Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken
Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken
Veilig Thuis – gemeenten Gelderland-Zuid 2.0
Versie:
Datum:
3.0
7 april 2021
Gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West-Betuwe, West Maas en Waal, Wijchen, Zaltbommel, en Mook en Middelaar.
Inhoudsopgave
2. Wettelijke taken Veilig Thuis 5
2.1 Wettelijke taken Veilig Thuis 5
2.2 Bovenwettelijke taken Veilig Thuis 5
3. Het eerste contact van de professional met Xxxxxx Xxxxx 6
3.1 Besluit advies of melding 7
4. Proces advies en ondersteuning bij Veilig Thuis 8
4.1 Adviesvragen Veilig thuis 8
5. Proces melding bij Veilig Thuis 10
5.2 Zorgmeldingen politie Mook en Middelaar 13
5.3 Meldingen burgers en professionals Veilig Thuis 13
6. Samen optrekken in voorwaarden & vervolg en onderzoek 15
7.1 Monitoring op casusniveau 17
7.2 Beleidsmonitoring huiselijk geweld en kindermishandeling 18
8.1 Overdracht vanuit Veilig Thuis na veiligheidsbeoordeling 19
8.2 Overdracht vanuit Veilig Thuis na onderzoek 20
8.3 Overdracht vanuit Veilig Thuis na voorwaarden en vervolg 20
8.4 Bereikbaarheid lokale teams voor overdracht 21
8.5 Afspraken na overdracht 21
9 Kennis en kwaliteit lokale teams 23
10 Overige samenwerkingsafspraken 25
11 Evaluatie en aanpassing samenwerkingsafspraken 26
1. Aangescherpte Meldcode en onderliggende visie van Arum 27
2. Proces Veilig Thuis (Handelingsprotocol pag. 16) 29
5. Samenwerkingsafspraken met Moviera 34
6. Brief overdracht na veiligheidsbeoordeling 38
7. Brief overdracht na onderzoek 39
8. Brief overdracht na voorwaarden & vervolg 41
9. Brief overdracht na afronden monitoring en sluiten dossier VT 42
1. Inleiding
Veilig Thuis Gelderland-Zuid (in dit stuk verder aangeduid als: Veilig Thuis) is het regionale advies- en meldpunt bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling in Gelderland-Zuid1 en de gemeente Mook en Middelaar (in dit stuk verder aangeduid als: regiogemeenten). Xxxxxx Xxxxx maakt deel uit van de ketensamenwerking bij de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld.
Xxxxxx Xxxxx heeft zich doorontwikkeld naar een organisatie met een drietal kerntaken:
• een toegankelijk meldpunt dat bij signalen snel zicht op veiligheid krijgt en –
zo nodig - hulp voor het betrokken cliëntsysteem organiseert;
• een advies-, ondersteunings- en expertisefunctie voor burgers en professionals die in aanraking komen of aan de slag gaan met huiselijk geweld en kindermishandeling;
• een onderzoeksfunctie met verregaande wettelijke bevoegdheden om in complexe casuïstiek een doorbraak te forceren.
In deze overeenkomst worden de geactualiseerde samenwerkingsafspraken tussen Veilig Thuis en de regiogemeenten bestuurlijk vastgelegd.
De eerste versie is in juni 2017 opgeleverd, met als uitgangspunt dat deze afspraken geen eindproduct, maar een startpunt vormen voor een betere samenwerking. In het gremium Samen Doen2 zijn alle partners blijvend met elkaar in gesprek over de samenwerking in de praktijk, en zijn de Samenwerkingsafspraken inmiddels geëvalueerd. Bovendien is per 1 januari 2019 de aangescherpte Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden en het nieuwe Handelingsprotocol van Veilig Thuis van kracht geworden. Dit alles met als
onderliggende visie ‘Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor
risico gestuurde zorg’ (zie bijlage).
In 2018 is Toezicht Sociaal Domein (TSD) van start gegaan met een onderzoek naar de hulp die door het lokale netwerk ingezet wordt na eigen onderzoek door Xxxxxx Xxxxx. Het onderzoek is verricht in zes Veilig Thuis regio’s, waaronder onze regio
(gemeenten Nijmegen, Wijchen en Zaltbommel). Inmiddels is dit onderzoek afgerond en heeft het geleid tot een aantal aanbevelingen voor onze regio.
Dit alles heeft geleid tot deze update van de Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken regiogemeenten – Veilig Thuis Gelderland-Zuid.
1 Gelderland-Zuid bestaat uit de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West-Betuwe, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel.
2 De laatste Samen Doen bijeenkomst heeft plaatsgevonden in december 2020. Vanaf 2021 is hier een andere vorm aan gegeven. Zie Hoofdstuk 10.
Aanvullend op deze samenwerkingsafspraken werken gemeenten in Gelderland- Zuid op dit thema samen volgens het beleidskader Regionale Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. In het voorjaar van 2021 verschijnt de nieuwe regioaanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2021-2025. Hierin zal ook een link gemaakt worden naar deze Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken.
2. Wettelijke taken Veilig Thuis
2.1 Wettelijke taken Veilig Thuis
In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 zijn de taken en bevoegdheden van Xxxxxx Xxxxx geregeld. De Wmo 2015 (hierna de wet) legt de verantwoordelijkheid voor het inrichten van Veilig Thuis bij het gemeentebestuur (art. 4.1.1.). Het gemeentebestuur moet ervoor zorgen dat Veilig Thuis zijn/haar taken ten behoeve van de inwoners kan uitvoeren. Regionale Samenwerking daarbij is mogelijk.
Bij de inrichting van Veilig Thuis zijn de gemeentebesturen gebonden aan de wettelijke taken en bevoegdheden (zie par. 14.2 en 14.3) van Xxxxxx Xxxxx. Anders gezegd: iedere Veilig-Thuisorganisatie moet alle wettelijke taken uitvoeren.
Daarnaast kan een gemeentebestuur Veilig Thuis verzoeken om aanvullend ook andere taken op te pakken (Bron: Handelingsprotocol Veilig Thuis, pag. 52).
2.2 Bovenwettelijke taken Xxxxxx Xxxxx
Veilig Thuis Gelderland-Zuid voert twee bovenwettelijke taken uit:
1. Uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod
De uitvoering van het casemanagement in het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod werd vanaf 2017 uitgevoerd door de afdeling Bijzondere Zorg, ondergebracht bij de GGD Gelderland-Zuid. Per 1 januari 2021 is deze taak overgeheveld naar Veilig Thuis.
2. Voorlichting
Veilig Thuis heeft jaarlijks een aantal uren beschikbaar voor voorlichting. Als er een verzoek om voorlichting binnenkomt wordt afgestemd op de wensen van de betreffende ketenpartner. Onderwerpen die in ieder geval aan bod komen zijn de aangescherpte Meldcode, de werkwijze van Xxxxxx Xxxxx, en de samenwerking met de ketenpartner(s).
3. Het eerste contact van de professional met Xxxxxx Xxxxx
Het eerste contact met Veilig Thuis kent twee doelen: (Handelingsprotocol Veilig Thuis, pag. 17)
• Xxxxxx Xxxxx heeft een beeld van de actuele veiligheid van alle direct betrokkenen en van de (on)mogelijkheden van degene die contact opneemt voor het herstellen van de directe veiligheid.
• Veilig Xxxxx neemt een besluit om over te gaan tot het geven van advies of het in ontvangst nemen van een melding.
Xxxxxx Xxxxx bespreekt in het eerste contact:
• de relatie van xxxxxx die contact opneemt tot het gezin of huishouden;
• de samenstelling van het gezin/huishouden;
• bedoelingen en verwachtingen van degene die contact opneemt;
• de werkwijze en mogelijkheden van Xxxxxx Xxxxx;
• consequenties van de verschillende vervolgtrajecten voor anonimiteit; verantwoordelijkheidsverdeling, registratie en informatieplicht;
• anonimiteit ten opzichte van gezin of huishouden;
• beroepsgeheim en de Wet verplichte Meldcode (zie ook bijlage over de aangescherpte Meldcode): indien van toepassing verstrekt Veilig Thuis hierover informatie.
