STATUTENWIJZIGING
Dossiernummer: 2023.0723.01 Ref: KH - KC - 210524.v4-II
STATUTENWIJZIGING
Heden, @, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
@,
te dezen handelend als hierna vermeld. De verschenen persoon verklaart:
- de algemene ledenvergadering van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Diabetesvereniging Nederland, statutair gevestigd te Leusden, kantoorhoudende te 3818 LE Amersfoort, Xxxxxxxxxxxxx 000, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40476341, heeft besloten tot de onderhavige statutenwijziging;
- de algemene ledenvergadering voorts heeft besloten de verschenen persoon aan te wijzen om deze akte te verlijden;
- van de gemelde besluiten van de algemene ledenvergadering blijkt uit een uittreksel uit de notulen van de betreffende vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering van voormeld besluit, de statuten van de vereniging - met ingang van de dag na heden - algeheel te wijzigen zodat deze komen te luiden als volgt:
STATUTEN
HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
auditcommissie: de auditcommissie van de vereniging, als bedoeld in artikel 20.
Awr: Algemene wet inzake rijksbelastingen. benoemingsadviescommissie: de benoemingsadviescommissie van de vereniging, als bedoeld in artikel 19.
bestuur: het bestuur van de vereniging, als bedoeld in artikel 8. bestuurder: de enig bestuurder/het bestuur van de vereniging, tenzij anders vermeld.
contributiejaar: de perdiode waarover een lid diens jaarlijkse contributie is verschuldigd, te weten vanaf de datum van aanvang van diens lidmaatschap van de vereniging tot die datum een jaar later.
dagen: alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
gekwalificeerde meerderheid: een meerderheid van minimaal twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle leden van de
raad van toezicht respectievelijk ledenraad aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Is een vergadering, waarin een dergelijk besluit aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van de raad van toezicht respectievelijk ledenraad rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met een meerderheid van minimaal twee derde van de uitgebrachte stemmen.
huishoudelijk reglement: het huishoudelijk reglement van de vereniging. kiesdistricten: de kiesdistricten van de vereniging, als bedoeld in artikel 24. leden: de leden van de vereniging, tenzij anders vermeld.
ledenraad: het orgaan van de vereniging dat in Titel 2 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering.
lidmaatschap: het lidmaatschap van de vereniging.
raad van toezicht: de raad van toezicht van de vereniging, als bedoeld in artikel 14.
regio's: de regio's van de vereniging, als bedoeld in artikel 18. remuneratiecommissie: de remuneratiecommissie van de vereniging, als bedoeld in artikel 21.
schriftelijk: een bericht dat is overgebracht bij brief, telefax of e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is.
statuten: de statuten van de vereniging.
vereniging: de vereniging waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, zijnde de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Diabetesvereniging Nederland, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40476341.
WNT: Wet normering topinkomens.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
3. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’ alsmede 'hen' of 'die'. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’ alsmede 'hen' of 'hun'.
HOOFDSTUK II. NAAM. ZETEL. DOEL
Artikel 2. Naam. Zetel
1. De vereniging draagt de naam: Diabetesvereniging Nederland.
2. De verkorte naam van de vereniging luidt: DVN.
3. De vereniging is statutair gevestigd in de gemeente Amersfoort.
Artikel 3. Doel. Middelen
1. De vereniging heeft ten doel het bevorderen van het welzijn en het behartigen van de belangen van personen die diabetes hebben, en daarnaast alles wat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
2. De vereniging tracht dit doel te bereiken door:
a. het vertegenwoordigen van alle personen die diabetes hebben in hun strijd voor goede zorg en een beter leven;
b. het leggen en in stand houden van contacten met en tussen personen die diabetes hebben, medici en paramedische deskundigen, alsmede met en tussen familieleden, partners en verzorgers van personen die diabetes hebben;
c. het (doen) geven van informatie, voorlichting en educatie aan personen die diabetes hebben;
d. het (doen) geven van informatie en voorlichting aan derden over diabetes;
e. het (doen) ontplooien van activiteiten ter voorkoming en ondersteuning van diabetes;
f. het bevorderen van het wetenschappelijk onderzoek naar en de behandeling van diabetes en daarmee verband houdende complicaties;
g. het (doen) bevorderen van door de overheid en andere instanties te nemen maatregelen in het belang van personen die diabetes hebben en het verlenen van medewerking aan de uitvoering van die maatregelen;
h. de tijdelijke of duurzame samenwerking met organisaties die (mede) ten doel hebben het behartigen van de belangen van personen die diabetes hebben,
en daarnaast door alles wat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
3. De vereniging heeft geen winstoogmerk.
4. De vereniging beoogt werkzaam te zijn als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 5b Awr.
5. Het vermogen van de vereniging dient ter verwezenlijking van het doel van de vereniging.
6. Geen natuurlijk persoon noch een rechtspersoon kan over het vermogen van de vereniging beschikken als ware het zijn eigen vermogen.
HOOFDSTUK III. LEDEN. LIDMAATSCHAP
Artikel 4. Leden. Aanmelding. Toelating. Ledenregister
1. De volgende personen kunnen als lid worden toegelaten:
a. personen die diabetes hebben;
b. huisgenoten en familieleden van personen die diabetes hebben;
c. natuurlijke personen die direct of indirect beroepsmatig betrokken zijn bij het wetenschappelijk onderzoek omtrent diabetes en/of de behandeling van personen die diabetes hebben;
d. natuurlijke personen die bereid zijn zich in te zetten voor de realisatie van de doelstelling van de vereniging.
In het huishoudelijk reglement kunnen nadere eisen aan het lidmaatschap worden gesteld.
2. Aanmelding als lid geschiedt door middel van een verzoek daartoe aan de bestuurder.
3. De bestuurder beslist over de toelating van een lid.
4. In geval van niet-toelating door de bestuurder kan de betrokkene binnen twee maanden nadat het besluit tot niet-toelating aan hem bekend is
gemaakt, beroep instellen bij de ledenraad. De ledenraad kan alsnog tot toelating besluiten.
5. De bestuurder houdt een ledenregister bij, waarin de namen, en (e-mail) adressen van alle leden zijn opgenomen, een en ander met inachtneming van de geldende wetgeving rondom privacy en bescherming van persoonsgegevens. De leden zijn verplicht (adres)wijzigingen onverwijld aan de bestuurder mede te delen door middel van een schriftelijk bericht aan het adres van de vereniging.
