Contract
58 (2001) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2002 Nr. 23
A. TITEL
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeen- schappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds met bijlagen, protocollen en Slotakte, met verklaringen; Luxemburg, 29 oktober 2001
B. TEKST1)
Stabilisatie- en Associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds
Het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje, de Franse Fepubliek, Ierland,
de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk,
de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het Verdrag betreffende de Europese Unie,
hierna ,,lidstaten’’ genoemd, en
de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor kolen en staal, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna ,,de Gemeenschap’’ genoemd, enerzijds, en
de Republiek Kroatië, hierna ,,Kroatië’’ genoemd,
1) De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Ita- liaanse, de Kroatische, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.
Het voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de overeenkomst is nog niet ontvangen. In de hierna volgende tekst kunnen derhalve onjuistheden voorkomen, die in een volgend Tractatenblad zullen worden gecorrigeerd.
anderzijds,
Gelet op de sterke band tussen de partijen en de waarden die zij gemeen hebben, hun verlangen deze band nog te versterken en op wederkerigheid en wederzijds belang gebaseerde nauwe en langdurige betrekkingen tot stand te brengen die Kroatië in staat moeten stellen de betrekkingen met de Gemeenschap te versterken en uit te breiden;
Gelet op het belang van deze overeenkomst voor het stabilisatie- en associatieproces met de landen van Zuidoost-Europa voor de totstand- brenging en handhaving van een op samenwerking gebaseerde stabiele orde in Europa, waarvan de Europese Unie een steunpilaar is, en voor het stabiliteitspact;
Gelet op de toezegging van de partijen dat zij met alle mogelijke mid- delen zullen bijdragen tot de politieke, economische en institutionele sta- bilisatie, zowel in Kroatië als in de gehele regio, door de ontwikkeling van de civiele samenleving en door democratisering, institutionele ver- sterking en hervorming van de overheidsadministratie, intensievere han- del en economische samenwerking, brede samenwerking, ook op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, alsmede versterking van de nationale en regionale veiligheid;
Gelet op het belang dat de partijen hechten aan versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van deze overeen- komst vormen, en op het belang dat zij hechten aan de eerbiediging van de rechtsstaat en de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van per- sonen die tot nationale minderheden behoren, en aan democratische beginselen in de vorm van een meerpartijenstelsel met vrije, eerlijke ver- kiezingen;
Gelet op het feit dat Kroatië opnieuw zijn gehechtheid bevestigt aan het recht op terugkeer voor alle vluchtelingen en ontheemden en de bescherming van hun rechten in dat verband;
Gelet op de verbintenis van de partijen om volledig uitvoering te geven aan alle beginselen en bepalingen van het Handvest van de Ver- enigde Naties, de OVSE, inzonderheid die van de Slotakte van Helsinki, de slotdocumenten van de conferenties van Madrid en Wenen, het Hand- vest van Parijs voor een Nieuw Europa en het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa, en te voldoen aan hun verplichtingen in het kader van de overeenkomsten van Dayton/Parijs en Erdut, teneinde bij te dragen tot de regionale stabiliteit en de samenwerking tussen de landen in de regio;
Gelet op de gehechtheid van de partijen aan de beginselen van de vrijemarkteconomie en de bereidheid van de Gemeenschap om aan de economische hervormingen in Kroatië bij te dragen;
Gelet op het belang dat de partijen hechten aan vrijhandel, overeen- komstig de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de WTO;
Verlangende een regelmatige politieke dialoog in te stellen over bila- terale en internationale vraagstukken van wederzijds belang, met inbe- grip van regionale aspecten, met inachtneming van het gemeenschappe- lijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie;
Overtuigd dat de Stabilisatie- en Associatieovereenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun onderlinge economische betrekkingen, in het bijzonder voor de ontwikkeling van handel en investeringen, facto- ren van cruciaal belang voor de economische herstructurering en moder- nisering;
Gelet op de toezegging van Kroatië om zijn wetgeving aan te passen aan die van de Gemeenschap;
Gelet op de bereidheid van de Gemeenschap om doorslaggevende steun te verlenen voor hervorming en wederopbouw en daartoe alle beschikbare instrumenten voor samenwerking en technische, financiële en economische bijstand in te zetten op een brede indicatieve meer- jaarlijkse basis;
Bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst die binnen de toepassingssfeer van deel III, titel IV, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen, het Verenigd Koninkrijk en Ierland binden als afzonderlijke verdragsluitende partijen, en niet als deel van de Europese Gemeenschap, totdat het Verenigd Koninkrijk of Ierland (al naargelang van het geval) Kroatië ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk of Ierland is gebonden als deel van de Europese Gemeen- schap overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van het Vere- nigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht. Hetzelfde geldt voor Denemarken met betrekking tot het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan die verdragen is gehecht;
Wijzend op de top van Zagreb, waarop werd opgeroepen tot verdere consolidatie van de betrekkingen tussen de landen die deel uitmaken van het stabilisatie- en associatieproces en de Europese Unie, alsmede tot intensievere samenwerking in de regio;
Wijzend op de bereidheid van de Europese Unie om Kroatië zo vol- ledig mogelijk te integreren in de politieke en economische hoofdstroom van Europa, en op de status van het land als een potentiële kandidaat voor het EU-lidmaatschap op basis van het Verdrag betreffende de Euro- pese Unie en het voldoen aan de door de Europese Raad in juni 1993 gedefinieerde criteria, onder voorbehoud van de succesvolle tenuitvoer- legging van deze overeenkomst, met name wat betreft regionale samen- werking,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen:
Artikel 1
1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Kroatië, anderzijds.
2. Deze associatie heeft ten doel:
– totstandbrenging van een passend kader voor de politieke dialoog met het oog op de ontwikkeling van nauwe politieke betrekkingen tus- sen de partijen;
– ondersteuning van de inspanningen van Kroatië voor de ontwikke- ling van de economische en internationale samenwerking, ook door de aanpassing van zijn wetgeving aan die van de Gemeenschap;
– ondersteuning van de inspanningen van Kroatië met het oog op de overgang naar een markteconomie, bevordering van harmonieuze eco- nomische betrekkingen en geleidelijke instelling van een vrijhandels- zone tussen de Gemeenschap en Kroatië;
– bevordering van regionale samenwerking op alle gebieden die on- der deze overeenkomst vallen.
TITEL I ALGEMENE BEGINSELEN
Artikel 2
Eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, zoals deze zijn vastgesteld in de Universele Verklaring van de rechten van de mens en gedefinieerd in de slotakte van Helsinki en het Hand- vest van Parijs voor een Nieuw Europa, eerbiediging van de beginselen van het internationale recht en de rechtsstaat en de beginselen van de markteconomie zoals deze zijn neergelegd in het document van de CVSE-conferentie van Bonn over economische samenwerking, vormen de grondslag van het binnen- en buitenlandse beleid van de partijen en zijn essentiële elementen van deze overeenkomst.
Artikel 3
Internationale en regionale vrede en stabiliteit en de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap staan centraal in het stabilisatie- en associatieproces, als bedoeld in de conclusies van de Raad van de Euro- pese Unie van 21 juni 1999. De sluiting en de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst geschieden in het kader van de conclusies van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1997, en zijn gebaseerd op de afzonderlijke verdiensten van Kroatië.
Artikel 4
Kroatië verbindt zich ertoe de samenwerking en de betrekkingen van goed nabuurschap met de overige landen van de regio voort te zetten en te bevorderen, wat mede inhoudt dat een passend niveau van weder-
zijdse concessies op het gebied van het verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten wordt ingesteld en projecten van gemeenschappe- lijk belang worden ontwikkeld, met name inzake de terugkeer van vluch- telingen en de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, corruptie, witwassen van geld, illegale migratie en smokkelarij. Deze verbintenis is van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van de betrekkingen en de samenwerking tussen de partijen en draagt bij tot de regionale sta- biliteit.
Artikel 5
1. De associatie wordt geleidelijk tot stand gebracht en is uiterlijk zes jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst volledig van kracht.
2. De krachtens artikel 110 opgerichte Stabilisatie- en Associatieraad onderzoekt op gezette tijden de toepassing van deze overeenkomst en de verwezenlijking door Kroatië van de juridische, bestuurlijke, institutio- nele en economische hervormingen, in het licht van de preambule en in overeenstemming met de algemene principes van deze overeenkomst.
Artikel 6
De overeenkomst moet volledig verenigbaar zijn met de relevante WTO-bepalingen, met name artikel XXIV van de GATT 1994 en artikel V van de GATS.
TITEL II POLITIEKE DIALOOG
Artikel 7
In het kader van deze overeenkomst wordt tussen de partijen een poli- tieke dialoog ingesteld. Deze dialoog begeleidt en consolideert de toe- nadering tussen de Europese Unie en Kroatië en draagt bij tot de tot- standbrenging van nauwe solidariteitsbanden en nieuwe vormen van samenwerking tussen de partijen.
De politieke dialoog moet met name bijdragen tot het bevorderen van:
– de volledige integratie van Kroatië in de gemeenschap van demo- cratische naties en de geleidelijke toenadering tot de Europese Unie;
– verdere convergentie van de standpunten van de partijen over inter- nationale vraagstukken, onder meer door passende uitwisseling van informatie, met name waar het aangelegenheden betreft die belangrijke gevolgen voor de partijen kunnen hebben;
- regionale samenwerking en de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap;
– gemeenschappelijke opvattingen over veiligheid en stabiliteit in Europa, ook op de terreinen die worden bestreken door het gemeen-
schappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie.
Artikel 8
1. De politieke dialoog vindt plaats binnen de Stabilisatie- en Associatieraad, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor alle aangelegenheden die de partijen de Stabilisatie- en Associatieraad voor- leggen.
2. Op verzoek van de partijen kan de politieke dialoog ook de vol- gende vormen aannemen:
– vergaderingen, waar nodig, van hoge ambtenaren van enerzijds Kroatië en anderzijds het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie en de Commissie;
– optimaal gebruik van alle diplomatieke kanalen tussen de partijen, met inbegrip van passende contacten in derde landen en binnen de Ver- enigde Naties, de OVSE, de Raad van Europa en andere internationale fora;
– alle andere middelen die een nuttige bijdrage leveren tot het con- solideren, ontwikkelen en intensiveren van deze dialoog.
Artikel 9
Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het bij artikel 116 ingestelde Parlementair Stabilisatie- en Associatie- comité.
Artikel 10
De politieke dialoog kan plaatsvinden in multilateraal verband en als regionale dialoog waarbij andere landen in de regio worden betrokken.
TITEL III REGIONALE SAMENWERKING
Artikel 11
In overeenstemming met zijn verbintenis ten aanzien van vrede en sta- biliteit en de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap zal Kroatië de regionale samenwerking actief bevorderen. Ook zal de Ge- meenschap, via haar programma’s voor technische bijstand, projecten steunen met een regionale of grensoverschrijdende dimensie.
Telkens wanneer Kroatië voornemens is de samenwerking met een van de in onderstaande artikelen 12 tot en met 14 genoemde landen te intensiveren, deelt zij dit mede aan en voert zij overleg met de Gemeen- schap en haar lidstaten overeenkomstig de bepalingen van titel X.
Artikel 12
Samenwerking met andere landen die een stabilisatie- en associatieovereenkomst hebben ondertekend
Na de ondertekening van deze overeenkomst opent Kroatië met het land dat of de landen die reeds een stabilisatie- en associatieovereenkomst hebben ondertekend onderhandelingen over de sluiting van een bila- terale overeenkomst inzake regionale samenwerking, waarvan het doel is de samenwerking tussen de betrokken landen uit te breiden.
De hoofdelementen van dergelijke overeenkomsten zijn:
- een politieke dialoog;
– de totstandbrenging van een vrijhandelszone tussen de partijen die verenigbaar is met de relevante WTO-bepalingen;
– wederzijdse concessies betreffende het verkeer van werknemers, vestiging, dienstverlening, lopende betalingen en kapitaalverkeer en an- dere beleidsterreinen die met het verkeer van personen verband houden, op een niveau dat gelijkwaardig is met dat van deze overeenkomst;
– bepalingen inzake samenwerking op andere, al dan niet onder deze overeenkomst vallende terreinen, met name justitie en binnenlandse zaken.
Deze overeenkomsten omvatten indien nodig bepalingen tot instelling van de nodige institutionele mechanismen.
Deze overeenkomsten worden gesloten binnen twee jaar na de inwer- kingtreding van deze overeenkomst. De bereidheid van Kroatië tot het sluiten van deze overeenkomsten is een voorwaarde voor de verdere ont- wikkeling van de betrekkingen tussen Kroatië en de EU.
Artikel 13
Samenwerking met andere bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken landen
Kroatië gaat regionale samenwerking aan met de andere bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken landen op sommige of alle onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsterreinen, met name terreinen van gemeenschappelijk belang. Deze samenwerking moet ver- enigbaar zijn met de beginselen en doelstellingen van deze overeen- komst.
Artikel 14
Samenwerking met kandidaat-lidstaten van de EU
Kroatië kan met elke kandidaat-lidstaat van de EU de samenwerking versterken en een overeenkomst sluiten voor regionale samenwerking op elk van de onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsterreinen.
Een dergelijke overeenkomst moet de bilaterale betrekkingen tussen Kroatië en dat land geleidelijk afstemmen op het relevante onderdeel van de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en dat land.
TITEL IV
VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN
Artikel 15
1. De Gemeenschap en Kroatië brengen in de loop van een over- gangsperiode van ten hoogste zes jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, geleidelijk een vrijhandelszone tot stand overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst en in de GATT 1994 en de bepalingen van de WTO. Daarbij houden zij rekening met de hierna vermelde specifieke eisen.
2. In het handelsverkeer tussen de twee partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur.
3. Het basisrecht waarop de in de overeenkomst vastgestelde opeen- volgende verlagingen worden toegepast, is voor elk product het recht dat erga omnes daadwerkelijk wordt toepast op de dag voorafgaand aan de ondertekening van de overeenkomst, of het bij de WTO geconsolideerde recht voor het jaar 2002, indien dat lager is.
4. Indien na de ondertekening van deze overeenkomst tarief- verlagingen op erga-omnesgrondslag worden toegepast, in het bijzonder verlagingen die voortvloeien uit de tariefonderhandelingen in de WTO, komen deze verlaagde rechten in de plaats van de in lid 3 bedoelde basisrechten vanaf de datum waarop de verlagingen worden toegepast.
5. De Gemeenschap en Kroatië delen elkaar hun respectieve basis- rechten mede.
HOOFDSTUK I INDUSTRIEPRODUCTEN
Artikel 16
1. Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Kroatië, vermeld in de hoofdstuk- ken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzon- dering van de producten genoemd in bijlage 1, punt I, onder ii), bij de Overeenkomst inzake de landbouw (GATT 1994).
2. De artikelen 17 en 18 zijn niet van toepassing op textielproducten of op staalproducten bedoeld in hoofdstuk 72 van de gecombineerde nomenclatuur, als gespecificeerd in de artikelen 22 en 23.
3. De handel tussen de partijen in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen, geschiedt in overeenstemming met de bepalingen van dat verdrag.
Artikel 17
1. De douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in de Gemeen- schap van producten van oorsprong uit Kroatië worden bij de inwerking- treding van de overeenkomst afgeschaft.
2. Kwantitatieve beperkingen bij invoer in de Gemeenschap en maat- regelen van gelijke werking worden voor producten van oorsprong uit Kroatië bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst afgeschaft.
Artikel 18
1. De douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Kroatië van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan die genoemd in de bijlagen I en II, worden bij de inwerkingtreding van de overeen- komst afgeschaft.
2. De douanerechten die van toepassing zijn bij de invoer in Kroatië van de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage I, worden geleidelijk verlaagd volgens onderstaand tijdschema:
– bij de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten verminderd tot 60% van het basisrecht;
– op 1 januari 2003 worden alle rechten verminderd tot 30% van het basisrecht;
– op 1 januari 2004 worden de resterende rechten afgeschaft.
3. De douanerechten die van toepassing zijn bij de invoer in Kroatië van de producten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage II, worden geleidelijk verlaagd en afgeschaft volgens onderstaand tijd- schema:
– bij de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten verminderd tot 70% van het basisrecht;
– op 1 januari 2003 worden alle rechten verminderd tot 50% van het basisrecht;
– op 1 januari 2004 worden alle rechten verminderd tot 40% van het basisrecht;
– op 1 januari 2005 worden alle rechten verminderd tot 30% van het basisrecht;
– op 1 januari 2006 worden alle rechten verminderd tot 15% van het basisrecht;
– op 1 januari 2007 worden de resterende rechten afgeschaft.
4. Kwantitatieve beperkingen bij invoer in Kroatië van producten van oorsprong uit de Gemeenschap en maatregelen van gelijke werking wor- den bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.
Artikel 19
Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de Gemeen- schap en Kroatië in hun onderlinge handelsverkeer alle heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer af.
Artikel 20
1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de Ge- meenschap en Kroatië alle douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking af.
2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de Ge- meenschap en Kroatië onderling alle kwantitatieve beperkingen bij uit- voer en alle maatregelen van gelijke werking af.
Artikel 21
Kroatië verklaart zich bereid zijn douanerechten in het handelsverkeer met de Gemeenschap sneller te verlagen dan in artikel 18 bepaald, indien de algemene economische situatie in Kroatië en de situatie in de betrokken sector van de economie zulks mogelijk maken.
De Stabilisatie- en Associatieraad doet daartoe strekkende aanbevelin- gen.
Artikel 22
Protocol nr. 1 bevat de regeling voor de daarin genoemde textielpro- ducten.
Artikel 23
Protocol nr. 2 bevat de regeling voor de daarin genoemde staalproduc- ten vallende onder hoofdstuk 72 van de gecombineerde nomenclatuur.
HOOFDSTUK II LANDBOUW EN VISSERIJ
Artikel 24
Definitie
1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de handel in landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Kroatië.
2. Met ,,landbouw- en visserijproducten’’ worden bedoeld de produc- ten vermeld in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur en in bijlage 1, punt 1, onder ii), bij de Overeenkomst inzake de landbouw (GATT 1994).
3. Deze definitie omvat ook vis en visserijproducten die vallen onder hoofdstuk 3, onder de posten 1604 en 1605 en onder de onderverdelin- gen 0511 91, 2301 20 en ex 1902 20 (,,gevulde deegwaren, bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren’’).
Artikel 25
Protocol nr. 3 bevat de handelsregeling voor de daarin genoemde ver- werkte landbouwproducten.
Artikel 26
1. Op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit Kroatië.
2. Op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Kroatië alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke wer- king af die van toepassing zijn op de invoer van landbouw- en visserij- producten van oorsprong uit de Gemeenschap.
Artikel 27
Landbouwproducten
1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeen- schap alle douanerechten en heffingen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Kroatië, andere dan die van de posten 0102, 0201, 0202 en 2204 van de gecombineerde nomenclatuur.
Ten aanzien van producten die vallen onder de hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief voorziet in een douanerecht ad valorem en in een specifiek douanerecht, is de afschaffing uitsluitend van toepassing op het deel ad valorem van de douanerechten.
2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de Gemeen- schap de douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in de Gemeen- schap van de in bijlage III gedefinieerde producten van de categorie
,,baby beef’’ van oorsprong uit Kroatië vast op 20% van het recht ad valorem en 20% van het specifieke recht als vastgesteld in het gemeen- schappelijk douanetarief van de Europese Gemeenschappen, binnen een jaarlijks tariefcontingent van 9 400 ton geslacht gewicht.
3. a. Bij de inwerkingtreding van de overeenkomst gaat Kroatië over tot
i. afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de
invoer van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, vermeld in bijlage IV a);
ii. afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, vermeld in bijlage IV b), binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk product in die bijlage zijn ver- meld. De omvang van de tariefcontingenten wordt jaarlijks ver- meerderd met de hoeveelheid die voor ieder product in die bijlage wordt vermeld.
b. Vanaf het eerste jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst gaat Kroatië over tot
i. afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, vermeld in bijlage IV c);
c. Vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst gaat Kroatië over tot
i. geleidelijke afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap, vermeld in bijlage IV d), binnen de grenzen van de in die bijlage vastgestelde tariefcontingenten en in over- eenstemming met het voor ieder product in die bijlage vastge- stelde tijdschema;
ii. geleidelijke vermindering van de douanerechten die van toepas- sing zijn op de invoer van bepaalde landbouwproducten van oor- sprong uit de Gemeenschap die worden vermeld in bijlage IV e) tot 50% van het meestbegunstigingsrecht, in overeenstemming met het voor ieder product in die bijlage vastgestelde tijdschema;
iii. geleidelijke vermindering van de douanerechten die van toepas- sing zijn op de invoer van bepaalde landbouwproducten van oor- sprong uit de Gemeenschap die worden vermeld in bijlage IV e) tot 50% van het meestbegunstigingsrecht, binnen de grenzen van de in die bijlage vastgestelde tariefcontingenten en in overeen- stemming met het voor ieder product in die bijlage vastgestelde tijdschema.
4. De handelsregeling voor wijn en gedistilleerde dranken wordt bij een afzonderlijk protocol inzake wijn en gedistilleerde dranken vastge- steld.
Artikel 28
Visserijproducten
1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeen- schap de douanerechten op vis en visserijproducten van oorsprong uit Kroatië, andere dan die vermeld in bijlage V a), volledig af. Op produc- ten vermeld in bijlage V a) zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.
2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Kroatië alle douanerechten en heffingen van gelijke werking op vis en visserijpro- ducten van oorsprong uit de Europese Gemeenschap, andere dan die ver- meld in bijlage V b), volledig af. Op producten vermeld in bijlage V b) zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.
Artikel 29
Rekening houdend met de omvang van het handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten tussen de partijen, de bijzondere gevoe- ligheden van die producten, de regels van het gemeenschappelijk land- bouw en visserijbeleid van de Gemeenschap en het landbouw- en visserijbeleid van Kroatië, de rol van landbouw en visserij in de Kroa- tische economie en de gevolgen van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de WTO, onderzoeken de Gemeenschap en Kroatië vóór 1 juli 2006 in de Stabilisatie- en Associatieraad per product, syste- matisch en op basis van passende wederkerigheid, de mogelijkheden om elkaar verdere concessies te verlenen teneinde de handel in landbouw- en visserijproducten verder te liberaliseren.
Artikel 30
De bepalingen van dit hoofdstuk vormen in geen geval een belemme- ring voor de eenzijdige toepassing van gunstiger maatregelen door een partij.