Professionals die vallen onder de wet Meldcode (Bijlage 1) zijn verplicht bij het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling de vijf stappen van de Meldcode te volgen. Vanaf 1 januari 2019 hanteert de professional het afwegingskader in stap 4 en 5. Het afwegingskader bevat vragen die de professional ondersteunen bij het wegen van de casus en het nemen van een beslissing of melden bij Veilig Thuis noodzakelijk is. De professional beantwoordt de vragen 3 tot en met 5 altijd in overleg met Veilig Thuis. Over beantwoording van de vragen 1 en 2 kan hij/zij desgewenst ook met Xxxxxx Xxxxx overleggen.
1. Blijft het vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling bestaan?
2. Is er sprake van (een vermoeden van) acute of structurele onveiligheid?
3. Ben ik in staat passende hulp te bieden of organiseren?
4. Werken de directbetrokkenen mee aan de geboden of georganiseerde hulp?
5. Leidt deze hulp tot stabiele veiligheid?
Over beantwoording van de vragen 1 en 2 kan de professional desgewenst met Veilig Thuis overleggen. Indien het antwoord op vraag 2 ‘ja’ is, beantwoordt de professional de vragen 3 tot en met 5 samen met Veilig Thuis (Handelingsprotocol Veilig Thuis, pag. 18).
Per 1 juni 2020 is de landelijke chatfunctie van start gegaan. Kortgezegd is de chatfunctie een extra mogelijkheid om met Veilig Thuis in gesprek te gaan en advies te vragen. Onze regio werkt daarbij samen met de andere Veilig Thuis-organisaties in Oost-Nederland. Iedere dag bemant een Veilig Thuis-organisatie de chatlijn; Veilig Thuis Gelderland-Zuid doet dit op vrijdag. De chatgesprekken worden weggeschreven als advies.
3.1 Besluit advies of melding
Bij de keuze tussen een advies of een melding is de wens van degene die contact opgenomen heeft met Xxxxxx Xxxxx bepalend. Wanneer hij of zij een melding wil doen wordt de melding door Xxxxxx Xxxxx altijd in ontvangst genomen en vastgelegd. Veilig Thuis adviseert bij het maken van deze afweging, waarbij Veilig Thuis de volgende richtlijnen hanteert: (Handelingsprotocol Veilig Thuis, pag. 18)
• Wanneer een professional contact opneemt: zou hij/zij op basis van de wet Meldcode en volgens zijn afwegingskaders een melding moeten doen?
• Is degene die contact heeft opgenomen in staat om de stappen te zetten die nodig zijn voor herstel van directe en stabiele veiligheid?
Wanneer een professional besluit niet te melden terwijl Xxxxxx Thuis dit wel adviseert, kan Veilig Thuis een ambtshalve melding doen. Zij besluiten dan handelend op te treden zonder toestemming van de adviesvrager. Veilig Thuis besluit tot een ambtshalve melding in het geval dat:
• Het veiligheidsrisico voor de directbetrokkene of anderen hoog en acuut is en/of;
• De adviesvrager ook met ondersteuning van Veilig Thuis de veiligheid van de directbetrokkenen niet of onvoldoende kan of wil vergroten;
• Na opschaling tussen Veilig Thuis en de adviesvrager geen overeenstemming is bereikt over het doen van een melding;
• Veilig Thuis beschikt over persoonsgegevens van de directbetrokkenen.
4. Proces advies en ondersteuning bij Veilig Thuis
4.1 Adviesvragen Veilig thuis
In sommige gevallen willen burgers en professionals geen melding doen, maar advies inwinnen hoe met een bepaalde situatie of casus moet worden omgegaan. Bij dergelijke signalen vervult Veilig Thuis een adviesfunctie. De adviesvrager blijft zelf verantwoordelijk voor het zicht op de veiligheid in het hele huishouden waartoe de cliënt behoort. Ten aanzien van de adviesfunctie worden de volgende afspraken gemaakt: (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 19-20).
A. Alle inwoners en professionals in de regiogemeenten kunnen (al dan niet anoniem) Veilig Thuis benaderen voor advies over (een vermoeden van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
B. Veilig Thuis geeft bij afsluiting van het contact richting de adviesvrager duidelijk aan dat:
• Het contact een adviesgesprek was;
• Er vanuit Veilig Thuis geen verdere actie wordt ondernomen tot door de adviesvrager opnieuw contact wordt opgenomen met Veilig Thuis;
• Van ieder advies volgens een vast format gegevens worden vastgelegd. Deze registratie staat op naam van de adviesvrager, in dit geval de directbetrokkene, tenzij hij/zij daar geen toestemming voor geeft. In het geval dat een vervolgadvies wordt gegeven, worden de contactgegevens van de adviesvrager vastgelegd, met daarbij de afspraken die zijn gemaakt over een vervolg op het adviesgesprek.
Veilig Thuis kan vanuit de adviesvraag kortdurende ondersteuning bieden bij het doorbreken van geweld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen directbetrokkenen en omstanders/professionals.
De ondersteuning aan directbetrokkenen kan op verschillende manierenvormgegeven worden, onder andere door:
• het leggen van contact tussen directbetrokkene en hulpverlener(s);
• het deelnemen aan een of meer gesprekken van directbetrokkene met een hulpverlener of de politie.
In de contacten met directbetrokkenen is Veilig Thuis outreachend en zo nodig vasthoudend. Veilig Thuis rondt het contact af wanneer er voldoende waarborgen zijn dat de nodige stappen worden gezet gericht op herstel van de veiligheid. Veilig Thuis kan de directbetrokkene adviseren een melding te doen in het geval herstel van de veiligheid een meer actieve bemoeienis van Veilig Thuis vraagt.
Veilig Thuis meldt de directbetrokkene expliciet dat Xxxxxx Xxxxx geen verantwoordelijkheid draagt voor de besproken situatie en dat de directbetrokkenen nog steeds zelf de regie heeft over zijn veiligheidssituatie.
De ondersteuning aan omstanders/professionals kan bestaan uit:
• het ondersteunen in de voorbereiding van gesprekken met directbetrokkenen bij huiselijk geweld en kindermishandeling;
• het ondersteunen tijdens gesprekken met directbetrokkenen bij huiselijk geweld en kindermishandeling;
• het ondersteunen in het opstellen en/of bespreken van een veiligheidsplan;
• het bijwonen van een lokaal teamoverleg ter bespreking van de te nemen stappen in geval van huiselijk geweld of kindermishandeling.
5. Proces melding bij Veilig Thuis
Veilig Thuis honoreert altijd de wens van burgers en professionals om een melding te doen en deze vast te leggen in het registratiesysteem op voorwaarde dat: (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 26-29).
• de melding betrekking heeft op (een vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling;
• de melder zichzelf en zijn contactgegevens kenbaar maakt aan Veilig Thuis. Het doel van de functie is:
• De verantwoordelijkheid voor het zicht op de veiligheid van de directbetrokkenen is overgedragen van de melder naar Veilig Thuis.
• Veilig Thuis komt in de positie om signalen uit verschillende bronnen te verbinden met de melding en kan zodoende een inschatting maken van de actuele en structurele onveiligheid.
Veilig Thuis is verantwoordelijk voor de afhandeling van de volgende meldingen:
• Zorgmeldingen politie ten aanzien van cliëntsystemen afkomstig uit de regio Gelderland-Zuid;
• Zorgmeldingen politie ten aanzien van cliëntsystemen afkomstig uit de gemeente Mook en Middelaar;
• Meldingen van professionals en burgers ten aanzien van cliëntsystemen afkomstig uit de regiogemeenten.
Tijdens de samenwerking tussen Veilig Thuis en de lokale teams staat partnerschap voorop. Dit houdt in dat professionals waar mogelijk samen optrekken, in contact met elkaar blijven en elkaar ondersteunen.
Tijdens de betrokkenheid van Xxxxxx Xxxxx is Veilig Thuis verantwoordelijk voor het zicht op veiligheid. Waar nodig trekt Xxxxxx Xxxxx hierbij samen op met het lokale team en/of andere professionals om actie te ondernemen ten aanzien van de veiligheid van het huishouden.
