OVEREENKOMST
tussen de
Europese Unie
en de
Verenigde Staten van Amerika
tot vaststelling van beveiligingsprocedures voor de lancering van Galileo-satellieten vanaf het grondgebied van de VS
DE EUROPESE UNIE, hierna “de EU” genoemd,
en
DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA, hierna “de Verenigde Staten” genoemd, hierna samen “de partijen” genoemd,
OVERWEGENDE het belang dat ruimtevaarttechnologieën voor naties en hun burgers hebben op het gebied van communicatie, teledetectie, navigatie en nationale veiligheid,
OVERTUIGD van de noodzaak dat de Verenigde Staten en de EU samenwerken opdat de voordelen van deze belangrijke technologieën voor alle relevante toepassingen ten volle kunnen worden gerealiseerd,
ERAAN HERINNEREND dat Xxxxxxx het wereldwijde satellietnavigatiesysteem van de EU is dat is ontworpen om gratis plaats- en tijdsinformatie te verstrekken voor een breed scala van sectoren zoals luchtvaart, spoorwegen, scheepvaart of telecommunicatie,
ZICH ERVAN BEWUST dat de invoer van door de Europese Unie gerubriceerde apparatuur op het grondgebied van de Verenigde Staten met het oog op satellietlanceringen inherente veiligheidsrisico’s met zich meebrengt en passende beveiligingsmaatregelen en samenwerking tussen de Verenigde Staten en de EU vereist,
OVERWEGENDE dat de Verenigde Staten en de EU de doelstelling delen om misbruik van ruimtevaarttechnologieën te voorkomen en in bescherming daartegen te voorzien, waardoor hun eigen veiligheid wordt versterkt en hun burgers een hoog niveau van veiligheid wordt geboden,
REKENING HOUDEND met het strategische en wetenschappelijke belang en de economische waarde van de Galileo-satellieten,
ERKENNENDE dat de bescherming van gerubriceerde informatie en activa in verband met de lancering van Galileo-satellieten moet worden gewaarborgd,
OVERWEGENDE dat de technische uitdagingen waarmee satellietlanceringen gepaard gaan de voortdurende uitwisseling van informatie en samenwerking tussen de Verenigde Staten en de EU onontbeerlijk maken,
HERINNEREND AAN de Overeenkomst inzake de bevordering, de beschikbaarstelling en het gebruik van het Galileo- en het gps-navigatiesysteem en verwante toepassingen tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Staten van Amerika, anderzijds, ondertekend in Dromoland Castle, Co. Xxxxx, op 26 juni 2004,
HERINNEREND AAN de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake de beveiliging van gerubriceerde gegevens, gedaan te Washington op 30 april 2007 (hierna “de beveiligingsovereenkomst” genoemd), en met name artikel 19, en de bijbehorende beveiligingsregeling voor de bescherming van gerubriceerde gegevens die tussen de EU en de Verenigde Staten van Amerika worden uitgewisseld, goedgekeurd bij wisseling van nota’s van 26 juli 2007 en 26 februari 2008 (hierna “de beveiligingsregeling” genoemd),
OVERWEGENDE dat de Europese Commissie het beheer van de contracten voor lanceringsdiensten voor Xxxxxxx heeft toevertrouwd aan het Europees Ruimteagentschap, hierna “ESA” genoemd, dat de satellietlanceringscampagnes voor de Europese Unie uitvoert,
OVERWEGENDE de verantwoordelijkheden van Amerikaanse commerciële lanceringsdienstverleners zoals gedefinieerd in de wet- en regelgeving, het beleid, de toepasselijke vergunningen en de ondersteuningsregelingen van de VS, en de overeenkomstige rol en verantwoordelijkheden van Amerikaanse ministeries en agentschappen,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze overeenkomst is van toepassing op lanceringen van Galileo-satellieten vanaf het grondgebied van de Verenigde Staten.
Beide partijen erkennen dat gerubriceerde EU-apparatuur en -documentatie uit de EU zullen worden uitgevoerd en in de Verenigde Staten zullen worden ingevoerd, op het grondgebied van de VS zullen worden gebruikt en weer naar de EU zullen worden uitgevoerd. Ter bescherming van de gerubriceerde EU-apparatuur en -documentatie zorgen beide partijen er in nauw overleg met de lanceringsdienstverlener voor dat alle nodige en passende maatregelen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst zijn getroffen om die apparatuur en documentatie te controleren en te beschermen.
Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald of de Europese Commissie na overleg met de partijen daarvoor toestemming heeft verleend, behouden de plaatselijke beveiligingsfunctionaris van ESA (hierna “ESA-LSO” genoemd), de door hem of haar aangewezen personen en de door de Europese Commissie aangewezen personen exclusieve toegang tot gerubriceerde EU-apparatuur en -documentatie tijdens elke lanceringscampagne, vanaf de aankomst van die apparatuur en documentatie op het grondgebied van de VS tot de verwijdering ervan van het grondgebied van de VS.
Indien gerubriceerde EU-informatie (hierna “EUCI” genoemd) wordt vrijgegeven aan of anderszins wordt ontvangen door de regering van de Verenigde Staten of door gemachtigde derden als bedoeld in artikel 5, lid 4, of andere derden waarover de partijen onderling een besluit hebben genomen, zijn de bepalingen van de beveiligingsovereenkomst en de hierin opgenomen bepalingen van toepassing op de bescherming van die EUCI, die zij beheersen, ongeacht de Europese entiteit die deze verstrekt.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
“gerubriceerde EU-informatie”: informatie of materiaal met een bepaalde EU-rubricering, waarvan ongeoorloofde openbaarmaking de belangen van de EU of van een of meer van haar lidstaten in meerdere of mindere mate kan schaden; EUCI kan in mondelinge, visuele, elektronische, magnetische of documentaire vorm zijn, dan wel in de vorm van materiaal, uitrusting en technologie daaronder begrepen.
“gerubriceerde EU-apparatuur en -documentatie”: apparatuur en documentatie die EUCI bevat;
“beschermde activa van de EU”: elk voorwerp of materiaal op een lanceerbasis dat op het grondgebied van de Verenigde Staten wordt ingevoerd met het oog op de lancering van een Galileo-satelliet, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, gerubriceerde EU-apparatuur en -documentatie;
“beveiligde zones”: gebieden op de lanceerbasis voor de opslag en behandeling van beschermde activa van de EU, in overeenstemming met de contractuele afspraken van de EU met de lanceringsdienstverlener en de ondersteuningsregelingen van de lanceringsdienstverlener met de lanceerbasis;
“lanceerbasis”: een of meer specifieke locaties op eigendom van de Amerikaanse overheid met faciliteiten voor de assemblage van het lanceervoertuig, de behandeling van de brandstof ervoor, de voorbereiding van een ruimtevaartuig voor de lancering, de lancering en de monitoring van lanceringen, die zich op het grondgebied van de Verenigde Staten bevindt of bevinden en van waaruit de lancering van de Galileo-satellieten zal plaatsvinden;
“commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit”: een faciliteit voor de voorbereiding van een ruimtevaartuig en de lading ervan voor lancering, die zich op het grondgebied van de Verenigde Staten bevindt, op particulier eigendom buiten de lanceerbasis;
“beveiligingsincident”: elke gebeurtenis die kan leiden tot ongeoorloofde toegang tot of gebruik, openbaarmaking, wijziging of vernietiging van informatie, documentatie of apparatuur, of verstoring van de systeemactiviteiten van beschermde activa van de EU;
“lanceringsdienstverlener”: de Amerikaanse organisatie waarmee de Europese Commissie een contract heeft voor de lancering van Galileo-satellieten;
“Galileo”: het autonoom civiel wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) van de EU dat onder civiele controle staat en bestaat uit een constellatie van satellieten, controlecentra en een mondiaal netwerk van grondstations, dat plaatsbepalings-, navigatie- en tijdmetingsdiensten aanbiedt, inclusief de beveiligingsbehoeften en -voorschriften;
“Galileo-satelliet”: een tot het Galileo-systeem behorend ruimtevaartuig dat op het grondgebied van de Verenigde Staten wordt ingevoerd met het oog op lancering;
“Galileo-satellietwrakstukken”: elke Galileo-satelliet of een deel daarvan, met inbegrip van fragmenten en elementen daarvan, die zich na een storing of ongeval met de Galileo-satelliet op het grondgebied van de Verenigde Staten of in de territoriale wateren van de VS of internationale wateren bevinden;
“Europees Ruimteagentschap” (ESA): een intergouvernementele organisatie die is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimteagentschap, dat op 30 mei 1975 in Parijs voor ondertekening is opengesteld en op 30 oktober 1980 in werking is getreden. Overeenkomstig artikel 28, lid 4, van Verordening (EU) 2021/696 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van het ruimtevaartprogramma van de Unie en tot oprichting van het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma (hierna de “EU-ruimtevaartverordening”) heeft de Europese Unie ESA belast met taken in verband met de uitvoering van het ruimtevaartprogramma van de Unie, met inbegrip van de aanbesteding van en de uitvoering van specifieke contracten voor lanceringsdiensten, die ESA voor de Europese Unie uitvoert;
“Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma” (hierna “Euspa” genoemd): het bij de EU-ruimtevaartverordening opgerichte EU-agentschap, dat door de Europese Commissie is belast met het beheer en de exploitatie van de Galileo-component van het ruimtevaartprogramma van de Unie;
“plaatselijk beveiligingsfunctionaris van ESA”: de door de Europese Commissie aangewezen ESA-ambtenaar die verantwoordelijk is voor de beveiliging van de lanceringscampagnes van Xxxxxxx van de EU;
“door de ESA-LSO aangewezen personen”: ESA-personeel en ESA-contractanten die door de ESA-LSO schriftelijk zijn aangewezen om namens hem of haar een specifieke rol, verantwoordelijkheid of taak te vervullen. De aanwijzing is beperkt tot een specifieke taak en houdt voor de aangewezen persoon geen machtiging in om namens de ESA-LSO in algemene zin op te treden;
“door de Europese Commissie aangewezen personen”: personeel van de EU, inclusief van Euspa, en deskundigen uit de EU-lidstaten die door de Europese Commissie schriftelijk zijn aangewezen om namens haar een specifieke rol, verantwoordelijkheid of taak te vervullen. De aanwijzing is beperkt tot een specifieke taak en houdt voor de aangewezen persoon geen machtiging in om namens de Europese Commissie in algemene zin op te treden.