Artikel 31
Onverminderd de andere bepalingen van deze overeenkomst, met name die van artikel 38, plegen beide partijen, indien, wegens de bijzon- dere gevoeligheid van de markten voor landbouw- en visserijproducten, de invoer van producten van oorsprong uit een partij waarvoor de con- cessies uit hoofde van de artikelen 25, 27 en 28 zijn verleend, ernstige problemen veroorzaakt op de markt of voor de binnenlandse regelingen van de andere partij, zo spoedig mogelijk overleg om een passende oplossing te vinden voor het probleem. In afwachting van deze oplos- sing kan de betrokken partij de passende maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.
HOOFDSTUK III GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
Artikel 32
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op de handel tussen de partijen in alle producten, tenzij in dit hoofdstuk of in de Protocollen 1, 2 of 3 anders is bepaald.
Artikel 33
Standstill
1. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Kroatië worden vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen nieuwe douane- rechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking inge- steld, noch worden de rechten of heffingen die reeds van toepassing zijn verhoogd.
2. In het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Kroatië worden vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen nieuwe kwanti- tatieve beperkingen bij invoer of bij uitvoer of maatregelen van gelijke werking ingesteld, noch worden reeds bestaande beperkingen restrictie- ver gemaakt.
3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel vormt in geen opzicht een beletsel voor de uitvoering van het landbouwbeleid van Kroatië of dat van de Gemeenschap, of voor enige maatregel in het kader van dat beleid, mits de invoerregelingen in de bijlagen III, IV a), IV b), IV c), IV d), IV e), IV f), V a) en V b) daardoor niet wordt beïn- vloed, een en ander onverminderd de concessies verleend krachtens arti- kel 26.
Artikel 34
Verbod op fiscale discriminatie
1. De partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, direct of indirect, discrimineren tussen de producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit het grondgebied van de andere partij, en schaffen dergelijke reeds be- staande maatregelen of praktijken af.
2. De teruggave van binnenlandse indirecte belastingen voor produc- ten die naar het grondgebied van één van de partijen worden uitgevoerd mag niet hoger zijn dan de daarop geheven indirecte belastingen.
Artikel 35
De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn tevens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.
Artikel 36
Douane-unies, vrijhandelszones, regelingen voor grensverkeer
1. Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grens- verkeer, mits de in de overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.
2. Gedurende de in artikel 18 vermelde overgangsperioden mag deze overeenkomst geen invloed hebben op de tenuitvoerlegging van de spe- cifieke preferentiële regelingen voor het goederenverkeer die ofwel zijn vastgelegd in grensovereenkomsten die eerder zijn gesloten tussen een of meer lidstaten en de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië en die zijn overgenomen door Kroatië, ofwel voortvloeien uit de in titel III gespecificeerde bilaterale overeenkomsten die door Kroatië zijn gesloten ter bevordering van de regionale handel.
3. De partijen plegen in de Stabilisatie- en Associatieraad overleg over de in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun respectieve han- delspolitiek ten aanzien van derde landen. Een dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Gemeen- schap, teneinde de wederzijdse belangen van de Gemeenschap en Kroa- tië, als omschreven in deze overeenkomst, in aanmerking te kunnen nemen.
Artikel 37
Dumping
1. Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping in de zin van artikel VI van de GATT 1994 plaats- vindt, kan zij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de overeenkomst betreffende de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 en haar eigen wetgeving terzake.
2. Bij toepassing van lid 1 van dit artikel wordt de Stabilisatie- en Associatieraad van de dumping in kennis gesteld zodra de autoriteiten van de invoerende partij een onderzoek hebben geopend. Indien binnen 30 dagen nadat de zaak aan de Stabilisatie- en Associatieraad is voor- gelegd de dumping in de zin van artikel VI van de GATT niet is beëin- digd en geen andere bevredigende oplossing is gevonden, kan de invoer- ende partij passende maatregelen nemen.
Artikel 38
Algemene vrijwaringsclausule
1. Indien een product van een der partijen wordt ingevoerd op het grondgebied van de andere partij in dusdanig toegenomen hoeveelheden en onder zulke omstandigheden dat:
– ernstige moeilijkheden worden veroorzaakt of dreigen te worden veroorzaakt voor binnenlandse producenten van soortgelijke of recht- streeks concurrerende producten op het grondgebied van de invoerende partij; of
– ernstige verstoringen worden veroorzaakt of dreigen te worden ver-
oorzaakt in een of meer sectoren van de economie, of moeilijkheden die tot een ernstige verslechtering kunnen leiden van de economische situa- tie in een regio van de invoerende partij,
kan de invoerende partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel.
2. De Gemeenschap en Kroatië passen vrijwaringsmaatregelen onder- ling uitsluitend toe in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst. Deze maatregelen mogen niet verder strekken dan het- geen noodzakelijk is om een oplossing te vinden voor de gerezen moei- lijkheden, en bestaan normaliter uit de opschorting van de verdere ver- laging van een heffing of recht krachtens deze overeenkomst voor het betrokken product of een verhoging daarvan voor dat product. Derge- lijke maatregelen omvatten duidelijke voorzieningen waardoor zij gelei- delijk worden opgeheven en uiterlijk aan het einde van de vastgestelde termijn zijn afgeschaft. Deze termijn mag niet meer dan een jaar bedra- gen. In zeer uitzonderlijke omstandigheden mogen maatregelen worden genomen voor een totale maximumtermijn van drie jaar. Ten aanzien van de invoer van een product waartegen reeds eerder vrijwaringsmaatregelen werden genomen, worden gedurende een periode van minstens drie jaar na het verstrijken van deze maatregelen geen nieuwe vrijwarings- maatregelen genomen.
3. In de in dit artikel genoemde gevallen verstrekt de Gemeenschap respectievelijk Kroatië, vóór de daarin bedoelde maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarop het bepaalde in lid 4, onder b), van dit artikel van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de Stabilisatie- en Associatieraad alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
4. Voor de tenuitvoerlegging van het bovenstaande gelden de vol- gende bepalingen:
a. De moeilijkheden die voortvloeien uit de in dit artikel bedoelde situatie worden ter bespreking voorgelegd aan de Stabilisatie- en Associatieraad, die alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een oplossing te vinden voor deze moeilijkheden.
Indien binnen 30 dagen nadat de kwestie aan de Stabilisatie- en Associatieraad is voorgelegd, deze raad of de exporterende partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden en geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden, kan de invoerende partij passende maatregelen nemen om het probleem in overeenstem- ming met dit artikel op te lossen. Bij de keuze van deze vrijwarings- maatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst versto- ren.
b. Wanneer voorafgaande kennisgeving of onderzoek, al naar gelang van het geval, onmogelijk is als gevolg van uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen, kan de betrok-
ken partij in de in dit artikel vermelde omstandigheden onmiddellijk de nodige voorzorgsmaatregelen nemen, waarvan zij de andere partij on- middellijk in kennis stelt.
5. De vrijwaringsmaatregelen worden de Stabilisatie- en Associatie- raad onmiddellijk ter kennis gebracht en worden in deze raad op gezette tijden aan een onderzoek onderworpen, in het bijzonder om een tijd- schema vast te stellen voor de afschaffing ervan, zodra de omstandighe- den dat mogelijk maken.
6. Indien de Gemeenschap of Kroatië de invoer van producten die zouden kunnen leiden tot de in dit artikel bedoelde moeilijkheden aan een administratieve procedure onderwerpt die ten doel heeft snel infor- matie te verschaffen over de ontwikkeling van de handelsstromen, stelt de betrokken partij de andere partij daarvan in kennis.
Artikel 39
Tekortclausule
1. Wanneer naleving van de bepalingen van deze titel leidt tot:
a. een ernstig tekort of gevaar voor een ernstig tekort aan levensmid- delen of andere producten die voor de exporterende partij van wezenlijk belang zijn; of
b. wederuitvoer naar een derde land van een product waarop de exporterende partij kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen of heffingen van gelijke werking toepast, en de bovenge- noemde situaties aanleiding geven of vermoedelijk aanleiding zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij,
kan die partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voor- waarden en procedures van dit artikel.
2. Bij de keuze van maatregelen wordt voorrang gegeven aan maat- regelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde rege- lingen het minst verstoren. Dergelijke maatregelen mogen niet worden toegepast op een wijze die in gelijke omstandigheden willekeurige of onrechtvaardige discriminatie of een verkapte beperking van het han- delsverkeer zou inhouden, en worden opgeheven zodra de omstandighe- den verdere handhaving niet meer rechtvaardigen.
3. De Gemeenschap of Kroatië verstrekt, alvorens de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen te nemen, of in de gevallen waarin lid 4 van dit artikel van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de Stabilisatie- en Associatieraad alle relevante informatie om de raad in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing voor het probleem te vinden. De partijen kunnen in de Stabilisatie- en Associatieraad besluiten tot elke maatregel die een einde maakt aan de moeilijkheden. Indien dertig dagen nadat de zaak aan het Stabilisatie- en Associatieraad is voorgelegd geen overeenstemming is bereikt, kan de exporterende partij uit hoofde van dit artikel maatregelen toepassen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken product.
4. Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddel- lijk maatregelen vereisen voorafgaande informatie of voorafgaand on- derzoek, al naar gelang van het geval, onmogelijk maken, kan de Gemeenschap of Kroatië om het probleem op te lossen onmiddellijk voorzorgsmaatregelen nemen, waarvan de andere partij onmiddellijk in kennis wordt gesteld.
5. Alle krachtens dit artikel genomen maatregelen worden de Stabilisatie- en Associatieraad onmiddellijk ter kennis gebracht en wor- den in die raad op gezette tijden aan een onderzoek onderworpen, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing ervan zodra de omstandigheden dat toelaten.
Artikel 40
Staatsmonopolies
Kroatië past alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, zodanig dat uiterlijk aan het einde van het vierde jaar volgende op de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen discriminatie tussen onderdanen van de lidstaten en van Kroatië bestaat ten aanzien van de omstandigheden waaronder goederen worden verworven en op de markt gebracht. De Stabilisatie- en Associatieraad wordt in kennis gesteld van de maatregelen die daartoe worden genomen.
Artikel 41
In Protocol nr. 4 zijn de oorsprongsregels voor de toepassing van de in deze overeenkomst vastgestelde tariefpreferenties neergelegd.
Artikel 42
Toegestane beperkingen
Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor verbodsbepalingen of beperkingen ten aanzien van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaar- digd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde of de openbare veiligheid; de bescherming van de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten; de bescher- ming van het nationale artistieke, historische en archeologische erfgoed, of de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, of regels betreffende goud en zilver. Deze verboden of beper- kingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.
Artikel 43
De partijen werken samen om het risico van fraude bij de toepassing van de handelsbepalingen van deze overeenkomst te verkleinen.
Onverminderd andere bepalingen van deze overeenkomst, met name
de artikelen 31, 38 en 89 en Protocol nr. 4, geldt dat, indien een van de partijen oordeelt dat er voldoende bewijs is van fraude, zoals een signi- ficante toename van de handel in producten van de ene naar de andere partij boven het niveau dat in overeenstemming is met de economische omstandigheden, zoals de normale productie en exportcapaciteit, of het niet verlenen door de andere partij van de administratieve medewerking die vereist is voor de verificatie van het bewijs van oorsprong, de par- tijen onverwijld overleg voeren om een passende oplossing te vinden. In afwachting van deze oplossing kan de betrokken partij de passende maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht. Bij de keuze van deze maatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst versto- ren.
Artikel 44
De toepassing van deze overeenkomst laat de toepassing van de bepa- lingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden onverlet.
TITEL V
VERKEER VAN WERKNEMERS, VESTIGING, VERRICHTEN VAN DIENSTEN, KAPITAAL
verkeer van werknemers
HOOFDSTUK I
Artikel 45
1. Met inachtneming van de in elke lidstaat geldende voorwaarden en modaliteiten:
– is de behandeling van werknemers die onderdaan van Kroatië zijn en die legaal op het grondgebied van een lidstaat werkzaam zijn, wat betreft arbeidsvoorwaarden, beloning en ontslag vrij van elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit ten opzichte van de nationale onderdanen;
– hebben de legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende echtgenoot en kinderen van een legaal op het grondgebied van een lid- staat werkzame werknemer, met uitzondering van seizoenwerknemers en werknemers die onder bilaterale overeenkomsten in de zin van artikel 46 vallen, tenzij in dergelijke overeenkomsten anders is bepaald, gedurende de periode dat het verblijf van die werknemer voor arbeidsdoeleinden is toegestaan, toegang tot de arbeidsmarkt van die lidstaat.
2. Kroatië verleent, volgens de in dat land geldende voorwaarden en modaliteiten, aan werknemers die onderdaan zijn van een lidstaat en die legaal op zijn grondgebied werkzaam zijn, alsmede aan hun echtgenoot en kinderen die daar legaal verblijven, de in lid 1 vermelde behandeling.
Artikel 46
1. Rekening houdend met de arbeidsmarktsituatie in de lidstaten, hun wetgeving en de voorschriften die in de lidstaat gelden op het gebied van de mobiliteit van werknemers:
– dienen de door de lidstaten in het kader van bilaterale overeenkom- sten verleende werkgelegenheidsmogelijkheden voor Kroatische werk- nemers behouden te blijven en zo mogelijk te worden verbeterd;
– dienen de overige lidstaten de mogelijkheid van het sluiten van soortgelijke overeenkomsten te overwegen.
2. De Stabilisatie- en Associatieraad onderzoekt of andere verbeterin- gen, zoals toegang tot beroepsopleidingen, overeenkomstig de in de lid- staten geldende regels en procedures en met inachtneming van de arbeidsmarktsituatie in de lidstaten en de Gemeenschap, kunnen worden toegekend.
Artikel 47
1. Er worden regels vastgesteld voor de coördinatie van de sociale- zekerheidsstelsels die van toepassing zijn op legaal op het grondgebied van een lidstaat werkzame werknemers die onderdaan van Kroatië zijn en hun legaal daar verblijvende gezinsleden. Hiertoe worden bij een besluit van de Stabilisatie- en Associatieraad, dat alle rechten en ver- plichtingen uit hoofde van bilaterale overeenkomsten onverlet laat in- dien deze in een gunstigere behandeling voorzien, de volgende bepalin- gen ingevoerd:
– alle door dergelijke werknemers in de verschillende lidstaten ver- vulde verzekerings-, arbeids- of verblijfsperioden worden bijeengeteld met het oog op pensioenen en renten uit hoofde van ouderdom, invali- diteit of overlijden, alsmede met het oog op de medische zorg voor deze werknemers en hun gezinsleden;
– alle pensioenen of renten uit hoofde van ouderdom, overlijden, arbeidsongeval of beroepsziekte dan wel wegens de daaruit voort- vloeiende invaliditeit, met uitzondering van uitkeringen waarvoor geen premie is betaald, kunnen vrij worden overgemaakt tegen de koers die krachtens de wetgeving van de debiteurenlidstaat of -lidstaten wordt toe- gepast;
– de betrokken werknemers ontvangen gezinstoelagen voor hun ge- zinsleden als hierboven omschreven.
2. Kroatië kent aan legaal op zijn grondgebied werkzame werknemers die onderdaan van een lidstaat zijn en aan hun legaal op het grondgebied van Kroatië verblijvende gezinsleden een soortgelijke behandeling toe als die welke in het tweede en derde streepje van lid 1 is omschreven.
HOOFDSTUK II VESTIGING
Artikel 48
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. ,,vennootschap uit de Gemeenschap’’ respectievelijk ,,Kroatische vennootschap’’: een volgens het recht van een lidstaat respectievelijk Kroatië opgerichte vennootschap die haar statutaire zetel, centrale admi- nistratie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van de Gemeenschap respectievelijk Kroatië heeft.
Indien een volgens het recht van de Gemeenschap respectievelijk Kroatië opgerichte vennootschap uitsluitend haar statutaire zetel op het grondgebied van de Gemeenschap respectievelijk Kroatië heeft, wordt deze vennootschap als vennootschap uit de Gemeenschap respectievelijk Kroatische vennootschap beschouwd, indien uit haar transacties een werkelijke en permanente band met de economie van een van de lidsta- ten respectievelijk van Kroatië blijkt;
b. ,,dochteronderneming’’ van een vennootschap: een vennootschap die daadwerkelijk door de eerste vennootschap wordt bestuurd;
c. ,,filiaal van een vennootschap’’: een handelszaak zonder rechtsper- soonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een agent- schap van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voorzieningen beschikt om zaken te doen met derden, zodanig dat laatstgenoemden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat er indien nodig een rechtsverhouding is met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor zich in het buitenland bevindt, geen recht- streeks contact behoeven te hebben met deze moedermaatschappij, maar hun transacties kunnen afhandelen met de handelszaak die het agent- schap vormt;
d. ,,vestiging’’:
i. voor onderdanen: het recht op toegang tot economische activitei- ten anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan, alsmede het recht ondernemingen, met name vennootschappen, op te rich- ten en daadwerkelijk te besturen. De toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de oprichting en het beheer van ondernemingen door onderdanen strekt zich niet uit tot het zoe- ken naar of het aannemen van werk op de arbeidsmarkt van een andere partij. Het bepaalde in dit hoofdstuk is niet van toepassing op degenen die niet uitsluitend zelfstandig zijn;
ii. voor vennootschappen uit de Gemeenschap respectievelijk Kroa- tische vennootschappen: het recht op toegang tot en uitoefening van economische activiteiten door middel van de oprichting van dochterondernemingen, filialen in Kroatië respectievelijk de Ge- meenschap;
e. ,,werkzaamheden’’: het verrichten van economische activiteiten;
f. ,,economische activiteiten’’: in beginsel activiteiten met een indus- trieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen, alsmede activiteiten van ambachtslieden;
g. ,,onderdaan van de Gemeenschap’’ respectievelijk ,,Kroatische onderdaan’’: een natuurlijke persoon die een onderdaan is van een lid- staat respectievelijk van Kroatië;
h. wat het internationale vervoer over zee betreft, met inbegrip van het intermodale vervoer dat ten dele over zee plaatsvindt, zijn de bepa- lingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III van deze titel eveneens van toepassing op buiten de Gemeenschap respectievelijk Kroatië geves- tigde onderdanen van de Gemeenschap respectievelijk Kroatische onder- danen, en op buiten de Gemeenschap respectievelijk Kroatië gevestigde scheepvaartondernemingen die worden bestuurd door onderdanen van een lidstaat respectievelijk Kroatië, indien hun vaartuigen in die lidstaat respectievelijk in Kroatië in overeenstemming met de desbetreffende wetgeving zijn ingeschreven;
i. ,,financiële diensten’’: de in bijlage VI omschreven activiteiten. De Stabilisatie- en Associatieraad kan de werkingssfeer van die bijlage uitbreiden of wijzigen.
Artikel 49
1. Kroatië vereenvoudigt het op zijn grondgebied opzetten van werk- zaamheden door vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap. Kroatië verleent vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst:
i. voor de vestiging van vennootschappen uit de Gemeenschap een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die het ver- leent aan de eigen vennootschappen, of de behandeling die het verleent aan vennootschappen uit derde landen, indien deze be- handeling gunstiger is;
ii. voor de werkzaamheden van in Kroatië gevestigde dochteronder- nemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die wordt verleend aan de eigen vennootschappen en filialen, of de behandeling die wordt verleend aan de dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit derde landen, indien deze behan- deling gunstiger is.
2. De partijen voeren geen nieuwe wettelijke regelingen of maatrege- len in die de ten aanzien van de vestiging van vennootschappen uit de Gemeenschap of Kroatische vennootschappen op hun grondgebied of de werkzaamheden van op hun grondgebied gevestigde vennootschappen uit de Gemeenschap of Kroatische vennootschappen discriminerende bepalingen toepassen ten opzichte van de eigen vennootschappen.
3. De Gemeenschap en haar lidstaten verlenen vanaf de inwerking- treding van de overeenkomst:
i. voor de vestiging van Kroatische vennootschappen een niet min-
der gunstige behandeling dan de behandeling die de lidstaten ver- lenen aan eigen vennootschappen, of de behandeling die zij ver- lenen aan vennootschappen uit derde landen, indien deze behandeling gunstiger is;
ii. voor de werkzaamheden van op hun grondgebied gevestigde doch- terondernemingen en filialen van Kroatische vennootschappen een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die de lidstaten verlenen aan hun eigen vennootschappen en filialen, of de behandeling die zij verlenen aan op hun grondgebied geves- tigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit derde landen, indien deze behandeling gunstiger is.
4. Vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de Stabilisatie- en Associatieraad de modaliteiten vast voor de uitbreiding van bovenstaande bepalingen tot de vestiging van onderdanen van beide partijen bij de overeenkomst die economische activiteiten als zelfstan- dige wensen uit te oefenen.
5. Onverminderd het bepaalde in dit artikel geldt het volgende:
a. dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap hebben vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst het recht om in Kroatië onroerend goed te huren en te gebruiken;
b. dochterondernemingen van vennootschappen uit de Gemeenschap hebben hetzelfde recht om eigendomsrechten op onroerend goed te ver- werven en te genieten als Kroatische vennootschappen en, wat betreft openbare goederen en goederen van algemeen belang, dezelfde rechten als Kroatische vennootschappen, wanneer zulks noodzakelijk is voor de uitoefening van de economische activiteiten waarvoor zij zich gevestigd hebben; deze bepaling is niet van toepassing op natuurlijke hulpbronnen, landbouwgrond, bossen en bosbouwgrond. Vier jaar na de inwerkintre- ding van de overeenkomst stelt de Associatie- en Stabilisatieraad de modaliteiten vast voor de uitbreiding van de rechten waarin dit lid voor- ziet tot de uitgesloten sectoren.
c. Vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst onder- zoekt de Stabilisatie- en Associatieraad de mogelijkheid de onder b) genoemde rechten, met inbegrip van rechten met betrekking tot de uit- gesloten sectoren, uit te breiden tot filialen van vennootschappen uit de Gemeenschap.
Artikel 50
1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 49 en uitgezonderd de in bijlage VI beschreven financiële diensten kan elke partij de vesti- ging van en de werkzaamheden van vennootschappen en onderdanen op haar grondgebied regelen, voor zover deze regelingen vennootschappen en onderdanen van de andere partij niet discrimineren ten opzichte van de eigen vennootschappen en onderdanen.
2. Ten aanzien van financiële diensten vormt geen van de bepalingen van deze overeenkomst voor een partij een beletsel om prudentiële maat- regelen te treffen, zoals om investeerders, depositohouders, verzeke- ringsnemers of personen jegens wie een fiduciaire verplichting is aange- gaan te beschermen of om de integriteit en stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. Dergelijke maatregelen mogen door een partij niet worden aangewend om zich aan de uit de overeenkomst voort- vloeiende verplichtingen te onttrekken.