5.1 Zorgmeldingen politie
Per 1 juli 2019 is het zogenaamde routeeroverleg in onze regio beëindigd en vervangen door de nieuwe werkwijze politiemeldingen Veilig Thuis3. Daartoe heeft
3 Zie notitie De landelijke doorontwikkeling bij Veilig Thuis en de consequenties voor het Routeeroverleg (april 2019, Veilig Thuis). Op 27 juni 2019 heeft het Algemeen Bestuur besloten om het routeeroverleg te beëindigen
Veilig Thuis het team politiemeldingen opgericht, en de werkwijze van het team politiemeldingen vastgesteld.
De politiemeldingen komen nog steeds binnen via CORV. Vervolgens lopen een medewerker van Xxxxxx Xxxxx en een medewerker van Bijzonder Zorg van de GGD samen alle politiemeldingen door. De politiemeldingen die betrekking hebben op verwarde personen worden direct doorgezet naar de afdeling Bijzondere Zorg4.
Een klein gedeelte (ca. 6 procent) van de politiemeldingen die Veilig Thuis ontvangt betreft ‘overige zorgmeldingen’. Hierbij is geen sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. Het gaat bijvoorbeeld om een diefstal door een minderjarige of een burenruzie. Met ingang van 1 april 2021 verrijkt Veilig Thuis deze meldingen alleen nog intern, en na een check bij de direct betrokkenen wordt de melding doorgezet naar het betreffende wijkteam. Ook de politie wordt op de hoogte gesteld. Veilig Thuis voert dus geen veiligheidsbeoordeling uit en zal ook geen dossier aanmaken.
Wel wordt de overige zorgmelding vastgelegd als advies (bewaartermijn 2 jaar). Het is aan het betreffende wijkteam of zij contact opnemen naar aanleiding van de melding. In de toekomst wordt hier landelijk een automatische doorzetknop voor ontwikkeld.
Xxxxxx Xxxxx gaat met alle overige meldingen aan de slag en verrijkt per mail bij de volgende partijen: Jeugdbescherming Gelderland5, lokale teams, regieteams, het Veiligheidshuis en de Raad voor de Kinderbescherming. Op deze manier weten de lokale teams dat er een melding loopt en weet Veilig Thuis dat het een actieve casus is bij de lokale teams.
Vervolgens wordt de veiligheidsbeoordeling uitgevoerd. Dit hoeft, tenzij de urgentie van de melding hierom vraagt, niet perse op dezelfde dag te gebeuren waarop de melding is binnengekomen. Wél binnen 5 werkdagen, conform het Handelingsprotocol. Ten aanzien van deze meldingen worden de volgende afspraken gemaakt:
A. Veilig Thuis handelt meldingen van burgers en professionals af conform het Handelingsprotocol Veilig Thuis (pag. 26-29).
B. Als er sprake is van spoed en crisis tijdens kantooruren dan gaat Xxxxxx Thuis altijd dezelfde dag er nog op af, buiten kantooruren wordt SEZ ingezet. Indien nodig zet Veilig Thuis Ambulante Spoedhulp in en wordt achteraf door het lokale team een beschikking afgegeven. Deze interventie wordt door Veilig Thuis afgestemd met het lokale team. Als er geen sprake is van spoed en crisis, dan kan Xxxxxx Xxxxx niet rechtstreeks hulpverlening inzetten, maar adviseert
en van start te gaan met de nieuwe werkwijze politiemeldingen. Deze werkwijze is inmiddels definitief vastgesteld.
4 In de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel worden de politiemeldingen die betrekking hebben op verwarde personen direct doorgezet naar Farent.
5 Op een later moment zal geëvalueerd worden of ook verrijking bij de andere GI’s gewenst is.
Veilig Thuis het lokale team.
C. Bij een melding volgt Veilig Thuis de procedure van de Veiligheidsbeoordeling van een melding; informatieverzameling, beoordeling en besluitvorming (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 30-34). Waarbij er sprake is van in ieder geval:
• Tijdens de Veiligheidsbeoordeling stemt Veilig Thuis, afhankelijk van de inhoud van de casus, af met het betrokken wijkteam of regieteam.
• Een korte screening op direct gevaar en structurele ernstige onveiligheid.
• Verrijking op basis van diverse bronnen en bij verschillende partners;
• Afstemming met politie en/of OM indien strafrechtelijke componenten aanwezig zijn. Veilig Thuis neemt deel in het zogenaamde ‘Actie-
overleg’, waar samen met Politie en Openbaar Ministerie (OM) complexe casuïstiek wordt afgestemd. Dit vloeit voort uit het landelijke programma ‘Ontwikkelagenda Veiligheid Voorop’ onderdeel van ‘Geweld Hoort Nergens Thuis’. Tevens is vanuit de Werkgroep Zorg en Straf in de regio Oost Nederland gewerkt aan een routekaart stalking. Verder draait Xxxxxx Xxxxx mee aan ZSM, het samenwerkingsverband zorg en straf.
D. Besloten wordt of er wordt overgedragen naar het lokaal team, de betrokken hulpverlener, de direct betrokkenen, of dat Veilig Thuis de dienst Voorwaarden&Vervolg of Onderzoek of inzet. De direct betrokkenen worden hierover geïnformeerd door Veilig Thuis6.
• Als Xxxxxx Xxxxx beslist tot het inzetten van de vervolgdienst Voorwaarden&vervolg of onderzoek dan informeren zij ook altijd het lokale team.
• Veilig Thuis kan ook besluiten om direct na de veiligheidsbeoordeling over te dragen naar het lokale teams. In dit geval hoeft Veilig Thuis alleen schriftelijk over te dragen.
• Veilig Thuis draagt over aan een hulpverlener die reeds betrokken is indien:
o er aanwijzingen zijn voor acute of structurele onveiligheid én een hulpverlener/professional reeds betrokken is die de gemelde problematiek op een adequate manier kan en wil aanpakken en die daar naar het oordeel van Veilig Thuis toe in staat is (Handelingsprotocol pag. 34).
o In dit geval wordt het lokale team altijd geïnformeerd per mail. Indien nodig stemt Veilig Thuis persoonlijk of telefonisch af met het lokale team.
o Veilig Xxxxx is geen wettelijke verwijzer en mag alleen hulp inzetten bij spoed of crisis.
6 Landelijk wordt gekeken naar een light versie van de veiligheidsbeoordeling.
5.2 Zorgmeldingen politie Mook en Middelaar
De gemeente Mook en Middelaar is geen onderdeel van de politieregio Gelderland-Zuid, maar van de politieregio Limburg. Ten aanzien van deze politiemeldingen is de volgende afspraak gemaakt:
A. Politiemeldingen die betrekking hebben op casussen afkomstig uit de gemeente Mook en Middelaar worden door Xxxxxx Xxxxx volgens de werkwijze Zorgmeldingen Politie afgehandeld.
5.3 Meldingen burgers en professionals Veilig Thuis
Xxxxxx Xxxxx ontvangt ook meldingen van overige professionals (alle professionals behalve de politie) en van burgers. Bij meldingen door overige professionals wordt het Meldformulier van Veilig Thuis gebruikt7. In geval van een crisissituatie kunnen professionals ook telefonisch melden. Ten aanzien van deze meldingen worden de zelfde afspraken gemaakt als bij de politiemeldingen (zie paragraaf 5.1):
A. Veilig Thuis handelt meldingen van burgers en professionals af conform het Handelingsprotocol Veilig Thuis (pag. 26-29).
B. Als er sprake is van spoed en crisis dan gaat Xxxxxx Thuis altijd dezelfde dag er nog op af. Als er sprake is van spoed en crisis tijdens kantooruren dan gaat Xxxxxx Thuis altijd dezelfde dag er nog op af, buiten kantooruren wordt SEZ ingezet. Indien nodig zet Veilig Thuis Ambulante Spoedhulp in en wordt achteraf door het lokale team een beschikking afgegeven. Deze interventie wordt door Veilig Thuis afgestemd met het lokale team. Als er geen sprake is van spoed en crisis, dan kan Xxxxxx Xxxxx niet rechtstreeks hulpverlening inzetten, maar adviseert Veilig Thuis het lokale team. Als er geen sprake is van spoed en crisis, dan kan Xxxxxx Xxxxx niet rechtstreeks hulpverlening inzetten, maar adviseert Veilig Thuis het lokale team8.
