CONCESSIEVOORWAARDEN - LASTENBOEK
CONCESSIEVOORWAARDEN - LASTENBOEK
DE SUBCONCESSIE AAN EEN STRANDUITBATER VOOR DE UITBATING VAN EEN BEACHBAR TER HOOGTE VAN HET ZOUAVENPLEIN
Opdrachtgevend bestuur
gemeentebestuur Koksijde
Ontwerper dienst secretarie Xxxxxxx 000
0000 Xxxxxxxx
Preambule
Ingevolge artikel 538 van het burgerlijk wetboek wordt het strand beschouwd als behorend tot het openbaar domein. Tot aan de laagwaterlijn maakt het deel uit van het openbaar domein van het Vlaamse gewest. Het besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 (BS 29 augustus 1995) voorziet de mogelijkheid dat o.m. aan de gemeenten strandconcessies worden verleend om installaties aan te brengen voor zee- en zonnebaden, sport en spelen mits het betalen van een jaarlijkse cijns. Bij besluit van de bevoegde Vlaamse administratie is het daarin nader aangeduid gedeelte van het strand aan de gemeente Koksijde in concessie gegeven.
Artikel 15 van het evengenoemd besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 laat de gemeente toe, mits akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor openbare werken, de haar verleende concessierechten geheel of deels in subconcessie te geven.
De gemeente kan meerdere en/of andere rechten overdragen en afstaan. De gemeente kan een subconcessie verlenen, zijnde een domeinconcessie, dit wil zeggen een concessie waarbij door middel van een overeenkomst de overheid een persoon het recht verleent om een gedeelte van het openbaar domein tijdelijk, op een wijze die het recht van anderen uitsluit, in gebruik te nemen en die om redenen ontleend aan het openbaar belang eenzijdig kan worden herroepen. Het betreft dus substantieel een overeenkomst met een precair karakter, wat niettemin voor de gebruiker het recht inhoudt om op het hem/haar in subconcessie gegeven gedeelte ter verwezenlijking van het doel waarvoor de subconcessie is verleend de noodzakelijke infrastructuur op te richten, mits zich te gedragen naar de toepasselijke wetten, decreten en verordeningen. Op die precaire overeenkomst zijn de regelen van het burgerlijk recht niet onverkort van toepassing en voor de toewijzing van de subconcessies is de gemeente gehouden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, inzonderheid het gelijkheidsbeginsel.
Het gemeentebestuur heeft steeds het recht eenzijdig, van rechtswege en zonder dat enige opzeg of schadeloosstelling vereist is, de subconcessie te verbreken indien het openbaar belang dit zou eisen of indien de subconcessiehouder in gebreke zou blijven de voorwaarden van de subconcessie na te leven.
Indien de strandconcessie afgesloten tussen de gemeente en het Vlaamse Gewest een einde zou kennen om welke reden dan ook, dan heeft het bestuur steeds het recht eenzijdig, van rechtswege en zonder dat enige opzeg of schadeloosstelling vereist is, de subconcessie te verbreken. De subconcessiehouder dient zich steeds te schikken naar de bepalingen van de strandconcessie tussen de gemeente en het Vlaamse Gewest.
De gemeenteraad heeft in zitting van 21 november 2016 de bedingen en voorwaarden voor het exploiteren van de subconcessie door een stranduitbater voor de jaren 2017–2020 (bij verlenging 2021-2022-2023) als volgt vastgesteld. Door het onderschrijven van het in dit lastenboek opgenomen convenant, bekomt de subconcessie haar geëigend en van het gemeen recht afwijkend conventioneel karakter.
In de voorwaarden van onderstaande subconcessie zal zowel gesproken worden van subconcessiehouder als van stranduitbater. Onder beide wordt de aangestelde voor de uitbating van de beachbar begrepen.
Artikel 1 - Strandgedeelte die in subconcessie worden gegeven.
Koksijde Bad zone ter hoogte van het Zouavenplein, met een maximale oppervlakte van 1000 m², zoals afgebeeld op het plan als bijlage bij deze subconcessie | 1 standplaats |
Artikel 2 – Concessievergoeding/jaar.
§ 1. De concessievergoeding bestaat uit:
a) een standgeld voor de inname van de subconcessie op het strand;
b) een schenkvergoeding voor de verkoop van drank op de concessie (raamverkooppunt). Minimumbedrag standgelden.
