schulden te betalen of zijn verplichtingen in verband met intraday-krediet na te komen;
(e) het aangaan door de deelnemer van een vrijwillig algemeen akkoord of schikking met zijn schuldeisers;
2 PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.
(f) indien de deelnemer insolvent is of niet in staat zijn schulden te betalen, of de betreffende NCB van de deelnemende lidstaat meent dat zulks het geval is;
(g) indien het creditsaldo van een deelnemer op zijn PM-rekening of alle of een aanzienlijk deel van de activa van de deelnemer onderworpen zijn aan een bevel tot blokkering (‘freezing order’), beslag, inbeslagneming of een andere procedure strekkende tot bescherming van het algemeen belang of de rechten van de schuldeisers van de deelnemer;
(h) indien deelname van de deelnemer aan een ander TARGET2-deelsysteem en/of een aangesloten systeem is opgeschort of beëindigd;
(i) indien de deelnemer een voorstelling van zaken heeft gegeven of een precontractuele verklaring heeft afgelegd – of op grond van het toepasselijk recht verondersteld wordt die te hebben gegeven of te hebben afgelegd – welke onjuist of onwaar is; of
(j) de overdracht van alle of een aanzienlijk deel van de activa van de deelnemer;
- ‘groep’ (‘group’):
(a) een samenstel van kredietinstellingen, dat is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij, indien de moedermaatschappij ingevolge de krachtens Verordening (EG) nr. 2238/20043 aangenomen International Accounting Standard 27 (IAS 27) verplicht is geconsolideerde financiële rekeningen op te stellen, bestaande uit
(i) een moedermaatschappij en een of meer dochterondernemingen; of
(ii) twee of meer dochterondernemingen van een moedermaatschappij; of
(b) een samenstel van kredietinstellingen, zoals genoemd in de subparagrafen (a)(i) of
(ii) waarvan de moedermaatschappij geen geconsolideerde jaarrekening ingevolge IAS 27 opstelt, maar kan voldoen aan de in IAS 27 vastgelegde criteria voor opname in de geconsolideerde jaarrekening, onder voorbehoud van verificatie door de CB van de directe deelnemer of, ingeval van een AL-groep, de beherende NCB; of
(c) een bilateraal of multilateraal netwerk van kredietinstellingen dat:
(i) georganiseerd is middels een reglementair kader dat de band van kredietinstellingen met een dergelijk netwerk vastlegt; of
(ii) gekenmerkt wordt door samenwerking op basis van zelfstandige organisatie (bevordering, ondersteuning en behartiging van de zakelijke belangen van zijn leden) en/of economische solidariteit die verder gaat dan de gebruikelijke samenwerking tussen kredietinstellingen, waarbij die samenwerking en
3 Commissie Verordening (EG) nr. 2238/2004 van 29 december 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft IFRS 1, de IAS 1 tot en met 10, 12 tot en met 17, 19 tot en met 24, 27 tot en met 38, 40 en 41, en de SIC 1 tot en met 7, 11 tot en met 14, 18 tot en met 27 en 30 tot en met 33 (PB L 394 van 31.12.2004, blz. 1).
solidariteit is toegestaan volgens de statuten van de kredietinstellingen of tot stand is gebracht in afzonderlijke overeenkomsten;
en ten aanzien waarvan in elk onder (c) vermeld geval de Raad van bestuur van de ECB een verzoek tot erkenning als groep heeft goedgekeurd;
- ‘incassomachtiging’ (‘direct debit authorisation’): een algemene instructie door een betaler aan zijn CB die een dergelijke CB het recht en de verplichting geeft de rekening van de betaler na een incasso-opdracht van een begunstigde te debiteren;
- ‘incasso-opdracht’ (‘direct debit instruction’): een instructie van een begunstigde aan zijn CB krachtens welke de CB van de betaler op basis van een incasso-machtiging de rekening van de betaler debiteert voor het in de opdracht bepaalde bedrag;
- ‘ICM-mededeling’ (‘ICM broadcast message’): informatie die via de ICM gelijktijdig aan alle TARGET2-deelnemers of een bepaalde groep daaruit ter beschikking wordt gesteld;
- ‘indirecte deelnemer’ (‘indirect participant’): een binnen de EER gevestigde kredietinstelling die een overeenkomst heeft afgesloten met een directe deelnemer om betalingsopdrachten aan te leveren en betalingen te ontvangen via de PM-rekening van deze directe deelnemer, en die door een TARGET2-deelsysteem als een indirecte deelnemer wordt erkend;
- ‘informatie en controle module (ICM)’ (‘information and control module (ICM)’): een SSP-module door middel waarvan deelnemers on-line informatie kunnen opvragen, alsook opdrachten tot overboeking van liquiditeiten kunnen aanleveren, liquiditeiten kunnen beheren en in noodsituaties back-up betalingsopdrachten kunnen initiëren;
- ‘insolventieprocedure’ (‘insolvency proceedings’)’: insolventieprocedure in de zin van artikel 2, onder j) van de Finaliteitsrichtlijn;
- ‘intraday-krediet’ (‘intraday credit’): krediet verstrekt voor korter dan één werkdag;
- ‘invoerverwerking’ (‘entry disposition’): de fase van verwerking van betalingen waarin TARGET2-NL een krachtens artikel 14 aanvaarde betalingsopdracht via specifieke procedures probeert af te wikkelen, als beschreven in artikel 20;
- ‘kredietinstelling’ (‘credit institution’):
(a) en kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit; of
(b) en andere kredietinstelling in de zin van artikel 123 lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die onderworpen is aan controle op een niveau dat vergelijkbaar is met toezicht door een bevoegde autoriteit.
- ‘marginale beleningsfaciliteit’ (‘marginal lending facility’): een permanente faciliteit van het Eurosysteem die tegenpartijen kunnen benutten voor het verkrijgen van overnight- krediet van een NCB van het Eurosysteem tegen de tevoren vastgestelde marginale beleningsrente;
- ‘marginale beleningsrente’ (‘marginal lending rate’): de rentevoet die op de marginale beleningsfaciliteit van toepassing is;
- ‘multi-addressee toegang’ (‘multi-addressee access’): de faciliteit waarmee bijkantoren of in de EER gevestigde kredietinstellingen toegang hebben tot het betreffende TARGET2- deelsysteem door het aanleveren van betalingsopdrachten en/of het ontvangen van betalingen rechtstreeks aan en van het TARGET2-deelsysteem; deze faciliteit machtigt deze entiteiten hun betalingsopdrachten via de PM-rekening van de directe deelnemer te laten lopen zonder diens betrokkenheid;
- ‘nauwe banden’ (‘close links’): nauwe banden in de zin van hoofdstuk 6 van Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en procedures van het Eurosysteem4, als geïmplementeerd in paragraaf 7.1 onder 3 van de Handleiding Monetaire Beleidstransacties van DNB;
- ‘netwerkdienstverlener’ (‘network service provider’): de onderneming die de Raad van bestuur van de ECB heeft ingeschakeld om computergestuurde netwerkverbindingen te verzorgen voor de aanlevering van betalingsberichten in TARGET2;
- ‘niet-afgewikkelde betalingsopdracht’ (‘non-settled payment order’): een betalingsopdracht die niet op de werkdag van aanvaarding is afgewikkeld;
- ‘noodfaciliteit’ (‘contingency module’): de SSP-module die de verwerking van kritische en zeer kritische betalingen in noodsituaties mogelijk maakt;
4 PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.
- ‘opdrachtgevende deelnemer’ (‘instructing participant’): een TARGET2-deelnemer die een betalingsopdracht heeft geïnitieerd;
- ‘opdracht tot overboeking van liquiditeiten’ (‘liquidity transfer order’): een betalingsopdracht waarvan het belangrijkste doel is liquiditeiten over te boeken tussen verschillende rekeningen van dezelfde deelnemer of binnen een CAI of AL-groep;
- ‘opschorting’ (‘suspension’): het voorlopig bevriezen van de rechten en verplichtingen van een deelnemer voor een door DNB te bepalen periode;
- ‘overboekingsopdracht’ (‘credit transfer order’): een instructie door een betaler om geld beschikbaar te stellen aan een begunstigde door middel van een boeking op een PM- rekening;
- ‘overheidslichaam’ (‘public sector body’): een entiteit binnen de ‘overheidssector’, waarbij aan laatstgenoemde term dezelfde betekenis toekomt als in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 3603/93 van de Raad van 13 december 1993 tot vaststelling van de definities voor de toepassing van de in artikel 104 en artikel 104b, lid 1 van het Verdrag vastgelegde verbodsbepalingen5;
- ‘PM-rekening’ (‘PM account’): een door een TARGET2-deelnemer in de betalingsmodule bij een CB aangehouden rekening die voor die deelnemer noodzakelijk is om:
(a) via TARGET2 betalingsopdrachten aan te leveren of betalingen te ontvangen; en
(b) dergelijke betalingen met die CB af te wikkelen;
- ‘registratieformulier vaste gegevens’ (‘static data collection form’): een door DNB ontwikkeld formulier voor het registreren van aanvragers van TARGET2-NL diensten en voor het registreren van wijzigingen in verband met het verlenen van die diensten;
- ‘SSP-leverende CB’s’ (‘SSP-providing CBs’): Deutsche Bundesbank, Banque de France en Banca d’Italia in hun hoedanigheid van CB’s die het SSP voor het Eurosysteem bouwen en exploiteren;
- ‘single shared platform (SSP)’ (‘single shared platform (SSP)’): de infrastructuur van het gemeenschappelijke technische platform dat door de SSP-leverende CB’s is ontwikkeld;
5 PB L 332 van 31.12.1993, blz. 1.
- ‘TARGET2’ (‘TARGET2’): het totaal van alle TARGET2-deelsystemen van de CB's;
- ‘TARGET2 CUG’ (‘TARGET2 CUG’): een subgroep van de klanten van de netwerkdienstverlener, samengesteld met het oog op het gebruik door hen van de relevante diensten en producten van de netwerkdienstverlener wanneer zij de PM adresseren;
- ‘TARGET2-deelnemer’ (‘TARGET2 participant’): een deelnemer aan een TARGET2- deelsysteem;
- ‘TARGET2-deelsysteem’ (‘TARGET2 component system’): een van TARGET2 deel uitmakend real-time bruto afwikkelingssysteem (RTGS) van een CB;
- ‘technische storing van TARGET2’ (‘technical malfunction of TARGET2’): problemen, defecten of storingen in de technische infrastructuur en/of de door TARGET2’-NL benutte computersystemen of, enige andere gebeurtenis waardoor de verwerking van betalingen in TARGET2-NL niet op dezelfde dag kan worden uitgevoerd en voltooid;
- ‘TARGET2-NL’ (‘TARGET2-NL’): het TARGET2-deelsysteem van DNB;
- ‘thuisrekening’ (‘home account’): een rekening buiten de PM die een CB opent ten behoeve van een entiteit die een indirecte deelnemer kan worden;
- ‘UDFS’ (‘User Detailed Functional Specifications’): de meest actuele versie van de UDFS, zijnde de technische documentatie waarin nauwkeurig wordt beschreven hoe een deelnemer omgaat met TARGET2;
- ‘werkdag’ (‘business day’): elke dag waarop TARGET2 open is voor de afwikkeling van betalingsopdrachten, zoals uiteengezet in Appendix V.
Artikel 2 – Toepasselijkheid; Hiërarchie; Appendices
1. Deze Voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsbetrekkingen tussen DNB en de deelnemer die voortvloeien uit of samenhangen met deelname door de deelnemer aan TARGET2-NL. De regels betreffende het verwerken van betalingsopdrachten (Titel IV) zijn van toepassing op alle door een deelnemer aangeleverde betalingsopdrachten en ontvangen betalingen.
2. Deze Voorwaarden en de Algemene Voorwaarden vormen één geheel, zodat de daarin opgenomen regels en procedures eveneens op de in het vorige lid genoemde rechtsbetrekkingen van toepassing zijn.
3. Bij onderlinge strijdigheid of inconsistentie tussen de inhoud van deze Voorwaarden en de inhoud van de Algemene Voorwaarden, heeft de inhoud van deze Voorwaarden voorrang.
4. De volgende appendices vormen een integrerend onderdeel van deze Voorwaarden: Appendix I: Technische specificaties voor het verwerken van betalingsopdrachten Appendix II: TARGET2-schadevergoedingsregeling
Appendix III: Referentiekader voor bevoegdheidsadviezen (capacity opinions) en landenadviezen (country opinions)
Appendix IV: Bedrijfscontinuïteit en noodprocedures Appendix V: Schema van werkdagen en openingsuren Appendix VI: Tarievenoverzicht en facturering
Appendix VII: Overeenkomst inzake geaggregeerde liquiditeit (‘AL-Overeenkomst’)
In geval van een strijdigheid of inconsistentie tussen de inhoud van een appendix en de inhoud van andere bepalingen in deze Voorwaarden, prevaleert de laatstgenoemde.
Artikel 3 – Algemene beschrijving van TARGET2-NL en van TARGET2
1. TARGET2 voorziet in de ‘real-time’ bruto afwikkeling van betalingen in euro, met afwikkeling in centrale-bankgeld.
2. De volgende betalingsopdrachten worden verwerkt in TARGET2-NL:
(a) betalingsopdrachten die rechtstreeks voortvloeien uit of worden gedaan in verband met monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem;
(b) afwikkeling van het eurogedeelte van in vreemde valuta luidende transacties waarbij het Eurosysteem is betrokken;
(c) afwikkeling van salderingssystemen voor grote grensoverschrijdende betalingen in euro;
(d) afwikkeling van betalingen in euro die voortvloeien uit transacties in retail betalingssystemen in euro die van belang zijn voor het financiële stelsel; en
(e) andere aan TARGET2-deelnemers gerichte in euro luidende betalingsopdrachten.
3. TARGET2 wordt opgezet en functioneert op basis van het SSP. Het Eurosysteem bepaalt de technische configuratie en kenmerken van het SSP. De SSP-diensten worden door de SSP-leverende CB's ten behoeve van de Eurosysteem-CB's op grond van afzonderlijke overeenkomsten verricht.
4. DNB is de dienstverlener onder deze Voorwaarden. Handelingen en nalatigheden van de SSP-leverende CB's, worden beschouwd als handelingen en nalatigheden van DNB waarvoor de laatstgenoemde aansprakelijkheid aanvaardt overeenkomstig artikel 35.
Deelname overeenkomstig deze Voorwaarden brengt geen contractuele relatie tot stand tussen deelnemers en de SSP-leverende CB's, indien de laatstgenoemden in die hoedanigheid optreden. Instructies, berichten of informatie die een deelnemer ontvangt van, of verzendt aan het SSP in verband met onder deze Voorwaarden verleende diensten, worden geacht te zijn ontvangen van, dan wel verzonden aan, DNB.
5. TARGET2 is juridisch gestructureerd als een veelvoud van betalingssystemen, bestaande uit alle TARGET2-deelsystemen, die als ‘systemen’ worden aangewezen onder de nationale implementatiewetten van de Finaliteitsrichtlijn. TARGET2-NL wordt aangewezen als een ‘systeem’ onder artikel 212a van de Faillissementswet.
6. Deelname aan TARGET2 geschiedt via deelname aan een TARGET2-deelsysteem.
TITEL II DEELNAME
Artikel 4 – Toegangscriteria
1. De volgende categorieën entiteiten komen in aanmerking voor directe deelname aan TARGET2-NL:
(a) binnen de EER gevestigde kredietinstellingen, ook als zij via een binnen de EER gevestigd bijkantoor optreden;
(b) buiten de EER gevestigde kredietinstellingen, op voorwaarde dat zij via een binnen de EER gevestigd bijkantoor optreden;
(c) NCB's van EU-lidstaten en de ECB;
(d) in de geldmarkten actieve financiële afdelingen van centrale of regionale overheden van lidstaten;
(e) tot de overheidssector van lidstaten behorende instellingen die zijn gemachtigd om voor klanten rekeningen aan te houden;
(f) in de EER gevestigde beleggingsondernemingen;
(g) entiteiten die aangesloten systemen beheren en in die hoedanigheid optreden; en
(h) kredietinstellingen, dan wel andere onder (d) tot en met (g) opgenomen entiteiten, als deze gevestigd zijn in een land waarmee de Unie een monetaire overeenkomst heeft gesloten, waarbij dergelijke entiteiten toegang wordt verleend tot betalingssystemen in de Europese Gemeenschap, met inachtneming van de in de monetaire overeenkomst vastgelegde voorwaarden en mits het betreffende juridische regime dat in het land van toepassing is, gelijkwaardig is aan de betreffende wetgeving van de Unie;
op voorwaarde dat de onder a) en b) genoemde entiteiten niet zijn onderworpen aan door de Raad van de Europese Unie of de lidstaten overeenkomstig artikel 65 lid 1 onder b), artikel 75 of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde maatregelen, waarvan de uitvoering (nadat de ECB is geïnformeerd) naar de mening van DNB niet strookt met de soepele werking van TARGET2.
2. Elektronischgeldinstellingen in de zin van artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht zijn niet gerechtigd deel te nemen aan TARGET2-NL.
Artikel 5 – Directe deelnemers
1. Directe deelnemers aan TARGET2-NL voldoen aan de in artikel 8.1 en 8.2 genoemde vereisten. Zij houden minstens één PM-rekening aan bij DNB.
2. Directe deelnemers mogen adresseerbare BIC-houders aanwijzen, ongeacht de plaats van vestiging van deze laatste.
3. Directe deelnemers kunnen entiteiten als indirecte deelnemers aanwijzen als is voldaan aan de voorwaarden van artikel 6.
4. Multi-addressee toegang via bijkantoren kan als volgt worden verleend:
(a) Kredietinstellingen in de zin van artikel 4.1 onder (a), of onder (b), die zijn toegelaten als directe deelnemers, kunnen één of meer van hun in de EER gevestigde bijkantoren toegang verlenen tot hun PM-rekening om betalingsopdrachten aan te leveren en/of directe betalingen te ontvangen op voorwaarde dat DNB dienovereenkomstig op de hoogte wordt gebracht.
(b) Indien een bijkantoor van een kredietinstelling is toegelaten als directe deelnemer, kunnen de andere bijkantoren van dezelfde juridische entiteit en/of haar hoofdkantoor, telkens op voorwaarde dat zij binnen de EER zijn gevestigd, de PM- rekening van het bijkantoor voor dit doel gebruiken, op voorwaarde dat ze DNB daarvan hebben op de hoogte gebracht.
Artikel 6 – Indirecte deelnemers
1. In de EER gevestigde kredietinstellingen kunnen een overeenkomst sluiten met één directe deelnemer die hetzij een kredietinstelling is in de zin van artikel 4.1, onder (a), of 4.1, onder (b), hetzij een CB, om betalingsopdrachten aan te leveren en/of betalingen te ontvangen, en die af te wikkelen via de PM-rekening van die directe deelnemer. TARGET2-NL erkent indirecte deelnemers door de registratie van een dergelijke indirecte deelname in de TARGET2-directory, zoals beschreven in artikel 9.
2. Als een directe deelnemer, die een kredietinstelling is in de zin van artikel 4.1, onder (a) of 4.1, onder (b), en een indirecte deelnemer tot dezelfde groep behoren, kan de directe deelnemer de indirecte deelnemer uitdrukkelijk machtigen de PM-rekening van de directe deelnemer te gebruiken om betalingsopdrachten aan te leveren en/of betalingen te ontvangen via een groepsgerelateerde multi-addressee toegang.
Artikel 7 – Verantwoordelijkheid van een directe deelnemer
1. Betalingsopdrachten of betalingen die zijn aangeleverd, respectievelijk ontvangen door indirecte deelnemers overeenkomstig artikel 6, of op grond van artikel 5.4 door bijkantoren, worden geacht te zijn aangeleverd of ontvangen door de directe deelnemer zelf.
2. De directe deelnemer is gebonden aan de betalingsopdrachten, ongeacht de inhoud van de contractuele of andere regelingen of de eventuele niet-naleving ervan, tussen die deelnemer en enige van de in lid 1 bedoelde entiteiten.
Artikel 8 – Aanvraagprocedure
1. Om deel te kunnen nemen aan TARGET2-NL, dienen de kandidaat-deelnemers:
(a) te voldoen aan de volgende technische vereisten:
(i) het installeren, beheren, exploiteren en monitoren, alsook de beveiliging garanderen van de noodzakelijke IT-infrastructuur voor aansluiting op TARGET2-NL en om betalingsopdrachten aan TARGET2 aan te leveren. Hierbij kunnen de kandidaat-deelnemers derden inschakelen, maar zij behouden de uitsluitende aansprakelijkheid. Voor de noodzakelijke aansluiting en toegang, sluiten de kandidaat-deelnemers met name een overeenkomst met de netwerk-dienstverlener, overeenkomstig de technische specificaties in Appendix I; en
(ii) het hebben doorstaan van de door DNB vereiste toetsen; en
(b) te voldoen aan de volgende juridische vereisten:
(i) het overleggen van een bevoegdheidsadvies (capacity opinion) in de vorm zoals gespecificeerd in Appendix III, tenzij de betreffende informatie en verklaringen al in een ander verband aan DNB zijn overgelegd; en
(ii) voor wat betreft de in artikel 4.1, onder (b), bedoelde entiteiten: het overleggen van een landenadvies (country opinion) in de vorm zoals gespecificeerd in Appendix III, tenzij de betreffende informatie en verklaringen al in een ander verband aan DNB zijn overgelegd.
2. Kandidaten dienen hun aanvragen schriftelijk in bij DNB, waarbij tenminste de volgende documenten/informatie worden bijgesloten:
(a) volledig ingevulde registratieformulieren vaste gegevens zoals verstrekt door DNB,
(b) bevoegdheidsadvies (capacity opinion) indien vereist door DNB, en
(c) landenadvies (country opinion), indien vereist door DNB.
3. DNB kan extra informatie aanvragen die zij noodzakelijk acht om te beslissen over de aanvraag tot deelname.
4. DNB verwerpt de aanvraag tot deelname indien:
(a) niet werd voldaan aan de toegangscriteria van artikel 4;
(b) niet werd voldaan aan één of meer van de in lid 1 vermelde criteria; en/of
(c) naar het oordeel van DNB een dergelijke deelname de algehele stabiliteit, de soliditeit en de veiligheid van TARGET2-NL of van een ander TARGET2- deelsysteem in gevaar zou brengen, of de vervulling door DNB van de taken zoals omschreven in de Bankwet 1998 en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in gevaar zou brengen.
5. DNB deelt haar besluit over de aanvraag tot deelname mee aan de verzoeker binnen een maand na ontvangst door DNB van de aanvraag tot deelname. Als DNB extra informatie
vraagt krachtens lid 3, wordt het besluit meegedeeld binnen een maand na de ontvangst door DNB van de informatie van de verzoeker. Een weigering wordt met redenen omkleed.
Artikel 9 – TARGET2-directory
1. De TARGET2-directory is de database voor BIC’s die gebruikt wordt voor het verzenden van betalingsopdrachten gericht tot:
(a) TARGET2-deelnemers en hun bijkantoren met multi-addressee toegang;
(b) indirecte TARGET2-deelnemers, met inbegrip van diegenen met multi-addressee toegang; en
(c) adresseerbare BIC-houders van TARGET2. De directory wordt wekelijks bijgewerkt.
2. Tenzij de deelnemer anderszins verzoekt, worden zijn BIC of BIC’s gepubliceerd in het TARGET2-bestand.
3. Deelnemers mogen de TARGET2-directory uitsluitend verspreiden aan hun bijkantoren en entiteiten met een multi-addressee toegang.
4. In lid 1 onder (b) en (c) bepaalde entiteiten gebruiken hun BIC uitsluitend in relatie met een directe deelnemer.
5. Deelnemers erkennen dat DNB en andere CB’s de namen en BIC’s van deelnemers mogen publiceren. Bovendien mogen de namen en BIC’s van door deelnemers geregistreerde indirecte deelnemers gepubliceerd worden en garanderen deelnemers dat indirecte deelnemers akkoord gaan met een dergelijke publicatie.
TITEL III VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN
Artikel 10 – Verplichtingen van DNB en van de deelnemers
1. DNB biedt de in Titel IV vermelde diensten aan. Tenzij anders bepaald in deze Voorwaarden of vereist bij wet, gebruikt DNB alle redelijkerwijs in haar macht liggende middelen ter vervulling van haar verplichtingen krachtens deze Voorwaarden zonder resultaat te garanderen.
2. Deelnemers betalen aan DNB de in Appendix VI bepaalde vergoedingen.
3. Deelnemers garanderen dat zij op werkdagen op TARGET2-NL aangesloten zijn overeenkomstig het schema van werkdagen en openingsuren van Appendix V.
4. De deelnemer verklaart en garandeert aan DNB dat de vervulling van zijn verplichtingen krachtens deze Voorwaarden geen wet, voorschrift of op hem toepasselijke statuten of een voor hem bindende overeenkomst schendt.
Artikel 11 – Samenwerking en informatie-uitwisseling
1. Bij het nakomen van hun verplichtingen en het uitoefenen van hun rechten onder deze Voorwaarden, werken DNB en de deelnemers nauw samen teneinde de stabiliteit, deugdelijkheid en veiligheid van TARGET2-NL te verzekeren. Ze verschaffen elkaar alle informatie of documenten die van belang zijn voor de nakoming van hun respectieve verplichtingen en de uitoefening van hun respectieve rechten onder deze Voorwaarden, onverminderd eventuele bancaire geheimhoudingsverplichtingen.