C. Bij een melding volgt Veilig Thuis de procedure van de Veiligheidsbeoordeling van een melding; informatieverzameling, beoordeling en besluitvorming (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 30-34). Waarbij er sprake is van in ieder geval:
• Tijdens de Veiligheidsbeoordeling stemt Veilig Thuis, afhankelijk van de inhoud van de casus, af met het betrokken wijkteam of regieteam.
• Een korte screening op direct gevaar en structurele ernstige onveiligheid.
7 xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/
8 Zie Overdrachtsprotocol van Veilig Thuis Naar het lokale team
• Verrijking op basis van diverse bronnen en bij verschillende partners;
• Afstemming met politie en/of OM indien strafrechtelijke componenten aanwezig zijn.
D. Besloten wordt of er wordt overgedragen naar het lokaal team, de betrokken hulpverlener, de direct betrokkenen, of dat Veilig Thuis de dienst Voorwaarden&Vervolg of Onderzoek of inzet. De direct betrokkenen worden hierover geïnformeerd door Veilig Thuis9.
• Als Xxxxxx Xxxxx beslist tot het inzetten van de vervolgdienst Voorwaarden&vervolg of onderzoek dan informeren zij ook altijd het lokale team.
• Veilig Thuis kan ook besluiten om direct na de veiligheidsbeoordeling over te dragen naar het lokale teams. In dit geval hoeft Veilig Thuis alleen schriftelijk over te dragen.
• Veilig Thuis draagt over aan een hulpverlener die reeds betrokken is indien:
o er aanwijzingen zijn voor acute of structurele onveiligheid én een hulpverlener/professional reeds betrokken is die de gemelde problematiek op een adequate manier kan en wil aanpakken en die daar naar het oordeel van Veilig Thuis toe in staat is (Handelingsprotocol pag. 34).
o In dit geval wordt het lokale team altijd geïnformeerd per mail. Indien nodig stemt Veilig Thuis persoonlijk of telefonisch af met het lokale team.
o Veilig Xxxxx is geen wettelijke verwijzer en mag alleen hulp inzetten bij spoed of crisis.
9 Landelijk wordt gekeken naar een light versie van de veiligheidsbeoordeling.
6. Samen optrekken in voorwaarden & vervolg en onderzoek
6.1 Voorwaarden & vervolg
De dienst Voorwaarden en vervolg is vanaf 1 januari 2019 een nieuwe dienst binnen Veilig Thuis. Veilig Thuis kiest voor het inzetten van deze dienst in het geval dat: (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 37-39)
• Er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of multi problematische leefsituatie;
• Het niet noodzakelijk of wenselijk is een vermoeden van kindermishandeling en/of huiselijk geweld te bevestigen of te weerleggen;
• De directbetrokkene(n) voldoende bereid en in staat is (zijn) om samen te werken aan het herstel van de veiligheid en zo nodig hierbij hulp te accepteren.
Wanneer deze dienst wordt ingezet stelt Veilig Thuis veiligheidsvoorwaarden op. In deze voorwaarden wordt beschreven waaraan ten minste moet worden voldaan om te komen tot directe en stabiele veiligheid. Deze veiligheidsvoorwaarden worden zo veel mogelijk in samenwerking met de overdrachtspartij en directbetrokkenen opgesteld. Indien er een overdrachtspartij betrokken is stelt de overdrachtspartij veiligheidsafspraken of een veiligheidsplan op. Wanneer nodig kan Veilig Thuis hierbij ondersteuning bieden. Als er geen overdrachtspartij betrokken is en het voor herstel van de directe veiligheid noodzakelijk is, stelt Veilig Thuis een veiligheidsplan op.
6.2 Onderzoek
Veilig Thuis kiest voor het doen van onderzoek in het geval dat: (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 40-44)
• Er aanwijzingen zijn voor acute en/of structurele onveiligheid en/of multi problematische leefsituatie én
• Het voor het zetten van vervolgstappen noodzakelijk is de gemelde vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te bevestigen of te weerleggen;
• Én/of directbetrokkenen onvoldoende meewerken of onvoldoende voorbereid zijn hulp te accepteren.
Veilig Thuis vraagt voor het onderzoek relevante informatie bij professionals uit het lokale veld. In het geval dat Veilig Thuis tot de conclusie komt dat er sprake is van
huiselijk geweld of kindermishandeling, stelt Xxxxxx Xxxxx veiligheidsvoorwaarden op. In deze voorwaarden wordt beschreven waaraan ten minste moet worden voldaan om te komen tot directe en stabiele veiligheid. Deze veiligheidsvoorwaarden worden zo veel mogelijk in samenwerking met de overdrachtspartij en directbetrokkenen opgesteld. Indien er een overdrachtspartij betrokken is stelt de overdrachtspartij veiligheidsafspraken of een veiligheidsplan op. Wanneer nodig kan Veilig Thuis hierbij ondersteuning bieden. Als er geen overdrachtspartij betrokken is en het voor herstel van de directe veiligheid noodzakelijk is, stelt Veilig Thuis veiligheidsafspraken of een veiligheidsplan op.
6.3 Jeugdbeschermingstafel
Zowel Rijk van Nijmegen10 als Rivierenland11 kent een Jeugdbeschermingstafel. Veilig Thuis kan bij een lopend onderzoek of voorwaarden en vervolg, liefst zo vroeg mogelijk in het proces, een gesprek aanvragen bij de jeugdbeschermingstafel als er zorgen zijn over de ontwikkeling en/of de veiligheid van het kind. Op het moment dat het lokale team al betrokken is bij de betreffende casus worden zij hierover altijd geïnformeerd.
In het gesprek aan de overlegtafel bespreken hulpverleners en ouder(s) en/of verzorger(s) samen de zorgen. En wat er moet gebeuren om deze zorgen weg te nemen. Kinderen ouder dan 12 jaar mogen meedoen aan dit gesprek. Er wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om (niet vrijblijvende) hulpverlening te continueren en/of in te zetten, of dat een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming nodig is.
Indien de casus is overgedragen naar het lokale team, en het lokale team het noodzakelijk vindt dat de situatie besproken wordt bij de beschermtafel, dan nemen zij de regie en vragen zij een gesprek aan bij de jeugdbeschermingstafel. Veilig Thuis kan daarbij ondersteunen in de vorm van een telefonisch advies.
10 website jeugdbeschermingstafel Rijk van Nijmegen: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx/
7. Monitoring
7.1 Monitoring op casusniveau
De doelen van monitoren zijn:
(Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 50-51)
• directe veiligheid, en later stabiele veiligheid voor alle directbetrokkenen;
• Veilig Thuis heeft inzicht in de stappen die zijn gezet tot herstel van de opgelopen schade als gevolg van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.
Veilig Thuis gaat in het monitoren na of:
• aan de veiligheidsvoorwaarden is voldaan;
• of deze hebben geleid tot directe veiligheid en later stabiele veiligheid;
• of er aandacht is voor het werken aan herstel van opgelopen schade. Veilig Thuis vormt zich een beeld over deze onderdelen door:
• contacten met professionals van de overdrachtspartijen;
• individueel contact met alle directbetrokkenen;
• het scoren en het onderbouwen van de veiligheid door professionals en directbetrokkenen.
Over de monitoring zijn de volgende afspraken gemaakt:
A. Bij overdracht van casussen vanuit Veilig Thuis:
• Direct na veiligheidsbeoordeling vindt alleen monitoring plaats in gevallen waarin door Veilig Thuis hiertoe wordt besloten;
• Na onderzoek vindt monitoring plaats, met uitzondering van de situatie dat het vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling is weerlegd12.
• Na voorwaarden & vervolg vindt altijd monitoring plaats13.
B. Wanneer monitoring wordt ingezet zal Veilig Thuis in overleg met directbetrokkenen en de overdrachtspartij vastleggen hoe vaak, met wie, op welke tijdstippen en op welke wijze contacten worden gelegd. Veilig Thuis
12 Of er moeten (andere) gegronde redenen zijn om niet te kiezen voor monitoring. Dit moet altijd genoteerd worden in REGAS.