Het jaarlijkse standgeld voor de dienstjaren 2017–2020 bij verlenging 2021-2022-2023 wordt als volgt bepaald:
Ligging | Tarief uitbating |
Zouavenplein | 1200,00 EUR |
Minimumbedrag schenkvergoeding.
Voor de verkoop van drank is overeenkomstig het in paragraaf 1 opgegeven tarief volgende minimum schenkvergoeding jaarlijks verschuldigd:
Ligging | Raamverkooppunt |
Zouavenplein | 2400,00 EUR |
§ 2. Voor de seizoenen 2017 tot 2020 en de eventueel bij verlenging toegekende seizoenen 2021-2022-2023 dient de stranduitbater de concessievergoeding te vereffenen voor 15 maart van het betreffende jaar. Dit door overschrijving op reknr. XX00 0000 0000 0000 van het gemeentebestuur Koksijde, met vermelding “Concessie beachbar”. De gemeente Koksijde behoudt zich het recht voor om de concessie in te trekken indien de concessievergoeding niet betaald wordt.
§ 3. Ingeval van niet betaling binnen de gestelde termijn leveren de verschuldigde bedragen van rechtswege en zonder verdere aanmaning ten voordele van het gemeentebestuur verwijlintresten op berekend naar rata van het aantal dagen vertraging (kalenderdagen), tegen het gewoon tarief der voorschotten in rekening courant vastgesteld door de nationale bank en geldig op de twintigste dag van de voorafgaande maand aan deze waarin de vertraging optreedt.
§ 4. Ingeval dat het gemeentebestuur roerende voorheffing verschuldigd is zal deze te betalen zijn door de subconcessiehouder.
§ 5. De concessievergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd door toepassing van de volgende indexformule op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen:
basisconcessievergoeding x nieuwe index | |
nieuwe concessievergoeding = | |
aanvangsindexcijfer |
De basisconcessievergoeding is de concessievergoeding zoals deze vastgesteld is in de toewijzing van deze subconcessie.
De nieuwe index is deze van de maand februari van het betreffende concessiejaar. De aanvangsindex is deze van de maand februari 2017.
Artikel 4 - Wijze van inschrijving - toewijzing
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent deze concessie na oproep tot inschrijving op de website van de gemeente en het informatieblad van de gemeente Tij- dingen.
§ 2. De aanbiedingen/inschrijvingen dienen schriftelijk en aangetekend gestuurd te worden (datum poststempel geldt als bewijs)of tegen ontvangstbewijs af te geven bij de dienst secretarie, ten laatste op 22 maart 2017 onder dubbel en gesloten omslag, de binnenomslag draagt de vermelding ‘uitbating beachbar’, gericht aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Koksijde, Xxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxxx.
§ 3. Toewijzing
Het college van burgemeester en schepenen kiest de regelmatige offerte die haar het voordeligst lijkt rekening houdend met de hierna vermelde gunningscriteria en alle bepalingen opgenomen in dit lastenboek.
Als meest gunstige aanbieding voor de gemeente wordt beschouwd de aanbieding met het hoogste totaal puntenaantal (max. 100 punten)
Gunningscriteria
Geboden jaarlijkse concessievergoeding (40 punten)
De meest gunstige kandidaat krijgt het maximum van de te behalen punten (40/40). Vervolgens wordt de regel van drie toegepast; score offerte = (prijs offerte / prijs hoogste aanbod) x gewicht van het criterium prijs.
Voorgesteld uitbatingsplan beachbar (60 punten)
- Een CV met opleiding, ervaring en referenties in de horeca met een minimum aan ervaring van 5 jaar
- Xxxxxxxx dat men kennis en ervaring heeft in de horeca
- De visie op de inrichting en exploitatie van een beachbar die afgestemd is op een toeristisch, lokaal en internationaal publiek
§ 5. Als regelmatige offerte wordt beschouwd:
• De offerte met voorgesteld uitbatingsplan beachbar
• De offerte gedaan op het voorgeschreven model van inschrijving
• De offerte waarvan de prijs voor de standplaats 1200 euro bedraagt en een minimum voorgestelde biedingsprijs van 2400 euro voor de raamverkoop (schenkvergoeding), zijnde minimum 3.600 euro (inclusief BTW)
• De offerte die vergezeld is van een recent bewijs van goed gedrag en zeden van de perso(o)n(en) die de offerte ondertekend(e)n
• De offerte die vergezeld is van een bewijs dat alle verplichtingen tegenover de
R.S.Z. zijn nagekomen tot het laatste kwartaal voor de opening van de offertes
• De offerte die vergezeld is van een verklaring dat de ondertekenaar van het voorstel zelf of een door hem opgericht firma niet failliet is verklaard
Artikel 5 – Duur van de subconcessie – ontruiming van de standplaats.