6. De ledenraad kan - op voorstel van de bestuurder - een eretitel toekennen aan personen op grond van hun buitengewone verdiensten voor de vereniging. In het huishoudelijk reglement kunnen nadere bepalingen over het verkrijgen van een eretitel opgenomen worden.
Artikel 5. Contributie
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van contributie aan de vereniging, waarvan de hoogte - op voorstel van de bestuurder - door de ledenraad wordt vastgesteld. Zij kunnen daartoe door de bestuurder in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.
2. De bestuurder is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen. In het huishoudelijk reglement kunnen hieromtrent nadere regels worden gesteld.
Artikel 6. Einde van het lidmaatschap. Schorsing
1. Het lidmaatschap eindigt door:
a. opzegging door het lid;
b. opzegging door de vereniging;
c. ontzetting;
d. overlijden van het lid.
2. Een lid kan zijn lidmaatschap uitsluitend schriftelijk - en ten minste één maand voor het einde van diens contributiejaar - opzeggen, onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel. Het vorenstaande geldt met dien verstande dat:
a. een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang kan opzeggen binnen één maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing;
b. een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang kan opzeggen binnen één maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen - andere dan de verplichtingen van geldelijke aard - zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door de bestuurder. Dit kan:
a. wanneer een lid heeft opgehouden aan een vereiste voor het lidmaatschap als nader omschreven in artikel 4 lid 2 te voldoen;
b. wanneer een lid heeft opgehouden aan de eventueel in het huishoudelijk reglement opgenomen aanvullende vereisten voor het lidmaatschap te voldoen;
c. wanneer hij zijn (contributie) verplichtingen jegens de vereniging niet
nakomt;
d. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Opzegging geschiedt:
a. als het lid niet in beroep gaat: met onmiddellijke ingang, nadat de termijn als bedoeld in lid 5 van dit artikel is verstreken; of
b. als het lid wel in beroep gaat: nadat de ledenraad een besluit heeft genomen ten aanzien van het ingestelde beroep;
c. onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door de bestuurder. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Het besluit tot ontzetting wordt niet door de bestuurder genomen dan nadat het desbetreffende lid in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
Ontzetting geschiedt:
a. als het lid niet in beroep gaat: met onmiddellijke ingang, nadat de termijn als bedoeld in lid 5 van dit artikel is verstreken; of
b. als het lid wel in beroep gaat: nadat de ledenraad een besluit heeft genomen ten aanzien van het ingestelde beroep;
c. onverminderd het bepaalde in lid 6 van dit artikel.
5. Van een besluit tot opzegging van of ontzetting uit het lidmaatschap door de vereniging, staat de betrokkene binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de ledenraad. Het betrokken lid wordt daartoe op de meest korte termijn schriftelijk van het besluit tot opzegging of ontzetting met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
6. Wanneer een lidmaatschap in de loop van een contributiejaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
7. De bestuurder kan besluiten een lid te schorsen op een van de gronden als omschreven in lid 4 van dit artikel. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van die termijn. Gedurende de schorsing kan het betreffende lid diens lidmaatschapsrechten niet uitoefenen.
HOOFDSTUK IV. STRUCTUUR VAN DE VERENIGING
Artikel 7. Structuur
1. De vereniging kent de volgende organen:
a. het bestuur;
x. xx xxxx van toezicht;
c. de ledenraad.
2. De vereniging heeft een bureau dat de bestuurder, de raad van toezicht, de ledenraad, de commissies en de regio's bijstaat.
3. De vereniging heeft regio's, als nader uitgewerkt in artikel 18 en het huishoudelijk reglement.
HOOFDSTUK V. HET BESTUUR
Artikel 8. Bestuur: Samenstelling. Benoeming
1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit één natuurlijk persoon, die tevens de titel "directeur-bestuurder" mag voeren.
2. De bestuurder wordt benoemd door de raad van toezicht, met dien verstande dat:
a. de bestuurder buiten de leden wordt benoemd;
b. de aandachtspunten met betrekking tot de van de bestuurder gevraagde kwaliteiten, eigenschappen en achtergrond vastgelegd worden in een profielschets die, na overleg met de ledenraad, wordt vastgesteld door de raad van toezicht;
c. de ledenraad door de raad van toezicht wordt betrokken bij de werving- en selectieprocedure van de bestuurder.
3. De bestuurder wordt benoemd voor een periode als omschreven in de overeenkomst waarin diens werkrelatie met de vereniging is vastgelegd.
4. De vaststelling van het salaris en de regeling van de overige arbeidsvoorwaarden van de bestuurder, geschiedt door de raad van toezicht. Het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van de bestuurder hebben betrekking op de werkrelatie van de bestuurder met de vereniging. De hoogte van het salaris dan wel eventuele andere vergoedingen is passend bij het karakter van de vereniging en in lijn met het bepaalde in van toepassing zijnde wet- en regelgeving, waaronder begrepen de WNT.
5. De vergoedingen als bedoeld in lid 4 van dit artikel worden in de jaarstukken van de vereniging zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
6. De bestuurder wordt geacht opgave te doen van diens nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. De bestuurder aanvaardt - zonder voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht - geen nevenfuncties. In het bestuursverslag wordt melding gemaakt van de nevenfuncties van de bestuurder.
Artikel 9. Bestuur: Einde bestuurslidmaatschap. Schorsing. Ontstentenis en belet
1. De bestuurder defungeert door:
a. zijn overlijden;
b. zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c. zijn ontslag door de raad van toezicht;
d. het verlies van het vrije beheer over zijn gehele vermogen;
e. voor zover van toepassing: door een bepaling vermeld in de overeenkomst waarin diens arbeidsrelatie met de vereniging is vastgelegd.
2. De bestuurder kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de raad van toezicht.
3. De raad van toezicht kan de bestuurder schorsen. Een schorsing geldt maximaal twee maanden, tenzij de raad van toezicht voor de afloop van die periode heeft besloten de termijn één keer met maximaal twee maanden te verlengen. De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich tegenover de raad van toezicht te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan. Indien de raad van toezicht niet besluit de geschorste bestuurder te ontslaan dan wel indien de schorsingstermijn niet tijdig wordt verlengd, vervalt de schorsing.
4. De schorsing van de bestuurder vervalt, indien de raad van toezicht niet binnen twee maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing.
5. Een besluit tot ontslag van de bestuurder wordt genomen door de raad van toezicht met een gekwalificeerde meerderheid.