13 Of er moeten (andere) gegronde redenen zijn om niet te kiezen voor monitoring. Dit moet altijd genoteerd worden in REGAS.
monitort ten minste na 3 en 12 maanden, en zo veel vaker en langer als nodig is. Dit staat in de afsluitbrief (zie bijlage).
C. Het lokale team verleent medewerking aan het monitoren door het aanleveren van relevante informatie op casusniveau en de gemaakte afspraken voorafgaand aan de monitoring na te leven. Op het moment dat de casusregie overgaat van het lokale team naar een andere partij brengt het lokale team hier Veilig Thuis van op de hoogte.
D. Bij een overdracht aan een GI monitort VT niet.
E. Xxxxxx Xxxxx rapporteert in de beleidsmonitoring (zie paragraaf 9.2 Beleidsmonitoring) periodiek over bovenstaande afspraken.
7.2 Beleidsmonitoring huiselijk geweld en kindermishandeling
Het Algemeen Bestuur van de GGD is in december 2019 akkoord gegaan dat Xxxxxx Xxxxx met ingang van 1 januari 2020 hen de volgende rapportages aanlevert:
1. Kwartaalrapportage. Deze rapportage bevat onderstaande onderdelen, met op de voorlegger de duiding van de belangrijkste cijfers.
a. Aantal adviezen per gemeente;
b. Aantal meldingen waarover veiligheidsbeoordeling is uitgevoerd per gemeente;
c. Aantal overdracht na veiligheidsbeoordeling en na keuze vervolgstappen per gemeente;
d. Aantal afgeronde onderzoeken (wettelijke termijn en monitoring) per gemeente;
e. Aantal voorwaarden en vervolg (wettelijke termijn en monitoring) per gemeente.
2. MARAP en jaarrekening/jaarverslag. De MARAP t/m juni van de GGD (incl. Veilig Thuis) en de jaarrekening/het jaarverslag worden standaard geleverd aan de gemeenten. De MARAP t/m juni en de jaarrekening/het jaarverslag geven inhoudelijke duiding aan wat we zien aan instroom. Verder wordt uiteraard ook de stand van zaken van de financiën/begroting weergegeven.
3. CBS cijfers. Het CBS brengt 2x per jaar spiegelrapportages uit die een beeld geven van onze regio versus de landelijke cijfers. Deze benchmark laat zien hoe onze positie/prestatie is ten opzichte van andere Veilig Thuis-organisaties.
8 Overdracht casussen
Een signaal over huiselijk geweld en/of kindermishandeling kan leiden tot een zorgmelding door de politie of tot een melding door een burger of professional. De werkwijze die gevolgd wordt, bestaat uit een aantal stappen, welke in het zogeheten Overdrachtsprotocol14 zijn uitgewerkt.
Op drie momenten kan er overdracht plaatsvinden naar het lokale team: (Handelingsprotocol Veilig Thuis pag. 45-47)15
A. na veiligheidsbeoordeling door Xxxxxx Xxxxx (na maximaal 5 werkdagen);
B. na onderzoek door Xxxxxx Xxxxx (na maximaal 70 dagen);
C. na voorwaarden en vervolg door Veilig Thuis (na maximaal 70 dagen).
8.1 Overdracht vanuit Veilig Thuis na veiligheidsbeoordeling
Veilig Thuis:
• organiseert een snelle interventie bij acuut gevaar;
• informeert het betrokken cliëntsysteem schriftelijk en – indien nodig – telefonisch over het feit dat een melding is doorgezet naar het lokale team;
• informeert het lokale team (schriftelijk en indien nodig ook telefonisch of via persoonlijk contact) als een casus wordt overgedragen;
• biedt desgewenst telefonische ondersteuning aan de professional bij het oppakken van een vervolgtraject door het lokale team;
• verstrekt aan het lokale team de in het Overdrachtsprotocol beschreven overdrachtsinformatie;
• is verantwoordelijk voor zicht op veiligheid vanaf het moment dat Veilig Thuis de veiligheidsbeoordeling heeft uitgevoerd, tot het moment dat de casus is overgedragen naar het lokale team;
• Indien er door Veilig Thuis wordt overgedragen aan reeds betrokken hulpverlening dan wordt het lokale team hier altijd van op de hoogte gebracht (zie ook paragraaf 5.1 onderdeel B).
14 Zie (Overdrachtsprotocol van Veilig Thuis naar de lokale teams).
15 De procedure bij deze drie momenten van overdracht geldt voor zowel de politiemeldingen als de overige meldingen.
8.2 Overdracht vanuit Veilig Thuis na onderzoek
Xxxxxx Xxxxx:
• organiseert een snelle interventie bij acuut gevaar;
• informeert het betrokken cliëntsysteem schriftelijk over het feit dat een melding is doorgezet naar het lokale team;
• informeert het lokale team over de start van een onderzoek en over de uitkomsten van een onderzoek;
• informeert het lokale team via persoonlijk contact (warme overdracht) als een casus wordt overgedragen. De warme overdracht vindt plaats in het huishouden, tenzij er redenen zijn om dit niet te doen.
• Verstrekt aan het lokale team de in het Overdrachtsprotocol beschreven overdrachtsinformatie;
• is verantwoordelijk voor zicht op veiligheid vanaf het moment dat Veilig Thuis de veiligheidsbeoordeling van een melding heeft uitgevoerd, tot het moment dat de casus is overgedragen naar het lokale team en Veilig Thuis hier een bevestiging van heeft ontvangen.
8.3 Overdracht vanuit Veilig Thuis na voorwaarden en vervolg
Xxxxxx Xxxxx:
• organiseert een snelle interventie bij acuut gevaar;
• informeert het betrokken cliëntsysteem schriftelijk over het feit dat een melding is doorgezet naar het lokale team;
• informeert het lokale team over de start van voorwaarden en vervolg en wat dit oplevert;
• informeert het lokale team via persoonlijk contact (warme overdracht) als een casus wordt overgedragen. De warme overdracht vindt plaats in het gezin, tenzij er redenen zijn om dit niet te doen.
• Verstrekt aan het lokale team de in het Overdrachtsprotocol beschreven overdrachtsinformatie;
• is verantwoordelijk voor zicht op veiligheid vanaf het moment dat de veiligheidsbeoordeling van een melding is uitgevoerd tot het moment dat de casus is overgedragen naar het lokale team en dat Veilig Thuis hier een bevestiging van heeft ontvangen.
8.4 Bereikbaarheid lokale teams voor overdracht
De lokale teams zijn tijdens kantoortijden (van 9 tot 17 uur), inclusief de vakantieperiode, bereikbaar zijn voor de overdracht vanuit Veilig Thuis. Idem dito moet Veilig Thuis tijdens kantoortijden bereikbaar zijn als er vanuit de lokale teams nog vragen zijn met betrekking tot de overdracht.
8.5 Afspraken na overdracht
A. Het lokale team maakt op basis van het advies vanuit Veilig Thuis afspraken met het cliëntsysteem met als doel herstel van de veiligheid.
B. Xxxxxx Xxxxx informeert betrokkene(n) over vervolgstappen. In ieder geval beide ouders met gezag (in geval van aanwezigheid van minderjarige kinderen). De afspraken worden vastgelegd in een overdrachtsbrief. Deze brief wordt ook verstuurd aan de relevante betrokken professionals16.
C. Casuïstiek wordt opgepakt binnen de door Veilig Thuis geadviseerde termijn, tenzij het lokale team een beargumenteerd besluit neemt waarom de casus niet binnen de geadviseerde termijn kan worden opgepakt.
D. Vanaf het moment dat het lokale team de overdracht bevestigt (zie afspraak C), is het lokale team verantwoordelijk voor (het bepalen en organiseren van) het proces- en casemanagement.
E. Het lokale team:
a. organiseert of maakt op basis van input vanuit Veilig Thuis een veiligheidsplan;
b. organiseert of biedt zelf ambulante ondersteuning of hulpverlening;
c. verwijst door naar een zorgaanbieder door middel van een beschikking.