2. DNB zet een systeemhelpdesk op en houdt deze in stand om deelnemers te ondersteunen bij problemen in verband met de werking van het systeem.
3. Up-to-date informatie over de operationele status van het SSP is beschikbaar op het TARGET2 Informatie Systeem (T2IS). Het T2IS kan gebruikt worden om informatie te verkrijgen over een gebeurtenis die de werking van TARGET2 beïnvloedt.
4. DNB kan berichten overbrengen aan deelnemers via een ICM-mededeling of enig ander communicatiemiddel.
5. Deelnemers zijn verantwoordelijk voor de tijdige herziening van de bestaande registratieformulieren vaste gegevens en de indiening van nieuwe registratieformulieren vaste gegevens bij DNB. Deelnemers moeten de nauwkeurigheid van de door DNB in TARGET2-NL ingevoerde informatie over hen verifiëren.
6. DNB wordt geacht gemachtigd te zijn elke informatie met betrekking tot deelnemers mee te delen aan de SSP-leverende CB's, die de laatste nodig mochten hebben in hun rol van dienstenbeheerders, overeenkomstig het met de netwerkdienstverlener gesloten contract.
7. Deelnemers informeren DNB over elke wijziging in hun rechtsbevoegdheid en over relevante wetswijzigingen die invloed hebben op door een landenadvies (country opinion) bestreken aangelegenheden.
8. Deelnemers informeren DNB over:
(a) elke nieuwe indirecte deelnemer, adresseerbare BIC of entiteit met multi-addressee toegang welke zij registreren; en
(b) wijzigingen van in lid (a) opgenomen entiteiten.
9. Een deelnemer stelt DNB onmiddellijk in kennis indien zich in verband met hem een geval van verzuim voordoet.
TITEL IV
HET BEHEER VAN PM-REKENINGEN EN
HET VERWERKEN VAN BETALINGSOPDRACHTEN
Artikel 12 – Openen en beheren van PM-rekeningen
1. DNB opent en beheert voor elke deelnemer tenminste één PM-rekening. Op verzoek van een als afwikkelingsbank optredende deelnemer, opent DNB één of meer subrekeningen in TARGET2-NL voor de earmarking van liquiditeiten.
2. PM-rekeningen en hun subrekeningen zijn niet-rentedragend, tenzij zij voor het aanhouden van minimumreserves worden gebruikt. In dat geval zijn de berekening en de betaling van de vergoeding voor het aanhouden van minimumreserves onderworpen aan Verordening (EG) nr. 2531/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank6 en Verordening ECB/2003/9 van 12 september 2003 inzake de toepassing van reserveverplichtingen7.
3. Naast de afwikkeling van betalingsopdrachten in de betalingsmodule, kan een PM-rekening worden gebruikt voor de afwikkeling van betalingsopdrachten naar en van thuisrekeningen in TARGET2-NL, overeenkomstig de daarvoor door DNB vastgestelde regels8.
4. Deelnemers kunnen middels de ICM informatie over hun liquiditeitspositie verkrijgen. DNB verschaft dagelijks een rekeningafschrift aan elke deelnemer die voor een dergelijke dienst heeft gekozen.
Artikel 13 – Soorten betalingsopdrachten
De volgende opdrachten worden aangemerkt als betalingsopdrachten voor de toepassing van TARGET2:
(a) overboekingsopdrachten;
(b) incasso-opdrachten die worden uitgevoerd op grond van een incassomachtiging; en
(c) opdrachten tot overboeking van liquiditeiten.
Artikel 14 – Aanvaarding en weigering van betalingsopdrachten
1. Door deelnemers aangeleverde betalingsopdrachten worden geacht door DNB te zijn aanvaard indien:
(a) de betalingsberichten voldoen aan de door de netwerkdienstverlener vastgestelde regels;
6 PB L 318 van 27.11.1998, blz. 1.
7 PB L 250 van 2.10.2003, blz. 10.
8 Zie tevens de ‘Voorwaarden voor HAM-rekeninghouders’.
(b) de betalingsberichten voldoen aan de formatteringsregels en voorwaarden van TARGET2-NL en de controle op dubbele invoer, zoals vastgelegd in Appendix I doorstaat; en
(c) in het geval een betaler of een begunstigde is geschorst, expliciete toestemming is verkregen van de CB van de geschorste deelnemer.
2. DNB weigert onmiddellijk elke betalingsopdracht die niet voldoet aan de in lid 1 vastgelegde voorwaarden. DNB informeert de deelnemer over elke geweigerde betalingsopdracht, zoals bepaald in Appendix I.
3. Het SSP bepaalt de tijdstempel voor het verwerken van betalingsopdrachten op basis van het tijdstip waarop het de betalingsopdracht ontvangt en aanvaardt.
Artikel 15 – Prioriteitsregels
1. Opdrachtgevende deelnemers geven elke betalingsopdracht een van de volgende aanduidingen:
(a) normale betalingsopdracht (prioriteitsklasse 2);
(b) urgente betalingsopdracht (prioriteitsklasse 1); of
(c) zeer urgente betalingsopdracht (prioriteitsklasse 0).
Een betalingsopdracht zonder aangegeven prioriteit wordt behandeld als een normale betalingsopdracht.
2. De classificatie ‘zeer urgent’ mag alleen worden gebruikt door:
(a) CB’s; en
(b) Deelnemers, in geval van betalingen naar en vanuit CLS International Bank en opdrachten tot overboeking van liquiditeiten betreffende aangesloten systemen die de aangesloten systeem interface (‘ASI’) gebruiken.
Alle betalingsopdrachten die een aangesloten systeem via de ASI aanlevert voor de debitering of creditering van de PM-rekeningen van de deelnemers worden als zeer urgente betalingsopdrachten beschouwd.
3. Opdrachten tot overboeking van liquiditeiten die via de ICM geïnitieerd worden, zijn urgente betalingsopdrachten.
4. De betaler kan de prioriteit voor urgente en normale betalingsopdrachten via de ICM met onmiddellijke ingang wijzigen. Het is niet mogelijk de prioriteit van een zeer urgente betaling te wijzigen.
Artikel 16 – Liquiditeitslimieten
1. Een deelnemer kan het gebruik van beschikbare liquiditeit voor betalingsopdrachten met betrekking tot andere TARGET2-deelnemers, met uitzondering van de CB’s, beperken
door bilaterale of multilaterale limieten vast te stellen. Dergelijke limieten kunnen alleen worden vastgesteld met betrekking tot normale betalingsopdrachten.
2. Limieten kunnen alleen worden vastgesteld door of met betrekking tot een AL-groep in haar geheel. Limieten kunnen niet worden vastgesteld hetzij met betrekking tot één enkele PM-rekening van een AL-groepslid, hetzij door AL-groepsleden met betrekking tot elkaar.
3. Door de vaststelling van een bilaterale limiet, instrueert de deelnemer DNB dat een aanvaarde betalingsopdracht niet wordt afgewikkeld indien de som van alle uitgaande normale betalingsopdrachten naar de PM-rekening van een andere TARGET2-deelnemer, minus de som van alle inkomende urgente en normale betalingen van de PM-rekening van die TARGET2-deelnemer die bilaterale limiet zou overschrijden.
4. Een deelnemer kan een multilaterale limiet vaststellen voor elke relatie waarvoor geen bilaterale limiet geldt. Een multilaterale limiet mag alleen worden vastgesteld indien de deelnemer tenminste één bilaterale limiet heeft vastgesteld. Als een deelnemer een multilaterale limiet vaststelt, instrueert hij DNB dat een aanvaarde betalingsopdracht niet wordt afgewikkeld indien de som van alle uitgaande normale betalingsopdrachten naar alle PM-rekeningen van TARGET2-deelnemers, waarvoor geen bilaterale limiet geldt, minus de som van alle inkomende urgente en normale betalingen van die PM-rekeningen, die multilaterale limiet zou overschrijden.
5. De minimumlimiet bedraagt EUR 1 miljoen. Een bilaterale of een multilaterale limiet gelijk aan nul wordt behandeld alsof geen limiet is vastgesteld. Limieten tussen nul en EUR 1 miljoen zijn niet mogelijk.
6. Limieten kunnen in “real time” met onmiddellijke ingang worden gewijzigd of met ingang vanaf de eerstvolgende werkdag via de ICM. Indien een limiet na wijziging nul bedraagt, kan die niet op dezelfde werkdag weer worden gewijzigd. De vaststelling van nieuwe bilaterale of multilaterale limieten wordt pas vanaf de volgende werkdag van kracht.
Artikel 17 – Voorzieningen voor liquiditeitenreservering
1. Deelnemers kunnen via de ICM liquiditeiten voor zeer urgente of een urgente betalingsopdrachten reserveren.
2. De AL-groepsbeheerder kan alleen liquiditeiten reserveren voor de AL-groep in haar geheel. Liquiditeiten worden niet gereserveerd voor afzonderlijke rekeningen binnen een AL-groep.
3. Door te verzoeken een bepaald bedrag aan liquiditeiten te reserveren voor zeer urgente betalingsopdrachten, instrueert een deelnemer DNB urgente en normale betalingsopdrachten alleen te afwikkelen als er beschikbare liquiditeit overblijft na aftrek van het voor zeer urgente betalingsopdrachten gereserveerde bedrag.
4. Door te verzoeken een bepaald bedrag aan liquiditeiten te reserveren voor urgente betalingsopdrachten, instrueert een deelnemer DNB normale betalingsopdrachten alleen te afwikkelen als er beschikbare liquiditeit overblijft na aftrek van het voor urgente en zeer urgente betalingsopdrachten gereserveerde bedrag.
5. Na ontvangst van het reserveringsverzoek, controleert DNB of de liquiditeiten op de PM- rekening van de deelnemer de reservering dekken. Indien dat niet het geval is, wordt alleen de op de PM-rekening beschikbare liquiditeit gereserveerd. Het overige deel van de gevraagde liquiditeit,wordt gereserveerd indien extra liquiditeit beschikbaar komt.
6. De hoogte van de liquiditeitenreserveringen kan worden gewijzigd. Deelnemers kunnen via de ICM een verzoek doen om met onmiddellijke ingang of met ingang van de volgende werkdag nieuwe bedragen te reserveren.
Artikel 17bis – Permanente instructies voor liquiditeitenreservering en earmarking van liquiditeiten
1. Deelnemers kunnen het standaardbedrag aan liquiditeit dat gereserveerd wordt voor zeer urgente of urgente betalingsopdrachten vooraf bepalen via de ICM. Een dergelijke permanente instructie of een wijziging ervan wordt met ingang van de volgende werkdag van kracht.
2. Deelnemers kunnen het standaardbedrag aan liquiditeit dat opzij wordt gelegd voor afwikkeling van een aangesloten systeem vooraf bepalen. Een dergelijke permanente instructie of een wijziging ervan wordt met ingang van de volgende werkdag van kracht. Deelnemers worden geacht DNB opdracht te hebben gegeven namens hen liquiditeit te earmarken indien het betreffende aangesloten systeem hierom verzoekt.
Artikel 18 – Vooraf bepaalde afwikkelingstijden
1. Opdrachtgevende deelnemers kunnen de afwikkelingstijd van hun betalingsopdrachten binnen één werkdag vooraf vastleggen middels de “Earliest Debit Time Indicator” of de “Latest Debit Time Indicator”.
2. Wanneer de ‘Earliest Debit Time Indicator’ wordt toegepast, wordt de aanvaarde betalingsopdracht opgeslagen en pas op de aangegeven tijd ingevoerd in de invoerverwerking.
3. Wanneer de ‘Latest Debit Time Indicator’ wordt toegepast, wordt de aanvaarde betalingsopdracht als niet-afgewikkeld geretourneerd indien de betalingsopdracht niet kan worden afgewikkeld tegen de aangegeven debiteringstijd. Vijftien minuten voor de vastgelegde debiteringstijd, wordt de opdrachtgevende deelnemer via de ICM een automatische kennisgeving gestuurd. De opdrachtgevende deelnemer kan de ‘Latest Debit
Time Indicator’ ook als een loutere waarschuwingsindicator gebruiken. In dat geval zal de betreffende betalingsopdracht niet worden geretourneerd.
4. Opdrachtgevende deelnemers kunnen de ‘Earliest Debit Time Indicator’ en de ‘Latest Debit Time Indicator’ via de ICM wijzigen.
5. Appendix I bevat nadere technische details.
Artikel 19 – Vooraf aangeleverde betalingsopdrachten
1. Betalingsopdrachten kunnen tot vijf werkdagen voor de vermelde afwikkelingsdatum aangeleverd worden (geagendeerde betalingsopdrachten).
2. Geagendeerde betalingsopdrachten worden op de door de opdrachtgevende deelnemer bepaalde datum aanvaard en in de invoerverwerking ingevoerd aan het begin van de verwerking overdag, zoals bepaald in Appendix V. Ze zijn de eerste in de wachtrij van betalingsopdrachten met dezelfde prioriteit.
3. De artikelen 15 lid 3, 22 lid 2 en 33 lid 1 onder (a) zijn mutatis mutandis van toepassing op geagendeerde betalingsopdrachten.
Artikel 20 – Afwikkeling van betalingsopdrachten in de invoerverwerking
1. Tenzij de opdrachtgevende deelnemers de afwikkelingstijd aangegeven hebben als omschreven in artikel 18, worden aanvaarde betalingsopdrachten onmiddellijk afgewikkeld, of uiterlijk tegen het einde van dezelfde werkdag van de aanvaarding, mits voldoende gelden beschikbaar zijn op de PM-rekening van de betaler en rekening houdend met eventuele liquiditeitslimieten en -reserveringen als bedoeld in de artikelen 16 en 17.
2. In financiering kan worden voorzien door:
(a) op de PM-rekening beschikbare liquiditeit; of
(b) inkomende betalingen van andere TARGET2-deelnemers met inachtneming van de toepasselijke optimaliseringsprocedures.
3. Voor zeer urgente betalingsopdrachten geldt het first-in, first-out (FIFO)-beginsel. Dit betekent dat de zeer urgente betalingsopdrachten in chronologische volgorde worden afgewikkeld. Urgente en normale betalingsopdrachten worden niet afgewikkeld zolang er nog zeer urgente betalingsopdrachten in de wachtrij staan.
4. Voor urgente betalingsopdrachten geldt ook het FIFO-beginsel. Normale betalingsopdrachten worden niet afgewikkeld als er nog urgente en zeer urgente betalingsopdrachten in de wachtrij staan.
5. Als uitzondering op de leden 3 en 4, kunnen betalingsopdrachten met een lagere prioriteit (of met dezelfde prioriteit maar later aanvaard) worden afgewikkeld vóór betalingsopdrachten met hogere prioriteit (of met dezelfde prioriteit die eerder werden aanvaard), indien de betalingsopdrachten met een lagere prioriteit verrekend kunnen
worden met te ontvangen betalingen en per saldo zouden leiden tot een liquiditeitentoename voor de betaler.
6. Normale betalingsopdrachten worden afgewikkeld overeenkomstig het ‘FIFO-by-passing’ beginsel. Dit betekent dat ze onmiddellijk kunnen worden afgewikkeld (los van andere in de wachtrij staande normale eerder aanvaarde betalingen) en kunnen daarom het FIFO- beginsel doorbreken, mits er voldoende gelden beschikbaar zijn.
7. Appendix I bevat nadere details betreffende het afwikkelen van betalingsopdrachten in de invoerverwerking.
Artikel 21 – Afwikkeling en retournering van betalingsopdrachten in de wachtrij
1. Betalingsopdrachten die niet onmiddellijk in de invoerverwerking kunnen worden afgewikkeld, worden in wachtrijen geplaatst volgens de door de opdrachtgevende deelnemer overeenkomstig artikel 15 bepaalde prioriteit.
2. Om de afwikkeling van in de wachtrij staande betalingsopdrachten te optimaliseren, kan DNB de in Appendix I beschreven optimaliseringsprocedures toepassen.
3. Behalve voor zeer urgente betalingsopdrachten kan de betaler de wachtrijpositie van betalingsopdrachten in een wachtrij via de ICM wijzigen (d.w.z. een nieuwe rangorde opstellen). Betalingsopdrachten kunnen te allen tijde tijdens de verwerking overdag als bedoeld in Appendix V met onmiddellijke ingang naar voren of naar achteren in de respectieve wachtrij worden verplaatst.
4. Op verzoek van een betaler kan DNB of, in geval van een AL-groep, de CB van de AL- groepsbeheerder beslissen de wachtrijpositie van een zeer urgente betalingsopdracht te wijzigen (behalve voor zeer urgente betalingsopdrachten in het kader van afwikkelingsprocedures 5 en 6), mits deze wijziging de soepele afwikkeling door aangesloten systemen in TARGET2 niet beïnvloedt of anderszins tot systeemrisico’s zou leiden.
5. In de ICM geïnitieerde opdrachten tot overboeking van liquiditeiten worden in geval van onvoldoende liquiditeiten onmiddellijk als niet-afgewikkeld geretourneerd. Andere betalingsopdrachten worden als niet-afgewikkeld geretourneerd als zij niet kunnen worden afgewikkeld tegen de sluitingstijden voor het desbetreffende berichttype, als bedoeld in Appendix V.
Artikel 22 – Invoering van de betalingsopdrachten in het systeem; Onherroepelijkheid
1. Voor de toepassing van de eerste volzin van artikel 3, lid 1 van de Finaliteitsrichtlijn en artikel 212b van de Faillissementswet worden betalingsopdrachten terzake van PM- rekeningen in TARGET2-NL geacht te zijn ingevoerd op het moment dat de desbetreffende PM-rekening van de deelnemer wordt gedebiteerd.
2. Betalingsopdrachten terzake van PM-rekeningen kunnen tot hun invoering in TARGET2- NL overeenkomstig lid 1 worden ingetrokken. Betalingsopdrachten die zoals bepaald in Appendix I deel uitmaken van een algoritme, kunnen zolang het algoritme loopt niet worden ingetrokken.
TITEL V LIQUIDITEITSPOOLING
Artikel 23 – Faciliteiten voor liquiditeitspooling
DNB biedt een geconsolideerde-rekeninginformatie faciliteit (CAI-faciliteit) en een geaggregeerde-liquiditeit faciliteit (AL-faciliteit ) aan.
Artikel 24 – Geconsolideerde-rekeninginformatie faciliteit
1. De CAI-faciliteit mag worden gebruikt door:
(a) een kredietinstelling en/of haar bijkantoren (welke entiteiten al dan niet aan hetzelfde TARGET2-deelsysteem deelnemen), mits de betreffende entiteiten meerdere door verschillende BIC’s geïdentificeerde PM-rekeningen hebben; of
(b) twee of meer kredietinstellingen die tot dezelfde groep behoren en/of hun bijkantoren, die elk een of meer door verschillende BIC’s geïdentificeerde PM- rekeningen hebben.
2. (a) Onder de CAI-faciliteit wordt elk lid van de CAI-groep en hun respectieve CB’s een lijst van PM-rekeningen van de groepsleden en de volgende op CAI- groepsniveau geconsolideerde informatie verstrekt:
(i) intraday-kredietlijnen (voor zover van toepassing);
(ii) saldi, met inbegrip van saldi op subrekeningen;
(iii) omzet;
(iv) afgewikkelde betalingen; en
(v) betalingsopdrachten in de wachtrij.
(b) De CAI-groepsbeheerder en zijn respectieve CB hebben toegang tot de informatie over alle bovenvermelde posten betreffende elke PM-rekening van de CAI-groep.
(c) De in dit lid genoemde informatie wordt via de ICM verstrekt.
3. De CAI-groepsbeheerder mag via de ICM liquiditeitsoverboekingen initiëren tussen de van dezelfde CAI-groep deel uitmakende PM-rekeningen, met inbegrip van hun subrekeningen.
4. Een CAI-groep kan ook PM-rekeningen omvatten die in een AL-groep zijn opgenomen. In dat geval maken alle PM-rekeningen van de AL-groep deel uit van de CAI-groep.
5. Wanneer twee of meer PM-rekeningen tegelijkertijd deel uitmaken van een AL-groep en van een CAI-groep (met inbegrip van bijkomende PM-rekeningen), hebben de voor de AL- groep geldende regels voorrang wat betreft de relatie binnen de AL-groep.
6. Een CAI-groep die PM-rekeningen van een AL-groep omvat kan een andere CAI- groepsbeheerder dan de AL-groepsbeheerder aanwijzen.
7. De in artikel 25 leden 4 en 5 uiteengezette procedure ter verkrijging van een machtiging voor het gebruik van de AL-faciliteit is mutatis mutandis van toepassing op de procedure
ter verkrijging van een machtiging voor het gebruik van de CAI-faciliteit. De CAI- groepsbeheerder stuurt een voltooide overeenkomst tot gebruik van de CAI-faciliteit niet door aan de beherende NCB.
Artikel 25 – Geaggregeerde-liquiditeit faciliteit
1. De AL-faciliteit mag worden gebruikt door:
(a) een kredietinstelling en/of haar bijkantoren (welke entiteiten al dan niet aan hetzelfde TARGET2-deelsysteem deelnemen), mits die betreffende entiteiten in het eurogebied zijn gevestigd en meerdere door verschillende BIC’s geïdentificeerde PM-rekeningen hebben;
(b) in het eurogebied gevestigde bijkantoren (welke bijkantoren al dan niet aan hetzelfde TARGET2-deelsysteem deelnemen) van een buiten het eurogebied gevestigde kredietinstelling, mits de betreffende bijkantoren meerdere door verschillende BIC’s geïdentificeerde PM-rekeningen hebben; of
(c) twee of meer in onderdeel (a) genoemde kredietinstellingen en/of in onderdeel (b) genoemde bijkantoren, die tot dezelfde groep behoren.
In elk van de onder (a) tot en met (c) genoemde gevallen is tevens vereist dat de betreffende entiteiten reeds intraday-kredietlijnen met de respectieve CB van de deelnemende lidstaat zijn overeengekomen.
2. Teneinde na te gaan of een betalingsopdracht voldoende gedekt is, wordt onder de AL- faciliteit de op de PM-rekeningen van de AL-groepsleden beschikbare liquiditeit geaggregeerd. Niettegenstaande het bovenvermelde blijft de bilaterale PM-rekeningrelatie tussen het AL-groepslid en zijn AL-NCB onderworpen aan de regelingen van het betreffende TARGET2-deelsysteem, met inachtneming van in de AL-overeenkomst opgenomen wijzigingen. Intraday-krediet, dat aan een AL-groepslid op zijn PM-rekening wordt verstrekt, kan worden gedekt door beschikbare liquiditeit hetzij op andere door dat AL-groepslid aangehouden PM-rekeningen, hetzij op door andere AL-groepsleden bij dezelfde of een andere AL-NCB aangehouden PM-rekeningen.
3. Om de AL-faciliteit te gebruiken sluiten één of meer TARGET2-deelnemers, die aan de in lid 1 bepaalde criteria voldoet, een AL-overeenkomst met DNB en, indien van toepassing, andere CB(’s) van het TARGET2-deelsysteem waaraan andere AB-groepsleden deelnemen. Terzake van een specifieke PM-rekening kan een TARGET2-deelnemer slechts één AL-overeenkomst sluiten. De AL-overeenkomst dient in overeenstemming te zijn met het model opgenomen in Appendix VII.
4. Elke AL-groep benoemt een AL-groepsbeheerder. In het geval dat de AL-groep slechts uit één deelnemer bestaat, is deze deelnemer automatisch de AL-groepsbeheerder. De AL- groepsbeheerder richt een schriftelijk verzoek tot de beherende NCB om de AL-faciliteit te
kunnen gebruiken en voegt daarbij de van DNB verkregen registratieformulieren vaste gegevens alsmede de rechtsgeldig ondertekende AL-overeenkomst, opgesteld overeenkomstig het door de beherende NCB ter beschikking gestelde model. De resterende AL-groepsleden richten hun schriftelijke verzoeken (vergezeld van de van DNB verkregen registratieformulieren vaste gegevens), tot hun respectieve AL-NCB’s. De beherende NCB kan om aanvullende, voor de beoordeling van het verzoek door haar passend geachte informatie of documenten verzoeken. Bovendien kan de beherende NCB, met instemming van de andere AL-NCB’s, verzoeken dat aanvullende bepalingen, die zij geschikt acht om de behoorlijke en tijdige nakoming van een bestaande en/of toekomstige verplichting door alle AL-groepsleden jegens een AL-NCB te waarborgen, in de AL-overeenkomst worden opgenomen.
5. De beherende NCB verifieert of de aanvragers voldoen aan de vereisten voor het vormen van een AL-groep en of de AL-overeenkomst rechtsgeldig is aangegaan. Daartoe kan de beherende NCB overleg plegen met andere AL-NCB’s. De beslissing van de beherende NCB wordt schriftelijk aan de AL-groepsbeheerder gericht binnen een maand na ontvangst van het in lid 4 genoemde verzoek door de beherende NCB, of, indien de beherende NCB aanvullende informatie vraagt, binnen een maand na ontvangst van die informatie door de beherende NCB. Een weigering wordt met redenen omkleed.
6. AL-groepsleden hebben automatisch toegang tot de CAI-faciliteit.
7. De informatieverschaffing en alle interactieve controlemaatregelen binnen een AL-groep zijn toegankelijk via de ICM.
8. De bestaande en toekomstige vorderingen van DNB uit hoofde van de rechtsbetrekkingen tussen de deelnemer, die een AL-groepslid is, en DNB en die krachtens artikel 40, leden 1 en 2, worden verzekerd door een pandrecht, omvatten mede de vorderingen van DNB op een dergelijk AL-groepslid uit hoofde van de AL-overeenkomst waarbij beide partij zijn.
