Begrippenlijst
Begrippenlijst
begrip omschrijving pagina
aandeelhouders Aandeelhouders zijn in economische zin de eigenaren van een vennootschap. 33
aandeelhoudersovereenkomst In een aandeelhoudersovereenkomst wordt onder andere geregeld hoe het uitnodigen voor koop en de verplichting tot aanbieden van aandelen verloopt. Ook is in de aandeelhoudersovereenkomst vastgelegd op welke manier prijzen van aandelen tot stand komen.
aandelen Aandelen zijn waardepapieren, uitgegeven door een vennootschap. Een aandeel is een eigendomsbewijs van een deel van een vennootschap. Aandelen kunnen recht geven op informatie, zeggenschap, mutaties in het vermogen het dividend van de vennootschap.
aandelen aan toonder Aandelen aan toonder zijn door de vennootschap fysiek uitgegeven aandelen. Het eigendom van deze aandelen is niet ingeschreven in een door de vennootschap bijgehouden aandeelhoudersregister. Deze waardepapieren kunnen echter in Nederland alleen maar giraal via een effectenrekening bij een tussenpersoon, zoals een bank of beleggingsinstelling, worden overgedragen. Daarmee zijn de aandelen aan toonder niet meer anoniem.
aandelen op naam Aandelen op naam bestaan niet uit een fysiek document, maar uit een inschrijving in een door de vennootschap bijgehouden aandeelhoudersregister. De uitgifte of een overdracht van die aandelen is alleen mogelijk met een notariële akte.
273
33
33
33
aandelenemissie Een aandelenemissie is het uitgeven van aandelen. 33
aandelenrendement Het aandelenrendement geeft het nettorendement aan dat aandeelhouders hebben gerealiseerd op een aandeel in verhouding tot de koopprijs van de aandelen. De inkomsten bestaan uit dividenden en eventuele koersstijgingen van het aandeel in de betreffende periode. De kosten bestaan uit eventuele koersdalingen van de aandelen, bewaar- en administratiekosten voor de aandelen en belastingen. De koopprijs is inclusief de bij de aankoop gemaakte kosten. Eventueel stockdividend wordt hierbij in de berekening opgenomen tegen de koers van het aandeel op de dag van toekenning van het dividend. Het aandelenrendement heeft betrekking op een beperkte periode. Die periode kan korter of langer zijn dan een jaar.
aanmerkelijk belang Van aanmerkelijk belang is in Nederland sprake bij 5% of meer van de aandelen van de vennootschap.
aanschafwaarde Bij de waardering tegen de aanschafwaarde is de waarde waarvoor een activum als bezitting wordt geboekt gelijk aan de te betalen prijs waarvoor het activum is aangeschaft, waardoor de aanschaf niet tot kosten leidt. Als voor het operationeel maken van vaste activa bijkomende goederen of diensten moeten worden gekocht, kan de aanschafwaarde worden verhoogd met een bedrag gelijk aan de prijzen die voor deze bijkomende goederen of diensten moeten worden betaald.
aantal dagen crediteurenratio Aantal dagen crediteurenratio is een ratio om aan te geven hoe snel handelsvorderingen gemiddeld worden betaald.
aantal dagen debiteurenratio Aantal dagen debiteurenratio is een ratio om aan te geven hoe snel handelsvorderingen gemiddeld worden geïnd.
238
32
142
210
209
ABC ABC is de afkorting van activity-based costing. 124
absorption costing Bij absorption costing wordt de dekking van alle kosten in de kostprijsberekening opgenomen. 116
achtergestelde lening Een achtergestelde lening is een lening waarbij de conditie is opgenomen dat in geval van faillissement de plaats in de rangorde voor de terugbetaling lager is dan die van alle andere verschaffers van het vreemd vermogen, maar hoger dan die van de verschaffers van het eigen vermogen. Het eigen vermogen plus de achtergestelde leningen is het weerstandsvermogen.
158
acid test Acid test is synoniem aan quick ratio. 201
activa Activa zijn de bezittingen van een organisatie. 132
activa passiva transactie Bij een activa passiva transactie worden de over te dragen activa, passiva, rechten en plichten schriftelijk vastgelegd in een overeenkomst. Hierbij kan een deel van de activa, passiva, rechten en plichten van het bedrijf worden uitgesloten van de transactie. Tot de rechten behoren onder andere de naam van het bedrijf, de intellectuele eigendommen en de overeenkomsten met het personeel. Tot de plichten behoren onder andere afgegeven garanties voor geleverde of te leveren goederen of diensten en fiscale claims.
257
activakant De activakant van de balans in scontrovorm is de linkerkant van de balans, hier worden de bezittingen van de organisatie weergegeven.
activeren Activeren is het niet als kosten, maar als bezitting boeken van uitgaven voor inkopen van goederen, diensten of voor in de productie aangewende productiemiddelen.
activeren van productie Als een organisatie goederen of diensten produceert die meer dan één periode ten dienste staan aan haar productieproces, kan de waarde van deze goederen of diensten onder bepaalde omstandigheden als bezitting op de balans worden opgenomen. Dit wordt aangeduid als het activeren van productie.
activiteitencentra Activiteitencentra zijn qua functie vergelijkbaar met de kostenplaatsen bij de kostenplaatsmethode.
132
132
83
124
activity centres Activity centres is de Engelse term voor ‘activiteitencentra’. 124
activity-based begroten Bij activity-based begroten wordt de begroting jaarlijks opgebouwd vanuit de geplande activiteiten.
activity-based costing Activity-based costing, of afgekort ABC, rekent de indirecte kosten toe aan kostendragers op basis van de mate waarin de kostendragers gebruikmaken van de activiteiten van de ondersteunende afdelingen.
352
124
activum Activum is het enkelvoud van activa. 132
actuele cijfers Actuele cijfers geven de financiële performance weer zoals die in de meest recent afgesloten 26
rapportageperiode is gerealiseerd.
actuele waarde Actuele waarde is synoniem aan marktwaarde. 144
added value Added value is de Engelse term voor ‘toegevoegde waarde’. 78
ad-hoc-onderzoek Een ad-hoc-onderzoek is een eenmalig onderzoek naar aanleiding van een voorval of een geconstateerde situatie.
administratieve organisatie Administratieve organisatie is synoniem aan bestuurlijke informatieverzorging en wordt omschreven als de maatregelen, gericht op het goed functioneren van de administratie van een organisatie.
administreren De term ‘administreren’ heeft een bredere betekenis dan boekhouden en omvat tevens het vastleggen van niet-financiële gegevens.
afdeling Een afdeling is een organisatorische eenheid, bestaande uit samenhangende functies die gezamenlijk specifieke bedrijfsprocessen verzorgen.
300
46
46
38
aflossing Aflossing is de terugbetaling van de hoofdsom van een lening. 157
afschrijving Afschrijving is de periodieke waardeverlaging van activa die gericht is op het spreiden van de 95
kosten van de aanschaf van de activa over een aantal periodes.
afsluiting van een boekingsperiode
Een afsluiting van een boekingsperiode houdt in dat er ter controle op volledigheid, juistheid en tijdigheid van de boekingen over de af te sluiten periode verschillende specificaties van - en aansluitingen tussen - grootboekrekeningen worden gemaakt.
188
afval Afval is verspilde grondstof. 55
afwaardering Een afwaardering is een versnelde waardeverlaging van een bezitting en vormt net als de 96
reguliere afschrijving een kostenpost.
agentschap Bij een ministerie worden de afdelingen aangeduid als agentschap. 38
agioreserve De agioreserve wordt gevormd bij het uitgeven van aandelen van een onderneming tegen een prijs die hoger is dan de nominale waarde van de betreffende aandelen. Het surplus vormt de agioreserve. De agioreserve wordt gerekend tot het gestorte eigen vermogen en niet tot de reserves.
156
algemeen verbindend verklaring
Door een algemeen verbindend verklaring, afgekort AVV, van de cao-bepalingen gaan deze gelden voor alle werkgevers en werknemers die vallen onder de werkingssfeer van de betreffende cao. Dit geldt dan dus ook voor die organisaties die geen lid zijn van de vereniging die de cao afsluit.
274
algemene ledenvergadering De algemene ledenvergadering is bevoegd tot het nemen van beslissingen over een aantal voor 34
de vereniging van belang zijnde zaken. De ALV kan statuten van de vereniging aanpassen en de vereniging ontbinden, de begroting voor het komende boekjaar vaststellen en de jaarrekening goedkeuren, het bestuur benoemen en ontslaan en decharge verlenen aan het bestuur voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.
algemene reserve De algemene reserve wordt gevormd uit de inhouding van resultaten uit de gewone bedrijfsvoering. De algemene reserve is het vrij besteedbare deel van het eigen vermogen. De algemene reserve kan dienen voor het opvangen van toekomstige negatieve resultaten, of kan worden terugbetaald aan de financiers. Bij vennootschappen is de algemene reserve uitkeerbaar als dividend aan de aandeelhouders.
155
algemene vergadering van aandeelhouders
De algemene vergadering van aandeelhouders, die afgekort wordt aangeduid als de AVA, is 36
de hoogste instantie van een vennootschap. De AVA komt minstens één keer per jaar samen en stelt jaarlijks de jaarrekening vast. De AVA benoemt, schorst en ontslaat de directie en stelt hun beloning vast. De AVA is bevoegd de statuten te wijzigen.
alternatieve kosten Alternatieve kosten van een productiemiddel zijn de inkomsten die gerealiseerd zouden kunnen 91
worden bij de best mogelijke alternatieve aanwending van het productiemiddel.
ALV ALV is de afkorting voor algemene ledenvergadering. 34
amortization Amortization is de Engelse term voor ‘afschrijvingen en incidentele afboekingen van immateriële vaste activa’.
207
Angelsaksisch organisatiemodel
Het Angelsaksisch organisatiemodel is een organisatiemodel dat een sterke nadruk legt op aandeelhouders dominantie, kortetermijnsuccessen, marktwerking, centrale planning en hiërarchische aansturing.
253
arbeidsvoorwaardenregeling Een arbeidsvoorwaardenregeling, afgekort AVR, is een regeling van arbeidsvoorwaarden voor alle medewerkers of voor een bepaalde groep medewerkers van een organisatie waarvoor geen cao van toepassing is.
274
aspiratieniveau Het aspiratieniveau van een doelstelling is het niveau van performance dat wordt nagestreefd. 21
aspiration level Aspiration level is de Engelse term voor ‘aspiratieniveau’. 21
AVA AVA is de afkorting van algemene vergadering van aandeelhouders. 36
AVR AVR is de afkorting voor arbeidsvoorwaardenregeling. 274
AVV AVV is de afkorting voor een algemeen verbindend verklaring. 274
balans Een balans is een overzicht waarin de financiële situatie van enig moment wordt weergegeven in voor de organisatie en haar stakeholders relevante grootheden.
balans vóór winstbestemming In een balans vóór winstbestemming is nog geen besluit verwerkt in hoeverre de winst ná belasting over het betreffende boekjaar wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders, of wordt toegevoegd aan het eigen vermogen.
balansverkorting Een balansverkorting is het verlagen van het balanstotaal. Dit kan door met liquide middelen schulden af te lossen. Ook kunnen liquide middelen voor dit doel worden gegenereerd door vorderingen sneller te innen of door activa te verkopen die niet meer ten dienste staan van het productieproces. Ten slotte kunnen activa die nog wel ten dienste staan aan het productieproces, zoals onroerend goed, installaties, transportmiddelen of zelfs licenties, verkocht worden en van de koper weer terug geleased worden.
131
323
279
Baldrige Excellence Framework
Het Baldrige Excellence Framework is een methode voor het evalueren van het niveau van het functioneren van een organisatie opgesteld door het Amerikaanse National Institute of Standards and Technology.
270
ballenschema Met een ballenschema kunnen de groei, het rendement en de relatieve grootte van de onderdelen van een portfolio grafisch worden weergegeven in relatie tot de doelstellingen.
bankboek Een bankboek is een chronologische vastlegging van alle ontvangsten en betalingen per bank van een boekingsperiode, inclusief de totaaltelling. Het beginsaldo en het eindsaldo van het bankboek komen overeen met de bankstand aan het begin en het einde van de boekingsperiode.
bankkosten Voor het verrichten van diensten zoals een krediet verstrekken of transacties uitvoeren, kunnen banken bij hun klanten bankkosten in rekening brengen.
banklening Een banklening is een lening die een bank aan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon verstrekt.
baten De baten zijn het bedrag aan ontvangsten dat gerealiseerd zou zijn als eenieder zijn betalingsverplichtingen aan de betreffende organisatie zou voldoen op het moment dat deze verplichtingen ontstonden.
306
170
158
160
68
BBI BBI is de afkorting van bruto bureau-inkomen en is synoniem aan brutomarge. 78
BBV BBV is de afkorting van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. 140
bedrijf Een bedrijf is een zelfstandige productieactiviteit. De term ‘bedrijf ‘verwijst voornamelijk naar 28
de werkwijze, de medewerkers, de vaardigheden en de goederen of diensten die het bedrijf levert. Bedrijven produceren niet alleen voor een markt, maar ook voor de bevrediging van de behoeften van haar leden, het realiseren van maatschappelijke doelstellingen of het verzorgen van overheidstaken. De term ‘bedrijf’ heeft dus niet alleen betrekking op ondernemingen, maar ook op non-profitorganisaties en overheidsorganisaties.
bedrijfseconomie Bedrijfseconomie wordt omschreven als de wetenschap die keuzeproblemen van bedrijven 27
bestudeert. Het is het raakvlak tussen bedrijfskunde en economie. Bedrijfseconomie omvat in Nederland van oudsher theorieën over de volgende vier onderwerpen: waarde en winst, kostprijzen, financiering en organisatie.
bedrijfsinkomen Bedrijfsinkomen is synoniem aan brutomarge. 78
bedrijfsinkomsten Bedrijfsinkomsten zijn synoniem aan brutomarge. 78
bedrijfstak-cao Een bedrijfstak-cao heeft betrekking op een hele branche of sector en wordt afgesloten tussen één of meer werkgevers of werkgeversorganisaties en één of meer werknemersorganisaties.
bedrijfswaarde Bij de bedrijfswaarde staat voor de waardering van een activum de som van de waarden van de toekomstige netto-inkomsten van het activum centraal.
274
144
begrote cijfers Begrote cijfers zijn cijfers die zijn vastgelegd in een begroting. 191
begroting Een begroting van een organisatie kan worden omschreven als een afspraak tussen de 23
stakeholders over de te realiseren financiële performance voor een toekomstige periode.
behavioural concept of the firm
Het behavioural concept of the firm is de Engelse term voor het ‘gedragsconcept van de organisatie’.
253
BEID formule Met de BEID formule wordt het verband tussen de inkomende en de uitgaande geldstroom van 53
een periode vastgelegd. De hoeveelheid geld aan het begin van de periode, minus de hoeveelheid geld aan het einde van de periode, plus de ontvangsten is gelijk aan de betalingen. Behalve voor geldstromen per kas of bank kan de BEID formule ook worden gebruikt voor boekhoudkundige grootheden zoals debiteuren, crediteuren en voorraden onderhanden werk, grondstoffen, halffabricaten en eindproducten.
belasting op toegevoegde waarde
Bij de verkoop van goederen of diensten moeten leveranciers een vastgesteld percentage belasting in rekening brengen bij hun klanten. De bij klanten in rekening gebrachte belasting moet periodiek worden afgedragen aan de overheid. Als belastingplichtigen de door hen op inkopen betaalde belasting mogen terugvorderen van de overheid, betalen zij per saldo alleen belasting over de door hen toegevoegde waarde. Deze belasting wordt aangeduid als de belasting op toegevoegde waarde, of afgekort btw.
De wetgever en de belastingdienst gebruiken echter consequent de uitdrukking omzetbelasting in plaats van btw. Dit boek sluit aan bij dit officiële woordgebruik.
172
beleid Een beleid is een plan om de visie van een organisatie te realiseren. De term ‘beleid’ is synoniem aan de term ‘strategie’. In de publieke sector wordt vooral de term ‘beleid’ gebruikt, terwijl in de private sector er een voorkeur is voor de term ‘strategie’.
benchmarking Benchmarking is het systematisch onderzoek naar de prestaties en de onderliggende processen en methoden van één of meer leidende referentie-organisaties op een bepaald gebied, en de vergelijking van de eigen prestaties en werkmethoden met die van deze organisaties, met het doel om de eigen prestaties te verbeteren.
beperkt rationeel handelen Beperkt rationeel handelen houdt in dat mensen vanuit een bepaald beeld van hun situatie op een aantal terreinen doelstellingen kiezen en vervolgens bepalen tot op welk niveau zij die doelstellingen willen bereiken: de aspiratieniveaus. Ook kiezen mensen activiteiten gericht op de realisatie van de doelstellingen: de middelen. Deze middelen moeten leiden tot een bepaald performanceniveau om de doelstelling te realiseren: het doel. Als aspiratieniveaus van bepaalde doelstellingen zijn gerealiseerd, verhogen mensen hun aspiratieniveau op dat terrein of verleggen zij hun aandacht naar de realisatie van andere doelstellingen. Als blijkt dat het aspiratieniveau niet is gerealiseerd, wordt de strategie aangepast en/of het aspiratieniveau verlaagd.
besloten vennootschap Een besloten vennootschap is een rechtspersoon waarvan het maatschappelijk kapitaal is verdeeld in aandelen die niet vrij overdraagbaar zijn. De vennootschap houdt in een aandeelhoudersregister bij welke personen voor hoeveel deelnemen in het kapitaal van de vennootschap. De aandelen staan op naam en de beperkte overdraagbaarheid van de aandelen is geregeld in de statuten van de vennootschap.
best practice Een best practice is een techniek, werkmethode of activiteit die zich in de praktijk als effectiever heeft bewezen dan enige andere techniek, methode of activiteit.
best practice niveau Het best practice niveau is het resultaat dat met een best practice gerealiseerd kan worden. Deze best practice niveaus zijn een referentiekader om te beoordelen of de doelen voor de inzet van middelen en aspiratieniveaus voor doelstellingen voor bedrijfsprocessen realiseerbaar en in voldoende mate ambitieus zijn.
264
196
254
32
359
359
bestedingsresultaat Het bestedingsresultaat is het verschil tussen de begrote en de werkelijke kosten van een kostenplaats.
bestelkosten De bestelkosten zijn de vaste kosten van het plaatsen van een order, zoals logistieke kosten, transportkosten en keuringskosten.
bestemmingsreserves De bestemmingsreserves worden gevormd door inhouding van specifieke resultaten. De bestemmingsreserves zijn in tegenstelling tot de algemene reserve niet vrij uitkeerbaar en vormen een financieringsbron voor specifieke activa. De bestemmingsreserves bestaan uit wettelijke reserves en statutaire reserves.
303
234
155
bestuur Het bestuur heeft de dagelijkse leiding van een organisatie. 36
bestuurder Eén of meer bestuurders vormen het bestuur. 36
bestuurlijke informatieverzorging
Bestuurlijke informatieverzorging betreft alle activiteiten met betrekking tot het systematisch 46
verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens.
Dit is gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het doen functioneren en het beheersen van een organisatie, alsmede ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
bestuursverslag Een bestuursverslag is een verslag over de financiële performance van een organisatie in een boekjaar. In Nederland bestaat een bestuursverslag uit een verslag van het bestuur over de gang van zaken bij de organisatie gedurende het boekjaar, een jaarrekening en een onderdeel overige gegevens, met een eventuele verklaring van een openbare accountant, en bij ondernemingen een beschrijving van de winstbestemming. Het verslag van het bestuur wordt zelf ook aangeduid als het bestuursverslag. Deze onduidelijkheid is ontstaan doordat het bestuursverslag voor 2016 aangeduid werd met de term ‘jaarverslag’.
bezettingsresultaat Het bezettingsresultaat van een kostenplaats is het verschil tussen de werkelijk geproduceerde en de begrote aantallen eenheden van de betreffende kostenplaats maal de dekking voor de vaste kosten per eenheid van die kostenplaats.
bezit Xxxxx is in dit boek, net als in het dagelijks spraakgebruik, synoniem aan eigendom. Juridisch gezien is bezit echter het feitelijk kunnen gebruiken van een goed of dienst, los van de vraag wie de eigenaar is van het goed of de dienst.