§ 1. De subconcessie wordt toegestaan voor de seizoenen 2017 tot en met 2020, met de mogelijkheid tot verlenging onder dezelfde voorwaarden van de subconcessie aan de toegewezen subconcessiehouder voor drie seizoenen met name 2021-2022-2023 mits goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen en mits de aanvraag voor 1 februari 2021 gebeurde.
§ 2. De standhouder mag de uitbating ten vroegste starten vanaf de paasvakantie én na het voorleggen van de noodzakelijke vergunningen én na ophoging door het Vlaams Gewest én na schriftelijke goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen én na uitlijning door de gemeentelijke technische dienst. De stranduitbater dient de standplaats tegen 15 oktober volledig te hebben ontruimd.
§ 3. Alle nutsleidingen moeten 2 meter onder het maaiveld ingegraven worden.
§ 4. De ter beschikking gestelde strandhagen dienen na de subconcessie op de door de technische dienst verzochte plaats op de dijk worden gelegd. De strandhagen zullen door de technische dienst worden opgehaald.
§ 5. De gemeente kan, gelet op het precair karakter van de domeinconcessie, steeds een einde stellen aan de subconcessie om redenen van algemeen belang en zonder recht op schadevergoeding. Wordt o.m. geacht een reden van algemeen belang te zijn, de exploitatie door de stranduitbater op een wijze die de openbare rust verstoort, tumult verwekt en de rust van de badgasten, wandelaars en omwoners verstoort.
§ 6. Afhankelijk van de omstandigheid dat de gemeente van het Vlaamse Gewest zelf een nieuwe concessie bekomt, zal zij de subconcessie voor 2018 tot 2023 opnieuw toestaan. Indien de gemeente geen nieuwe concessie bekomt, maakt de subconcessiehouder geen aanspraak op enige schadevergoeding namens het gemeentebestuur.
§ 7. Indien de bedoelde ontruiming (§2) binnen de gestelde termijn niet is gerealiseerd, zal de subconcessiehouder een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd zijn van €500 per dag vertraging en zonder dat daartoe vooraf een ingebrekestelling vereist is.
Artikel 6 – Aard van de subconcessie.
§ 1. De subconcessie is strikt persoonlijk, ongeacht of ze aan een fysisch persoon dan wel aan een rechtspersoon is verleend. Overdracht onder de levenden, ten welken titel ook, inbegrepen inbreng in een vennootschap of andere rechtspersoon, is strikt verboden.
Onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 5, §1.6° eindigt de subconcessie derhalve in beginsel bij het overlijden van de subconcessiehouder of wanneer de handelsactiviteit wordt gestaakt.
§ 2. Deze subconcessie is in geen geval een exclusiviteitconcessie. Indien het gemeentebestuur dit wenst kunnen gelijkaardige subconcessies worden uitgeschreven.
§ 3. In afwijking op §1 is bij bedrijfsstopzetting overdracht van de subconcessie mogelijk aan de echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende partner, aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn wettelijk samenwonende partner of aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen. Die overdracht is slechts mogelijk na uitdrukkelijke schriftelijke instemming van het college van burgemeester en schepenen op voorlegging van het ontwerp van overdrachtakte, die slechts mag worden aangegaan onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, aan wie het vrij staat het voorstel van overdracht al dan niet te aanvaarden.
§ 4. In afwijking van §1 kan de subconcessiehouder de subconcessie inbrengen in een vennootschap in de vorm van een personenvennootschap waarvan enkel hij en de personen waarvan sprake in §3 aandeelhouder zijn of een éénpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid. De inbreng is slechts mogelijk na uitdrukkelijke schriftelijke instemming van het college van burgemeester en schepenen op voorlegging van het ontwerp van de akte van inbreng, die slechts mag worden aangegaan onder opschortende voorwaarde van de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, aan wie het vrij staat het voorstel van inbreng al dan niet te aanvaarden.
§ 5. In geval de subconcessie is toegestaan aan een vennootschap, is overdracht van de aandelen aan personen vermeld in §4 terloops de concessie slechts mogelijk na uitdrukkelijke schriftelijke instemming van het college van burgemeester en schepenen op voorlegging van de overdrachtakte, die slechts mag worden aangegaan onder opschortende voorwaarde van goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, aan wie het vrijstaat het voorstel van overdracht al dan niet te aanvaarden.