Artikel 26 – Verrekening van vorderingen krachtens artikel 40 leden 3 en 4
Wanneer zich met betrekking tot een deelnemer, die een AL-groepslid is, een executiegrond voordoet, zijn vorderingen van DNB jegens dat AL-groepslid automatisch en onmiddellijk vervroegd opeisbaar en zijn de leden 3 en 4 van artikel 40 van deze Voorwaarden op deze vorderingen van toepassing.
TITEL VI INTRADAY-KREDIET
Artikel 27 – In aanmerking komende entiteiten
1. DNB verleent intraday-krediet aan entiteiten die genoemd worden in lid 2 en die een PM- rekening aanhouden bij DNB op voorwaarde dat die entiteiten niet zijn onderworpen aan door de Raad van de Europese Unie of lidstaten overeenkomstig artikel 65 lid 1 onder b), artikel 75 of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde beperkende maatregelen, waarvan de uitvoering naar mening van DNB niet strookt met de soepele werking van TARGET2. DNB verleent geen intraday-krediet aan buiten Nederland gevestigde entiteiten.
2. Intraday-krediet wordt alleen aan de volgende entiteiten verleend:
(a) in de EER gevestigde kredietinstellingen, die in aanmerking komen als tegenpartij voor monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem en toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit, met inbegrip van de kredietinstellingen die optreden via een in de EER gevestigd bijkantoor, met inbegrip van in de EER gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen die buiten de EER zijn gevestigd;
(b) in de EER gevestigde kredietinstellingen, die niet in aanmerking komen als tegenpartij voor monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem en/of geen toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit, met inbegrip van de kredietinstellingen die optreden via een in de EER gevestigd bijkantoor, en met inbegrip van in de EER gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen die buiten de EER zijn gevestigd;
(c) op de geldmarkten actieve financiële afdelingen van centrale of regionale overheden van lidstaten en instellingen behorend tot de overheidssector van lidstaten die zijn gemachtigd om voor klanten rekeningen aan te houden;
(d) binnen de EER gevestigde beleggingsondernemingen op voorwaarde dat zij een overeenkomst zijn aangegaan met een tegenpartij inzake het monetair beleid van het Eurosysteem, zulks ter dekking van een eventuele debetpositie aan het einde van de betreffende dag; en
(e) andere dan in de onder (a) en (b) vallende entiteiten die aangesloten systemen beheren en in die hoedanigheid optreden, mits de regelingen voor het verstrekken van intraday-krediet aan dergelijke entiteiten vooraf aan de Raad van bestuur van de ECB zijn voorgelegd en door laatstgenoemde zijn goedgekeurd.
3. Voor de in lid 2 onder (b) tot en met (e) genoemde entiteiten is intraday-krediet beperkt tot de dag in kwestie en is geen verlenging tot overnight-krediet mogelijk.
4. Bij wijze van uitzondering kan de Raad van bestuur bij een voorafgaand onderbouwd besluit bepaalde in aanmerking komende tegenpartijen (CCP’s) vrijstellen van het verbod op overnight kredietverlenging. Deze in aanmerking komende CCP’s zijn CCP’s die steeds:
(a) in aanmerking komende wederpartijen zijn in de zin van artikel 27 lid 2 (e), mits deze tevens zijn toegelaten als CCP’s overeenkomstig de toepasselijke wetgeving van de Unie of de nationale wetgeving;
(b) gevestigd zijn in het Eurogebied;
(c) onderworpen zijn aan toezicht en/of oversight door de bevoegde autoriteiten;
(d) voldoen aan de oversightvereisten betreffende de locatie van infrastructuren die diensten in euro aanbieden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en gepubliceerd op de website van de ECB9;
(e) PM-rekeningen in TARGET2 aanhouden;
(f) toegang hebben tot intraday-krediet.
5. Op alle toegekende overnight-krediet van in aanmerking komende CCP’s zijn deze voorwaarden van toepassing (waaronder de bepalingen betreffende beleenbaar onderpand).
6. De in artikel 29 leden 3 en 4 vastgelegde sancties zijn van toepassing indien de in aanmerking komende CCP’s het aan hen door DNB verleend overnight-krediet niet aflossen.
7. Voor zover een CCP krachtens een regeling, waaronder op grond van oversight, verplicht is een garantiefondsrekening aan te houden, wordt op gelden die op de rekening van een CCP zijn gestort een vergoeding betaald ter hoogte van de basisherfinancieringsrente minus 15 basispunten. Op gelden waarmee een garantiefondsrekening van een CCP anderszins wordt gecrediteerd, wordt de depositorente vergoed.
Artikel 28 – Beleenbaar onderpand
1. Intraday-krediet wordt verleend tegen beleenbaar onderpand en middels intraday- overdisponering tegen onderpand overeenkomstig de aanvullende gemeenschappelijke basiskenmerken (met inbegrip van de daarin opgenomen gevallen van xxxxxxx alsook de respectieve gevolgen daarvan) die de Raad van bestuur van de ECB met betrekking tot monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem vaststelt. Beleenbaar onderpand bestaat uit dezelfde activa en instrumenten die voor monetaire beleidstransacties van het
9 Het huidige beleid van het Eurosysteem voor de locatie van infrastructuur wordt uiteengezet in de volgende verklaringen, die allemaal beschikbaar zijn op de website van de ECB op xxx.xxx.xxxxxx.xx: a) “Policy statement on euro payment and settlement systems located outside the euro area” van 3 november 1998; b) “The Eurosystem’s policy line with regard to consolidation in central counterparty clearing” van 27 september 2001; c) “The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling in euro-denominated payment transactions” van 19 juli 2007, en d) “The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling euro-denominated payment transactions: specification of “legally and operationally located in the euro area”” van 20 november 2008.
Eurosysteem beleend kunnen worden, en zijn onderworpen aan dezelfde regels betreffende waardebepaling en risicobeheersing, een en ander als neergelegd in de Handleiding Monetaire Beleidstransacties en de Algemene Voorwaarden van DNB.
2. Schuldinstrumenten die zijn uitgegeven of gegarandeerd door de entiteit of door een andere derde waarmee de entiteit nauwe banden onderhoudt, mogen alleen als beleenbaar onderpand worden geaccepteerd in de situaties als beschreven in paragraaf 7.1 onder 3 van de Handleiding Monetaire Beleidstransacties van DNB.
3. Op voorstel van DNB kan de Raad van bestuur van de ECB de in artikel 27 lid 2 onder (c) bedoelde financiële afdelingen vrijstellen van het vereiste toereikend onderpand te verstrekken vooraleer intraday-krediet wordt verleend.
Artikel 29 – Procedure voor verlening van het krediet
1. Toegang tot intraday-krediet kan alleen worden verleend op werkdagen.
2. Terzake van intraday-krediet wordt geen rente berekend.
3. Indien een in artikel 27 lid 2 onder (a) bedoelde entiteit het intraday-krediet aan het einde van de dag niet aflost, wordt dit automatisch beschouwd als een verzoek door een dergelijke entiteit tot gebruikmaking van de marginale beleningsfaciliteit.
4. Indien een in artikel 27 lid 2 onder (b), (d) of (e) bedoelde entiteit het intraday-krediet aan het einde van de dag om enigerlei reden niet aflost, kunnen deze entiteit de volgende boetes worden opgelegd:
(a) indien de entiteit in kwestie aan het einde van de dag voor het eerst in een periode van twaalf maanden een debetsaldo op haar rekening heeft, wordt deze entiteit over het bedrag van een dergelijk debetsaldo een boeterente opgelegd van vijf procentpunten boven de marginale beleningsrente;
(b) indien de entiteit in kwestie aan het einde van de dag ten minste voor de tweede keer in dezelfde periode van twaalf maanden een debetsaldo op haar rekening heeft, wordt de onder (a) genoemde boeterente verhoogd met 2,5 procentpunten voor elke keer boven de eerste keer dat in die periode van twaalf maanden sprake is geweest van een debetstand.
5. De Raad van bestuur van de ECB kan besluiten de op grond van lid 4 opgelegde boetes kwijt te schelden of te verlagen, indien het debetsaldo aan het eind van de dag van de entiteit in kwestie kan worden toegeschreven aan overmacht en/of technische storing van TARGET2.
Artikel 30 – Opschorting of beëindiging van intraday-krediet
1. DNB schort de toegang tot intraday-krediet op of beëindigt deze indien zich een van de volgende gevallen van verzuim voordoet:
(a) de PM-rekening van de betrokken entiteit bij DNB wordt opgeschort of gesloten;
(b) de betrokken entiteit voldoet niet meer aan in deze Titel neergelegde vereisten voor het verlenen van intraday-krediet;
(c) een bevoegde gerechtelijke of andere autoriteit neemt een besluit tot het in werking stellen van een procedure tot liquidatie van de entiteit of de benoeming van een vereffenaar of soortgelijke functionaris voor de entiteit of een andere soortgelijke procedure;
(d) de gelden van de entiteit worden bevroren en/of andere maatregelen door de Unie opgelegd die de bekwaamheid van de entiteit beperken om over haar gelden te beschikken.
2. DNB kan de toegang tot intraday-krediet opschorten of beëindigen, indien een NCB de deelname van de deelnemer aan TARGET2 krachtens artikel 38 lid 2 onder (b) tot (e) opschort of beëindigt, of indien zich één of meerdere gevallen van verzuim voordoen (buiten de in artikel 38 lid 2 onder (a) bedoelde gevallen); of
3. indien het Eurosysteem overeenkomstig hoofdstuk 2.4 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 uit overwegingen van voorzichtigheid of anderszins de toegang van wederpartijen tot intraday-krediet opschort of ontzegt, voert DNB een dergelijke opschorting of beperking of uitsluiting met betrekking tot toegang tot intraday krediet overeenkomstig uit, zulks uit hoofde van door de betreffende NCB gehanteerde contracten of regelementen.
TITEL VII VEILIGHEIDSVEREISTEN EN NOODAANGELEGENHEDEN
Artikel 31 – Bedrijfscontinuïteit en noodprocedures
Bij een buitengewone externe omstandigheid of een omstandigheid die de werking van het SSP beïnvloedt, gelden de in Appendix IV opgenomen bedrijfscontinuïteits- en noodprocedures.
Artikel 32 – Veiligheidsvoorschriften
1. Deelnemers passen afdoende veiligheidscontroles toe om hun systemen te beschermen tegen onbevoegde toegang en onbevoegd gebruik. Uitsluitend de deelnemers zijn verantwoordelijk voor de behoorlijke bescherming van de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van hun systemen.
2. Deelnemers informeren DNB over veiligheidsgerelateerde incidenten in hun technische infrastructuur en, indien van toepassing, veiligheidsgerelateerde incidenten die zich voordoen in de technische infrastructuur van derden - dienstverleners. DNB kan met betrekking tot het incident om nadere informatie verzoeken en indien nodig verlangen dat de deelnemer passende maatregelen treft om herhaling van een dergelijke gebeurtenis te voorkomen.
3. DNB kan alle deelnemers en/of deelnemers die DNB kritiek acht, aanvullende veiligheidsverplichtingen opleggen.
TITEL VIII
INFORMATIE- EN CONTROLEMODULE (ICM)
Artikel 33 – Gebruik van de informatie- en controlemodule (ICM)
1. De ICM:
(a) verschaft deelnemers toegang tot alle informatie betreffende hun rekeningen en maakt liquiditeitsbeheer mogelijk;
(b) kan worden gebruikt voor het initiëren van opdrachten tot overboeking van liquiditeiten; en
(c) maakt het deelnemers mogelijk om, bij een storing van de betalingsinfrastructuur van de deelnemer, back-up forfaitbetalingen en back-up noodbetalingen te initiëren.
2. Nadere technische details betreffende de ICM zijn opgenomen in Appendix I.
TITEL IX
VERGOEDINGS- EN AANSPRAKELIJKHEIDSREGIME EN BEWIJS
Artikel 34 – Vergoedingsregeling
Indien een betalingsopdracht wegens een technische storing in TARGET2 niet op dezelfde werkdag waarop deze werd aanvaard, kan worden afgewikkeld, biedt DNB de betrokken directe deelnemers schadevergoeding aan overeenkomstig de specifieke in Appendix II opgenomen procedure.
Artikel 35 – Aansprakelijkheidsregime
1. Bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van deze Voorwaarden, hebben DNB en de deelnemers de algemene verplichting om jegens elkaar redelijke zorg te betrachten.
2. Indien de deelnemer aantoont dat een tekortkoming in de uitvoering van een opdracht te wijten is aan fraude (met inbegrip van maar niet beperkt tot opzet) of grove schuld van DNB, is DNB jegens de deelnemer aansprakelijk voor de schade voortvloeiend uit de werking van TARGET2-NL. Indien de deelnemer aantoont dat een tekortkoming in de uitvoering van een opdracht te wijten is aan (gewone) schuld of nalatigheid van DNB, is de aansprakelijkheid van DNB jegens de deelnemer beperkt tot directe schade, d.w.z. het bedrag van de transactie in kwestie en/of de rentederving daarover. In het geval bedoeld in de vorige volzin is iedere aansprakelijkheid van DNB voor gevolgschade uitgesloten.
3. DNB is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van een defect of storing van de technische infrastructuur (met inbegrip van, maar niet beperkt tot de computerinfrastructuur van DNB, software, data, toepassingen of netwerken), indien een dergelijk defect of storing zich voordoet ondanks het feit dat DNB de maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om die infrastructuur te beschermen tegen defect of storing en om voor de gevolgen van een dergelijk defect of storing een oplossing te vinden (zulks met inbegrip van, maar niet beperkt tot het initiëren en voltooien van de in Appendix IV opgenomen bedrijfscontinuïteits- en noodprocedures).
4. DNB is voorts niet aansprakelijk:
(a) voorzover de schade door de deelnemer is veroorzaakt; of
(b) indien de schade het gevolg is van externe omstandigheden die redelijkerwijze niet aan DNB kunnen worden toegerekend (force majeure).
5. Niettegenstaande de bepalingen van de Wet grensoverschrijdende betaaldiensten, gelden de leden 1 tot 4 voorzover de aansprakelijkheid van DNB kan worden uitgesloten.
6. DNB en de deelnemers nemen alle redelijke en praktische stappen om schade of verlies als bedoeld in dit artikel te beperken.
7. Bij het nakomen van alle verplichtingen, of een deel daarvan, uit hoofde van deze Voorwaarden kan DNB in eigen naam opdrachten aan derden verstrekken, met name aan aanbieders van telecommunicatie- of andere netwerkdiensten of andere entiteiten, indien dit noodzakelijk is ter nakoming van de verplichtingen van DNB of indien dit marktusance is. De verplichting van DNB is beperkt tot het zorgvuldig selecteren van en uitbesteden aan dergelijke derden en de aansprakelijkheid van DNB is dienovereenkomstig beperkt. Voor de toepassing van dit lid worden de SSP leverende CB's niet beschouwd als derden.
Artikel 36 – Bewijs
1. Tenzij anders bepaald in deze Voorwaarden, worden alle met TARGET2 verband houdende berichten betreffende betalingen en betalingsverwerkingen, zoals bevestigingen van debiteringen of crediteringen, of berichten betreffende rekeningoverzichten, tussen DNB en de deelnemers verzonden via de netwerkdienstverlener.
2. Een elektronisch of schriftelijk bestand van door DNB of door de netwerkdienstverlener bijgehouden berichten wordt aanvaard als bewijs van de via DNB uitgevoerde betalingen. De opgeslagen of uitgeprinte versie van het oorspronkelijke bericht van de netwerkdienstverlener wordt als bewijs aanvaard, ongeacht de vorm van het oorspronkelijke bericht.
3. Indien de verbinding van een deelnemer met de netwerkdienstverlener is verbroken, gebruikt de deelnemer de in Appendix IV vastgelegde alternatieven voor de transmissie van berichten. In dergelijke gevallen heeft de door DNB geproduceerde versie van het bericht, opgeslagen of uitgeprint, dezelfde bewijskracht als het oorspronkelijke bericht, ongeacht de vorm ervan.
4. DNB houdt volledige bestanden bij van door deelnemers aangeleverde betalingsopdrachten en door deelnemers ontvangen betalingen in een periode van zeven jaar vanaf het tijdstip waarop dergelijke betalingsopdrachten worden aangeleverd respectievelijk betalingen zijn ontvangen, op voorwaarde dat die volledige bestanden voor elke TARGET2-deelnemer die continue onderworpen is aan controle uit hoofde van door de Raad van de Europese Unie of de lidstaten vastgestelde beperkende maatregelen minimaal een periode van vijf jaar bestrijken, of langer indien specifieke regels dat vereisen.
5. De eigen boeken en bestanden van DNB (hetzij op papier, microfilm, microfiche, elektronisch of magnetisch vastgelegd, hetzij in een andere mechanisch reproduceerbare vorm of anderszins vastgelegd), worden aanvaard als bewijs voor eventuele verplichtingen van de deelnemers en van eventuele feiten en gebeurtenissen waarop de partijen zich beroepen.
TITEL X
BEËINDIGING VAN DEELNAME EN SLUITING VAN REKENINGEN
Artikel 37 – Duur en gewone beëindiging van deelname
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 38, geldt deelname aan TARGET2-NL voor onbepaalde tijd.
2. Een deelnemer kan deelname aan TARGET2-NL te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van veertien werkdagen, tenzij een kortere opzegtermijn wordt overeengekomen met DNB.
3. DNB kan de deelname van een deelnemer aan TARGET2-NL te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden, tenzij een andere opzegtermijn wordt overeengekomen met die deelnemer.
4. Bij beëindiging van de deelname, blijven de in artikel 42 vastgelegde vertrouwelijkheidsverplichtingen gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van beëindiging, van kracht.
5. Bij beëindiging van de deelname worden de PM-rekeningen van de betrokken deelnemer overeenkomstig artikel 39 gesloten.
Artikel 38 – Opschorting en uitzonderlijke beëindiging van de deelname
1. De deelname van een deelnemer aan TARGET2-NL wordt onmiddellijk zonder voorafgaande kennisgeving beëindigd of opgeschort in de volgende gevallen van verzuim:
(a) het openen van een insolventieprocedure ten aanzien van de deelnemer; en/of
(b) het geval dat de deelnemer niet langer voldoet aan de in artikel 4 vastgelegde toegangscriteria.
2. DNB kan de deelname van een deelnemer aan TARGET2-NL zonder voorafgaande kennisgeving beëindigen of opschorten indien:
(a) zich één of meer gevallen van verzuim voordoen (buiten de in lid 1 bedoelde gevallen);
(b) de deelnemer in strijd handelt met deze Voorwaarden;
(c) de deelnemer een wezenlijke verplichting aan DNB niet nakomt;
(d) de deelnemer wordt uitgesloten van een TARGET2 CUG, dan wel anderszins daar niet langer lid van is;
(e) en/of zich een andere deelnemer-gerelateerde omstandigheid voordoet die, naar het oordeel van DNB een bedreiging zou vormen voor de algehele stabiliteit, de soliditeit en de veiligheid van TARGET2-NL of van een ander TARGET2- deelsysteem, of die de vervulling door DNB van de taken als omschreven in de
Bankwet 1998 en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in gevaar zou brengen;
(f) en NCB schort de toegang van de deelnemer tot intraday-krediet op of beëindigt deze krachtens artikel 30 lid 1.
3. Bij de uitoefening van haar discretionaire bevoegdheid krachtens lid 2, houdt DNB onder andere rekening met de ernst van het geval van verzuim respectievelijk met de ernst van de onder (a) tot en met (e) genoemde omstandigheden.
4. (a) Indien DNB de deelname van een deelnemer aan TARGET2-NL krachtens lid 1 of 2 opschort of beëindigt, informeert DNB deze deelnemer, andere CB’s en de andere deelnemers onverwijld over de opschorting of de beëindiging middels een ICM- mededeling.
(b) Indien een andere CB DNB informeert over de opschorting of de beëindiging van de deelname van een deelnemer aan een ander TARGET2-deelsysteem, informeert DNB onverwijld haar deelnemers door middel van een ICM-mededeling over de opschorting of de beëindiging.
(c) Zodra de deelnemers een dergelijk ICM-mededeling ontvangen hebben, worden zij geacht op de hoogte te zijn van de beëindiging/opschorting van de deelname van de deelnemer aan TARGET2-NL of van een ander TARGET2-deelsysteem. De deelnemers dragen de schade ten gevolge van de aanlevering van een opdracht tot betaling aan deelnemers van wie de deelname werd opgeschort of beëindigd, als een dergelijke betalingsopdracht in TARGET2-NL werd ingevoerd na ontvangst van de ICM-mededeling.
5. Vanaf het moment van beëindiging van de deelname van een deelnemer, accepteert TARGET2-NL geen nieuwe betalingsopdrachten van een dergelijke deelnemer. Betalingsopdrachten in de wachtrij, geagendeerde betalingsopdrachten of nieuwe betalingsopdrachten voor een dergelijke deelnemer worden geweigerd.
6. Indien de deelname van een deelnemer aan TARGET2-NL wordt opgeschort, worden al zijn inkomende betalingen en uitgaande betalingsopdrachten opgeslagen en alleen ingevoerd in de invoerverwerking na uitdrukkelijke acceptatie daarvan door de CB van de geschorste deelnemer.
Artikel 39 – Sluiting van PM-rekeningen
1. Deelnemers kunnen hun PM-rekeningen te allen tijde sluiten mits zij DNB hiervan 14 werkdagen van te voren in kennis stellen.
2. Bij beëindiging van de deelname krachtens hetzij artikel 37, hetzij artikel 38, sluit DNB de PM-rekeningen van de betrokken deelnemer, nadat zij
(a) betalingsopdrachten in de wachtrij heeft afgewikkeld of geretourneerd; en
(b) haar pandrecht en verrekeningsrecht krachtens artikel 40 heeft uitgeoefend.
TITEL XI SLOTBEPALINGEN
Artikel 40 – Pandrecht en verrekeningsrecht van DNB
1. Op grond van artikel 8 Algemene Voorwaarden zijn onder andere alle bestaande en toekomstige tegoeden op de PM-rekenigen van de deelnemer aan DNB verpand tot zekerheid voor hetgeen DNB, uit welken hoofde ook, van de deelnemer te vorderen heeft of zal hebben. Voor zover nodig geldt de door de deelnemer ondertekende akkoordverklaring met onder andere de Algemene Voorwaarden als een akte van verpanding tussen de deelnemer en DNB.
2. DNB heeft het in lid 1 bedoeld recht eveneens indien haar vorderingen voorwaardelijk zijn of nog niet opeisbaar.
3. Niettegenstaande het openen van een insolventieprocedure tegen een deelnemer en niettegenstaande een overdracht, gerechtelijke of andere beslaglegging of andere maatregel betreffende de rechten van de deelnemer, worden
(a) indien zich een geval van verzuim voordoet als bedoeld in artikel 38 lid 1, of
(b) indien zich een ander geval van verzuim, resp. een omstandigheid, voordoet als bedoeld in artikel 38 lid 2, resulterend in de beëindiging of opschorting van de deelname van de deelnemer aan TARGET2-NL,
alle verplichtingen van de deelnemer automatisch en onmiddellijk zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat de voorafgaande goedkeuring van enige autoriteit is vereist, vervroegd en onmiddellijk opeisbaar. Bovendien worden de wederzijdse verbintenissen van de deelnemer en DNB automatisch verrekend. De partij die het hoogste bedrag verschuldigd is moet het verschil betalen.
4. Van de uitvoering van een dergelijke verrekening krachtens lid 3 stelt DNB de deelnemer onmiddellijk in kennis.
5. DNB kan zonder voorafgaande kennisgeving elke PM-rekening van een deelnemer debiteren voor het door de deelnemer aan DNB verschuldigde en uit de rechtsbetrekking tussen de deelnemer en DNB resulterende bedrag.
Artikel 41 – Zekerheidsrechten met betrekking tot bedragen op subrekeningen
1. Op grond van artikel 8 Algemene Voorwaarden zijn onder andere alle bestaande en toekomstige tegoeden op de subrekenigen van de deelnemer aan DNB, die zijn geopend voor de afwikkeling van AS-gerelateerde betalingsinstructies krachtens regelingen tussen het betrokken aangesloten systeem en zijn CB, verpand tot zekerheid voor hetgeen DNB, uit welken hoofde ook, van de deelnemer te vorderen heeft of zal hebben. Voor zover
nodig geldt de door de deelnemer ondertekende akkoordverklaring met onder andere de Algemene Voorwaarden als een akte van verpanding tussen de deelnemer en DNB.
2. DNB bevriest het tegoed op de subrekening van de deelnemer na mededeling door het aangesloten systeem (middels een “start-of-cycle” bericht). Waar van toepassing, verhoogt of verlaagt DNB vervolgens het bevroren tegoed door de subrekening te crediteren of te debiteren met systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen of door de subrekening te crediteren met liquiditeitsoverboekingen. Na mededeling door het aangesloten systeem (middels een “end- of-cycle” bericht) wordt een dergelijke bevriezing beëindigd.
3. Door de bevriezing van het tegoed op de subrekening van de deelnemer garandeert DNB het aangesloten systeem betaling ten belope van dit specifieke tegoed. Door, waar van toepassing, de verhoging of verlaging van het bevroren tegoed te bevestigen bij het crediteren of debiteren van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen naar of van de subrekening of bij het crediteren van de subrekening met liquiditeitsoverboekingen, wordt de garantie automatisch verhoogd of verlaagd ten belope van het bedrag van de betaling. Onverminderd de bovenstaande verhoging of verlaging van de garantie, is de garantie onherroepelijk, onvoorwaardelijk en op eerste aanvraag verschuldigd. Indien DNB niet de CB van het aangesloten systeem is, wordt DNB geacht opdracht te hebben gekregen de voornoemde garantie aan de CB van het aangesloten systeem af te geven.