3. Geen der bepalingen van deze overeenkomst wordt op zodanige wijze geïnterpreteerd dat zij een partij verplicht tot het verstrekken van informatie betreffende de zaken en de boekhouding van individuele cliënten, dan wel vertrouwelijke of geoctrooieerde informatie die in het bezit is van overheidsinstanties.
Artikel 51
1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het luchtverkeer, de binnenvaart en cabotage in het zeevervoer.
2. De Stabilisatie- en Associatieraad kan aanbevelingen doen voor verbetering van de voorwaarden voor vestiging en het uitoefenen van werkzaamheden op de in lid 1 vermelde gebieden.
Artikel 52
1. Het bepaalde in de artikelen 49 en 50 vormt geen beletsel voor de toepassing door een partij, met betrekking tot de vestiging en werkzaam- heden op haar grondgebied van filialen van vennootschappen van een andere partij die op het grondgebied van de eerste partij geen rechtsper- soonlijkheid bezitten, van bijzondere regels die gerechtvaardigd zijn op grond van juridische of technische verschillen tussen bedoelde filialen en filialen van vennootschappen die op het grondgebied van de eerste par- tij rechtspersoonlijkheid bezitten, of, waar het financiële diensten betreft, om prudentiële redenen.
2. Het verschil in behandeling mag niet meer inhouden dan wat strikt noodzakelijk is op grond van deze juridische of technische verschillen of, waar het financiële diensten betreft, om deze prudentiële redenen.
Artikel 53
Teneinde de toegang tot en de uitoefening van gereglementeerde acti- viteiten in het kader van vrije beroepen in Kroatië respectievelijk de Gemeenschap voor onderdanen van de Gemeenschap respectievelijk Kroatische onderdanen te vergemakkelijken, onderzoekt de Stabilisatie- en Associatieraad welke maatregelen moeten worden getroffen met het oog op de onderlinge erkenning van diploma’s. De raad kan daartoe alle noodzakelijke maatregelen nemen.
Artikel 54
1. Een op het grondgebied van Kroatië respectievelijk de Gemeen- schap gevestigde vennootschap uit de Gemeenschap respectievelijk Kroatische vennootschap heeft het recht, met inachtneming van de wet- geving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van Kroatië respectievelijk de Gemeenschap werknemers die onderdaan zijn van een lidstaat van de Gemeenschap respectievelijk van Kroatië in dienst te nemen of deze door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, indien dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 van dit artikel bekleden en zij uitsluitend een dienstver- band hebben met vennootschappen, dochterondernemingen of filialen. De geldigheidsduur van de verblijfs- en werkvergunningen van deze werknemers is beperkt tot de periode waarin zij als zodanig werkzaam zijn.
2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van bovenge- noemde vennootschappen, hierna ,,organisaties’’ genoemd, zijn ,,binnen de organisatie overgeplaatste personen’’ als omschreven onder c) van dit lid, van de hierna volgende categorieën, met dien verstande dat de orga- nisatie een rechtspersoon moet zijn en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeelhou- ders met een meerderheidsbelang) waren:
a. personen met een hogere leidinggevende functie binnen een orga- nisatie die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het management van de vestiging, onder het algemene toezicht en de leiding van met name de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkge- stelde personen; deze personen:
– geven leiding aan een afdeling of onderafdeling van de vestiging;
– houden toezicht op en controleren de werkzaamheden van andere toezichthoudende, gespecialiseerde of leidinggevende werknemers;
– zijn persoonlijk bevoegd werknemers in dienst te nemen en te ont- slaan, of indienstneming of ontslag van werknemers of andere maatre- gelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;
b. binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over buitengewone kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverle- ning van de vestiging, de onderzoeksuitrusting, de technische werk- zaamheden of het management. Afgezien van de voor het functioneren van de betrokken vestiging vereiste specifieke kennis, kan deze kennis bestaan in de bekwaamheid bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke technische vaar- digheden vereist zijn, evenals, in voorkomend geval, het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep;
c. een ,,binnen de organisatie overgeplaatste persoon’’ is een natuur- lijke persoon die voor een organisatie op het grondgebied van een partij werkzaam is en die tijdelijk wordt overgeplaatst in het kader van econo- mische activiteiten op het grondgebied van de andere partij. De betrok-
ken organisatie dient haar belangrijkste handelsactiviteit op het grond- gebied van een partij te hebben en de overplaatsing dient te geschieden naar een vestiging (dochteronderneming of filiaal) van deze organisatie die op het grondgebied van de andere partij daadwerkelijk soortgelijke economische activiteiten uitoefent.
3. Toegang tot het grondgebied van de Gemeenschap respectievelijk Kroatië van Kroatische onderdanen respectievelijk onderdanen van de Gemeenschap, wordt verleend en tijdelijk verblijf is toegestaan voor ver- tegenwoordigers van vennootschappen met een hogere leidinggevende functie als gedefinieerd in lid 2, onder a), binnen een vennootschap, die belast zijn met het opzetten van een dochteronderneming of filiaal in de Gemeenschap van een Kroatische vennootschap, respectievelijk een dochteronderneming of filiaal in Kroatië van een vennootschap uit de Gemeenschap, mits:
– deze vertegenwoordigers zich niet bezig houden met rechtstreekse verkoop of dienstverlening, en
– de vennootschap haar belangrijkste handelsactiviteit buiten de Ge- meenschap respectievelijk Kroatië heeft, en geen andere vertegenwoor- digers, kantoren, filialen of dochterondernemingen in de betrokken lid- staat van de Gemeenschap respectievelijk Kroatië heeft.
Artikel 55
Kroatië kan in de eerste vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst ten aanzien van de vestiging van vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap maatregelen invoeren die van de bepa- lingen van dit hoofdstuk afwijken, indien bepaalde industrieën:
– herstructureringen ondergaan of met grote moeilijkheden te kampen hebben, vooral wanneer deze ernstige sociale gevolgen in Kroatië heb- ben, of
– geconfronteerd worden met verdwijning of drastische vermindering van het totale marktaandeel dat Kroatische vennootschappen of onder- danen in een gegeven sector of bedrijfstak in Kroatië hebben, of
– voor Kroatië nieuwe industrieën zijn. Dergelijke maatregelen:
i. zijn van toepassing tot uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst;
ii. zijn redelijk en noodzakelijk voor het oplossen van de situatie, en
iii. mogen niet tot discriminatie leiden met betrekking tot de activi- teiten van vennootschappen of onderdanen van de Gemeenschap die bij de invoering van een gegeven maatregel reeds in Kroatië zijn gevestigd ten opzichte van Kroatische vennootschappen of onderdanen.
Bij het ontwerpen en uitvoeren van dergelijke maatregelen verleent Kroatië, wanneer zulks mogelijk is, een voorkeursbehandeling aan ven- nootschappen en onderdanen van de Gemeenschap en in geen geval een behandeling die minder gunstig is dan de behandeling die aan vennoot-
schappen of onderdanen uit een derde land wordt verleend. Kroatië raad- pleegt de Associatieraad vóór de invoering van deze maatregelen en legt deze niet eerder ten uitvoer dan één maand na de kennisgeving aan de Associatieraad van de concrete door Kroatië in te voeren maatregelen, behalve wanneer de dreiging van onherstelbare schade spoedeisende maatregelen vereist, in welk geval Kroatië de Associatieraad onmiddel- lijk na de invoering hiervan raadpleegt.
Na het verstrijken van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst mogen dergelijke maatregelen door Kroatië uitsluitend met toestemming van de Stabilisatie- en Associatieraad en onder door deze raad vastgestelde voorwaarden worden ingevoerd of gehandhaafd.
HOOFDSTUK III VERLENEN VAN DIENSTEN
Artikel 56
1. De partijen verbinden zich ertoe overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen de nodige stappen te ondernemen om geleidelijk het verrich- ten van diensten mogelijk te maken door vennootschappen en onderda- nen van de Gemeenschap en Kroatische vennootschappen en onderda- nen die zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht.
2. Naarmate de in lid 1 bedoelde liberalisering tot stand komt, staan de partijen de tijdelijke verplaatsing toe van natuurlijke personen die de dienst verlenen of als werknemer voor de dienstverlener een sleutelpo- sitie bekleden als omschreven in artikel 54, met inbegrip van natuurlijke personen die vertegenwoordigers zijn van een vennootschap of onder- daan van de Gemeenschap of Kroatië en die tijdelijk toegang wensen te krijgen voor onderhandelingen over de verkoop van diensten of voor het aangaan van overeenkomsten over de verkoop van diensten namens de dienstverlener, voor zover deze vertegenwoordigers niet zelf betrokken zijn bij de openbare directe verkoop of bij de eigenlijke dienstverlening.
3. Vanaf vier jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst neemt de Stabilisatie- en Associatieraad de maatregelen die vereist zijn voor de geleidelijke tenuitvoerlegging van de bepalingen van lid 1. Hierbij wordt rekening gehouden met de vorderingen die de partijen maken bij de onderlinge aanpassing van hun wetgeving.
Artikel 57
1. De partijen treffen geen maatregelen en ondernemen geen acties die de voorwaarden voor het verrichten van diensten door vennootschap- pen of onderdanen van de Gemeenschap of Kroatische vennootschappen of onderdanen die gevestigd zijn op het grondgebied van een andere par-
tij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht aanmer- kelijk restrictiever maken ten opzichte van de situatie op de dag vooraf- gaande aan de inwerkingtreding van de overeenkomst.
2. Indien een partij van mening is dat maatregelen die door de andere partij na de inwerkingtreding van de overeenkomst zijn genomen, tot een situatie leiden die ten aanzien van het verrichten van diensten aanmer- kelijk restrictiever is dan op de datum van inwerkingtreding van de over- eenkomst, kan eerstgenoemde partij de andere partij om overleg verzoe- ken.
Artikel 58
Ten aanzien van vervoersdiensten tussen de Gemeenschap en Kroatië zijn de volgende bepalingen van toepassing:
1. Wat het vervoer over land betreft stelt Protocol nr. 6 de regels vast die van toepassing zijn op de betrekkingen tussen de partijen teneinde te voorzien in, met name, onbeperkt transitoverkeer over de weg door Kroatië en de gehele Gemeenschap, de effectieve toepassing van het ver- bod op discriminatie en de geleidelijke harmonisatie van de Kroatische vervoerswetgeving met die van de Gemeenschap.
2. De partijen verbinden zich tot daadwerkelijke toepassing van het beginsel van onbeperkte toegang tot de internationale maritieme markt en het internationaal maritiem vervoer op commerciële basis.
a. Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en ver- plichtingen in het kader van de gedragscode van de Verenigde Naties voor lijnvaartconferences welke voor de ene of de andere partij bij deze overeenkomst van toepassing zijn. Niet bij conferences aangesloten maatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden.
b. De partijen bevestigen dat zij vrije concurrentie beschouwen als een essentiële vereiste voor het handelsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen.
3. De partijen verbinden zich ertoe bij de toepassing van de beginse- len van lid 2:
a. in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen geen bepalingen op te nemen inzake vrachtverdeling, tenzij in die uitzonder- lijke gevallen waarin de lijnvaartmaatschappijen van de ene of de andere partij bij deze overeenkomst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het vervoer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;
b. het opnemen van vrachtverdelingsregelingen in toekomstige bila- terale overeenkomsten betreffende het vervoer van droge en vloeibare bulkladingen te verbieden;
c. bij de inwerkingtreding van de overeenkomst alle eenzijdige maat- regelen en administratieve, technische en andere belemmeringen op te heffen die een beperkende of discriminerende invloed kunnen hebben op het vrij verrichten van diensten in het internationaal maritiem vervoer.
d. Elke partij verleent aan door onderdanen en vennootschappen van de andere partij geëxploiteerde schepen onder meer geen minder gun- stige behandeling dan die welke zij aan haar eigen schepen verleent, ten aanzien van de toegang tot havens die opengesteld zijn voor de interna- tionale handel, het gebruik van de infrastructuur en van de maritieme hulpdiensten van deze havens, alsmede de daarmee verband houdende vergoedingen en kosten, de douanefaciliteiten en de toewijzing van aan- legplaatsen en installaties voor het laden en lossen.
4. Met het oog op gecoördineerde ontwikkeling en geleidelijke libe- ralisering van het vervoer tussen de partijen in overeenstemming met hun respectieve handelsbehoeften zullen de voorwaarden betreffende de wederzijdse toegang tot elkaars markten voor het luchtvervoer worden vastgelegd in een speciale overeenkomst, waarover tussen de partijen na de inwerkingtreding van onderhavige overeenkomst zal worden onder- handeld.
5. Voor de in lid 4 bedoelde overeenkomst is gesloten nemen de par- tijen geen maatregelen die verdergaande beperkingen of discriminatie inhouden ten opzichte van de situatie vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst.
6. Kroatië past zijn wetgeving, met inbegrip van zijn administratieve, technische en andere voorschriften, geleidelijk aan aan de communautaire wetgeving op het gebied van het vervoer door de lucht en over land zoals die op enig ogenblik van kracht is, voor zover dit dienstig is voor de liberalisering en wederzijdse toegang tot de markten van de partijen, en het verkeer van reizigers en goederen vergemakkelijkt.
7. De Stabilisatie- en Associatieraad onderzoekt, met inachtneming van de stand van zaken betreffende de gezamenlijke verwezenlijking van de doelstellingen van dit hoofdstuk, hoe de noodzakelijke voorwaarden voor het vergroten van de vrijheid van dienstlening in het vervoer door de lucht en over land tot stand kunnen worden gebracht.
HOOFDSTUK IV BETALINGS- EN KAPITAALVERKEER
Artikel 59
De partijen verbinden zich ertoe, overeenkomstig artikel VIII van de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds, machtiging te verlenen tot alle betalingen en overboekingen in vrij convertibele valuta op de lopende rekening van de betalingsbalans tussen de Gemeenschap en Kroatië.
Artikel 60
1. Met betrekking tot verrichtingen op de kapitaalrekening en de financiële rekening van de betalingsbalans waarborgen de partijen vanaf
de inwerkingtreding van de overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in ondernemingen die volgens het recht van het gastland zijn opgericht, en investeringen in overeen- stemming met hoofdstuk II van titel V, alsmede de liquidatie en repa- triëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.
2. Met betrekking tot verrichtingen op de kapitaalrekening van de betalingsbalans waarborgen de partijen het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot kredieten die verband houden met handelstransacties of het verrichten van diensten waarbij een ingezetene van een der par- tijen betrokken is, alsmede met financiële leningen en kredieten met een looptijd van meer dan een jaar.
Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst staat Kroatië, door volledige en snelle gebruikmaking van zijn bestaande procedures, de verwerving van onroerend goed door onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie toe, met uitzondering van de gebieden en aangelegen- heden vermeld in bijlage VII. Gedurende de vier jaar na de inwerking- treding van deze overeenkomst past Kroatië zijn wetgeving inzake de verwerving van onroerend goed door onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie geleidelijk aan, zodat deze dezelfde behandeling genieten als Kroatische onderdanen. Aan het einde van het vierde jaar na de inwerkintreding van de overeenkomst stelt de Associatie- en Stabilisatieraad de modaliteiten vast voor de uitbreiding van deze rech- ten tot de in bijlage VII vermelde gebieden en aangelegenheden.
De partijen waarborgen voorts vanaf het vierde jaar na de inwerking- treding van deze overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal in verband met beleggingen en financiële leningen en kredieten met een looptijd van minder dan een jaar.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stellen de partijen geen nieuwe beperkingen in op het kapitaalverkeer en de lopende betalingen tussen ingezetenen van de Gemeenschap en van Kroatië, en brengen zij in de bestaande regelingen geen verdere restricties aan.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 59 en in dit artikel mogen de Gemeenschap en Kroatië in uitzonderlijke gevallen, wanneer het kapitaal- verkeer tussen de Gemeenschap en Kroatië ernstige moeilijkheden ver- oorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de werking van het wisselkoers- beleid of het monetaire beleid in de Gemeenschap of Kroatië, vrijwaringsmaatregelen nemen ten aanzien van het kapitaalverkeer tus- sen de Gemeenschap en Kroatië voor een periode van ten hoogste zes maanden, indien dergelijke maatregelen absoluut noodzakelijk zijn.
5. Geen van bovenstaande bepalingen mag worden uitgelegd als een beperking van het recht van de economische subjecten van de partijen op een gunstiger behandeling, waarin kan zijn voorzien in bestaande bilaterale of multilaterale overeenkomsten waarbij de partijen bij deze overeenkomst betrokken zijn.
6. De partijen plegen overleg teneinde het kapitaalverkeer tussen de Gemeenschap en Kroatië te vergemakkelijken met het oog op de verwe- zenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst.
Artikel 61
1. Gedurende de vier jaren volgend op de inwerkingtreding van de overeenkomst nemen de partijen maatregelen om de voorwaarden tot stand te brengen voor verdere geleidelijke toepassing van de com- munautaire regelgeving betreffende het vrije verkeer van kapitaal.
2. Aan het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst gaat de Stabilisatie- en Associatieraad na op welke wijze de communautaire regelgeving betreffende het kapitaalverkeer volledig kan worden toegepast.
HOOFDSTUK V ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 62
1. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing behoudens beper- kingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.
2. Zij zijn niet van toepassing op activiteiten die op het grondgebied van een partij verband houden, ook indien slechts incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag.
Artikel 63
Voor de toepassing van deze titel belet geen van de bepalingen van deze overeenkomst de partijen hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, werkgelegenheid, arbeidsvoorwaarden, vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, mits zij dat niet op zodanige wijze doen dat de voor een partij uit een specifieke bepaling van de overeenkomst voortvloeiende voordelen te- niet gedaan of beperkt worden. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 62.
Artikel 64
Vennootschappen die gezamenlijk door Kroatische vennootschappen of onderdanen en vennootschappen of onderdanen van de Gemeenschap worden bestuurd en hun exclusieve eigendom zijn, vallen eveneens onder de bepalingen van deze titel.
Artikel 65
1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toegekende meest- begunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoorde- len waarin de partijen voorzien of in de toekomst zullen voorzien in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.
2. Niets in deze titel mag worden uitgelegd als een beletsel voor de vaststelling of tenuitvoerlegging door de partijen van maatregelen ter voorkoming van belastingontwijking of belastingontduiking overeen- komstig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen of de nationale fiscale wetgeving.
3. Niets in deze titel mag worden uitgelegd als een beletsel voor de lidstaten of voor Kroatië om bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onderscheid te maken tussen belas- tingplichtigen die zich niet in identieke situaties bevinden, in het bijzon- der met betrekking tot hun woonplaats.
Artikel 66
1. De partijen vermijden zoveel mogelijk het opleggen van beper- kende maatregelen om redenen verband houdende met de betalingsba- lans, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer. Indien dergelijke maatregelen worden genomen, verstrekt de partij die ze heeft genomen de andere partij zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing ervan.
2. Bij ernstige betalingsbalansproblemen in een of meer lidstaten res- pectievelijk Kroatië, of onmiddellijke dreiging van dergelijke proble- men, kan de Gemeenschap respectievelijk Kroatië in overeenstemming met de krachtens de WTO-overeenkomst bepaalde voorwaarden beper- kende maatregelen treffen, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer; deze maatregelen zijn van beperkte duur en mogen niet verder reiken dan wat noodzakelijk is om de situatie van de betalings- balans te herstellen. De Gemeenschap of Kroatië, al naar gelang van het geval, stelt de andere partij hiervan onverwijld in kennis.
3. De beperkende maatregelen mogen geen betrekking hebben op overmakingen in verband met investeringen, inzonderheid de repatrië- ring van geïnvesteerde of geherinvesteerde bedragen en van daaruit voortvloeiende inkomsten van ongeacht welke aard.
Artikel 67
De bepalingen van deze titel worden geleidelijk aangepast, met name in het licht van de eisen die voortvloeien uit artikel V van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS).
Artikel 68
De bepalingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan toepas- sing door elke partij van alle maatregelen die nodig zijn om te voorko- men dat de door haar getroffen maatregelen ten aanzien van toegang van derde landen tot haar markt worden ontdoken via de bepalingen van deze overeenkomst.
TITEL VI
HARMONISATIE VAN WETGEVING, RECHTSHANDHAVING EN MEDEDINGINGSREGELS
Artikel 69
1. De partijen erkennen het belang van de aanpassing van de be- staande wetgeving van Kroatië aan die van de Gemeenschap. Kroatië streeft ernaar zijn huidige en toekomstige wetgeving geleidelijk in over- eenstemming te brengen met het acquis van de Gemeenschap.
2. Deze aanpassing begint bij de inwerkingtreding van de overeen- komst en wordt in de loop van de periode die is vastgesteld in artikel 5 van deze overeenkomst geleidelijk uitgebreid tot alle in de overeenkomst genoemde onderdelen van het acquis van de Gemeenschap. In de eerste fase is de aanpassing met name gericht op fundamentele onderdelen van het acquis betreffende de interne markt en andere met de handel verband houdende terreinen, op basis van een door de Commissie van de Euro- pese Gemeenschappen en Kroatië overeen te komen programma. Kroa- tië stelt tevens, in overeenstemming met de Commissie van de Europese Gemeenschappen, de modaliteiten vast voor het toezicht op de tenuit- voerlegging van de aanpassing van de wetgeving en de te treffen rechts- handhavingsmaatregelen.
Artikel 70
Bepalingen betreffende mededinging en andere economische bepalin- gen
1. Onverenigbaar met de goede werking van de overeenkomst zijn, voorzover de handel tussen de Gemeenschap en Kroatië daardoor on- gunstig kan worden beïnvloed:
i. alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;
ii. misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Kroatië of op een wezenlijk deel daarvan;
iii. alle steunmaatregelen van de staten die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde goederen vervalsen of dreigen te vervalsen.
2. Alle handelwijzen die met dit artikel in strijd zijn, worden beoor- deeld aan de hand van de criteria die voortvloeien uit de toepassing van de mededingingsregels die van toepassing zijn in de Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 81, 82, 86 en 87 van het Verdrag tot oprich- ting van de Europese Gemeenschap en de besluiten die ter interpretatie hiervan door de instellingen van de Gemeenschap zijn vastgesteld.
3. De partijen zien erop toe dat een overheidsinstantie die onafhan- kelijk kan optreden wordt voorzien van de bevoegdheden die noodzake- lijk zijn voor de volledige toepassing van lid 1, onder i) en ii), van dit artikel ten aanzien van particuliere en overheidsondernemingen en on- dernemingen aan welke bijzondere rechten zijn verleend.