§ 5. In afwijking van §1 gaan in geval van overlijden van de subconcessiehouder de rechten en plichten over op zijn wettelijke erfgenamen. Ieder van hen kan de lopende exploitatie voortzetten en om de verlenging vragen, als bedoeld in artikel 5, §1. Indien er echter meerdere erfgenamen zijn dienen zij binnen de drie maanden na het overlijden aan het gemeentebestuur mede te delen wie van hen de lopende exploitatie zal verderzetten en/of om de verlenging zal vragen, met mededeling, in dit laatste geval, van de passende stukken waaruit blijkt dat daaromtrent tussen de erfgenamen een akkoord is bereikt.
§ 6. Inbreuk op bovenstaande bepalingen zal voor het gemeentebestuur een reden zijn om de subconcessie meteen te herroepen zonder enig recht op schadevergoeding.
Artikel 7 - Nivelleren van het strand.
§ 1. Het gemeentebestuur zal slechts één keer per jaar het strand in de meest geschikte toestand brengen.
Ingeval de stranduitbater een herhaling hiervan wenst, zal dit op zijn kosten gebeuren, behalve in uitzonderlijke omstandigheden (zware storm, ...).
Het college van burgemeester en schepenen spreekt zich uit of er al dan niet sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.
§ 2. Schade, is ten laste van de veroorzaker, tenzij de beschadigde kabels niet (correct) op plan staan of te ondiep liggen.
Leidingen dienen minimaal op diepte van 2 meter te worden ingegraven om nivelleringswerken niet te hinderen.
§ 3. De standplaats wordt aan de stranduitbater in domeinconcessie gegeven in de toestand waarin die zich bevindt; het gemeentebestuur zal nochtans, binnen de perken van de mogelijkheden en naar gelang de voorziene kredieten, alles in het werk stellen om deze standplaats in de meest geschikte toestand te brengen.
In geen geval kan wegens wijziging in de toestand van het strand of naar aanleiding van uitvoering van werken vermindering van de concessievergoeding noch enige schadeloosstelling worden bekomen, tenzij elke uitbating van de standplaats onmogelijk is geworden; in dit geval wordt een evenredige vermindering van de concessievergoeding gegeven.
Artikel 8 - Uitbating van de standplaats.
§ 1. De stranduitbater moet de hem toegewezen standplaats en het verkooppunt zelf uitbaten. Hij mag zich echter laten bijstaan door aangestelden. De stranduitbater dient op zijn kosten te zorgen voor de volledige inrichting, uitrusting en meubilering.
§ 2. De stranduitbater staat in voor alle vergunningen en toelatingen van welke aard ook.
§ 3. Alle activiteiten (bar, verhuur strandstoelen,…) op de standplaats dienen gestopt te zijn ten laatste tegen zonsondergang. De volledige ontruiming en sluiting van de standplaats is een resultaatsverplichting van de stranduitbater, met dien verstande dat de standplaats steeds toegankelijk moet blijven voor de strandbezoekers.
§ 4. De stranduitbater dient ervoor te zorgen dat er een voldoende aantal vuilnisbakjes op hun standplaatsen voorhanden zijn. Op de vuilnisbakjes mag geen reclameopdruk voorkomen.
De uitbater dient zijn afval aan te bieden conform de Vlaamse regelgeving en het vigerende gemeentelijk politie- en GAS-reglement (in het bijzonder hoofdstuk 11, 41, 42 & 21
xxxxxxxx, o.a. artikel 3, 10, 11, 12 en 24.
Om het afval tot een minimum te beperken is het verboden wegwerpbekers, wegwerpbestek, kartonnen borden, … te gebruiken
§ 5. De stranduitbater dient dagelijks alle door zijn standplaatsbezoekers achtergelaten voorwerpen en afval te verwijderen.
§ 6. Ten aanzien van de uitbating draagt het gemeentebestuur geen enkele verantwoordelijkheid. Het college van burgemeester en schepenen kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen. De subconcessiehouder dient verzekerd te zijn tegen gebeurlijke ongevallen. Tevens dient zijn burgerlijke aansprakelijkheid te worden gedekt door een verzekeringspolis. De subconcessiehouder is verplicht een attest van deze verzekeringen over te maken aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9 – Water- Elektriciteit.