71
319
29
bezittingen Met bezittingen worden in dit boek de eigendommen bedoeld. 30
billing Billing is het bedrag dat klanten in rekening wordt gebracht voor de levering van goederen of diensten of in de toekomst te leveren goederen of diensten. Facturen voor in de toekomst te leveren goederen of diensten worden bij aanmaak niet geboekt als verkopen en vormen geen inkomsten. Zij worden pas verkopen op het moment dat de goederen of diensten worden geleverd.
bitcoin De bitcoin is de meest bekende vorm van cryptogeld. De bitcoin is een digitale cryptografische munteenheid en werkt zonder centrale bank of centrale beheerder.
boekhouden Boekhouden is het wettelijk voorgeschreven ex-post vastleggen van financiële gegevens ten behoeve van controle en verantwoording. Ex-post verwijst naar achteraf.
boekhoudprincipes Boekhoudprincipes zijn algemene concepten en richtlijnen voor het voeren van een boekhouding. Deze boekhoudprincipes vormen de basis voor meer gedetailleerde, ingewikkelde boekhoudregels, definities, uitgangspunten en methoden.
boekingsperiode Een boekingsperiode is een onderscheiden periode voor het doen van boekingen over een rapportageperiode.
boekjaar Het boekjaar is de officiële verslagperiode van een organisatie. Het boekjaar voor organisaties valt niet in alle landen samen met het kalenderjaar.
77
25
46
25
188
70
boekstuk Een boekstuk is een brondocument voor een boeking. 170
boekstuknummer Een boekstuknummer is een uniek en doorlopend nummer dat de verbinding legt tussen een boekstuk en de boeking ervan in een dagboek.
boekwaarde De boekwaarde van vaste activa is de aanschafwaarde of verkrijgingsprijs van de vaste activa minus de cumulatieve afschrijving.
branchegemiddelden Branchegemiddelden zijn de niveaus van ratio’s die de gemiddelde performance van een aantal aspecten in een periode van een specifieke branche weergeven.
break-evenanalyse De break-evenanalyse is een techniek om, op basis van een indeling van kosten, in vaste en variabele kosten te berekenen bij welke omvang aan activiteiten de kosten van investeringen, projecten of bedrijven volledig worden gedekt.
170
143
360
107
break-evenpoint Bij het break-evenpoint snijdt de inkomstenlijn de totale kostenlijn. 107
break-evenvolume Het break-evenvolume is het aantal activiteiten dat hoort bij het break-evenpoint. 108
bruto bureau-inkomen Bruto bureau-inkomen is synoniem aan brutomarge. 78
brutomarge Brutomarge, in het Engels gross margin, is het verschil tussen de inkomsten van een periode 77
en de aan die periode toegerekende kosten van aan derden uitbestede werkzaamheden, het verbruik van grondstoffen, handelsgoederen en handelsdiensten. Wat dan resteert, is de dekking voor de eigen kosten van de organisatie plus de winst of minus het verlies over die periode. Dit is tevens de definitie van added value. De term ‘gross margin’ wordt ook gebruikt als percentage van de verkopen, dat overblijft als de hierop betrekking hebbende kosten van aan derden uitbestede werkzaamheden, het verbruik van grondstoffen, handelsgoederen en handelsdiensten in mindering worden gebracht op de betreffende verkopen.
brutosalarissen De brutosalarissen betreffen de vaste en de variabele beloning van het personeel in dienst van 94
een organisatie. Deze beloning bestaat uit de nettosalarissen, inclusief eventuele reserveringen voor de doorbetaling van vakantiedagen, die de werknemers ontvangen, de reservering van vakantiegeld en de door de organisatie in te houden belastingen en premies voor sociale verzekeringen.
brutowinstmarge Brutowinstmarge is synoniem aan brutomarge. 78
btw Btw is de afkorting van de belasting op toegevoegde waarde. 172
budget Budget is synoniem aan begroting. In de private sector wordt de term ‘begroting’ gebruikt, in 23
de publieke sector is er een voorkeur voor de term ‘budget’. Bij bepaalde woordcombinaties wordt in zowel de publieke als in de private sector de term ‘budget’ gebruikt.
budgethouder Een budgethouder is een manager die verantwoordelijk is voor het realiseren van een budget 23
van zijn of haar organisatieonderdeel.
bureau-inkomen Bureau-inkomen is synoniem aan brutomarge. 78
Business Balanced Scorecard Bij de Business Balanced Scorecard van Kaplan en Norton wordt vanuit enkele bedrijfsperspectieven geanalyseerd wat de kritische succesfactoren zijn voor het realiseren van een succesvolle performance van een organisatie, die is vastgelegd in een destination statement. Per bedrijfsperspectief wordt een beperkt aantal kritische succesfactoren vastgesteld. Het maken van het destination statement is een onderdeel van de analyse. Vanuit de missie en de visie wordt, rekening houdend met de omgevingsfactoren, een strategie ontwikkeld.
Business Model Canvas Met het Business Model Canvas van Osterwalder en Pigneur kunnen bedrijfsmodellen voor ondernemingen worden ontwikkeld, geanalyseerd en/of geëvalueerd. Het Business Model Canvas werkt met negen onderling samenhangende bouwstenen, waarmee een bedrijfsmodel kan worden samengesteld. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een template waarop de kenmerken van de bouwstenen visueel kunnen worden weergegeven. Naast de bouwstenen is de bouwwijze van belang. De bouwwijze is het patroon van de bouwstenen; hierbij worden zeven basispatronen onderscheiden.
businessintelligencesystemen Businessintelligencesystemen voorzien organisaties van de mogelijkheden massa's aan gegevens te verzamelen, de kennis van de bedrijfsvoering op te bouwen en de besluitvorming zodanig te wijzigen dat de organisatiedoelstellingen beter kunnen worden gerealiseerd.
265
268
296
bv Bv is de afkorting voor besloten vennootschap. 32
call-optie Een call-optie is een recht om te mogen kopen. 236
xxx Xxx is de afkorting voor collectieve arbeidsovereenkomst. 274
capital charge Capital charge is de WACC maal de investering. 220
cash ratio Bij de cash ratio worden de liquide middelen gedeeld door de kortlopende schulden. 202
cashflowdimensie De cashflowdimensie betreft de ontvangsten en de uitgaven. Bepalend om vast te stellen of feiten tot de cashflowdimensie behoren, is de vraag of de hoeveelheid liquide middelen van de organisatie wijzigt.
cashflowoverzicht Een cashflowoverzicht geeft inzicht in de wijze waarop de uitgaven van een bepaalde periode zijn gefinancierd.
cashflowprognose In een cashflowprognose worden de voor komende periodes verwachte ontvangsten en uitgaven weergegeven en de daaruit resulterende verwachte standen voor liquide middelen in die periodes.
cashmanagement Cashmanagement is het vakgebied dat zich richt op het beheren van de geldstroom: de liquiditeitspositie verbeteren door voorraden laag te houden, vorderingen snel te innen en schulden laat te betalen.
62
67
200
27
categorale indeling Bij de categorale indeling worden de kosten gegroepeerd naar de aard van de kosten. 105
CEO CEO is de afkorting van chief executive officer. 27
CFO CFO is de afkorting van chief financial officer. 27
chain control Chain control is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de aspiratieniveaus van de doelstellingen en de doelen van de inzet van middelen van de verschillende onderdelen van de organisatie voldoende op elkaar worden afgestemd.
chartaal geld Chartaal geld is het wettig betaalmiddel in de vorm van munten en papiergeld. Dit is het contante geld.
351
24
chief executive officer Chief executive officer is de internationale aanduiding van de algemeen bestuurder. 27
chief financial officer Chief financial officer is de internationale aanduiding van de financieel bestuurder. 27
COBIT Security Baseline De COBIT Security Baseline is het COSO-rapport voor de beheersing van de ICT omgeving van organisaties.
352
collectieve arbeidsovereenkomst
Een collectieve arbeidsovereenkomst, afgekort cao, is een overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd die zijn overeengekomen tussen één of meer werkgevers of werkgeversorganisaties met één of meer werknemersorganisaties.
274
commanditaire vennootschap Een commanditaire vennootschap is een vennootschap onder firma die naast de beherende 31
xxxxxxxx ook xxxxxxxx heeft die alleen een financiële inbreng leveren en niet bevoegd zijn om namens de vennootschap rechtshandelingen te verrichten. Bij deze vennoten, de commandites, beperkt de verantwoordelijkheid voor de schulden van de vennootschap zich tot hun inbreng.
commercieel bestuursverslag Een commercieel bestuursverslag is, meer dan een deponering-bestuursverslag, gericht op de 72
presentatie van de organisatie en haar financiële performance richting haar stakeholders. In een commercieel bestuursverslag staan tekst, foto's en illustraties meer centraal dan financiële overzichten. Naast het bestuursverslag wordt ook wel een verslag van de raad van commissarissen of raad van toezicht opgenomen. De openbaarmaking van het commercieel bestuursverslag bestaat veelal uit plaatsing op de website van de betreffende organisatie of door toezending van gedrukte exemplaren aan stakeholders en belangstellenden.
CommV CommV is de Belgische afkorting voor commanditaire vennootschap. 35
completion Revenue wordt in bepaalde branches ook wel aangeduid als completion. Er is geen inhoudelijk verschil tussen deze twee begrippen.
compliance Compliance is het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving, op het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid, en op de onafhankelijkheid van de toezichthoudende instanties en van de controlerende accountant.
77
356
constante kosten Xxxxxxxxx kosten zijn synoniem aan vaste kosten. 107
consumptieorganisatie Consumptieorganisaties produceren goederen of diensten ter bevrediging van de behoeften van 65
de personen die tot een bepaalde gemeenschap behoren en hebben geen winstoogmerk. Non- profitorganisaties en overheidsorganisaties zijn consumptieorganisaties.
continuïteitsbasis Continuïteitsbasis is synoniem aan goingconcernbasis. 152
contributiebijdrage De contributiebijdrage wordt ook wel aangeduid als de dekkingsbijdrage. 107
contributiemarge De contributiemarge wordt ook wel aangeduid als de dekkingsbijdrage. 107
contribution Contribution is synoniem aan brutomarge. 78
controletechnische functiescheiding
Controletechnische functiescheiding is een techniek om de juistheid, volledigheid en tijdigheid 56
van de informatie te verankeren in de financiële administratie. Bij controletechnische functiescheiding wordt een scheiding gemaakt tussen de beschikkende, de uitvoerende en de registrerende functie.
controleverklaring Controleverklaring is de Nederlandse term voor ‘in control statement’. 346
controller De controller ondersteunt het financieel management van organisaties en heeft veelal ook 27
uitvoerende taken bij de inhoudelijke aansturing van de administratieve afdeling, en wel op het terrein van fiscale en juridische zaken, risicomanagement en verzekeringen, treasury en financiering. Controlling wordt veelal uitgevoerd door medewerkers die geschoold zijn in bedrijfseconomie.
controlling Controlling is het adviseren over doelstellingen, over de inzet van middelen om doelstellingen 27
te realiseren, over te hanteren performancemaatstaven om de resultaten van ingezette middelen te kwantificeren en over de met de ingezette middelen te realiseren doelen om de doelstellingen te realiseren. Ook omvat controlling het laten produceren, analyseren en verstrekken van informatie betreffende de realisatie van doelen en betreffende het bewaken van de realisatie van doelstellingen.
controlomgeving De controlomgeving betreft de bedrijfscultuur van een organisatie, met aspecten zoals normen en waarden, de organisatiestructuur, de organisatiefilosofie en de managementstijl. De controlomgeving omvat ook de attitude en de kwaliteit van de hoogste leiding van een organisatie en de toezichthoudende organen. De controlomgeving zet de toon voor de organisatie. De controlomgeving beïnvloedt het controlebewustzijn van de medewerkers. De bedrijfscultuur is de basis voor alle andere bestanddelen van internal control van een organisatie.
converteerbare lening Als een lening converteerbaar is, houdt dit in dat de lening kan worden omgezet in een andere financieringsvorm. Zo kan een converteerbare lening worden omgezet in een achtergestelde lening, of een converteerbare obligatie in aandelen. Daarbij kan het initiatief tot omzetting liggen bij de schuldeiser, de schuldenaar of een derde partij.
coöperatie De coöperatie is een speciaal soort vereniging met minimaal twee leden. De coöperatie is gericht op de materiële belangen van haar leden, door overeenkomsten met hen af te sluiten. Coöperaties kunnen samenwerkingsverbanden zijn die gericht zijn op het vergroten van economische macht en het behalen van schaalvoordeel.
coöperatieve vennootschap Coöperatieve vennootschap is de Belgische ondernemingsvorm voor de Nederlandse coöperatieve vereniging; deze heeft echter geen leden, maar aandeelhouders.
coördinatiecontrol Coördinatiecontrol is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de aspiratieniveaus van de doelstellingen en de doelen van de inzet van middelen die daarvoor gerealiseerd moeten worden voldoende op elkaar worden afgestemd.
corporate governance Corporate governance is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat op een juiste wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de verschillende stakeholders.
COSO COSO is de afkorting van The Committee of Sponsoring Organizations of xxx Xxxxxxxx Commission.
COSO II COSO II is een andere aanduiding voor het rapport: Enterprise Risk Management – Integrated Framework.
cost accounting Cost accounting is het vakgebied dat zich richt op het toerekenen van lasten aan periodes, aan goederen of aan diensten en aan organisatieonderdelen en op de daarvoor benodigde waardering van voorraden en van vaste activa.
345
160
34
35
351
355
345
352
25
cost centre Cost centre is de Engelse term voor ‘kostencentrum’. 303
cost control Cost control is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de organisatie haar kosten voldoende beheerst.
354
cost driver Cost driver is de Engelse term voor ‘kostenveroorzaker’. 124
cost pools Cost pools zijn de aan een activiteit toe te rekenen indirecte kosten. Per cost pool wordt bepaald welke kostenveroorzakers worden toegepast om de kosten toe te rekenen.
costs De Engelse term ‘costs’ betekent in het Nederlands ‘lasten’. Lasten zijn het bedrag aan uitgaven dat gerealiseerd zou zijn als de organisatie haar betalingsverplichtingen aan eenieder zou voldoen op het moment dat deze verplichtingen ontstonden.
couponrendement Het couponrendement is de jaarlijkse rente op een obligatie, gedeeld door de koers van de obligatie op enig moment.
couponrente De couponrente is het rentepercentage dat over het nominale bedrag van een obligatie wordt betaald.
124
78
240
239
crediteur De term ‘crediteur’ staat voor een leverancier die op factuurbasis goederen of diensten levert. 161
crediteurenadministratie In de crediteurenadministratie wordt per crediteur het saldo van de te betalen bedragen 52
bijgehouden. In de crediteurenadministratie worden de ontvangen inkoopfacturen geboekt als schulden en de betalingen van de inkoopfacturen worden als aflossingen van de schulden afgeboekt.
creditkant In boekhoudtermen wordt de rechterkant van een resultatenrekening en van een balans 70
aangeduid als de creditkant.
crowdfunding Crowdfunding is de Engelse term voor ‘publieksfinanciering’. 160
cryptogeld Cryptogeld is een vorm van digitaal geld. Cryptografie houdt zich bezig met het verzenden van versleutelde geheime informatie. Cryptogeld staat op een uitgebreid computernetwerk van de gebruikers van het cryptogeld dat doorlopend versleutelde geheime berekeningen uitvoert.
cumulatief preferente aandelen Bij cumulatief preferente aandelen hebben aandeelhouders recht op toekomstig dividend dat in enig jaar niet is toegekend aan de preferente aandelen.
cumulatieve afschrijving De cumulatieve afschrijving is de som van de afschrijvingen over de verstreken afschrijvingsperiode en de eventuele herwaarderingen.
24
33
143
current ratio Current ratio is synoniem aan werkkapitaalratio. 201
cv Cv is de afkorting van commanditaire vennootschap. 31
∆ Het Griekse teken ∆ staat voor ‘delta’. Het teken wordt aangeduid als ‘verschil’ en betekent de stijging of de daling.
dagboeken In dagboeken vinden in chronologische volgorde aantekeningen plaats van alle bedrijfsgebeurtenissen die leiden tot wijzigingen in de grootte of de samenstelling van activa of passiva van de organisatie. Er zijn dagboeken voor onder andere mutaties in de kas, bank, verkopen, voorraden, debiteuren, crediteuren, rekening-courant en voor overige mutaties.
331
168
days billing outstanding ratio Days billing outstanding ratio is de Engelse term voor ‘aantal dagen debiteurenratio’. 209
days payable outstanding ratio Days payable outstanding ratio is de Engelse term voor ‘aantal dagen crediteurenratio’. 211
DBO-ratio DBO-ratio is de afkorting voor days billing outstanding ratio, wat in het Nederlands staat voor aantal dagen debiteurenratio.
debetkant In boekhoudtermen wordt de linkerkant van een resultatenrekening en van een balans aangeduid als de debetkant.
debiteur Een debiteur is een klant van een onderneming die op factuurbasis goederen of diensten afneemt.
debiteurenadministratie In de debiteurenadministratie wordt per debiteur het saldo van de te innen bedragen bijgehouden. In de debiteurenadministratie worden verzonden verkoopfacturen geboekt als vorderingen en de ontvangsten voor de verkoopfacturen worden als inning van de vorderingen afgeboekt.
209
70
151
53
debt ratio De debt ratio is de verhouding tussen de totale schulden en het balanstotaal. 204
deelneming Een deelneming is een vennootschap die als minderheidsbelang wordt aangehouden. In de meeste landen wordt de term ‘deelneming’ alleen gebruikt voor minderheidsbelangen die om strategische reden en niet als investering voor de korte termijn worden aangehouden.
degressief variabel Kosten zijn degressief variabel als de stijging van de kosten afneemt naarmate het aantal activiteiten toeneemt.
dekkingsbijdrage De dekkingsbijdrage aan de vaste kosten is het verschil tussen de inkomsten per activiteit en de variabele kosten per activiteit. De dekkingsbijdragen kunnen bestaan uit inkomsten, maar kunnen ook betrekking hebben op besparingen op kosten.
41
108
107
dekkingsprijs Dekkingsprijs zou een betere aanduiding zijn voor het begrip ‘kostprijs’. 92
delingscalculatiemethode Bij de delingscalculatiemethode wordt de kostprijs van kostendragers vastgesteld door de totale productiekosten van een periode te delen door het aantal geproduceerde kostendragers van die periode.
depletion Depletion is de Engelse term voor ‘afschrijvingen en incidentele afboekingen van natuurlijke hulpbronnen’.
deponering-bestuursverslag Een deponering-bestuursverslag is de vorm van bestuursverslag die organisaties wettelijk verplicht jaarlijks binnen een vastgestelde tijd na het einde van het boekjaar openbaar dienen te maken. Dit gebeurt door het deponeren van het bestuursverslag bij de deponering- organisatie. Deponeren houdt in dat organisaties digitaal of fysiek een bestuursverslag aan de wettelijk aangewezen organisatie verstrekken.
deponering-organisatie Een deponering-organisatie verzorgt het openbaar maken van bestuursverslagen voor een land. Deponeren houdt in dat organisaties digitaal of fysiek hun bestuursverslag aan de deponering- organisatie verstrekken.
deposito Bij een deposito worden liquide middelen voor een vaste periode en tegen een vaste rente uitgeleend.
derivaat Een derivaat is een termijncontract dat zijn waarde ontleent aan het prijsverloop van zijn onderliggende waarde.
119
207
71
71
27
236
destination statement Een destination statement is de beschrijving van de succesvolle performance in de toekomst. 265
dga Dga is de afkorting voor directeur-grootaandeelhouder. 32
direct costing Direct costing is een kostprijsberekeningsmethode die zich beperkt tot alleen de dekking van de directe/variabele kosten. De directe/vaste kosten en de indirecte kosten worden in de berekeningen van de kostprijs niet meegenomen.
directe kosten Directe kosten zijn de kosten voor het inzetten van die productiemiddelen in een productieproces, die een rechtstreeks technisch of organisatorisch verband hebben met het creëren van een bepaalde kostendrager.
directe medewerker Directe medewerkers zijn medewerkers die een functie hebben in het primaire bedrijfsproces.
Zij werken rechtstreeks aan goederen, diensten of projecten die de organisatie voortbrengt.