4. Binnen één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze over- eenkomst stelt Kroatië een overheidsinstantie in die onafhankelijk kan optreden en die wordt voorzien van de bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de volledige toepassing van lid 1, onder iii), van dit artikel. Deze instantie beschikt onder meer over de bevoegdheid toestemming te verlenen voor steunregelingen van de overheid, overeenkomstig lid 2 van dit artikel, alsmede de bevoegdheid terugbetaling van onwettig ver- leende overheidssteun te vorderen.
5. Elke partij draagt zorg voor transparantie ten aanzien van de overheidssteun, met name door de andere partij een jaarverslag of een gelijkwaardig rapport te doen toekomen, waarbij de methodologie en de presentatie worden gevolgd van het overzicht van de overheidssteun dat door de Gemeenschap wordt opgesteld. Op verzoek van een van de par- tijen verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.
6. Kroatië stelt een volledig overzicht op van de steunregelingen die vóór de oprichting van de instantie bedoeld in lid 4 zijn ingesteld, en past deze steunregelingen binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan volgens de criteria bedoeld in lid 2 van dit arti- kel.
7. a. Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1, onder iii), komen de partijen overeen dat tijdens de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst alle door Kroatië toegekende overheidssteun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Kroatië wordt beschouwd als een regio overeenkomend met de in artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde streken van de Gemeenschap.
b. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst ver- strekt Kroatië de Commissie van de Europese Gemeenschappen de BBP- cijfers per hoofd van de bevolking, geharmoniseerd op NUTS II-niveau.
De in lid 4 bedoelde instantie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen zullen dan gezamenlijk evalueren welke regio’s van Kroatië voor overheidssteun in aanmerking komen, alsmede hoeveel de maximale steun voor die regio’s mag bedragen, teneinde op basis van de desbetreffende communautaire richtsnoeren het regionale steunoverzicht op te stellen.
8. Met betrekking tot de producten vermeld in hoofdstuk II van titel IV:
– is het bepaalde in lid 1, onder iii), niet van toepassing;
– dienen alle praktijken die in strijd zijn met lid 1, onder i), te wor- den beoordeeld aan de hand van de criteria die door de Gemeenschap zijn vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en specifieke communautaire instrumenten die op deze basis zijn vastgesteld.
9. Indien een der partijen van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1 van dit artikel, kan zij passende maatregelen nemen na overleg in de Stabilisatie- en Associatieraad of na een termijn van 30 werkdagen volgende op het verzoek om dergelijk overleg.
Niets in dit artikel vormt een beletsel of een hindernis voor het nemen van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen door de partijen overeenkomstig de desbetreffende artikelen van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatre- gelen, of hun interne wetgeving op dit gebied.
Artikel 71
Intellectuele, industriële en commerciële eigendom
1. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en bijlage VIII bevestigen de partijen het belang dat zij hechten aan een adequate en efficiënte bescherming van intellectuele-, industriële en commerciële- eigendomsrechten.
2. Kroatië treft de nodige maatregelen om te garanderen dat uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de bescherming van de intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten op een niveau is dat overeenkomt met het niveau in de Gemeenschap, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten af te dwingen.
3. De Stabilisatie- en Associatieraad kan besluiten Kroatië te ver- plichten toe te treden tot specifieke multilaterale overeenkomsten op dit terrein.
4. Indien zich op het gebied van intellectuele, industriële en commer- ciële eigendom problemen voordoen die de handelsvoorwaarden ongun- stig beïnvloeden, dan worden zij, op verzoek van een der partijen, onver- wijld aan de Stabilisatie- en Associatieraad voorgelegd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.
Artikel 72
Overheidsopdrachten
1. De partijen beschouwen het openbaar maken van de aanbesteding van overheidsopdrachten op grond van non-discriminatie en wederkerig- heid, vooral in het kader van de WTO, als een na te streven doel.
2. Kroatische vennootschappen krijgen, ongeacht of zij in de Ge- meenschap zijn gevestigd, vanaf de inwerkingtreding van deze overeen- komst, toegang tot aanbestedingsprocedures in de Gemeenschap over- eenkomstig de daarvoor in de Gemeenschap geldende regelingen en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de aan vennootschappen van de Gemeenschap verleende behandeling.
Bovenstaande bepalingen zullen ook van toepassing zijn op contrac- ten in de nutssector, zodra Kroatië de wetgeving die de communautaire regels op dit terrein invoert, heeft vastgesteld. De Gemeenschap onder- zoekt op gezette tijden of Kroatië deze wetgeving inderdaad heeft inge- voerd.
Vennootschappen uit de Gemeenschap die niet in Kroatië zijn geves- tigd, krijgen uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeen- komst toegang tot aanbestedingsprocedures in Kroatië overeenkomstig de Wet inzake overheidsopdrachten, en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de aan Kroatische vennootschappen ver- leende behandeling. Vennootschappen uit de Gemeenschap die overeen- komstig de bepalingen van hoofdstuk II van titel V in Kroatië zijn geves- tigd, krijgen vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst toegang tot aanbestedingsprocedures, en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de behandeling die aan Kroatische ven- nootschappen wordt verleend.
De Stabilisatie- en Associatieraad onderzoekt op gezette tijden de mogelijkheid voor Kroatië om alle vennootschappen van de Gemeen- schap toegang te verlenen tot aanbestedingsprocedures in Kroatië.
3. De artikelen 45 tot en met 68 zijn van toepassing op de vestiging, de activiteiten, de dienstverrichtingen tussen de Gemeenschap en Kroa- tië alsmede de indienstneming en het verkeer van werknemers in ver- band met de uitvoering van overheidsopdrachten.
Artikel 73
Normalisatie, metrologie, accreditering en conformiteitsbeoordeling
1. Kroatië neemt de nodige maatregelen om de wetgeving geleidelijk in overeenstemming te brengen met de technische regelgeving van de Gemeenschap en de Europese procedures voor normalisatie, metrologie, accreditering en conformiteitsbeoordeling.
2. De partijen beginnen daartoe in een vroeg stadium met:
– de bevordering van de toepassing van communautaire technische voorschriften en Europese normen en keurings- en conformiteitsbeoor- delingsprocedures;
– sluiting van Europese protocollen voor conformiteitsbeoordeling, indien nuttig;
– bevordering van de ontwikkeling van een kwaliteitsinfrastructuur: normalisatie, metrologie, accreditering en conformiteitsbeoordeling;
– stimulering van de deelname van Kroatië aan de activiteiten van gespecialiseerde Europese organisaties, met name CEN, Cenelec, ETSI, EA, Welmec en Euromet.
Artikel 74
Bescherming van de consument
De partijen werken samen om de normen voor de bescherming van de consument in Kroatië aan te passen aan die in de Gemeenschap. Effec- tieve bescherming van de consument is noodzakelijk voor een goed functionerende markteconomie, en deze bescherming is afhankelijk van de ontwikkeling van een administratieve infrastructuur voor markt- toezicht en rechtshandhaving op dit terrein.
Daartoe en ter behartiging van hun gemeenschappelijke belangen zor- gen de partijen voor:
– harmonisatie van de wetgeving en de aanpassing van de bescher- ming van de consument in Kroatië aan de bescherming die de consument in de Gemeenschap geniet;
– een beleid gericht op actieve bescherming van de consument, betere voorlichting en de ontwikkeling van onafhankelijke organisaties;
– effectieve juridische bescherming van de consument teneinde de kwaliteit van consumptiegoederen te verbeteren en passende veiligheids- normen in stand te houden.
TITEL VII
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN INLEIDING
Artikel 75
Institutionele versterking en de rechtsstaat
Bij de samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken schenken de partijen bijzondere aandacht aan consolidatie van de rechts- staat en institutionele versterking op alle niveaus, bij de overheid in het algemeen en bij de rechtshandhaving en het justitiële apparaat in het bij- zonder.
De samenwerking op justitieel gebied zal vooral gericht zijn op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en een doeltreffender recht- spraak, en op opleiding van rechtsbeoefenaars.
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN HET VERKEER VAN PERSONEN
Artikel 76
Visa, grenscontrole, asiel en migratie
1. De partijen werken samen op het gebied van visa, grenscontrole, asiel en migratie en stellen een kader in voor die samenwerking, ook op regionaal niveau.
2. De samenwerking aangaande in lid 1 genoemde kwesties is geba- seerd op wederzijds overleg en nauwe coördinatie tussen de partijen, en omvat onder andere technische en administratieve bijstand voor:
– de uitwisseling van informatie over wetgeving en praktijken;
– het opstellen van wetgeving;
– grotere efficiëntie van de instellingen;
– opleiding van personeel;
– betrouwbaarheid van reisdocumenten en herkenning van valse do- cumenten.
3. De samenwerking is vooral gericht:
– met betrekking tot asiel: op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van nationale wetgeving die voldoet aan de normen van het Verdrag van Genève van 1951 en het Protocol van New York van 1967, zodat gega- randeerd wordt dat niemand wordt teruggezonden naar het land van ver- volging (het principe van non-refoulement).
– met betrekking tot legale migratie: op toelatingsregels en -rechten en de status van de toegelaten personen. Ten aanzien van migratie komen de partijen overeen onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven een billijke behandeling te geven, en een integratiebeleid te bevorderen dat deze onderdanen rechten en plichten geeft die vergelijkbaar zijn met die van hun staatsburgers.
De Stabilisatie- en Associatieraad kan andere onderwerpen voor sa- menwerking in het kader van dit artikel aanbevelen.
Artikel 77
Preventie van en controle op illegale immigratie; overname
1. De partijen werken samen teneinde illegale immigratie te voorko- men en controleren. Hiertoe geldt het volgende:
– Kroatië verbindt zich ertoe zijn onderdanen die illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven op verzoek van die lidstaat zon- der verdere formaliteiten over te nemen;
– alle lidstaten van de Europese Unie verbinden zich ertoe hun onder- danen die illegaal op het grondgebied van Kroatië verblijven op verzoek van Kroatië zonder verdere formaliteiten over te nemen.
De lidstaten van de Europese Unie en Kroatië verstrekken hun onder- danen passende identiteitsdocumenten en de administratieve faciliteiten die voor dit doel noodzakelijk zijn.
2. De partijen komen overeen dat op verzoek een overeenkomst zal worden gesloten tussen Kroatië en de Europese Gemeenschap waarbij specifieke verplichtingen voor Kroatië en de lidstaten van de Europese Unie worden geregeld voor overname, met inbegrip van een verplich- ting tot overname van onderdanen van andere landen en stateloze perso- nen.
3. In afwachting van de sluiting van de in lid 2 bedoelde overeen- komst met de Gemeenschap verbindt Kroatië zich ertoe op verzoek van een lidstaat bilaterale overeenkomsten te sluiten met afzonderlijke lid- staten van de Europese Unie waarbij specifieke verplichtingen voor overname tussen Kroatië en de betrokken lidstaat worden geregeld, met inbegrip van een verplichting tot overname van onderdanen van andere landen en stateloze personen.
4. De Stabilisatie- en Associatieraad onderzoekt welke gezamenlijk inspanningen gedaan kunnen worden illegale immigratie, met inbegrip van mensenhandel, te voorkomen en beheersen.
SAMENWERKING INZAKE DE BESTRIJDING VAN HET WITWASSEN VAN GELD EN DE BESTRIJDING VAN DRUGS
Artikel 78
Witwassen van geld
1. De partijen zijn het erover eens dat alle mogelijke inspanningen en samenwerking geboden zijn om te voorkomen dat hun financiële stelsels worden misbruikt voor het witwassen van de opbrengsten van criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder.
2. De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en techni- sche bijstand voor de tenuitvoerlegging van voorschriften en de effi- ciënte werking van passende normen en mechanismen ter voorkoming van het witwassen van geld, die gelijkwaardig zijn met die welke zijn vastgesteld door de Gemeenschap en internationale fora op dit gebied.
Artikel 79
Samenwerking op het gebied van drugs
1. De partijen werken binnen de grenzen van hun respectieve be- voegdheden samen om een evenwichtige en geïntegreerde benadering
van drugsbestrijding te waarborgen. Het beleid en de activiteiten ter bestrijding van drugs zijn gericht op het terugdringen van het aanbod van, de handel in en de vraag naar illegale drugs, en een effectievere controle op precursoren.
2. De partijen komen overeen welke samenwerkingsmethoden nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken. De activiteiten worden geba- seerd op gezamenlijk overeengekomen principes in overeenstemming met het drugsbeleid van de EU.
De samenwerking tussen de partijen omvat technische en administra- tieve bijstand, met name op de volgende terreinen:
– opstelling van nationale wetgeving en nationaal beleid;
– oprichting van instellingen en informatiecentra;
– opleiding van personeel;
– onderzoek in verband met drugs;
– preventie van oneigenlijk gebruik van precursoren voor de illegale productie van drugs.
De partijen kunnen overeenkomen de samenwerking tot andere terrei- nen uit te breiden.
SAMENWERKING OP STRAFRECHTELIJK GEBIED
Artikel 80
Voorkoming en bestrijding van misdrijven en andere illegale activiteiten
1. De partijen komen overeen samen te werken bij de voorkoming en bestrijding van al dan niet georganiseerde criminele en illegale activitei- ten, zoals:
– mensenhandel;
– illegale economische activiteiten, en met name corruptie, valsemun- terij en illegale transacties waarbij goederen als industrieel afval, radio- actief materiaal en illegale en nagemaakte producten betrokken zijn;
– illegale handel in drugs en psychotrope stoffen;
– smokkelarij;
– illegale wapenhandel;
– terrorisme.
Over de samenwerking aangaande voornoemde zaken zullen overleg en nauwe coördinatie tussen de partijen plaatsvinden.
2. De administratieve en technische bijstand op dit gebied kan betrek- king hebben op:
– de opstelling van nationale wetgeving op het gebied van het straf- recht;
– vergroting van de efficiëntie van de instellingen die belast zijn met de bestrijding en voorkoming van criminaliteit;
– opleiding van personeel en ontwikkeling van onderzoeksfaciliteiten;
– formulering van maatregelen ter bestrijding van criminaliteit.
TITEL VIII SAMENWERKINGSBELEID
Artikel 81
1. De Gemeenschap en Kroatië werken nauw samen om de ontwik- keling en het groeipotentieel van Kroatië te bevorderen. Die samenwer- king versterkt de bestaande economische banden op een zo breed moge- lijke basis, ten voordele van beide partijen.
2. Beleid en andere maatregelen zijn gericht op de economische en sociale ontwikkeling van Kroatië. Daarbij dient ervoor te worden ge- zorgd dat de milieuaspecten vanaf het begin volledig in het beleid wor- den geïntegreerd, en moet rekening worden gehouden met de eisen van een harmonieuze sociale ontwikkeling.
3. Het samenwerkingsbeleid moet in een regionaal samenwerkingska- der worden geïntegreerd. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan maatregelen die de samenwerking tussen Kroatië en zijn buurlanden, waaronder lidstaten, bevorderen en aldus bijdragen tot de regionale sta- biliteit. De Stabilisatie- en Associatieraad kan binnen onderstaande beleidsterreinen voor samenwerking en tussen deze terreinen onderling prioriteiten vaststellen.
Artikel 82
Economisch beleid
1. De Gemeenschap en Kroatië vergemakkelijken het proces van eco- nomische hervormingen en integratie door samenwerking die gericht is op beter inzicht in de basisbeginselen van elkaars economie en op de formulering en uitvoering van economisch beleid in het kader van een markteconomie.
2. De Gemeenschap en Kroatië werken daarom samen op de vol- gende terreinen:
– uitwisseling van informatie over macro-economische prestaties en vooruitzichten en over ontwikkelingsstrategieën;
– gezamenlijke analyse van economische kwesties van wederzijds belang, waaronder de formulering van economisch beleid en de instru- menten voor de uitvoering van dat beleid;
– bevordering van bredere samenwerking om de instroom van kennis en de toegang tot nieuwe technologieën te versnellen.
3. Op verzoek van de Kroatische autoriteiten verstrekt de Gemeen- schap technische bijstand ter ondersteuning van het streven van Kroatië naar geleidelijke aanpassing van zijn beleid aan de Economische en
Monetaire Unie. De samenwerking op dit gebied omvat onder andere informele uitwisseling van gegevens over de beginselen en het functio- neren van de Economische en Monetaire Unie en het Europees Systeem van centrale banken.
Artikel 83
Samenwerking op het gebied van statistiek
1. De samenwerking op het gebied van statistiek is gericht op ont- wikkeling van een efficiënt en duurzaam statistisch stelsel dat in staat is tijdig de betrouwbare, objectieve en nauwkeurige gegevens te leveren die nodig zijn om het overgangs- en hervormingsproces in Kroatië te plannen en te volgen. Dit moet het Centrale Bureau voor de Statistiek van Kroatië in staat stellen beter aan de behoeften van zijn afnemers (overheid en particuliere sector) te voldoen. Het statistische stelsel moet voldoen aan de fundamentele beginselen van de statistiek die door de Verenigde Naties zijn uitgevaardigd en aan de vereisten van de Europese statistiekwetgeving, en moet worden aangepast aan het acquis van de Gemeenschap.
2. Met het oog daarop kan de samenwerking vooral gericht zijn op het volgende:
– bevordering van de ontwikkeling van een efficiënte statistische dienst in Kroatië, op basis van een geschikt institutioneel kader;
– harmonisatie met internationale en Europese normen en classifica- ties, zodat het nationale statistische stelsel het acquis van de Gemeen- schap op statistisch gebied kan overnemen;
– verstrekking van geschikte sociaal-economische gegevens aan eco- nomische operatoren in de openbare en de particuliere sector en de onderzoeksgemeenschap;
– verstrekking van de gegevens om de economische hervormingen in stand te kunnen houden en te kunnen controleren;
– waarborging van de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens;
– geleidelijke intensivering van de verzameling van gegevens en doorgifte daarvan aan het Europees statistisch systeem.
3. De samenwerking in dit verband omvat in het bijzonder uitwisse- ling van informatie inzake methoden, overdracht van kennis en training.
Artikel 84
Financiële diensten, banksector, verzekeringen
1. De partijen werken samen om een passend kader te creëren en te ontwikkelen voor het stimuleren van het bank- en verzekeringswezen en van de financiële dienstverlening in Kroatië.
De samenwerking is met name gericht op:
– de invoering van een met de Europese normen verenigbaar boek- houdsysteem;
– de versterking en herstructurering van het bank- en verzekerings- wezen en van andere financiële sectoren;
– de verbetering van het toezicht op en de reglementering van het bankwezen en andere financiële diensten;
– de uitwisseling van informatie, in het bijzonder in verband met wetsvoorstellen;
– de opstelling van vertalingen en terminologische glossaria.
2. De partijen werken samen met het oog op de ontwikkeling in Kroatië van efficiënte systemen op het gebied van boekhoudcontrole, gebaseerd op de gebruikelijke communautaire methoden en procedures.
De samenwerking is met name gericht op:
– technische bijstand aan de Kroatische Rekenkamer;
– de oprichting van interne afdelingen voor boekhoudcontrole in overheidsinstanties;
– de uitwisseling van informatie over boekhoudcontrolesystemen;
– standaardisering van de documenten voor boekhoudcontroles;
– opleiding en adviesverlening.
Artikel 85
Stimulering en bescherming van investeringen
1. De samenwerking tussen de partijen is gericht op de totstandbren- ging van een gunstig klimaat voor binnen- en buitenlandse particuliere investeringen.
2. De samenwerking is in het bijzonder gericht op de volgende doel- stellingen:
– het tot stand brengen in Kroatië van een juridisch kader dat inves- teringen stimuleert en beschermt;
– het sluiten, waar nodig, van bilaterale overeenkomsten met de lid- staten ter bevordering en bescherming van investeringen;
– betere bescherming van investeringen.
Artikel 86
Samenwerking op het gebied van de industrie
1. De samenwerking is gericht op het bevorderen van de modernise- ring en de herstructurering van de industrie en van individuele sectoren in Kroatië alsmede de samenwerking op het gebied van de industrie tus-
sen het bedrijfsleven aan beide zijden, in het bijzonder om de particu- liere sector te versterken, waarbij de bescherming van het milieu gega- randeerd moet worden.
2. Samenwerkingsinitiatieven op het gebied van de industrie dienen een afspiegeling te zijn van prioriteiten die de door de partijen zijn vast- gesteld. Rekening wordt gehouden met de regionale aspecten van indus- triële ontwikkeling, en waar nodig worden transnationale partnerschap- pen gestimuleerd. De initiatieven dienen in het bijzonder te zijn gericht op het creëren van een passend kader voor het bedrijfsleven, beter mana- gement, stimulering van markten, transparantie van de markt en het ondernemingsklimaat. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan het opzetten van efficiënte exportpromotieactiviteiten in Kroatië.
Artikel 87
Midden- en kleinbedrijf
De partijen streven ernaar het midden- en kleinbedrijf in de particu- liere sector te ontwikkelen en te versterken, nieuwe ondernemingen op te richten op terreinen met groeipotentieel en de samenwerking tussen het midden- en kleinbedrijf in de Gemeenschap en Kroatië te vergroten.
Artikel 88
Toerisme
1. De samenwerking op het gebied van het toerisme is gericht op het vergemakkelijken en bevorderen van het toerisme en de toeristische sec- tor door kennisoverdracht, deelname van Kroatië aan belangrijke Euro- pese organisaties voor toerisme en het onderzoeken van de mogelijkhe- den voor gemeenschappelijke activiteiten.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder:
– uitwisseling van informatie over belangrijke kwesties van weder- zijds belang in de toeristische sector en overdracht van kennis;
– stimulering van de totstandbrenging van infrastructuur die tot in- vesteringen in de toeristische sector kan leiden;
– onderzoek naar regionale toerismeprojecten.
Artikel 89
Douane
1. De partijen werken samen om te bewerkstelligen dat alle op goed- keuring wachtende bepalingen betreffende het handelsverkeer worden nageleefd en dat het Kroatische douanesysteem aan dat van de Gemeen-
schap wordt aangepast, waardoor de in het kader van deze overeenkomst geplande stappen in de richting van liberalisering worden vergemakke- lijkt.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder:
– de mogelijkheid van koppeling van het douanevervoersysteem van de Gemeenschap aan dat van Kroatië, alsmede het gebruik van het enig document;
– verbetering en vereenvoudiging van de controles en formaliteiten voor het goederenvervoer;
– ontwikkeling van grensoverschrijdende infrastructuur tussen de par- tijen;
– verlening van steun in het kader van de douanesamenwerking bij de invoering van moderne douane-informatiesystemen;
– uitwisseling van informatie, ook met betrekking tot onderzoeksme- thoden;
– invoering door Kroatië van de gecombineerde nomenclatuur;
– opleiding van douanefunctionarissen.
3. Onverminderd de verdere bepalingen inzake samenwerking in deze overeenkomst, in het bijzonder de artikelen 77, 78 en 80, vindt de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten op douane- gebied van de partijen plaats overeenkomstig de bepalingen van Proto- col 5.