§ 1. De stranduitbater dient op zijn kosten te voorzien in nutsvoorzieningen (water, elektriciteit), aansluitkosten en leveringscontract. Hij spreekt daartoe tijdig de nutsmaatschappijen aan teneinde tijdig offertes te krijgen en tot uitvoering te kunnen gaan. De aanleg gebeurt onder toezicht van de gemeentelijke technische dienst. Het herstel dient op een esthetische manier te gebeuren indien bestaand materiaal voor herstel niet meer op de markt te verkrijgen is.
Het elektriciteit- en waterverbruik is ten laste van de stranduitbater. Er wordt bij voorkeur een rechtstreekse teller geplaatst. In geval toch een tussenteller wordt geplaatst wordt de plaats en wijze van plaatsing van de tussenteller vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeente. De kosten voor plaatsing en (tussen)teller zelf zijn ten laste van de stranduitbater.
Indien aan de gemeente aangerekend door de water- of elektriciteitsleverancier, zal het verbruik van water en elektriciteit door het gemeentebestuur aan de stranduitbater doorgerekend worden overeenkomstig het verbruik geregistreerd op de tussenteller.
Indien elektriciteit- en waterverbruik rechtstreeks aan de gemeente wordt aangerekend door de elektriciteit- of waterleverancier, wordt maandelijks 1/12e van het verbruik van het
vorig jaar als voorschot opgevraagd. Het eerste jaar van de concessie bedraagt het maandelijks water- en elektriciteitsvoorschot 350 euro. Binnen de drie maand volgende op het afsluiten van het kalenderjaar wordt een afrekening verstuurd, betaalbaar binnen de veertien dagen.
§ 2. Alle keuringsattesten (elektriciteit en water) worden voor de start van de uitbating voorgelegd aan de gemeente.
Artikel 10 – Toegelaten en verboden verkoop.
§ 1. De verkoop van dranken is toegelaten tussen 10u en zonsondergang.
§ 2. Het beleveren, zelf bereiden of opdienen van koude of warme maaltijden door de stranduitbaters is strikt verboden. Het is hen eveneens verboden dergelijke maaltijden door derden te laten aanleveren of opdienen.
Koude tapas mogen wel bereid of aangeleverd worden. Ze mogen uitsluitend op de standplaats verbruikt worden. De naam van de leverancier mag op de prijslijst vermeld worden en enkel aan het raamverkooppunt – niet zichtbaar vanaf de zeedijk - aangebracht worden.
§ 3. Op het gedeelte voor de uitbating van ligzetels wordt geen bediening toegelaten.
§ 4. Het is de stranduitbater strikt verboden betreffende de bij deze toegelaten verkoop van dranken en eetwaren enige publiciteit te voeren noch ermee te leuren en ze te verkopen op of buiten de standplaats. Enkel een prijslijst mag aan voornoemd verkooppunt – niet zichtbaar vanaf de zeedijk – aangebracht worden.
§ 5. Elke andere verkoop is strikt verboden, inzonderheid doch niet limitatief, kleding, speelgoed, zonnecrème en ijscrème, zowel aan de bezoekers van de standplaats als aan de voorbijgaande kust- en strandbezoekers.
§ 6. Voor de verkoop van drank mag slechts één verkooppunt worden ingericht. Het verkooppunt, de bergruimte en sanitaire installatie mogen samen maximaal 60m² bedragen.
Er dient steeds een vrije zone van 8 meter tussen het verkooppunt en de bestaande terrassen palend aan de wandeldijk voorzien te zijn.
Artikel 11 – Materiaal toegelaten op de standplaats.
§ 1. De stranduitbaters mogen, behoudens strandcabines, strandzetels, zetels, relax-zetels, parasols, zeilen, bloembakken en vuilnisbakken, geen andere voorwerpen op hun toegewezen standplaats plaatsen.
§ 2. De locatie dient stijlvol te worden ingericht met hoofdzakelijk wit meubilair en toebehoren.
§ 3. Strandpasserellen dienen derwijze geplaatst dat zij enkel dienen als toegang; zij mogen in geen geval aangewend worden als terras of iets dergelijks.
Het onderhoud en beheer van de passerellen zijn ten laste van de stranduitbater.
§ 4. Het op de standplaats aanwezig materiaal (zeilen, parasols, stoelen, kussens...) mag niet voorzien zijn van enige publiciteit, tenzij na voorlegging en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen of zijn gelastigde.