Artikel 3
Invoerprocedures
De invoer van beschermde activa van de EU op het grondgebied van de Verenigde Staten is onderworpen aan de wetgeving van de Verenigde Staten, met inbegrip van wetten die worden beheerd of gehandhaafd door de douane en grenswacht van de VS (U.S. Customs and Border Protection, CBP). De CBP beslist, in overeenstemming met het toepasselijke recht en beleid, discretionair of een inspectie van de desbetreffende goederen noodzakelijk is.
De EU verstrekt de bevoegde Amerikaanse instanties in overleg met de lanceringsdienstverlener alle informatie die krachtens de Amerikaanse wetgeving vereist is om de inklaring van beschermde activa van de EU mogelijk te maken, met inbegrip van de naleving van de toepasselijke vergunningsvereisten. De Verenigde Staten verstrekken de Europese Commissie informatie over de geplande inklaringsprocedures.
Indien de CBP het nodig acht een Galileo-satelliet of andere beschermde activa van de EU te inspecteren, neemt het overeenkomstig artikel 9 aangewezen CBP-contactpunt contact op met de ESA-LSO en zorgt het er voor zover mogelijk voor dat de ESA-LSO en/of de door hem/haar aangewezen personen aanwezig zijn bij die inspectie. Dergelijke douane-inspecties worden uitgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving van de VS, in een beveiligde zone of een andere in onderling overleg aangewezen faciliteit op de lanceerbasis, met beveiliging die in verhouding staat tot de aard van het (de) geïnspecteerde goed (goederen), en worden alleen uitgevoerd voor zover dat nodig is om overeenstemming met de wetgeving van de VS te waarborgen.
De ESA-LSO kan de CBP verzoeken eventuele inspecties te onderbreken om voorafgaand bilateraal overleg tussen de Europese Commissie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS mogelijk te maken. Tenzij onmiddellijk gevaar dreigt voor mensenlevens of de nationale veiligheid van de Verenigde Staten, verwacht de CBP aan een dergelijk verzoek te voldoen.