6. In geval van ontstentenis of belet van de bestuurder wordt de vereniging tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door de raad van toezicht steeds moet zijn aangewezen. Een persoon als bedoeld in de vorige volzin kan door de raad van toezicht niet uit haar midden worden aangewezen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden wordt de aangewezen persoon met een bestuurder gelijkgesteld. De raad van toezicht is steeds verplicht zo spoedig mogelijk in een vacature te voorzien.
7. Van ontstentenis is sprake als:
a. een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd; of
b. de bestuurder overlijdt.
Van belet is in elk geval sprake indien de bestuurder wegens:
a. schorsing;
b. ziekte, langer dan één maand; of
c. onbereikbaarheid, langer dan één maand,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan hem bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de vereniging toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
Artikel 10. Bestuur: Vergadering. Besluitvorming. Tegenstrijdig belang
1. De bestuurder kan alle besluiten buiten vergadering nemen.
2. De besluiten als omschreven in artikel 11 leden 6 en 7 worden in ieder geval schriftelijk vastgelegd.
3. In het geval dat de bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging, dient hij dit te melden aan de raad van toezicht en hen daarover alle relevante informatie te verschaffen.
4. Indien de bestuurder een tegenstrijdig belang heeft, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht.
5. De bestuurder draagt zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van het besluitvormingsproces indien sprake is van een tegenstrijdig belang.
Artikel 11. Bestuur: Taak. Bevoegdheid
1. De bestuurder is belast met het besturen van de vereniging.
2. Bij de vervulling van diens taak richt de bestuurder zich naar het belang van de vereniging en de daaraan verbonden organisatie.
3. De bestuurder is gehouden te handelen in overeenstemming met de statuten en reglementen en met inachtneming van het door de bestuurder vastgestelde (meerjaren)beleidsplan en (meerjaren)begroting. De bestuurder legt, voordat hij overgaat tot vaststelling, het (meerjaren)beleidsplan en begroting ter goedkeuring voor aan de raad van toezicht en de ledenraad.
4. De bestuurder is - mits met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht - bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
De bestuurder is - mits met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht - bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5. Erfstellingen mogen door de bestuurder slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding).
6. Aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht zijn onderworpen besluiten van de bestuurder met betrekking tot:
a. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of het aangaan, wijzigen dan wel beëindigen van overeenkomsten tot huur, verhuur of pacht van registergoederen;
b. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;
c. de strategie van de vereniging die moet leiden tot realisatie van de statutaire doelstellingen alsmede de financiering van de strategie van de vereniging;
d. een voorstel tot vaststelling van de (meerjaren)begroting;
e. een voorstel tot vaststelling van het (meerjaren)beleidsplan;
f. een voorstel tot wijziging van de statuten;
g. een voorstel tot ontbinding van de vereniging, waaronder begrepen het besluit tot vaststelling van het batig liquidatiesaldo;
h. een voorstel tot fusie van de vereniging, waaronder begrepen het besluit tot ondertekening van een voorstel tot fusie;
i. een voorstel tot splitsing van de vereniging, waaronder begrepen het besluit tot ondertekening van een voorstel tot splitsing;
j. een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm;
k. de oprichting van een nieuwe rechtspersoon alsmede de vaststelling van de statuten van een nieuwe rechtspersoon;
l. het aangaan dan wel opzeggen van een lidmaatschap van een (coöperatieve) vereniging;
m. het verkrijgen van aandelen in een rechtspersoon alsmede het vervreemden of bezwaren van die aandelen;
n. de duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met andere rechtspersonen, alsmede verbreking van een zodanige samenwerking, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is;
o. het overdragen van activiteiten van de vereniging;
p. aangifte van faillissement en aanvraag van surseance van betaling;
q. het verlenen van een volmacht of anderszins doorlopende algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid, alsmede het intrekken en wijzigen hiervan;
r. het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt;
s. het beleggen van geldmiddelen van de vereniging in aandelen,
obligaties of andere waardepapieren.
7. Aan de goedkeuring van de raad van toezicht zijn eveneens onderworpen de besluiten die de bestuurder neemt als vertegenwoordiger van de vereniging in een situatie waarin de vereniging optreedt als meerderheidsaandeelhouder van enige kapitaalvennootschap, indien en voor zover die besluiten betreffen:
a. de uitgifte van aandelen en de vermindering van kapitaal;
b. de benoeming en het ontslag van een bestuurslid/commissaris;
c. de vaststelling van de jaarrekening en de uitkering van dividend;
x. xx xxxxxxxxx van de statuten;
e. fusie, splitsing of omzetting;
f. ontbinding;
g. het verlenen van de opdracht aan het bestuur tot het doen van aangifte tot faillietverklaring;
h. het verlenen van goedkeuring voor besluiten van het bestuur van de betreffende kapitaalvennootschap, welke besluiten op grond van de statuten van de betreffende kapitaalvennootschap aan de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders onderhevig zijn.
8. De raad van toezicht is bevoegd ook andere besluiten dan die in leden 6 en 7 van dit artikel zijn genoemd aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Die besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en vooraf schriftelijk aan de bestuurder te zijn meegedeeld.
HOOFDSTUK VI. INFORMATIEVOORZIENING DOOR DE BESTUURDER
Artikel 12. Informatievoorziening door de bestuurder
1. De bestuurder verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke informatie en gegevens met name waar het gaat om informatie en gegevens die op welke wijze dan ook verband houden of kunnen houden met hetgeen in artikel 11 leden 6 tot en met 8 staat vermeld.
2. De bestuurder rapporteert regelmatig, en in ieder geval zo vaak de raad van toezicht daarom verzoekt, aan de raad van toezicht over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de strategie en het beleid van de vereniging, de financiële gang van zaken binnen de vereniging (waaronder de algemene en financiële risico’s) en de gebruikte beheers- en controlesystemen.
HOOFDSTUK VII. VERTEGENWOORDIGING
Artikel 13. Vertegenwoordiging
1. De vereniging wordt vertegenwoordigd door de bestuurder.
2. De bestuurder kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan derden, om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. De bestuurder kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. De bestuurder kan van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
HOOFDSTUK VIII. RAAD VAN TOEZICHT
Artikel 14. Raad van toezicht: Samenstelling. Benoeming
1. De vereniging heeft een raad van toezicht bestaande uit een door de ledenraad, op voorstel van de raad van toezicht, te bepalen aantal van minimaal vijf en maximaal zeven natuurlijke personen.