4. Buiten het geval van een insolventieprocedure tegen de deelnemer worden de AS- gerelateerde betalingsinstructies voor de nakoming van de afwikkelingsverplichting van de deelnemer afgewikkeld zonder beroep te doen op de garantie en zonder beroep te doen op het zekerheidsrecht ten aanzien van het tegoed op de subrekening van de deelnemer.
5. Indien de deelnemer insolvent wordt verklaard, geldt de AS-gerelateerde betalingsinstructie voor de nakoming van de afwikkelingsverplichting van de deelnemer als eerste verzoek tot betaling uit hoofde van de garantie; de debitering van de subrekening van de deelnemer ten belope van het geïnstrueerde bedrag (en de creditering van de technische rekening van de AS) betekent derhalve de kwijting van de garantieverplichting door DNB en het uitwinnen van het zekerheidsrecht ten aanzien van het saldo op de subrekening van de deelnemer.
6. De garantie verstrijkt doordat het aangesloten systeem kennis geeft van de voltooiing van de afwikkeling (middels een “end-of-cycle” bericht).
7. De deelnemer is gehouden DNB door laatstgenoemde uit hoofde van die garantie betaalde bedragen terug te betalen.
Artikel 42 – Vertrouwelijkheid
1. DNB zal de vertrouwelijkheid bewaren ten aanzien van alle gevoelige of geheime informatie, met inbegrip van informatie betreffende betalingen, technische of
organisatorische informatie van de deelnemer of diens klanten, tenzij de deelnemer of zijn klant zijn schriftelijke toestemming heeft gegeven voor de bekendmaking of die bekendmaking toegestaan of vereist is onder Nederlands recht.
2. In afwijking van lid 1, aanvaardt de deelnemer dat DNB informatie over betalingen of technische of organisatorische informatie met betrekking tot de deelnemer of de klanten van de deelnemer die in het kader van het verwerkingsproces van TARGET2-NL wordt verkregen, bekend kan maken aan andere centrale banken of aan derden die betrokken zijn bij het verwerkingsproces van TARGET2-NL, voorzover dit noodzakelijk is voor het efficiënt functioneren van TARGET2, dan wel aan toezichthouders en oversightautoriteiten van lidstaten en de Unie voorzover dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun overheidstaken, en mits in alle dergelijke gevallen de bekendmaking niet in strijd is met het toepasselijke recht. DNB is niet aansprakelijk voor de financiële en commerciële gevolgen van een dergelijke bekendmaking.
3. In afwijking van lid 1 en mits het niet mogelijk is de deelnemer of de klanten van de deelnemer direct of indirect te identificeren, kan DNB betalingsinformatie gebruiken, bekend maken of publiceren betreffende de deelnemer of de klanten van de deelnemer voor statistische, historische, wetenschappelijke of andere doeleinden in de uitoefening van haar publieke taken of van de taken van andere openbare lichamen waaraan de informatie wordt bekendgemaakt.
4. Informatie betreffende de werking van TARGET2-NL waartoe deelnemers toegang hebben verkregen, mag alleen gebruikt worden voor de in deze Voorwaarden vastgelegde doeleinden. Deelnemers bewaren de vertrouwelijkheid ten aanzien van dergelijke informatie, tenzij DNB uitdrukkelijk schriftelijk toestemming tot bekendmaking heeft gegeven. Deelnemers waarborgen dat derden gebonden zijn aan de vertrouwelijkheidsverplichtingen van dit artikel, indien zij aan deze derden taken, die van invloed zijn of kunnen zijn op de uitvoering van de verplichtingen van de deelnemers onder deze Voorwaarden, uitbesteden, delegeren of onderaanbesteden.
5. DNB mag voor de afwikkeling van betalingsopdrachten gegevens verwerken en de nodige gegevens aan de netwerkdienstverlener overdragen.
Artikel 43 – Gegevensbescherming, het voorkomen van witwassen en gerelateerde onderwerpen
1. Deelnemers worden geacht bekend te zijn met, en zijn gehouden tot naleving van, al hun verplichtingen uit hoofde van de regelgeving inzake gegevensbescherming, het voorkomen van witwassen en het financieren van terrorisme, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met name wat betreft het invoeren van passende maatregelen betreffende betalingen die op hun
PM-rekeningen worden gedebiteerd of gecrediteerd. Deelnemers stellen zich op de hoogte van het beleid van de netwerkdienstverlener inzake gegevensontsluiting, voordat zij met de netwerkdienstverlener een contractuele relatie aangaan.
2. Deelnemers worden geacht DNB te hebben gemachtigd tot het inwinnen van alle op hen betrekking hebbende informatie van enigerlei financiële of toezichthoudende autoriteit of handelsorganisatie, zowel in binnen- of buitenland, indien dergelijke informatie noodzakelijk is voor de deelname van de deelnemer aan TARGET2-NL.
Artikel 44 – Kennisgevingen
1. Behalve voor zover anders bepaald in deze Voorwaarden, worden alle onder de Voorwaarden vereiste of toegestane kennisgevingen verzonden per aangetekende post, fax of anderszins schriftelijk of via een gewaarmerkt bericht via de netwerkdienstverlener. Kennisgevingen aan DNB moeten worden gedaan aan het Hoofd van de afdeling Betalingsverkeer en effecten van DNB, Xxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx of aan het BIC- adres van DNB (XXXXXX0X). Kennisgevingen aan de deelnemer worden gedaan aan het adres, faxnummer, of BIC-adres, zoals door de deelnemer aan DNB meegedeeld.
2. Als bewijs dat een kennisgeving is gezonden, volstaat te bewijzen dat de kennisgeving is afgeleverd op het betreffende adres of dat de envelop met een dergelijke kennisgeving juist was geadresseerd en gepost.
3. Alle kennisgevingen worden gedaan in het Nederlands of in het Engels.
4. Deelnemers zijn gebonden door alle formulieren en documenten van DNB die de deelnemers ingevuld en/of ondertekend hebben, met inbegrip van, maar niet beperkt tot registratieformulieren vaste gegevens als bedoeld in artikel 8, lid 2 onder (a), en door krachtens artikel 11, lid 5 verstrekte informatie die overeenkomstig de leden 1 en 2 ingediend werd en waarvan DNB redelijkerwijze veronderstelt dat ze van de deelnemers, hun werknemers of vertegenwoordigers afkomstig is.
Artikel 45 – Contractuele relatie met de netwerkdienstverlener
1. In het kader van deze Voorwaarden wordt de netwerkdienstverlener geacht SWIFT te zijn. Elke deelnemer sluit een aparte overeenkomst met XXXXX betreffende de te leveren diensten in verband met het gebruik van TARGET2-NL door de deelnemer. De rechtsbetrekking tussen een deelnemer en SWIFT wordt uitsluitend beheerst door de contractuele voorwaarden van SWIFT.
2. Elke deelnemer neemt ook deel aan een TARGET2 CUG, als door de SSP-leverende CB’s bepaald, die optreden als de SWIFT-dienstenbeheerder voor het SSP. Toelating tot en uitsluiting van de deelnemer van een TARGET2 CUG wordt van kracht zodra de XXXXX- dienstenbeheerder dit aan XXXXX heeft gecommuniceerd.
3. Deelnemers voldoen aan het TARGET2 SWIFT Dienstenprofiel, als beschikbaar gesteld door DNB.
4. Door SWIFT te leveren diensten maken geen deel uit van de door DNB te verlenen diensten met betrekking tot TARGET2.
5. DNB is niet aansprakelijk voor het handelen, het nalaten of fouten van SWIFT (met inbegrip van haar bestuurders, personeel en onderaannemers) als verlener van SWIFT- diensten, of voor het handelen, het nalaten of fouten van netwerkdienstverleners die door deelnemers zijn geselecteerd om toegang te verkrijgen tot het SWIFT-netwerk.
Artikel 46 – Wijzigingsprocedure
DNB kan te allen tijde eenzijdig de Voorwaarden, met inbegrip van hun appendices, wijzigen. Wijzigingen van de Voorwaarden, met inbegrip van hun appendices, worden schriftelijk dan wel op een andere daartoe geëigende wijze meegedeeld. Wijzigingen worden geacht te zijn aanvaard tenzij de deelnemer er uitdrukkelijk bezwaar tegen maakt binnen 14 dagen na van dergelijke wijzigingen op de hoogte te zijn gesteld. In het geval dat een deelnemer bezwaar maakt tegen de wijziging, heeft DNB het recht de deelname van die deelnemer aan TARGET2-NL onmiddellijk te beëindigen en al zijn PM-rekeningen te sluiten.
Artikel 47 – Rechten van derden
1. Rechten, belangen, verplichtingen, verantwoordelijkheden en vorderingen die voortvloeien uit of in verband staan met deze Voorwaarden kunnen niet door deelnemers worden overgedragen, verpand of gecedeerd aan een derde zonder de schriftelijke toestemming van DNB.
2. Deze Voorwaarden creëren geen rechten ten gunste van of verbintenissen betreffende een andere entiteit dan DNB en deelnemers aan TARGET2-NL.
Artikel 48 – Toepasselijk recht; rechtsmacht; plaats van uitvoering
1. De bilaterale relatie tussen DNB en haar deelnemers aan TARGET2-NL wordt beheerst door Nederlands recht.
2. Onverminderd de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie, valt elk geschil dat voortvloeit uit een aangelegenheid in verband met de in lid 1 bedoelde verhouding onder de exclusieve bevoegdheid van de bevoegde rechter te Amsterdam.
3. De plaats van uitvoering betreffende de rechtsbetrekkingen tussen DNB en de deelnemers is Amsterdam.
Artikel 49 – Partiële ongeldigheid
Indien een bepaling in deze Voorwaarden ongeldig is of wordt, doet dit geen afbreuk aan de geldigheid van alle overige bepalingen van deze Voorwaarden.
Artikel 50 – Inwerkingtreding en bindende werking
Deze Voorwaarden treden in werking op 18 februari 2008.
Appendix I
TECHNISCHE SPECIFICATIES VOOR HET VERWERKEN VAN BETALINGSOPDRACHTEN
Naast de Voorwaarden voor TARGET2-NL zijn de volgende regels van toepassing op het verwerken van betalingsopdrachten:
1. Technische vereisten voor deelname aan TARGET2-NL betreffende infrastructuur, netwerk en formaten
(1) TARGET2 gebruikt SWIFT-diensten voor het uitwisselen van berichten. Daarom moet elke deelnemer worden aangesloten op het Secure IP Netwerk van XXXXX. Elke PM- rekening van een deelnemer wordt geïdentificeerd middels een SWIFT BIC met 8 of 11 tekens. Voorts ondergaat elke deelnemer voor hij mag deelnemen aan TARGET2-NL een serie tests om zijn technische en operationele competentie te bewijzen.
(2) Voor de aanlevering van betalingsopdrachten en het uitwisselen van betalingsberichten in de PM worden SWIFTNet FIN Y-kopiediensten gebruikt. Een specifieke SWIFT Closed User Group (CUG) wordt daartoe opgezet. Betalingsopdrachten binnen die TARGET2 CUG worden rechtstreeks gericht aan de ontvangende TARGET2-deelnemer door de invoering van diens BIC in de kop van het SWIFTNet FIN-bericht.
(3) Voor de informatie- en controlediensten mogen de volgende SWIFTNet diensten worden gebruikt:
(a) SWIFTNet InterAct;
(b) SWIFTNet FileAct; en/of
(c) SWIFTNet Browse.
(4) De beveiliging van de berichtenuitwisseling tussen deelnemers steunt uitsluitend op de Public Key Infrastructure (PKI)-dienst van XXXXX. Informatie betreffende de PKI-dienst is beschikbaar in de door XXXXX verstrekte documentatie.
(5) De dienstverlening ‘bilateraal relatiebeheer’ door de Relationship Management Application (RMA) van XXXXX wordt alleen gebruikt met de BIC van de centrale bestemming van de SSP en niet voor betalingsberichten tussen TARGET2-deelnemers.
2. Soorten betalingsberichten
(1) De volgende SWIFTNet FIN systeem berichttypes worden verwerkt:
Berichttype Soort | Gebruik | Beschrijving |
MT 103 | Verplicht | Cliëntbetaling |
MT 103+ | Verplicht | Cliëntbetaling (Straight Through Processing) |
MT 202 | Verplicht | Bankbetaling |
MT 202COV | Verplicht | Afdekkingsbetalingen |
MT 204 | Facultatief | Automatische incasso |
MT 011 | Facultatief | Kennisgeving van aflevering |
MT 012 | Facultatief | Kennisgeving aan afzender |
MT 019 | Verplicht | Afbreekbericht |
MT 900 | Facultatief | Bevestiging van debitering / Wijziging kredietruimte |
MT 910 | Facultatief | Bevestiging van creditering / Wijziging kredietruimte |
MT 940/950 | Facultatief | Rekeningoverzicht (cliënt) |
MT 011, MT 012 en MT 019 zijn SWIFT-systeemberichten
(2) Bij de registratie bij TARGET2-NL geven directe deelnemers aan welke facultatieve berichttypes zij zullen gebruiken, met uitzondering van MT 011 en MT 012 berichten in verband waarmee directe deelnemers van tijd tot tijd besluiten om deze al dan niet onder verwijzing naar specifieke berichten te ontvangen.
(3) Deelnemers houden zich aan de SWIFT-berichtenstructuur en veldspecificaties, als gedefinieerd in de SWIFT-documentatie en onder de voor TARGET2 vastgelegde beperkingen, als beschreven in hoofdstuk 9.1.2.2 van de User Detailed Functional Specifications (UDFS), Boek 1.
(4) Veldinhoud wordt gevalideerd op het niveau van TARGET2-NL overeenkomstig de UDFS-vereisten. Deelnemers kunnen onderling specifieke regels betreffende de veldinhoud overeenkomen. Echter, in TARGET2-NL worden geen specifieke controles uitgevoerd inzake naleving door deelnemers.
(5) MT 202COV-berichten worden gebruikt voor het verrichten van afdekkingsbetalingen,
d.w.z. betalingen door correspondentbanken ter afwikkeling (afdekking) van overmakingsberichten die via andere, meer directe middelen aan de bank van een cliënt worden overgemaakt. Klantgegevens in MT 202COV worden niet weergegeven in de ICM.
3. Controle op dubbele invoer
(1) Alle betalingsopdrachten ondergaan een controle op dubbele invoer, teneinde betalingsopdrachten te weigeren die per abuis meer dan eens zijn ingevoerd.
(2) De volgende xxxxxx xxx xx XXXXX-berichttypes worden gecontroleerd:
Details | Deel van het SWIFT-bericht | Veld |
Afzender | Basisheader | LT Adres |
Berichttype | Applicatieheader | Berichttype |
Ontvanger | Applicatieheader | Bestemmingsadres |
Transactie Referentienummer (TRN) | Tekstblok | :20 |
Gerelateerde Referentie | Tekstblok | :21 |
Valutadatum | Tekstblok | :32 |
Bedrag | Tekstblok | :32 |
(3) Indien alle onder 2 beschreven velden met betrekking tot een nieuw aangeleverde betalingsopdracht identiek zijn aan de velden met betrekking tot een al aanvaarde betalingsopdracht, wordt de nieuw aangeleverde betalingsopdracht geretourneerd.
4. Foutcodes
Indien een betalingsopdracht wordt geweigerd, ontvangt de opdrachtgevende deelnemer een afbreekbericht (MT 019) dat met behulp van foutcodes de reden voor de weigering aangeeft. De foutcodes zijn gedefinieerd in hoofdstuk 9.4.2 van de UDFS.
5. Vooraf bepaald afwikkelingstijdstip
(1) Voor betalingsopdrachten die de ‘Earliest Debit Time Indicator’ gebruiken, wordt het codewoord ‘/FROTIME/’ gebruikt.
(2) Voor betalingsopdrachten die de ‘Latest Debit Time Indicator’ gebruiken, bestaan twee opties.
(a) Codewoord ‘/REJTIME/’: Indien de betalingsopdracht niet kan worden afgewikkeld tegen de aangegeven debiteringstijd, wordt de betalingsopdracht geretourneerd.
(b) Codeword ‘/TILTIME/’: Indien de betalingsopdracht niet kan worden afgewikkeld op de aangegeven debiteringstijd, wordt de betalingsopdracht niet geretourneerd, maar wordt deze in de desbetreffende wachtrij aangehouden.
Bij beide opties, indien een betalingsopdracht met een ‘Latest Debit Time Indicator’ niet minuten voor de daarin aangegeven tijd wordt uitgevoerd, wordt een automatische kennisgeving via de ICM gestuurd.
(3) Indien het codewoord ‘/CLSTIME/’ wordt gebruikt, wordt de betaling op dezelfde manier behandeld als een betalingsopdracht bedoeld onder 2(b).
6. Afwikkeling van betalingsopdrachten in de invoerverwerking
(1) Compensatiecontroles, en in voorkomende gevallen, uitgebreide compensatiecontroles (beide termen zoals gedefinieerd in lid 2 en 3) worden uitgevoerd op in de invoerverwerking ingevoerde betalingsopdrachten om te zorgen voor een snelle, liquiditeitenbesparende brutoafwikkeling van betalingsopdrachten.
(2) In een ‘compensatiecontrole’ wordt bepaald of de betalingsopdrachten van de begunstigde die vooraan in de ‘zeer urgente’ of, indien dat niet van toepassing is, de ‘urgente’ wachtrij van de begunstigde staan, gecompenseerd kunnen worden met de betalingsopdracht van de betaler (verder ‘compenserende betalingsopdrachten’). Indien een compenserende betalingsopdracht niet voldoende dekking biedt voor de respectieve betalingsopdracht van de betaler in de invoerverwerking, wordt nagegaan of voldoende liquiditeit beschikbaar is op de PM-rekening van de betaler.
(3) Indien de compensatiecontrole faalt, kan DNB een uitgebreide compensatiecontrole toepassen. Een uitgebreide compensatiecontrole bepaalt of in een van de wachtrijen van de begunstigde compenserende betalingsopdrachten staan ongeacht het opnametijdstip in de wachtrij. Echter, indien in de wachtrij van de begunstigde aan andere TARGET2- deelnemers gerichte betalingsopdrachten met een hogere prioriteit staan, kan alleen inbreuk worden gemaakt op het FIFO-beginsel indien de afwikkeling van een dergelijke compenserende betalingsopdracht zou leiden tot een liquiditeitentoename voor de begunstigde.
7. Afwikkeling van betalingsopdrachten in de wachtrij
(1) De behandeling van in wachtrijen geplaatste betalingsopdrachten hangt af van de prioriteitsklasse die de opdrachtgevende deelnemer aan de betalingsopdracht heeft toegekend.
(2) Betalingsopdrachten in de zeer urgente en de urgente wachtrij worden afgewikkeld door middel van de in paragraaf 6 beschreven verrekencontroles, te beginnen met de betalingsopdracht vooraan in de wachtrij in geval van een liquiditeitentoename of een interventie op wachtrijniveau (wijziging van wachtrijpositie, afwikkelingstijd of afwikkelingsprioriteit of intrekking van de betalingsopdracht).
(3) Betalingsopdrachten in de normale wachtrij worden continue afgewikkeld, met inbegrip van alle nog niet afwikkelde zeer urgente en urgente betalingsopdrachten. Er worden verschillende optimaliseringsmechanismen (algoritmes) toegepast. Indien een algoritme slaagt, worden de daaronder vallende betalingsopdrachten afgewikkeld; indien een
algoritme mislukt, blijven de daaronder vallende betalingsopdrachten in de wachtrij staan. Drie verschillende algoritmes (1 tot 3) worden toegepast op de compenserende betalingsstromen. Via algoritme 4 zal afwikkelingsprocedure 5 (zoals bepaald in hoofdstuk
2.8.1 van de UDFS) beschikbaar zijn voor de afwikkeling van betalingsopdrachten van aangesloten systemen. Om de afwikkeling van zeer dringende transacties van reservesystemen op de subrekeningen van deelnemers te optimaliseren, wordt een speciaal algoritme (algoritme 5) toegepast.
(a) Onder algoritme 1 (‘alles-of-niets’), zal DNB zowel voor elke relatie waarvoor een bilaterale limiet is vastgesteld, alsook voor de totale som van relaties waarvoor een multilaterale limiet is vastgesteld:
(i) de totale liquiditeitspositie van de PM-rekening van elke TARGET2-deelnemer berekenen door vast te stellen of het totaal van alle uitgaande en inkomende betalingsopdrachten in de wachtrij negatief of positief is; indien het negatief is, controleren of het de beschikbare liquiditeit van die deelnemer te boven gaat (de globale liquiditeit zijnde de ‘totale liquiditeitspositie’); en
(ii) controleren of de door elke TARGET2-deelnemer met betrekking tot elke relevante PM-rekening vastgestelde limieten en reserveringen worden gerespecteerd. Indien het resultaat van deze berekeningen en controles voor elke relevante PM-rekening positief is, wikkelen DNB en de overige betrokken CB's alle betalingen tegelijkertijd af op de PM-rekeningen van de betrokken TARGET2-deelnemers.
(b) Onder algoritme 2 (‘partieel’) zal DNB:
(i) de liquiditeitsposities, -limieten en -reserveringen van elke relevante PM- rekening berekenen en controleren zoals onder algoritme 1; en
(ii) indien de totale liquiditeitspositie van één of meer relevante PM-rekeningen negatief is, betalingsopdrachten verwijderen totdat de totale liquiditeitspositie van elke relevante PM-rekening positief is.
Daarna wikkelen DNB en de overige betrokken CB's alle overblijvende betalingen (behalve de verwijderde betalingsopdrachten) tegelijkertijd af op de PM-rekeningen van de betreffende TARGET2-deelnemers, mits er voldoende gelden aanwezig zijn. Bij het verwijderen van betalingsopdrachten, begint DNB met de PM-rekening van de TARGET2-deelnemer met de hoogste negatieve totale liquiditeitspositie en bij de betalingsopdracht aan het eind van de wachtrij met de laagste prioriteit. Het selectieproces loopt slechts gedurende korte, naar eigen inzicht door DNB te bepalen tijd.
(c) Onder algoritme 3 (‘veelvoudig’) zal DNB:
(i) paren van PM-rekeningen van TARGET2-deelnemers vergelijken om te bepalen of betalingsopdrachten in de wachtrij met de beschikbare liquiditeit
van de PM-rekeningen van de twee betrokken TARGET2-deelnemers kunnen worden afgewikkeld en binnen de door hen gestelde limieten (door te beginnen met het paar PM-rekeningen met het kleinste verschil tussen de door beide partijen aan elkaar gerichte betalingsopdrachten), en de betrokken CB's boeken die betalingen tegelijkertijd op de PM-rekeningen van de twee TARGET2-deelnemers; en
(ii) indien er, met betrekking tot een paar, zoals onder (i) beschreven PM- rekeningen, onvoldoende liquiditeiten zijn om de bilaterale positie te financieren, afzonderlijke betalingsopdrachten verwijderen tot er voldoende liquiditeiten zijn. In dit geval wikkelen de betrokken CB's of de betrokken CB de resterende betalingen (behalve de verwijderde) tegelijkertijd af op de PM- rekeningen van de twee TARGET2- deelnemers.
Na het uitvoeren van de onder (i) en (ii) aangegeven controles, controleert DNB de multilaterale afwikkelingsposities (tussen PM-rekeningen van een deelnemer en de PM-rekeningen van de overige TARGET2-deelnemers waarvoor een multilaterale limiet is vastgesteld). De onder (i) en (ii) beschreven procedure is hiertoe dienovereenkomstig van toepassing.
(d) Onder algoritme 4 (‘afwikkeling partieel plus aangesloten systeem’) gaat DNB te werk zoals onder algoritme 2, maar zonder betalingsopdrachten te verwijderen met betrekking tot de afwikkeling van een aangesloten systeem (waarvoor afwikkeling op gelijktijdige multilaterale basis plaatsvindt).
(e) Onder algoritme 5 (‘afwikkeling van een aangesloten systeem via subrekeningen’) gaat DNB te werk zoals onder algoritme 1, met dien verstande dat DNB algoritme 5 start via de interface van het aangesloten systeem en alleen controleert of er voldoende geldmiddelen aanwezig zijn op de subrekeningen van de deelnemers. Bovendien wordt geen rekening gehouden met limieten en reserves. Algoritme 5 loopt ook tijdens nachtelijke afwikkeling.
(4) Betalingsopdrachten, ingevoerd na het begin van een van de algoritmes 1 tot en met 4, kunnen desalniettemin onmiddellijk worden afgewikkeld in de invoerverwerking indien de posities en limieten van de PM-rekeningen van de betrokken TARGET2-deelnemers verenigbaar zijn met zowel de afwikkeling van deze betalingsopdrachten als met de afwikkeling van betalingsopdrachten in de lopende optimaliseringsprocedure. Twee algoritmes kunnen echter niet gelijktijdig lopen.
(5) Tijdens de verwerking overdag lopen de algoritmes opeenvolgend. Zo lang er geen gelijktijdige multilaterale afwikkeling van een aangesloten systeem op behandeling wacht, is de volgorde als volgt:
(a) algoritme 1,
(b) als algoritme 1 faalt, dan algoritme 2,
(c) als algoritme 2 faalt, dan algoritme 3, of als algoritme 2 slaagt, herhaal algoritme 1. Indien een gelijktijdige multilaterale afwikkeling (‘procedure 5’) met betrekking tot een aangesloten systeem op behandeling wacht, loopt algoritme 4.