116
110
313
directe tijd De directe tijd is de tijd die directe medewerkers besteden aan werkzaamheden voor goederen, diensten en projecten voor klanten.
directe verbijzondering Als bij de kostenplaatsmethode de kosten van hulpkostenplaatsen en zelfstandige kostenplaatsen rechtstreeks worden doorbelast aan de hoofdkostenplaatsen, dan wordt dat aangeduid als de directe verbijzondering. Er wordt dan geen rekening gehouden met onderlinge leveringen van diensten tussen de hulpkostenplaatsen en de zelfstandige kostenplaatsen onderling.
314
122
directeur Een directeur is een mannelijk lid van een directie. 36
directeur-grootaandeelhouder Er is in Nederland sprake van een directeur-grootaandeelhouder, als één persoon een 32
aanmerkelijk belang heeft in de aandelen van de vennootschap en daarnaast deel uitmaakt van het bestuur van de vennootschap.
directie De directie is het bestuur van een organisatie. De directie is bevoegd om rechtshandelingen te 36
verrichten namens een organisatie en kan onderdelen van deze bevoegdheden delegeren aan medewerkers.
directrice Een directrice is een vrouwelijk lid van een directie. 36
disconteringsfactor De disconteringsfactor geeft tijdswaarde van geld weer. De formule voor de disconteringsfactor is 1 gedeeld door (1 + p)ⁿ waarbij p de interest gedeeld door 100% is en n het aantal periodes.
229
discontinuïteitsbasis Discontinuïteitsbasis is synoniem aan liquidatiebasis. 152
dividend Dividend is het aan de aandeelhouders uit te keren deel van de winst van een onderneming. 33
dividendrendement Het dividendrendement geeft de verhouding weer tussen het toegekende dividend per aandeel over een boekjaar en de koers van het aandeel op enig moment. Dit moment kan de koers, exclusief het dividend over het voorgaande boekjaar, aan het begin van het boekjaar zijn. Ook wordt wel gerekend met de gemiddelde koers over het betreffende boekjaar.
divisie Een divisie is een organisatorische eenheid bestaande uit samenhangende functies die gezamenlijk specifieke productielijnen of verkoopmarkten bedienen.
dochtermaatschappij Een dochtermaatschappij is een vennootschap waarvan de moedermaatschappij de helft of meer van de aandelen bezit. In bepaalde landen kan een vennootschap ook bij een lager aandelenpercentage, of zelfs bij het ontbreken van een aandelenbelang, een dochtermaatschappij zijn. Dit is het geval bij overdracht van zeggenschap aan de moedermaatschappij.
doel Het doel is de indicator die aangeeft wanneer met de inspanning het aspiratieniveau van de doelstelling wordt bereikt.
doelmatig Doelmatig is synoniem aan efficiënt. In de private omgeving is er een voorkeur voor de term ‘efficiënt’, terwijl in de publieke omgeving er een voorkeur is voor de term ‘doelmatig’.
237
38
40
22
104
doelstelling Een doelstelling is een performance die men wil realiseren. 21
doeltreffend Doeltreffend is synoniem aan effectief. In de private omgeving is er een voorkeur voor de term ‘effectief’, terwijl in de publieke omgeving er een voorkeur is voor de term ‘doeltreffend’.
dotatie aan de voorziening Dotatie aan de voorziening is het verhogen van de voorziening. De verhoging van de voorziening leidt tot kosten.
DPO-ratio DPO-ratio is de afkorting voor days payable outstanding ratio, wat in het Nederlands staat voor aantal dagen crediteurenratio.
DuPont chart Een DuPont chart is een overzicht waarin een resultatenrekening, een balans en enkele financiële ratio’s van een organisatie voor een periode - samen met onderlinge relaties - zijn weergegeven.
durfkapitaal Een emissie met durfkapitaal is een specifieke vorm van een onderhandse aandelenemissie. Bij durfkapitaal wordt niet alleen geld ingebracht, maar ook advies en management, en de financier bemoeit zich tevens met de bedrijfsvoering.
duurzaam ondernemen Duurzaam ondernemen is synoniem aan maatschappelijk ondernemen en staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, dat wordt afgekort als MVO.
104
158
211
373
33
254
duurzaamheid Duurzaamheid is de eigenschap van systemen om voor onbepaalde tijd productief te blijven. 253
duurzaamheidscriteria Organisaties kunnen duurzaamheidscriteria vastleggen waarmee hun handelen op de mate van duurzaamheid kan worden getoetst.
duurzaamheidsverslag Een duurzaamheidsverslag, ook wel aangeduid als maatschappelijk verslag, is een bestuursverslag gericht op de prestaties van de organisatie op het gebied van duurzaamheid.
254
254
dynamische methode Bij de dynamische methode voor het bepalen van de hoogte van een voorziening worden periodiek op basis van ervaringsregels van volumes de hoogte van de activapost en de ouderdomsopbouw van de activapost waarop de voorziening betrekking heeft op waarde en inbaarheid beoordeeld.
EBIT EBIT staat voor Earnings Before Interest and Tax. Hierbij wordt de winst geschoond van de invloed van de wijze waarop een organisatie of een activiteit is gefinancierd en van de invloed van de fiscale omgeving. EBIT kan worden weergegeven als absoluut bedrag of als percentage van de omzet of van de brutomarge.
EBITDA EBITDA staat voor Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortization. Dit is een ratio die is gericht op het inzichtelijk maken van de operationele kasstroom van een organisatie. EBITDA is gericht op de dimensie cashflow, maar wordt vaak gebruikt in het kader van rendement.
159
207
207
economic order quantity Economic order quantity is synoniem aan de formule van Xxxx. 234
economisch eigendom Het economische eigendom betreft gebruiksrechten en rechten op waardeverandering van goederen of diensten die juridisch eigendom zijn van derden.
economische levensduur De economische levensduur is de periode waarin vaste activa ‘economisch verantwoord’ kunnen worden ingezet. Met economisch verantwoord wordt verwezen naar enerzijds de stijgende bijkomende kosten zoals onderhoud en energieverbruik, en anderzijds de afnemende efficiency en de afnemende bedrijfszekerheid. De economische levensduur is korter dan de technische levensduur.
eenmanszaak Een eenmanszaak is een bedrijf dat rechtstreeks eigendom is van een natuurlijk persoon. Ten opzichte van derden is er geen onderscheid tussen de privébezittingen van de eigenaar van het bedrijf en de bezittingen van het bedrijf. Hierdoor is de eigenaar van het bedrijf wel onbeperkt persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.
effecten Effecten zijn waardepapieren, zoals aandelen en obligaties. Als effecten een beursnotering hebben en goed verhandelbaar zijn, kunnen zij worden gebruikt om overtollige liquide middelen tijdelijk in te beleggen. Veelal worden deze effecten gewaardeerd op marktwaarde.
effectief Effectief is de mate waarin een doel wordt bereikt. Effectiviteit staat los van de hoeveelheid ingezette middelen.
effectief rendement Het effectief rendement op een obligatie is het rendement in de situatie dat de obligatie tot het einde van de looptijd van de obligatie wordt aangehouden. Het effectief rendement gaat, net als bij het couponrendement, uit van de koers van de obligatie op enig moment.
efficiencyresultaat Het efficiencyresultaat is het verschil tussen het normatieve en het werkelijke verbruik maal de verrekenprijs per eenheid. De efficiencyresultaten worden bijgehouden per soort mens- en machine-uur en per soort grond- en hulpstof en verbruikt halffabricaat.
efficiënt Efficiënt is te definiëren als de beste balans tussen de hoeveelheid ingezette middelen en de mate van realisatie van het gestelde doel.
EFQM excellence model Het EFQM excellence model is een methode voor het evalueren van het niveau van het functioneren van een organisatie opgesteld door de European Foundation for Quality Management.
29
142
30
151
104
240
319
104
270
eigen kosten Eigen kosten zijn synoniem aan primaire kosten. 122
eigen vermogen Het eigen vermogen op enig moment is het verschil tussen de boekwaarde van alle bezittingen en de hoogte van alle verplichtingen op dat moment.
eigendom Eigendom is het recht van een persoon om over een goed of dienst naar eigen goeddunken te beschikken en anderen van deze beschikking in of uit te sluiten. Er is een verschil tussen het juridische eigendom en het economische eigendom.
132
29
eindejaarsuitkering Een eindejaarsuitkering is een vorm van beloning waarin organisaties jaarlijks, meestal in december, bepaalde bedragen aan hun medewerkers kunnen uitkeren.
enkelvoudige balans De enkelvoudige balans is de balans van de moedermaatschappij. Hierin zijn de waarden van de dochtermaatschappijen opgenomen als deelnemingen.
enkelvoudige interest Bij enkelvoudige interest wordt de rente over een periode berekend over de hoofdsom en niet over de rente van voorgaande periodes.
enkelvoudige opslagmethode Bij de enkelvoudige opslagmethode wordt een deel van de kosten voor het produceren van een kostendrager gedekt uit een opslag op één of op een som van directe/variabele kostensoorten.
271
323
227
117
enkelvoudige winst- en verliesrekening
Enterprise Risk Management - Integrated Framework
De enkelvoudige winst- en verliesrekening is de winst- en verliesrekening van de moedermaatschappij. Hierin zijn de eigen inkomsten en de eigen kosten van de moedermaatschappij weergegeven.
Enterprise Risk Management - Integrated Framework is een rapport voor het identificeren van alle belangrijke risico’s die het realiseren van de aspiratieniveaus van de doelstellingen van een organisatie kunnen bedreigen, dat ook wel wordt aangeduid als COSO II.
323
352
equitymethode Bij de equitymethode wordt het eigen vermogen van een overgenomen deelneming door de overnemende organisatie gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. In de loop der tijd wordt deze waarde vervolgens gecorrigeerd met de mutaties in het eigen vermogen van de deelneming. De mutaties in het eigen vermogen zijn de gerealiseerde resultaten en de dividenduitkeringen.
146
estimate Estimate is synoniem aan forecast. 190
XXX XXX staat voor Economic Value Added en is de operationele winst ná belasting minus de capital charge. Er wordt waarde gecreëerd als de operationele winst ná belasting van de investering groter is dan de capital charge. Hierbij is de operationele winst de winst vóór interestkosten.
expenses De Engelse term ‘expenses’ betekent in het Nederlands ‘kosten’. Kosten zijn lasten die zijn toegerekend aan de periode van de inkomsten waar ze betrekking op hebben. Kosten leiden tot een afname van de bezittingen of toename van de verplichtingen in de betreffende periode. Kosten leiden tot een verlaging van het eigen vermogen.
expiratiedatum De expiratiedatum is een beursterm die aangeeft wanneer een financieel termijncontract, zoals een optie of een future, afloopt.
exploitatierekening In een exploitatierekening worden voor overheden in de meest elementaire vorm alleen de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven van de betreffende rapportageperiode weergegeven, met de daaruit voortvloeiende over- of onderbesteding. Bij ondernemingen wordt deze rapportage aangeduid als een cashflowoverzicht.
externe benchmarking Bij externe benchmarking wordt de performance van de eigen organisatie getoetst aan die van andere organisaties.
fabrieksboekhouding In de fabrieksboekhouding is de organisatorische indeling naar afdelingen verwerkt, zoals is uitgelegd bij de kostenplaatsadministratie. De job time van de productiemedewerkers wordt bijgehouden, zoals is uitgelegd bij de urenadministratie. Ook wordt de goederenstroom intern van de ene kostenplaats naar de andere boekhoudkundig gevolgd met behulp van de voorraadadministraties. Grondstoffen worden hierbij gewaardeerd tegen de voor de toekomst verwachte inkoopprijzen die worden aangeduid als de interne verrekenprijzen. Kostenplaatsen ontvangen een boekhoudkundige kostendekking voor de levering van goederen of diensten. De dekkingen zijn gebaseerd op een soms zeer uitgebreid stelsel van productienormen voor grondstofverbruik, uitval, mens- en machine-uren en bijbehorende tarieven en vaste verrekenprijzen. Per kostenplaats worden er jaarlijks kosten- en inkomstenbegrotingen gemaakt. Begrotingen vormen de basis voor standaardkostprijzen voor verschillende goederen, halffabricaten, en (ondersteunende) diensten. Periodiek, veelal maandelijks, worden de resultaten van deze organisaties geanalyseerd. De perioderesultaten kunnen worden opgesplitst in bezettings-, efficiency-, bestedings- en uitvalresultaten per kostenplaats.
220
78
236
67
196
319
factoor Een factoor int tegen vergoeding vorderingen op debiteuren van derden. 281
factoring Bij factoring wordt het innen van debiteuren geheel of gedeeltelijk uitbesteed aan een externe onderneming, aangeduid als factoor.
faillissement Bij faillissement wordt beslag gelegd op het gehele vermogen van een organisatie met het doel om uit de opbrengst hiervan de schulden van de schuldeisers zo goed mogelijk te voldoen.
familievennootschap Bij een familievennootschap zijn de aandelen van een besloten vennootschap grotendeels in het bezit van leden van één of enkele families.
FIFO FIFO staat voor: First In First Out. In de voorraadadministratie worden ontvangen en afgegeven grondstoffen, hulpstoffen en handelsgoederen op tijdsvolgorde en met bijbehorende prijzen bijgehouden. Bij de waarderingsgrondslag FIFO worden voor het bepalen van de kosten van verbruikte voorraden de prijzen toegepast van de administratief nog aanwezige langst geleden ingekochte of geproduceerde goederen. Dit leidt ertoe dat de waardering van de voorraden gebaseerd is op actuele prijzen en de kosten van verbruikte voorraden gebaseerd zijn op prijzen uit het verleden.
filiaal Een filiaal is een vestiging van een groep met gelijksoortige productieprocessen en een uniforme naam.
281
153
32
147
38
financial accounting Financial accounting is het produceren van informatie gericht op externe verslaggeving. 25
financial control Financial control is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de organisatie haar inkomsten, kosten, bezittingen en schulden voldoende beheerst.
financial lease Bij financial lease wordt de leasemaatschappij alleen juridisch eigenaar van de activa, terwijl de klant het economische eigendom heeft. Dan ligt het risico voor een eventuele waardevermindering tijdens de looptijd van het leasecontract, veelal gelijk aan de verwachte resterende economische levensduur, bij de klant. Na de betaling van de laatste leasetermijn wordt de klant eigenaar van de activa. Meestal is een tussentijdse opzegging van het leasecontract niet mogelijk of kost een tussentijdse opzegging aanzienlijk meer dan het uitdienen van het contract. Financial lease is een vorm van koop op afbetaling of huurkoop.
355
279
financieel management Financieel management is de economische kant van het beheer. De economische kant betreft zaken die direct of indirect met geld te maken hebben. Het beheer heeft betrekking op het leidinggeven aan (onderdelen van) een bedrijf, een organisatie of een project en ook op het onderhouden van de financiële relaties met de stakeholders.
financiële vaste activa Onder de financiële vaste activa vallen de duurzame belangen die een organisatie heeft in andere organisaties en effecten en vorderingen met een duurzaam karakter. Hieronder vallen financiële zaken als:
- de aandelen en andere eigendomsbewijzen in deelnemingen in groepsmaatschappijen;
- de vorderingen op groepsmaatschappijen;
- de aandelen en andere eigendomsbewijzen in overige deelnemingen;
- de vorderingen op participanten en op organisaties waarin wordt deelgenomen.
financiering Financiering richt zich op de wijze waarop organisaties hun bezittingen financieren. Dit omvat onder andere keuzes op het terrein van lange en korte termijn lenen, leasen en huren van productiemiddelen, werkkapitaal en dividendbeleid.
financieringsformule De financieringsformule geeft aan op welke wijze doelen of doelstellingen voor groei, winst en dividend - bij een gegeven verhouding tussen het eigen vermogen en de brutomarge en een gegeven percentage winstbelasting - aan elkaar zijn gerelateerd.
fiscale eenheid Een fiscale eenheid is een situatie waarbij meerdere belastingplichtigen samen voor een bepaalde belastingsoort als één belastingplichtige worden beschouwd.
fiscale jaarrekening Een fiscale jaarrekening is een jaarrekening die is opgesteld volgens de betreffende fiscale waarderingsgrondslagen.
forecast Een forecast kan worden omschreven als de uitspraak van het management over de te verwachten financiële performance in een toekomstige periode. De forecast geeft aan of en in hoeverre de begroting zal worden gerealiseerd. Per boekjaar wordt eenmaal een begroting vastgesteld, maar er kunnen meer forecasts zijn.
formule van Camp De formule van Xxxx is synoniem aan economic order quantity en luidt: Bij de inkoop is de optimale bestelgrootte de tweedemachtswortel uit 2 maal de vraag maal de bestelkosten gedeeld door de voorraadkosten per stuk.
franchise Bij franchise verleent de franchisegever aan de franchisenemer het recht om de handelsnaam van de franchisegever te gebruiken. Tegenover dit recht staan verplichtingen ten aanzien van de bedrijfsvoering door de franchisenemer en een betalingsverplichting.
freelancer Een freelancer is een zelfstandige die voor eigen rekening werkt. De term ‘freelancer’ wordt veelal gebruikt in de sectoren zorg, journalistiek, communicatie en vormgeving.
19
145
27
282
41
152
26
234
38
31
fte De term ‘fte’ staat voor fulltime-equivalent medewerker. 211
fte-basis Fte-basis staat voor fulltime-equivalent medewerker. Bij de berekening van het aantal medewerkers van een organisatie op fte-basis wordt rekening gehouden met de parttimefactor van de medewerkers.
functionele indeling Bij de functionele indeling worden de kosten gegroepeerd naar de functies in het productieproces van organisaties.
211
105
future Future is de Engelse term voor ‘termijncontract’. 236
future value De future value is het eindbedrag. Bij een lening is dit de hoofdsom plus de rente. 228
G/L G/L is een afkorting van General Ledger, de Engelse term voor ‘grootboek’. 171
GBR GBR is de afkorting van gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit. 227
geconsolideerde balans In een geconsolideerde balans zijn de bezittingen en de verplichtingen van de bij de consolidatie betrokken organisaties opgeteld, met eliminatie van de wederzijdse vorderingen en schulden van de bij de consolidatie betrokken organisaties. In een geconsolideerde jaarrekening zijn ook de enkelvoudige balans en de enkelvoudige winst- en verliesrekening van de moedermaatschappij opgenomen.
geconsolideerde jaarrekening Een geconsolideerde jaarrekening bestaat uit een geconsolideerde winst- en verliesrekening, een geconsolideerde balans en een toelichting.
323
323
geconsolideerde winst- en verliesrekening
gedetailleerde bedrijfsvergelijking
gedragsconcept van de organisatie
In de geconsolideerde winst- en verliesrekening zijn de inkomsten en de kosten van de tot een groep behorende organisaties opgeteld, met eliminatie van de interne leveringen.
Bij de gedetailleerde bedrijfsvergelijking worden werkwijzen en technieken van vergelijkbare bedrijfsfuncties of werkzaamheden van andere organisaties in detail bestudeerd en gesteld tegenover de eigen werkwijzen en technieken. Gedetailleerde bedrijfsvergelijkingen zijn veelal gericht op het lokaliseren van inefficiëntie in het eigen productieproces.
Het gedragsconcept van de organisatie is de benadering waarbij organisaties worden gezien als een geheel dat is opgebouwd uit natuurlijke personen en groeperingen, die hun handelen richten op de realisatie van hun persoonlijke doelstellingen.
323
301
253
gegevens Gegevens zijn registraties van feiten. Feiten zijn gebeurtenissen of omstandigheden die zich in de werkelijkheid voordoen.
geheime reserve Er is sprake van een geheime reserve als bezittingen van de organisatie met een significante waarde niet op de balans zijn opgenomen.
geld Geld is een ruilmiddel dat in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats algemeen aanvaard wordt als betaalmiddel. Geld wordt gebruikt als rekeneenheid en als oppotmiddel.
46
156
24
geldgever Een geldgever wordt aangeduid als een persoon die een lening verstrekt. 157
geldnemer Een geldnemer wordt aangeduid als een persoon die een lening ontvangt. 157
gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit
Bij de gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit worden de gemiddelde netto-inkomsten per periode over de economische levensduur berekend. Deze gemiddelde netto-inkomsten worden verminderd met de gemiddelde afschrijving per periode over de economische levensduur. Dit verschil wordt gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerde bedrag. De netto-inkomsten zijn op dezelfde wijze gedefinieerd als uitgelegd bij de terugverdientijd. De kosten zijn dus exclusief afschrijving en rente.