2. De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de ledenraad, met dien verstande dat:
a. de leden van de raad van toezicht uitsluitend buiten de leden kunnen worden benoemd;
b. een lid van de raad van toezicht:
i. geen familie van een ander lid van de raad van toezicht of van de bestuurder mag zijn, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
ii. geen relatie mag hebben met een ander lid van de raad van toezicht of met de bestuurder, waarbij onder relatie in dit verband moet worden verstaan: een huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonend dan wel op andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend;
c. een voormalig bestuurder gedurende een periode van twee jaar na diens defungeren als bestuurder, niet als lid van de raad van toezicht mag worden benoemd;
d. de voorzitter van de raad van toezicht door de ledenraad in functie wordt benoemd;
e. vacatures binnen de raad van toezicht openbaar worden gemaakt en nieuwe leden van de raad van toezicht worden geworven via een transparante procedure en op basis van de profielschets als bedoeld in lid 3 van dit artikel;
benoemingsadviescommissie
f. aan de benoemingsadviescommissie het recht toekomt tot het doen van een enkelvoudige bindende voordracht voor ieder lid van de raad van toezicht;
g. de benoemingsadviescommissie de bestuurder bij de werving- en selectieprocedure van nieuwe leden van de raad van toezicht betrekt;
h. de benoemingsadviescommissie pas overgaat tot voordracht van een lid van de raad van toezicht als alle leden van benoemingsadviescommissie zich kunnen vinden in de voorgenomen voordracht;
i. vanwege het feit dat de voordracht steeds één kandidaat voor een te vervullen vacature bevat, het besluit over de voordracht tot gevolg heeft dat de betreffende kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen als bedoeld in lid 2 sub j. van dit artikel;
j. aan elke bindende voordracht het bindend karakter kan worden ontnomen door een met minimaal twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de ledenraad;
k. indien de ledenraad besluit aan de opgemaakte bindende voordracht het bindend karakter te ontnemen als bedoeld in lid 2 sub j. van dit artikel, de benoemingsadviescommissie (opnieuw) in de gelegenheid
wordt gesteld een enkelvoudige bindende voordracht op te maken.
3. Bij de samenstelling van de raad van toezicht is vereist dat recht wordt gedaan aan diverse facetten die de aandacht van de raad van toezicht vragen waarbij de raad van toezicht als geheel in ieder geval wordt samengesteld op basis van algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de doelstelling van de vereniging en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden. De aandachtspunten met betrekking tot de van een lid van de raad van toezicht gevraagde deskundigheid en achtergrond worden per vacature vastgesteld door de raad van toezicht in een door de raad van toezicht in overleg met de bestuurder op te stellen profielschets. Vaststelling of wijziging van de profielschets behoeft de goedkeuring van de ledenraad. De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de bestuurder en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
4. De benoeming van een lid van de raad van toezicht geschiedt voor een periode van maximaal vier jaar. Een lid van de raad van toezicht is twee keer aansluitend herbenoembaar, waarbij geldt dat:
a. het lid van de raad van toezicht één keer aansluitend voor een periode van maximaal vier jaar kan worden herbenoemd;
b. en vervolgens één keer aansluitend voor een periode van maximaal twee jaar kan worden herbenoemd.
Een lid van de raad van toezicht kan derhalve maximaal tien jaar lid van de raad van toezicht zijn.
5. De leden van de raad van toezicht ontvangen geen bezoldiging, noch middellijk noch onmiddellijk. De leden van de raad van toezicht kunnen recht hebben op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid) gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld en/of vergoeding ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de vereniging, een en ander met inachtneming van het karakter van de vereniging en het bepaalde in van toepassing zijnde wet- en regelgeving, waaronder begrepen de WNT. Het besluit tot uitkering van het vacatiegeld/vergoeding en de vaststelling van de hoogte daarvan wordt genomen door de ledenraad, op voorstel van de raad van toezicht en na overleg met de bestuurder.
6. De in lid 5 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarstukken van de vereniging zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
7. Een lid van de raad van toezicht meldt al diens hoofd- en nevenfuncties aan de (overige) leden van de raad van toezicht. In de jaarstukken van de vereniging wordt melding gemaakt van de nevenfuncties van de leden van de raad van toezicht.
Artikel 15. Raad van toezicht: Einde lidmaatschap. Schorsing. Ontstentenis en belet
1. Een lid van de raad van toezicht defungeert door:
a. zijn overlijden;
b. zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c. zijn ontslag door de ledenraad, op een van de gronden als nader omschreven in lid 3 van dit artikel;
d. het verlies van het vrije beheer over zijn gehele vermogen;
e. het ontstaan van een situatie als bedoeld in artikel 14 lid 2 sub b.;
f. het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd.
2. Een lid van de raad van toezicht kan door de ledenraad worden geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn.
3. De ledenraad kan een lid van de raad van toezicht ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid van de raad van toezicht redelijkerwijs niet van de vereniging kan worden verlangd.
4. Het lid over wiens schorsing of ontslag wordt beraadslaagd, moet in de vergadering de gelegenheid worden geboden om te worden gehoord en heeft het recht zich te verdedigen of te verantwoorden.
5. Bij ontstentenis of belet van een lid van de raad van toezicht, zijn de overige leden van de raad van toezicht met het toezicht belast. Een niet-voltallige raad van toezicht blijft volledig bevoegd.
In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht wordt het toezicht tijdelijk uitgeoefend door één of meer door de ledenraad voor deze situatie aangewezen personen.
6. Van ontstentenis is sprake als:
a. een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd; of
b. een lid van de raad van toezicht overlijdt.
Van belet is in elk geval sprake indien een lid van de raad van toezicht door:
a. schorsing;
b. ziekte, langer dan twee maanden; of
c. onbereikbaarheid, langer dan twee maanden,
tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan hem bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de vereniging toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
Artikel 16. Raad van toezicht: Taak. Bevoegdheid
1. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de bestuurder en op de algemene gang van zaken binnen de vereniging. Bij de vervulling van zijn taak richt de raad van toezicht zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
De raad van toezicht staat de bestuurder daarnaast met raad terzijde, zowel anticiperend als reflecterend op beslissingen van de bestuurder.
2. De raad van toezicht stelt jaarlijks een document op waarin hij op hoofdlijnen verantwoording aflegt over het door zijn uitgevoerde toezicht. Dit document komt aan de orde in de jaarvergadering van de ledenraad.
3. Xxxxx lid van de raad van toezicht vervult diens taak zonder last en ruggespraak.
4. De raad van toezicht heeft - in overleg met de bestuurder - het recht om inzage te krijgen in alle boeken en bescheiden van de vereniging.
De raad van toezicht kan de bestuurder aanwijzingen geven omtrent de soort te verschaffen informatie, alsmede omtrent de wijze en frequentie van
informatieverstrekking.