Artikel 90
Belastingen
De partijen stellen samenwerking in op belastinggebied waaronder maatregelen voor de hervorming van het belastingstelsel, en de herstruc- turering van de belastingdienst, om te zorgen voor efficiëntie bij het innen van belastingen en de bestrijding van belastingfraude.
Artikel 91
Samenwerking op sociaal gebied
1. Op het gebied van de werkgelegenheid heeft de samenwerking tus- sen de partijen voornamelijk betrekking op het verbeteren van de dien- sten voor arbeidsbemiddeling en loopbaanadvies, ondersteunings- maatregelen en het stimuleren van de plaatselijke ontwikkeling om de herstructurering van industrie en arbeidsmarkt te begeleiden. De samen- werking vindt tevens plaats in de vorm van studies, detachering van des- kundigen, voorlichting en opleiding.
2. Op het gebied van de sociale zekerheid is de samenwerking tussen de partijen gericht op het aanpassen van het Kroatische stelsel voor sociale zekerheid aan de nieuwe economische en sociale eisen, in hoofd- zaak door terbeschikkingstelling van deskundigen en verstrekking van voorlichting en opleiding.
3. De samenwerking tussen partijen omvat de aanpassing van de Kroatische wetgeving aangaande de arbeidsvoorwaarden en gelijke kan- sen voor mannen en vrouwen.
4. De partijen werken samen om het peil van de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers te verbeteren, met als refe- rentiepunt de mate van bescherming die in de Gemeenschap bestaat.
Artikel 92
Landbouw en de agro-industriële sector
De samenwerking op dit terrein is gericht op modernisering en her- structurering van de landbouw en de agro-industriële sector volgens de voorschriften en normen van de Gemeenschap, waterbeheer, plattelands- ontwikkeling, geleidelijke harmonisatie van de wetgeving op sanitair en fytosanitair gebied met de communautaire normen, en de ontwikkeling van de visserij en de bosbouw in Kroatië.
Artikel 93
Visserij
De Gemeenschap en Kroatië onderzoeken de mogelijkheid gebieden van wederzijds belang in de visserijsector vast te stellen. Deze dienen naar hun aard tot wederzijds voordeel te strekken.
Artikel 94
Onderwijs en opleiding
1. De partijen werken samen om het peil van het algemene onderwijs en de beroepskwalificaties in Kroatië verhogen.
2. Het Tempus-programma zal bijdragen aan versterking van de sa- menwerking tussen de partijen op het gebied van onderwijs en opleiding, en zo de democratie, de rechtsstaat en de economische hervormingen bevorderen.
3. Ook de Europese Stichting voor Opleiding zal bijdragen aan de verbetering van de opleidingsstructuren en -activiteiten in Kroatië.
Artikel 95
Samenwerking op cultureel gebied
De partijen verbinden zich ertoe de samenwerking op cultureel gebied te bevorderen. Deze samenwerking beoogt ondermeer het wederzijds begrip en het wederzijds respect voor personen, gemeenschappen en vol- keren te doen toenemen.
Artikel 96
Informatie en communicatie
De Gemeenschap en Kroatië nemen de maatregelen die nodig zijn om de onderlinge uitwisseling van informatie te stimuleren. Prioriteit wordt verleend aan programma’s die basisinformatie over de Gemeenschap verstrekken aan het algemene publiek en meer gespecialiseerde informa- tie aan professionele doelgroepen in Kroatië.
Artikel 97
Samenwerking op audiovisueel gebied
1. De partijen werken samen aan de bevordering van de audiovisuele industrie in Europa en stimuleren coproducties voor film en televisie.
2. Kroatië past zijn beleid inzake de reglementering van de inhoude- lijke aspecten van grensoverschrijdende uitzendingen aan aan dat van de Gemeenschap, met bijzondere aandacht voor vraagstukken in verband met de verwerving van intellectuele-eigendomsrechten voor satelliet- of kabeluitzendingen, en harmoniseert zijn wetgeving met het acquis van de Gemeenschap.
Artikel 98
Elektronische communicatie-infrastructuur en aanverwante diensten
1. De partijen versterken de samenwerking op het gebied van de elek- tronische communicatie-infrastructuur, met inbegrip van klassieke telecommunicatienetwerken en de relevante elektronische netwerken voor audiovisuele overdracht, en de geassocieerde diensten, met als doel de uiteindelijke aanpassing aan het communautair acquis door Kroatië vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst.
2. De samenwerking wordt geconcentreerd op de volgende prioritaire terreinen:
– beleidsontwikkeling;
– wet- en regelgeving;
– institutionele opbouw ter ondersteuning van een geliberaliseerd kli- maat;
– modernisering van de elektronische infrastructuur van Kroatië en integratie ervan in Europese en wereldomspannende netwerken, waarbij vooral verbeteringen op regionaal niveau aandacht krijgen;
– internationale samenwerking;
– samenwerking binnen Europese structuren, in het bijzonder op het gebied van normalisatie;
– coördinatie van standpunten in internationale organisaties en fora.
Artikel 99
Informatiemaatschappij
De partijen versterken de samenwerking om de informatiemaatschappij in Kroatië verder te ontwikkelen. Algemene doelstellingen zijn: voorbe- reiding van de samenleving als geheel op het digitale tijdperk, het aan- trekken van investeringen en de interoperabiliteit van netwerken en dien- sten.
De Kroatische autoriteiten evalueren met hulp van de Gemeenschap zorgvuldig alle politieke verbintenissen die in de Europese Unie worden aangegaan, met het doel het Kroatische beleid aan dat van de Unie aan te passen.
De Kroatische autoriteiten stellen een plan op voor de overname van de communautaire wetgeving op het gebied van de informatie- maatschappij.
Artikel 100
Vervoer
1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 58 en in Protocol nr. 6 bij deze overeenkomst zullen de partijen de samenwerking op vervoer- gebied ontwikkelen en versterken, teneinde Kroatië in staat te stellen:
– het vervoer en de daarmee verband houdende infrastructuur te her- structureren en te moderniseren;
– het verkeer van personen en goederen en de toegang tot de vervoer- smarkt te verbeteren door het wegnemen van administratieve, technische en andere belemmeringen;
– exploitatienormen tot stand brengen die vergelijkbaar zijn met die in de Gemeenschap;
– een vervoerstelsel te ontwikkelen dat verenigbaar en vergelijkbaar is met dat van de Gemeenschap;
– de bescherming van het milieu in de vervoerssector te verbeteren en de schadelijke effecten en vervuiling terug te dringen.
2. De volgende gebieden zijn prioritair:
– de ontwikkeling van de binnenwateren en de weg-, spoorweg-, haven- en luchthaveninfrastructuur en andere belangrijke routes van gemeenschappelijk belang, alsmede trans-Europese en pan-Europese verkeersassen;
– het beheer van spoorwegen en luchthavens, samenwerking tussen de relevante nationale autoriteiten;
– het wegvervoer, waaronder verkeersbelastingen en -heffingen en sociale en milieuaspecten;
– gecombineerd rail-wegvervoer;
– harmonisatie van internationale vervoersstatistieken;
– modernisering van technische vervoersinstallaties overeenkomstig communautaire normen, bijstand bij het verkrijgen van financiering daarvoor, vooral voor rail-wegvervoer, multimodaal vervoer en overslag;
– bevordering van gezamenlijke technologie- en onderzoeks- programma’s;
– opzetten van een gecoördineerd vervoersbeleid dat verenigbaar is met dat van de Gemeenschap.
Artikel 101
Energie
1. De samenwerking gaat uit van de beginselen van de markteconomie en het Verdrag inzake het Europees Energiehandvest en is gericht op de geleidelijke integratie van de Europese energiemarkten.
2. De samenwerking omvat in het bijzonder:
– formulering en planning van energiebeleid, modernisering van in- frastructuur, verbetering en diversificatie van de voorziening, verbetering van de toegang tot de energiemarkt, alsmede vergemakkelijking van doorvoer, transmissie en distributie, en herstel van koppelingen van regionaal belang met de elektriciteitsnetten van de buurlanden;
– management en opleiding in de energiesector en overdracht van technologie en kennis;
bevordering van energiebesparing en efficiënt energiegebruik, duur- zame energiebronnen en onderzoek naar de milieueffecten van energie- productie en -verbruik;
– formulering van randvoorwaarden voor de herstructurering van energiebedrijven en samenwerking tussen bedrijven in die sector;
– ontwikkeling van een regelgevingskader voor energie naar het mo- del van het acquis van de Gemeenschap.
Artikel 102
Nucleaire veiligheid
1. De partijen werken samen op het gebied van nucleaire veiligheid en splijtstofbewaking. De samenwerking kan de volgende onderwerpen omvatten:
– verbetering van de wet- en regelgeving van Kroatië inzake nucle- aire veiligheid en versterking van de toezichthoudende instanties en hun middelen;
– stralingsbescherming, met inbegrip van meting van straling in het milieu;
– beheer van radioactieve afvalstoffen en waar van toepassing ont- manteling van nucleaire faciliteiten;
– bevordering van het sluiten van overeenkomsten tussen de lidstaten van de EU of Euratom en Kroatië over vroegtijdige kennisgeving en uit- wisseling van informatie bij nucleaire ongevallen en over rampen- voorbereiding, alsmede over grensoverschrijdend seismisch onderzoek en waar nodig nucleaire veiligheidskwesties in het algemeen;
– problemen in verband met de splijtstofcyclus;
– splijtstofbewaking;
– versterking van het toezicht op en de controle van het vervoer van stoffen die radioactieve verontreiniging kunnen veroorzaken;
– aansprakelijkheid van derden bij kernrampen.
Artikel 103
Milieu
1. De partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking bij de essentiële taak om de achteruitgang van het milieu te bestrijden en een duurzaam milieubeleid te steunen.
2. De samenwerking kan op de volgende prioriteiten worden toege- spitst:
– waterkwaliteit, waaronder de behandeling van afvalwater, met name in grensoverschrijdende wateren;
– bestrijding van plaatselijke, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging (onder meer van drinkwater);
– effectieve controle op verontreinigingsniveau en emissies;
– ontwikkeling van strategieën ten aanzien van wereldwijde en kli- matologische problemen;
– efficiënte, duurzame en schone energieproductie en -gebruik;
– classificatie van en veilige omgang met chemische producten;
– veiligheid van industriële installaties;
– vermindering, recyclering en veilige verwijdering van afval, als- mede tenuitvoerlegging van het Verdrag van Bazel van 1989 inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan;
– milieueffect van de landbouw; bodemerosie en verontreiniging door landbouwchemicaliën;
– bescherming van bossen, flora en fauna en instandhouding van de biodiversiteit;
– ruimtelijke ordening, met inbegrip van nieuwbouw- en stadsplan- ning;
– gebruik van economische en fiscale instrumenten om het milieu te verbeteren;
– uitvoering van milieueffectrapportage en strategische milieueffect- beoordelingen;
– verdere harmonisatie van wet- en regelgeving met de com- munautaire normen;
– internationale milieuverdragen waarbij de Gemeenschap partij is;
– samenwerking op regionaal en internationaal niveau;
– voorlichting en educatie over milieu en duurzame ontwikkeling.
3. De partijen werken samen met het oog op de bescherming van mensen, dieren, eigendommen en het milieu tegen natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen. Hiertoe kan de samenwerking de vol- gende terreinen omvatten:
– uitwisseling van resultaten van wetenschappelijke en onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten;
– systemen voor wederzijdse vroegtijdige kennisgeving en waarschu- wing voor gevaren en rampen en de gevolgen daarvan;
– reddings- en hulpverleningssystemen bij rampen;
– uitwisseling van ervaring op het gebied van herstel en wederop- bouw na rampen.
Artikel 104
Samenwerking op het gebied van onderzoek en technologische ont- wikkeling
1. De partijen bevorderen de bilaterale samenwerking op het gebied van civiel wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling op basis van wederzijds voordeel en rekening houdend met de beschik- bare middelen, de vereiste toegangsmogelijkheden tot elkaars programma’s, en met inachtneming van een passende bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten.
2. De samenwerking omvat:
– uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie en organisatie van gezamenlijke wetenschappelijke bijeenkomsten;
– gezamenlijke activiteiten op het gebied van onderzoek en techno- logische ontwikkeling;
– opleidingsactiviteiten en mobiliteitsprogramma’s voor wetenschaps- beoefenaars, onderzoekers en technici van beide partijen die op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling werkzaam zijn.
3. De samenwerking wordt ten uitvoer gelegd door middel van spe- cifieke regelingen die volgens de door elke partij vastgestelde procedu- res tot stand worden gebracht en gesloten en waarin ook passende bepa- lingen inzake intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendoms- rechten worden opgenomen.
Artikel 105
Regionale en plaatselijke ontwikkeling
De partijen versterken hun samenwerking op het gebied van regionale ontwikkeling, om bij te dragen tot de economische ontwikkeling en de regionale verschillen te verkleinen.
Specifieke aandacht wordt geschonken aan grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking. Daartoe kunnen deskun- digen en informatie worden uitgewisseld.
TITEL IX FINANCIËLE SAMENWERKING
Artikel 106
Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst en in overeenstemming met de artikelen 3, 107 en 109 komt Kroatië in aanmerking voor financiële steun van de Gemeenschap in de vorm subsidies en leningen, waaronder leningen van de Europese Investeringsbank.
Artikel 107
De financiële bijstand in de vorm van subsidies wordt gedekt door operationele maatregelen die bij een verordening van de Raad worden ingesteld, binnen een indicatief meerjarenkader dat door de Gemeen- schap na overleg met Kroatië wordt opgesteld.
In het algemeen dient de bijstand in de vorm van institutionele opbouw en investeringen bij te dragen tot de democratische, economi- sche en institutionele hervormingen in Kroatië, in overeenstemming met het stabilisatie- en associatieproces. De financiële bijstand kan betrek- king hebben op alle terreinen van de harmonisatie van wetgeving en het samenwerkingsbeleid waarin deze overeenkomst voorziet, met inbegrip van justitie en binnenlandse zaken. Aandacht dient te worden geschon- ken aan volledige uitvoering van de in Protocol nr. 6 vastgestelde infrastructuurprojecten van gemeenschappelijk belang.
Artikel 108
In het geval van bijzondere noodzaak kan de Gemeenschap op ver- zoek van Kroatië, in overleg met de internationale financiële instellin- gen, onderzoeken of bij wijze van uitzondering macrofinanciële bijstand kan worden verleend, op bepaalde voorwaarden en met inachtneming van de beschikbaarheid van alle financiële middelen.
Artikel 109
Met het oog op optimale benutting van de beschikbare middelen zien de partijen erop toe dat de bijdragen van de Gemeenschap worden ver- strekt in nauwe coördinatie met andere financieringsbronnen, zoals lid- staten, andere landen en internationale financiële instellingen.
Hiertoe wisselen de partijen geregeld informatie uit over alle typen bijstand.
TITEL X
INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 110
Een Stabilisatie- en Associatieraad wordt opgericht, die toezicht houdt op de toepassing en de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. De raad komt op passend niveau bijeen, met regelmatige tussenpozen en telkens wanneer de omstandigheden dat vereisen. De Stabilisatie- en Associatie- raad behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van de overeenkomst voordoen en alle andere bilaterale of internationale vraagstukken van gemeenschappelijk belang.
Artikel 111
1. De Stabilisatie- en Associatieraad bestaat uit enerzijds leden van de Raad van de Europese Unie en leden van de Commissie van de Euro- pese Gemeenschappen, en anderzijds leden van de regering van Kroatië.
2. De Stabilisatie- en Associatieraad stelt zijn eigen reglement van orde vast.
3. De leden van de Stabilisatie- en Associatieraad mogen zich laten vertegenwoordigen overeenkomstig de daartoe in het reglement van orde vast te leggen voorwaarden.
4. De Stabilisatie- en Associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Gemeenschap en door een vertegenwoordiger van de regering van Kroatië, overeenkomstig de in het reglement van orde vast te leggen bepalingen.
5. De Europese Investeringsbank neemt voor aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen als waarnemer aan de werkzaamheden van de Stabilisatie- en Associatieraad deel.
Artikel 112
Om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken, krijgt de Stabilisatie- en Associatieraad de bevoegdheid besluiten te nemen bin- nen de toepassingssfeer van deze overeenkomst voor de in de overeen-
komst vermelde gevallen. De besluiten van de Stabilisatie- en Associatie- raad zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De Stabilisatie- en Associatieraad kan tevens passende aanbevelingen doen. De besluiten en aanbevelingen van de Stabilisatie- en Associatieraad worden vastgesteld in onderlinge over- eenstemming tussen de partijen.
Artikel 113
Elk van de partijen mag ieder geschil dat verband houdt met de toe- passing of de interpretatie van deze overeenkomst aan de Stabilisatie- en Associatieraad voorleggen. De Stabilisatie- en Associatieraad kan het geschil door middel van een bindend besluit beslechten.
Artikel 114
1. De Stabilisatie- en Associatieraad wordt bij de vervulling van zijn taken bijgestaan door een Stabilisatie- en Associatiecomité, bestaande uit enerzijds vertegenwoordigers van de Raad van de Europese Unie en ver- tegenwoordigers van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en anderzijds vertegenwoordigers van Kroatië.
2. In zijn reglement van orde bepaalt de Stabilisatie- en Associatie- raad de taken van het Stabilisatie- en Associatiecomité, die onder meer de voorbereiding van de vergaderingen van de Stabilisatie- en Associatie- raad omvatten, en stelt hij de werkwijze van het comité vast.
3. De Stabilisatie- en Associatieraad mag elk van zijn bevoegdheden aan het Stabilisatie- en Associatiecomité delegeren. In dat geval neemt het Stabilisatie- en Associatiecomité zijn besluiten volgens de voorwaar- den van artikel 112.
Artikel 115
Het Stabilisatie- en Associatiecomité kan subcomités oprichten.
Artikel 116
Een Parlementair Stabilisatie- en Associatiecomité wordt opgericht. Dit dient als forum waar leden van het Kroatische parlement en het Europees Parlement elkaar kunnen ontmoeten en van gedachten kunnen wisselen. Het comité komt bijeen met door het comité zelf te bepalen tussenpozen.
Het Parlementair Stabilisatie- en Associatiecomité bestaat uit ener- zijds leden van het Europees Parlement en anderzijds leden van het Kroatische parlement.
Het Parlementair Stabilisatie- en Associatiecomité stelt zijn reglement van orde vast.
Het Parlementair Stabilisatie- en Associatiecomité wordt beurtelings voorgezeten door het Europees Parlement en het Kroatische parlement, overeenkomstig de in het reglement van orde neer te leggen bepalingen.
Artikel 117
Binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst verbinden beide partijen zich ertoe te waarborgen dat natuurlijke personen en rechtsper- sonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de ter zake bevoegde gerechtelijke instanties en administratieve lichamen van de partijen, ter verdediging van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten.
Artikel 118
Niets in de overeenkomst belet een partij maatregelen te nemen:
a. die zij nodig acht om onthulling te beletten van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist;
b. die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmaterieel of met onderzoek, ontwikkeling of produc- tie die onmisbaar zijn voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
c. die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veiligheid in geval van ernstige binnenlandse problemen die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogs- dreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
Artikel 119
1. Op de door deze overeenkomst bestreken terreinen en onvermin- derd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen, geldt het vol- gende:
– de regelingen die Kroatië ten opzichte van de Gemeenschap toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van de lidsta- ten, hun onderdanen of hun vennootschappen;
– de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Kroatië toepast mogen geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van Kroati- sche onderdanen of vennootschappen.
2. Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de par- tijen om de desbetreffende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in een identieke situatie verke- ren ten aanzien van hun woonplaats.
Artikel 120
1. De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de overeenkomst genoemde doel- stellingen worden verwezenlijkt.
2. Indien een van de partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in bij- zonder dringende gevallen, verstrekt zij de Stabilisatie- en Associatie- raad alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onder- zoek van de situatie, om een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
3. Bij de keuze van de maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die de goede werking van de overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Stabilisatie- en Associatieraad gebracht en op verzoek van de andere par- tij in de Stabilisatie- en Associatieraad besproken.
Artikel 121
De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmid- dellijk overleg te plegen via passende kanalen, om kwesties met betrek- king tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.
De bepalingen van dit artikel hebben geen invloed op en gelden onverminderd de artikelen 31, 38, 39 en 43.
Artikel 122
Totdat krachtens deze overeenkomst gelijkwaardige rechten voor per- sonen en ondernemers zijn verworven, doet de overeenkomst geen afbreuk aan rechten die hun worden verleend bij bestaande overeenkom- sten tussen een of meer lidstaten, enerzijds, en Kroatië, anderzijds.
Artikel 123
De Protocollen nrs. 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en de bijlagen I tot en met VIII vormen een integrerend bestanddeel van de overeenkomst.
Artikel 124
De overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
Elk van beide partijen kan deze overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. De overeenkomst verstrijkt zes maanden na
de datum van genoemde kennisgeving.
Artikel 125
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder ,,partijen’’ verstaan de Gemeenschap, of haar lidstaten, of de Gemeenschap en haar lidstaten, in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden, ener- zijds, en Kroatië, anderzijds.
Artikel 126
De overeenkomst is van toepassing op enerzijds de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing zijn, op de in die Verdragen neergelegde voorwaar- den, en anderzijds het grondgebied van Kroatië.
Artikel 127
De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is de depo- sitaris van deze overeenkomst.
Artikel 128
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in elk van de officiële talen van de partijen, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
Artikel 129
De overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedu- res goedgekeurd.
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures zijn voltooid.
Artikel 130
Interimovereenkomst
De partijen komen overeen dat, indien in afwachting van de voltooi- ing van de procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, de bepalingen van bepaalde gedeelten van deze overeen- komst, met name die met betrekking tot het vrije verkeer van goederen, door middel van een interimovereenkomst tussen de Gemeenschap en Kroatië tot uitvoering worden gebracht, voor de toepassing van titel IV, artikelen 70 en 71, van deze overeenkomst en van de Protocollen nrs. 1
tot en met 5 alsmede de relevante bepalingen van Protocol nr. 6, onder de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt verstaan de datum van inwerkingtreding van de interimovereenkomst, voor wat betreft de verplichtingen die in deze artikelen en protocollen zijn opge- nomen.