227
gemiddelde investering De gemiddelde investering is de helft van de som van de investering en de restwaarde. 225
General Xxxxxx General Xxxxxx is de Engelse term voor ‘grootboek’. 171
genormaliseerde winst De genormaliseerde winst is de winst, gecorrigeerd voor eventuele incidentele inkomsten en kosten.
geplaatst kapitaal Het geplaatste kapitaal is het aantal uitgegeven aandelen maal de nominale waarde van de aandelen.
258
154
gesloten boekingsperiode In een gesloten boekingsperiode kunnen geen boekingen meer worden gedaan. 188
gestort eigen vermogen Het gestort eigen vermogen is het aantal aandelen maal de daarvoor door de vennootschap ontvangen prijs. Het gestort eigen vermogen wordt ook wel aangeduid als het gestort kapitaal. Bij stichtingen, verenigingen en coöperaties bestaat de inbreng uit de inleg door de oprichters en bij verenigingen en coöperaties kan daarnaast nog gestort eigen vermogen worden ingebracht door de inkoop door de leden die later aangesloten zijn. Overheidsorganisaties hebben over het algemeen geen eigen vermogen.
154
gestort kapitaal Het gestort kapitaal is synoniem aan gestort eigen vermogen. 154
gewogen gemiddelde prijs Bij de waarderingsgrondslag gewogen gemiddelde prijs wordt bij elke aanvulling van de voorraad de gewogen gemiddelde prijs van de op voorraad gehouden grondstoffen, hulpstoffen en handelsgoederen opnieuw berekend. De voorraad wordt gewaardeerd tegen deze gewogen gemiddelde prijs en dit is ook de prijs die toegepast wordt voor het bepalen van de kosten van het verbruik.
giraal geld Giraal geld is digitaal geld dat op een bankrekening staat. Giraal geld is direct opneembaar en kan direct worden aangewend voor het doen van girale transacties.
148
24
goal Goal is de Engelse term voor ‘doel’. 22
goingconcernbasis Bij waardering op goingconcernbasis wordt bij de waardering van activa ervan uitgegaan dat het voortbestaan van de organisatie zeker is. Dit wordt ook wel aangeduid als waardering op continuïteitsbasis.
goodwill Goodwill is het verschil tussen de betaalde koopprijs en de boekwaarde van de overgenomen activa onder aftrek van eventueel overgenomen passiva.
goodwillfactor De goodwillfactor is het aantal malen dat de gemiddelde genormaliseerde winst in de berekening van de waardebepaling van een vennootschap wordt meegenomen, bijvoorbeeld factor vijf, dus vijf maal de gemiddelde winst ná belasting.
152
144
258
groep Een groep bestaat uit een moedermaatschappij en haar dochtermaatschappijen. 41
groepsmaatschappij Een groepsmaatschappij is een individuele onderneming van een groep. 41
grondstoffen Als door een bewerking in een productieproces goederen of diensten worden verbruikt, worden 78
zij aangeduid als grondstoffen.
grootboek Het grootboek is de verzameling van alle grootboekrekeningen van een organisatie. 171
grootboekrekening Een grootboekrekening is een chronologische vastlegging van alle tot eenzelfde inkomsten-, kosten-, bezittingen- of verplichtingensoort behorende groep mutaties over een boekingsperiode, inclusief de totaaltelling van deze mutaties.
grootboekrekeningnummers De grootboekrekeningnummers, afgekort rekeningnummers, die alle boekingen krijgen, worden gebruikt om over een boekingsperiode gelijksoortige inkomsten, kosten, bezittingen en verplichtingen samen te voegen.
171
171
gross margin Gross margin is de Engelse term voor ‘brutomarge’. 77
gross profit De term ‘gross profit’ wordt ook gebruikt als synoniem voor ‘gross margin’. 79
Guidance for Smaller Public Companies
De Guidance for Smaller Public Companies is het COSO-rapport voor kleinere organisaties. 352
halffabricaat Halffabricaten zijn de componenten waaruit goederen of diensten zijn samengesteld die zelf een eindproduct zijn van een productieproces.
handelscrediteuren Handelscrediteuren zijn leveranciers, die goederen of diensten leveren voor het primaire productieproces van een organisatie.
handelsdiensten Handelsdiensten zijn diensten die een onderneming koopt om deze met of zonder bewerking te verkopen.
handelsgoederen Handelsgoederen zijn goederen die een onderneming koopt om deze met of zonder bewerking te verkopen.
148
161
78
78
hefboomfactor De hefboomfactor is de verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen. 216
hefboomformule De hefboomformule luidt als volgt: de XXX (ná belasting) is 1 minus het percentage winstbelasting gedeeld door 100% maal de ROI (vóór belasting) plus de rentemarge maal de hefboomfactor.
heterogene massaproductie Bij heterogene massaproductie worden verschillende soorten goederen of diensten in grote aantallen geproduceerd. Hierbij zijn de in de productie verbruikte en gebruikte productiemiddelen per soort goederen of diensten gelijk, maar verschillen de in de productie verbruikte en gebruikte productiemiddelen voor de verschillende soorten.
218
120
historische cijfers Historische cijfers zijn de actuele cijfers over voorgaande periodes. 189
historische kostprijs De historische kostprijs is synoniem aan de aanschafwaarde. 142
historische vergelijking Bij historische vergelijking wordt de grootte van een performance getoetst aan de performance uit voorgaande jaren.
holding Een holding is een onderneming waarvan de activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit het besturen van haar dochtermaatschappijen. Holding is synoniem aan houdstermaatschappij.
holistic concept of the firm Het holistic concept of the firm is de Engelse term voor het ‘holistisch concept van de organisatie’.
195
41
252
holistisch concept van de organisatie
Bij het holistisch concept van de organisatie wordt het gedrag van organisaties als één geheel beschouwd. Hierbij wordt een organisatie gedefinieerd als een samenwerkingsverband van mensen die middelen inzetten, gericht op het realiseren van bepaalde doelstellingen. Met samenwerkingsverband wordt daarbij verwezen naar organisatorische, sociale, economische en juridische verbanden. Tot de middelen worden onder andere gerekend: arbeid, grond, grondstoffen, kapitaal, rechten, kennis en vaardigheden. Gericht op bepaalde doelstellingen wil zeggen dat de stakeholders in een organisatie gezamenlijke doelstellingen zouden nastreven.
252
homo economicus De homo economicus is een mensbeeld waarbij gewerkt wordt met theorieën die ervan uitgaan dat mensen in de organisatie voor hun besluitvorming op puur rationele gronden complexe berekeningen kunnen uitvoeren.
homo informaticus De homo informaticus is een mensbeeld waarbij gewerkt wordt met aannames dat mensen in de organisatie beschikken over alle relevante informatie voor hun besluitvorming.
homogene massaproductie Bij homogene massaproductie worden grote aantallen uniforme goederen of diensten op dezelfde wijze geproduceerd en hebben de goederen of diensten dezelfde inzet van verbruikte en gebruikte productiemiddelen.
hoofdkostenplaats Een hoofdkostenplaats is een administratief afgebakend onderdeel van een organisatie, waaraan kosten en prestaties kunnen worden toegerekend, en dat betrekking heeft op een fysiek lokaliseerbaar onderdeel van het primaire proces.
252
252
119
121
hoofdsom De hoofdsom wordt aangeduid als het bij een lening oorspronkelijk verstrekte bedrag. 157
houdstermaatschappij Een houdstermaatschappij is een onderneming waarvan de activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit het besturen van haar dochtermaatschappijen. Houdstermaatschappij is synoniem aan holding.
hulpkostenplaats Een hulpkostenplaats is een administratief afgebakend onderdeel van een organisatie, waaraan kosten en prestaties kunnen worden toegerekend, en dat betrekking heeft op een niet fysiek lokaliseerbaar onderdeel van het ondersteunend proces. Een hulpkostenplaats is geen afdeling of team, maar een administratieve constructie.
hulpstoffen Hulpstoffen maken de productie mogelijk: zij worden verbruikt in de productie, maar gaan niet op in de te produceren goederen.
41
121
78
huurkoop Huurkoop is een vorm van koop die dicht tegen financial lease aan ligt. Bij huurkoop mag de koper de koopprijs in termijnen betalen, maar het eigendom gaat pas over op de koper bij de betaling van de laatste termijn.
hypothecaire lening Een hypothecaire lening is een lening, meestal bij een bank, waarbij onroerend goed als onderpand is verstrekt.
279
90
IAS IAS staat voor International Accounting Standards. 136
IFRS IFRS staat voor International Financial Reporting Standards. 136
immateriële vaste activa De immateriële vaste activa betreffen de vaste activa die niet fysiek of financieel van aard zijn.
Hieronder vallen zaken als:
- goodwill;
- intellectuele eigendomsrechten;
- licenties;
- onderzoek en ontwikkeling.
in control statement Een in control statement, ook wel aangeduid als controleverklaring, is een verklaring die het hoogste management van een organisatie afgeeft aan haar stakeholders, waarin het management verklaart in control te zijn.
in control zijn In control zijn staat voor goed bestuur. De basis voor goed bestuur is een goed functionerende internal control.
income De Engelse term ‘income’ betekent in het Nederlands ‘baten’. De baten zijn het bedrag aan ontvangsten dat zou ontstaan als eenieder zijn betalingsverplichtingen aan de betreffende organisatie zou voldoen op het moment dat deze verplichtingen ontstonden.
indirecte kosten Indirecte kosten zijn de kosten voor het inzetten van productiemiddelen in een productieproces, zonder dat er een verband is met het creëren van een kostendrager.
indirecte medewerker Indirecte medewerkers zijn medewerkers die een voor het primaire bedrijfsproces ondersteunende functie hebben.
indirecte tijd De indirecte tijd is de tijd die directe medewerkers besteden aan het uitvoeren van werkzaamheden voor het ondersteunen van het primaire bedrijfsproces en verspilde tijd. Voorbeelden van indirecte tijd van directe medewerkers zijn: de tijd besteed aan management taken, overleg, opleiding, planning, onderhoud en sociale evenementen. Verspilde tijd kan ontstaan door het gebrek aan werk of door planningsfouten.
informatie Als feiten betekenis hebben worden zij informatie voor de gebruiker. Feiten hebben betekenis als ze relevant zijn voor de gebruiker en nieuwswaarde hebben.
informatiecontrol Informatiecontrol betreft het nemen van voldoende adequate maatregelen om te waarborgen dat de door een informatiesysteem geproduceerde informatie in voldoende mate betrouwbaar is. De betrouwbaarheid heeft betrekking op de juistheid, de volledigheid en de tijdigheid van de geproduceerde informatie en specifiek op de volledigheid van de inkomsten- en bezittingenverantwoording en op de juistheid van de kosten- en verplichtingenverantwoording.
informatiesysteem Met een informatiesysteem kunnen gegevens worden verzameld, vastgelegd, bewerkt en geanalyseerd en kan informatie worden gerapporteerd. Tegenwoordig zijn informatiesystemen van organisaties bijna altijd geautomatiseerd. Een informatiesysteem omvat naast de hard- en software ook de vastgelegde gegevens, betrokken medewerkers, de procedures en de werkwijzen.
informatieverzorging De informatieverzorging is het geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht op de informatiebehoefte van de organisatie. De informatiebehoefte bestaat uit:
- operationele informatie voor het verrichten van handelingen;
- besturingsinformatie voor het besturen van de organisatie;
- verantwoordingsinformatie over het besturen van de organisatie.
initiële kosten Initiële kosten zijn eenmalige kosten die gemaakt moeten worden om activiteiten of systemen operationeel te maken.
inkomen Inkomen dient voor de dekking van het levensonderhoud van natuurlijke personen. Inkomen kan bestaan uit ontvangsten zoals salaris, rente, huur, dividend, pensioen, uitkering of uit verzekeringen.
inkomsten De inkomsten van een periode zijn de som van alle baten van een organisatie die zijn toegerekend aan die periode. De inkomsten van een periode zijn ook de som van de verhoging van de waarde van de bezittingen en de verlaging van de verplichtingen van een organisatie die verband houden met het dekken van de kosten van geleverde of te leveren goederen of diensten. Inkomsten verhogen het eigen vermogen. Het woord inkomsten is synoniem aan opbrengsten. Een stijging van de waarde van het onderhanden werk leidt tot inkomsten. Ook overige inkomsten, zoals rentebaten, boekwinsten op de verkoop van bezittingen en het verkrijgen van subsidies leiden tot inkomsten.
144
346
345
78
110
313
313
46
46
296
297
321
78
76
inkomstenadministratie Een inkomstenadministratie is de systematische registratie van de inkomsten, de toerekening van inkomsten aan periodes, de inkomstenbronnen, de regio's of de bedrijfsonderdelen. Hieronder vallen ook het betreffende deel van het rekeningstelsel, inkomstenrapportages, alsmede analyses van afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren, begrotingen of forecasts.
304
inkomstencentrum Een verantwoordelijkheidscentrum voor alleen inkomsten wordt inkomstencentrum genoemd. 303
inkoopkosten De inkoopkosten betreffen de kosten voor goederen of diensten die een organisatie in een periode verbruikt in haar productieproces en het werk dat een organisatie in die periode voor haar productieproces uitbesteedt aan derden. Bij een handelsbedrijf vallen de kosten voor de inkoop van handelsgoederen en -diensten onder de inkoopkosten. De kosten voor tijdelijk personeel dat wordt ingehuurd voor de uitvoering van projecten voor derden vallen ook onder de inkoopkosten. Tot de inkoopkosten worden tevens gerekend de bijkomende kosten voor zaken als advies, commissies, belastingen, transport, opslag en verzekering die een relatie hebben met de inkoop.
inkoopresultaat Het inkoopresultaat is het verschil tussen de verrekenprijs en de werkelijke inkoopprijs maal het werkelijk ingekochte aantal.
93
319
innovatie Innovatie is gedefinieerd als het verandervermogen. 348
innovatiecontrol Innovatiecontrol is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat het verandervermogen van de organisatie voldoende aansluit bij de dynamiek van haar omgeving.
348
integrale kostprijsmethode De Engelse term ‘absorption costing’ betekent in het Nederlands ‘integrale kostprijsmethode’. 116
intellectuele eigendomsrechten Onder de intellectuele eigendomsrechten vallen octrooien, ook wel aangeduid als patenten, maar ook auteursrechten, handelsnaamrechten, merkrechten en databankrechten. Het gaat om geformaliseerde intellectuele eigendomsrechten. Deze rechten stellen de houders ervan in staat anderen te weerhouden van het produceren en het verkopen van goederen of diensten die vallen onder de claims van het betreffende eigendomsrecht.
interest coverage ratio Interest coverage ratio is het aantal malen interestkosten die een organisatie in een periode verdient.
internal control Internal control omvat de maatregelen gericht op het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid aangaande het bereiken van gestelde doelen voor:
- de efficiency en effectiviteit van de door de organisatie uitgevoerde activiteiten;
- de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving;
- de naleving van voor de organisatie relevante wet- en regelgeving;
- het beveiligen van middelen tegen niet-geautoriseerde aankoop, gebruik of verkoop. Internal control is gedefinieerd als een proces, toegepast door de directie, het management en ander personeel van een organisatie. Het proces is ontworpen om de realisatie van doelen van middelen en aspiratieniveaus van doelstellingen in operaties, rapportages, compliance en fraudebestrijding zo goed mogelijk te borgen.
144
222
47
Internal Control - Integrated Framework
Internal Control - Integrated Framework is het toonaangevende COSO-rapport over de opzet en het onderhouden van internal control van organisaties.
345
interne benchmarking Bij interne benchmarking wordt de performance van een organisatieonderdeel getoetst aan de performance van andere onderdelen binnen eenzelfde organisatie.
interne controle Interne controle wordt omschreven als de controle op de wijze waarop in een organisatie gebruikgemaakt is van gedelegeerde bevoegdheden. Interne controle wordt door of namens de hoogste leiding van de organisatie uitgevoerd. Interne controle richt zich specifiek op de betrouwbaarheid van de financiële verslaggeving.
interne leveringen Interne leveringen zijn de leveringen van goederen of diensten en uitbestede werkzaamheden tussen de bij een consolidatie betrokken organisaties.
interne rentabiliteitmethode Bij de interne rentabiliteitmethode voor investeringen wordt de disconteringsvoet in de netto contante waarde formule opgenomen als variabele en wordt vastgesteld bij welke disconteringsvoet de contante waarde van de netto-inkomsten gelijk is aan de investering. Het bepalen van de disconteringsvoet verloopt via uitproberen. Hoe hoger het rentepercentage in de disconteringsvoet, des te aantrekkelijker de investering. Deze waarde dient gelijk aan of hoger te zijn dan de binnen de organisatie gehanteerde richtlijn voor interne rentabiliteit.
interne verrekenprijs Een interne verrekenprijs is de boekhoudkundige vergoeding per eenheid goed of dienst die de leverende kostenplaats ontvangt van de afnemende kostenplaats.
intrinsieke waarde Bij intrinsieke waarde is het verschil tussen de bezittingen en de verplichtingen op enig moment niet zoals bij eigen vermogen uitgedrukt in boekwaarde, maar in actuele waarde.
investeren Investeren wordt omschreven als het samenbrengen van activa die gezamenlijk productie mogelijk maken. Binnen deze omschrijving van investeren valt elke uitbreiding van activa, dus ook een uitbreiding van de voorraad grondstoffen en zelfs een toename van liquide middelen.
investeringscentrum Een verantwoordelijkheidscentrum voor kosten, inkomsten en investeringen wordt investeringscentrum genoemd.
196
46
323
229
182
153
222
303
investment centre Investment centre is de Engelse term voor ‘investeringscentrum’. 303
invoercontroles Bij invoercontroles worden de in een geautomatiseerd systeem ingevoerde gegevens 51
gecontroleerd op datatype en op logische verbanden met andere gegevens.
IPSASB IPSASB staat voor International Public Sector Accounting Standards Board. IPSASB zet zich 74
in voor consistente en vergelijkbare financiële verslaggeving in de publieke sector.
Ist en Soll Het werken met de Duitstalige begrippen ‘Ist’ en ‘Soll’ staat voor een techniek om de juistheid, 57
volledigheid en tijdigheid van de informatie te verankeren in de financiële administratie. Informatie waarvan de correctheid moet worden vastgesteld wordt aangeduid als Ist. Ist betekent ‘is’. De informatie waarmee deze Ist-positie wordt beoordeeld, wordt aangeduid als Soll. Soll betekent ‘zou moeten zijn’.
Ist- en Soll-schema In een Ist- en Soll-schema wordt op een grafische wijze weergegeven met welke Soll-posities 58
de Ist-posities worden gecontroleerd en hoe de gecontroleerde Ist-posities als Soll-posities worden ingezet in andere controleverbanden.
jaarrekening De jaarrekening is de financiële verslaggeving van een organisatie over een boekjaar, die 71
bestaat uit: een balans, een resultatenrekening, een cashflowoverzicht, specificaties van verschillende posten en een beschrijving van de toegepaste waarderingsgrondslagen.
jaarverslag Het bestuursverslag werd voor 2016 aangeduid met de term ‘jaarverslag’. 71
job time De job time is de tijd die medewerkers besteden aan werkzaamheden. Het betreft hier de tijdsduur van werkzaamheden die rechtstreeks besteed worden aan projecten, goederen of diensten die de organisatie produceert voor derden, of voor gebruik in de eigen organisatie. Derden kunnen klanten zijn van een onderneming, leden of doelgroepen van een non-profit organisatie, of afnemers van diensten bij een overheidsorganisatie.