5. De raad van toezicht kan zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft, bij reglement raad van toezicht nader vastleggen.
Artikel 17. Raad van toezicht: Vergadering. Besluitvorming. Tegenstrijdig belang
1. De raad van toezicht vergadert minimaal vier keer per jaar. De oproepingstermijn voor een vergadering van de raad van toezicht bedraagt minimaal vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
2. Vergadering van de raad van toezicht kunnen ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elk deelnemend lid van de van de raad van toezicht door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
3. De vergaderingen van de raad van toezicht worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Bij afwezigheid van de voorzitter worden de vergaderingen van de raad van toezicht geleid door de vicevoorzitter. Indien ook de vicevoorzitter afwezig is, voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
4. Van de leden van de raad van toezicht wordt verwacht dat zij waar mogelijk besluiten op basis van consensus. De raad van toezicht besluit met gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Een besluit kan slechts worden genomen indien minimaal de helft van het aantal leden van de raad van toezicht ter vergadering in persoon aanwezig of vertegenwoordigd is.
5. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een ander lid van de raad van toezicht doen vertegenwoordigen. Ieder lid van de raad van toezicht kan één stem uitbrengen. Bij het staken van stemmen is het voorstel verworpen.
6. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met gewone meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de leden van de raad van toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht opgenomen.
7. Een lid van de raad van toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
Wanneer alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben, wordt het besluit genomen door de ledenraad.
8. De raad van toezicht draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van het besluitvormingsproces indien sprake is van een tegenstrijdig belang.
9. Vergaderingen van de raad van toezicht worden bijgewoond door de bestuurder, tenzij de raad van toezicht met opgaaf van redenen de wens te kennen geeft zonder de bestuurder te willen vergaderen. De bestuurder heeft in de vergadering van de raad van toezicht geen stemrecht maar slechts een adviserende stem. De bestuurder is bevoegd, in overleg met de raad van toezicht, ook derden uit te nodigen om de vergaderingen van de raad van toezicht bij te wonen.
HOOFDSTUK IX. REGIO'S
Artikel 18. Regio's
1. De bestuurder kan regio's instellen en is bevoegd tot het samenvoegen of opheffen daarvan.
2. Een regio verbindt leden die zich willen inzetten voor en/of betrokken voelen bij belangenbehartiging, informatievoorziening en/of sociale activiteiten binnen een geografisch gebied.
3. Een regio heeft geen rechtspersoonlijkheid.
4. Het huishoudelijk reglement kan nadere regels stellen omtrent regio’s.
HOOFDSTUK X. COMMISSIES EN WERKGROEPEN
Artikel 19. Benoemingsadviescommissie
1. De vereniging heeft een benoemingsadviescommissie. De benoemingsadviescommissie is belast met de advisering en begeleiding omtrent een vacature in de raad van toezicht.
2. De benoemingsadviescommissie wordt gevormd door vijf natuurlijke personen, te weten:
a. twee leden van de raad van toezicht, waarvan één lid van de raad van toezicht optreedt als voorzitter van de benoemingsadviescommissie;
b. drie leden van de ledenraad.
3. Een lid van de benoemingsadviescommissie handelt naar eer en geweten, op basis van professionaliteit, onafhankelijkheid en steeds in het belang van de vereniging. Een lid van de benoemingsadviescommissie is zich bewust van de vertrouwelijkheid die een rol als lid van benoemingsadviescommissie met zich meebrengt en handelt daar ook naar.
4. Telkens wanneer er een vacature is in de raad van toezicht, wordt de benoemingsadviescommissie opnieuw samengesteld, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
Artikel 20. Auditcommissie
1. De raad van toezicht stelt een auditcommissie in. De raad van toezicht benoemt de leden van de auditcommissie, welke commissie uit twee leden van de raad van toezicht bestaat.
2. De auditcommissie is ten behoeve van de raad van toezicht in het bijzonder belast met het toezicht op de bestuurder ten aanzien van financiële aangelegenheden binnen de vereniging en voorts met die taken en bevoegdheden die desgewenst door de raad van toezicht in een reglement auditcommissie kunnen worden vastgelegd.
3. In een reglement auditcommissie kunnen tevens nadere regels worden gesteld ten aanzien van de werkwijze van de auditcommissie.
Artikel 21. Remuneratiecommissie
1. De raad van toezicht stelt een remuneratiecommissie in. De raad van toezicht benoemt de leden van de remuneratiecommissie, welke commissie uit twee leden van de raad van toezicht bestaat.
2. De remuneratiecommissie is belast met het voorbereiden van de besluitvorming van de raad van toezicht ten aanzien van het vaststellen van de omvang van de beloning en vergoedingen voor de bestuurder en de leden van de raad van toezicht alsmede met die taken en bevoegdheden die desgewenst door de raad van toezicht in een reglement remuneratiecommissie kunnen worden vastgelegd.
3. In een reglement remuneratiecommissie kunnen tevens nadere regels worden gesteld ten aanzien van de werkwijze van de remuneratiecommissie.
Artikel 22. Commissies. Werkgroepen
1. De bestuurder kan - en al dan niet op verzoek van de ledenraad - één of meerdere commissies of werkgroepen instellen en opheffen.
2. De raad van toezicht stelt in elk geval de volgende commissies in:
a. een auditcommissie;
b. een remuneratiecommissie;
c. een benoemingsadviescommissie.
3. Het orgaan dat de betreffende commissie instelt, stelt de taak en de bevoegdheden van de commissies vast, tenzij in de statuten anders staat vermeld.
4. De leden van de commissies worden benoemd en ontslagen door het orgaan dat de betreffende commissie heeft ingesteld, na overleg met de bestuurder.
HOOFDSTUK XI. BESTUURSVERSLAG. REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 23. Boekjaar. Administratie. Bestuursverslag. Rekening en verantwoording
1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
2. De bestuurder is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
3. De bestuurder licht op een ledenraadvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de ledenraad, zijn bestuursverslag toe. In het bestuursverslag wordt ingegaan op de gang van zaken en het gevoerde beleid binnen de vereniging.
4. De bestuurder legt in de vergadering als bedoeld in lid 3 van dit artikel de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de ledenraad over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurder en de leden van de raad van toezicht; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
5. De bestuurder verleent aan de door de raad van toezicht aangewezen accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek de opdracht om de door de bestuurder opgemaakte balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken. De accountant geeft alsdan de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de stukken. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de algemene vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd.