De Overeenkomst is op 29 oktober 2001 ondertekend voor:
België Denemarken Duitsland
de Europese Gemeenschap
de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal Finland
Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg
het Koninkrijk der Nederlanden
Oostenrijk Portugal Spanje
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord Ierland Zweden
en Kroatië
1) Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Geweest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Lijst van bijlagen
Bijlage I (artikel 18, lid 2): Tariefconcessies van Kroatië voor industrieproducten van de Gemeenschap
Bijlage II (artikel 18, lid 3): Tariefconcessies van Kroatië voor industrieproducten van de Gemeenschap
Bijlage III (artikel 27): EG-definitie van ,,baby beef’’
Bijlage I (artikel 18, lid 2): Tariefconcessies van Kroatië voor industrieproducten van de Gemeenschap
Bijlage IV a (artikel 27, lid 3, onder a, i): Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (met nulrecht voor onbeperkte hoeveelheden vanaf de inwerking- treding van de overeenkomst)
Bijlage IV b (artikel 27, lid 3, onder a, ii): Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (met nulrecht binnen een contingent vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst)
Bijlage IV c (artikel 27, lid 3, onder b, i): Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (met nulrecht voor onbeperkte hoeveelheden vanaf één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst)
Bijlage IV d (artikel 27, lid 3, onder c, i): Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (geleidelijke afschaffing van meestbegunstigingsrechten binnen tariefcontingenten)
Bijlage IV e (artikel 27, lid 3, onder c, ii): Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (geleidelijke ver- laging van meestbegunstigingsrechten voor onbe- perkte hoeveelheden)
Bijlage IV f (artikel 27, lid 3, onder c, iii): Tariefconcessies van Kroatië voor landbouwproducten (geleidelijke ver- laging van meestbegunstigingsrechten binnen tariefcontingenten)
Bijlage V a Producten bedoeld in artikel 28, lid 1 Bijlage V b Producten bedoeld in artikel 28, lid 2 Bijlage VI (artikel 50): Vestiging: Financiële diensten
Bijlage VII (artikel 60, lid 2): Verwerving van onroerend goed door onderdanen van de EU – Lijst van uitzonde- ringen
Bijlage VIII (artikel 71): Intellectuele-, industriële- en commer- ciële-eigendomsrechten: Lijst van verdragen
Bijlage I
Tariefconcessies van Kroatië voor industrieproducten van de Gemeenschap
(artikel 18, lid 2)
De rechten worden als volgt verlaagd:
– bij de inwerkingtreding van de overeenkomst worden de rechten verminderd tot 60% van het basisrecht;
– op 1 januari 2003 worden de rechten verminderd tot 30% van het basisrecht;
– op 1 januari 2004 worden de resterende rechten afgeschaft.
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
25.01 | Zout (keuken– en tafelzout en gedenatureerd zout daaronder begrepen) en zuiver |
natriumchloride, ook indien in waterige oplossing of met toegevoegde zelfstandighe- | |
den om het klonteren tegen te gaan of om de strooibaarheid te bevorderen; zeewater | |
2501.001 | – – – tafelzout en zout voor de voedselindustrie |
2501.002 | – – – zout voor andere industrieën |
2501.009 | – – – ander |
25.15 | Marmer, travertijn, ecaussine en andere kalksteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, met een schijnbare dichtheid van 2,5 of meer, en albast, ook indien enkel kantrecht behouwen dan wel in blokken of in platen van vierkante of rechthoekige vorm, verkregen door zagen, door splijten of op dergelijke wijze |
2515.1 | Marmer en travertijn |
2515.11 | – – onbewerkt of enkel xxxxxxxxx xxxxxxxx |
2515.12 | – – blokken of platen van vierkante of rechthoekige vorm, verkregen door zagen, door splijten of op dergelijke wijze |
2515.20 | – ecaussine en andere kalksteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf; albast |
27.10 | Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen |
2710.001 | – – – motorbenzine en andere lichte oliën |
2710.0014 | – – – speciale benzine (extraheerbare en andere) |
2710.0015 | – – – – white spirit |
2710.0017 | – – – – lichte reactiemotorbrandstof |
2710.002 | – – – kerosine en andere halfzware oliën |
2710.0021 | – – – – kerosine |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
2710.0022 | – – – – reactiemotorbrandstof van het kerosinetype |
2710.0023 | – – – – alfa– en normale olefinen (mengsels), normale paraffines (C10–C13) |
2710.003 | – – – – zware oliën, andere dan afgewerkte oliën en oliën die voor verdere verwerking zijn bestemd |
2710.0033 | – – – – lichte, halfzware, zware en zeer zware stookoliën met een laag zwavel- gehalte |
2710.0034 | – – – – andere lichte, halfzware, zware en zeer zware stookoliën |
2710.0035 | – – – – basisoliën |
2710.0039 | – – – – andere zware oliën en op basis van zware oliën vervaardigde producten |
27.11 | Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen |
2711.1 | vloeibaar gemaakt |
2711.12 | – – propaan |
2711.13 | – – butaan |
2711.19 | – – andere |
2711.191 | – mengsels van propaan en butaan |
2711.199 | – – – andere |
2711.29 | – – andere |
27.12 | Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, ,,slack wax’’, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en soortgelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd |
2712.10 | – vaseline |
2712.20 | – paraffine bevattende minder dan 0,75 gewichtspercent olie |
27.13 | Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen |
2713.20 | – petroleumbitumen |
27.15 | Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleum- bitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt (’’cut-back’’)) |
2715.009 | – – – andere |
2803.00 | Koolstof (’’carbonblack’’ en andere vormen van koolstof, elders genoemd noch elders onder begrepen) |
2803.001 | – – – carbonblack |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
28.06 | Waterstofchloride (zoutzuur); chlorozwavelzuur |
2806.10 | Waterstofchloride (zoutzuur) |
2806.101 | – – – pro analysi |
2808.00 | Salpeterzuur; nitreerzuren |
2808.002 | – – – ander salpeterzuur |
28.14 | Ammoniak, watervrij of in waterige oplossing (ammonia) |
2814.20 | – – ammoniak in waterige oplossing (ammonia) |
2814.201 | – – – pro analysi |
28.15 | Natriumhydroxide (bijtende soda); kaliumhydroxide (bijtende potas); natriumper- oxide en kaliumperoxide |
2815.11 | – – vast |
2815.111 | – – – gegranuleerd, pro analysi |
2815.20 | – kaliumhydroxide (bijtende potas) |
2815.201 | – – – gegranuleerd, pro analysi |
29.02 | Cyclische koolwaterstoffen |
2902.4 | – xylenen |
2902.41 | – – o-xyleen |
2902.411 | – – – pro analysi |
2902.42 | – – m-xyleen |
2902.421 | – – – pro analysi |
2902.43 | – – p-xyleen |
2902.431 | – – – pro analysi |
2902.44 | – – mengsels van xyleenisomeren |
2902.441 | – – – pro analysi |
29.05 | Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro– en nitrosoderivaten daarvan |
2905.1 | – verzadigde eenwaardige alcoholen |
2905.11 | – – methanol (methylalcohol) |
2905.111 | – – – pro analysi |
2905.12 | Propaan-1-ol (propylalcohol) en propaan-2-ol (isopropylalcohol) |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
2905.121 | – – – pro analysi |
29.14 | Ketonen en chinonen, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro– en nitrosoderivaten daarvan |
2914.1 | – acyclische ketonen, zonder andere zuurstofhoudende groepen |
2914.11 | – – aceton |
2914.111 | – – – pro analysi |
29.15 | Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro– en nitrosoderivaten daarvan |
2915.3 | – esters van azijnzuur |
2915.311 | – – – pro analysi |
29.33 | Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als heteroatoom |
2933.6 | – verbindingen met een al dan niet gehydrogeneerde, niet-geanelleerde (niet- gecondenseerde) triazinering |
2933.691 | – – – atrazine |
30.02 | Menselijk bloed; dierlijk bloed bereid voor therapeutisch of profylactisch gebruik of voor het stellen van diagnosen; antisera, andere bloedfracties, andere gewijzigde immunologische producten, ook indien op biotechnologische wijze verkregen; vaccins, toxinen, culturen van micro-organismen (andere dan gist) en dergelijke producten |
3002.30 | – vaccins voor dieren |
30.03 | Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 30.02, 30.05 en 30.06), bestaande uit voor therapeutisch of profylactisch gebruik vermengde zelfstandigheden, niet in afgemeten hoeveelheden en niet opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3003.90 | – andere |
3003.909 | – – – andere |
30.04 | Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 30.02, 30.05 en 30.06), bestaande uit al dan niet vermengde producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik, in afgemeten hoeveelheden, dan wel opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.10 | – – bevattende penicillinen of derivaten daarvan met een structuur van penicillaan- zuur, dan wel streptomycinen of derivaten daarvan |
3004.101 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
3004.20 | – – bevattende andere antibiotica |
3004.201 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.3 | – – bevattende hormonen of andere producten bedoeld bij post 29.37, doch geen antibiotica |
3004.31 | – – bevattende insuline |
3004.311 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.32 | – – bevattende hormonen uit de bijnierschors |
3004.321 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.39 | – – andere |
3004.391 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.40 | – – bevattende alkaloïden of derivaten daarvan, doch geen hormonen of andere producten bedoeld bij post 29.37, noch antibiotica |
3004.401 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.50 | – – andere geneesmiddelen, bevattende vitaminen of andere producten bedoeld bij post 29.36 |
3004.501 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.90 | – – andere |
3004.902 | – – – bereide geneesmiddelen, opgemaakt voor de verkoop in het klein |
3004.909 | – – – andere |
30.06 | Farmaceutische artikelen, bedoeld bij aantekening 4 op dit hoofdstuk |
3006.50 | – tassen, dozen, trommels en dergelijke, gevuld met artikelen voor eerste hulp bij ongelukken |
32.07 | Bereide pigmenten, bereide opacifieermiddelen en bereide verfstoffen, verglaasbare samenstellingen, engobes (slips), vloeibare glansmiddelen en dergelijke preparaten, van de soort gebruikt voor keramiek, voor het emailleren of voor glaswerk; glasfritten en ander glas, in de vorm van poeder, van korreltjes, van schilfers of van vlokken |
3207.10 | – bereide pigmenten, bereide opacifieermiddelen, bereide verfstoffen en dergelijke preparaten |
3207.20 | – verglaasbare samenstellingen, engobes (slips) en dergelijke preparaten |
3207.30 | – vloeibare glansmiddelen en dergelijke preparaten |
3207.40 | – glasfritten en ander glas, in de vorm van poeder, van korreltjes, van schilfers of van vlokken |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
32.08 | Verf en vernis op basis van synthetische polymeren of gewijzigde natuurlijke polymeren, gedispergeerd of opgelost in een niet-waterig medium; oplossingen bedoeld bij aantekening 4 op dit hoofdstuk |
3208.10 | – op basis van polyesters |
3208.20 | – op basis van acryl– of vinylpolymeren |
32.09 | Verf en vernis op basis van synthetische polymeren of gewijzigde natuurlijke polymeren, gedispergeerd of opgelost in een waterig medium |
3209.10 | – op basis van acryl– of vinylpolymeren |
3209.90 | – andere |
32.14 | Stopverf, harscement en ander mastiek (kit); plamuur; niet-vuurvaste preparaten van de soort gebruikt voor het bestrijken of bepleisteren van metselwerk |
3214.10 | – stopverf, harscement en ander mastiek (kit); plamuur |
3214.90 | – andere |
32.15 | Drukinkt, schrijfinkt, tekeninkt en andere inktsoorten, ook indien geconcentreerd of in vaste vorm |
3215.1 | – – drukinkt |
3215.11 | – – zwarte |
3215.19 | – – andere |
33.04 | Schoonheidsmiddelen en producten voor de huidverzorging (andere dan geneesmid- delen), preparaten tegen zonnebrand en preparaten voor het verkrijgen van een bruine huidskleur daaronder begrepen; producten voor manicure of voor pedicure |
3304.99 | – – andere |
3304.999 | – – – opgemaakt voor de verkoop in het klein |
33.07 | Scheermiddelen en middelen die voor of na het scheren worden gebruikt, deodorantia voor lichaamsverzorging, badpreparaten, ontharingsmiddelen en andere parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het neutraliseren van geuren in vertrekken (deodorantia), ook indien niet geparfumeerd of met desinfecterende eigenschappen |
3307.90 | – – andere |
3307.909 | – – – opgemaakt voor de verkoop in het klein |
34.05 | Schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen voor carrosserieën, glas of metaal, schuurpasta’s en -poeders en dergelijke preparaten (ook indien in de vorm van papier, van watten, van vilt, van gebonden textielvlies, van kunststof of rubber met celstructuur, geïmpregneerd of bedekt met deze preparaten), andere dan de was bedoeld bij post 3404 |
3405.10 | – schoensmeer, pasta’s en dergelijke preparaten voor schoeisel of voor leder |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
3405.20 | – boenwas en dergelijke preparaten voor het onderhoud van houten meubelen, houten vloeren en ander houtwerk |
3405.30 | – poetsmiddelen en dergelijke preparaten voor carrosserieën, andere dan poetsmid- delen voor metalen |
3405.40 | – schuurpasta’s, schuurpoeders en andere schuurmiddelen |
3405.90 | – andere |
3406.00 | Kaarsen en dergelijke artikelen |
3605.00 | Lucifers, andere dan pyrotechnische artikelen bedoeld bij post 36.04 |
37.01 | Fotografische platen en vlakfilm, lichtgevoelig, onbelicht, van andere stoffen dan papier, karton of textiel; vlakfilm voor ,,direct-klaar’’-fotografie, lichtgevoelig, onbelicht, ook indien in cassette |
3701.10 | – voor röntgenopnamen |
3814.00 | Organische oplosmiddelen en verdunners, van gemengde samenstelling, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het verwijderen van verf en vernis |
3820.00 | Antivriespreparaten en vloeibare ontdooiingspreparaten |
39.05 | Polymeren van vinylacetaat of van andere vinylesters, in primaire vormen; andere vinylpolymeren in primaire vormen |
3905.1 | – polyvinylacetaat |
3905.12 | – – in waterige dispersie |
3905.19 | – – andere |
39.19 | Platen, vellen, foliën, stroken, strippen en andere platte producten, van kunststof, zelfklevend, ook indien op rollen |
3919.90 | – andere |
39.20 | Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen, van kunststof zonder celstructuur, niet versterkt, gelaagd of op dergelijke wijze gecombineerd met andere stoffen, niet op een drager |
3920.10 | – – van polymeren van ethyleen |
3920.101 | – – – foliën met een dikte van 12 micrometer, op rollen met een breedte van 50 tot 90 mm |
39.23 | Artikelen voor vervoer of voor verpakking, van kunststof; stoppen, deksels, capsules en andere sluitingen, van kunststof |
3923.2 | – zakken |
3923.21 | – – van polymeren van ethyleen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
3923.29 | – – van andere kunststof |
3923.40 | – spoelen, cops, klossen en dergelijke opwindmiddelen |
3923.90 | – andere |
3923.901 | – – – vaten en tanks |
3923.909 | – – – andere |
39.24 | Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van kunststof |
3924.10 | – keuken– en tafelgerei |
3924.90 | – andere |
39.25 | Uitrustingsstukken voor gebouwen, van kunststof, elders genoemd noch elders onder begrepen |
3925.10 | – reservoirs, tanks, vaten en dergelijke bergingsmiddelen, met een inhoudsruimte van meer dan 300 l |
3925.20 | – deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor en drempels voor deuren |
3925.30 | – blinden, jaloezieën, rolgordijnen en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan |
3925.90 | – andere |
40.09 | Buizen en slangen, van niet-geharde gevulkaniseerde rubber, ook indien voorzien van hulpstukken (bijvoorbeeld verbindingsstukken, moffen, ellebogen, flenzen) |
4009.10 | – niet versterkt of op andere wijze gecombineerd met andere stoffen, zonder hulpstukken |
4009.20 | – uitsluitend met metaal versterkt of gecombineerd, zonder hulpstukken |
4009.40 | – versterkt of gecombineerd met andere stoffen, zonder hulpstukken |
4009.50 | – met hulpstukken |
4009.509 | – – – andere |
42.02 | Reiskoffers en valiezen, koffers voor toiletbenodigdheden, documentenkoffertjes, aktetassen, school– en boekentassen, etuis, foedralen en kokers voor kijkers, voor camera’s, voor wapens, voor muziekinstrumenten of voor brillen, alsmede dergelijke bergingsmiddelen; reistassen, toilettassen, rugzakken, handtassen, boodschappentas- sen, portefeuilles, portemonnees, kaartentassen, sigarettenkokers, tabakszakken, gereedschapstassen en -zakken, tassen, etuis, foedralen en kokers voor sportartike- len, etuis, foedralen en kokers voor flacons, juwelendoosjes, poederdozen, etuis, foedralen en kokers voor messenmakerswerk, alsmede dergelijke bergingsmiddelen, van leder, van kunstleder, van kunststof in vellen, van textiel, van vulkanfiber of van karton, of geheel of voor het grootste deel bekleed met deze stoffen of met papier |
4202.1 | Reiskoffers en valiezen, koffers voor toiletbenodigdheden, documentenkoffertjes, aktetassen, school– en boekentassen, alsmede dergelijke bergingsmiddelen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
4202.11 | – – met een buitenkant van leder, van kunstleder of van lakleder |
4202.12 | – – met een buitenkant van kunststof of van textiel |
4202.19 | – – andere |
4202.2 | Handtassen, ook indien met schouderband, die zonder handvatten daaronder begrepen |
4202.21 | – – met een buitenkant van leder, van kunstleder of van lakleder |
4202.22 | – – met een buitenkant van kunststof in vellen of van textiel |
4202.29 | – – andere |
4202.3 | – – artikelen van de soort die in de zak of in de handtas worden meegedragen |
4202.31 | – – met een buitenkant van leder, van kunstleder of van lakleder |
4202.32 | – – met een buitenkant van kunststof in vellen of van textiel |
4202.39 | – – andere |
4202.9 | – – andere |
4202.91 | – – met een buitenkant van leder, van kunstleder of van lakleder |
4202.92 | – – met een buitenkant van kunststof in vellen of van textiel |
4202.99 | – – andere |
43.02 | Pelterijen (koppen, staarten, poten en andere delen daaronder begrepen, alsmede afvallen), gelooid of anderszins bereid, ook indien samengevoegd (zonder toevoeging van andere materialen), andere dan die bedoeld bij post 43 .03 |
4302.1 | – in gehele vellen, ook indien zonder kop, staart of poten, niet samengevoegd |
4302.11 | – – van xxxxxxx |
4302.12 | – – van konijnen of van hazen |
4302.13 | – – van lammeren van de soorten Astrakan, Breitschwanz, Karakoel, Persianer en dergelijke, alsmede van Indische, Chinese, Mongoolse of Tibetaanse lammeren |
4302.19 | – – andere |
4302.20 | – koppen, staarten, poten en andere delen, alsmede afvallen, niet samengevoegd |
4302.30 | – samengevoegde pelterijen |
4304.00 | Namaakbont en artikelen van namaakbont |
4304.009 | – – – artikelen van namaakbont |
44.06 | Houten dwarsliggers en wisselhouten |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
4406.10 | – – niet geïmpregneerd |
4406.101 | – – – eik |
4406.102 | – – – beuk |
4406.109 | – – – andere |
4406.90 | – – andere |
4406.901 | – – – eik |
4406.902 | – – – beuk |
4406.909 | – – – andere |
44.18 | Schrijn– en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, panelen voor parketvloeren en dakspanen (’’shingles’’ en ,,shakes’’), van hout |
4418.10 | – vensters en vensterdeuren, alsmede kozijnen daarvoor |
4418.20 | – deuren en kozijnen daarvoor, alsmede drempels |
4418.30 | – panelen voor parketvloeren |
48.05 | Ander papier en karton, niet gestreken en niet voorzien van een deklaag, op rollen of in bladen, niet verder bewerkt dan bedoeld bij aantekening 2 op dit hoofdstuk |
4805.10 | – halfchemisch papier voor riffels |
48.11 | Papier, karton, cellulosewatten en vliezen van cellulosevezels, gestreken, van een deklaag voorzien, geïmpregneerd, bekleed, aan het oppervlak gekleurd of versierd, dan wel bedrukt, op rollen of in bladen, andere dan de producten omschreven in post 48.03, 48.09 of 48.10 |
4811.2 | – papier en karton, voorzien van een kleefmiddel |
4811.29 | – – andere |
4811.299 | – – – andere |
4814 | Behangselpapier en dergelijke wandbekleding; vitrofanies |
4814.10 | – zogeheten ingrain-papier |
4814.20 | – behangselpapier en dergelijke wandbekleding, bestaande uit papier aan de voorzijde voorzien van een deklaag van of bekleed met kunststof die is gegreineerd, gegaufreerd, gekleurd, met motieven bedrukt of op andere wijze versierd |
4814.30 | – behangselpapier en dergelijke wandbekleding bestaande uit papier aan de voorzijde bedekt met vlechtstoffen, ook indien deze zijn samengebonden of plat geweven |
4814.90 | – andere |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
4817.10 | – enveloppen |
4817.20 | – postbladen, briefkaarten (andere dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten |
4817.30 | – assortimenten van papierwaren voor correspondentie, in dozen, in omslagen en in dergelijke verpakkingen, van papier of van karton |
48.19 | Dozen, zakken, hoezen en andere verpakkingsmiddelen, van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels; kartonnagewerk voor kantoor- gebruik, voor winkelgebruik en voor dergelijk gebruik |
4819.10 | – dozen van gegolfd papier of van gegolfd karton |
4819.20 | – vouwdozen, andere dan van gegolfd papier of van gegolfd karton |
4819.209 | – – – andere |
4819.30 | – zakken met een bodembreedte van 40 cm of meer |
4819.40 | – andere zakken, puntzakken daaronder begrepen |
4819.50 | – andere verpakkingsmiddelen, hoezen voor grammofoonplaten daaronder begrepen |