312
juridisch eigendom Het juridisch eigendom betreft het feitelijke eigendom. 29
kameraalstijl Bij de kameraalstijl, die ontstond in de 18e eeuw, worden in de exploitatierekeningen van overheden naast de gerealiseerde ontvangsten en de uitgaven ook de nog te verwachten ontvangsten en de nog openstaande aangegane verplichtingen verwerkt.
kapitaaldimensie De kapitaaldimensie betreft de bezittingen en de verplichtingen. Tot de kapitaaldimensie behoren alle feiten waardoor de omvang of de samenstelling van de bezittingen en verplichtingen van de organisatie wijzigen.
kapitaalintensiteit De kapitaalintensiteit is de gemiddelde hoogte van de waarde van de totale activa per medewerker die nodig is voor de productiecapaciteit. Hoe hoger deze waarde is, hoe kapitaalintensiever de branche.
kasboek Een kasboek is een chronologische vastlegging van alle contante ontvangsten en contante betalingen van een boekingsperiode, inclusief de totaaltelling. Het beginsaldo en het eindsaldo van het kasboek komen overeen met de kassaldo's aan het begin en aan het einde van de boekingsperiode.
kasstelsel Het kasstelsel is de wijze waarop overheden van oudsher hun financieel management uitvoerden. Bij het kasstelsel staan de hoogte en samenstelling van de ontvangsten en uitgaven van een periode centraal.
68
62
203
172
67
kengetallen Het woord kengetallen is synoniem aan ratio’s. 199
klantencontract Een klantencontract is een samenwerkingsovereenkomst tussen een leverancier van goederen en/of diensten en een afnemer van deze goederen en/of diensten. In een klantencontract worden de voor de klant specifieke zaken vastgelegd zoals: wie de partijen zijn, wie de contactpersonen zijn, wat de looptijd van het contract is, de omschrijving van de soort goed en/of dienst, een eventueel toe te passen projectfasering, de te hanteren uurtarieven en de factureergegevens van de afnemer.
167
kleine of middelgrote ondernemingen
Kleine of middelgrote ondernemingen is de Belgische naam voor midden- en kleinbedrijf. 37
KMO KMO is de afkorting van kleine of middelgrote ondernemingen. 37
koers-winstverhouding De koers-winstverhouding geeft de verhouding weer tussen de winst per aandeel die in het boekjaar is gerealiseerd en de koers van het aandeel op enig moment.
kolommenbalans Een kolommenbalans dient om de berekeningen voor het opstellen van de jaarrekening gestructureerd te kunnen uitvoeren. In een kolommenbalans worden vanuit de dagboeken voor een boekingsperiode in totalen op grootboekrekeningniveau de mutaties in de activa (bezittingen) en de passiva (verplichtingen) vanuit de beginbalans verwerkt tot een eindbalans. Ook worden de inkomsten en de kosten vanuit de dagboeken voor een boekingsperiode in totalen op grootboekrekeningniveau verwerkt tot een winst- en verliesrekening.
kommalanden Kommalanden zijn landen waar de komma als decimaal scheidingsteken wordt gebruikt.
In kommalanden wordt de punt gebruikt als scheidingsteken voor duizendtallen.
237
175
105
koop op afbetaling Koop op afbetaling is een vorm van koop die dicht tegen financial lease aan ligt. Bij koop op afbetaling gaat het eigendom bij de koop direct over op de koper, maar de koper mag de koopprijs in termijnen betalen.
kortlopende schulden Kortlopende schulden zijn verplichtingen die door de schuldeiser binnen één jaar kunnen worden opgeëist. Het aflossingsdeel voor het betreffende boekjaar van een langlopende schuld is een kortlopende schuld.
kosten De kosten van een periode zijn de som van alle lasten van een organisatie die zijn toegerekend aan die periode. De kosten van een periode zijn ook de som van de verlaging van de waarde van de bezittingen en de verhoging van de waarde van de verplichtingen die verband houden met de inzet van productiemiddelen. Kosten verlagen het eigen vermogen.
kosten van nee-verkoop De kosten van nee-verkoop zijn de gemiste inkomsten doordat de organisatie klanten niet tijdig gevraagde goederen of diensten kan leveren, maar ook de schade die daardoor kan ontstaan in de relatie met de klanten.
kostenadministratie Kostenadministratie betreft de systematische registratie van kosten, de toerekening van kosten aan periodes, aan goederen, aan diensten of aan bedrijfsonderdelen en de waardering van voorraden, van kostprijzen van de verkopen of van vaste activa. Hieronder vallen ook het betreffende deel van het rekeningstelsel, kostenrapportages en analyses van eventuele afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren, begrotingen of forecasts.
279
161
92
234
302
kostencentrum Een verantwoordelijkheidscentrum voor kosten wordt kostencentrum genoemd. 303
kostendrager Een kostendrager is een object zoals een goed, een dienst, een project, een organisatieonderdeel of een klant, maar ook een in de productie in te zetten halffabricaat, ondersteunende dienst of productiemiddel waarvoor een evenwichtige bijdrage kan worden vastgesteld voor het dekken van de kosten van een organisatieonderdeel.
kostenplaats Een kostenplaats is een administratief afgebakend onderdeel van een organisatie waaraan kosten en prestaties kunnen worden toegerekend.
kostenplaatsadministratie Bij een kostenplaatsadministratie zijn in het rekeningstelsel grootboekrekeningen per afdeling opgenomen en wordt in de financiële administratie bij elke mutatie aangegeven op welke afdeling de mutatie betrekking heeft. De inkomsten- en kostensoorten zijn hierbij op afdelingsniveau begroot.
kostenplaatsbeheerder Een kostenplaatsbeheerder is de manager die verantwoordelijk is voor de financiële performance van een kostenplaats.
kostenplaatsmethode Bij de kostenplaatsmethode worden alle indirecte kosten geboekt op een kostenplaats. De kosten van de kostenplaatsen worden gedekt door de kostendragers. De directe kosten worden rechtstreeks geboekt op de betreffende kostendragers waarvoor ze zijn aangewend.
kostensoortbeheer Bij kostensoortbeheer is de verantwoordelijkheid voor het beheer van één of meer soorten organisatiekosten gedelegeerd.
101
121
303
303
120
303
kostensoorten Kostensoorten zijn aanduidingen voor de kenmerken van kosten. 93
kostenverbijzondering Kostenverbijzondering is het toerekenen van kosten aan kostendragers. 122
kostenverdeelstaat Een kostenverdeelstaat is een overzicht van de wijze waarop de indirecte kosten van kostenplaatsen van een organisatie voor een periode op basis van verdeelsleutels zijn doorbelast aan andere kostenplaatsen en de kostendragers.
122
kostenveroorzaker Een kostenveroorzaker is de verdeelsleutel die wordt toegepast om de kosten toe te rekenen. 124
kostprijs Een kostprijs van een kostendrager is de evenwichtige bijdrage van een kostendrager om de kosten van een organisatie te dekken. De evenwichtige bijdrage van een kostendrager kan worden vastgesteld door kosten toe te rekenen aan de voor het produceren van de kostendrager verbruikte en gebruikte productiemiddelen.
kostprijsberekeningsmethode Een kostprijsberekeningsmethode is een methode voor het berekenen van kostprijzen voor kostendragers.
kostprijstarief Een kostprijstarief, afgekort tarief, is de kostprijs voor een bepaalde hoeveelheid halffabricaat, een ondersteunende dienst of een productiemiddel.
kritische succesfactor Een kritische succesfactor is een doelstelling die gerealiseerd moet worden voor het succesvol uitvoeren van de gekozen strategie: het is een randvoorwaarde.
kwantumkorting Een kwantumkorting is een korting die een verkoper verleent op basis van het aantal bestelde goederen of diensten. Dit kan zijn per geplaatste order of in een periode.
langlopende schulden Xxxxxxxxxxx schulden zijn verplichtingen die door de schuldeiser niet binnen één jaar kunnen worden opgeëist.
lasten De lasten zijn het bedrag aan uitgaven dat gerealiseerd zou zijn als de organisatie haar betalingsverplichtingen aan eenieder zou voldoen op het moment dat deze verplichtingen ontstonden.
101
110
101
265
235
160
68
latest estimate Latest estimate is de Engelse term voor de ‘meest recente forecast’ en synoniem aan latest forecast en wordt afgekort als LE.
latest forecast Latest forecast is de Engelse term voor de ‘meest recente forecast’ en synoniem aan latest estimate, afgekort LE.
LE LE is de afkorting voor latest estimate. Latest estimate is de Engelse term voor de ‘meest recente forecast’ en synoniem aan latest forecast.
lease Lease is een vorm van krediet waarbij de kredietverstrekker een goed of dienst aankoopt en dit gedurende een vooraf overeengekomen termijn en tegen een vaste vergoeding ter beschikking stelt aan de kredietnemer.
190
190
190
279
leasing Leasing is synoniem aan lease. 279
lening Bij een lening verstrekt een persoon een geldbedrag aan een andere persoon onder de voorwaarde dat het geldbedrag later wordt terugbetaald.
157
leningsovereenkomst In een leningsovereenkomst zijn de condities van een lening vastgelegd. 157
leveringsvoorwaarden In leveringsvoorwaarden zijn niet voor de klant specifieke zaken beschreven betreffende de relatie tussen een leverancier van goederen en/of diensten en de afnemers van deze goederen en/of diensten zoals aansprakelijkheid, garantie, geheimhouding, intellectueel eigendom, wijze van opdrachtverstrekking, werkwijze, factureerprocedure, betaaltermijn, exclusiviteit, opzegging en gebruikelijk recht.
licenties Onder de licenties vallen gebruiksrechten op intellectuele eigendomsrechten, maar ook concessies voor ontginning en vergunningen.
XXXX XXXX staat voor: Last In First Out. In de voorraadadministratie worden ontvangen en afgegeven grondstoffen, hulpstoffen en handelsgoederen op tijdsvolgorde en met bijbehorende prijzen bijgehouden. Bij de waarderingsgrondslag LIFO worden voor het bepalen van de kosten van verbruikte voorraden de prijzen toegepast van de administratief nog aanwezige laatst ingekochte of geproduceerde goederen. Dit leidt ertoe dat de waardering van de voorraden gebaseerd is op prijzen uit het verleden en de kosten van verbruikte voorraden gebaseerd zijn op actuele prijzen.
lijnafdelingen De lijnafdelingen zijn de afdelingen die gericht zijn op het uitvoeren van specifieke activiteiten van het primaire proces van organisaties.
lineaire afschrijvingsmethode De lineaire afschrijvingsmethode is de in de praktijk meest voorkomende afschrijvingsmethode om de periodieke afschrijving van vaste activa te berekenen.
Hierbij wordt het verschil tussen de aanschafwaarde of de verkrijgingsprijs van een activum en de restwaarde ervan gedeeld door het aantal periodes van de verwachte economische levensduur. De verwachte restwaarde is het bedrag dat het activum na verloop van de verwachte economische levensduur van het activum nog zal opbrengen, dit na aftrek van eventuele verwijderingskosten.
In de praktijk wordt de economische levensduur veelal niet per item vastgesteld, maar wordt er gewerkt met vaste termijnen per soort vaste activa. Bijvoorbeeld, alle computers worden in vijf jaar afgeschreven.
liquidatiebasis Bij waardering op liquidatiebasis wordt bij de waardering van activa ervan uitgegaan dat het voortbestaan van de organisatie onzeker is. Dit wordt ook wel aangeduid als waardering op discontinuïteitsbasis.
liquide middelen Onder de liquide middelen vallen contant geld, tegoeden in rekening-courant bij banken, tegoeden op spaarrekeningen, cheques en deposito's. Liquide middelen in de eigen valuta worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Bij buitenlandse valuta speelt de problematiek van de omrekenkoers die als waarderingsgrondslag moet worden toegepast een rol.
liquiditeit Liquiditeit is de mate waarin een organisatie in staat is om aan haar kortetermijnbetalingsverplichtingen te voldoen.
liquiditeitsbegroting De liquiditeitsbegroting is de cashflowprognose die opgenomen wordt in de jaarlijkse begrotingscyclus.
167
145
147
242
143
152
152
199
200
liquiditeitsratio De liquiditeitsratio’s zijn: current ratio (werkkapitaalratio), quick ratio (acid test) en cash ratio. 202
maatschap Bij de maatschap kunnen meer personen samen rechtstreeks eigenaar van een bedrijf zijn en is iedere deelnemer (maatschapslid of maat) persoonlijk aansprakelijk voor de schulden die de deelnemer zelf namens de maatschap is aangegaan.
maatschappelijk kapitaal Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap is het in de statuten van de vennootschap vastgelegde aantal aandelen dat maximaal uitgegeven mag worden maal de nominale waarde van de aandelen.
maatschappelijk ondernemen Maatschappelijk ondernemen is synoniem aan duurzaam ondernemen en staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, afgekort MVO.
maatschappelijk verslag Maatschappelijk verslag is synoniem aan duurzaamheidsverslag: dit is een bestuursverslag gericht op de prestaties van de organisatie op het gebied van duurzaamheid.
31
154
254
254
make or buy calculatie De make or buy calculatie is een techniek om op basis van een indeling van kosten in vaste en variabele kosten te berekenen bij welke omvang aan activiteiten de kosten van het zelf produceren gelijk zijn aan de kosten van inkoop.
management accounting Management accounting is het produceren van informatie die gericht is op interne informatieverzorging ten behoeve van beheersings- en besluitvormingsprocessen.
managementcontrol Managementcontrol is het toepassen van beheersinstrumenten gericht op het zodanig beïnvloeden van de medewerkers dat hun gedrag zo goed mogelijk afgestemd wordt op de realisatie van de aspiratieniveaus van de doelstellingen van de organisatie.
managementinformatiesysteem Een managementinformatiesysteem kan worden omschreven als de programmatuur die gegevens uit de boekhouding en aanvullende registraties rubriceert en plaatst in de context van gegevens uit voorgaande periodes, begrotingen en forecasts. Zo worden gegevens omgezet in informatie. Naast deze programmatuur, bijbehorende hardware, bestanden en betrokken medewerkers bestaat een managementinformatiesysteem onder andere uit definities van begrippen, rapportageprocedures, tijdschema’s voor het aanleveren van gegevens en het verstrekken van rapportages, autorisatieprocedures, de lay-outs van overzichten en een stelsel van ratio’s met bijbehorende richtlijnen en normcijfers.
marginale inkomsten Marginale inkomsten zijn de inkomsten die voortvloeien uit het produceren van één additionele kostendrager in een periode.
marginale kosten Marginale kosten zijn de kosten die gemaakt worden voor het produceren van één additionele kostendrager in een periode.
marktwaarde Bij de marktwaarde wordt gekeken naar de prijsontwikkeling van het betreffende soort activum in de markt. Marktwaarde wordt ook wel aangeduid als actuele waarde.
109
25
356
298
115
115
144
matching principle Matching principle is de Engelse term voor ‘overeenstemmingsprincipe’. 69
materiële vaste activa Materiële vaste activa bestaan uit fysieke bezittingen, waarvan de individuele items voor langere tijd als productiemiddel ten dienste staan van het productieproces. Vaste activa worden in het productieproces gebruikt, maar niet in een enkele procesgang verbruikt.
maximax criterium Bij het maximax criterium wordt de strategie gekozen waarbij de hoogste opbrengst van de verschillende scenario's het hoogst is.
maximin criterium Bij het maximin criterium wordt de strategie gekozen waarbij de laagste opbrengst van de verschillende scenario's het hoogst is.
meervoudige opslagmethode Bij de meervoudige opslagmethode worden voor de dekking van kosten meerdere opslagen over kostensoorten en/of opslagen over kostensoorten toegepast die al verhoogd zijn met opslagen voor de dekking van andere kosten.
memoriaal Een memoriaal is een vastlegging van alle financiële mutaties van een boekingsperiode waarvoor geen ander dagboek is opgenomen in de boekhouding.
146
261
261
119
174
middel De term ‘middel’ staat voor de inspanning waarmee getracht wordt de doelstelling te realiseren. 21
middellangetermijnplan In een middellangetermijnplan worden de missie, de visie, de doelstellingen, de strategie en de hoogte van de gewenste aspiratieniveaus van de doelstellingen voor de komende jaren vastgelegd.
262
midden- en kleinbedrijf Midden- en kleinbedrijf is de sector van ondernemingen tot 250 medewerkers. 37
mijlpaal De figuurlijke betekenis van het begrip ‘mijlpaal’ is een nauwkeurig omschreven en bepaalbare situatie.
missie De missie van een organisatie betreft de identiteit van de organisatie in aspecten zoals:
- werkterrein;
- bestaansrecht;
- betekenis voor stakeholders;
- normen, waarden en overtuigingen.
Een missie is tijdloos en kan zijn vastgelegd in een mission statement.
77
263
MKB MKB is de afkorting van midden- en kleinbedrijf. 37
model Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. De werkelijkheid kan vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd. Een model geeft de hoofdlijnen van een zienswijze weer en helpt daarbij om ingewikkelde zaken begrijpelijker te maken. Modellen helpen ook om processen te analyseren en om kennis over te dragen.
moedermaatschappij Een moedermaatschappij is een rechtspersoon die aan het hoofd staat van een groep van vennootschappen.
MVO MVO staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook worden hiervoor de termen ‘duurzaam ondernemen’ of ‘maatschappelijk ondernemen’ gebruikt.
47
40
254
naamloze vennootschap Een naamloze vennootschap is een rechtspersoon waarvan het maatschappelijk kapitaal is verdeeld in aandelen die in beginsel vrij overdraagbaar zijn. De vennootschap heeft geen verplichting tot het bijhouden van een aandeelhoudersregister. De aandelen zijn niet op naam, maar aan toonder. Besloten en naamloze vennootschappen hebben een winstoogmerk.
nacalculatorische kostprijs Een nacalculatorische kostprijs is een kostprijs die op basis van de werkelijk gemaakte kosten is gemaakt.
natuurlijk persoon Een natuurlijk persoon is een mens, in juridische zin, die drager van rechten en verplichtingen kan zijn.
32
113
30
negatieve kosten Negatieve kosten zijn overige inkomsten die zijn geboekt als aftrekpost op kosten. 82
Net Promotor Score De Net Promotor Score meet in welke mate een klant bereid is om een product, dienst of leverancier aan een ander aan te raden.
266
xxxxx contante waarde methode
netto-inkomsten van een investering
Bij de netto contante waarde methode worden de toekomstige netto-inkomsten van het productiemiddel teruggerekend naar het moment van de investering. Hierbij wordt gewerkt met een disconteringsfactor die de tijdswaarde van geld weergeeft. Als de som van deze contant gemaakte netto-inkomsten groter is dan de investering, dan is de investering rendabel.
De netto-inkomsten van een investering van een periode zijn het verschil tussen de inkomsten in die periode die voortvloeien uit de investering, en de kosten die in die periode daartegenover staan. Als inkomsten van een investering worden ook kostenbesparingen beschouwd die uit een investering voortvloeien. In de kosten zijn geen afschrijving op de investering en geen rentekosten meegenomen.
229
223
nettovermogenswaarde Bij de methode van de nettovermogenswaarde worden voor het bepalen van de hoogte van het eigen vermogen van de deelneming de activa, de passiva en het resultaat gewaardeerd op basis van de waarderingsgrondslagen van de deelnemende organisatie.
nieuwe economie De nieuwe economie is een begrip dat aan het einde van de jaren negentig van de vorige eeuw is opgekomen voor internettechnologie.
nominale jaarrente De nominale jaarrente is de couponrente voor een jaar, gedeeld door de nominale waarde van een obligatie. De couponrente voor een jaar kan eens per jaar worden uitgekeerd, maar het kan ook vaker, bijvoorbeeld eens per kwartaal of per maand. De nominale waarde van een obligatie is de waarde die op de obligatie vermeld staat.
146
208
239
nominale waarde De nominale waarde van financiële vaste activa is de hoogte van het bedrag van de vordering. 145
non-profitorganisaties Non-profitorganisaties hebben geen winstoogmerk en produceren goederen of diensten ter bevrediging van de behoeften van personen die tot een bepaalde gemeenschap behoren. Deze personen kunnen natuurlijke personen zijn, maar ook rechtspersonen. De gemeenschap kan bestaan uit leden of financiers van de organisatie, maar kan ook een doelgroep zijn waarop de organisatie zich richt voor de realisatie van maatschappelijke doelstellingen. Non- profitorganisaties worden ook wel aangeduid als not-for-profitorganisaties.
normale bezetting De normale bezetting is de bezetting die voor de langere termijn voldoende ambitieus en haalbaar is.
normcijfers Normcijfers zijn niveaus voor doelen voor de inzet van middelen of voor aspiratieniveaus voor doelstellingen die staan voor een realiseerbare goede performance.
normcijfers per fte Normcijfers per fte zijn niveaus die staan voor een realiseerbare goede gemiddelde financiële performance per fte. Normcijfers per fte worden toegepast bij de beoordeling van de hoogte van ratio’s per fte. Dit kunnen historische, verwachte, begrote of actuele ratio’s per fte zijn.