6. De bestuurder is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
HOOFDSTUK XII. LEDENRAAD. LEDENRAADVERGADERINGEN
Artikel 24. Ledenraad: Samenstelling. Jaarlijkse vergadering
1. De vereniging kent een ledenraad.
2. De vereniging kent - ten behoeve van een evenwichtige representatie van alle leden in de ledenraad - een verdeling van de gewone leden in kiesdistricten, op basis van geografische spreiding op woonadres. Het aantal kiesdistricten wordt in het huishoudelijk reglement vastgelegd, met dien verstande dat er altijd minimaal vijf kiesdistricten zijn.
Ieder lid wordt jaarlijks door de bestuurder ingedeeld in een kiesdistrict op basis van de regio waartoe het lid behoort. Het huishoudelijk reglement regelt de wijze waarop deze indeling tot stand komt, met dien verstande dat gewaarborgd is dat ieder gewoon lid actief en passief kiesrecht heeft binnen de kiesdistrict waartoe hij behoort.
3. De ledenraad wordt in zijn geheel gekozen. Iedere vier jaar vinden hiertoe verkiezingen plaats.
4. De ledenraad bestaat uit natuurlijke personen (afgevaardigden) die door en uit de leden worden gekozen. Per kiesdistrict worden er drie natuurlijke personen door de leden uit het betreffende kiesdistrict gekozen.
Alleen leden kunnen als lid van de ledenraad worden gekozen, met dien verstande dat een lid dat tevens werknemer is van de vereniging, niet kan worden gekozen als lid van de ledenraad.
5. Elk lid kan één stem uitbrengen op een lid binnen zijn kiesdistrict.
Een lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd en het stemrecht kan uitoefenen.
De bestuurder kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Deze voorwaarden worden vooraf kenbaar gemaakt.
6. Een lid van de ledenraad wordt benoemd voor een periode van vier jaar en is één keer herbenoembaar voor een periode van vier jaar.
Een lid van de ledenraad komt na het verstrijken van diens tweede benoemingsperiode pas opnieuw voor een benoeming als lid van de ledenraad (en eventueel aansluitende herbenoeming) in aanmerking, na het verstrijken van een periode van vier jaar.
7. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet-voltallige ledenraad behoudt haar bevoegdheden.
8. Bij de tussentijdse benoeming van leden van de ledenraad ten gevolge van het ontstaan van een tussentijdse vacature geschiedt de benoeming uit de kandidaat-leden van het betreffende kiesdistrict die bij de laatstgehouden ledenraadverkiezing niet benoemd zijn, maar op wie wel minimaal één stem is uitgebracht ("reservelijst"), met dien verstande dat degene, op wie het hoogste aantal stemmen is uitgebracht zal worden benoemd en vervolgens degene, op wie de op één na meeste stemmen zijn uitgebracht en zo vervolgens. In het geval twee of meer kandidaten binnen een kiesdistrict een gelijk aantal stemmen op zich heeft verworven, beslist het lot.
In het geval dat een kiesdistrict niet (meer) beschikt over voldoende kandidaat-leden op de reservelijst als hiervoor in lid 8 van dit artikel is bedoeld, kan de vertegenwoordiging uit het betreffende kiesdistrict pas
worden aangevuld bij de eerstvolgende verkiezingen als bedoeld in lid 3 van dit artikel.
9. In het geval van een tussentijdse vacature, neemt dat lid van de ledenraad (de "plaatsvervanger") de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
Het lidmaatschap van de ledenraad op grond van het vervullen van een tussentijdse vacature vangt aan op de datum waarop de "plaatsvervanger" diens lidmaatschap van de ledenraad schriftelijk heeft aanvaard; hij is daarbij gehouden minimaal vier weken nadat hij het verzoek tot plaatsvervanging heeft ontvangen, schriftelijk te verklaren of hij van plan is zijn benoeming te aanvaarden of dat hij afziet van lidmaatschap van de ledenraad. Het aanvaarden door een "plaatsvervanger" geschiedt schriftelijk op een datum gelegen na de datum van aftreden van diens voorganger.
10. De termijn van een "plaatsvervanger" eindigt op het moment waarop vier jaar zijn verstreken, na de benoeming van het lid van de ledenraad in wiens tussentijdse vacature hij werd benoemd (het oorspronkelijk benoemde lid van de ledenraad). Een "plaatsvervanger" is eenmaal aansluitend herbenoembaar voor een periode van vier jaar, maar uitsluitend indien het plaatsvervangerschap diens eerste - weliswaar niet volledige - termijn in de ledenraad was.
11. Het lidmaatschap van de ledenraad eindigt door:
a. het eindigen van zijn lidmaatschap van de vereniging;
b. zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
c. het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd.
In het geval dat een lid van de ledenraad tijdens zijn lidmaatschap van de ledenraad niet langer behoort tot het kiesdistrict waaruit hij is benoemd, mag hij zijn lidmaatschap van de ledenraad tot het einde van zijn benoemingstermijn vervullen.
12. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het kalenderjaar en met inachtneming van artikel 23 lid 3, wordt een ledenraadvergadering (de jaarvergadering) gehouden waarin onder meer de volgende agendapunten aan de orde komen:
a. het bestuursverslag en balans en de staat van baten en lasten met toelichting als bedoeld in artikel 23 met het verslag van de aldaar genoemde accountant;
b. voorstellen van de bestuurder, de raad van toezicht of de ledenraad, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de ledenraadvergadering;
c. het aanwijzen van een of meer personen als bedoeld in artikel 15 lid 5 (belet en ontstentenis).
13. Naast de ledenraadvergadering als bedoeld in lid 12 van dit artikel, worden ledenraadvergaderingen gehouden zo vaak de bestuurder dit wenselijk oordeelt, doch minimaal twee keer per jaar.
14. Daarnaast is de bestuurder op schriftelijk verzoek van minimaal een zodanig aantal leden van de ledenraad als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een ledenraadvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen
de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 26.