4819.501 | – – – cilindervormige dozen, vervaardigd uit twee of meer materialen |
4819.60 | – kartonnagewerk voor kantoorgebruik, voor winkelgebruik en voor dergelijk gebruik |
48.20 | Registers, comptabiliteitsboeken, zakboekjes, orderboekjes, kwitantieboekjes, agenda’s, blocnotes en dergelijke artikelen, schriften, onderleggers, opbergmappen, mappen en banden (met losse bladen of andere), omslagen voor dossiers en andere schoolartikelen, kantoorartikelen en dergelijke artikelen (sets kettingformulieren en andere sets formulieren, ook indien voorzien van carbonpapier, daaronder begrepen), van papier of van karton; albums voor monstercollecties of voor verzamelingen, alsmede boekomslagen, van papier of van karton |
4820.10 | – registers, comptabiliteitsboeken, zakboekjes, orderboekjes, kwitantieboekjes, agenda’s, blocnotes en dergelijke artikelen |
4820.20 | – schriften |
4820.30 | – opbergmappen, mappen en banden (andere dan boekomslagen), alsmede omslagen voor dossiers |
4820.40 | – sets kettingformulieren en andere sets formulieren, ook indien voorzien van carbonpapier |
4820.50 | – albums voor monstercollecties of voor verzamelingen |
4820.90 | Andere |
4820.901 | – – – formulieren |
4820.909 | – – – andere |
48.21 | Etiketten van alle soorten, van papier of van karton, al dan niet bedrukt |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
4821.10 | – bedrukt |
4821.90 | – andere |
48.23 | Ander papier en karton, alsmede andere cellulosewatten en vliezen van cellulose- vezels, op maat gesneden; andere werken van papierstof, van papier, van karton, van cellulosewatten of van vliezen van cellulosevezels |
4823.1 | Papier, voorzien van een kleefmiddel, in stroken of op rollen |
4823.11 | – – zelfklevend |
4823.19 | – – ander |
4823.40 | – diagrampapier voor registreerapparaten, op rollen, in bladen of in schijven |
4823.5 | Ander papier en karton, van de soort gebruikt om te worden beschreven of bedrukt of voor andere grafische doeleinden |
4823.51 | – – bedrukt, gegaufreerd, gegreineerd of geperforeerd |
4823.59 | – – ander |
4823.60 | – presenteerbladen, schalen, borden, kopjes, bekers en dergelijke artikelen, van papier of van karton |
4823.70 | – werken van papierstof, gevormd of geperst |
4823.90 | – andere |
4823.909 | – – – andere |
64.02 | Xxxxx xxxxxxxxx met buitenzool en bovendeel van rubber of van kunststof |
6402.1 | – sportschoeisel |
6402.19 | – – ander |
6402.20 | – schoeisel waarvan het bovendeel uit riempjes bestaat die met pluggen aan de zool zijn bevestigd |
6402.30 | – ander schoeisel, met beschermende metalen neus |
6402.9 | – ander schoeisel |
6402.91 | – – de enkel bedekkend |
6402.99 | – – ander |
64.03 | Xxxxxxxxx met buitenzool van rubber, van kunststof, van leder of van kunstleder en met bovendeel van leder |
6403.1 | Sportschoeisel |
6403.19 | – – ander |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
6403.20 | – schoeisel met buitenzool van leder en met bovendeel dat bestaat uit lederen riemen over de wreef en om de grote teen |
6403.30 | – schoeisel met houten basis, niet voorzien van een binnenzool of van een beschermende metalen neus |
6403.40 | – ander schoeisel, met beschermende metalen neus |
6403.5 | – ander schoeisel met buitenzool van leder |
6403.51 | – – de enkel bedekkend |
6403.59 | – – ander |
6403.9 | – ander schoeisel |
6403.91 | – – de enkel bedekkend |
6403.99 | – – ander |
64.05 | Xxxxx xxxxxxxxx |
6405.10 | – met bovendeel van leder of van kunstleder |
6405.20 | – met bovendeel van textiel |
6504.00 | Hoeden en andere hoofddeksels, gevlochten uit één stuk of vervaardigd door het aaneenzetten van stroken, ongeacht de stof waarvan die stroken zijn vervaardigd, ook indien gegarneerd |
65.05 | Hoeden en andere hoofddeksels, van brei– of haakwerk of vervaardigd van kant, van vilt of van andere textielproducten (aan het stuk, maar niet in stroken), ook indien gegarneerd; haarnetjes, ongeacht van welke stof, ook indien gegarneerd |
6505.10 | – haarnetjes |
6505.90 | – andere |
65.06 | Andere hoofddeksels, ook indien gegarneerd |
6506.10 | – veiligheidshoofddeksels |
6506.9 | – andere |
6506.91 | – – van rubber of van kunststof |
6506.92 | – – van bont |
6506.99 | – – van andere stoffen |
6507.00 | Binnenranden (zweetbanden), voeringen, overtrekken, karkassen, kleppen en stormbanden, voor hoofddeksels |
66.01 | Paraplu’s en parasols (wandelstokparaplu’s, tuinparasols en dergelijke artikelen daaronder begrepen) |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
6601.10 | – tuinparasols en dergelijke artikelen |
6601.9 | – andere |
6601.91 | – – met telescopische stok of naald |
6601.99 | – – andere |
6602.00 | Wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen |
66.03 | Delen, garnituren en toebehoren, voor de artikelen bedoeld bij de posten 66.01 en 66.02 |
6603.10 | – handvatten en knoppen |
6603.20 | – gemonteerde geraamten voor paraplu’s of voor parasols, ook indien voorzien van stok of naald, al dan niet met knop of handvat |
6603.90 | – andere |
68.02 | Werken van steen (andere dan leisteen), bewerkte steen daaronder begrepen, andere dan bedoeld bij post 6801; blokjes en dergelijke artikelen voor mozaïeken, van natuursteen (leisteen daaronder begrepen), ook indien op een drager; korrels, splinters (scherven) en poeder, van natuursteen (leisteen daaronder begrepen), kunstmatig gekleurd |
6802.2 | – andere werken van xxxxx, bewerkte steen daaronder begrepen, enkel behakt of bezaagd, met platte of met effen vlakken |
6802.21 | – – xxx xxxxxx, van travertijn of van albast |
6802.22 | – – van andere kalksteen |
6802.29 | – – van andere steen |
6802.9 | – andere |
6802.91 | – – xxx xxxxxx, van travertijn of van albast |
6802.92 | – – van andere kalksteen |
6802.99 | – – van andere steen |
68.04 | Molenstenen, slijpstenen en dergelijke artikelen, zonder onderstel, om te malen, te vervezelen, te breken, te wetten, te polijsten, te slijpen, te zagen of te snijden, handwetstenen en handpolijststenen, alsmede delen daarvan, van natuursteen, van geagglomereerde natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp– of polijstmiddelen, of van keramiek, ook indien met delen van andere stoffen |
6804.2 | Andere |
6804.22 | – – van andere geagglomereerde schuur-, slijp– of polijstmiddelen of van keramiek |
6804.30 | – handwetstenen en handpolijststenen |
6804.309 | – – – van kunstmatige materialen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
68.05 | Natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp– of polijstmiddelen in poeder of in korrels, op een drager van textiel, van papier, van karton of van andere stoffen, ook indien in een bepaalde vorm gesneden, genaaid of op andere wijze aaneengezet |
6805.10 | – op een drager van uitsluitend textielweefsel |
6805.20 | – op een drager van uitsluitend papier of karton |
6805.30 | – op een drager van andere stoffen |
68.06 | Slakkenwol, steenwol en dergelijke minerale wol; geëxpandeerd vermiculiet, geëxpandeerde klei, slakkenschuim en dergelijke geëxpandeerde minerale producten; mengsels en werken van minerale stoffen voor warmte-isolering, geluiddemping of geluidabsorptie, andere dan de goederen bedoeld bij post 68.11 of 68.12, dan wel bij hoofdstuk 69 |
6806.10 | – slakkenwol, steenwol en dergelijke minerale wol, ook indien onderling vermengd, in bulk, in bladen of op rollen |
68.07 | Werken van asfalt of van dergelijke producten (bijvoorbeeld petroleumbitumen, koolteerpek) |
6807.10 | – op rollen |
6807.90 | – andere |
6807.909 | – – ander |
6808.00 | Panelen, platen, tegels, blokken en dergelijke artikelen, van plantaardige vezels, van stro of van krullen, spanen, zaagsel of ander afval van hout, gebonden met cement, met gips of met andere minerale bindmiddelen |
68.09 | Werken van gips of van gipspreparaten |
6809.1 | – platen, panelen, tegels en dergelijke artikelen, niet versierd |
6809.11 | – – uitsluitend met papier of karton bekleed of versterkt |
6809.19 | – – andere |
6809.90 | – andere werken |
68.12 | Bewerkte asbestvezels; mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat; werken van deze mengsels of van asbest (bijvoorbeeld garens, weefsels, kleding, hoofddeksels, schoeisel, pakking), ook indien gewapend, andere dan bedoeld bij post 68.11 of 68.13 |
6812.10 | – bewerkte asbestvezels; mengsels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat |
6812.20 | – garens |
6812.30 | – koord, ook indien gevlochten |
6812.40 | – weefsels en brei– of haakwerk, aan het stuk |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
6812.50 | – kleding, kledingtoebehoren, schoeisel en hoofddeksels |
6812.60 | – asbestpapier, -karton en -vilt |
6812.70 | – asbestpakking in vellen of op rollen |
6812.90 | – andere |
6812.909 | – – – andere |
68.13 | Wrijvingsmateriaal (bijvoorbeeld platen, rollen, banden, segmenten, schijven, ringen), niet gemonteerd, voor remmen, voor koppelingen en voor frictie- mechanismen, samengesteld met asbest, met andere minerale stoffen of met cellulose, ook indien verbonden met textiel of met andere stoffen |
6813.10 | – remvoering |
6813.109 | – – – andere |
6813.90 | – andere |
6813.909 | – – – andere |
69.04 | Baksteen, vloerstroken (hourdis), balkbekleding en dergelijke keramische artikelen |
6904.10 | – baksteen |
6904.101 | – – – massief, afmetingen 250 × 120 × 65 |
6904.102 | – – – geperforeerd, afmetingen 250 × 120 × 65 |
6904.103 | – – – blokken, afmetingen 290 × 190 × 190 |
6904.104 | – – – blokken, afmetingen 250 × 190 × 190 |
6904.105 | – – – blokken, afmetingen 250 × 250 × 140 |
6904.109 | – – – andere |
6904.90 | – andere |
6904.901 | – – – vultegels voor plafondtoepassingen, afmetingen 250 × 380 × 140 |
6904.902 | – – – vultegels voor plafondtoepassingen, afmetingen 390 × 100 × 160 |
6904.903 | – – – steuntegels, afmetingen 250 × 120 × 40 |
6904.909 | – – – andere |
69.05 | Dakpannen, elementen voor schoorstenen, rookkanalen, bouwkundige ornamenten en ander bouwmateriaal, van keramische stoffen |
6905.10 | – dakpannen |
6905.101 | – – – geperste dakpannen, afmetingen 350 × 200 |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
6905.102 | – – – geperste dakpannen met sluiting, afmetingen 340 × 200 |
6905.103 | – – – vlakke dakpannen, afmetingen 380 × 180 |
6905.104 | – – – mediterrane dakpannen, afmetingen 375 × 200 |
6905.109 | – – – andere |
6905.90 | – andere |
69.10 | Gootstenen, wasbakken, zuilen voor wasbakken, badkuipen, bidets, closetpotten, stortbakken, urinoirs en dergelijke artikelen voor sanitair gebruik, bestemd om blijvend te worden bevestigd, van keramische stoffen |
6910.10 | – van porselein |
6910.90 | – andere |
70.05 | Vuurgepolijst glas (’’float glass’’) en op één of beide zijden geslepen of gepolijst glas, in platen, ook indien voorzien van een absorberende, reflecterende of niet-reflecterende laag, doch niet op andere wijze bewerkt |
7005.30 | – draadglas |
70.17 | Glaswerk voor laboratoria, voor apotheken of voor hygiënisch gebruik, ook indien voorzien van graad– of maataanwijzingen |
7017.10 | – van gesmolten kwarts of van ander gesmolten siliciumdioxide |
7017.109 | – – – andere |
7017.20 | – van ander glas met een lineaire uitzettingscoëfficiënt van niet meer dan 5 × 10-6 per Kelvin tussen 0 °C en 300 °C |
7017.90 | – andere |
73.06 | Andere buizen, pijpen en holle profielen (bijvoorbeeld gelast, geklonken, genageld, gefelst of met enkel tegen elkaar liggende randen), van ijzer of van staal |
7306.20 | – bekledingsbuizen (casing) en exploitatiebuizen (tubing), van de soort gebruikt bij de olie– of gaswinning |
7306.202 | – – – exploitatiebuizen (tubing) met een uitwendige diameter van minder dan 76,2 mm |
7306.209 | – – – andere |
7306.50 | – andere, gelast, met rond profiel, van ander gelegeerd staal |
7306.509 | – – – andere |
7306.90 | – andere |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
73.08 | Constructiewerken en delen van constructiewerken (bij voorbeeld bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustraden), van gietijzer, van ijzer of van staal, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 94.06; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructie- werken |
7308.10 | – bruggen en brugdelen |
7308.20 | – vakwerkmasten en andere masten |
7308.40 | – steiger-, bekistings-, steun– en stutmateriaal |
7308.409 | – – – andere |
7309.00 | Reservoirs, voeders, kuipen en dergelijke bergingsmiddelen, voor ongeacht welke goederen (andere dan voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas), van gietijzer, van ijzer of van staal, met een inhoudsruimte van meer dan 300 l, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding |
7309.001 | – – – reservoirs voor het vervoer van goederen |
7309.009 | – – – andere |
7311.00 | Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas, van gietijzer, van ijzer of van staal |
7311.009 | – – – andere |
73.12 | Kabels, strengen, lengen en dergelijke artikelen, van ijzer of van staal, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit |
7312.10 | – kabels en strengen |
7312.109 | – – – andere |
7312.1099 | – – – andere |
7312.90 | – andere |
7312.909 | – – – andere |
7313.00 | Prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal, bestaande uit getorste draden of uit strippen, al dan niet voorzien van punten, stekels of tanden, van ijzer of van staal |
73.14 | Metaaldoek (eindeloos metaaldoek daaronder begrepen), metaalgaas en traliewerk, van ijzerdraad of van staaldraad; plaatgaas verkregen door het uitrekken van plaatijzer, plaatstaal, bandijzer of bandstaal |
7314.4 | – ander metaaldoek, metaalgaas en traliewerk |
7314.41 | – – verzinkt |
7314.42 | – – bekleed met kunststof |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
7314.49 | – – ander |
73.15 | Kettingen en delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal |
7315.1 | – scharnierende kettingen en delen daarvan |
7315.11 | – – rolkettingen |
7315.12 | – – andere kettingen |
7315.19 | – – delen |
7315.20 | – sneeuwkettingen |
7315.8 | – andere kettingen |
7315.81 | – – damkettingen |
7315.82 | – – andere kettingen, met gelaste schakels |
7315.89 | – – andere |
7315.90 | – andere delen |
7316.00 | Ankers, dreggen en delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal |
73.17 | Draadnagels, spijkers, punaises, aangepunte krammen, gegolfde krambanden en dergelijke artikelen, van gietijzer, van ijzer of van staal, ook indien met een kop van andere stoffen, doch met uitzondering van die met een koperen kop |
7317.001 | – – – voor rails |
7317.002 | – – – voor beton |
73.18 | Xxxxxxxxx, bouten, moeren, kraagschroeven, schroefhaken, massieve klinknagels en klinkbouten, splitpennen en splitbouten, stelpennen en stelbouten, spieën, sluitringen (veerringen en andere verende sluitringen daaronder begrepen) en dergelijke artikelen, van gietijzer, van ijzer of van staal |
7318.1 | – artikelen met schroefdraad |
7318.11 | – – kraagschroeven |
7318.12 | – – andere houtschroeven, met uitzondering van oogschroeven en schroefhaken |
7318.13 | – – oogschroeven en schroefhaken |
7318.14 | – – zelftappende schroeven |
7318.19 | – – andere |
7318.2 | – artikelen zonder schroefdraad |
7318.21 | – – veerringen en andere verende sluitringen |
7318.23 | – – massieve klinknagels en klinkbouten |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
7318.24 | – – splitpennen en splitbouten, stelpennen en stelbouten en spieën |
7318.29 | – – andere |
73.21 | Kachels, kookketels met vuurhaard, keukenfornuizen (die welke mede dienen voor centrale verwarming daaronder begrepen), barbecues, vuurpotten, gaskookplaten, bordenwarmers en dergelijke niet-elektrische toestellen voor huishoudelijk gebruik, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal |
7321.11 | – – voor gas of voor gas en andere brandstof |
7321.13 | – – voor vaste brandstof |
73.23 | Keukengerei en huishoudelijke artikelen, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal; ijzerwol en staalwol; sponsen, schuurlappen, schuurhandjes en dergelijke artikelen voor het schuren, voor het polijsten of voor dergelijke doeleinden, van ijzer of van staal |
7323.10 | – ijzerwol en staalwol; sponsen, schuurlappen, schuurhandjes en dergelijke artikelen voor het schuren, voor het polijsten of voor dergelijke doeleinden |
7323.9 | – andere |
7323.93 | – – van xxxxxxxxx xxxxx |
7323.931 | – – – potten |
7323.939 | – – – andere |
73.26 | Andere werken van xxxxx of van staal |
7326.1 | – gesmeed of gestampt, doch niet verder bewerkt |
7326.19 | – – andere |
7326.20 | – werken van ijzer– of staaldraad |
7326.209 | – – – andere |
7326.90 | – andere |
7326.909 | – – andere |
76.10 | Constructiewerken en delen van constructiewerken (bijvoorbeeld bruggen, brugdelen, torens, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapcon- structies, deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor, drempels, luiken, balustra- des), van aluminium, andere dan de geprefabriceerde bouwwerken bedoeld bij post 94.06; platen, staven, profielen, buizen en dergelijke, van aluminium, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken |
7610.10 | – deuren en ramen, alsmede kozijnen daarvoor en drempels |
7610.109 | – – andere |
7610.90 | – andere |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
7610.901 | – – – elementen voor gebruik in constructiewerken |
7610.909 | – – – andere |
7611.00 | Reservoirs, voeders, kuipen en dergelijke bergingsmiddelen, voor ongeacht welke goederen (andere dan voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas), van aluminium, met een inhoudsruimte van meer dan 300 l, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding |
7611.001 | – – – inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding |
7611.009 | – – – andere |
76.14 | Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit |
7614.10 | – met een kern van staal |
7614.90 | – andere |
8304.00 | Bergkastjes voor kantoorbescheiden, kaartenkasten, xxxxxx– en sorteerdozen, kopijstanders (concepthouders), pennenbakjes, stempelhouders en dergelijk kantoormaterieel, van onedel metaal, andere dan kantoormeubelen bedoeld bij post 94.03 |
83.09 | Stoppen (kroonkurken, schroefstoppen en schenkkurken daaronder begrepen), flessencapsules, schroefsponnen, sponblikjes, plombeerblikjes en -loodjes en andere benodigdheden voor verpakkingen, van onedel metaal |
8309.90 | – andere |
8309.902 | – – – plombeerblikjes en -loodjes, niet verder bewerkt |
8309.903 | – – – plombeerblikjes en -loodjes, bewerkt |
8309.909 | – – – andere |
84.02 | Stoomketels (stoomgeneratoren), andere dan ketels voor centrale verwarming die zowel heet water als lagedrukstoom kunnen produceren; ketels voor oververhit water |
8402.1 | – stoomketels |
8402.11 | – – waterpijpketels met een stoomproductie van meer dan 45 ton per uur |
8402.111 | – – – hoofdstoomketels voor schepen |
8402.112 | – – – andere, met een stoomproductie van niet meer dan 300 ton per uur |
8402.119 | – – – andere, met een stoomproductie van meer dan 300 ton per uur |
8402.12 | – – waterpijpketels met een stoomproductie van niet meer dan 45 ton per uur |
8402.121 | – – – hoofdstoomketels voor schepen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8402.129 | – – – andere |
8402.19 | – – andere stoomketels, hybride ketels daaronder begrepen |
8402.191 | – – – hoofdstoomketels voor schepen |
8402.192 | – – – vlampijpketels |
8402.193 | – – – heteolieketels |
8402.199 | – – – andere |
8402.20 | – ketels voor oververhit water |
8402.201 | – – – gestookt met xxxxxx xxxx |
84.03 | Ketels voor centrale verwarming, andere dan die bedoeld bij post 84.02 |
8403.90 | – delen |
84.04 | Hulptoestellen voor ketels bedoeld bij post 84.02 of 84.03 (bij voorbeeld economisers of voorwarmers, oververhitters, roetblazers, terugvoerinrichtingen voor vliegas); condensors voor stoommachines |
– delen | |
8404.90 | |
84.06 | Stoomturbines en andere dampturbines |
8406.90 | – delen |
84.16 | Branders voor het stoken van vuurhaarden met vloeibare brandstof, met verpoederde vaste brandstof of met gas; automatische stookinrichtingen, alsmede daarvoor bestemde werp– en schroefstokers, mechanische roosters, mechanische toestellen voor het verwijderen van as en dergelijke inrichtingen |
8416.20 | – andere branders, branders voor meer dan één soort brandstof daaronder begrepen |
8416.209 | – – – andere |
84.18 | Koelkasten, vrieskasten en andere machines, apparaten en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend; warmtepompen, andere dan klimaatregelingstoestellen bedoeld bij post 84.15 |
8418.2 | – koelkasten voor huishoudelijk gebruik |
8418.21 | – – met compressiekoelmachine |
8418.22 | – – met absorptiekoelmachine, elektrisch |
8418.29 | – – andere |
8418.50 | – andere kisten, kasten, vitrines, toonbanken en dergelijke koel– of vriesmeubelen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
84.19 | Toestellen, apparaten en inrichtingen, ook indien elektrisch verhit, voor de behandeling van stoffen volgens werkwijzen waarbij temperatuurverandering nodig is, zoals verwarmen, koken, branden, roosten, distilleren, rectificeren, steriliseren, pasteuriseren, stomen, drogen, uitdampen, verdampen, condenseren of afkoelen, andere dan toestellen en apparaten voor huishoudelijk gebruik; geisers (doorstroom- toestellen) en andere heetwatertoestellen (voorraadtoestellen of boilers), niet elektrisch |
8419.1 | Geisers (doorstroomtoestellen) en andere heetwatertoestellen (voorraadtoestellen of boilers), niet elektrisch |
8419.111 | – – – voor huishoudelijk gebruik |
8419.119 | – – – andere |
8419.191 | – – – voor huishoudelijk gebruik |
8419.199 | – – – andere |
8419.40 | – distilleertoestellen en rectificeertoestellen |
8419.401 | – – – fractioneerkolommen voor de productie van zuurstof |