F. Als het lokale team na overdracht vanuit Veilig Thuis het niet lukt om te komen tot duurzaam herstel van de veiligheid, dan neemt het lokale team contact op met Veilig Thuis.
16 Indien de biologische vader actief onderdeel uitmaakt van de opvoedingssituatie van de biologische kinderen dan wordt hij ook geinformeerd.
8.6 Escalatiemodel
In het escalatiemodel (zie bijlage) wordt aangegeven wat de route is als de samenwerking in Gelderland-Zuid rondom Veiligheid vastloopt. Wat doen we als de Samenwerkingsafspraken niet afdoende zijn en de samenwerking tussen Xxxxxx Xxxxx en het sociaal wijkteam stagneert, de route vastloopt en de samenwerkingsafspraken niet meer afdoende zijn?
In het model staan de drie vormen van escalatie beschreven.
a. De eerste route is overleg op managementniveau.
b. De tweede route is de ambtelijke escalatie.
c. De derde route is de bestuurlijke escalatie.
Veilig Thuis houdt in samenwerking met de regionaal projectleider HGKM en beleidsadviseur Veilig Thuis van de centrumgemeente Nijmegen zicht op de escalaties. Ze bewaken de opvolging en maken een inschatting of er eventuele consequenties zijn voor de Samenwerkingsafspraken.
9 Kennis en kwaliteit lokale teams
De lokale teams hebben een belangrijke rol in de keten van huiselijk geweld en kindermishandeling. Van belang is dat lokale teams beschikken over voldoende competenties, kennis en vaardigheden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Eind 2019 wordt het nieuwe kwaliteitskader Werken aan Veiligheid voor Lokale (wijk)teams en Gemeenten vastgesteld door de VNG. De genoemde kwaliteitsstandaarden zijn grotendeels meegenomen in deze Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken.
In de regionale aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling zijn afspraken opgenomen over wat er regionaal aan deskundigheidsbevordering voor lokale teams wordt aangeboden. De projectleider Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van Gelderland Zuid is verantwoordelijk voor het ophalen van de behoefte en het organiseren van aanbod.
De gemeenten hanteren de onderstaande uitgangspunten met betrekking tot kennis- en kwaliteit van de lokale teams:
A. Er wordt gewerkt volgens het kwaliteitskader jeugd en de norm verantwoorde werktoedeling.
B. In het lokale team wordt gewerkt met vakbekwame professionals op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling.
C. Het lokale team beschikt over voldoende personeel om overgedragen casuïstiek op te pakken conform de eisen van het overdrachtsprotocol.
D. Er wordt gewerkt met aandachtsfunctionarissen die lid zijn van de landelijke vereniging (LVAK).
E. Het lokale team heeft een eigen meldcodeprotocol vastgesteld en geïmplementeerd binnen de organisatie.
F. Alle medewerkers van het lokale team kunnen het stappenplan van de meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling toepassen.
G. Alle medewerkers van het lokale team zijn in staat om de onveiligheid met het gezin/huishouden te bespreken, waar nodig vragen zij ondersteuning van de aandachtsfunctionaris.
H. Binnen het lokale team werken professionals die in staat zijn een veiligheidsplan en hulpverlenings- en herstelplan op te stellen en uit te voeren.
I. Een veiligheidsplan wordt altijd opgesteld in afstemming met de leden van het huishouden, diens netwerk en betrokken professionals. Hierbij wordt zo
veel mogelijk ingezet op het inzetten van eigen kracht en het geven van netwerkondersteuning.
J. Binnen het lokale team wordt gewerkt volgens het uitgangspunt 1Gezin,1Plan, 1Regisseur. Het veiligheidsplan maakt onderdeel uit van dit integrale plan.
K. De regisseur is verantwoordelijk voor het zicht houden op de veiligheid en contact houden met betrokken professionals en het huishouden over het actuele beeld van de veiligheid.
L. Als de regie binnen een casus wordt overgedragen worden de gemaakte veiligheidsvoorwaarden en het veiligheidsplan daarmee ook expliciet overgedragen.
M. Alle medewerkers van het lokale team kunnen een goede inschatting maken van de veiligheid van alle leden van het gezin/huishouden (risicotaxatie) en zijn in staat aan vraagverheldering te doen.
N. Binnen het lokale team werken professionals die weten welke specialisten zij voor specifieke vormen van huiselijk geweld, zoals eergerelateerd geweld, seksueel geweld, complexe echtscheidingsproblematiek en ouderenmishandeling kunnen inschakelen.
O. In het opleidings- en scholingsplan van het lokale team wordt vastgelegd hoe geborgd wordt dat de medewerkers over voldoende competenties, kennis en vaardigheden beschikken om noodzakelijke hulp/of ondersteuning te kunnen bieden op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling.
P. De gemeenten in de regio stimuleren het werken volgens de uitgangspunten van Vögtlander en Van Arum ‘Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risico gestuurde zorg (zie bijlage).
10 Overige samenwerkingsafspraken
Veilig Thuis en de regiogemeenten hebben aanvullend nog de volgende samenwerkingsafspraken gemaakt:
A. Veilig Thuis is verantwoordelijk voor het opstellen, actualiseren en beschikbaar stellen van een contactpersonenlijst lokale teams (inclusief bereikbaarheidsgegevens).
B. Er is regelmatig overleg tussen Veilig Thuis, vertegenwoordiging uit het lokale veld, en andere relevante ketenpartners:
• Bijeenkomsten met Veilig Thuis en coördinatoren op subregioniveau, met de regionaal projectleider HGKM en beleidsadviseur Veilig Thuis;
• Ambtelijke bijeenkomsten met de regionaal projectleider HGKM en beleidsadviseur Veilig Thuis op regionaal niveau.
C. Veilig Thuis, regionaal projectleider HGKM en beleidsadviseur Xxxxxx Xxxxx zijn verantwoordelijk voor het actualiseren van de samenwerkingsafspraken.
D. Veilig Thuis heeft binnen de eigen organisatie aandachtsfunctionarissen voor bijv de thema’s seksueel misbruik, eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling, complexe scheidingen en stalking.
E. Veilig Thuis biedt op aanvraag van ketenpartners (groepsgerichte) voorlichtingsactiviteiten aan. Veilig Thuis coördineert dit en houdt bij hoeveel voorlichtingen zij geven.
11 Evaluatie en aanpassing samenwerkingsafspraken
Deze Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken zijn in overleg tussen uitvoerende professionals in de lokale teams, beleidsadviseurs en de werkgroep Samen Doen ontwikkeld. Ten aanzien van evaluatie en aanpassing van deze afspraken zijn de volgende afspraken gemaakt:
A. Deze samenwerkingsafspraken worden door Xxxxxx Xxxxx, regionaal projectleider HGKM en beleidsadviseur Veilig Thuis (oftewel de werkgroep Samenwerkingsafspraken) continu gemonitord. Indien nodig doen zij een voorstel voor bijstelling / aanscherping aan het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur.
B. Het vaststellen van (eventueel gewijzigde) samenwerkingsafspraken is een bevoegdheid van het Algemeen Bestuur van de GGD.
C. De bijlagen bij deze samenwerkingsafspraken worden gemonitord door de werkgroep Samenwerkingsafspraken en verder uitgewerkt, aangepast en door vertaald naar de behoefte van de uitvoerende professionals.
D. Veilig thuis is bevoegd om na consultatie van de regionaal projectleider HGKM en beleidsadviseur Veilig Thuis deze bijlagen aan te passen.
E. De werkgroep Samenwerkingsafspraken is verantwoordelijk voor actualisatie van de samenwerkingsafspraken.
Bijlagen
1. Aangescherpte Meldcode en onderliggende visie van Arum
Figuur Aangescherpte Meldcode
Meer informatie: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx- geweld/meldcode
Samenvatting Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risico gestuurde zorg
Waar we ook zitten in de keten, rondom een huishouden met lichte of met complexe veiligheidsproblemen, we werken altijd samen aan twee achtereenvolgende doelen: eerst directe veiligheid en pas als dat gerealiseerd en beproefd is werken we aan stabiele veiligheid. Voor stabiele veiligheid is risico- gestuurde zorg nodig. Deze aanpak noemen we
gefaseerde ketenzorg17.