§ 5. De stranduitbater dient zelf in te staan voor het plaatsen van het tijdelijk sanitair en afvoer van vuilwater. Hij dient hiervoor een voorstel uit te werken en ter goedkeuring voor te leggen aan het gemeentebestuur. De uitbater houdt hierbij rekening met het feit dat er geen aansluiting op een openbare riolering mogelijk is. Indien chemische toiletten worden gebruikt, moeten dit esthetische modellen zijn, en zijn deze te ledigen tussen 7 en 10 uur ’s morgens.
§ 6. Kinderspelen voor peuters en kleuters zijn niet toegelaten.
§ 7. Het gebruik van vlaggen of kleuren dient zo te gebeuren dat verwarring met de reddingsdiensten uitgesloten wordt. Driehoekige vlaggen in rode, groene of gele kleuren
zijn verboden. Er is slechts één vlaggenmast met bijhorende vlag toegestaan, met enkel de naamvermelding van de subconcessiehouder, zonder bijkomende reclamevermelding.
§ 8. Elk dienstjaar dient een plan met de indeling van de concessie en met vermelding van de oppervlakte, plaatsing en bestemming van alle voorgenomen constructies en aangewende materialen, alsook van de ligging van de nutsvoorzieningen, te worden ingegeven ter goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
§ 9. Eventuele beplanting mag niet rechtstreeks in het zand aangebracht worden, doch enkel in wegneembare materialen (bloembakken). Alle beplanting dient van het strand verwijderd te zijn op 15 oktober.
§ 10. Het is verboden handdoeken, badpakken, enz... op de standplaats of elders op het strand te laten drogen of uit te hangen. De badpakken, welke de stranduitbaters in gebruik geven, moeten fatsoenlijk en in goede staat zijn.
§ 11. De strandzetels dienen in goede staat en net te zijn. Ze mogen slechts worden geplaatst op de toegewezen standplaats.
§ 12. Al het voor de uitbating aangewend materieel (relaxzetels, kussens, tafels, stoelen, …) met uitzondering van de vaste windschermen en palen, dient op het einde van iedere dag (21.00u) te zijn ondergebracht in de aanwezige bergruimte op de concessie. Wat niet in de bergruimte kan ondergebracht worden, moet met een wit zeil afgedekt worden. Afvalcontainers/-zakken mogen nooit permanent in het zicht blijven en moeten dus ook in de bergruimte worden ondergebracht.
Artikel 12 – Strandcabines (voor berging en raamverkooppunt).
§ 1. Er mogen geen reclameborden noch aanplakbrieven aan worden opgehangen. De voorna(a)m(en) en/of de familiena(a)m(en) van de stranduitbater moet op elke cabine in zwarte letters worden geschilderd.
§ 2. De strandcabines moeten van binnen kunnen gesloten worden.
§ 3. Daarenboven moet elke dag op een zichtbare plaats aan één der strandcabines een bord uithangen met daarop de toegepaste prijzen.
Artikel 13 – Zeilen en omheining en verhardingen.
§ 1. Bij de afbakening van een verbruiksruimte moet hoofdzakelijk worden gewerkt met transparante materialen, zodat doorkijk mogelijk blijft. De afbakening is maximum 1,7 m hoog t.o.v. het strandniveau. De maximumhoogte van de zeilen is eveneens bepaald op 1,70 m.
§ 2. Teneinde de gebruikers van strandzetels te beschermen tegen wind en opgewaaid zand is het de stranduitbater toegelaten om zeilen op de hem toegewezen standplaats te plaatsen.
§ 3. De zeilen mogen echter nooit derwijze worden geplaatst dat de standplaats aan de zeekant volledig zou zijn afgesloten; bij hoogwater moet er steeds een vrije strook van 5 (vijf) meter vrij blijven.
§ 4. De zeilen vanaf meer dan 40 meter lengte dienen een opening te laten van 10 meter, dit gemeten loodrecht vanaf de exploitatiecabine naar de waterlijn toe.
§ 5. Na iedere seizoendag dienen de zeilen evenals de daartoe gebruikte palen verwijderd en opgeborgen te worden.
Artikel 14 – Vrije toegankelijkheid.
§ 1. Het strand moet te allen tijde kosteloos voor de voetgangers toegankelijk blijven (artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 april 1995) en de doorgang van voetgangers door de in subconcessie gegeven zone mag niet geweigerd of verhinderd worden, onverminderd de sluitings- en ontruimingsplicht bepaald in art. 8, §3.
§ 2. Er moet altijd een strook strand van minstens 5 meter vanaf de hoogwaterlijn vrij blijven.
§ 3. Het is de stranduitbater verboden de houders van een regelmatige vergunning of machtiging voor het verkopen van ijscrème, gebak of voor het nemen van foto's te belemmeren in de uitoefening van hun bedrijvigheid.