39
114
198
361
nv Nv is de afkorting voor naamloze vennootschap. 32
objective Objective is de Engelse term voor ‘doelstelling’. 21
obligatie Een obligatie is een waardepapier behorende bij een obligatielening. De obligaties zijn vrij verhandelbaar en kunnen beursgenoteerd zijn. Obligaties geven recht op rente. De rente komt toe aan degene die op de rentevervaldatum eigenaar is van de obligatie.
obligatielening Een obligatielening is een langlopende schuld in de vorm van een aantal schuldbekentenissen, met een uniforme hoofdsom en met uniforme condities verstrekt door een aantal schuldeisers.
OESO OESO staat voor Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling. De OESO is een samenwerkingsverband van 38 landen om sociaal en economisch beleid te coördineren en af te stemmen.
offerte Een offerte is een aanbod voor het leveren van een goed of dienst, met een nadere specificatie van het goed of de dienst, met een opgave van de daarvoor te rekenen vergoeding.
omstelkosten Onder omstelkosten vallen naast de bestelkosten ook de vaste kosten voor werkvoorbereiding, de kosten van in- en omstelling van machines en aanloopverliezen.
160
160
254
168
235
omzet Omzet is de totaalsom aan verkopen in een periode. 77
omzetbelasting Omzetbelasting is de belasting die overheden heffen over de verkoop van goederen of diensten van organisaties, zonder dat de bij de inkoop betaalde omzetbelasting in mindering wordt gebracht bij de afdracht van de omzetbelasting. Omzetbelasting leidt tot belasting over belasting. Europa is in het verleden overgegaan van de omzetbelasting naar de belasting op toegevoegde waarde. De meeste andere landen hebben dat ook gedaan.
De term ‘omzetbelasting’ wordt door de wetgever en de belastingdienst gebruikt voor de belasting op toegevoegde waarde.
onderbesteding Bij onderbesteding zijn de baten in een periode niet volledig besteed aan de doelstellingen waarvoor de baten ter beschikking zijn gesteld aan de organisatie. Wat winst heet bij een onderneming wordt bij een non-profitorganisatie en een overheidsorganisatie aangeduid als onderbesteding. Daar waar winst staat voor een positieve financiële performance, staat onderbesteding voor een negatieve financiële performance.
onderhanden werk Onderhanden werk is de toegerekende dekking van de kosten op een bepaald moment van de in het productieproces verbruikte goederen, diensten, aan derden uitbestede werkzaamheden en van bestede tijd aan de in productie zijnde werkzaamheden, voor zover deze nog niet zijn gefactureerd.
onderhandse lening Bij een onderhandse lening kan de geldgever een natuurlijke persoon zijn, zoals een familielid of vriend of vriendin, of een rechtspersoon die geen bank is.
172
85
149
160
onderlinge waarborgmaatschappij
Een onderlinge waarborgmaatschappij is een rechtspersoon die lijkt op de vereniging en die 34
alleen is toegestaan voor het verzekeringsbedrijf.
ondernemingen Ondernemingen produceren goederen of diensten voor een markt en hebben een winstoogmerk. Ondernemingen worden ook wel aangeduid als profitorganisaties.
ondernemings-cao Een ondernemings-cao heeft betrekking op de werknemers van één bedrijf en wordt afgesloten tussen een bedrijf en één of meer werknemersorganisaties.
ondernemingsraad De ondernemingsraad is het bij wet voorgeschreven overlegorgaan van de medewerkers en de werkgever van de organisatie. Elke organisatie met meer dan vijftig medewerkers in dienst is verplicht om een ondernemingsraad in te stellen.
39
274
36
ondernemingsvorm Ondernemingsvorm is een ander woord voor de rechtsvorm van een bedrijf. 30
onderzoek en ontwikkeling Onder onderzoek en ontwikkeling vallen zelf uitgevoerde en ingekochte proces- en productinnovaties en wordt aangeduid met de Engelse term ‘research and development’.
ontvangsten Ontvangsten zijn alle gelden die op bankrekeningen van de organisatie, dan wel contant zijn ontvangen. Ontvangsten verhogen de liquide middelen.
onverdeelde winst Bij ondernemingen wordt de winst over het lopende boekjaar, zolang er nog geen besluit is genomen over de bestemming van de winst, ook wel aangeduid als de onverdeelde winst.
oogtoezicht Oogtoezicht gaat verder dan alleen zien. Het omvat ook andere zintuiglijke waarnemingen als horen, voelen en ruiken.
145
67
156
300
opbrengsten Het woord opbrengsten is synoniem aan inkomsten. 76
open boekingsperiode Alleen in een open boekingsperiode kunnen er boekingen worden uitgevoerd die betrekking hebben op de betreffende rapportageperiode.
openstaande postenlijst In de openstaande postenlijst worden vorderingen in totalen en per debiteur gerubriceerd naar ouderdom. Een gebruikelijke indeling hiervoor is de indeling, ‘nog niet vervallen’, ‘30 dagen of minder vervallen’ en tussen 31 en 60, 61 en 90, 91 en 120, 121 en 180 dagen en ‘meer dan
180 dagen vervallen’.
operational lease Operational lease is een vorm van huur van activa. De leasemaatschappij is zowel juridisch als economisch eigenaar van de activa en verzorgt ook het onderhoud en de reparaties en betaalt de verzekeringen.
operationeel resultaat Het operationeel resultaat is de winst vóór belasting uit de gewone bedrijfsvoering: dat is de winst exclusief de incidentele inkomsten en de incidentele kosten.
operationele kosten Operationele kosten zijn doorlopende kosten voor het operationeel houden van activiteiten of systemen.
188
328
280
328
321
opportunity costs Opportunity costs is de Engelse term voor ‘alternatieve kosten’. 91
opties Opties zijn rechten om binnen een toekomstige termijn een afgesproken hoeveelheid waardepapieren of goederen te mogen kopen of verkopen tegen een veelal vooraf vastgestelde prijs.
optimale bestelgrootte Bij de optimale bestelgrootte is de hoogte van de voorraad dusdanig dat de som van de kosten van het bestellen en het houden van voorraad het laagst zijn.
optimale productieomvang De optimale productieomvang is de productieomvang waarbij de marginale kosten gelijk zijn aan de marginale inkomsten. Bij de optimale productieomvang is de winst optimaal.
optimale seriegrootte Bij de optimale seriegrootte is de hoogte van de voorraad dusdanig, dat de som van de kosten van het produceren en het houden van voorraad het laagst zijn.
236
234
115
235
ordercalculatie Bij ordercalculatie wordt voor een specifieke opdracht de benodigde dekking voor de kosten berekend.
organen Organen vertegenwoordigen de rechtspersonen. De bevoegdheden, verantwoordelijkheden en verplichtingen van organen verschillen per land, zijn geregeld bij wet en zijn nader ingevuld in de statuten van de afzonderlijke juridische entiteiten.
organisatie Een organisatie is een samenwerkingsverband van personen die productiemiddelen inzetten, gericht op het realiseren van bepaalde doelstellingen. Dit samenwerkingsverband is onder andere opgebouwd uit juridische, sociale en economische verhoudingen, managementstructuren, procedures en informatiestromen. Bij financieel management verwijst de term ‘organisatie’ voornamelijk naar de juridische entiteiten waaruit het samenwerkingsverband is samengesteld en de bedrijven die daartoe behoren. De personen kunnen natuurlijke personen zijn, maar ook rechtspersonen.
organisatiekosten De organisatiekosten betreffen de periodieke kosten van een organisatie die gemaakt worden voor het in stand houden van haar productiecapaciteit. De organisatiekosten worden veelal onderverdeeld in personeelskosten en overige organisatiekosten.
116
36
37
94
outsourcing Outsourcing is de Engelse term voor ‘uitbesteden’. 169
overbesteding Bij overbesteding zijn de lasten in een periode hoger dan de baten in die periode. Wat verlies 85
heet bij een onderneming, wordt bij een non-profitorganisatie en een overheidsorganisatie aangeduid als overbesteding. Zowel verlies als overbesteding staat voor een negatieve financiële performance.
overeenstemmingsprincipe Bij het overeenstemmingsprincipe worden lasten als kosten geboekt in dezelfde periode als de 69
inkomsten waarop de lasten betrekking hebben.
overhead Overhead is synoniem aan secundaire kosten. 122
overheadfactor De overheadfactor is de verhouding tussen de inkomsten die de organisatie in het betreffende boekjaar dient te realiseren om alle kosten en een eventueel begrote winst van de organisatie van dat boekjaar te dekken en de som van de bruto jaarsalarissen van de directe medewerkers.
overheidsbalans In de meeste landen stellen Ministeries van Financiën of Centrale Bureaus voor de Statistiek jaarlijks een overheidsbalans op. De onderdelen die tot de centrale overheid worden gerekend verschillen hierbij van land tot land. De op de overheidsbalans op te nemen soorten activa kunnen bestaan uit financiële activa, maar kunnen ook (im)materiële vaste activa en zelfs de waarde van nog te ontginnen grondstoffen betreffen. De waarderingsgrondslagen voor de uiteenlopende soorten activa verschillen per land.
overheidsorganisaties Overheidsorganisaties hebben geen winstoogmerk en produceren goederen of diensten ter bevrediging van de behoeften van personen die tot een bepaalde gemeenschap behoren. De natuurlijke personen binnen deze gemeenschap bestaan uit burgers. Overheidsorganisaties verzorgen overheidstaken voor de centrale overheid en voor lagere overheden.
overige inkomsten Overige inkomsten zijn inkomsten die niet voortkomen uit de reguliere verkopen van goederen of diensten, uit toegekende budgetten, subsidies of bijdragen van een organisatie.
overige organisatiekosten Een in de zakelijke dienstverlening veel gebruikte indeling van overige organisatiekosten is in: marketing en verkoop inclusief reis en verblijf (waaronder begrepen de kosten voor eventuele bedrijfsauto’s voor het personeel), huisvesting, kantoor inclusief automatisering en diverse organisatiekosten.
overige vorderingen Overige vorderingen van een onderneming zijn vorderingen die geen verband houden met te leveren of geleverde goederen of diensten die een onderneming produceert. Onder overige vorderingen vallen ook vorderingen in de rekening-courant van aandeelhouders, firmanten, leden van een vereniging, voorschotten op salarissen betaald aan personeelsleden, terug te vorderen belastingen en sociale premies.
overlopende activa Overlopende activa zijn uitgaven die betrekking hebben op kosten voor een komende periode en op inkomsten van de lopende periode die nog niet zijn gefactureerd en nog niet zijn ontvangen.
overlopende passiva Overlopende passiva zijn kosten die betrekking hebben op het lopende boekjaar, maar waarvoor de factuur nog niet is ontvangen. Tot de overlopende passiva behoren ook vooruit ontvangen bedragen die betrekking hebben op inkomsten van een toekomstig boekjaar.
118
131
39
82
94
151
151
161
overschot Er is een overschot als de ontvangsten hoger zijn dan de uitgaven. 68
passiva De passiva zijn de verplichtingen en het eigen vermogen van een organisatie. 132
passivakant De passivakant van de balans in scontrovorm is de rechterkant van de balans, hier worden de verplichtingen en het eigen vermogen van de organisatie weergegeven.
‘pas toe of leg uit’-principe Het ‘pas toe of leg uit’-principe houdt in dat organisaties die afwijken van de voor hen geldende bestpracticeregels dit in hun jaarrekening dienen te vermelden en de reden van de afwijking dienen uit te leggen.
132
356
payout ratio De payout ratio geeft de verhouding weer tussen het dividend dat een onderneming in enig boekjaar ter beschikking stelt aan de aandeelhouders en de winst ná belasting over dat betreffende boekjaar.
238
performance indicators Performance indicators weerspiegelen de ontwikkeling van de kritische succesfactoren. 266
performance measure Performance measure is de Engelse term voor ‘performancemaatstaf’. 22
performancemaatstaf De performancemaatstaf maakt zichtbaar hoe succesvol de inspanning is in het realiseren van de doelstelling.
personeelskosten De personeelskosten betreffen de brutosalarissen en de salarisgerelateerde kosten van het personeel in vaste dienst van een organisatie.
pick-up standard Pick-up standard is de Engelse term voor het woord normcijfer en is synoniem aan standard en representative value.
pitches Pitches zijn competities waarbij een klant een beperkt aantal leveranciers vraagt om met voorstellen te komen voor mogelijke oplossingen voor uitdagingen (problemen) van de klant.
planning- en controlcyclus De planning- en controlcyclus is de wijze waarop een organisatie haar strategie bepaalt en de manier waarop de realisatie van die strategie wordt bewaakt.
preferente aandelen Preferente aandelen geven extra winstrecht. Jaarlijks wordt een deel van het uit te keren dividend toegekend aan de preferente aandelen. Dit tot een bedrag dat gelijk is aan een vast percentage van de nominale waarde van deze aandelen. Het uit te keren dividend dat overblijft is bestemd voor de overige aandelen.
22
94
198
245
289
33
present value De present value is het startbedrag. Bij een lening heet dit de hoofdsom. 228
prikklokken Met prikklokken kunnen de aankomst- en vertrektijden van de medewerkers worden geregistreerd.
primaire kosten Primaire kosten zijn de kosten van de kostenplaatsen. Om aan te geven dat doorbelaste kosten geen primaire kosten zijn worden zij ook wel aangeduid als eigen kosten.
primaire proces Het primaire proces van een organisatie is het geheel van de samenhangende activiteiten waarmee de organisatie haar goederen of diensten produceert.
prioriteitsaandelen Prioriteitsaandelen geven extra stemrecht in de vergadering van aandeelhouders. Dit stemrecht kan onder andere betrekking hebben op een bindende voordracht voor de benoeming van bestuurders of van leden van de raad van commissarissen of bij een statutenwijziging.
312
122
121
33
pro resto hoofdsom De pro resto hoofdsom is het gedeelte van de hoofdsom dat nog niet is afgelost. 157
procescontrol Procescontrol is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de organisatie van het productieproces van de organisatie voldoende efficiënt en effectief is ingericht.
produceren Produceren is het inzetten van productiemiddelen, gericht op het creëren van goederen of diensten.
producten Producten zijn de goederen of diensten die een organisatie produceert voor de bevrediging van de behoeften van de afnemers.
354
50
83
productiecentramethode Productiecentramethode is synoniem aan kostenplaatsmethode. 121
productiedimensie De productiedimensie betreft de inzet van productiemiddelen, gericht op het creëren van 62
goederen of diensten.
productiemiddelen De productiemiddelen zijn alle zaken die gezamenlijk productie mogelijk maken. Deze zaken 37
kunnen allerlei verschijningsvormen hebben: arbeid, percelen land, grondstoffen, kapitaal, rechten, kennis en vaardigheden.
productienormen Productienormen zijn wetmatigheden in het productieproces. Het betreft waarden waaraan de 52
correctheid van het gerapporteerde werkelijke verbruik of gebruik van productiemiddelen wordt getoetst. Het gaat hier om de waarden van verhoudingscijfers tussen de verschillende soorten, aantallen of hoeveelheden productiemiddelen die worden gebruikt of verbruikt en de aantallen of hoeveelheden goederen of diensten die hieruit ontstaan. Productienormen kunnen ook betrekking hebben op het aantal mens- of machine-uren die een handeling vergt, de kans op fouten bij verrichtingen of op percentages afgekeurde goederen of diensten. Verder betreft het niveaus in de wetmatigheden in haalbare bezettingsgraden in bijvoorbeeld de transport- of hotelsectoren, haalbare omzet per m² in retailketens, of percentages winkeldiefstallen.
productieorganisatie Productieorganisaties produceren goederen of diensten voor een markt en hebben een 65
winstoogmerk. Ondernemingen zijn productieorganisaties.
productieproces Het productieproces is het proces dat bedrijven toepassen om goederen of diensten te 50
produceren. Alle bedrijven hebben een productieproces.
productievuistregels Productievuistregels zijn simpele productiedoelen voor uitvoerende medewerkers. Productievuistregels moeten haalbaar en uitdagend zijn en in evenwicht zijn met de aspiratieniveaus van de doelstellingen.
productiewaarde In bepaalde branches worden de inkomsten van een periode ook wel aangeduid als de productiewaarde.
193
77
profit Profit is het positieve verschil tussen revenue en expenses. 79
profit centre Profit centre is de Engelse term voor ‘winstcentrum’. 303
profitorganisaties Profitorganisaties is een ander woord voor ondernemingen. 39
progressief variabel Kosten zijn progressief variabel als de stijging van de kosten toeneemt naarmate het aantal activiteiten toeneemt.
project accounting Project accounting is het vakgebied dat zich richt op het toekennen van baten en lasten aan projecten en aan periodes.
projectadministratie Projectadministratie is de systematische vastlegging van de voorcalculaties, de werkelijke projectkosten, de voortgang in de realisatie en de projectprijzen. Hieronder vallen ook de projectrapportages en de analyses van de afwijkingen tussen de werkelijke kosten en de voorcalculaties.
projectcontrol Projectcontrol is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de organisatie van projecten die de organisatie intern of voor derden uitvoert voldoende efficiënt en effectief zijn ingericht. Hierbij staan de variabelen tijd, inzet van middelen en kwaliteit centraal.
projecten Projecten zijn samenwerkingsverbanden die voor een bepaalde tijd in het leven zijn geroepen. De eindtijd van een project kan een bepaalde datum zijn, maar veelal is het einde van een project vooraf omschreven in termen van af te ronden werkzaamheden of te realiseren doelstellingen.
proportioneel variabel Kosten zijn proportioneel variabel als de relatie tussen de omvang van de activiteiten van de organisatie en de hoogte van de variabele kosten lineair is. De variabele kosten zijn per activiteit vast.
publieksfinanciering Bij publieksfinanciering meldt een persoon zich aan als investeerder en maakt zijn of haar aanbod bekend.
puntlanden Puntlanden zijn landen waar de punt als decimaal scheidingsteken wordt gebruikt. In puntlanden wordt de komma gebruikt als scheidingsteken voor duizendtallen.
108
25
320
355
39
108
160
105
put-optie Een put-optie is een recht om te mogen verkopen. 236
quick ratio Bij de quick ratio worden de liquide middelen plus de vlottende activa exclusief de voorraden gedeeld door de kortlopende schulden.
201
R&D R&D is de afkorting van research and development. 145
raad van commissarissen De raad van commissarissen, die afgekort wordt aangeduid als RvC, houdt toezicht op de 36
directie en staat deze met advies ter zijde.
raad van toezicht De raad van toezicht, die afgekort wordt aangeduid als RvT, is het toezichthoudend orgaan bij 36
stichtingen en verenigingen.
rapportageperiode De rapportageperiode is de periode waarover gerapporteerd wordt. 72
rapportagerichtlijnen Rapportagerichtlijnen betreffen voorschriften voor het opmaken, ter inzage leggen, ondertekenen en vaststellen van jaarrekeningen.
ratio’s Xxxxx’x zijn verhoudingsgetallen. De waarde van een grootheid wordt uitgedrukt als deling of als percentage van de waarde van een andere grootheid. Ratio’s kunnen betrekking hebben op performancemaatstaven, aspiratieniveaus, doelen, actuele, historische, verwachte en begrote cijfers. Productievuistregels, productienormen, normcijfers en richtlijnen zijn vaak ook uitgedrukt in ratio’s.
ratio’s per fte Bij de ratio’s per fte worden de verschillende posten van de resultatenrekening over een periode en de balans op enig moment uitgedrukt in geldbedragen per fte.
rechtspersoon Een rechtspersoon is een juridische constructie, waarmee organisaties en groepen personen onder eigen naam en voor eigen rekening rechtshandelingen kunnen verrichten.
26
199
211
32
rechtsvorm De rechtsvorm van een bedrijf is de juridische vorm waarin deze is gegoten. 30
reciprocalmethode Als bij de kostenplaatsmethode de kosten van hulpkostenplaatsen en zelfstandige kostenplaatsen onderling en wederzijds worden doorbelast, dan wordt dat aangeduid als de reciprocalmethode. Deze methode is gebaseerd op het oplossen van wiskundige vergelijkingen.