(6) De algoritmes lopen flexibel door een vooraf bepaald tijdsinterval in te stellen tussen de toepassing van verschillende algoritmes om te zorgen voor een minimum interval tussen de toepassingen van twee algoritmes. De tijdvolgorde wordt automatisch gereguleerd. Handmatige tussenkomst is mogelijk.
(7) Terwijl een algoritme loopt, kan een daarin opgenomen betalingsopdracht niet opnieuw worden opgegeven (wijziging van de positie in de wachtrij) of ingetrokken. Verzoeken voor het opnieuw opgeven of intrekken van een betalingsopdracht worden in de wachtrij geplaatst tot het algoritme is doorlopen. Indien de betrokken betalingsopdracht wordt afgewikkeld terwijl het algoritme loopt, worden verzoeken voor het opnieuw opgeven of intrekken geweigerd. Indien de betalingsopdracht niet wordt afgewikkeld, worden de verzoeken van de deelnemer onmiddellijk in aanmerking genomen.
8. Gebruik van de ICM
(1) De ICM kan worden gebruikt voor het verkrijgen van informatie en voor liquiditeitenbeheer. Het Secure IP Netwerk (SIPN) van XXXXX is het onderliggende technische communicatienetwerk voor informatie-uitwisseling en het uitvoeren van controlemaatregelen.
(2) Met uitzondering van geagendeerde betalingsopdrachten en vaste gegevensinformatie, zijn in de ICM alleen gegevens beschikbaar met betrekking tot de lopende werkdag. De schermen worden alleen aangeboden in het Engels.
(3) In beginsel wordt informatie verschaft in ‘vraag (pull)’-faciliteit, hetgeen betekent dat elke deelnemer om informatie moet vragen.
(4) De volgende faciliteiten zijn beschikbaar voor het gebruik van de ICM:
(a) application-to-application faciliteit (A2A)
In A2A worden informatie en berichten uitgewisseld tussen de PM en de interne applicatie van de deelnemer. De deelnemer moet er daarom voor zorgen dat een geschikte applicatie beschikbaar is voor de uitwisseling van XML-berichten (verzoeken en antwoorden) met de ICM via een gestandaardiseerde interface. In het ICM-Gebruikershandboek en in Boek 4 van de UDFS staan nadere details beschreven.
(b) user-to-application faciliteit (U2A)
U2A maakt directe communicatie mogelijk tussen een deelnemer en de ICM. De informatie wordt weergegeven in een browser die op een PC-systeem loopt (SWIFT Alliance WebStation of een andere interface zoals eventueel vereist door SWIFT).
Voor U2A-toegang via het SWIFT Alliance WebStation moet de IT-infrastructuur cookies en JavaScript ondersteunen. Het ICM-gebruikershandboek bevat nadere bijzonderheden.
(5) Elke deelnemer heeft tenminste één SWIFT Alliance WebStation of een andere interface zoals eventueel vereist door SWIFT voor toegang tot de ICM via U2A.
(6) Toegangsrechten tot de ICM worden verleend met behulp van XXXXX’x ‘Role Based Access Control’. Door de SWIFT-dienst ’Non Repudiation of Emission’ (NRE), die deelnemers kunnen gebruiken, kan de ontvanger van een XML-bericht aantonen dat dat bericht niet is gewijzigd.
(7) Indien een deelnemer technische problemen heeft en geen betalingsopdrachten kan aanleveren, kan hij met behulp van de ICM gepreformatteerde back-up forfaitbetalingen en noodbetalingen genereren. DNB opent die functionaliteit op verzoek van de deelnemer.
(8) Deelnemers kunnen de ICM ook gebruiken om liquiditeiten over te boeken:
(a) van hun PM-rekening naar hun rekening buiten de PM, mits zij co-manager zijn;
(b) tussen de PM-rekening en de subrekeningen van de deelnemer; en
(c) van de PM-rekening naar de mirror rekening beheerd door het aangesloten systeem.
9. De UDFS en het ICM-Gebruikershandboek
De UDFS en het ICM-Gebruikershandboek, zoals deze documenten thans luiden of te eniger tijd zullen luiden, worden in het Engels gepubliceerd op de websites van DNB en van de ECB en bevatten nadere bijzonderheden en voorbeelden ter verduidelijking van de bovengenoemde regels.
Appendix II
TARGET2-VERGOEDINGSREGELING
1. Algemene beginselen
(a) Indien zich een technische storing van TARGET2 voordoet, kunnen directe deelnemers aanvragen voor een vergoeding indienen overeenkomstig de in dit appendix vastgelegde TARGET2-vergoedingsregeling.
(b) Tenzij de Raad van bestuur van de ECB anders besluit, is de TARGET2- vergoedingsregeling niet van toepassing, indien de technische storing van TARGET2 het gevolg is van externe gebeurtenissen die redelijkerwijs niet aan de betrokken CB’s kunnen worden toegerekend of het gevolg zijn van het handelen of nalaten van derden.
(c) Vergoeding op grond van de TARGET2-vergoedingsregeling is de enig beschikbare vergoedingsprocedure in het geval van een technische storing van TARGET2. Deelnemers kunnen echter ook via andere rechtsmiddelen vergoeding van geleden schade vorderen. Indien een deelnemer een aanbod voor vergoeding op grond van de TARGET2- vergoedingsregeling aanvaardt, aanvaardt de deelnemer daarmee onherroepelijk af te zien van alle vorderingen in verband met de betalingsopdrachten waarvoor hij vergoeding aanvaardt (met inbegrip van eventuele vorderingen inzake gevolgschade) die hij tegen een CB mocht hebben, en aanvaardt hij dat de ontvangst van de bijbehorende vergoeding alle vorderingen van dien aard volledig en finaal regelt. De deelnemer vrijwaart de betrokken CB's, tot maximaal het op grond van de TARGET2-vergoedingsregeling ontvangen bedrag, tegen eventuele verdere door een andere deelnemer of een derde ingestelde vorderingen in
verband met de betrokken betalingsopdracht of betaling.
(d) Het doen van een aanbod tot vergoeding vormt geen erkenning van aansprakelijkheid door DNB of een andere CB met betrekking tot een technische storing van TARGET2.
2. Voorwaarden voor een aanbod tot vergoeding
(a) Een betaler kan een vordering indienen voor een administratie- en rentevergoeding indien ten gevolge van een technische storing in TARGET2 een betalingsopdracht op de werkdag van aanvaarding niet werd afgewikkeld.
(b) Een begunstigde kan een vordering voor een administratievergoeding indienen, indien hij ten gevolge van een technische storing van TARGET2 een betaling niet heeft ontvangen die hij op een bepaalde werkdag verwacht had te ontvangen. De begunstigde kan ook rentevergoeding vorderen, indien aan één of meer van de volgende voorwaarden is voldaan:
(i) in het geval van deelnemers die toegang hebben tot de marginale beleningsfaciliteit: vanwege een technische storing in TARGET2 heeft een begunstigde een beroep moet doen op de marginale beleningsfaciliteit; en/of
(ii) in het geval van alle deelnemers: het was technisch onmogelijk een beroep te doen op de geldmarkt of een dergelijke herfinanciering was onmogelijk op andere, objectief redelijke gronden.
3. Berekening van de vergoeding
(a) Met betrekking tot een aanbod tot vergoeding aan een betaler:
(i) is de administratievergoeding EUR 50 voor de eerste niet-afgewikkelde betalingsopdracht, EUR 25 voor elk van de volgende vier van dergelijke betalingsopdrachten en EUR 12,50 voor alle verdere dergelijke betalingsopdrachten. De administratievergoeding wordt ten aanzien van elke begunstigde apart berekend;
(ii) wordt de rentevergoeding bepaald door de toepassing van een van dag tot dag vast te stellen referentierentevoet. Deze referentierentevoet is de laagste van de euro overnight index average (EONIA) rentevoet en de marginale beleningsrente. De referentierentevoet wordt toegepast op het bedrag van de tengevolge van de technische storing in TARGET2 niet-afgewikkelde betalingsopdracht voor elke dag in de periode vanaf de datum van de feitelijke of, met betrekking tot in paragraaf 2(a), onder (ii) bedoelde betalingsopdrachten, voorgenomen aanlevering van de betalingsopdracht tot de datum waarop de betalingsopdracht met succes werd of kon zijn afgewikkeld. Eventuele opbrengsten behaald met het bij het Eurosysteem in deposito plaatsen van gelden uit niet afgewikkelde betalingsopdrachten worden van het bedrag van een eventuele vergoeding afgetrokken; en
(iii) geen rentevergoeding is verschuldigd indien en voorzover gelden uit niet afgewikkelde betalingsopdrachten in de markt werden geplaatst of gebruikt om te voldoen aan reserveverplichtingen.
(b) Met betrekking tot een aanbod tot vergoeding aan een begunstigde:
(i) is de administratievergoeding EUR 50 voor de eerste niet-afgewikkelde betalingsopdracht, EUR 25 voor elk van de volgende vier van dergelijke betalingsopdrachten en EUR 12,50 voor alle verdere dergelijke betalingsopdrachten. De administratievergoeding wordt ten aanzien van elke begunstigde apart berekend;
(ii) is de onder (a), punt (ii) uiteengezette methode voor het berekenen van rentevergoeding van toepassing, met dien verstande dat de rentevergoeding verschuldigd is tegen een rentevoet die gelijk is aan het verschil tussen de marginale beleningsrente en de referentierentevoet, en wordt de rentevergoeding berekend over
het bedrag waarvoor beroep is gedaan op de marginale beleningsfaciliteit als gevolg van de technische storing van TARGET2.
4. Procedureregels
(a) Een vordering tot vergoeding wordt ingediend via het claimformulier dat in het Engels beschikbaar is op de homepage van DNB (zie xxx.xxx.xx). Betalers dienen voor elke begunstigde een apart claimformulier in en begunstigden dienen voor elke betaler een apart claimformulier in. Ter ondersteuning van de op het claimformulier aangegeven informatie worden voldoende aanvullende informatie en documenten verstrekt. Met betrekking tot een specifieke betaling of betalingsopdracht mag slechts één vordering worden ingediend.
(b) Binnen vier weken na een technische storing van TARGET2 dienen deelnemers hun claimformulier(en) in bij DNB. Eventuele aanvullende door DNB gevraagde informatie en bewijsmateriaal, worden binnen twee weken na het verzoek hiertoe verstrekt.
(c) DNB beoordeelt de vorderingen en stuurt ze door naar de ECB. Tenzij de Raad van bestuur van de ECB anders besluit en dit aan de deelnemers is medegedeeld, worden alle ontvangen vorderingen uiterlijk veertien weken na de technische storing in TARGET2 beoordeeld.
(d) DNB deelt het resultaat van de onder (c) bedoelde beoordeling mee aan de desbetreffende deelnemers. Indien de beoordeling een aanbod tot vergoeding inhoudt, dienen de betrokken deelnemers, binnen vier weken na de mededeling van een dergelijk aanbod, dit hetzij te aanvaarden, hetzij af te wijzen, met betrekking tot elke betaling of betalingsopdracht in elke vordering, door het ondertekenen van een standaard aanvaardingsbrief (in de vorm zoals beschikbaar op de homepage van DNB. Indien DNB een dergelijke brief niet binnen vier weken heeft ontvangen, worden de betrokken deelnemers geacht het aanbod tot vergoeding te hebben afgewezen.
(e) DNB betaalt de vergoeding na ontvangst van de aanvaardingsbrief van de deelnemer. Over het bedrag van de vergoeding wordt geen rente betaald.
Appendix III
REFERENTIEKADER VOOR BEVOEGDHEIDS- EN LANDENADVIEZEN (‘CAPACITY OPINIONS’ EN ‘COUNTRY OPINIONS’)
DEEL I
Referentiekader voor bevoegdheidsadviezen (‘capacity opinions’) voor deelnemers aan TARGET2
[naam CB] [adres]
Deelname aan het [naam van het systeem]
[plaats], [datum] Geachte heer, mevrouw,
Wij zijn gevraagd dit Advies uit te brengen als [bedrijfsjurist of extern juridisch adviseur] van [naam van Xxxxxxxxx of bijkantoor van Deelnemer] met betrekking tot aangelegenheden die zich voordoen naar het recht van [het rechtsgebied van oprichting van de Deelnemer – het ‘rechtsgebied’] in verband met de deelname van [naam van Deelnemer opgeven] (de “Deelnemer”) aan [naam van de TARGET2-deelsysteem] (het ‘systeem’).
Dit Advies beperkt zich tot het recht van [rechtsgebied] zoals dat gold op de datum van dit Advies. We hebben geen onderzoek gedaan naar het recht van een ander rechtsgebied als basis voor dit Advies, en geven of suggereren daarover geen advies. Elk van de hierna uiteengezette verklaringen en adviezen geldt met gelijke nauwkeurigheid en geldigheid onder het recht van [rechtsgebied], ongeacht of de Deelnemer bij het aanleveren van betalingsopdrachten en het ontvangen van betalingen handelt via zijn hoofdkantoor of via één of meer binnen of buiten [rechtsgebied] gevestigde bijkantoren.
I. ONDERZOCHTE DOCUMENTEN
Ten behoeve van dit Advies hebben we de volgende documenten onderzocht:
(1) een gewaarmerkte kopie van de [specificeer de relevante oprichtingsdocumenten] van de Deelnemer zoals die gelden op de datum van dit Advies;
(2) [indien van toepassing] een uittreksel uit het [betreffende bedrijvenregister], en [indien van toepassing] [register van kredietinstellingen of analoog register];
(3) [voor zover van toepassing] een kopie van de vergunning van de Deelnemer of een ander bewijs van zijn bevoegdheid om in [rechtsgebied] bank- of beleggingsdiensten, geldovermakingsdiensten of andere financiële diensten aan te bieden;
(4) [indien van toepassing] een kopie van een door de raad van bestuur of het relevante bestuursorgaan van de Deelnemer genomen besluit op [datum], [jaar], waaruit blijkt dat de Deelnemer instemt met de naleving van de Systeemdocumenten, zoals hierna gedefinieerd; en
(5) [vermeld alle volmachten en overige documenten die de noodzakelijke bevoegdheid toekennen of aantonen van de persoon of personen die de betreffende Systeemdocumenten (zoals beneden gedefinieerd) namens de Deelnemer ondertekenen];
en alle overige documenten met betrekking tot de oprichting, bevoegdheden en machtigingen van de Deelnemer die noodzakelijk of aangewezen zijn voor het afgeven van dit Advies (de ‘Deelnemerdocumenten’).
Ten behoeve van dit Advies hebben we ook de volgende documenten onderzocht:
(1) de [verwijs naar regelingen ter implementatie van Geharmoniseerde Voorwaarden voor deelname aan TARGET2] voor het Systeem gedateerd [datum invoegen] (de “Regels”);
(2) […].
De Regels en de […] worden in dit Advies aangeduid als de ‘Systeemdocumenten’ (en samen met de Deelnemerdocumenten als de ‘Documenten’).
II. AANNAMES
Ten behoeve van dit Advies hebben we met betrekking tot de Documenten aangenomen:
(1) dat de Systeemdocumenten die ons ter hand zijn gesteld, originelen of eensluidende afschriften daarvan zijn;
(2) dat de Systeemdocumenten en de daardoor gecreëerde rechten en verplichtingen rechtsgeldig en juridisch bindend zijn onder het recht van [verwijzing naar de lidstaat van het systeem], dat verklaard is erop van toepassing te zijn, en dat de rechtskeuze waarbij het recht van [verwijzing naar de lidstaat van het systeem] van toepassing is verklaard op de Systeemdocumenten, wordt erkend door het recht van [verwijzing naar de lidstaat van het systeem];
(3) dat de Deelnemerdocumenten binnen de bevoegdheid en macht vallen van en rechtsgeldig zijn goedgekeurd, aangenomen of ondertekend en, waar nodig, afgeleverd door de relevante partijen; en
(4) dat de Deelnemerdocumenten bindend zijn voor de desbetreffende partijen, en dat geen van de voorwaarden ervan is geschonden.
III. ADVIEZEN BETREFFENDE DE DEELNEMER
A. De Deelnemer is een onderneming met rechtspersoonlijkheid die rechtsgeldig gevestigd en geregistreerd is, of anderszins rechtsgeldig opgericht of georganiseerd, naar het recht van [rechtsgebied].
B. De Deelnemer bezit alle vereiste bevoegdheden (‘corporate powers’) om de rechten en verplichtingen uit te oefenen, respectievelijk na te komen onder de Systeemdocumenten
waarbij hij partij is.
C. De aanvaarding of uitoefening en de nakoming van de rechten en verplichtingen door de Deelnemer onder de Systeemdocumenten waarbij de Deelnemer partij is, schendt in geen enkel opzicht enigerlei bepaling van de wet- en regelgeving van [rechtsgebied] die op de Deelnemer of de Deelnemerdocumenten van toepassing is.
D. De Deelnemer behoeft geen aanvullende machtigingen, goedkeuringen, instemmingen, deponeringen, registraties, notariële bekrachtigingen of andere waarmerkingen van of bij een rechtbank, bestuursautoriteit, gerechtelijke of overheidsinstantie bevoegd in [rechtsgebied] in verband met de goedkeuring, rechtsgeldigheid of afdwingbaarheid van enigerlei van de Systeemdocumenten of de uitoefening en de uitvoering van de rechten en verplichtingen uit hoofde van de Systeemdocumenten.
E. De Deelnemer heeft alle noodzakelijke beheersdaden ('corporate action') uitgevoerd en andere stappen ondernomen die noodzakelijk zijn onder het recht van [rechtsgebied] om te verzekeren dat zijn verplichtingen onder de Systeemdocumenten wettige, rechtsgeldige en bindende verplichtingen vormen.
Dit Advies is opgesteld per de datum ervan en is uitsluitend gericht aan [CB] en de [Deelnemer]. Niemand anders kan een beroep doen op dit Advies en de inhoud van dit Advies mag zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden bekendgemaakt aan andere personen dan de ontvangers voor wie het bedoeld is, en aan hun juridische adviseurs, met uitzondering van de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van het Europees Stelsel van centrale banken [en [de nationale centrale bank/desbetreffende regelgevende instanties] van [rechtsgebied]].
Hoogachtend, [getekend]
DEEL II
Referentiekader voor landenadviezen (‘country opinions’) voor niet-EER deelnemers aanTARGET2
[naam CB] [adres]
Deelname aan het [naam van het systeem]
[plaats], [datum] Geachte heer, mevrouw,
Wij zijn gevraagd als [externe] juridische adviseurs om [naam van Deelnemer of bijkantoor van Deelnemer opgeven] (de “Deelnemer”) met betrekking tot aangelegenheden die zich voordoen naar het recht van [het rechtsgebied waarin de Deelnemer is gevestigd; het ‘rechtsgebied’], dit Advies uit te brengen naar het recht van [rechtsgebied] in verband met de deelname van de “Deelnemer (de “Deelnemers”) aan een systeem dat deel uitmaakt van TARGET2 (het “Systeem”). Hierin opgenomen verwijzingen naar het recht van [rechtsgebied] omvatten alle van toepassing zijnde regelingen van [rechtsgebied]. We geven hier een advies naar het recht van [rechtsgebied], met name ten aanzien van de buiten het [lidstaat van het Systeem] gevestigde Deelnemer met betrekking tot rechten en verplichtingen die voortvloeien uit deelname aan het Systeem, zoals uiteengezet in de hierna omschreven Systeemdocumenten.
Dit Advies beperkt zich tot het recht van [rechtsgebied] zoals dat gold op de datum van dit Advies. We hebben geen onderzoek gedaan naar het recht van een ander rechtsgebied als basis voor dit Advies, en geven noch suggereren daarover een advies. We hebben aangenomen dat het recht van een ander rechtsgebied geen effect heeft op dit Advies.
1. ONDERZOCHTE DOCUMENTEN
Ten behoeve van dit Advies hebben we de hierna opgesomde documenten onderzocht en zodanige andere documenten als we noodzakelijk of aangewezen achtten:
(1) de [verwijs naar regelingen ter implementatie van Geharmoniseerde Voorwaarden voor deelname aan TARGET2] voor het Systeem gedateerd [datum] (de “Regels”); en
(2) elk ander document dat van toepassing is op het Systeem en/of de relatie tussen de Deelnemer en andere Deelnemers aan het systeem, en tussen de deelnemers aan het
systeem en de [naam CB]. De [Regels] en de […] worden hierna aangeduid als de ‘Systeemdocumenten’.
2. AANNAMES
Ten behoeve van dit Advies hebben we met betrekking tot de Systeemdocumenten aangenomen:
(1) dat de Systeemdocumenten binnen de bevoegdheid vallen van en rechtsgeldig zijn goedgekeurd en vastgesteld en, waar nodig, afgeleverd door de desbetreffende partijen;
(2) dat de Systeemdocumenten en de daarbij gecreëerde rechten en verplichtingen rechtsgeldig en juridisch bindend zijn onder het recht van [Lidstaat van het Systeem], dat verklaard is erop van toepassing te zijn, en dat de rechtskeuze waarbij het recht van [Lidstaat van het Systeem] van toepassing verklaard is op de Systeemdocumenten, wordt erkend door het recht van [Lidstaat van het Systeem];
(3) dat deelnemers aan het Systeem, via welke betalingsopdrachten worden verstuurd of betalingen ontvangen, of via welke rechten of verplichtingen op grond van de Systeemdocumenten worden uitgeoefend of nagekomen, een vergunning hebben voor het verlenen van geldovermakingsdiensten, in alle desbetreffende rechtsgebieden; en
(4) dat de aan ons in kopie of als voorbeeld verstrekte documenten overeenkomen met de originelen.
3. ADVIES
Gebaseerd op en met inachtneming van het voorgaande en in elk geval afhankelijk van de hierna uiteengezette aangelegenheden, zijn we van mening dat:
3.1 Specifiek op het land betrekking hebbende juridische aspecten [voor zover van toepassing]
De volgende kenmerken van de wetgeving van [rechtsgebied] zijn consistent met en doen op geen enkele manier afbreuk aan de uit de Systeemdocumenten voortvloeiende verplichtingen van de Deelnemer: [lijst van specifiek op het land betrekking hebbende juridische aspecten]
3.2 Algemene kwesties van insolventie
3.2.a Xxxxxxx insolventieprocedures
De enige soort insolventieprocedures (met inbegrip van gerechtelijke schikkingen of sanering),–waartoe ten behoeve van dit Advies alle procedures worden gerekend met betrekking tot de activa van de Deelnemer of een bijkantoor dat hij mocht hebben in [rechtsgebied] – waaraan de Deelnemer kan worden onderworpen in [rechtsgebied], zijn de volgende: [geef opsomming van procedures in de oorspronkelijke taal en de Engelse
vertaling ervan] (hierna gezamenlijk aangeduid als ‘Insolventieprocedures’). Naast insolventieprocedures kan de Deelnemer, zijn activa, of een bijkantoor dat hij mocht hebben in [rechtsgebied], in [rechtsgebied] onderworpen worden aan [eventuele van toepassing zijnde procedures voor opschorting van betaling, curatele of andere procedures opsommen in de oorspronkelijke taal en de Engelse vertaling, tengevolge waarvan betalingen aan en/of door de Deelnemer kunnen worden opgeschort, of beperkingen kunnen worden opgelegd met betrekking tot dergelijke betalingen of gelijksoortige procedures] (hierna gezamenlijk aangeduid als de ‘Procedures’).
3.2.b Insolventieverdragen
[Rechtsgebied] of bepaalde politieke onderverdelingen binnen [rechtsgebied], zoals nader aangeduid, zijn partij bij de volgende insolventieverdragen: [indien van toepassing, aangeven welke van invloed zijn of kunnen zijn op dit Advies].
3.3 Afdwingbaarheid van Systeemdocumenten
Met inachtneming van de hiernavolgende aangelegenheden, zullen alle bepalingen van de Systeemdocumenten bindend en afdwingbaar zijn overeenkomstig de voorwaarden ervan onder het recht van [rechtsgebied], met name in het geval van insolventieprocedures of tegen de Deelnemer aanhangig gemaakte procedures.
Met name zijn we van mening dat:
3.3.a Verwerking van betalingsopdrachten
De bepalingen betreffende de verwerking van betalingsopdrachten [lijst van artikelen] van de Regels zijn rechtsgeldig en afdwingbaar. Met name zullen alle betalingsopdrachten die op grond van dergelijke artikelen zijn verwerkt, rechtsgeldig, bindend en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied]. De bepaling van de Regels die het precieze tijdstip aangeeft waarop door de Deelnemer aan het Systeem aangeleverde betalingsopdrachten afdwingbaar en onherroepelijk worden ([artikel uit de Regels toevoegen]) is rechtsgeldig, bindend en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.3.b Bevoegdheid van DNB om haar taken uit te voeren
Het aanhangig maken van Insolventieprocedures of Procedures met betrekking tot de Deelnemer heeft geen effect op de uit de Systeemdocumenten voortvloeiende bevoegdheden van de DNB. [Aangeven [voor zover van toepassing] dat hetzelfde oordeel ook geldt ten aanzien van een andere entiteit die diensten verleent aan de Deelnemers die direct en noodzakelijkerwijs vereist zijn voor deelname aan het Systeem (bijv. netwerkdienstverlener)].