Artikel 15 – Houding ten aanzien van het publiek.
§ 1. De stranduitbater en hun aangestelden dienen een verzorgde kledij te dragen.
§ 2. De stranduitbater én hun personeel dienen tegenover het publiek steeds de meest hoffelijke en correcte houding aan te nemen; het is hen o.a. ten strengste verboden publiek te ronselen of lastig te vallen.
§ 3. De stranduitbater dient na te gaan of hun personeel in het bezit is van een recent bewijs van goed zedelijk gedrag. Dit moet op de standplaats voorhanden zijn en op elk verzoek van de toezichthoudende diensten kunnen voorgelegd worden.
Artikel 16 - Exploitatiebeperkingen.
§ 1. De subconcessie beperkt op generlei wijze het recht van het Vlaamse Gewest om openbare werken op het strand, aan de zeedijken of langs de kust uit te voeren, om zand op te spuiten, weg te nemen of te laten wegnemen, waar het dit nuttig oordeelt.
§ 2. Het bestuur houdt zich steeds het recht voor om het strand tijdelijk in gebruik te nemen voor het houden van feesten, plechtigheden, culturele, toeristische en sportmanifestaties, ingericht door of met medewerking van het bestuur of de hogere overheid.
In voorkomend geval, met uitzondering van wat is bepaald in artikel 7, §3, tweede lid in geval van elke onmogelijkheid tot uitbating, zal geen vermindering van de concessievergoeding, noch enige schadevergoeding kunnen worden geëist.
Artikel 17 – Primauteit van door het Vlaamse Gewest verleende concessieovereenkomsten en/of op gemeentelijke politieverordeningen.
Voor zover dit lastenboek bepalingen mocht bevatten die niet in overeenstemming zijn met de ‘Concessieovereenkomst zeedijk en strand niet gedekt door de strandconcessie gemeente Koksijde’, het besluit van het IVA MDK tot het verlenen van de strandconcessie 0000 Xxxxxxxx hebben de conflicterende bepalingen van deze concessies en besluiten voorrang op de bepalingen van het onderhavig lastenboek. Het gemeentebestuur behoudt zich het recht voor desgevallend de bepalingen van dit lastenboek daarmee in overeenstemming te brengen.
Anderzijds heeft het lastenboek voorrang op eventueel ermee strijdige politieverordeningen, die echter hun uitwerking behouden tenzij anders mocht bepaald zijn.
Artikel 18 – Andere besluiten en regelgevingen.
De bepalingen van dit lastenboek doen uiteraard in geen enkele mate afbreuk aan de bepalingen van internationale verdragen, die rechtstreeks in België toepasselijk zijn, aan de wetten, decreten, besluiten, verordeningen of reglementen die voor de exploitatie van de standplaats strengere of in dit lastenboek niet voorziene bepalingen mochten bevatten, noch aan de sanctieregeling die in die publiekrechtelijke regelgeving is voorzien.
Artikel 19 – Geluidsnormen.
Ҥ 1. De subconcessionarissen van een domeinconcessie op het strand kunnen op hun standplaats muziek produceren tijdens de openingsuren van 12u tot zonsondergang mits voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de burgemeester. Aan die aanvraag moet een plan worden toegevoegd met nauwkeurige aanduiding van de plaats(en) waar en hoe de muziekinstallatie(s) en de eventuele elektronische versterkers zullen opgesteld worden.
§ 2. De geluidsinstallatie(s) mag/mogen zich uitsluitend bevinden in of aan het verkoopraam en moet(en) van die aard zijn dat de emissie uitsluitend gericht is naar de standplaats en niet naar de zeedijk.
§ 3. Het geluidsniveau mag nooit hoger zijn dan 75 dB(A) en dit gemeten op gelijk welke plaats op de strandconcessie waar zich personen kunnen bevinden. De burgemeester kan zijn toestemming verbinden aan het gebruik van geluidsbegrenzers.
§ 4. De uitbaters van de subconcessie moeten voldoen aan de verplichtingen van SABAM”.
Artikel 20 – Maatregelen.
§ 1. Wanneer de stranduitbater gedurende de exploitatie inbreuken begaat op de onderhavige bepalingen, zal hiervan een schriftelijk verslag overgemaakt worden aan het college van Burgemeester en Schepenen door de toezichthoudende diensten van het gemeentebestuur
§ 2. Bij een eerste overtreding volgt een waarschuwing, gegeven door het college van burgemeester en schepenen. De ingebrekestelling zal via mail bezorgd worden en per aangetekend schrijven bevestigd worden aan de stranduitbater.