Artikel 4
Bescherming van de beveiligde zones van lanceerbases en van beschermde activa van de EU
Op een wijze die strookt met de wetgeving, het beleid, de procedures en de regelingen ter ondersteuning van de lanceringsdienstverlener van de VS:
nemen de Verenigde Staten alle nodige en passende maatregelen om de lanceerbasis te beschermen tegen elke intrusie, mede in gebieden met een beveiligde zone;
nemen de Verenigde Staten alle nodige en passende maatregelen om beschadiging, wijziging en manipulatie van Galileo-satellieten tijdens de lanceringscampagne te voorkomen, te beginnen bij hun aankomst op het grondgebied van de VS en eindigend met de verwijdering van het grondgebied van de VS;
bevestigen de Verenigde Staten op verzoek van de Europese Commissie de status van de veiligheidsmachtiging voor de faciliteit van de lanceringsdienstverlener en de eigenaar/exploitant van de commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit volgens het nationale recht van de Verenigde Staten met betrekking tot de opslag van gerubriceerde apparatuur en documentatie. De Verenigde Staten stellen de Europese Commissie in kennis van elke wijziging van een eerder bevestigde status;
verschaffen de Verenigde Staten, onverminderd artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 4, en artikel 6, lid 3, zich geen toegang tot en verrichten zij geen inspectie van beschermde activa van de EU op een lanceerbasis. De Verenigde Staten beschermen de beveiligde zones tegen elke vorm van ongeoorloofde binnenkomst, afluisteren of andere vormen van inmenging in de activiteiten in de beveiligde zones;
hebben personeelsleden van de regering van de Verenigde Staten en van ondersteunende contractanten, uitsluitend om zich te vergewissen van de naleving van de veiligheids-, beveiligings- en milieuvoorschriften, de handhaving van het strafrecht, of zoals anders bepaald in artikel 5, toegang tot en mogen zij een inspectie verrichten van een beveiligde zone op een lanceerbasis. In geval van een dergelijke toegang of inspectie geven personeelsleden van de regering van de Verenigde Staten en van ondersteunende contractanten een redelijke termijn om de tijdige toegang tot de beveiligde zone door de ESA-LSO of de door hem/haar aangewezen personen te vergemakkelijken, en mogen de ESA-LSO of de door hem/haar aangewezen personen de toegang tot een beveiligde zone niet ontzeggen, behalve in beperkte gevallen van een dringend en onmiddellijk gevaar voor mensenlevens of risico’s voor de nationale veiligheid van de Verenigde Staten of voor handhaving van het strafrecht. In dergelijke gevallen houdt het personeel van de regering van de Verenigde Staten de ESA-LSO of, indien deze niet beschikbaar is, de door hem of haar aangewezen personen niettemin naar behoren op de hoogte en doet het al het mogelijke om te zorgen voor een ononderbroken werking van de videosystemen van de EU die op grond van een contract met de lanceringsdienstverlener zijn goedgekeurd;
belemmeren de Verenigde Staten niet het gebruik door de EU van naar behoren ingevoerde telecommunicatieencryptieapparatuur in beveiligde zones op de lanceerbasis of commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit. De EU gebruikt die apparatuur uitsluitend via het communicatienetwerk van de lanceringsdienstverlener of commerciële ladingsfaciliteit, tenzij de Verenigde Staten daarvoor anderszins toestemming verlenen.
De Verenigde Staten houden de ESA-LSO via de lanceringsdienstverlener op de hoogte voordat zij besluiten een deel van de lanceerbasis die voor lancering door de EU wordt gebruikt te evacueren. Voor zover in zulke omstandigheden mogelijk is, mag de EU 24 uur per dag, zeven dagen per week een bewaker plaatsen in of rond de beveiligde zones en de beveiligde zones op afstand blijven monitoren via EU-videosystemen die zijn goedgekeurd op grond van een contract met de lanceringsdienstverlener.
Vóór de uitrol of opslag van gerubriceerde EU-apparatuur en documentatie in een beveiligde zone op een lanceerbasis of in een commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit, delen de Verenigde Staten de Europese Commissie op haar verzoek schriftelijk mee dat alle noodzakelijke en passende beveiligingsmaatregelen zijn getroffen.
De bepalingen van dit artikel zijn hoofdzakelijk van toepassing op activiteiten en beschermde activa van de EU op een lanceerbasis en gelden, tenzij in dit artikel anders is bepaald, niet voor activiteiten en beschermde activa van de EU in een commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit. De activiteiten en de beschermde activa van de EU in een commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit worden in de eerste plaats geregeld door contractuele afspraken tussen de EU, de lanceringsdienstverlener en de eigenaar/exploitanten van die faciliteit.
De EU verstrekt de Verenigde Staten schriftelijk de lijst van gerubriceerde apparatuur en documentatie van de EU die betrokken is bij een lanceringscampagne, alsmede de lijst van beschermde activa van de EU.
De partijen wijzen gezamenlijk schriftelijk de lanceerbasis, de commerciële laadverwerkingsfaciliteit en de beveiligde zones aan die door de EU tijdens elke lanceringscampagne kunnen worden gebruikt.
Artikel 5
Veiligheidsonderzoek
Indien een veiligheidsincident wordt vermoed, meldt de ESA-LSO, indien hij/zij dit passend acht en na een toelichtende vergadering met de veiligheidsbeambte van de lanceringsdienstverlener, het veiligheidsincident voor nader onderzoek aan de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases (Launch Base Security Authority) van de Verenigde Staten. De ESA-LSO rapporteert het veiligheidsincident ook aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS.
De veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de VS onderzoekt, in overleg met de lanceringsdienstverlener, de ESA-LSO en andere relevante organisaties, elk veiligheidsincident dat door de ESA-LSO is gemeld.