3.3.c Rechtsmiddelen in het geval van verzuim
Indien van toepassing op de Deelnemer, de bepalingen in [lijst van artikelen] van de Regels betreffende vervroegde voldoening van vorderingen die nog niet opeisbaar zijn geworden, het verrekenen van vorderingen met gebruikmaking van de tegoeden van de Deelnemer, het uitwinnen van een onderpand, opschorting en beëindiging van de deelname, vorderingen terzake van vertragingsrente, en opzegging van overeenkomsten en beëindiging van transacties ([som andere relevante bedingen uit de Regels of de Systeemdocumenten op]) zijn rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.3.d Opschorting en beëindiging
Indien van toepassing op de Deelnemer, zijn de bepalingen in [lijst van artikelen] van de Regels (betreffende opschorting en beëindiging van de deelname van de Deelnemer in het Systeem, betreffende de opening van Insolventieprocedures of Procedures of andere gevallen van verzuim, zoals vastgelegd in de Systeemdocumenten, of indien de Deelnemer enig systeemrisico vormt of ernstige operationele problemen heeft) rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.3.e Boetebepalingen
Indien van toepassing op de Deelnemer, zijn de bepalingen in [lijst van artikelen] van de Regels met betrekking tot boetes die een Deelnemer worden opgelegd wanneer deze in de onmogelijkheid verkeert intraday-krediet of overnight-krediet tijdig terug te betalen, voor zover van toepassing, rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.3.f Overdracht van rechten en verplichtingen
De rechten en verplichtingen van de Deelnemer kunnen niet worden gecedeerd, gewijzigd of anderszins door de Deelnemer overgedragen worden aan derden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de DNB.
3.3.g Rechtskeuze en rechtsgebied
De bepalingen in [lijst van artikelen] van de Regels, en met name wat betreft het toepasselijk recht, de beslechting van een geschil, rechtsmacht en betekening zijn rechtsgeldig en afdwingbaar onder het recht van [rechtsgebied].
3.4 Actio Xxxxxxxx (‘voidable preferences’)
We zijn van mening dat geen van de uit de Systeemdocumenten voortvloeiende verplichtingen, noch de nakoming ervan, voorafgaande aan de opening van Insolventieprocedures of Procedures met betrekking tot de Deelnemer, in een dergelijk rechtsgeding als ongeldig kan worden
beschouwd of ongedaan kan worden gemaakt op basis van de regels die gelden voor het ongeldig zijn of ongedaan maken van transacties onder het recht van [rechtsgebied].
Met name, en zonder beperking van het voorgaande, spreken we dit oordeel uit met betrekking tot betalingsopdrachten die door deelnemers aan het Systeem worden aangeleverd. Wij zijn met name van mening dat de bepalingen van [lijst van artikelen] van de Regels die de afdwingbaarheid en de onherroepelijkheid van betalingsopdrachten vaststellen, rechtsgeldig en afdwingbaar zijn en dat een betalingsopdracht die door een Deelnemer is aangeleverd en verwerkt overeenkomstig [lijst van artikelen] van de Regels, niet in Insolventieprocedures of Procedures als een ongeldige transactie kan worden beschouwd of ongedaan kan worden gemaakt onder het recht van [rechtsgebied].
3.5 Beslag
Indien een crediteur van de Deelnemer bij een rechtbank, bestuursautoriteit, gerechtelijke of overheidsinstantie van [rechtsgebied] die bevoegd is in [rechtsgebied] een verzoek indient tot het leggen van een beslag onder het recht van [rechtsgebied] (met inbegrip van een bevel tot bevriezing, bevel tot inbeslagneming, of een andere publiek- of privaatrechtelijke procedure die strekt tot het beschermen van het openbaar belang of de rechten van de crediteuren) – hierna aangeduid als “Beslag” – , zijn we van oordeel dat [analyse en bespreking toevoegen].
3.6 Zekerheden (voor zover van toepassing)
3.6.a Cessie tot zekerheid en/of repo of verpanding van rechten of activa
Cessies tot zekerheid zullen rechtsgeldig en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied]. Inzonderheid, het vestigen van een pandrecht of het aangaan van een repo onder de (verwijzing naar de betrokken regeling met de CB toe) zal rechtsgeldig en afdwingbaar zijn onder het recht van [rechtsgebied].
3.6.b Voorrang van het belang van de begunstigden van een cessie tot zekerheid, pand of retrocessie boven dat van andere crediteuren
In het geval van Insolventieprocedures of Procedures met betrekking tot de Deelnemer, zullen de rechten of de activa die dienen als zekerheid, of die de Deelnemer in onderpand heeft gegeven ten gunste van [naam CB], of andere deelnemers aan het Systeem, inzake hun voldoening voorrang hebben boven de vorderingen van alle overige schuldeisers van de Deelnemer en laten rangorde en preferente schuldeisers deze rechten of activa onverlet.
3.6.c Het uitwinnen van zekerheden
Zelfs ingeval van Insolventieprocedures of Procedures met betrekking tot de Deelnemer, zullen de andere Deelnemers aan het Systeem en de DNB uit hoofde van de te hunnen
gunste gevestigde zekerheidsrechten (cessie tot zekerheid, repo, verpanding) [al naargelang van toepassing] de vrijheid hebben om de rechten of activa van de Deelnemer uit te winnen en tot inning over te gaan via het optreden van de DNB in overeenstemming met de Regels.
3.6.d Vormvereisten – Registratievereisten
Er gelden geen vormvereisten voor de cessie tot zekerheid van de rechten of activa van de Deelnemer, of het vestigen en uitwinnen van een pandrecht op die rechten of activa of een repo ten aanzien van die rechten of activa en er is voor de cessie tot zekerheid, verpanding of repo, al naar gelang van toepassing, of enigerlei aspecten daarvan, geen registratie of neerlegging nodig bij een rechtbank, bestuursautoriteit, gerechtelijke instantie of overheidsinstantie die bevoegd is in [rechtsgebied].
3.7. Bijkantoren [voor zover van toepassing]
3.7.a Advies geldt voor handelen via bijkantoren
Elk van de boven uiteengezette uitspraken en meningen met betrekking tot de Deelnemer geldt met gelijke nauwkeurigheid en geldigheid onder het recht van [rechtsgebied] indien de Deelnemer handelt via een of meerdere buiten het [rechtsgebied] gevestigde bijkantoren.
3.7.b Conformiteit met het recht
Noch de uitoefening en nakoming van de rechten en verplichtingen onder de Systeemdocumenten, noch de indiening, verzending of ontvangst van betalingsopdrachten door een bijkantoor van de Deelnemer vormt in enigerlei opzicht een schending van het recht van [rechtsgebied].
3.7.c Vereiste machtigingen
Noch voor de uitoefening en nakoming van de rechten en de verplichtingen onder de Systeemdocumenten, noch voor de indiening, verzending of ontvangst van betalingsopdrachten door een bijkantoor van een Deelnemer, zullen aanvullende vergunningen, goedkeuringen, instemmingen, deponeringen, registraties, notariële bekrachtigingen of andere waarmerkingen van of bij een rechtbank, overheidsautoriteit, gerechtelijke of overheidsinstantie die bevoegd is in [rechtsgebied] nodig zijn.
Dit Advies is opgesteld per de datum ervan en is uitsluitend gericht aan DNB en de [Deelnemer]. Niemand anders kan zich beroepen op dit Advies en de inhoud van dit Advies mag zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden bekendgemaakt aan andere personen dan de ontvangers voor wie het bedoeld is, en aan hun juridische adviseurs, met uitzondering van de
Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van het Europees Stelsel van centrale banken [en de nationale centrale bank/desbetreffende verordenende instanties] van [rechtsgebied].
Hoogachtend, [getekend]
Appendix IV
BEDRIJFSCONTINUÏTEIT EN NOODPROCEDURES
1. Algemene bepalingen
(a) Deze appendix omschrijft de regelingen tussen DNB en deelnemers, of aangesloten systemen, wanneer één of meerdere SSP-componenten of het communicatienetwerk niet functioneren of daarin door abnormale externe gebeurtenissen storingen zijn opgetreden, of wanneer de storing een deelnemer of een aangesloten systeem betreft.
(b) Alle verwijzingen naar specifieke tijden in deze appendix zijn naar de lokale tijd van de zetel van de ECB, d.w.z. Centraal Europese Tijd (CET10).
2. Maatregelen inzake bedrijfscontinuïteit en noodverwerking
(a) Wanneer een abnormale externe gebeurtenis zich voordoet en/of er een storing is in het SSP of het telecommunicatienetwerk met gevolgen voor de normale werking van TARGET2, mag DNB maatregelen inzake bedrijfscontinuïteit en noodverwerking treffen.
(b) De volgende kernmaatregelen inzake bedrijfscontinuïteit en noodverwerking zijn in TARGET2 beschikbaar:
(i) verplaatsing van de SSP-exploitatielocatie naar een andere site;
(ii) wijziging van de SSP-openingstijden; en
(iii) de noodverwerking starten van zeer kritieke en kritieke betalingen zoals bepaald in respectievelijk lid 6, onder (c) en onder (d).
(c) Met betrekking tot maatregelen van bedrijfscontinuïteit en noodverwerking, heeft DNB de volledige discretionaire bevoegdheid betreffende de vraag of en welke maatregelen worden aangenomen voor de afwikkeling van betalingsopdrachten.
3. Mededeling van incidenten
(a) Informatie over de storing van het SSP en/of een abnormale externe gebeurtenis wordt via nationale communicatiekanalen, de ICM en T2IS, aan de deelnemers meegedeeld. In het bijzonder omvatten mededelingen aan deelnemers volgende informatie:
(i) een beschrijving van de gebeurtenis;
(ii) de vermoedelijke vertraging van de verwerkingen (indien bekend);
(iii) informatie omtrent reeds genomen maatregelen; en
(iv) het advies aan de deelnemers.
10 CET omvat ook de wijziging naar Centraal Europese Zomertijd (CEST).
(b) Bovendien kan DNB de deelnemers op de hoogte te brengen van een bestaande of te verwachten gebeurtenis die de normale werking van TARGET2 zou kunnen beïnvloeden.
4. De verplaatsing van de SSP-exploitatielocatie naar een andere site
(a) Als één van de in lid 2 onder (a) vermelde gebeurtenissen zich voordoet, kan de SSP exploitatielocatie verplaatst worden naar een andere site, in dezelfde of een andere regio.
(b) Als de SSP-exploitatielocatie naar een andere regio wordt verplaatst, zullen de deelnemers hun uiterste best doen om hun posities te reconstrueren tot op het ogenblik van de storing of de abnormale externe gebeurtenis en leveren zij aan DNB alle relevante informatie daaromtrent.
5. Wijziging van de openingstijden
(a) De verwerking overdag door TARGET2 kan worden verlengd of een nieuwe TARGET2 werkdag kan later starten. Gedurende de verlengde openingstijd van TARGET2 worden betalingsopdrachten verwerkt overeenkomstig de Voorwaarden], onder voorbehoud van de wijzigingen van deze appendix.
(b) De verwerking overdag kan worden verlengd en de sluitingstijd daarbij worden uitgesteld als een SSP-storing overdag plaatsvond, maar vóór 18:00 werd verholpen. Een dergelijk uitstel van de sluitingstijd beslaat normaal gezien maximaal twee uur en wordt zo vroeg mogelijk meegedeeld aan de deelnemers. Als een dergelijk uitstel wordt aangekondigd vóór 16.50, blijft de minimumperiode van 1 uur tussen de sluitingstijd voor klanten en interbank-betalingsopdrachten gelden. Als een dergelijk uitstel wordt aangekondigd, mag het niet worden ingetrokken.
(c) De sluitingstijd wordt uitgesteld als een SSP-storing plaatsvond vóór 18:00 en niet werd opgelost tegen 18.00. DNB deelt het uitstellen van de sluitingstijd onmiddellijk mee aan de deelnemers.
(d) Na reparatie van het SSP, worden volgende stappen ondernomen:
(i) DNB tracht alle in de wachtrij staande betalingen binnen een uur af te wikkelen; deze tijd wordt tot 30 minuten beperkt als een SSP-storing plaatsvindt om 17:30 of later (als de SSP-storing om 18:00 voortduurde).
(ii) De eindsaldi van deelnemers worden binnen een uur vastgesteld; deze tijd wordt tot 30 minuten beperkt als een SSP-storing plaatsvindt om 17.30 of later als de SSP- storing om 18.00 voortduurde.
(iii) Op de sluitingstijd voor interbancaire betalingen vindt de einde-dag-verwerking met inbegrip van het beroep op de permanente faciliteiten van het Eurosysteem plaats.
(e) Aangesloten systemen die vroeg in de ochtend liquiditeit nodig hebben, moeten over vaststaande middelen beschikken om aan deze gevallen het hoofd te kunnen bieden als de verwerking overdag niet tijdig kan starten wegens een SSP-storing op de vorige dag.
6. Noodverwerking
(a) Indien nodig geacht, start DNB de noodverwerking van betalingsopdrachten in de Noodmodule van de SSP. In dergelijke gevallen wordt aan de deelnemers slechts een minimaal dienstenniveau geboden. DNB informeert haar deelnemers via de beschikbare communicatiemiddelen over het opstarten van de noodverwerking.
(b) Bij noodverwerking worden de betalingsopdrachten door DNB manueel verwerkt.
(c) De volgende betalingen worden als ‘zeer kritiek’ beschouwd en DNB doet haar uiterste best om deze in noodsituaties te verwerken:
(i) betalingen in verband met CLS Bank International;
(ii) einde-dag-afwikkeling van EURO1; en
(iii) margestortingen van een centrale tegenpartij.
(d) De volgende soorten betalingen worden als ‘kritiek’ beschouwd en DNB kan beslissen er de noodverwerking van te starten:
(i) betalingen betreffende “real-time”-afwikkeling van gekoppelde afwikkelingssystemen voor effecten; en
(ii) indien nodig, bijbetalingen om systeemrisico’s te vermijden.
(e) De deelnemers leveren betalingsopdrachten aan voor noodverwerking en de informatie aan begunstigden gebeurt via een versleutelde fax in overeenstemming met de met DNB afgesproken procedure.. Informatie betreffende rekeningensaldi en debet- en creditboekingen kunnen via DNB verkregen worden.
(f) Al aan TARGET2-NL aangeleverde, maar in de wachtrij staande betalingsopdrachten kunnen ook onder een noodprocedure verwerkt worden. In dergelijke gevallen streeft DNB ernaar de dubbele verwerking van betalingsopdrachten te vermijden, maar de deelnemers dragen het risico van een eventuele dubbele verwerking.
(g) Voor de noodverwerking van betalingsopdrachten verstrekken de deelnemers aanvullende zekerheden. Gedurende de noodverwerking kunnen inkomende noodbetalingen worden gebruikt om uitgaande noodbetalingen te financieren. Voor de noodverwerking mag DNB geen rekening houden met de beschikbare liquiditeit van de deelnemer.
7. Met de deelnemers of het aangesloten systeem verband houdende storingen
(a) Als een deelnemer een probleem heeft waardoor betalingen niet in TARGET2 afgewikkeld kunnen worden, is hij verantwoordelijk voor het oplossen van het probleem. In het
bijzonder kan een deelnemer in-house oplossingen gebruiken of de ICM-functie, d.w.z. backup-forfaitbetalingen en backup- noodbetalingen (CLS, EURO1, STEP2 pre-fund).
(b) Als een deelnemer beslist de ICM-functie te gebruiken voor back-up forfaitbetalingen, opent DNB op verzoek van de deelnemer deze functie via de ICM. Op verzoek van de deelnemer verstuurt DNB een ICM-mededeling om andere deelnemers te informeren over de back-up forfaitbetalingen door de deelnemer. De deelnemer is verantwoordelijk voor het versturen van back-up forfaitbetalingen, uitsluitend aan andere deelnemers, waarmee de deelnemer bilateraal het gebruik van dergelijke betalingen is overeengekomen en is tevens verantwoordelijk voor alle verdere dergelijke betalingen betreffende stappen.
(c) Indien de onder (a) vermelde maatregelen zijn uitgeput of indien deze niet effeciënt zijn, kan de deelnemer om bijstand van DNB verzoeken.
(d) Als een storing een aangesloten systeem betreft, is het aangesloten systeem verantwoordelijk voor het oplossen van het probleem. Op verzoek van het aangesloten systeem kan DNB beslissen in naam van eerstgenoemde te handelen. DNB beslist welke steun, met inbegrip van nachtelijke operationeel zijn van het aangesloten systeem, zij aan het aangesloten systeem geeft. De volgende noodmaatregelen kunnen genomen worden:
(i) het aangesloten systeem initieert zuivere betalingen (d.w.z. betalingen die niet gekoppeld zijn aan de onderliggende transactie) via de deelnemersinterface;
(ii) DNB creëert en/of verwerkt XML-instructies/dossiers namens het aangesloten systeem; en/of
(iii) DNB voert namens het aangesloten systeem zuivere betalingen uit.
(e) De gedetailleerde noodmaatregelen betreffende aangesloten systeem zijn opgenomen in bilaterale regelingen tussen DNB en het desbetreffende aangesloten systeem.
8. Overige bepalingen
(a) Als bepaalde gegevens niet beschikbaar zijn wegens één van de gebeurtenissen van artikel 3, onder (a), kan DNB beginnen of verdergaan betalingsopdrachten te verwerken en/of TARGET2-NL runnen op basis van de laatste beschikbare gegevens, zoals door DNB bepaald. Op verzoek van DNB, verzenden de deelnemers en aangesloten systemen hun FileAct/Interact-berichten opnieuw of ondernemen ze andere door DNB passend geachte acties.
(b) In geval van een storing van DNB, kunnen alle of een deel van de technische functies betreffende TARGET2-NL door andere Eurosysteem-CB’s uitgevoerd worden.
(c) DNB kan eisen dat de deelnemers deelnemen aan door DNB nodig geachte periodieke of ad hoc tests van de maatregelen van bedrijfscontinuïteit en noodverwerking, trainingen of andere preventieve regelingen. Kosten voor de deelnemers ten gevolge van dergelijke tests of andere regelingen komen uitsluitend ten laste van de deelnemers.
Appendix V
SCHEMA VAN WERKDAGEN EN OPENINGSUREN
1. TARGET2 is open op alle dagen, behalve op zaterdag, zondag, nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag en Paasmaandag (conform de kalender die geldt voor de plaats waar de ECB gevestigd is), 1 mei, eerste en tweede kerstdag.
2. De referentietijd voor het systeem is de lokale tijd van de zetel van de ECB, d.w.z. CET.
3. De lopende werkdag vangt aan op de avond van de vorige werkdag en volgt het volgende schema:
Tijd | Beschrijving |
6.45 – 7.00 | Tijd ter voorbereiding van dagoperaties* |
7.00 – 18.00 | Verwerking overdag |
17.00 | Sluitingstijd voor cliëntbetalingen (d.w.z. betalingen waarbij de opdrachtgever en/of de begunstigde van de betaling geen directe of indirecte deelnemer is; zij kunnen door het systeem geïdentificeerd worden via een MT 103 of MT 103+-bericht) |
18.00 | Sluitingstijd voor ‘interbankbetalingen’ (andere betalingen dan cliëntbetalingen) |
18.00 - 18.45** | Eindedagverwerking |
18.15** | Algemene sluitingstijd voor het gebruik van permanente faciliteiten |
(Kort na) 18.30*** | Gegevens voor het bijwerken van de boekhoudsystemen staan ter beschikking van de CB’s |
18.45 – 19.30*** | Start van verwerking overdag (nieuwe werkdag) |
19.00*** – 19.30*** | Liquiditeitsvoorziening op de PM-rekening |
19.30*** | Bericht inzake de procedurestart en de afwikkeling van permanente opdrachten om liquiditeiten van de PM- rekening over te maken naar de subrekening(en)/mirror rekening (afwikkeling m.b.t. het aangesloten systeem) |
19.30*** – 22.00 | Uitvoering van extra liquiditeitsoverboekingen via de ICM |
Tijd | Beschrijving |
vóór het aangesloten systeem een startcyclus bericht stuurt; afwikkelingsperiode van de nachtelijke activiteiten van het aangesloten systeem (alleen voor afwikkelingprocedure 6 voor aangesloten systemen) | |
22.00 – 1.00 | Periode voor technisch onderhoud |
1.00 – 7.00 | Afwikkelingsprocedure van de nachtelijke activiteiten van het aangesloten systeem (alleen voor afwikkelingprocedure 6 voor aangesloten systemen) |
* Dagoperaties betekent verwerking overdag en eindedagverwerking.
** Eindigt 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.
*** Begint 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.
4. De ICM is beschikbaar voor liquiditeitsoverboekingen van 19.30*** tot 18.00 de volgende dag, behalve tijdens de technische onderhoudsperiode van 22.00 tot 1.00.
5. De openingstijden kunnen worden gewijzigd indien maatregelen inzake de bedrijfscontinuïteit worden vastgesteld overeenkomstig paragraaf 5 van Appendix IV.
Appendix VI
VERGOEDINGSSCHEMA EN FACTURERING
Tarieven voor directe deelnemers
1. De maandelijkse vergoeding voor het verwerken van betalingsopdrachten in TARGET2- NL voor directe deelnemers bedraagt, afhankelijk van de optie die de directe deelnemer heeft gekozen, hetzij:
(a) EUR 100 per PM-rekening met een vast bedrag per transactie (debitering) van EUR 0,80; of
(b) EUR 1 250 per PM-rekening plus de vergoeding per transactie (debitering) die als volgt wordt bepaald op basis van het transactievolume (aantal verwerkte posten) per maand:
Band | Van | Tot | Tarief |
1 | 1 | 10 000 | EUR 0,60 |
2 | 10 001 | 25 000 | EUR 0,50 |
3 | 25 001 | 50 000 | EUR 0,40 |
4 | 50 001 | 100 000 | EUR 0,20 |
5 | Boven 100 000 | - | EUR 0,125 |
Liquiditeitsoverboekingen tussen de PM-rekening van een deelnemer en zijn subrekeningen geschieden om niet.
2. De maandelijkse vergoeding voor multi-addressee toegang bedraagt EUR 80 voor elk BIC- adres van acht tekens naast de BIC van de rekening van de directe deelnemer.
3. De aanvullende maandelijkse vergoeding voor directe deelnemers die niet willen dat de BIC van hun rekening in de TARGET2-directory wordt gepubliceerd, bedraagt EUR 30 per rekening.
4. De vergoeding voor registraties van een indirecte deelnemer door een directe deelnemer in de TARGET2-directory bedraagt EUR 20.
5. De vergoeding voor registraties van een adresseerbare BIC-houder, waaronder bijkantoren van directe en indirecte deelnemers, in de TARGET2-directory bedraagt EUR 5.
Tarieven voor liquiditeitspooling
6. Voor de CAI-faciliteit bedraagt de maandelijkse vergoeding EUR 100 voor iedere tot de groep behorende rekening.
7. Voor de AL-faciliteit bedraagt de maandelijkse vergoeding EUR 200 voor iedere tot de AL-groep behorende rekening. Indien de AL-groep de CAI-faciliteit hanteert, bedraagt de maandelijkse CAI-vergoeding voor de niet onder de AL-faciliteit vallende rekeningen EUR 100 per rekening.
8. Voor zowel de AL-faciliteit als de CAI-faciliteit geldt een degressieve transactievergoeding, zoals bedoeld in de tabel in paragraaf 1, onder (b), voor alle betalingen door de deelnemers in een bepaalde groep, alsof deze betalingen werden verzonden van de rekening van één deelnemer.
9. De relevante groepsbeheerder betaalt de in paragraaf 1, onder (b) opgenomen maandelijkse vergoeding van EUR 1250 en de overige groepsleden betalen de in paragraaf 1, onder (a) opgenomen maandelijkse vergoeding van EUR 100. Indien een AL-groep deel uitmaakt van een CAI-groep en de AL-groepsbeheerder is tevens CAI-groepsbeheerder, wordt de maandelijkse vergoeding van EUR 1250 slechts één maal betaald. Indien de AL-groep deel uitmaakt van een CAI-groep en de CAI-groepsbeheerder niet tevens AL-groepsbeheerder is, betaalt de CAI-groepsbeheerder een aanvullende maandelijkse vergoeding van EUR 1250. In dergelijke gevallen wordt de rekening voor het totaal van de vergoedingen voor alle rekeningen in de CAI-groep (waaronder de AL-groepsrekeningen) naar de CAI- groepsbeheerder gestuurd.
Facturering
10. Voor directe deelnemers gelden de volgende factureringsregels: De directe deelnemer (de AL-groepsbeheerder of CAI-groepsbeheerder indien de AL- of CAI-faciliteit wordt gehanteerd) ontvangt de rekening voor de vorige maand, waarin de te betalen vergoeding is vermeld, niet later dan de vijfde werkdag van de volgende maand. Betalingen geschieden ten laatste op de tiende werkdag van de maand op de door DNB aangegeven rekening en worden van de PM-rekening van die deelnemer afgeboekt.