123
reciproque Reciproque betekent: één gedeeld door. 224
referentiegroep-gemiddelden Bij het werken met referentiegroep-gemiddelden wordt beoordeeld of de doelen voor de inzet van middelen of de aspiratieniveaus van de doelstellingen van een organisatie realiseerbaar en voldoende ambitieus zijn aan de hand van de performance van de best presterende vergelijkbare organisaties.
registergoederen Registergoederen zijn goederen, zoals grond, gebouwen, schepen en vliegtuigen, waarvan het eigendom kan worden vastgelegd in openbare registers.
rekening-courant Een rekening-courant is een chronologische vastlegging van alle mutaties in de financiële schuld- of vorderingsrelatie tussen twee partijen van een boekingsperiode inclusief de totaaltelling. De begin- en de eindstand van de rekening-courant geven de vordering en de schuld weer die de partijen aan het begin en aan het einde van de boekingsperiode op of aan elkaar hebben.
rekening-courantkrediet Een rekening-courantkrediet is een schuld die binnen een afgesproken limiet doorlopend vrij opneembaar en aflosbaar is.
361
135
173
161
rekeningnummer Rekeningnummer is een afkorting van grootboekrekeningnummer. 171
rekeningschema Het rekeningschema is de vastlegging van het rekeningstelsel. 180
rekeningstelsel Het rekeningstelsel betreft de indeling van grootboekrekeningen, de toekenning van de rekeningnummers en de bijbehorende omschrijvingen van de grootboekrekeningen. Het rekeningstelsel is bepalend voor de inrichting van de boekhouding en daarmee voor de informatie die de boekhouding kan opleveren.
relevant range De relevant range is de bandbreedte van activiteiten waarbinnen een bepaald niveau aan vaste kosten van een organisatie geldt.
180
109
rendement Rendement is de verhouding tussen inkomsten en inleg. 26
rentabiliteit Rentabiliteit is voor een onderneming de mate van financieel resultaat van de uitvoering van 26
activiteiten of het vermogen van een boekjaar of van een andere periode van de gehele onderneming of een onderdeel daarvan. Ook kan de rentabiliteit betrekking hebben op productgroepen, regio's, afzetkanalen, klantensoorten, individuele klanten, doelgroepen, soorten leden, soorten financiers of projecten.
rentabiliteit op het eigen vermogen
De rentabiliteit op het eigen vermogen wordt aangeduid met de Engelse term ‘return on equity’. 208
rentabiliteit op het totaal geïnvesteerd vermogen
Rentabiliteit op het totaal geïnvesteerd vermogen wordt aangeduid met de Engelse term ‘return on investment’.
208
rentabiliteitsratio’s De rentabiliteitsratio’s zijn voor ondernemingen een performancemaatstaf voor de uitvoering van activiteiten of voor de rentabiliteit van het vermogen. Een rentabiliteitsratio kan betrekking hebben op een boekjaar of op een andere periode en ook op de gehele organisatie of een onderdeel daarvan. Deze rentabiliteitsratio’s kunnen betrekking hebben op productgroepen, regio's, afzetkanalen, klantensoorten, individuele klanten, doelgroepen, soorten leden, soorten financiers of projecten.
206
rente Rente is een financiële vergoeding voor het ter beschikking stellen van geld. 157
rentemarge De rentemarge is het verschil tussen het rendement op het totaal geïnvesteerd vermogen en de rentekosten op het vreemd vermogen.
representative value Representative value is de Engelse term voor het woord normcijfer en is synoniem aan standard en pick-up standard.
217
198
research and development Research and development is de Engelse term voor ‘onderzoek en ontwikkeling’. 145
reserves Reserves bestaan uit de som van de resultaten uit het verleden, voor zover deze resultaten niet zijn uitgekeerd als dividend of als terugbetaling aan financiers. Met resultaten wordt bedoeld: de positieve en negatieve exploitatieresultaten, onder- en overbesteding en winsten en verliezen.
154
resource Resource is de Engelse term voor ‘middel’. 21
resultaat lopend boekjaar Het resultaat lopend boekjaar is bij ondernemingen de winst of het verlies over een rapportageperiode, waarbij een eventueel besluit over de bestemming van het resultaat nog niet is verwerkt in de rapportage. De bestemming van het resultaat betreft hoeveel van de winst over de periode zal worden toegevoegd aan de reserves en hoeveel zal worden uitgekeerd aan de aandeelhouders, of dat het verlies over de periode zal worden afgeboekt van de reserves. Het resultaat lopend boekjaar is ná belasting, maar ook wordt het resultaat vóór belasting wel eens in rapportages opgenomen. Het resultaat lopend boekjaar heeft betrekking op een volledig boekjaar, maar dezelfde term wordt in de praktijk ook gebruikt in tussentijdse rapportages. Het resultaat lopend boekjaar is bij non-profitorganisaties en de lagere overheid de over- of onderbesteding. Bij de centrale overheid wordt het resultaat lopend boekjaar aangeduid als begrotingsoverschot of -tekort. Bij ondernemingen wordt de winst over het lopende boekjaar, zolang er nog geen besluit is genomen over de bestemming van de winst, ook wel aangeduid als de onverdeelde winst.
resultaatbepaling Resultaatbepaling betreft de verschillende wijzen waarop baten en lasten kunnen worden toegerekend aan perioden, aan goederen of aan diensten en organisatieonderdelen, gericht op een zo getrouw mogelijke bepaling van het boekhoudkundige resultaat over die perioden, goederen of diensten en organisatieonderdelen.
resultaatdimensie De resultaatdimensie betreft de baten en de lasten. Bepalend om vast te stellen of feiten tot de resultaatdimensie behoren is de vraag of het resultaat van de organisatie wijzigt.
resultatenrekening Organisaties geven het financiële verloop van een periode weer met een resultatenrekening. Bij ondernemingen is de resultatenrekening een winst- en verliesrekening, bij non- profitorganisaties en overheidsorganisaties is de resultatenrekening respectievelijk een exploitatierekening en een staat van baten en lasten. In de praktijk worden de termen ‘winst- en verliesrekening’, ‘exploitatierekening’ en ‘staat van baten en lasten’ niet altijd strikt onderscheiden.
return on equity Return on equity is de Engelse term voor ‘rentabiliteit op het eigen vermogen’. Omdat return on equity de vergoeding is voor de verschaffers van het eigen vermogen is het gebruikelijk om deze te berekenen op basis van de winst ná belasting. Als eigen vermogen kan hierbij worden genomen het eigen vermogen aan het begin van de periode of het gemiddelde eigen vermogen in de betreffende periode.
return on investment Return on investment is de Engelse term voor ‘rentabiliteit op het totaal geïnvesteerd vermogen’. Omdat return on investment de vergoeding is voor alle verschaffers van eigen en vreemd vermogen, is het gebruikelijk deze te berekenen op basis van de winst vóór belasting en vóór interestkosten. Het totaal geïnvesteerd vermogen is gelijk aan het balanstotaal. Hierbij kan het balanstotaal aan het begin van de betreffende periode worden genomen als noemer, maar er wordt ook wel gewerkt met het gemiddelde van het balanstotaal aan het begin en aan het einde van de betreffende periode, omdat dit het gemiddeld geïnvesteerde vermogen weergeeft waarmee het rendement is gerealiseerd.
156
26
63
71
208
208
revenue Revenue is de Engelse term voor ‘inkomsten’. 76
revenue accounting Revenue accounting is het vakgebied dat zich richt op het toekennen van baten aan periodes, 25
aan goederen of aan diensten en aan organisatieonderdelen.
revenue centre Revenue centre is de Engelse term voor ‘inkomstencentrum’. 303
revenue control Revenue control is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de organisatie haar inkomsten voldoende beheerst.
richtlijnen Richtlijnen zijn waarden voor performancemaatstaven die bepalend zijn voor de uitkomst van een besluitvormingsproces. Een besluit valt positief of negatief uit als een performancemaatstaf een zekere waarde heeft of juist niet.
354
198
Rijk Het Rijk is de afkorting van de Rijksoverheid. 36
Rijksjaarverslag De samenvoeging van alle jaarverslagen van de Nederlandse ministeries vormen het Rijksjaarverslag.
Rijksoverheid De Rijksoverheid is het onderdeel van de overheid dat wettelijke taken heeft op landelijk niveau: de centrale overheid. De Rijksoverheid wordt onder andere gevormd door alle ministeries, de uitvoeringsorganisaties die onder de verantwoordelijkheid van een ministerie vallen en inspecties. De Rijksoverheid is het hoogste bestuursorgaan van de centrale overheid. De Rijksoverheid wordt kortweg het Rijk genoemd.
Rijnlands organisatiemodel Het Rijnlands organisatiemodel is een organisatiemodel dat een sterke nadruk legt op de belangen van de verschillende stakeholders, duurzaamheid, solidariteit, vakmanschap, overlegcultuur en het geven van vertrouwen.
risicoanalyse De risicoanalyse is het identificeren en analyseren van relevante risico’s die de realisatie van de doelen van de inzet van middelen en de aspiratieniveaus van de doelstellingen kunnen bedreigen. Het gaat hierbij om zowel de waarschijnlijkheid dat risico’s actueel zullen worden, als om de gevolgen hiervan voor de organisatie.
140
36
253
345
risicomanagement Risicomanagement is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de risico’s die het realiseren van de aspiratieniveaus van de doelstellingen van de organisatie kunnen bedreigen voldoende worden geïdentificeerd en dat de gevolgen van het actueel worden van de risico’s voldoende worden beheerst. Tot risicomanagement behoren ook de maatregelen gericht op een goede balans tussen het resultaat van de maatregelen voor het afdekken van de risico’s en de hoogte van de kosten die aan deze maatregelen verbonden zijn.
risk appetite Risk appetite is de mate van de bereidheid om xxxxxx’x te accepteren. Het gaat dan om termen als de verwachte schade en de maximaal acceptabele waarschijnlijkheid van risico’s die de continuïteit van de organisatie kunnen bedreigen.
352
353
RJ RJ is de afkorting van de Raad voor de Jaarverslaggeving. 140
ROE ROE is de afkorting van return on equity. 000
XXX XXX is de afkorting van return on investment. 208
ROI van een investering De ROI van een investering wordt berekend als de som van de netto-inkomsten en de restwaarde gedeeld door de investering. De netto-inkomsten worden opgeteld over de periodes van de verwachte economische levensduur. In de berekening van de netto-inkomsten zijn de kosten dus exclusief afschrijving en rente. Als de op deze wijze berekende ROI kleiner is dan 1, wordt de investering niet terugverdiend.
rolling forecasts Bij rolling forecasts wordt gewerkt met een vaste tijdshorizon die langer dan een jaar kan zijn.
De rolling forecast kijkt verder in de toekomst dan de begroting.
rubrieken De rubrieken van een rekeningstelsel zijn groepen nummers die gereserveerd zijn voor sommige soorten inkomsten, kosten, bezittingen of verplichtingen.
224
352
181
RvC RvC is de afkorting van raad van commissarissen. 36
RvT RvT is de afkorting van raad van toezicht. 36
Ʃ Het Griekse teken Ʃ staat voor ‘sigma’. Het teken wordt aangeduid als ‘de som van’ en betekent optelling.
salarisgerelateerde kosten De salarisgerelateerde kosten bestaan uit werkgeversbijdragen in eventuele pensioenplannen, ziektekostenverzekeringen en overige personeelsverzekeringen. Verder bestaan ze uit de kosten van werving van personeel, afvloeiingskosten van personeel, kosten van tijdelijke vervanging van personeel en kosten voor opleidingen van personeel. Ook vallen hieronder overige secundaire voorwaarden zoals jubileum uitkeringen.
224
94
sales Sales is de Engelse term voor ‘verkopen’. 77
samengestelde interest Bij samengestelde interest wordt de rente over een periode berekend over de hoofdsom plus de in de voorgaande periodes bijgeschreven rente.
Sarbanes-Oxley wet In de Sarbanes-Oxley wet, afgekort SOx wet, is het ‘pas toe of leg uit’-principe in 2002 voor de Verenigde Staten van America wettelijk vastgelegd.
scenarioanalyses Met scenarioanalyses worden de effecten van de in te zetten middelen en van de voorgenomen acties doorgerekend.
227
356
262
schuld Schuld is de verplichting van een persoon tot het doen van betalingen aan een schuldeiser. 132
schuldeiser De geldgever is tevens de schuldeiser. 157
schuldenaar De geldnemer is tevens de schuldenaar. 157
scontrovorm De scontrovorm van de winst- en verliesrekening is de weergave van de winst- en 70
verliesrekening waarbij de inkomsten en de kosten naast elkaar worden weergegeven. Hierbij worden de kosten en eventuele winst aan de linkerkant van de winst- en verliesrekening geplaatst en de inkomsten en eventueel verlies aan de rechterkant.
Een balans kan ook in scontrovorm worden weergegeven.
secundaire kosten Secundaire kosten zijn doorbelaste kosten, die ook worden aangeduid als overhead. 122
shop time De shop time betreft de aanwezigheidstijden van de medewerkers. 312
small and medium-sized enterprises
Small and medium-sized enterprises is de Engelse vertaling van kleine en middelgrote 37
ondernemingen.
XXXXX formuleren SMART formuleren staat voor: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden. 275
SME SME is de afkorting van small and medium-sized enterprises. 37
solvabiliteit Solvabiliteit geeft aan in hoeverre een organisatie op langere termijn in staat is haar schulden te voldoen.
202
solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarin een organisatie in staat is om haar schulden op langere termijn te voldoen. Voor de solvabiliteitsratio zijn er verscheidene definities in omloop.
204
SOx wet SOx wet is de afkorting van Sarbanes-Oxley wet. 356
staat Een staat is een hiërarchische politieke organisatie die gezag uitoefent over een bevolking, 35
gelegitimeerd door een vorm van recht, waarvan de naleving wordt afgedwongen met een monopolie op het gebruik van geweld. Een staat bestaat uit een regering en heeft ministeries.
staat van baten en lasten In een staat van baten en lasten zijn de baten en de lasten van de betreffende rapportageperiode 68
gespecificeerd in voor de non-profitorganisatie relevante grootheden en de daaruit voortvloeiende over- of onderbesteding. Non-profitorganisaties werken van xxxxxxx met een resultatenrekening die bestaat uit een staat van baten en lasten.
staatsschuld Staatsschuld is het totaal aan verplichtingen die de centrale overheid van een land is aangegaan. 131
stafafdelingen De stafafdelingen zijn afdelingen, die activiteiten uitvoeren gericht op het versterken van de continuïteit van organisaties, en afdelingen gespecialiseerd in sommige aspecten van het ondersteunen van het primaire proces van organisaties.
staffelvorm De staffelvorm van de winst- en verliesrekening is de weergave van de winst- en verliesrekening waarbij de inkomsten en de kosten boven elkaar worden weergegeven. Een balans kan ook in staffelvorm worden weergegeven.
stakeholders De stakeholders van een bedrijf, een organisatie of een project zijn natuurlijke personen en/of rechtspersonen die invloed kunnen ondervinden van het betreffende bedrijf, de organisatie of het project of er invloed op kunnen uitoefenen.
standaardkostprijs Bij de waarderingsgrondslag standaardkostprijs worden per soort halffabricaat kostprijzen berekend op basis van productienormen voor mens- en machine-uren standaardtarieven en vaste verrekenprijzen voor inkopen. Op basis van resultatenanalyses worden de standaardkostprijzen voor de halffabricaten periodiek bijgesteld. De voorraad halffabricaten kan worden gewaardeerd tegen de standaardkostprijs en dit is ook de prijs die toegepast wordt voor het bepalen van de kosten van het verbruik.
standaardkostprijsmethode Bij de standaardkostprijsmethode voor het berekenen van kostprijzen worden kostprijzen vastgesteld op basis van standaardhoeveelheden productiemiddelen die in een productieproces worden verbruikt en/of gebruikt. Daarbij wordt gewerkt met standaardprijzen voor deze productiemiddelen.
standard Standard is de Engelse term voor het woord normcijfer en is synoniem aan pick-up standard en representative value.
242
70
39
148
120
198
stapsgewijze verbijzonderingsmethode
Als bij de kostenplaatsmethode de kosten van hulpkostenplaatsen en zelfstandige kostenplaatsen onderling worden doorbelast, dan wordt dat aangeduid als stapsgewijze verbijzondering. Hierbij gaat de doorbelasting in één richting: wederzijdse doorbelasting vindt niet plaats.
122
xxxxxxxx begroten Bij statisch begroten wordt de begroting afgeleid van de actuele cijfers of van de begroting van het voorgaande boekjaar.
statische methode Bij de statische methode voor het bepalen van de hoogte van een voorziening worden periodiek alle individuele activumposten waar de voorziening betrekking op heeft op waarde en inbaarheid beoordeeld.
statutaire reserve Een statutaire reserve is een door de statuten van een organisatie voorgeschreven bestemmingsreserve.
352
159
155
step down method Step down method is de Engelse term voor ‘stapsgewijze verbijzonderingsmethode’. 122
stichting Een stichting is een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk en zonder leden en heeft oprichters en een bestuur. Een stichting heeft geen aandeelhouders en geen eigenaren.
stille reserve Er is sprake van een stille reserve als bezittingen van de organisatie voor een te lage waarde op de balans zijn opgenomen.
stimuleringsbonus Een stimuleringsbonus is een financiële beloning die los van een vóóraf bepaalde periode of van een bepaald tijdstip wordt toegekend.
stimuleringsregeling Bij een stimuleringsregeling wordt geprobeerd met aansporingen en sancties het gedrag van medewerkers te beïnvloeden. Bij stimuleringsregelingen voor medewerkers kunnen de stimulansen en de sancties gevoelsmatig van aard zijn maar veelal zijn ze materieel.
stockdividend Stockdividend is dividend dat wordt uitgekeerd in de vorm van opties op aandelen. Deze opties geven het recht om gratis of voor een gereduceerde prijs aandelen te kopen.
strategie Een strategie is een plan om de visie van een organisatie te realiseren. De term ‘strategie’ is synoniem aan de term ‘beleid’. In de private sector wordt vooral de term ‘strategie’ gebruikt, terwijl in de publieke sector er een voorkeur is voor de term ‘beleid’.
35
156
271
270
33
263
strategiecontrol Strategiecontrol is het nemen van genoeg adequate maatregelen om te waarborgen dat de te ontwikkelen en te onderhouden strategie voldoende zal leiden tot de beoogde performance van de organisatie. In de private sector wordt bij voorkeur de term ‘strategie’ gehanteerd en in de publieke sector de term ‘beleid’. Dat geldt ook in combinatie met het woord control.
350
strategy map In een strategy map worden de relaties tussen de kritische succesfactoren visueel weergegeven. 266
structuurvennootschap Bij een structuurvennootschap heeft de RvC verdergaande bevoegdheden. Ook kan de RvC hier onder andere de directie benoemen, ontslaan en schorsen. Als een vennootschap wat betreft haar omvang aan bepaalde criteria voldoet, kan deze onder het structuurregime vallen.
subgrootboekrekening Een subgrootboekrekening is een nadere uitsplitsing van soortgelijke mutaties binnen een grootboekrekening.
36
180
sub-subgrootboekrekeningen Bij sub-subgrootboekrekeningen zijn grootboekrekeningen opgesplitst in meerdere niveaus. 180
sunk costs Sunk costs zijn kosten die in het verleden zijn gemaakt en die niet teruggedraaid kunnen worden. Sunk costs hebben geen invloed op investeringsbeslissingen.
SWOT-analyse De SWOT-analyse van Xxxxxxx is een methode waarbij interne sterktes en zwaktes in relatie worden gebracht met externe kansen en bedreigingen, in het Engels zijn dit: Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. Sterktes van de organisatie kunnen behulpzaam zijn bij het benutten van kansen in het werkgebied of de markt; zwaktes kunnen een risico vormen bij bedreigingen vanuit de buitenwereld.
tantième Het tantième is de beloning die bestuurders van vennootschappen ontvangen boven hun salaris voor de wijze waarop zij het afgelopen jaar de vennootschap hebben bestuurd.
tarief Een tarief is een afkorting van het woord kostprijstarief en is de kostprijs voor een bepaalde hoeveelheid halffabricaat, een ondersteunende dienst of een productiemiddel.