17xxxxx://xxx.xx/xxxxx/xxx/000000_xxxxxxxxxxxxx_xxxxxxxxxx_xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx_xxx_Xxxx_0.xxx
Gefaseerde ketenzorg gaat uit van de volgende fases:
- Eerst samenwerken voor veiligheid aan de hand van een veiligheidsplan
- Dan samenwerken voor risico gestuurde zorg aan de hand van een hulpverleningsplan
- En samenwerken voor trauma-geïnformeerde en herstelgerichte zorg aan de hand van een herstelplan
2. Proces Veilig Thuis (Handelingsprotocol pag. 16)
3. Overdrachtsprotocol
4. Escalatiemodel
1. Inleiding
In dit model wordt aangegeven wat de route is als de samenwerking in Gelderland- Zuid rondom Veiligheid vastloopt. Er zijn Samenwerkingsafspraken vastgesteld (Bestuurlijke Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis – gemeenten Gelderland-Zuid, juni 2017). Maar wat als de samenwerking tussen Xxxxxx Xxxxx en het sociaal wijkteam stagneert, de route vastloopt en de samenwerkingsafspraken niet meer afdoende zijn?
2. Wat houdt escaleren in?
Escaleren betekent letterlijk: het probleem opschalen naar een hoger verantwoordelijkheidsniveau. Dit kan zowel bij Veilig Thuis als bij de sociale wijkteams/regiogemeenten plaatsvinden.
Zie ook: VNG: Gemeentelijke escalatiemodellen bij vastlopende jeugdcasuïstiek (november 2016).
3. Wat zijn de criteria om te escaleren?
Het gaat hierbij om escalatie op casuïstiek-niveau. Het kan gaan om een combinatie van onderstaande criteria, of één van de criteria.
• De veiligheid van een persoon/systeem is in gevaar.
• Bij een concrete casus worden de afspraken zoals deze in de Samenwerkingsafspraken staan omschreven niet nagekomen.
4. Welke routes worden gevolgd bij escalatie op casuïstiek-niveau?
Hieronder staan de drie vormen van escalatie beschreven. Xxxxxx Xxxxx houdt zicht op de escalaties, bewaakt de opvolging en maakt de inschatting of er eventuele consequenties zijn voor de Samenwerkingsafspraken. De escalaties worden jaarlijks besproken in de werkgroep Samenwerkingsafspraken.
a. De eerste route is overleg op managementniveau met Veilig Thuis (teamleider) en het betreffende sociaal wijkteam (coördinator). De situatie wordt besproken, samen met de betreffende medewerker van Xxxxxx Xxxxx en het sociaal wijkteam. Als dit overleg geen afdoende resultaat oplevert wordt geëscaleerd volgens route b (en eventueel route c).
a. De tweede route is de ambtelijke escalatie.
Met de beleidsmedewerker in de betreffende gemeente wordt de situatie besproken en wordt bepaald wat er moet gebeuren. Dit zal in de meeste gevallen een gesprek zijn met de betrokken medewerkers van Xxxxxx Xxxxx, het
sociaal wijkteam en de betrokken beleidsmedewerker van de gemeente. Vervolgens zal de beleidsmedewerker van de gemeente zijn/haar eigen wethouder informeren.
Uitkomst I: Er wordt een oplossing gevonden.
Uitkomst II: Er wordt geen oplossing gevonden en er wordt vervolgens bestuurlijk geëscaleerd.
b. De derde route is de bestuurlijke escalatie.
De directeur Xxxxxx Xxxxx bespreekt de situatie met de aangewezen wethouder in de betreffende gemeente, zij bepalen wat er moet gebeuren.
Uitkomst I: Er wordt een oplossing gevonden.
Uitkomst II: Er wordt geen oplossing gevonden. De wethouder bepaalt (in overleg met de betrokkenen) wat de vervolgstap moet zijn.
5. Escalatie bij structurele problemen
Herhaaldelijke escalatie van casussen kan wijzen op een structureel probleem in de keten. Bijvoorbeeld dat de overdracht van Veilig Thuis naar het sociaal wijkteam in een bepaalde gemeente niet goed verloopt of dat er wachtlijsten zijn bij een bepaalde aanbieder zodat een inwoner niet tijdig geholpen kan worden bij het herstel van de veiligheid. Daarnaast kunnen ook signaleren van medewerkers van Veilig Thuis en sociale teams over knelpunten aanleiding zijn om te escaleren.
Deze escalatie wordt door de directeur van Xxxxxx Xxxxx goed afgestemd met de manager van het sociaal wijkteam en de betrokken beleidsmedewerker. Vervolgens bespreekt de directeur Xxxxxx Xxxxx indien nodig de situatie met de betreffende wethouder. Het knelpunt wordt zoveel mogelijk – en voor zover mogelijk – verduidelijkt door middel van concrete voorbeelden.
Uitkomst I: Er wordt een oplossing gevonden.
Uitkomst II: Er wordt geen oplossing gevonden. Het probleem wordt vervolgens geagendeerd in het eerstvolgende AB, in overleg met de betrokken wethouder van de gemeente.
5. Samenwerkingsafspraken met Moviera
Samenwerkingsafspraken Veilig Thuis- lokale teams – Moviera Regio Gelderland Zuid18
1. Inleiding
Aanleiding voor deze samenwerkingsafspraken is dat het van belang is dat, daar waar sprake is van huiselijk geweld, de verschillende partners elkaar goed weten te vinden zodat de juiste hulp zo spoedig mogelijk ingezet kan worden. Deze samenwerkingsafspraken beschrijven hoe de drie partijen samenwerken om duurzaam te interveniëren bij huiselijk geweld.
Alle samenwerkende organisaties werken volgens de volgende uitgangspunten:
o één gezin - één plan – één hulpverlener / regievoerder
o vernieuwde meldcode
o ambulant indien mogelijk, opvang indien noodzakelijk
2. Regiefunctie
Daar waar verschillende organisaties samenwerken moet altijd vastgesteld worden wie de regiefunctie heeft. De organisatie, die de regiefunctie heeft, organiseert samenhangende en passende hulp. Dat betekent dat er gewerkt wordt met overkoepelende doelen waar verschillende organisaties subdoelen voor haar rekening nemen.
Taken die onder deze regiefunctie vallen zijn:
• De regie-voerende organisatie is verantwoordelijk voor het organiseren van structurele overleggen om met alle betrokkenen (de voortgang van) de hulp op elkaar af te stemmen.
• Organisaties informeren de organisatie die regie voert als de hulp niet goed loopt of beëindigd wordt. De organisatie die regie voert onderneemt actie als de zorg niet voldoende op elkaar afgestemd is of als er signalen zijn dat het niet goed verloopt.
3. Samenwerkingsafspraken start en beëindiging
• Melding komt binnen bij Veilig Thuis. Er volgt altijd een veiligheidsbeoordeling.
• Indien noodzakelijk gaat de piketdienst van Veilig Thuis naar de locatie om de veiligheidsbeoordeling uit te voeren.
• De piketdienst kan Moviera verzoeken om mee te gaan naar de locatie om een ambulante geweldsanalyse uit te voeren.
• De ambulante geweldsanalyse van Moviera is een direct toegankelijke korte interventie op geweld en veiligheid. Moviera gaat naar de locatie toe.
18 Maasdriel en Zaltbommel behoren niet tot het werkgebied van Moviera.
• Moviera bepaalt aan de hand van een landelijk instrument19 de mate van onveiligheid in de thuissituatie en in de opvang. De code rood is landelijk erkend20 voor uitstroom naar een andere regio.
• Bij acute onveiligheid biedt Moviera 24-7 toegankelijke noodbedden.
• Het lokale team heeft de regiefunctie.
• Bij acute en structurele onveiligheid biedt Moviera (crisis- en vervolg-) opvang.
• Moviera heeft de regiefunctie.
• Bij structurele onveiligheid biedt Moviera, na advies van de politie in het Veiligheidshuis, AWARE-trajecten in de eigen woning aan.