Appendix VII
OVEREENKOMST INZAKE GEAGGREGEERDE LIQUIDITEIT -VARIANT A
(Template voor het gebruik van de AL-faciliteit door meer dan één kredietinstelling)
ONDERGETEKENDEN:
I (a) [naam deelnemer], gevestigd te [.....................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [.....................................................], handelend in de hoedanigheid van [..........................................................................................], houder van
PM-rekening(en) nummer(s) [ ] bij De Nederlandsche Bank N.V.;
I (b) [naam deelnemer], gevestigd te [.....................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [.....................................................], handelend in de hoedanigheid van [..........................................................................................], houder van
PM-rekening(en) nummer(s) [ ] bij [naam CB];
I (c) [naam deelnemer], gevestigd te [.....................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [.....................................................], handelend in de hoedanigheid van [..........................................................................................], houder van
PM-rekening(en) nummer(s) [ ] bij [naam CB];
enerzijds, hierna te noemen: ‘AL-groepsleden’, en
II (a) De Nederlandsche Bank N.V., gevestigd te Amsterdam aan het Xxxxxxxxx 0 (1071 ZN), hierna te noemen: ‘DNB’, ten deze vertegenwoordigd door [ ]
en [..............................................], handelend in de hoedanigheid van
[........................................................];
II (b) [naam AL-NCB], gevestigd te [.......................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [.........................] en [ ],
handelend in de hoedanigheid van [ ];
II (c) [naam AL-NCB], gevestigd te [.......................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [.............................] en [ ],
handelend in de hoedanigheid van [ ];
anderzijds, hierna te noemen: ‘AL-NCB’s’,
(AL-groepsleden en AL-NCB's hierna gezamenlijk te noemen: ‘Partijen’),
OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
(1) TARGET2 is juridisch vormgegeven als een veelvoud van betalingssystemen, die ieder als ‘systeem’ zijn aangewezen onder de betreffende nationale wetgeving ter uitvoering van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen 11.
(2) Deelnemers aan één of meer TARGET2-deelsystemen kunnen onder bepaalde – in de respectieve voorwaarden voor deelname aan TARGET2-deelsystemen neergelegde – voorwaarden een AL-groep vormen, waarbij de liquiditeit op de PM-rekeningen van de AL-groepsleden wordt geaggregeerd.
(3) Aggregatie van liquiditeit stelt de AL-groepsleden in staat betalingsopdrachten te doen afwikkelen voor een bedrag dat de beschikbare liquiditeit op hun respectieve PM- rekeningen te boven gaat, mits de totale waarde van al die betalingsopdrachten nooit het totale bedrag van de beschikbare liquiditeit op al die PM-rekeningen te boven gaat. De resulterende debetstand op een of meer van deze PM-rekeningen vormt intraday-krediet, waarvan de verstrekking wordt beheerst door de respectieve nationale regelingen, met inachtneming van de in deze overeenkomst beschreven wijzigingen; met name dient de beschikbare liquiditeit op de PM-rekeningen van andere AL-groepsleden als dekking voor een dergelijke debetstand.
(4) Dit mechanisme leidt niet tot het samenvoegen van de verschillende PM-rekeningen die de respectieve houders, met inachtneming van de in deze overeenkomst beschreven beperkingen, ieder afzonderlijk blijven aanhouden.
11 PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.
(5) Een dergelijk mechanisme is erop gericht fragmentatie van liquiditeit in de verschillende TARGET2-deelsystemen te voorkomen en het liquiditeitenbeheer binnen een groep kredietinstellingen te vereenvoudigen.
(6) Dit mechanisme verbetert de algehele efficiëntie van de afwikkeling van betalingen in TARGET2.
(7) [Xxxxxxxxx], [deelnemer] en [deelnemer] zijn respectievelijk aangesloten bij TARGET2- NL, TARGET2-[CB/landreferentie], en TARGET2-[CB/landreferentie] en zijn gebonden aan respectievelijk de Voorwaarden TARGET2-NL, [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
Artikel 1 – Definities
De in deze overeenkomst gehanteerde begrippen hebben de betekenis die daaraan wordt toegekend in de Voorwaarden TARGET2-NL.
Artikel 2 – Geldigheid van deze overeenkomst
Deze overeenkomst en eventuele wijzigingen daarin zijn alleen van kracht wanneer de beherende NCB, na de door haar passend geachte informatie en documenten te hebben verkregen, schriftelijk bevestigt dat deze overeenkomst of wijzigingen daarin voldoen aan de in de respectieve voorwaarden voor deelname aan TARGET2-deelsystemen vastgelegde vereisten.
Artikel 3 – Wederzijds belang van AL-groepsleden en AL-NCB's
1. De AL-groepsleden verklaren en erkennen uitdrukkelijk dat het aangaan door hen van deze overeenkomst hun wederzijdse economische, maatschappelijke en financiële belangen dient, omdat de betalingsopdrachten van alle AL-groepsleden in hun respectieve TARGET2-deelsystemen kunnen worden afgewikkeld tot een bedrag dat overeenkomt met het totaal van de beschikbare liquiditeit op alle PM-rekeningen van de AL-groepsleden, waarbij de in andere TARGET2-deelsystemen beschikbare liquiditeiten worden benut.
2. De AL-NCB’s hebben een wederzijds belang bij het verstrekken van intraday-krediet aan de AL-groepsleden, aangezien dit de algehele efficiëntie van de afwikkeling van betalingen in TARGET2 bevordert. Het intraday-krediet wordt tegen onderpand verstrekt overeenkomstig artikel 18 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank: immers terzake van het uit de uitvoering van de betalingsopdracht resulterende debetsaldo dient de beschikbare liquiditeit op de PM-
rekeningen die de overige AL-groepsleden aanhouden bij hun respectieve AL-NCB’s als dekking voor de nakoming van de verplichtingen die AL-groepsleden hebben jegens de AL-NCB's.
Artikel 4 – Rechten en verplichtingen van AL-groepsleden
1. AL-groepsleden zijn hoofdelijk aansprakelijk jegens alle AL-NCB's voor alle vorderingen die voortvloeien uit de afwikkeling in de respectieve TARGET2-deelsystemen van betalingsopdrachten van AL-groepsleden. AL-groepsleden kunnen zich niet beroepen op interne groepsregelingen betreffende de verdeling van aansprakelijkheden, ter vermijding van een eventuele aansprakelijkheid jegens de AL-NCB's die voortvloeit uit de samenvoeging van alle bovengenoemde aansprakelijkheden.
2. De totale waarde van alle door de AL-groepsleden op hun PM-rekeningen afgewikkelde betalingsopdrachten mag nooit hoger zijn dan het totaalbedrag van alle beschikbare liquiditeit van al die PM-rekeningen.
3. AL-groepsleden zijn gerechtigd de CAI-faciliteit te gebruiken, zoals beschreven in de Voorwaarden TARGET2-NL en in de [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
4. AL-groepsleden sluiten ter regeling van hun onderlinge verhouding een overeenkomst, die onder andere het volgende bevat:
(a) de interne organisatieregels van de AL-groep;
(b) de voorwaarden voor verplichte rapportage door de AL-groepsbeheerder aan de AL- groepsleden;
(c) de kosten van de AL-faciliteit (met inbegrip van de toerekening aan AL- groepsleden); en
(d) de tarieven, te betalen als vergoeding tussen de AL-groepsleden onderling voor de diensten op grond van de AL-overeenkomst en de regels voor het berekenen van de financiële vergoeding.
Met uitzondering van bovengenoemd punt (d), kunnen de AL-groepsleden besluiten deze interne overeenkomst of delen daarvan al dan niet bekend te maken aan de AL-NCB's. De AL-groepsleden maken de in punt (d) genoemde informatie aan de AL-NCB’s bekend.
Artikel 5 – Rechten en verplichtingen van AL-NCB’s
1. Wanneer een AL-groepslid bij zijn respectieve TARGET2-deelsysteem een betalingsopdracht aanlevert voor een bedrag dat hoger is dan de beschikbare liquiditeit op zijn PM-rekening, verleent zijn respectieve AL-NCB intraday-krediet met als dekking de beschikbare liquiditeit op andere PM-rekeningen die het AL-groepslid aanhoudt bij zijn
respectieve AL-NCB of op andere PM-rekeningen die de overige AL-groepsleden aanhouden bij hun respectieve AL-NCB’s. Voor dergelijk intraday-krediet gelden de regels die van toepassing zijn op de verstrekking van intraday-krediet door deze AL-NCB.
2. Betalingsopdrachten die door één van de AL-groepsleden worden aangeleverd en waardoor het totaal van de beschikbare liquiditeit van alle PM-rekeningen van de AL-groepsleden wordt overschreden, worden in de wachtrij geplaatst tot voldoende liquiditeit beschikbaar is.
3. Elk AL-groepslid verklaart dat hij – naast zijn betalingsverplichting jegens de eigen AL- NCB voortvloeiend uit de afwikkeling van zijn betalingsopdrachten in het TARGET2- deelsysteem van die AL-NCB – een daarmee overeenstemmende, zelfstandige, betalingsverplichting heeft jegens iedere andere AL-NCB. Het bedrag dat elk AL- groepslid, ingevolge het bepaalde in de voorafgaande volzin, aan iedere AL-NCB verschuldigd is, is gelijk aan het totale bedrag dat de AL-groepsleden verschuldigd zijn aan de AL-NCB’s uit hoofde van de verschillende rekeningverhoudingen. De vorderingen die de AL-NCB’s ingevolge dit lid op een AL-groepslid verkrijgen, kunnen worden verrekend met bedragen die de AL-NCB’s verschuldigd zijn aan het AL-groepslid. Betaling door een AL-groepslid van een bedrag aan zijn AL-NCB doet het bedrag van de vorderingen van de andere AL-NCB’s op het AL-groepslid dienovereenkomstig verminderen.
Artikel 6 – Aanwijzing en rol van de AL-groepsbeheerder
1. De AL-groepsleden wijzen hierbij [opnemen verwijzing naar de deelnemer die aangewezen wordt als AL-groepsbeheerder] aan als AL-groepsbeheerder, die het contactpunt zal zijn voor alle de AL-groep betreffende administratieve aangelegenheden.
2. Alle AL-groepsleden verschaffen hun respectieve AL-NCB, alsook de AL- groepsbeheerder, alle informatie die de geldigheid, afdwingbaarheid en uitvoering van deze overeenkomst kan aantasten, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – wijziging of opheffing van de band tussen de AL-groepsleden die nodig is om te voldoen aan de definitie van een groep zoals neergelegd in artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden], gevallen van verzuim in de zin van artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en van [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] of omstandigheden die de geldigheid en/of afdwingbaarheid van (1) de verpanding of (2) de verrekening (netting) bij vroegtijdige beëindiging, als genoemd in artikel 40 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden], kunnen aantasten.
3. De AL-groepsbeheerder verstrekt onmiddellijk alle in lid 2 beschreven informatie betreffende zichzelf of een ander AL-groepslid aan de beherende NCB.
4. De AL-groepsbeheerder is verantwoordelijk voor toezicht gedurende de werkdag op de binnen de AL-groep beschikbare liquiditeiten.
5. De AL-groepsbeheerder heeft een volmacht met betrekking tot de PM-rekeningen van de AL-groepsleden en treedt met name op als vertegenwoordiger van de AL-groepsleden met betrekking tot de volgende operaties:
(a) ICM-operaties met betrekking tot de PM-rekeningen van AL-groepsleden, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – een wijziging van de prioriteit van een betalingsopdracht, intrekking, wijziging van de afwikkelingstijd, overboeking van liquiditeiten (waaronder van en naar subrekeningen), verandering van de volgorde van transacties in de wachtrij, reservering van liquiditeiten met betrekking tot de AL-groep, en vaststelling en wijziging van limieten met betrekking tot de AL-groep;
(b) alle einde-dag liquiditeitentransacties tussen de PM-rekeningen van de AL- groepsleden die waarborgen dat alle saldi van de PM-rekeningen van de AL- groepsleden worden genivelleerd, zodat geen van deze rekeningen aan het einde van de dag een debetsaldo heeft of, indien toepasselijk, een debetsaldo dat niet gedekt is door beleenbaar onderpand (hierna wordt die procedure ‘nivellering’ genoemd);
(c) algemene instructies voor een automatische nivellering, d.w.z. het definiëren van de sequentie van de PM-rekeningen van de AL-groepsleden met beschikbare liquiditeit die moeten worden gedebiteerd binnen de nivellering;
(d) bij gebrek aan expliciete instructies door de AL-groepsbeheerder zoals omschreven onder (b) en (c), wordt automatisch genivelleerd te beginnen met de PM-rekening met het hoogste creditsaldo en toewerkend naar de PM-rekening met het hoogste debetsaldo.
Dezelfde regels als omschreven onder (c) en (d) worden gebruikt in het geval van een executiegrond, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
6. De AL-groepsleden doen uitdrukkelijk afstand van eventuele rechten jegens de AL- groepsbeheerder onder Nederlands recht tengevolge van het combineren door die beheerder van de hoedanigheid van PM-rekeninghouder en AL-groepslid met zijn hoedanigheid van AL-groepsbeheerder.
Artikel 7 – Rol van de beherende NCB
1. De beherende NCB is het contactpunt voor alle de AL-groep betreffende administratieve aangelegenheden.
2. Alle AL-NCB’s verschaffen de beherende NCB onmiddellijk alle informatie betreffende hun respectieve AL-groepslid of -leden die de geldigheid, afdwingbaarheid en uitvoering van deze overeenkomst kan aantasten, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – enigerlei wijziging of opheffing van de band tussen de AL-groepsleden die nodig is om te voldoen aan de definitie van een groep, gevallen van verzuim in de zin van artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en van [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden], of omstandigheden die de geldigheid en/of afdwingbaarheid van (1) de verpanding en (2) de verrekening (netting) bij vroegtijdige beëindiging, als genoemd in artikel 40 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] kunnen aantasten.
3. De beherende NCB heeft toegang tot alle relevante informatie met betrekking tot alle PM- rekeningen van de AL-groepsleden, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – informatie betreffende een kredietlimiet, het saldo, totale omzet, afgewikkelde betalingen, betalingen in de wachtrij, alsook informatie betreffende de limieten en liquiditeitenreserveringen van de AL-groep.
Artikel 8 – Duur en beëindiging van deze overeenkomst
1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Elk van de AL-groepsleden kan zijn deelname aan deze overeenkomst eenzijdig beëindigen door middel van een schriftelijke mededeling aan de AL-NCB van het TARGET2- deelsysteem waaraan hij deelneemt en aan de beherende NCB, mits met inachtneming van een opzegtermijn van 14 werkdagen. De beherende NCB bevestigt aan het betreffende AL- groepslid de datum van beëindiging van deelname aan de AL-overeenkomst en deelt die datum mee aan alle AL-NCB’s die hun AL-groepsleden dienovereenkomstig informeren. Indien het betreffende AL-groepslid de AL-groepsbeheerder is, benoemen de overige AL- groepsleden onmiddellijk een nieuwe AL-groepsbeheerder.
3. Deze overeenkomst of de deelname van een AL-groepslid aan deze overeenkomst, al naar gelang het geval, wordt automatisch, zonder voorafgaande kennisgeving en met onmiddellijke ingang, beëindigd indien zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoet:
(a) wijziging of opheffing van de band (hetzij tussen alle AL-groepsleden hetzij betrekking hebbend op één of meer AL-groepsleden) die nodig is ter voldoening aan de definitie van een groep, als bepaald in artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2- NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden]; en/of
(b) indien door alle AL-groepsleden, of één of meer groepsleden niet langer wordt voldaan aan de overige vereisten voor het gebruik van de AL-faciliteit, zoals beschreven in artikel 25 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
4. Ondanks het zich voordoen van één van de in lid 3 beschreven omstandigheden, blijft een betalingsopdracht die al door een AL-groepslid is aangeleverd aan het betreffende TARGET2-deelsysteem geldig en afdwingbaar ten aanzien van alle AL-groepsleden en de AL-NCB's. Daarnaast blijven na de beëindiging van deze overeenkomst (1) de verpanding en (2) de verrekening (netting) bij vervroegde beëindiging, als bedoeld in artikel 40 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in de [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] geldig totdat alle debetstanden op de PM-rekeningen waarvan de liquiditeit werd geaggregeerd, door de AL-groepsleden volledig zijn weggewerkt.
5. Zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in lid 3, kan de beherende NCB, conform afspraak met de betreffende AL-NCB, te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving en met onmiddellijke ingang de deelname van een AL-groepslid aan deze overeenkomst beëindigen indien een dergelijk AL-groepslid één of meer van de bepalingen ervan schendt. Een besluit daartoe wordt schriftelijk gericht tot alle AL-groepsleden onder vermelding van de redenen voor het besluit. Indien deelname op deze manier wordt beëindigd, hebben de AL-groepsleden wier deelname aan deze overeenkomst niet is beëindigd, het recht hun deelname aan deze overeenkomst te beëindigen door middel van een schriftelijke mededeling aan de beherende NCB en de betrokken AL-NCB, met inachtneming van een opzegtermijn van 5 werkdagen. Indien de deelname van de AL- groepsbeheerder wordt beëindigd, benoemen de overige AL-groepsleden onmiddellijk een nieuwe AL-groepsbeheerder.
6. De beherende NCB kan, in overeenstemming met de overige AL-NCB's, deze overeenkomst zonder voorafgaande kennisgeving en met onmiddellijke ingang beëindigen indien het in stand houden ervan de algehele stabiliteit, deugdelijkheid en veiligheid van TARGET2 in gevaar zou brengen of de uitvoering door de AL-NCB's van hun taken op grond van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank zou schaden. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk tot alle AL-groepsleden gericht, waarbij de redenen voor het besluit worden uiteengezet.
7. Deze overeenkomst blijft van kracht zolang er ten minste twee AL-groepsleden zijn.
Artikel 9 – Wijzigingsprocedure
Een wijziging van deze overeenkomst, met inbegrip van de uitbreiding van de AL-groep met andere deelnemers, is alleen geldig en afdwingbaar indien uitdrukkelijk schriftelijk door alle Partijen aanvaard.
Artikel 10 – Toepasselijk recht en rechtsmacht
Deze overeenkomst wordt beheerst, uitgelegd en uitgevoerd overeenkomstig Nederlands recht, zulks onverminderd:
(a) de relatie tussen een AL-groepslid en zijn respectieve AL-NCB, die door het recht van de respectieve AL-NCB wordt beheerst, en
(b) de rechten en de verplichtingen tussen de AL-NCB’s die worden beheerst door het recht van de AL-NCB die de PM-rekening van het AL-groepslid aanhoudt, wiens beschikbare tegoed als zekerheid dient.
Artikel 11 – Toepassing van de Voorwaarden TARGET2-NL en [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden]
1. Met betrekking tot elk van de AL-groepsleden en hun respectieve AL-NCB's, zijn de bepalingen van de Voorwaarden TARGET2-NL en [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] van toepassing op elke aangelegenheid die niet uitdrukkelijk door deze overeenkomst wordt beheerst.
2. De Voorwaarden TARGET2-NL en [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] en deze overeenkomst worden geacht deel uit te maken van één en dezelfde contractuele relatie.
Aldus opgemaakt in evenveel exemplaren als er Partijen zijn, en ondertekend door:
Voor deelnemer sub I (a)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Voor deelnemer sub I (b)
Naam:
Naam:
Functie: Handtekening: Datum:
Functie:
Handtekening: Datum:
Voor deelnemer sub I (c)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie:
Handtekening: Datum:
Voor AL-NCB sub II (a)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie:
Handtekening: Datum:
Voor AL-NCB sub II (b)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie:
Handtekening: Datum:
Voor AL-NCB sub II (c)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie:
Handtekening: Datum:
OVEREENKOMST INZAKE GEAGGREGEERDE LIQUIDITEIT - VARIANT B
(Template voor het gebruik van de AL-faciliteit door één kredietinstelling)
ONDERGETEKENDEN:
I [Naam kredietinstelling], gevestigd te [................................] aan [ ],
(ten deze vertegenwoordigd door [.....................................................], handelend in de hoedanigheid van [ ]),
hierna te noemen: ‘de Kredietinstelling’, optredend:
(a) als deelnemer aan TARGET2-NL, houder van [ ] bij De Nederlandsche Bank N.V., | PM-rekening | nummer(s) |
(b) als deelnemer aan TARGET2-[…], houder van | PM-rekening | nummer(s) |
[ ] bij [naam CB], | ||
(c) als deelnemer aan TARGET2-[…], houder van | PM-rekening | nummer(s) |
[ ] bij [naam CB], |
deze deelnemers (zijnde onzelfstandige onderdelen van de Kredietinstelling) hierna te noemen: ‘AL-groepsleden’, enerzijds,
en
II (a) De Nederlandsche Bank N.V., gevestigd te Amsterdam aan het Xxxxxxxxx 0, hierna te noemen: ‘DNB’, ten deze vertegenwoordigd door [ ] en
[……………….………..], handelend in de hoedanigheid van [ ];
II (b) [naam AL-NCB], gevestigd te [.......................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [.................................] en [ ],
handelend in de hoedanigheid van [ ];
II (c) [naam AL-NCB], gevestigd te [.......................................] aan [ ],
ten deze vertegenwoordigd door [..................................] en [ ],
handelend in de hoedanigheid van [ ];
deze centrale banken hierna te noemen: ‘AL-NCB’s’, anderzijds,
OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
(1) TARGET2 is juridisch vormgegeven als een veelvoud van betalingssystemen, die ieder als ‘systeem’ zijn aangewezen onder de betreffende nationale wetgeving ter uitvoering van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen12.
(2) Een kredietinstelling met meerdere PM-rekeningen in één of meer TARGET2- deelsystemen kan, onder bepaalde – in de respectieve voorwaarden voor deelname aan TARGET2-deelsystemen neergelegde – voorwaarden een AL-groep vormen, waarbij de liquiditeit op die PM-rekeningen van de AL-groepsleden wordt geaggregeerd.
(3) Aggregatie van liquiditeit stelt de AL-groepsleden in staat betalingsopdrachten te doen afwikkelen voor een bedrag dat de beschikbare liquiditeit op één PM-rekening te boven gaat, mits de totale waarde van al die betalingsopdrachten nooit het totale bedrag van de beschikbare liquiditeit op al die PM-rekeningen van de AL-groepsleden te boven gaat. De resulterende debetstand op een of meer van deze PM-rekeningen vormt intraday-krediet, waarvan de verstrekking wordt beheerst door de respectieve nationale regelingen, met inachtneming van de in deze overeenkomst beschreven wijzigingen; met name dient de beschikbare liquiditeit op de PM-rekeningen van andere AL-groepsleden als dekking voor een dergelijke debetstand.
(4) Dit mechanisme leidt niet tot het samenvoegen van de verschillende PM-rekeningen, die de AL-groepsleden met inachtneming van de in deze overeenkomst beschreven beperkingen ieder afzonderlijk blijven aanhouden.
(5) Een dergelijk mechanisme is erop gericht fragmentatie van liquiditeit in de verschillende TARGET2-deelsystemen te voorkomen en het liquiditeitenbeheer van de AL-groepsleden te vereenvoudigen.
(6) Dit mechanisme verbetert de algehele efficiëntie van de afwikkeling van betalingen in TARGET2.
(7) [Xxxxxxxxx], [deelnemer] en [deelnemer] zijn respectievelijk aangesloten bij TARGET2- NL, TARGET2-[CB/landreferentie], en TARGET2-[CB/landreferentie] en zijn [is]
12 PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.
gebonden aan respectievelijk de Voorwaarden TARGET2-NL en aan [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
KOMEN ALS VOLGT OVEREEN:
Artikel 1 – Definities
De in deze overeenkomst gehanteerde begrippen hebben de betekenis die daaraan wordt toegekend in de Voorwaarden TARGET2-NL.
Artikel 2 – Geldigheid van deze overeenkomst
Deze overeenkomst en eventuele wijzigingen daarin zijn alleen van kracht wanneer de beherende NCB, na de door haar passend geachte informatie en documenten te hebben verkregen, schriftelijk bevestigt dat deze overeenkomst of wijzigingen daarin voldoen aan de in de respectieve voorwaarden voor deelname aan TARGET2-deelsystemen vastgelegde vereisten.
Artikel 3 – Wederzijds belang van AL-NCB's
De AL-NCB’s hebben een wederzijds belang bij het verstrekken van intraday-krediet aan de AL- groepsleden, aangezien dit de algehele efficiëntie van de afwikkeling van betalingen in TARGET2 bevordert. Het intraday-krediet wordt tegen onderpand verstrekt overeenkomstig artikel 18 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank: immers terzake van het uit de uitvoering van de betalingsopdracht resulterende debetsaldo dient de beschikbare liquiditeit op de PM-rekeningen die de overige AL-groepsleden aanhouden bij hun respectieve AL-NCB’s als dekking voor de nakoming van de verplichtingen die AL-groepsleden hebben jegens de AL-NCB's.
Artikel 4 – Rechten en verplichtingen van AL-groepsleden
1. De Kredietinstelling is aansprakelijk jegens alle AL-NCB's voor alle vorderingen die voortvloeien uit de afwikkeling in hun respectieve TARGET2-deelsystemen van de betalingsopdrachten van AL-groepsleden.
2. De totale waarde van alle door de AL-groepsleden op hun PM-rekeningen afgewikkelde betalingsopdrachten mag nooit hoger zijn dan het totaalbedrag van het beschikbare tegoed op al die PM-rekeningen.
3. De AL-groepsleden zijn gerechtigd de geconsolideerde rekeninginformatiefaciliteit (CAI) te gebruiken, zoals beschreven in artikel 24 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in […] [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
Artikel 5 – Rechten en verplichtingen van AL-NCB's
1. Wanneer het AL-groepslid bij een TARGET2-deelsysteem een betalingsopdracht aanlevert voor een bedrag dat hoger is dan de beschikbare liquiditeit op de PM-rekening van dat AL- groepslid, verleent de relevante AL-NCB intraday-krediet met als dekking de beschikbare liquiditeit op andere PM-rekeningen die het AL-groepslid aanhoudt bij zijn respectieve AL-NCB of op PM-rekeningen die andere AL-groepsleden bij hun respectieve AL-NCB’s aanhouden. Voor dergelijk intraday-krediet gelden de regels die van toepassing zijn op de verstrekking van intraday-krediet door deze AL-NCB’s.