§ 3. In geval van herhaling kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot tijdelijke sluiting van de inrichting.
§ 4. In geval van tweede of meerdere herhaling, en indien de inbreuk van aard is de openbare rust te verstoren, tumult te veroorzaken en/of de rust van de badgasten, wandelaars en omwoners in het gedrang te brengen, zal het college de verleende domeinconcessie definitief kunnen herroepen, zonder daarvoor enige schadevergoeding verschuldigd te zijn.
§ 5. In de gevallen van § 3 en 4 zal de betrokkene per elektronische post, bevestigd door een aangetekend schrijven of door een door de politiediensten ter hand gesteld document:
• in kennis worden gesteld van de datum en aard van de bij herhaling vastgestelde inbreuk(en) met kopie van het door de bevoegde politionele of gemeentelijke ambtenaar opgemaakt proces-verbaal, verslag of vaststellingsakte en van de aard van de maatregel die het college zich voorneemt te nemen;
• meegedeeld worden waar en wanneer hij van het dossier kennis kan nemen;
• meegedeeld worden dat hij op de aangegeven dag en uur door het college, of een afgevaardigde ervan, desgewenst in aanwezigheid van een raadsman, zal gehoord worden, tenzij hij verkozen heeft voorafgaandelijk zijn verweer per elektronische post, bevestigd door een aangetekend schrijven, te laten gelden.
Per elektronische post, bevestigd bij aangetekend schrijven of afgegeven door de politiediensten, zal het college kennis geven van de beslissing die het heeft genomen. De betrokken stranduitbater dient er onmiddellijk gevolg aan te geven, bij gebreke waaraan de gemeente, op kosten van de betrokken stranduitbater, alle nodige maatregelen zal kunnen treffen om de uitbating te sluiten, desnoods door verzegeling.
Artikel 21 – Aan de kandidaten-subconcessiehouder zal volgend inschrijvingsformulier ondertekend bij de aanbesteding moeten worden gevoegd:
“INSCHRIJVINGSFORMULIER BETREFFENDE DE STRANDCONCESSIE AAN EEN STRANDUITBATER VOOR DE UITBATING VAN EEN BEACHBAR TER HOOGTE VAN HET ZOUAVENPLEIN
Ten overstaan van het gemeentebestuur Koskijde, vertegenwoordigd door: Xxxx Xxxxxx Xxxxxxx, burgemeester en Xxxxx Xxxxxxxxxx, gemeentesecretaris Wordt door ondergetekende stranduitbater bevestigd wat volgt.
Ik, ondertekende (naam, voornaam en adres):
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
(in geval wordt opgetreden voor een vennootschap of verenging) Handelend in naam van (naam, rechtsvorm en adres):
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Verklaar de som van te bieden (in cijfers en in letters):
Standgeld:……1200 euro…………………
Schenkvergoeding (minimum 2400 euro):………………………………………………………………………………..
Voor de subconcessie tot het uitbaten van een beachbar op het strand van Koksijde ter hoogte van het Zouavenplein periode 2017-2020 en mogelijke verlenging van 2021-2023
Artikel 1.
De stranduitbater bevestigt kennis te hebben genomen van het door de gemeenteraad goedgekeurd lastenboek, houdende de lasten en voorwaarden voor de subconcessie aan een stranduitbater periode 2017-2021, er een exemplaar van ontvangen te hebben en ze zonder enig voorbehoud te aanvaarden en te zullen naleven.
Artikel 2.
Het plan met de indeling van de concessie – met vermelding van oppervlakte wordt goedgekeurd. Subconcessiehouder neemt kennis van de locatie en het plan.
Artikel 3.
Partijen zullen met mekaar communiceren via elektronische post, bevestigd per gewoon schrijven, behoudens wanneer in het lastenboek anders is bepaald.
Artikel 4.
Bovendien verklaar ik al de schikkingen die worden vermeld in onderhavig lastenboek goedgekeurd door de gemeenteraad van 21 november 2016 en waarvan ik kennis heb genomen, stipt na te leven.
Artikel 5.
Door in te schrijven voor deze concessie verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikel 69 van het Koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken.
Gedaan te………………………………………………
Op………………………………………………………….
Naam…………………………………………………….
Functie…………………………………………………..
(handtekening)
……………………………………………………………….