Wanneer een onderzoek is afgerond, dienen de Verenigde Staten een volledig verslag in bij de Europese Commissie, in overeenstemming met artikel 25, punt b), van de beveiligingsregeling, en vermelden zij welke corrigerende of herstelmaatregelen eventueel moeten worden genomen.
Personeel van de regering van de Verenigde Staten, van andere federale autoriteiten of van autoriteiten van staten, van de lanceringsdienstverlener, en van hun respectieve ondersteunende contractanten, dat de vereiste veiligheidsmachtigingen heeft, heeft alleen toegang tot of kan alleen een inspectie verrichten van beschermde activa van de EU in geval van een onderzoek naar aanleiding van het veiligheidsincident dat door de ESA-LSO aan de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de Verenigde Staten is gemeld. Deze toegang wordt uitsluitend verleend voor onderzoeksdoeleinden en na voorafgaande toestemming van de Europese Commissie, zoals door de ESA-LSO meegedeeld aan de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de VS. De veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de VS of een andere bevoegde autoriteit van de Verenigde Staten verleent op haar beurt toegang tot EUCI aan het personeel van de federale overheid, de staten en de lanceringsdienstverlener en hun respectieve contractanten, in overeenstemming met de machtiging van de Europese Commissie.
In overeenstemming met artikel 3.3 van de beveiligingsovereenkomst wordt gerubriceerde EU-informatie die door de Europese Commissie, door de Europese Commissie aangewezen personen of de ESA-LSO, met inbegrip van de door hem/haar aangewezen personen, aan de Verenigde Staten is verstrekt ter uitvoering van deze overeenkomst, of informatie die de Verenigde Staten anderszins ontvangen, door de Verenigde Staten beschermd op een wijze die ten minste gelijkwaardig is aan de bescherming die daaraan door de Europese Unie wordt verleend. Bijlage A bij deze overeenkomst is van toepassing op informatie die is voorzien van een stempel, markering of aanduiding “RESTREINT UE/EU RESTRICTED” en die wordt vrijgegeven aan of anderszins wordt ontvangen door de Verenigde Staten.
De partijen erkennen dat een veiligheidsincident in een commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit of bij doorvoer complexe en unieke jurisdictionele uitdagingen met zich mee zou brengen. In een dergelijk geval zou de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de Verenigde Staten alles in het werk stellen om het onderzoek van dat incident met de betrokken partijen, waaronder de EU, de lanceringsdienstverlener, de eigenaar/exploitant van de commerciële ladingsverwerkingsfaciliteit en de bevoegde federale en staatsautoriteiten van de VS, te vergemakkelijken.
Artikel 6
Recuperatie van wrakstukken van Galileo-satellieten
In geval van een storing of ongeval dat leidt tot de vernietiging van de Galileo-satelliet, geven de Verenigde Staten, op een wijze die strookt met de wetgeving, het beleid, de procedures en de regelingen ter ondersteuning van de lanceringsdienstverlener van de VS, de ESA-LSO, de door hem of haar aangewezen personen en de door het in artikel 9 genoemde contactpunt van de Europese Commissie meegedeelde aangewezen personen toestemming om:
deel te nemen aan de zoekactie en wrakstukken van de Galileo-satelliet te verzamelen op de plaats waar die zich bevinden;
de wrakstukken van de Galileo-satelliet op te slaan in een beveiligde zone die onder permanent toezicht staat van de ESA-LSO;
de wrakstukken van de Galileo-satelliet te vervoeren naar het grondgebied van de Europese Unie.
Tijdens de recuperatieacties stelt elk van de partijen de andere partij, telkens wanneer zij op de hoogte is gesteld van de locatie van wrakstukken van de Galileo-satelliet buiten het afgebakende zoekgebied, onverwijld in kennis van de locatie daarvan, voor zover praktisch mogelijk voordat de wrakstukken fysiek uit de locaties worden verwijderd.
Het personeel van de regering van de Verenigde Staten en van de lanceringsdienstverlener en hun ondersteunende contractanten mogen gerecupereerde wrakstukken van Galileo-satellieten alleen voor onderzoeksdoeleinden inspecteren. Daarbij moeten zij ervoor zorgen dat de ESA-LSO aanwezig kan zijn. Elke inspectie van gerecupereerde wrakstukken van de Galileo-satelliet die verder gaat dan een visuele inspectie mag alleen plaatsvinden na overleg tussen de partijen.
De ESA-LSO kan het overeenkomstig artikel 9 aangewezen contactpunt van de federale luchtvaartadministratie (Federal Aviation Administration, FAA) verzoeken elke geplande inspectie van wrakstukken van de Galileo-satelliet te onderbreken om voorafgaand bilateraal overleg tussen de Europese Commissie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS mogelijk te maken. Tenzij onmiddellijk gevaar dreigt voor het leven of de veiligheid van mensen, verwacht de FAA aan een dergelijk verzoek te voldoen.