2. Betalingsopdrachten die door de AL-groepsleden worden aangeleverd en waardoor het totaal van de beschikbare liquiditeit op alle PM-rekeningen van de AL-groepsleden wordt overschreden, worden in de wachtrij geplaatst tot voldoende liquiditeit beschikbaar is.
3. Elke AL-NCB heeft een zelfstandig recht om van de Kredietinstelling de volledige nakoming te eisen van alle verplichtingen die voortvloeien uit de afwikkeling van betalingsopdrachten van de AL-groepsleden in de TARGET2-deelsystemen waarin zij PM- rekeningen aanhouden.
Artikel 6 – Aanwijzing en rol van de AL-groepsbeheerder
1. De AL-groepsleden wijzen hierbij [opnemen verwijzing naar de deelnemer die aangewezen wordt als AL-groepsbeheerder] aan als AL-groepsbeheerder, die het contactpunt zal zijn voor alle de AL-groep betreffende administratieve aangelegenheden.
2. De AL-groepsleden verschaffen de relevante AL-NCB’s alle informatie die de geldigheid, afdwingbaarheid en uitvoering van deze overeenkomst kan aantasten, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – het zich voordoen van verzuim in de zin van artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en van [opnemen verwijzing naar de relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] of omstandigheden die de geldigheid en/of afdwingbaarheid van (1) de verpanding of (2) de verrekening bij vroegtijdige beëindiging, als genoemd in artikel 40 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden], kunnen aantasten.
3. De AL-groepsbeheerder verstrekt onmiddellijk alle in lid 2 beschreven informatie aan de beherende NCB.
4. De AL-groepsbeheerder is verantwoordelijk voor toezicht gedurende de werkdag op de binnen de AL-groep beschikbare liquiditeiten.
5. De AL-groepsbeheerder heeft een volmacht met betrekking tot alle PM-rekeningen van de AL-groepsleden en voert met name de volgende operaties uit:
(a) ICM-operaties met betrekking tot de PM-rekeningen van AL-groepsleden, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – een wijziging van de prioriteit van een betalingsopdracht, intrekking, wijziging van de afwikkelingstijd, overboekingen van liquiditeiten (waaronder van en naar subrekeningen), verandering van de volgorde van transacties in de wachtrij, reservering van liquiditeiten met betrekking tot de AL-groep, en vaststelling en wijziging van limieten met betrekking tot de AL-groep;
(b) alle einde-dag liquiditeitentransacties tussen de PM-rekeningen van de AL- groepsleden die waarborgen dat alle saldi van de PM-rekeningen van de AL- groepsleden worden genivelleerd, zodat geen van deze rekeningen aan het einde van de dag een debetsaldo heeft of, indien toepasselijk, een debetsaldo dat niet gedekt is door beleenbaar onderpand (hierna wordt die procedure ‘nivellering’ genoemd);
(c) algemene instructies voor een automatische nivellering, d.w.z. het definiëren van de sequentie van de PM-rekeningen van de AL-groepsleden met de beschikbare liquiditeit die moeten worden gedebiteerd binnen de nivellering;
(d) bij gebrek aan expliciete instructies door de AL-groepsbeheerder zoals omschreven onder (b) en (c), wordt automatisch genivelleerd te beginnen met de PM-rekening met het hoogste creditsaldo en toewerkend naar de PM-rekening met het hoogste debetsaldo.
Dezelfde regels als omschreven onder (c) en (d) worden gebruikt in het geval van een executiegrond, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in […] [opnemen verwijzing naar de relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
Artikel 7 – Rol van de beherende NCB
1. De beherende NCB is het contactpunt voor alle de AL-groep betreffende administratieve aangelegenheden.
2. Alle AL-NCB's verschaffen de beherende NCB onmiddellijk alle informatie betreffende het AL-groepslid of -leden die de geldigheid, afdwingbaarheid en uitvoering van deze overeenkomst kan aantasten, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – gevallen van verzuim in de zin van artikel 1 van de Voorwaarden TARGET2-NL en van [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden], of omstandigheden die de geldigheid en/of afdwingbaarheid van (1) de verpanding en (2) de verrekening (netting) bij vroegtijdige beëindiging, als genoemd in artikel 40 van de Voorwaarden TARGET2-NL en
in [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] kunnen aantasten.
3. De beherende NCB heeft toegang tot alle relevante informatie met betrekking tot alle PM- rekeningen van de AL-groepsleden, met inbegrip van – maar niet beperkt tot – informatie betreffende een kredietlimiet, het saldo, totale omzet, afgewikkelde betalingen, betalingen in de wachtrij, alsook informatie betreffende de limieten en liquiditeitenreserveringen van de AL-groep.
Artikel 8 – Duur en vrijwillige, automatische en facultatieve beëindiging van deze overeenkomst
1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. De Kredietinstelling kan de deelname aan deze overeenkomst voor wat betreft de AL- groepsleden eenzijdig beëindigen door middel van een schriftelijke mededeling aan de AL- NCB van het TARGET2-deelsysteem waaraan wordt deelgenomen en aan de beherende NCB, mits met inachtneming van een opzegtermijn van 14 werkdagen. De beherende NCB bevestigt aan het AL-groepslid de datum van beëindiging van deelname aan de AL- overeenkomst en deelt die datum mee aan alle AL-NCB’s die hun AL-groepsleden dienovereenkomstig informeren. Indien het betreffende AL-groepslid de AL- groepsbeheerder is, benoemt de Kredietinstelling onmiddellijk een nieuwe AL- groepsbeheerder.
3. Deze overeenkomst wordt automatisch, zonder voorafgaande kennisgeving en met onmiddellijke ingang, beëindigd indien niet langer wordt voldaan aan de vereisten voor het gebruik van de AL-faciliteit, zoals beschreven in artikel 25 van de Voorwaarden TARGET2-NL en in [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden].
4. Ondanks het zich voordoen van een in lid 3 beschreven omstandigheid, blijft een betalingsopdracht die al door een AL-groepslid is aangeleverd aan het betreffende TARGET2-deelsysteem geldig en afdwingbaar ten aanzien van alle AL-groepsleden en de AL-NCB's. Daarnaast blijven, na de beëindiging van deze overeenkomst, (1) de verpanding en (2) de verrekening (netting) als bedoeld in artikel 40 van de Voorwaarden TARGET2- NL en in de [opnemen verwijzing naar relevante bepalingen van andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] bij vervroegde beëindiging geldig totdat alle debetstanden op de PM-rekeningen waarvan de liquiditeit werd geaggregeerd, door de AL-groepsleden volledig zijn weggewerkt.
5. Zonder afbreuk te doen aan het bepaalde in lid 3, kan de beherende NCB, in overeenstemming met de betreffende AL-NCB, te allen tijde deze overeenkomst beëindigen indien een dergelijk AL-groepslid één of meer van de bepalingen ervan
schendt. Een besluit daartoe wordt schriftelijk gericht tot alle AL-groepsleden onder vermelding van de redenen voor het besluit.
6. De beherende NCB kan, in overeenstemming met de overige AL-NCB's, deze overeenkomst zonder voorafgaande kennisgeving en met onmiddellijke ingang beëindigen indien het in stand houden ervan de algehele stabiliteit, deugdelijkheid en veiligheid van TARGET2 in gevaar zou brengen of de uitvoering door de AL-NCB's van hun taken op grond van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank zou schaden. Een besluit tot beëindiging van deze overeenkomst wordt schriftelijk tot alle AL-groepsleden gericht, waarbij de redenen voor het besluit worden uiteengezet.
Artikel 9 – Wijzigingsprocedure
Een wijziging van deze overeenkomst, met inbegrip van de uitbreiding van de AL-groep met andere deelnemers, is alleen geldig en afdwingbaar indien uitdrukkelijk schriftelijk door alle partijen aanvaard.
Artikel 10 – Toepasselijk recht en rechtsmacht
Deze overeenkomst wordt beheerst, uitgelegd en uitgevoerd overeenkomstig Nederlands recht, zulks onverminderd:
(a) de relatie tussen de AL-groepsleden en hun respectieve AL-NCB’s, die door het recht van de respectieve AL-NCB wordt beheerst, en
(b) de rechten en de verplichtingen tussen de AL-NCB’s die worden beheerst door het recht van de AL-NCB die de PM-rekening van het AL-groepslid aanhoudt, waarvan de beschikbare liquiditeit als zekerheid dient.
Artikel 11 – Toepassing van de Voorwaarden TARGET2-NL en van [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden]
1. Met betrekking tot elk van de PM-rekeningen van de AL-groepsleden zijn de relevante bepalingen van de Voorwaarden TARGET2-NL, resp. van [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] van toepassing op elke aangelegenheid die niet uitdrukkelijk door deze overeenkomst wordt beheerst.
2. De Voorwaarden TARGET2-NL en [opnemen verwijzing naar andere toepasselijke nationale regelingen ter uitvoering van de Geharmoniseerde Voorwaarden] en deze overeenkomst worden geacht deel uit te maken van dezelfde contractuele relatie.
Aldus opgemaakt in evenveel exemplaren als er Partijen zijn, en op […datum…] ondertekend door:
Voor de kredietinstelling sub I
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Voor AL-NCB sub II (a)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Voor AL-NCB sub II (b)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Voor AL-NCB sub II (c)
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
Naam: Functie: Handtekening: Datum:
DEEL B – VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME AAN TARGET2 MET TOEGANG VIA INTERNET
Artikel 1 - Reikwijdte
De in Deel A uiteengezette Voorwaarden gelden voor deelnemers die middels toegang via internet toegang hebben tot één of meerdere, aan de bepalingen van dit Deel B onderworpen PM- rekeningen.
Artikel 2 - Definities
In het kader van dit Deel gelden, naast de in Deel A vastgelegde definities, de volgende definities:
- “certificeringsautoriteiten”: een of meer door de Raad van bestuur als zodanig aangewezen NCB’s om namens het Eurosysteem te handelen voor het uitgeven, beheren, intrekken en vernieuwen van elektronische certificaten,
- “elektronische certificaten” of “certificaten”: een door de certificeringsautoriteiten uitgegeven elektronisch bestand dat een openbare sleutel verbindt aan een identiteit en voor de volgende doeleinden wordt gebruikt: om te verifiëren dat een openbare sleutel aan een individu toebehoort, voor het authentiseren van de houder, om een handtekening van dit individu te controleren of een aan dit individu gericht bericht te versleutelen. Certificaten worden bewaard op een fysiek apparaat zoals een smartcard of USB-stick, en verwijzingen naar certificaten omvatten dergelijke fysieke apparaten. De certificaten zijn van groot belang voor het authentiseren van de deelnemers die toegang hebben tot TARGET2 via het internet en betalings- of controleberichten doorgeven,
- “certificaathouder”: een bij naam genoemde, individuele persoon die door een TARGET2-deelnemer is geïdentificeerd en gemachtigd om via internet toegang te hebben tot de TARGET2-rekening van de deelnemer. Hun aanvraag voor certificaten zal door de beherende NCB van de deelnemer zijn geverifieerd en doorgegeven aan de certificeringsautoriteiten, die op hun beurt certificaten hebben geleverd die de openbare sleutel verbinden met de legitimatiebewijzen die de deelnemer identificeren,
- “toegang via internet”: de deelnemer heeft gekozen voor een PM-rekening waartoe toegang alleen mogelijk is via het internet, en de deelnemer geeft betalingsberichten of controleberichten via het internet door aan TARGET2,
- “internetdienstverlener”: het bedrijf of de organisatie, d.w.z. de gateway, waarvan de TARGET2-deelnemer gebruik maakt om toegang te verkrijgen tot zijn PM-rekening middels toegang via internet.
Artikel 3 - Niet van toepassing zijnde bepalingen
De volgende bepalingen van Deel A zijn niet van toepassing op toegang via internet:
artikel 4, lid 1, onder c) en onder g); artikel 5, lid 2, 3 en 4; artikel 6 en 7; artikel 11, lid 8;
artikel 14, lid 1, onder a); artikel 17, lid 2; artikel 23 tot en met 26; artikel 45; en appendix I, VI en VII.
Artikel 4 - Aanvullende en gewijzigde bepalingen
De volgende bepalingen van Deel A worden als volgt gewijzigd en zijn dan van toepassing op toegang via internet:
1. Artikel 2 lid 4, wordt als volgt vervangen:
“4. De volgende appendices vormen een integrerend onderdeel van deze voorwaarden en gelden voor deelnemers die toegang hebben tot een PM-rekening middels toegang via internet:
Appendix IA bij Deel B: Technische specificaties voor het verwerken van betalingsopdrachten bij toegang via internet
Appendix IIA bij Deel B: Tarievenoverzicht en facturering bij toegang via internet Appendix II: TARGET2-schadevergoedingsregeling
Appendix III: Referentiekader voor bevoegdheidsadviezen en landenadviezen
Appendix IV, behalve paragraaf 7, onder (b), daarvan: Bedrijfscontinuïteit en noodprocedures
Appendix V: Schema van werkdagen en openingsuren”
2. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 4 wordt als volgt vervangen:
“4. Onder deze voorwaarden is DNB de dienstverlener. Handelen en nalaten van de het SSP-leverende CB's, en/of van de certificeringsautoriteiten worden beschouwd als handelen en nalaten van DNB, waarvoor de laatstgenoemde aansprakelijkheid aanvaardt overeenkomstig artikel 35 hierna. Deelname overeenkomstig deze Voorwaarden brengt geen contractuele relatie tot stand
tussen deelnemers en de het SSP-leverende CB's, indien de laatstgenoemden in die hoedanigheid optreden. Instructies, berichten of informatie die een deelnemer ontvangt van, of verzendt aan het SSP in verband met de onder deze Voorwaarden verleende diensten, worden geacht te zijn ontvangen van, dan wel verzonden aan DNB.”
(b) Lid 6 wordt als volgt vervangen:
“6. Deelname aan TARGET2 geschiedt via deelname aan een TARGET2- deelsysteem. Deze Voorwaarden beschrijven de wederzijdse rechten en verplichtingen van deelnemers aan TARGET2-NL en DNB. De regels betreffende het verwerken van betalingsopdrachten (Titel IV) zijn van toepassing op alle door een TARGET2-deelnemer aangeleverde betalingsopdrachten en ontvangen betalingen en zijn van toepassing met inachtneming van Deel B.”
3. Artikel 4, lid 2, onder h), wordt als volgt vervangen:
“(h) kredietinstellingen of andere onder (d) tot en met (g) opgenomen entiteiten, in beide gevallen als deze gevestigd zijn in een land waarmee de Unie een monetaire overeenkomst heeft gesloten, waarbij dergelijke entiteiten toegang wordt verleend tot betalingssystemen in de Unie, met inachtneming van de in de monetaire overeenkomst vastgelegde voorwaarden en mits het betreffende juridische regime dat in het land van toepassing is, equivalent is aan de betreffende wetgeving van de Unie.”
4. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 1, onder sub (a) punt (i), wordt als volgt vervangen:
“1. Om een via internet toegankelijke PM-rekening in TARGET2-NL te openen, dienen de kandidaat-deelnemers:
(a) te voldoen aan de volgende technische vereisten:
(i) de noodzakelijke IT-infrastructuur voor aansluiting op TARGET2-NL en aanlevering van betalingsopdrachten aan TARGET2 te installeren, te beheren, te exploiteren en te monitoren, alsook de beveiliging daarvan te garanderen, overeenkomstig de technische specificaties in appendix IA van Deel B. Hierbij kunnen de kandidaat-deelnemers derden inschakelen, maar zij behouden de uitsluitende aansprakelijkheid; en”
(b) Het volgende sub (c) wordt toegevoegd aan lid 1:
“(c) aan te geven dat zij middels internet toegang tot hun PM-rekening wensen, en een aparte PM-rekening in TARGET2 aan te vragen indien zij daarnaast ook toegang tot TARGET2 wensen via de netwerkdienstverlener. Aanvragers dienen een volledig ingevuld aanvraagformulier in voor de afgifte van de elektronische certificaten die nodig zijn om middels internet toegang tot TARGET2 te verkrijgen.”
5. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 3 wordt als volgt vervangen:
“3. Deelnemers die gebruik maken van toegang via internet, hebben alleen toestemming om het TARGET2-bestand online in te zien en mogen het intern, noch extern verspreiden.’
(b) Lid 5 wordt als volgt vervangen:
“5. Deelnemers erkennen dat DNB en andere CB’s de namen en BIC’s van deelnemers mogen publiceren.”
6. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 1 en 2 worden als volgt vervangen:
“1. DNB biedt toegang aan via internet zoals beschreven in Deel B. Tenzij anders bepaald in deze Voorwaarden of vereist bij wet, gebruikt DNB alle redelijkerwijs in haar macht liggende middelen ter nakoming van haar verplichtingen krachtens deze Voorwaarden, zonder resultaat te garanderen.
2. Deelnemers die gebruik maken van toegang tot TARGET2 middels internet, betalen de in appendix IIA van Deel B vastgelegde vergoedingen.”
(b) Het volgende lid 5 wordt toegevoegd:
“5. Deelnemers houden zich aan de twee volgende verplichtingen:
(a) ze controleren elke werkdag met regelmatige tussenpozen actief alle informatie die hen op de ICM ter beschikking wordt gesteld, met name informatie betreffende belangrijke systeemgebeurtenissen (zoals berichten betreffende de afwikkeling van aangesloten systemen) en de uitsluiting of schorsing van een deelnemer. DNB is niet aansprakelijk voor directe of indirecte verliezen die voortvloeien uit het verzuim van een deelnemer deze controles uit te voeren; en
(b) ze verzekeren te allen tijde dat wordt voldaan aan de in appendix IA van Deel B gespecificeerde veiligheidsvereisten, met name wat betreft de veilige bewaring van certificaten, en houden zich aan regels en procedures om te verzekeren dat certificaathouders zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden betreffende de beveiliging van certificaten.”
7. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Het volgende lid 5a wordt toegevoegd:
“5a. Deelnemers zijn verantwoordelijk voor de tijdige herziening van formulieren voor de afgifte van elektronische certificaten die nodig zijn voor toegang tot TARGET2 middels internet, en voor de indiening bij DNB van nieuwe formulieren voor de afgifte van dergelijke elektronische certificaten. Deelnemers zijn verantwoordelijk voor het verifiëren van de nauwkeurigheid van de op hen betrekking hebbende informatie die door DNB wordt ingevoerd in TARGET2-NL.”
(b) Lid 6 wordt als volgt vervangen:
“6. DNB wordt geacht bevoegd te zijn aan certificeringsautoriteiten informatie door te geven betreffende deelnemers die de certificeringsautoriteiten nodig kunnen hebben.”
8. Artikel 12, lid 7, wordt als volgt vervangen:
“7. DNB verschaft dagelijks een rekeningafschrift aan een deelnemer die voor een dergelijke dienst heeft gekozen.”
9. Artikel 13, onder b), wordt als volgt vervangen:
“(b) incasso-opdrachten die worden ontvangen uit hoofde van een incassomachtiging. Deelnemers die gebruik maken van toegang via internet, kunnen geen incasso- opdrachten versturen vanuit hun PM-rekening; en”
10. Artikel 14, lid 1, onder b), wordt als volgt vervangen:
“(b) het betalingsbericht voldoet aan de formatteringsregels en voorwaarden van TARGET2-NL en doorstaat de controle op dubbele invoer, zoals beschreven in appendix IA van Deel B; en”
11. Artikel 16, lid 2, wordt als volgt vervangen:
“2. Deelnemers met toegang via internet mogen de AL-groepsfunctionaliteit met
betrekking tot hun via internet toegankelijke PM-rekening niet gebruiken, noch mogen zij die via het internet toegankelijke PM-rekening combineren met enige andere door hen aangehouden PM-rekening. Limieten kunnen alleen worden vastgesteld met betrekking tot een AL-groep in zijn geheel. Limieten worden niet vastgesteld met betrekking tot één enkele PM-rekening van een AL-groepslid.”
12. Artikel 18, lid 3, wordt als volgt vervangen:
“3. Wanneer de ‘Latest Debit Time Indicator’ wordt gebruikt, wordt de respectieve betalingsopdracht geweigerd indien de transactie niet kan worden afgewikkeld op de aangegeven debiteringstijd. 15 minuten voor de aangegeven debiteringstijd wordt de opdrachtgevende deelnemer via de ICM geïnformeerd; er wordt geen automatische kennisgeving via de ICM verzonden. De opdrachtgevende deelnemer kan de ‘Latest Debit Time Indicator’ ook alleen als een waarschuwingsindicator gebruiken. Xxx wordt de betrokken betalingsopdracht niet geretourneerd.”
13. Artikel 21, lid 4, wordt als volgt vervangen:
“4. Op verzoek van een betaler, kan DNB beslissen de wachtrijpositie van een zeer urgente betalingsopdracht te wijzigen (behoudens voor zeer urgente betalingsopdrachten in het kader van afwikkelingsprocedure 5 en 6), op voorwaarde dat deze wijziging de soepele afwikkeling van aangesloten systemen in TARGET 2 niet beïnvloedt of op een andere wijze tot systeemrisico’s zou leiden.”
14. Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 1 wordt als volgt vervangen:
“1. Deelnemers die gebruik maken van toegang via internet, voeren afdoende veiligheidscontroles in, met name de in appendix IA van Deel B gespecificeerde controles, om hun systemen te beschermen tegen onbevoegde toegang en onbevoegd gebruik. Uitsluitend de deelnemers zijn verantwoordelijk voor het afdoende beschermen van de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van hun systemen.”
(b) Het volgende lid 4 wordt toegevoegd:
“4. Deelnemers die gebruik maken van toegang via internet, stellen DNB onmiddellijk in kennis van een gebeurtenis die de geldigheid van de certificaten kan aantasten, met name de in appendix IA van Deel B gespecificeerde gebeurtenissen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot verlies of oneigenlijk gebruik.”
15. Artikel 33 wordt als volgt vervangen: “Gebruik van de ICM
1. De ICM:
(a) maakt het deelnemers mogelijk betalingen in te voeren;
(b) verschaft deelnemers toegang tot alle informatie betreffende hun rekeningen en maakt liquiditeitsbeheer mogelijk;
(c) kan worden gebruikt voor het initiëren van opdrachten tot overboeking van liquiditeiten; en
(d) verschaft deelnemers toegang tot systeemberichten.
2. Nadere technische details betreffende de ICM in verband met toegang via internet zijn opgenomen in appendix IA van Deel B.”
16. Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
(a) Lid 1 wordt als volgt vervangen:
“1. Tenzij anders bepaald in deze Voorwaarden, worden alle met TARGET2 verband houdende berichten betreffende betalingen en betalingsverwerkingen, zoals bevestigingen van debiteringen of crediteringen, of berichten betreffende rekeningoverzichten, tussen DNB en de deelnemers aan de deelnemer op de ICM ter beschikking gesteld.”
(b) Lid 3 wordt als volgt vervangen:
“3. Indien de verbinding van een deelnemer niet werkt, gebruikt de deelnemer de in appendix IA van Deel B vastgelegde alternatieven voor de transmissie van berichten. In dergelijke gevallen wordt de opgeslagen of uitgeprinte versie van het bericht geproduceerd door DNB als bewijs aanvaard.”
17. Artikel 38, lid 4, onder c), wordt als volgt vervangen:
“(c) Zodra een dergelijk ICM-bericht ter beschikking is gesteld van deelnemers die gebruik maken van toegang via internet, worden zij geacht op de hoogte te zijn van de beëindiging/opschorting van een deelname van de deelnemer aan TARGET 2-NL of een ander TARGET 2-deelsysteem. De deelnemers dragen eventuele schade ten gevolge van de aanlevering van een betalingsopdracht aan deelnemers wier deelname is opgeschort of beëindigd, indien een dergelijke betalingsopdracht in TARGET 2-NL werd ingevoerd na ontvangst van het ICM-bericht.”
18. Artikel 43, lid 1, wordt als volgt vervangen:
“1. Deelnemers worden geacht bekend te zijn met, en zijn gehouden tot naleving van, al hun verplichtingen uit hoofde van de regelgeving inzake gegevensbescherming, het voorkomen van witwassen en het financieren van terrorisme, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten en de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met name wat betreft het invoeren van passende maatregelen betreffende betalingen die op hun PM-rekeningen worden gedebiteerd of gecrediteerd. Alvorens een contractuele relatie aan te gaan met een internetdienstverlener, stellen deelnemers die gebruik maken van toegang via internet, zich op de hoogte van het beleid van die internetdienstverlener inzake gegevensontsluiting.”
19. Artikel 44, lid 1, wordt als volgt vervangen:
“1. Behalve voor zover anders bepaald in deze Voorwaarden, worden alle onder deze Voorwaarden vereiste of toegestane kennisgevingen per aangetekende post, fax of anderszins schriftelijk verzonden. Kennisgevingen aan DNB moeten worden gedaan aan het hoofd van de afdeling Betalingsverkeer en effecten van DNB, Xxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx of aan het BIC-adres van DNB (XXXXXX0X). Kennisgevingen aan de deelnemer worden gedaan aan diens adres, faxnummer, of BIC-adres, zoals door de deelnemer aan DNB meegedeeld.”
20. Artikel 49 wordt als volgt vervangen: “Partiële ongeldigheid
Indien een bepaling in deze Voorwaarden of in Deel B ongeldig is of wordt, doet dit geen afbreuk aan de geldigheid van alle overige bepalingen van deze Voorwaarden of van Deel B.”