Artikel 25. Ledenraad: Taak. Bevoegdheid
Aan de ledenraad komen de taken en bevoegdheden toe zoals deze in de statuten staan vermeld. Hieronder volgt een overzicht van deze taken en bevoegdheden:
a. in geval van niet-toelating door het bestuur, een besluit nemen ten aanzien van het beroep dat de betrokkenen heeft ingesteld, als bedoeld in artikel 4 lid 4;
b. het toekennen van een eretitel, als bedoeld in artikel 4 lid 6;
c. het vaststellen van de hoogte van de contributie, als bedoeld in artikel 5 lid 1;
d. in geval van opzegging van het lidmaatschap door de vereniging, een besluit nemen ten aanzien van het beroep dat het lid heeft ingesteld, als bedoeld in artikel 6 lid 5;
e. in geval van ontzetting uit het lidmaatschap door de vereniging, een besluit nemen ten aanzien van het beroep dat het lid heeft ingesteld, als bedoeld in artikel 6 lid 5;
f. overleg met de raad van toezicht ten aanzien van de profielschets van de bestuurder, als bedoeld in artikel 8 lid 2 sub b.;
g. betrokkenheid bij de werving- en selectieprocedure van de bestuurder, als bedoeld in artikel 8 lid 2 sub c.;
h. het goedkeuren van het (meerjaren)beleidsplan, als bedoeld in artikel 11 lid 3;
i. het goedkeuren van de (meerjaren)begroting, als bedoeld in artikel 11 lid 3;
j. het vaststellen van het aantal leden van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 14 lid 1;
k. het benoemen van de leden van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 14 lid 2;
l. het in functie benoemen van de voorzitter van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 14 lid 2 sub d.;
m. het bindend karakter ontnemen aan de bindende voordracht van de benoemingsadviescommissie, als bedoeld in artikel 14 lid 2 sub j.;
n. het goedkeuren van de profielschets van de leden van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 14 lid 3;
o. het besluit tot uitkering van vacatiegeld dan wel een vergoeding voor de leden van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 14 lid 5;
p. het schorsen van een lid van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 15 lid 2;
q. het ontslaan van een lid van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 15 lid 3;
r. het aanwijzen van één of meer personen die met het toezicht belast zijn in geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 15 lid 5;
s. het nemen van een besluit indien alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben, als bedoeld in artikel 17 lid 7;
t. het afvaardigen van drie leden van de ledenraad in de benoemingsadviescommissie, in het kader van het doen van een bindende
voordracht voor de benoeming van de leden van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 19 lid 2 sub b.;
u. het doen van een verzoek aan de bestuurder om een commissie of werkgroep in te stellen dan wel op te heffen, als bedoeld in artikel 22 lid 1;
v. het goedkeuren van de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting, als bedoeld in artikel 23 lid 4;
w. het, door minimaal een zodanig aantal leden van de ledenraad als bedoeld is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen, doen van een schriftelijk verzoek aan de bestuurder om een ledenraadvergadering bijeen te roepen, als bedoeld in artikel 24 lid 14;
x. het vaststellen dan wel wijzigen van het huishoudelijk reglement, als bedoeld in artikel 29 lid 3;
y. het nemen van het besluit tot het wijzigen van de statuten, als bedoeld in artikel 30 lid 1;
z. het nemen van het besluit tot juridische fusie en juridische splitsing van de vereniging, als bedoeld in artikel 30 lid 6;
aa. het nemen van het besluit tot ontbinding van de vereniging, als bedoeld in artikel 31 lid 1;
bb. het aanwijzen van een persoon die optreedt als vereffenaar van het vermogen van de vereniging, indien de bestuurder niet zelf als vereffenaar optreedt, als bedoeld in artikel 31 lid 4;
cc. het aanwijzen van de rechtspersoon waaraan een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging wordt toegekend, als bedoeld in artikel 31 lid 5;
dd. het aanwijzen van een (rechts)persoon bij wie, na afloop van de vereffening, de boeken en de bescheiden van de vereniging onder berusting blijven, als bedoeld in artikel 31 lid 6.
Artikel 26. Ledenraad: Wijze bijeenroepen en toegang ledenraadvergadering. Elektronische deelname
1. De ledenraadvergaderingen worden bijeengeroepen door de bestuurder. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden van de ledenraad, volgens het ledenregister. De termijn van oproeping - behoudens in de situatie als omschreven in artikel 27 lid 6 - bedraagt minimaal twaalf dagen, de dag van de oproeping en die van de ledenraadvergadering niet meegerekend.
2. De oproeping aan de leden van de ledenraad, voor zover die daarmee instemmen, kan ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hen voor dit doel aan de vereniging bekend is gemaakt.
3. Bij de oproeping worden de op de ledenraadvergadering te behandelen onderwerpen vermeld en de bijbehorende stukken meegezonden.
4. Toegang tot de ledenraadvergadering hebben alle leden van de ledenraad, de bestuurder en de leden van de raad van toezicht, een en ander voor zover deze personen niet zijn geschorst. Daarnaast kan de bestuurder besluiten tot toelating van deskundigen. Over toelating van andere dan de hiervoor bedoelde personen, beslist de ledenraad.
Alle personen die toegang hebben tot de ledenraadvergadering, hebben tevens het recht daarin het woord te voeren.
5. De bestuurder kan besluiten dat de leden van de ledenraad, alvorens tot de ledenraadvergadering te worden toegelaten, een presentielijst dienen te tekenen, onder vermelding van hun naam.
6. De bestuurder kan besluiten dat een stemgerechtigde bevoegd is om in persoon door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de ledenraadvergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het elektronische communicatiemiddel komt voor risico van de stemgerechtigde.
7. Voor de toepassing van lid 6 van dit artikel is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de ledenraadvergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Door de bestuurder kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel.
8. De bestuurder kan niet besluiten dat een stemgerechtigde bevoegd is zijn stem vooraf aan de ledenraadvergadering via een elektronisch communicatiemiddel uit te brengen.
Artikel 27. Ledenraad: Stemrecht. Besluitvorming
1. Ieder lid van de ledenraad kan één stem uitbrengen.
2. In het geval een lid van de ledenraad niet in de gelegenheid is zijn stem uit te brengen, is ieder lid van de ledenraad bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid van de ledenraad. Een lid van de ledenraad kan voor maximaal één ander lid van de ledenraad een stem uitbrengen.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
4. Indien de stemmen staken, is het voorstel verworpen.
5. Xxxxxxxx over personen geschiedt schriftelijk, tenzij de ledenraad besluit tot stemming bij acclamatie.
6. Zolang in een ledenraadvergadering alle leden van de ledenraad aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent vermelding van de te behandelen onderwerpen en/of het oproepen en houden van ledenraadvergaderingen niet in acht genomen.
7. Het in de ledenraadvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de ledenraadvergadering omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
8. Een eenstemmig besluit van alle leden van de ledenraad, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits genomen met voorkennis van de bestuurder, dezelfde kracht als een besluit van de ledenraad genomen in een vergadering. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.
Artikel 28. Ledenraad: Voorzitterschap. Notulen
1. De ledenraadvergaderingen worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Ontbreekt de voorzitter van de raad van toezicht, dan wijst de raad van toezicht uit hun midden een andere voorzitter van de ledenraadvergadering aan. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap van de ledenraadvergadering voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke ledenraadvergadering worden notulen gemaakt.