Artikel 7
Registratie
Voor elke Galileo-satelliet die in het kader van deze overeenkomst vanaf het grondgebied van de VS wordt gelanceerd, zorgt de EU ervoor dat aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties informatie over het ruimtevaartuig wordt verstrekt in overeenstemming met de Overeenkomst inzake de registratie van in de kosmische ruimte gebrachte voorwerpen, gedaan op 12 november 1974 (registratieovereenkomst).
De partijen komen overeen dat de Verenigde Staten niet verantwoordelijk zijn voor de registratie van Galileo-satellieten overeenkomstig de registratieovereenkomst en dat de Verenigde Staten geen jurisdictie of controle hebben over dergelijke voorwerpen in de kosmische ruimte.
Artikel 8
Aansprakelijkheid
Indien de Galileo-satelliet of een onderdeel daarvan schade veroorzaakt die aanleiding geeft tot een of meer schadevorderingen tegen de Verenigde Staten op grond van het internationaal recht:
kunnen de Verenigde Staten de Europese Unie in de plaats van de Verenigde Staten subrogeren, ongeacht het forum waar een dergelijke vordering wordt ingesteld. De EU faciliteert de daartoe gedane inspanningen;
indien een dergelijke subrogatie niet slaagt, stemt de EU ermee in de Verenigde Staten te vrijwaren en schadeloos te stellen voor alle financiële verplichtingen die voortvloeien uit de afwikkeling of berechting van dergelijke vorderingen. De partijen coördineren hun verdediging tegen dergelijke vorderingen;
in geval van een geschil of een mogelijke vordering stellen de Verenigde Staten de EU daarvan onverwijld schriftelijk in kennis, met vermelding van alle relevante gegevens;
indien de Verenigde Staten ervoor kiezen de zaak te schikken, moeten zij de schriftelijke toestemming van de EU verkrijgen alvorens met de schikking in te stemmen. De EU is alleen verantwoordelijk voor schadeloosstelling van de Verenigde Staten voor het schikkingsbedrag indien zij met de schikking heeft ingestemd;
de partijen komen overeen in voorkomend geval in alle stadia overleg te plegen over de behandeling en de afhandeling van dergelijke vorderingen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder “schade” verstaan het verlies van mensenlevens, lichamelijk letsel of een andere aantasting van de gezondheid, of het verlies van of schade aan eigendommen van staten of van natuurlijke of rechtspersonen.
Niets in deze overeenkomst mag worden uitgelegd als een opheffing van de soevereine immuniteit van de Verenigde Staten of van enige andere voorrechten of immuniteiten die voortvloeien uit het internationaal gewoonterecht, uit verdragen en overeenkomsten tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, of uit enige andere internationaalrechtelijke verplichting.
Artikel 9
Contactpunten
Om de uitvoering van deze overeenkomst te vergemakkelijken, wijzen de partijen voor de in de leden 2 en 3 bedoelde entiteiten operationele contactpunten aan en verstrekken zij schriftelijk hun contactgegevens aan de andere partij.
Aan de zijde van de Europese Unie:
de Europese Commissie;
de plaatselijke veiligheidsfunctionaris van het Europees Ruimteagentschap;
het Europees Ruimteagentschap;
het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma;
de lanceringsdienstverlener;
de fabrikant van de satellieten.
Aan de zijde van de Verenigde Staten:
de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases;
de hoogste autoriteit van de lanceerbasis;
de douane en grenswacht;
de federale luchtvaartadministratie.
Artikel 10
Geschillenbeslechting
Alle geschillen tussen de partijen in het kader van of in verband met deze overeenkomst worden uitsluitend via overleg tussen de partijen opgelost.
Artikel 11
Andere overeenkomsten
Niets in deze overeenkomst wijzigt bestaande overeenkomsten of regelingen tussen de partijen.
Inwerkingtreding en beëindiging
Deze overeenkomst treedt in werking op de dag volgende op de datum van ontvangst van de laatste nota in een uitwisseling van diplomatieke nota’s waarbij de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun respectieve interne procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, en blijft van kracht tot 1 januari 2027.
De Europese Unie en de Verenigde Staten kunnen deze overeenkomst geheel of ten dele voorlopig toepassen overeenkomstig hun respectieve interne procedures en wetgeving. De voorlopige toepassing gaat in op de dag volgende op de datum waarop:
de Europese Unie de Verenigde Staten in kennis heeft gesteld van de delen van deze overeenkomst die zij voornemens is voorlopig toe te passen, en
de Verenigde Staten bevestigen dat zij instemmen met de delen van de overeenkomst die voorlopig zullen worden toegepast.