• Het lokale team / Moviera / derde partij leggen volgens regioafspraken de regiefunctie vast in het dossier van de cliënt.
• Moviera biedt ambulante hulp in de thuissituatie aan bij structurele onveiligheid.
• Het lokale team heeft regie, tenzij zij de regiefunctie bij een andere aanbieder hebben belegd
• Als de cliënt niet bekend is bij het lokale team, stemmen partijen onderling af wie regievoerder is voor cliënten.
19 De Geïntegreerde Risico Screening is ontwikkeld door Xxxxxx-Xxxxxx en biedt vrouwenopvangvoorzieningen een gedeeld instrument om te kunnen bepalen of ambulante hulp geëigend is, opvang in de eigen regio mogelijk is of dat doorverwijzing naar een andere regio noodzakelijk is.
20 Beleidskader landelijke in-, door- en uitstroom crisisopvang & opvang in acute crisissituaties van slachtoffers huiselijk geweld in de vrouwenopvang, VNG
6. Brief overdracht na veiligheidsbeoordeling
7. Brief overdracht na onderzoek
8. Brief overdracht na voorwaarden & vervolg
9. Brief overdracht na afronden monitoring en sluiten dossier VT
10. Begrippenlijst
Aandachtsfunctionaris Binnen een organisatie de deskundige persoon op het
gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Taken van de aandachtsfunctionaris zijn onder te verdelen in:
Uitvoerende taken: ondersteunen, adviseren,
begeleiden, motiveren en informeren van collega’s. Beleidsmatige taken: invullen, bijstellen en evalueren van de meldcode, het informeren van collega’s over ontwikkelingen, het geven of organiseren van scholing, en het uitwerken van beleid over het zorgvuldig vastleggen en documenteren van de stappen van de meldcode.
In kleine organisaties combineert meestal één persoon deze taken, terwijl grotere organisaties er vaker voor kiezen om de uitvoerende en beleidsmatige taken te verdelen over twee of meerdere personen. De norm is 1 aandachtsfunctionaris op 20 medewerkers.
Advies Een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan (Handelingsprotocol 2019 Veilig Thuis21)
Cliëntsysteem De direct betrokkene (op wie het signaal of adviesvraag betrekking heeft) en de leden van het huishouden of gezin van deze betrokkene.
Drang De vooraf besproken gevolgen voor een of meer directbetrokkenen bij het niet nakomen van afspraken in het kader van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling (Handelingsprotocol 2019).
Dwangmaatregelen Maatregelen die zonder instemming van de
directbetrokkene door de rechter, de officier van justitie of de burgemeester kunnen worden opgelegd (Handelingsprotocol 2019).
Eén gezin, één plan Een plan waarin de verschillende problemen van alle
leden van het gezin of huishouden in hun onderlinge samenhang worden bezien en waarbij directbetrokkenen en professionals zich committeren aan een aanpak vanuit een gezamenlijk gedeelde visie
21 xxxxx://xxx.xx/xxxxx/xxx/xxxxxxxxxxx/0000/xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxxxx_x0.xxx
en een nauw op elkaar afgestemde uitvoering (Handelingsprotocol 2019).
Herstelplan Een beschrijving van de wijze waarop gewerkt wordt aan herstel van de (ontwikkelings-) schade die directbetrokkenen hebben geleden als gevolg van het huiselijk geweld of de kindermishandeling (Handelingsprotocol 2019).
Huiselijk geweld Lichamelijk, geestelijk of seksueel misbruik of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring (definitie artikel 1 Wmo 2015). Met ‘huiselijke kring’ worden (ex-) partners, familieleden en huisvrienden bedoeld. Het
woord huiselijk verwijst niet naar de plaats van het delict (het kan zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden) maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Bij huiselijk geweld kan het gaan om lichamelijk, psychisch of seksueel misbruik. Het kan de vorm aannemen van (ex-)partnergeweld, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, kindermishandeling, geweld tegen of verwaarlozing van ouderen of geweld tegen ouders.
Hulpverleningsplan Een beschrijving van de wijze waarop gewerkt wordt
aan risicofactoren die bijdragen aan het ontstaan en het in stand houden van de onveiligheid (Handelingsprotocol 2019).
Lokale teams Alle gemeentelijke teams in Gelderland-Zuid die onder diverse namen functioneren (sociaal wijkteams, regieteams, kernteams, buurtzorg jong, gebiedsteams, regieteams) én organisaties die door gemeenten zijn aangewezen als aanspreekpunt voor de overdracht van casussen vanuit Veilig Thuis. Deze teams leiden zo nodig toe naar geïndiceerde vormen van hulp en ondersteuning.
Kindermishandeling Vorm van - voor een minderjarige bedreigende of
gewelddadige - interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Het gaat hierbij om: seksuele mishandeling, fysieke mishandeling, emotionele/psychische mishandeling, fysieke verwaarlozing, emotionele/psychische verwaarlozing en getuige zijn van partnergeweld (Definitie artikel 1 Jeugdwet).
Monitoren Nagaan of aan de veiligheidsvoorwaarden wordt voldaan, of directe en stabiele veiligheid wordt hersteld en of gewerkt wordt aan herstel van schade als gevolg van huiselijk geweld of kindermishandeling (Handelingsprotocol 2019).
Onderzoek Veilig Thuis Het verzamelen, analyseren en beoordelen van feiten
en professionele oordelen over een gemeld (vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling met het doel te komen tot de vaststelling of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling en welke stappen dienen te worden gezet om het geweld en de veiligheid en de schade te herstellen (Handelingsprotocol 2019).
Risicotaxatie Een inschatting van het toekomstige risico op huiselijk geweld en kindermishandeling. Het kan gaan om de kans op het ontstaan van huiselijk geweld en kindermishandeling maar ook op de kans op herhaling. Een inschatting van de mogelijke risico’s is altijd gebaseerd op een goede analyse van de huidige situatie. Een risicotaxatie geeft antwoord op de vragen: wat kan er gebeuren? Hoe groot is de kans dat dit gebeurt? Hoe ernstig is het als dit gebeurt? Terwijl veiligheidstaxatie zich richt op de huidige situatie (wat gebeurt er nu in het gezin?), richt risicotaxatie zich op een mogelijke toekomstige situatie (wat zou er kunnen gebeuren?)22.
Spoed en crisis(melding) De situatie van direct betrokkenen is dermate onveilig
dat direct handelen door Xxxxxx Xxxxx vereist is.
Veiligheidsplan Een beschrijving van de wijze waarop gewerkt wordt aan de veiligheidsvoorwaarden en aan herstel van directe en stabiele veiligheid (Handelingsprotocol 2019).
Veiligheidsbeoordeling Besluitvorming door Xxxxxx Xxxxx over de vervolgstappen
die naar aanleiding van de melding gezet worden en over de vraag aan welke professional of instelling de verantwoordelijkheid voor de verdere aanpak van de melding wordt toebedeeld (Handelingsprotocol 2019).
Veiligheidsvoorwaarden Veiligheidsvoorwaarden zijn voorwaarden waarin wordt
vastgelegd waar tenminste aan voldaan moet worden om te komen tot directe veiligheid en stabiele veiligheid. Deze worden overgedragen (schriftelijk) aan de directbetrokkenen en overdrachtspartij.
22 xxxxx://xxx.xxx.xx/xx/Xxxxxxxx-XXx/Xxxxxxxxxx-XXx/Xxxxxxxxxx-xx-xxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxx-xxxxx.xxx
Het is aan de overdrachtspartij om deze veiligheidsvoorwaarden als leidraad te nemen/vermelden in het veiligheidsplan en hierover veiligheidsafspraken te maken met de directbetrokkenen, netwerk en/of betrokken hulpverlening. Xxxxxx Xxxxx maakt afspraken met direct betrokkenen en de overdrachtspartij over contacten die in het kader van monitoren zullen worden gelegd.
Als er nog geen overdrachtspartij is dan maakt Veilig Thuis veiligheidsafspraken of een veiligheidsplan.
Veiligheidsvoorwaarden beschrijven wat er moet gebeuren, veiligheidsafspraken beschrijven hoe het moet gebeuren (Handelingsprotocol 2019).