223
264
271
101
TD ABC TD ABC is de afkorting van time-driven activity-based costing. 125
technische levensduur De technische levensduur is de tijdsduur waarin vaste activa nog functioneren. 142
tegenboeken Tegenboeken betekent het maken van een boeking om een andere boeking te neutraliseren. 69
tekort Er is een tekort als de uitgaven hoger zijn dan de ontvangsten. 68
termijncontract Een termijncontract is een overeenkomst om op een vastgesteld toekomstig moment een afgesproken hoeveelheid waardepapieren of goederen tegen een vooraf vastgestelde prijs te kopen of te verkopen. Termijncontracten hebben gestandaardiseerde contractspecificaties.
terugverdienperiode Om de terugverdienperiode te bepalen worden de netto-inkomsten, lopende vanaf de eerste periode, opgeteld tot en met de periode waarin de som van deze netto-inkomsten gelijk is aan of groter is dan de investering.
terugverdientijd De terugverdientijd is het aantal periodes, lopende van de periode van de investering tot en met de terugverdienperiode van een investering. De investering kan hierbij gecorrigeerd worden voor de restwaarde van het betreffende productiemiddel. Veelal wordt hiervoor de restwaarde genomen aan het einde van de economische levensduur.
tijdschrijvers Tijdschrijvers waren administrateurs die vroeger de job time van de medewerkers registreerden.
236
223
223
312
time-driven activity-based costing
Bij time-driven activity-based costing worden de indirecte kosten van de ondersteunende afdelingen doorbelast op basis van de tijdsbesteding van de medewerkers aan goederen, diensten of klanten.
125
toegevoegde waarde Toegevoegde waarde is de som van de eigen kosten van de organisatie plus de winst, of minus het verlies van de organisatie over die periode.
totaalrendement Bij het totaalrendement wordt de som van de inkomsten en kosten over een periode gedeeld door de belegging. De inkomsten bestaan uit koersstijgingen en dividenden. De kosten zijn eventuele koersdalingen, beheer- en administratiekosten en belastingen op de dividenden. De belegging betreft het geïnvesteerde bedrag. Het totaalrendement heeft betrekking op een beperkte periode. Deze periode kan korter of langer zijn dan een jaar. De belegging is het aan het begin van de betreffende periode geïnvesteerde bedrag.
totaalverbanden Met totaalverbanden kunnen de aansluiting van de relaties binnen een waardenomloopproces en de relaties tussen de verschillende waardenomloopprocessen van een bedrijf op een geaggregeerd niveau worden bewaakt.
78
240
51
transactieresultaat Het transactieresultaat is het verschil tussen de gerealiseerde en de gecalculeerde verkoopprijs. 319
trapsgewijs variabel Kosten zijn trapsgewijs variabel als de kosten getrapt stijgen bij het toenemen van het aantal activiteiten.
treasury Treasury is het vakgebied dat zich richt op het beheren van de liquide middelen in de tijd, in verschillende valuta en op verschillende locaties.
108
27
triple-P-benadering Bij organisaties richt duurzaamheid zich op de triple-P-benadering, wat staat voor profit, people en planet.
turnover Turnover is de Engelse term voor ‘omzet’. De term ‘turnover’ wordt daarnaast ook gebruikt als ratio, die aangeeft hoeveel malen een activum in een bepaalde periode gemiddeld wordt vervangen.
253
77
tussenholding Een tussenholding is een holding die dochter is van een andere onderneming. 41
tussentijdse rapportage Tussentijdse rapportages zijn financiële overzichten die betrekking hebben op een kortere periode dan een jaar, zoals een kwartaal, een maand of een vierwekelijkse periode. Deze overzichten zijn veelal bedoeld voor intern gebruik.
uitbesteden Uitbesteden is het laten uitvoeren van één of meer bedrijfsactiviteiten van een organisatie door een externe partij.
uitgaven Uitgaven zijn alle gelden die aan bankrekeningen van derden, dan wel contant zijn betaald.
Uitgaven verlagen de hoeveelheid liquide middelen.
uitgebreide ROI-methode In de uitgebreide ROI-methode voor investeringen wordt uitgegaan van het verschil tussen de som van de netto-inkomsten en de investering. In dit resultaat op de investering is rekening gehouden met de restwaarde van de activa. In de uitgebreide ROI-methode is de looptijd van de investering betrokken door het rendement op de investering te delen door de economische levensduur. De kosten zijn exclusief afschrijving en rente. De uitgebreide ROI-methode geeft een gemiddeld rendement voor de looptijd van de investering.
72
169
67
226
uitval Uitval is afgekeurd halffabricaat en eindproduct. 55
uitvalresultaat Het uitvalresultaat is het verschil tussen het normatieve aantal afgekeurde halffabricaten en eindproducten, en het werkelijke aantal maal de betreffende kostprijs.
urenadministratie Urenadministratie is de systematische registratie van de shop time en/of job time, de toerekening van uren aan periodes, goederen, diensten, projecten of bedrijfsonderdelen. Hieronder vallen ook het betreffende deel van het rekeningstelsel, urenrapportages, alsmede analyses van afwijkingen ten opzichte van waarden van productienormen, voorgaande periodes, begrotingen of forecasts.
urenstaat Een urenstaat is een overzicht van door medewerkers in een bepaalde periode bestede tijd. Veelal is hierbij aangegeven welke medewerkers of soort functie het betreft, wanneer de uren zijn gemaakt en aan welke werkzaamheden de uren zijn besteed.
319
314
167
US GAAP US GAAP staat voor United States Generally Accepted Accounting Principles. 136
value added tax Value added tax is de Engelse term voor de ‘belasting op toegevoegde waarde’. 172
variabele kosten Variabele kosten zijn de kosten waarvan de omvang per periode afhankelijk is van de omvang van de activiteiten van de organisatie in die betreffende periode.
vaste activa Vaste activa zijn bezittingen waarvan de individuele items voor langere tijd als productiemiddel kunnen worden gebruikt in het productieproces. Kenmerkend voor vaste activa is dat ze worden gebruikt in het productieproces, maar niet in een enkele procesgang worden verbruikt.
vaste kosten Vaste kosten zijn de kosten waarvan de omvang in een periode niet afhankelijk is van de omvang van de activiteiten van de organisatie in die betreffende periode. Vaste kosten worden ook wel aangeduid als constante kosten.
vaste verrekenprijs Bij de waarderingsgrondslag vaste verrekenprijs wordt per soort voorraadgoed voor een periode een vaste prijs gehanteerd. Deze periode is veelal een boekjaar. De vaste verrekenprijs is veelal de verwachte actuele prijs voor die periode. Per inkoop worden de verschillen tussen de werkelijke prijs en de betreffende vaste verrekenprijs geboekt op een grootboekrekening prijsverschillen inkoop. De voorraad wordt gewaardeerd tegen de vaste verrekenprijs en dit is ook de prijs die toegepast wordt voor het bepalen van de kosten van het verbruik. De waarde waartegen de ingekochte grondstoffen, hulpstoffen en handelsgoederen in de voorraad worden opgenomen, kan naast de inkoopprijs bestaan uit een opslag voor zaken als magazijnkosten, verzekering, financieringslasten en kosten van het risico van incourantheid.
107
142
107
148
VAT VAT is de afkorting van value added tax. 172
vennootschap onder firma Bij een vennootschap onder firma zijn meer personen samen rechtstreeks eigenaar van een 31
bedrijf. Iedere vennoot is hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de vennootschap.
vennootschapsbelasting Bijna alle landen heffen vennootschapsbelasting over winsten van ondernemingen. 41
Vennootschapsbelasting wordt niet alleen geheven bij vennootschappen, maar ook bij coöperaties en bepaalde stichtingen en verenigingen.
venture capital Venture capital is de Engelse term voor ‘durfkapitaal’. 33
verdeelsleutel Een verdeelsleutel is een maatstaf op basis waarvan de kosten van grondstoffen, hulpstoffen en/of diensten die kostenplaatsen leveren aan andere kostenplaatsen, worden gedekt.
121
verdubbelingsformule De verdubbelingsformule geeft bij een vastgesteld groeipercentage het aantal periodes aan waarin verdubbeling plaatsvindt. Ook kan met de verdubbelingsformule eenvoudig worden berekend welk groeipercentage nodig is om verdubbeling in een gegeven aantal periodes te realiseren.
277
vereiste GBR De richtlijn voor de GBR-methode heet de vereiste boekhoudkundige rentabiliteit. 228
vereiste interne rentabiliteit De vereiste interne rentabiliteit is de richtlijn waaraan investeringen bij de netto contante waarde methode moeten voldoen.
vereniging Een vereniging is een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk. Een vereniging is een samenwerkingsverband van twee of meer personen, gericht op één of meer ideële doelstellingen of belangen. Deze personen zijn de leden. De leden zijn de financiers van de vereniging en deze mag geen financiële uitkering doen aan de leden. Een vereniging heeft geen eigenaren en organiseert conform haar statuten minimaal één maal per jaar een algemene ledenvergadering.
Vereniging van Eigenaars Een Vereniging van Eigenaars verzorgt het gezamenlijke onderhoud en de technische installaties van een gebouw.
229
34
34
Vereniging van Mede- eigenaars
Vereniging van Mede-eigenaars is de Belgische naam voor de Nederlandse Vereniging van 35
Eigenaars.
vereniging zonder winstoogmerk
Vereniging zonder winstoogmerk is de Belgische naam voor de Nederlandse vereniging. 35
verkoopboek Een verkoopboek is een chronologische vastlegging van alle verkoopfacturen van een boekingsperiode inclusief de totaaltellingen.
verkopen Verkopen zijn inkomsten uit de levering van goederen of diensten. Het bedrag aan verkopen wordt berekend na aftrek van verleende kortingen en is exclusief omzetbelasting.
verkrijgingsprijs Bij de waardering tegen de verkrijgingsprijs is de waarde waarvoor de activa als bezittingen worden geboekt gelijk aan de kostprijs waarvoor de activa in het eigen productieproces zijn geproduceerd.
169
77
142
verlies Er is verlies als de kosten hoger zijn dan de inkomsten. 70
vermogensverschaffer Een vermogensverschaffer is de inbrenger van het eigen vermogen en/of van het vreemd vermogen van een organisatie.
vermogenswaarde Bij de vermogenswaarde worden deelnemingen gewaardeerd op basis van het relatieve belang in het eigen vermogen van de onderneming waarin wordt deelgenomen. Het relatieve belang in het eigen vermogen van een vennootschap is het percentage van de aandelen dat de organisatie bezit in de betreffende vennootschap.
verplichtingen De verplichtingen zijn de schulden en de voorzieningen die zijn gevormd ter dekking van toekomstige kosten en actuele risico’s.
verplichtingenstelsel Bij het verplichtingenstelsel worden de bedragen van inkoopcontracten die de overheid in enig jaar afsluit als lasten van dat jaar geboekt, ongeacht het boekjaar waarin aangeschafte goederen of diensten worden geleverd en de uitgaven in werkelijkheid plaatsvinden.
vervangingswaarde Bij de vervangingswaarde staan voor de waardering van het activum de kosten centraal die een organisatie moet maken om op dat moment het betreffende activum te vervangen.
153
145
132
69
144
verwachte cijfers Verwachte cijfers zijn schattingen, die worden vastgelegd in een forecast. 190
verwachte schade De verwachte schade van een risico is de waarschijnlijkheid dat een risico actueel wordt in een periode maal de geschatte hoogte van de schade die dan optreedt.
vestiging Een vestiging is een bedrijf dat onder een groep van fysiek en organisatorisch te onderscheiden productieorganisaties valt. Een vestiging wordt centraal aangestuurd. De vestigingen van een groep kunnen gelijksoortige of uiteenlopende productieprocessen hebben.
visie De visie van een organisatie laat zien wat een organisatie in de toekomst wil zijn.
De visie wordt vastgesteld door langetermijnverwachtingen ten aanzien van:
- sociale, economische, juridische, technische en politieke ontwikkelingen;
- te realiseren ambities;
- te ontwikkelen competenties;
- marktontwikkelingen.
Een visie is een weerslag van gemaakte beleidskeuzes ten aanzien van markten, goederen en dienstverlening. De visie van een organisatie is afgeleid van haar missie en dient medewerkers te motiveren en hun aandacht te richten op de juiste activiteiten.
353
38
263
vlottende activa Vlottende activa zijn bezittingen waarvan de individuele items tijdelijk als productiemiddel aanwezig zijn in het productieproces. Vlottende activa kunnen naar hun aard worden onderverdeeld in:
- voorraden;
- onderhanden werk;
- voorraden gereed product;
- debiteuren;
- overige vorderingen;
- overlopende activa;
- effecten.
146
VME VME is de afkorting van Vereniging van Mede-eigenaars. 35
vof Vof is de afkorting van vennootschap onder firma. 31
voorcalculatorische kostprijs Een voorcalculatorische kostprijs is een kostprijs die op basis van een begroting is gemaakt. 113
voorfactuur Een voorfactuur is een factuur die aan de klant wordt verstuurd nog voordat er enige dienst is geleverd of goed is geproduceerd. De boeking van de aanmaak van de voorfactuur en de inning van de voorfactuur vormen bij de leverancier geen inkomsten.
voorraad gereed product De voorraad gereed product is de in de loop van de tijd variërende hoeveelheid van gerede producten die ondernemingen niet voor specifieke klanten hebben geproduceerd en nog niet hebben verkocht. De waardering van deze voorraad gereed product kan worden vastgesteld op basis van de in het productieproces verbruikte directe kosten, maar ook kunnen, net als bij het onderhanden werk, indirecte kosten worden toegerekend.
voorraadadministratie Voorraadadministratie is de systematische vastlegging van mutaties in de hoogtes, in de waarderingen en in de locaties van voorraden. Hieronder vallen ook het betreffende deel van het rekeningstelsel, voorraadrapportages, alsmede analyses van afwijkingen ten opzichte van voorgaande periodes, begrotingen, forecasts en uitgevoerde inventarisaties.
voorraadgoederen Voorraadgoederen zijn goederen waarvan organisaties voorraden hebben. Voorraden worden aangehouden om te voorkomen dat niet tijdige beschikbaarheid van deze goederen het productieproces verstoort, of omdat het efficiënter is om sommige goederen in grotere hoeveelheden te kopen dan op korte termijn zullen worden verbruikt.
80
150
318
234
voorraadkosten Voorraadkosten zijn kosten die ontstaan door het houden van voorraden. 234
voorraden Voorraden zijn in de tijd wisselende hoeveelheden van goederen die ontstaan door periodieke verschillen in de omvang van de in- en uitstroom van goederen in productieprocessen met een fysiek waarneembare goederenstroom. De goederen kunnen bijvoorbeeld zijn: grondstoffen, hulpstoffen, handelsgoederen, halffabricaten of eindproducten. Voorraden van goederen worden aangehouden om te voorkomen dat de niet tijdige beschikbaarheid van deze goederen het productieproces verstoort, of omdat het efficiënter is om goederen in een grotere hoeveelheid in te kopen dan er in een periode worden verbruikt.
voorziening Een voorziening is een verplichting in verband met geplande of mogelijke uitgaven die in een latere boekingsperiode kunnen plaatsvinden, of zijn een correctie op de waarde van een activum. Voorzieningen onderscheiden zich van reserves doordat het vormen van voorzieningen leidt tot kosten en doordat reserves worden gevormd uit winsten of onderbestedingen.
146
159
voorziening voor dubieuze debiteuren
Met een voorziening voor dubieuze debiteuren wordt het risico van het niet of niet volledig kunnen innen van vorderingen op debiteuren afgedekt.
178
vordering Een vordering is het recht van een persoon op het krijgen van betaling door een schuldenaar.
De persoon kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn.
vreemd vermogen Vreemd vermogen is de financieringsbron van een organisatie waarop, in tegenstelling tot het eigen vermogen, een betalingsclaim rust. Deze betalingsclaim kan bestaan uit afspraken over het tijdstip waarop de bedragen moeten worden betaald aan schuldeisers. Ook kan de betalingsclaim minder concreet zijn en bestaan uit een verwachting dat er kosten kunnen ontstaan en dat de hoogte van de bedragen en het moment waarop de kosten zullen ontstaan nog niet vaststaat.
vrijval van de voorziening Vrijval van de voorziening is het verlagen van de voorziening. Het verlagen van de voorziening leidt tot inkomsten.
151
157
158
VvE VvE is de afkorting voor Vereniging van Eigenaars. 34
waardenomloopproces Het waardenomloopproces van bedrijven is een model waarbij de werkelijkheid benaderd 47
wordt vanuit een economische invalshoek. Er wordt een weergave uitgebeeld van het primaire economische proces van bedrijven.
waarderingsgrondslagen Waarderingsgrondslagen zijn de verschillende wijzen waarop boekhoudkundige waarden van 26
bezittingen en verplichtingen kunnen worden vastgesteld.
WACC WACC staat voor Weighted Average Costs of Capital. Hierbij wordt de som van de jaarlijkse rentekosten, gecorrigeerd voor vennootschapsbelasting, van het aantrekken van vreemd vermogen en ook het minimale jaarlijkse dividend dat betaald moet worden voor het aantrekken van eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal.
220
wat-als-analyses Wat-als-analyses zijn synoniem aan scenarioanalyses. 262
weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het eigen vermogen plus de achtergestelde leningen. 158
werkkapitaal Werkkapitaal is de som van liquide middelen en vlottende activa minus de kortlopende schulden.
werkkapitaalratio De werkkapitaalratio is de verhouding tussen de liquide middelen plus de vlottende activa en de kortlopende schulden.
werkmaatschappij Een werkmaatschappij is een dochtermaatschappij die één of meer bedrijven heeft die voor een markt produceren.
werknemersaandelen Bij werknemersaandelen participeren werknemers als aandeelhouders in hun eigen vennootschap.
werknemersopties Bij werknemersopties biedt een vennootschap sommige medewerkers de gelegenheid om een aantal opties op aandelen af te nemen. Het betreft hier call-opties op aandelen in de eigen vennootschap.
200
201
41
272
273
wettelijke reserve Een wettelijke reserve is een door de wet voorgeschreven bestemmingsreserve. 155
winkeldiefstalratio Winkeldiefstalratio is de schade veroorzaakt door winkeldiefstallen als percentage van de omzet.
195
winst Er is winst als de inkomsten groter zijn dan de kosten. 70
winst- en verliesrekening In een winst- en verliesrekening zijn de inkomsten en de kosten van de betreffende rapportageperiode gespecificeerd in voor de onderneming en haar stakeholders relevante grootheden. Hierbij staan voor het financiële verloop van een periode de hoogte en de samenstelling van de inkomsten, de kosten en het resultaat centraal.
winst per aandeel De winst per aandeel is het absolute bedrag aan winst dat in een boekjaar per aandeel is gerealiseerd; het wordt berekend als de winst ná belasting van de onderneming in dat boekjaar, gedeeld door het aantal uitstaande aandelen aan het einde van dat boekjaar.
winst vóór belasting De winst vóór belasting is het bedrag dat overblijft als de organisatiekosten worden afgetrokken van de brutomarge.
winstbewijs Een winstbewijs is een overeenkomst tussen de vennootschap en de houder van het winstbewijs, op basis waarvan de houder recht heeft op uitkering van een deel van de winst en/of het liquidatiesaldo.
winstcentrum Een verantwoordelijkheidscentrum voor alleen kosten en inkomsten wordt winstcentrum genoemd.
winstdeling Bij winstdeling wordt een deel van de winst van een onderneming uitgekeerd aan de medewerkers.
70
236
324
273
303
271
winstdeling als rentecompensatie
Bij winstdeling als rentecompensatie ontvangt de schuldeiser een deel van de winst die de schuldenaar realiseert met de lening of verwacht te realiseren.
158
winstdelingsregeling Een winstdelingsregeling is een regeling waarin de toekenning van de winstdeling is vastgelegd.
zelfstandige kostenplaats Een zelfstandige kostenplaats is een administratief afgebakend onderdeel van een organisatie, waaraan kosten en prestaties kunnen worden toegerekend, en dat betrekking heeft op een fysiek lokaliseerbaar ondersteunend proces.
zelfstandige zonder personeel Een zelfstandige zonder personeel is een zelfstandige die voor eigen rekening werkt. De term ‘zelfstandige zonder personeel’ wordt veelal gebezigd in de sectoren bouw, metaal en zakelijke dienstverlening.
271
121
31