Elke partij kan de andere partij schriftelijk in kennis stellen van haar voornemen deze overeenkomst te beëindigen. De beëindiging wordt acht maanden na ontvangst van de kennisgeving van kracht.
Deze overeenkomst kan worden gewijzigd of verlengd door schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
Bijlage A met maatregelen ter bescherming van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie vormt een integrerend deel van deze overeenkomst.
Artikel 13
Authentieke teksten
De ondertekende Engelse tekst van deze overeenkomst is authentiek. Deze overeenkomst wordt door de EU tevens opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal.
TEN GETUIGE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve autoriteiten, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te (plaats), de (...) xxx xxx (jaar), in twee originelen in de Engelse taal.
Voor de Europese Unie Voor de Verenigde Staten van Amerika
Bijlage A
Maatregelen ter bescherming van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie kan in mondelinge, visuele, elektronische, magnetische of documentaire vorm zijn, dan wel in de vorm van materiaal, uitrusting of technologie daaronder begrepen.
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie kan op elk type fysieke drager worden geregistreerd.
1. Toepassingsgebied en verantwoordelijkheden
De in deze bijlage vastgestelde maatregelen zijn van toepassing indien aan de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de VS of een andere bevoegde VS-autoriteit uit hoofde van deze overeenkomst RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie wordt verstrekt of zij die anderszins ontvangt. De regering van de Verenigde Staten of gemachtigde derden als bedoeld in artikel 5, lid 4, of andere derden waarover de partijen onderling een besluit hebben genomen, die uit hoofde van deze overeenkomst toegang hebben tot RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie, zijn verantwoordelijk voor de behandeling, opslag en registratie van de hierin beschreven informatie.
2. Vrijgaveniveaus
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie is alleen toegankelijk voor daartoe gemachtigde personeelsleden van de VS of van derden met de vereiste “need-to-know” zoals gedefinieerd door de ESA-LSO en de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de VS. Alvorens toegang wordt verleend, moeten de betrokkenen worden gebrieft over de voorschriften en de relevante veiligheidsnormen en -richtsnoeren voor de bescherming van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie, en moeten zij hun verantwoordelijkheid voor de bescherming van deze informatie erkennen.
Een personeelsveiligheidsmachtiging is niet vereist voor gemachtigde personeelsleden van de VS of van derden die toegang hebben tot RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie.
3. Behandeling
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie kan in beveiligde zones van de lanceerbasis als volgt worden behandeld. Gemachtigde personeelsleden van de VS of van derden:
sluiten de deur van hun kantoor tijdens de behandeling van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie;
bergen RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie op of bedekken deze wanneer zij een bezoeker ontvangen;
laten RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie niet zichtbaar achter in hun kantoor;
draaien schermen waarop RESTREINT UE/EU RESTRICTED- informatie wordt weergegeven, te allen tijde weg van ramen en deuren om te voorkomen dat er kan worden meegekeken. Laptops die tijdens vergaderingen worden gebruikt, moeten op het scherm een antireflectie/privacyfilm hebben.
De omgang met RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie buiten een beveiligde zone is toegestaan mits de persoon die in het bezit is van die informatie (de “houder”) zich ertoe heeft verbonden zich te houden aan compenserende maatregelen om deze informatie te beschermen en af te schermen. De compenserende maatregelen omvatten ten minste het volgende:
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie mag niet in het openbaar worden gelezen en mag ook niet onbeheerd in hotelkamers of voertuigen worden achtergelaten;
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie blijft te allen tijde onder de persoonlijke hoede van de houder;
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie wordt buiten de beveiligde zone vervoerd op de in punt 7 van deze bijlage beschreven wijze;
de documenten worden opgeborgen in passend afgesloten meubilair wanneer ze niet worden gelezen of besproken;
de deuren naar de ruimte zijn gesloten wanneer het document wordt gelezen of besproken;
de inhoud van het document wordt niet besproken via een onbeveiligde telefoonlijn, of op Voice/Video over IP via een verbinding die niet is versleuteld met een goedgekeurde oplossing, of in een onversleutelde e-mail of in een e-mail die met een niet-goedgekeurde oplossing is versleuteld;
mobiele apparaten worden uitgeschakeld (of in de vliegtuigmodus gezet) terwijl het document wordt besproken;
het document mag uitsluitend gekopieerd of gescand worden op een standalone (op geen enkel netwerk aangesloten) of gehomologeerd apparaat;
het document mag slechts zolang als nodig is buiten een beveiligde zone worden behandeld en tijdelijk worden meegenomen;
de houder gooit het gerubriceerde document niet weg, maar levert het weer in zodat het in een beveiligde zone kan worden bewaard, of zorgt ervoor dat het in een goedgekeurde papierversnipperaar wordt vernietigd.