3. Indien een ledenraadvergadering met inachtneming van het bepaalde in artikel 24 lid 9 op verzoek van de leden van de ledenraad wordt bijeengeroepen, kunnen degenen die om de vergadering hebben verzocht anderen dan de raad van toezicht belasten met de leiding van de ledenraadvergadering en het opstellen van de notulen.
HOOFDSTUK XIII. REGLEMENTEN
Artikel 29. Huishoudelijk reglement. Overige reglementen
1. Bij (huishoudelijk) reglement kan naast hetgeen waarnaar wordt verwezen in de statuten, al datgene geregeld worden, waarvan een nadere regeling gewenst wordt geacht.
2. Een (huishoudelijk) reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of de statuten.
3. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de ledenraad.
4. De bestuurder stelt in elk geval een bestuursreglement vast.
5. Een eventueel op te stellen reglement raad van toezicht, reglement auditcommissie dan wel reglement remuneratiecommissie wordt, in overleg met de bestuurder, vastgesteld door de raad van toezicht.
6. Overige reglementen worden vastgesteld door de bestuurder en ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van toezicht.
HOOFDSTUK XIV. STATUTENWIJZIGING. JURIDISCHE FUSIE EN JURIDISCHE SPLITSING. ONTBINDING
Artikel 30. Statutenwijziging
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de ledenraad, genomen conform het bepaalde in lid 4 van dit artikel waartoe een ledenraadvergadering is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De tekst van het daartoe strekkend voorstel is opgenomen bij de oproeping voor de ledenraadvergadering.
2. Alvorens het voorstel tot statutenwijziging aan de ledenraad wordt voorgelegd, behoeft dit voorstel de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht. Het besluit tot goedkeuring van de raad van toezicht behoeft een gekwalificeerde meerderheid.
3. Minimaal twaalf dagen voor de ledenraadvergadering dient een afschrift van het voorstel waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op
een daartoe geschikte plaats (waaronder mede te verstaan ten kantore en/of de website van de vereniging) voor de leden ter inzage te liggen tot na afloop van de dag, waarop de ledenraadvergadering wordt gehouden.
4. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen door de ledenraad met een gekwalificeerde meerderheid.
5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. De bestuurder is bevoegd die notariële akte te doen verlijden.
6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij een besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.
Artikel 31. Ontbinding
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit daartoe van de ledenraad - na een daartoe strekkend voorstel van de bestuurder - waartoe een ledenraadvergadering is opgeroepen met de mededeling dat aldaar ontbinding van de vereniging zal worden voorgesteld.
2. Het besluit tot ontbinding door de ledenraad wordt genomen met een gekwalificeerde meerderheid.
Alvorens het voorstel tot ontbinding van de vereniging aan de ledenraad wordt voorgelegd, behoeft dit voorstel de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht. Het besluit tot goedkeuring van de raad van toezicht behoeft een gekwalificeerde meerderheid.
3. De vereniging blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn.
4. De bestuurder of een door de ledenraad - op voorstel van de raad van toezicht - aangewezen persoon, is de vereffenaar van het vermogen van de vereniging. Op hem blijven de bepalingen over benoeming, de schorsing en het ontslag van de bestuurder van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zoveel mogelijk van kracht tijdens de vereffening.
5. Een eventueel batig saldo van de ontbonden vereniging wordt toegekend aan een door de ledenraad - op voorstel van de bestuurder en na goedkeuring van de raad van toezicht - te bepalen rechtspersoon in de zin van artikel 5b Awr en welke rechtspersoon een soortgelijke doelstelling als de vereniging kent of aan een buitenlandse instelling die voor minimaal negentig procent gericht is op het algemeen nut en die een soortgelijke doelstelling heeft.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en de bescheiden van de vereniging gedurende de wettelijk voorgeschreven termijn onder berusting van een door de ledenraad daartoe aangewezen (rechts)persoon.
HOOFDSTUK XV. SLOTBEPALING
Artikel 32. Slotbepaling
Aan de ledenraad komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
HOOFDSTUK XVI. OVERGANGSBEPALING
Artikel 33. Overgangsbepaling ledenraad
1. Tot uiterlijk eenendertig december tweeduizend vierentwintig (overgangsperiode) bestaat de ledenraad - in afwijking van het bepaalde in artikel 24 - uit de leden die onderdeel uitmaken van de algemene vergadering van de vereniging zoals die was samengesteld tot het moment van onderhavige statutenwijziging, van wie de namen staan vermeld op de aan deze akte te hechten lijst (Bijlage).
2. De leden van de (tijdelijke) ledenraad als bedoeld in lid 1 van dit artikel zijn met name belast met het formeren van een ledenraad op de wijze als omschreven in artikel 24.
3. Voor de leden van de (tijdelijke) ledenraad zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, geldt ten aanzien van hun verkiesbaarheid conform het bepaalde in artikel 24, het volgende:
a. de leden die één termijn van vier jaar zitting hebben gehad in de algemene vergadering, kunnen conform artikel 24 gekozen worden als lid van de ledenraad, doch slechts één keer voor een periode van vier jaar; zij kunnen derhalve niet voor een tweede termijn gekozen worden;
b. de leden die reeds twee termijnen van vier jaar zitting hebben gehad in de algemene vergadering, kunnen niet gekozen worden als lid van de ledenraad conform het bepaalde in artikel 24.
4. Dit artikel komt van rechtswege te vervallen op eenendertig december tweeduizend vierentwintig.
SLOTVERKLARING
Tenslotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, dat met ingang van de dag na ondertekening van deze akte:
A. het bestuur van de vereniging wordt gevormd door:
- xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, geboren op elf februari negentienhonderdzevenenzestig, met de titel directeur-bestuurder;
X. xx xxxx van toezicht van de vereniging, in afwijking van het bepaalde in artikel 14 lid 1 en lid 2 sub c. wordt gevormd door:
- xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, geboren op één augustus negentienhonderdtweeënzestig, in de functie van voorzitter raad van toezicht en met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op eenendertig december tweeduizend vierentwintig en alsdan niet herbenoembaar is;
- de xxxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxx, geboren op tweeëntwintig oktober negentienhonderdvierenvijftig, in de functie van lid raad van toezicht en met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op één januari tweeduizend zesentwintig en alsdan tweemaal herbenoembaar is.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van de akte.
Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum aan het begin van deze akte vermeld.