4. Opslag
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie op papier, met inbegrip van verwijderbare opslagmedia met niet-versleutelde informatie of informatie die is versleuteld met een niet-goedgekeurde encryptieoplossing, wordt bewaard in afgesloten kantoormeubilair in een beveiligde zone. Deze informatie mag tijdelijk buiten een beveiligde zone worden bewaard, mits de houder zich ertoe heeft verbonden zich te houden aan de compenserende maatregelen bedoeld in het tweede deel van punt 2.
5. Distributie en doorgifte
De behandeling en het beheer, met inbegrip van de distributie van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie, vallen onder de verantwoordelijkheid van de houder.
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie mag niet worden doorgegeven zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Europese Commissie.
6. Elektronische verzending
Over de modaliteiten voor de elektronische verzending van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie binnen de interne overheidsnetwerken van de VS wordt per geval besloten in overleg tussen de partijen.
7. Transport van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie
Naargelang van de beschikbare middelen of de specifieke omstandigheden kan RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie in de vorm van een papieren document dan wel op een verwijderbaar opslagmedium in persona worden getransporteerd.
Een zending mag meer dan één RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie-element bevatten mits het need-to-know-beginsel in acht wordt genomen.
Er wordt een verpakking gebruikt die de inhoud aan het zicht onttrekt. RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie wordt getransporteerd in een ondoorzichtige verpakking, zoals een envelop, een ondoorzichtige map of een aktetas. Op de buitenverpakking is op generlei wijze de aard of het rubriceringsniveau van de inhoud ervan vermeld. Een eventuele binnenverpakking is gemarkeerd met de aanduiding RESTREINT UE/EU RESTRICTED. Op binnen- en buitenverpakking staan de naam, de functie en het adres van de beoogde ontvanger, en een retouradres voor gevallen waarin de zending niet kan worden afgeleverd.
Elk beveiligingsincident met RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie die door een gemachtigd personeelslid of koerier wordt vervoerd, wordt aan de ESA-LSO en de veiligheidsautoriteit voor lanceerbases van de VS gemeld voor nader onderzoek.
Bij verwijderbare opslagmedia die voor het transport van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie worden gebruikt, wordt een verzendingsformulier gevoegd dat nadere informatie bevat over het verwijderbare opslagmedium met de gerubriceerde informatie en alle daarop opgeslagen bestanden, zodat de ontvanger de nodige controles kan verrichten.
Op het medium worden alleen de noodzakelijke documenten opgeslagen. Zo dient bijvoorbeeld alle gerubriceerde informatie op een enkele usb-stick bestemd te zijn voor dezelfde ontvanger. De verzender houdt rekening met de mogelijkheid dat bij de opslag van grote hoeveelheden gerubriceerde informatie op een dergelijk medium een hoger rubriceringsniveau van het medium als geheel geboden is.
Voor het transport van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie wordt uitsluitend gebruikgemaakt van verwijderbare opslagmedia met de passende rubriceringsmarkering. Indien de informatie met een goedgekeurde oplossing is versleuteld, hoeven de verwijderbare media niet te worden gemarkeerd.
8. Reproductie
De reproductie van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie moet worden uitgevoerd door de behandelaar en beperkt tot de strikte operationele behoeften, mits de auteur geen voorbehoud heeft gemaakt. De behandelaar van het document houdt een register bij van de door hem/haar verrichte distributie.
9. Vernietigen en wissen van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie
Alleen papierversnipperaars met niveau 4 van DIN 32757 en niveau 5 van DIN 66399, of een equivalent daarvan, zijn geschikt voor de vernietiging van RESTREINT UE/EU RESTRICTED-documenten. De snippers van goedgekeurde papierversnipperaars mogen als normaal kantoorafval worden verwijderd.
Alle media en apparaten die RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie bevatten, worden aan het einde van de levenscyclus ervan naar behoren opgeschoond. De elektronische gegevens worden op zodanige wijze vernietigd of van IT-middelen en bijbehorende opslagmedia gewist dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de informatie niet kan worden hersteld. Bij de opschoning worden de gegevens van het opslagmedium verwijderd, evenals alle labels, markeringen en activiteitenlogs.
10. Derubricering
RESTREINT UE/EU RESTRICTED-informatie wordt niet gederubriceerd zonder toestemming van de Europese Commissie.
NL NL