8419.409 | – – – andere |
8419.8 | – andere toestellen, apparaten en inrichtingen |
8419.81 | – – voor het bereiden van warme dranken of voor het koken, bakken of opwarmen van spijzen |
8419.819 | – – – andere |
8419.89 | – – andere |
8419.899 | – – – andere |
8419.8999 | – – – – andere |
84.20 | Kalanders en walsmachines, andere dan voor metalen of voor glas, alsmede cilinders daarvoor |
8420.10 | – kalanders en walsmachines |
8420.101 | – – – strijkmachines |
8420.1011 | – – – – voor huishoudelijk gebruik |
84.21 | Centrifuges, centrifugaaldrogers daaronder begrepen; toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen of van gassen |
8421.1 | – – centrifuges, centrifugaaldrogers daaronder begrepen |
8421.121 | – – – voor huishoudelijk gebruik |
8421.2 | – toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8421.29 | – – andere |
8421.299 | – – – andere |
8421.3 | – toestellen voor het filtreren of zuiveren van gassen |
8421.31 | – – luchtfilters voor explosiemotoren of voor verbrandingsmotoren |
8421.319 | – – – andere |
8421.39 | – – andere |
8421.399 | – – – andere |
8421.9 | – delen |
8421.91 | – – van centrifuges, met inbegrip van centrifugaaldrogers |
8421.919 | – – van centrifuges, met inbegrip van centrifugaaldrogers |
84.23 | Weegtoestellen en weeginrichtingen, tel– en controletoestellen waarvan de werking op weging berust daaronder begrepen, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gevoeligheid van 5 cg of beter; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten |
8423.30 | – toestellen voor het afwegen van constante hoeveelheden en weegtoestellen voor het vullen van zakken of andere bergingsmiddelen |
8423.8 | – andere weegtoestellen en weeginrichtingen |
8423.81 | – – met een weegvermogen van niet meer dan 30 kg |
8423.82 | – – met een weegvermogen van meer dan 30 doch niet meer dan 5000 kg |
8423.829 | – – – andere |
8423.89 | – – andere |
8423.891 | – – – weegbruggen (voor spoorwegmaterieel of voor vrachtwagens en bestelwagens) |
8423.899 | – – – andere |
84.24 | Mechanische toestellen (ook indien voor handkracht) voor het spuiten, verspreiden of verstuiven van vloeistoffen of van poeder; blusapparaten (ook indien gevuld); spuitpistolen en dergelijke toestellen; zandstraaltoestellen, stoomstraaltoestellen en dergelijke straaltoestellen |
8424.10 | – blusapparaten (ook indien gevuld) |
8424.109 | – – – andere |
8424.8 | – andere toestellen |
8424.81 | – – voor de land– of tuinbouw |
8424.819 | – – – andere |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
84.27 | Vorkheftrucks; andere transportwagentjes met hef– of hanteerinrichting |
8427.20 | – andere transportwagens met eigen beweegkracht |
8427.209 | – – – andere |
8427.90 | – andere transportwagens |
84.28 | Andere hef-, hijs-, laad– en losmachines en -toestellen, alsmede andere machines en toestellen voor het hanteren van goederen (bijvoorbeeld liften, roltrappen, transportbanden, kabelbanen) |
8428.20 | – pneumatische transportinrichtingen |
8428.209 | – – – andere |
8428.3 | – andere continuwerkende transportinrichtingen voor goederen |
8428.39 | – – andere |
8428.399 | – – – andere |
84.32 | Machines, toestellen en werktuigen voor land-, tuin– of bosbouw, voor de voorbereiding, bewerking of bebouwing van de bodem; rollers voor gras– en sportvelden |
8432.10 | – ploegen |
8432.2 | – eggen, cultivators, extirpators, hak-, schoffel– en wiedmachines |
8432.21 | – – schijfeggen |
8432.29 | – – andere |
8432.30 | – zaai-, plant– en pootmachines |
8432.301 | – – – plantmachines voor de bosbouw |
8432.309 | – – – andere |
8432.40 | – machines voor het strooien of verspreiden van meststoffen |
8432.80 | – andere machines, toestellen en werktuigen |
84.33 | Machines, toestellen en werktuigen voor het oogsten of voor het dorsen van landbouwproducten, stro– en veevoederpersen daaronder begrepen; gazon– en andere grasmaaimachines; machines voor het reinigen of sorteren van eieren, vruchten of andere landbouwproducten, andere dan die bedoeld bij post 84.37 |
8433.1 | – gazonmaaimachines, die voor parken en sportvelden daaronder begrepen |
8433.11 | – – met motor en met een in een horizontaal vlak draaiende snijinrichting |
8433.19 | – – andere |
8433.20 | – andere maaimachines, maaibalken voor trekkers daaronder begrepen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
84.38 | Machines en toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk, voor de industriële bereiding of vervaardiging van voedingsmiddelen of dranken, andere dan machines en toestellen voor de extractie of de bereiding van dierlijke of van vaste plantaardige vetten of oliën |
8438.50 | – machines en toestellen voor het bewerken of verwerken van vlees |
8438.60 | – machines en toestellen voor de bereiding van vruchten of groenten |
84.52 | Naaimachines, andere dan de naaimachines voor het boekbindersbedrijf bedoeld bij post 84.40; meubelen, onderstellen en kappen, speciaal ontworpen voor naaimachi- nes; naalden voor naaimachines |
8452.10 | – naaimachines voor huishoudelijk gebruik |
84.57 | Bewerkingscentra, enkelstationsbewerkingsmachines en meervoudige transfer- bewerkingsmachines, voor de bewerking van metalen |
8457.20 | – enkelstationsbewerkingsmachines |
8457.30 | – meervoudige transferbewerkingsmachines |
84.58 | Draaibanken (draaicentra daaronder begrepen) voor het verspanend bewerken van metaal |
8458.1 | – horizontale draaibanken |
8458.19 | – – andere |
84.59 | Machines (bewerkingseenheden op slede daaronder begrepen) voor het boren, ruimen, frezen, draadsnijden of draadtappen in metaal, waarbij metaal wordt weggenomen, andere dan de draaibanken (draaicentra daaronder begrepen) bedoeld bij post 84.58 |
8459.2 | – andere boormachines |
8459.29 | – – andere |
8459.299 | – – – andere |
8459.6 | – andere freesmachines |
8459.61 | – – met numerieke besturing |
8459.619 | – – – andere |
8459.69 | – – andere |
8459.699 | – – – andere |
84.60 | Machines voor het afbramen, slijpen, lappen, polijsten, afslijpen, honen of op andere wijze afwerken van metalen of van cermets, met behulp van slijpmiddelen (slijpstenen, slijpschijven, hoonstenen) of polijstschijven, andere dan de machines voor het frezen, steken, schaven, slijpen of afwerken van tandwielen bedoeld bij post 84.61 |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8460.2 | Andere slijpmachines waarbij de instelling in een der assen tot op ten minste 0,01 mm nauwkeurig kan worden geregeld |
8460.29 | – – andere |
8460.292 | – – – voor krukassen |
8460.3 | – machines voor het slijpen van gereedschap |
8460.39 | – – andere |
84.61 | Schaafbanken, sterkearmschaafbanken, steekbanken, trekfreesbanken, machines voor het frezen, steken, schaven, slijpen of afwerken van tandwielen, zaagmachines, afsteekbanken en andere machines voor het verspanend bewerken van metaal of van cermets, elders genoemd noch elders onder begrepen |
8461.50 | – zaagmachines en afsteekbanken |
84.81 | Kranen en dergelijke artikelen (reduceerventielen en thermostatisch werkende kleppen daaronder begrepen), voor leidingen, voor ketels, voor reservoirs, voor bakken of voor dergelijke bergingsmiddelen |
8481.10 | Reduceerventielen |
8481.109 | – – – andere |
8481.30 | – terugslagkleppen |
8481.309 | – – – andere |
8481.40 | – overloopkleppen en veiligheidskleppen |
8481.409 | – – – andere |
8481.80 | – andere artikelen |
8481.801 | – – – elektromechanisch of pneumatisch aangedreven regelkleppen |
8481.806 | – – – toebehoren voor centrale verwarming met enkele of dubbele buizen, met een nominale afmeting van 3/8’’ of meer, doch niet meer dan 3/4’’ |
85.01 | Elektromotoren en elektrische generatoren, andere dan generatoraggregaten |
8501.3 | – andere gelijkstroommotoren; gelijkstroomgeneratoren |
8501.31 | – – met een vermogen van niet meer dan 750 W |
8501.319 | – – – andere |
8501.33 | – – met een vermogen van meer dan 75 doch niet meer dan 375 kW |
8501.339 | – – – andere |
8501.40 | – andere eenfasewisselstroommotoren |
8501.409 | – – andere |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8501.4099 | – – – andere |
8501.5 | – andere meerfasewisselstroommotoren |
8501.51 | – met een vermogen van niet meer dan 750 W |
8501.519 | – – – andere |
8501.5199 | – – – andere |
8501.52 | – – met een vermogen van meer dan 750 W doch niet meer dan 75 kW |
8501.529 | – – – andere |
8501.5299 | – – – andere |
85.02 | Elektrische generatoraggregaten en roterende omvormers |
8502.1 | – generatoraggregaten aangedreven door een zuigermotor met zelfontsteking (diesel– of semi-dieselmotor) |
8502.11 | – – met een vermogen van niet meer dan 75 kVA |
8502.119 | – – – andere |
8502.12 | – – met een vermogen van meer dan 75 doch niet meer dan 375 kVA |
8502.129 | – – – andere |
8502.13 | – – met een vermogen van meer dan 375 kVA |
8502.139 | – – – andere |
8502.20 | – generatoraggregaten aangedreven door een zuigermotor met vonkontsteking (explosiemotoren) |
8502.209 | – – – andere |
8502.3 | – andere generatoraggregaten |
8502.39 | – andere |
8502.391 | – – – voor gelijkstroom |
8502.3919 | – – – andere |
8502.399 | – – – voor wisselstroom |
8502.3999 | – – – andere |
8502.40 | – roterende omvormers |
8502.409 | – – – andere |
85.04 | Elektrische transformatoren, statische omvormers (bijvoorbeeld gelijkrichters), smoorspoelen en zelfinductiespoelen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8504.10 | – ballasten voor ontladingslampen of -buizen |
8504.109 | – – – andere |
8504.3 | – andere transformatoren |
8504.34 | – – met een vermogen van meer dan 500 kVA |
8504.349 | – – – andere |
8504.40 | – statische omvormers |
8504.409 | – – – andere |
85.05 | Elektromagneten; permanente magneten en artikelen bestemd om na magnetisering als permanente magneten te worden gebruikt; magnetische en elektromagnetische opspanplaten en werkstukhouders; elektromagnetische koppelingen, gangwissels en remmen; lastmagneten |
8505.20 | – elektromagnetische koppelingen, gangwissels en remmen |
85.30 | Elektrische signaaltoestellen (andere dan die voor de overbrenging van berichten), veiligheids-, controle– en bedieningstoestellen, voor spoor– en tramwegen, voor verkeers– en waterwegen, voor parkeerterreinen, voor havens of voor vliegvelden (andere dan die bedoeld bij post 86.08) |
8530.10 | – toestellen voor spoor– en tramwegen |
8530.80 | – andere toestellen |
85.39 | Elektrische gloeilampen en -buizen en elektrische gasontladingslampen en -buizen, ,,sealed beam’’-lampen en lampen en buizen voor ultraviolette of voor infrarode stralen daaronder begrepen; booglampen |
8539.2 | – andere gloeilampen en -buizen, met uitzondering van lampen en buizen voor ultraviolette of voor infrarode stralen |
8539.29 | – – andere |
85.44 | Draad, kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen) en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (ook indien gevernist of gelakt – zogeheten emaildraad – of anodisch geoxideerd), ook indien voorzien van verbindingsstukken; optischevezel- kabel bestaande uit individueel omhulde vezels, ook indien elektrische geleiders bevattend of voorzien van verbindingsstukken |
8544.1 | – wikkeldraad |
8544.111 | – – – met een diameter van niet meer dan 2,50 mm |
8544.20 | – coaxiaalkabel en andere coaxiale geleiders van elektriciteit |
8605.001 | – – – ambulances |
86.01 | Elektrische locomotieven en elektrische railtractors (zonder eigen energiebron of met elektrische accumulatoren) |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8601.10 | – zonder eigen energiebron |
8601.102 | – – – voor spoor met normale spoorwijdte |
8601.109 | – – – andere |
86.02 | Andere locomotieven en andere railtractors; tenders |
8602.10 | – dieselelektrische locomotieven |
8602.90 | – andere |
8602.901 | – – – diesel-mechanisch explosieveilig |
8602.902 | – – – diesel-hydraulisch |
8602.909 | – – – andere |
86.03 | Motorwagens voor spoor– en tramwegen en railauto’s, andere dan die bedoeld bij post 86.04 |
8603.10 | – zonder eigen energiebron |
8603.101 | – – – personenrijtuigen voor tramwegen |
8603.102 | – – – motoreenheden voor personenvervoer |
8603.103 | – – – motorwagens voor personenvervoer |
8603.109 | – – – andere |
8603.90 | – andere |
8603.901 | – – – motoreenheden voor personenvervoer |
8603.902 | – – – motorwagens voor personenvervoer |
8603.909 | – – – andere |
8605.00 | Personenrijtuigen, bagagewagens, postwagens en andere speciale wagens, zonder eigen beweegkracht, voor spoor– en tramwegen (andere dan die bedoeld bij post 86.04) |
8605.002 | – – – personenrijtuigen, postwagens, bagagewagens en officiële rijtuigen voor spoorwegen |
8605.009 | – – – andere |
86.06 | Goederenwagens zonder eigen beweegkracht, voor spoor– en tramwegen |
8606.10 | – tankwagens en dergelijke |
8606.20 | – thermisch geïsoleerde wagens en koelwagens, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 8606 10 |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8606.30 | – zelflossende wagens, andere dan die bedoeld bij de onderverdelingen 8606 10 en 8606 20 |
8606.9 | – andere |
8606.91 | – – gesloten (met wanden en dak) |
8606.911 | – – – voor het vervoer van levende vis |
8606.919 | – – – andere |
8606.92 | – – open wagens met niet-afneembare zijkanten met een hoogte van meer dan 60 cm |
8606.99 | – – andere |
8606.991 | – – – wagens en rijtuigen voor tramwegen |
8606.999 | – – – andere |
86.07 | Delen van rollend spoor– en tramwegmaterieel |
8607.1 | – draaistellen (bogies), bisseldraaistellen, assen en wielen, alsmede delen daarvan |
8607.11 | – – tractiedraaistellen en tractiebisseldraaistellen |
8607.12 | – – andere draaistellen (bogies) en andere bisseldraaistellen |
8607.30 | – koppelhaken en andere koppelingen, buffers, alsmede delen daarvan |
8609.00 | Containers en dergelijke laadkisten (tankcontainers daaronder begrepen), ingericht en uitgerust voor het vervoer met ongeacht welk vervoermiddel |
8609.009 | – – – andere |
87.01 | Tractors (trekkers), andere dan die bedoeld bij post 87.09 |
8701.20 | – trekkers (wegtractors) voor opleggers |
8701.202 | – – – gebruikt, met een motorvermogen van niet meer dan 300 kW |
8701.204 | – – – gebruikt, met een motorvermogen van meer dan 300 kW |
87.02 | Automobielen voor het vervoer van tien of meer personen, de bestuurder daaronder begrepen |
8702.10 | – met een motor met zelfontsteking (diesel– of semi-dieselmotor) |
8702.101 | – – – autobussen, nieuw |
8702.102 | – – – autobussen, gebruikt |
8702.90 | – – andere |
8702.901 | – – – andere autobussen, nieuw |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8702.902 | – – – andere autobussen, gebruikt |
8702.903 | – – – trolleybussen |
8702.909 | – – – andere |
87.03 | Automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personen- vervoer (andere dan die bedoeld bij post 87.02), motorvoertuigen van het type ,,station-wagon’’ of ,,break’’ en racewagens daaronder begrepen |
8703.2 | – andere voertuigen met een motor met vonkontsteking en met op– en neergaande zuigers |
8703.21 | – – met een cilinderinhoud van niet meer dan 1 000 cm3 |
8703.212 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.219 | – – – andere, gebruikt |
8703.22 | – – met een cilinderinhoud van meer dan 1 000 doch niet meer dan 1 500 cm3 |
8703.222 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.229 | – – – andere, gebruikt |
8703.23 | – – met een cilinderinhoud van meer dan 1 500 doch niet meer dan 3 000 cm3 |
8703.232 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.235 | – – – voor gebruik op of buiten de wegen, gebruikt |
8703.239 | – – – andere, gebruikt |
8703.24 | – – met een cilinderinhoud van meer dan 3 000 cm3 |
8703.242 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.245 | – – – voor gebruik op of buiten de wegen, gebruikt |
8703.249 | – – – andere, gebruikt |
8703.3 | – andere voertuigen met een motor met zelfontsteking (diesel– of semi-dieselmotor) |
8703.31 | – – met een cilinderinhoud van niet meer dan 1 500 cm3 |
8703.312 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.319 | – – – andere, gebruikt |
8703.32 | – – met een cilinderinhoud van meer dan 1 500 doch niet meer dan 2 500 cm3 |
8703.322 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.325 | – – – voor gebruik op of buiten de wegen, gebruikt |
8703.329 | – – – andere, gebruikt |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8703.33 | – met een cilinderinhoud van meer dan 2 500 cm3 |
8703.332 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.335 | – – – voor gebruik op of buiten de wegen, gebruikt |
8703.339 | – – – andere, gebruikt |
8703.90 | – andere |
8703.902 | – – – automobielen, gebruikt |
8703.909 | – – – andere, gebruikt |
87.04 | Automobielen voor goederenvervoer |
8704.2 | – andere voertuigen met een motor met zelfontsteking (diesel– of semi-dieselmotor) |
8704.23 | – – met een maximaal toegelaten gewicht van meer dan 20 ton |
8704.231 | – – – tankwagens |
8706.00 | Chassis met motor, voor motorvoertuigen bedoeld bij de posten 87.01 tot en met 87.05 |
8706.002 | – – – voor tractors (trekkers) |
87.07 | Carrosserieën voor motorvoertuigen bedoeld bij de posten 87.01 tot en met 87.05, cabines daaronder begrepen |
8707.10 | – voor voertuigen bedoeld bij post 87.03 |
8707.90 | – andere |
8707.901 | – – – voor autobussen en trolleybussen |
8707.902 | – – – gesloten aluminium carrosserieën voor vrachtwagens |
8707.909 | – – – andere |
87.08 | Delen en toebehoren van motorvoertuigen bedoeld bij de posten 8701 tot en met 87.05 |
8708.10 | – bumpers en delen daarvan |
8708.2 | – andere delen en toebehoren van carrosserieën (cabines daaronder begrepen) |
8708.291 | – – – aluminium zijpanelen voor carrosserieën van vrachtwagens |
8708.3 | – remmen en servoremmen, alsmede delen daarvan |
8708.39 | – – andere |
8708.9 | – andere delen en toebehoren |
8708.92 | – – knaldempers en uitlaatpijpen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8708.93 | – – koppelingen en delen daarvan |
8708.99 | – – andere |
8708.991 | – – – koppelingen, sluitingen en steungeleiders, met uitzondering van beweeglijke koppelingen |
8708.992 | – – – andere delen, bewerkt |
8708.999 | – – – andere delen, niet verder bewerkt |
87.11 | Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens |
8711.10 | – met motor met op– en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3 |
8711.20 | Met motor met op– en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud van meer dan 50 doch niet meer dan 250 cm3 |
8711.201 | – – – nieuw |
8711.209 | – – – gebruikt |
8711.30 | Met motor met op– en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud van meer dan 250 doch niet meer dan 500 cm3 |
8711.301 | – – – nieuw |
8711.309 | – – – gebruikt |
8711.40 | Met motor met op– en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud van meer dan 500 doch niet meer dan 800 cm3 |
8711.401 | – – – nieuw |
8711.409 | – – – gebruikt |
8711.50 | Met motor met op– en neergaande zuigers, met een cilinderinhoud van meer dan 800 cm3 |
8711.509 | – – – gebruikt |
8711.90 | – andere |
8711.901 | – – – zijspanwagens |
8711.909 | – – – andere |
87.14 | Delen en toebehoren van de voertuigen bedoeld bij de posten 87.11 tot en met 87.13 |
8714.1 | – van motorrijwielen |
8714.11 | – – zadels |
8714.9 | – andere |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
8714.92 | – – velgen en spaken |
8714.93 | – – naven (andere dan remnaven) en tandwielen voor vrijloop (freewheels) |
8714.94 | – – remmen, remnaven daaronder begrepen, alsmede delen daarvan |
8714.95 | – – zadels |
87.16 | Aanhangwagens en opleggers; andere voertuigen zonder eigen beweegkracht; delen daarvan |
8716.20 | – aanhangwagens en opleggers voor landbouwdoeleinden, zelfladend of zelflossend |
8716.209 | – – – andere |
8716.3 | – andere aanhangwagens en opleggers voor goederenvervoer |
8716.31 | – – tankaanhangwagens en tankopleggers |
8716.311 | – – – voor vloeibaar gemaakt gas |
8716.40 | – andere aanhangwagens en opleggers |
8716.80 | – andere voertuigen |
89.03 | Jachten en andere plezier– en sportvaartuigen; roeiboten en kano’s |
8903.10 | – opblaasbare boten |
8903.9 | – andere |
8903.92 | – – motorboten, andere dan die met buitenboordmotor |
8903.99 | – – andere |
94.01 | Stoelen, banken en andere zitmeubelen (andere dan die bedoeld bij post 94.02), ook indien zij tot bed kunnen worden omgevormd, alsmede delen daarvan |
9401.30 | – draaistoelen, in de hoogte verstelbaar |
9401.90 | – delen |
9401.902 | – – – van metaal, met uitzondering van schokdempers |
9401.903 | – – – schokdempers |
9401.904 | – – – van kunststof |
94.04 | Springbakken, spiraalmatrassen en dergelijke in een lijst of in een raam gevatte matrassen; artikelen voor bedden en dergelijke (bij voorbeeld matrassen, dekbedden, gewatteerde dekens, kussens, poefs, peluws), met binnenvering of opgevuld met ongeacht welk materiaal, dan wel van rubber of van kunststof, met celstructuur, ook indien overtrokken |
9404.10 | – springbakken, spiraalmatrassen en dergelijke in een lijst of in een raam gevatte matrassen |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
9404.2 | – matrassen |
9404.21 | – – van rubber of van kunststof, met celstructuur, ook indien overtrokken |
9404.29 | – – van andere stoffen |
9404.30 | – slaapzakken |
9404.90 | – andere |
9406.00 | Geprefabriceerde bouwwerken |
9406.001 | – – – van kunststof |
9406.002 | – – – van cement, van beton of van kunststeen |
9406.004 | – – – van staal |
9406.005 | – – – van hout |
9406.009 | – – – andere |
9602.00 | Plantaardige of minerale stoffen geschikt om te worden gesneden, bewerkt, alsmede werken van deze stoffen; gevormde of gesneden werken van was, van paraffine, van stearine, van natuurlijke gommen of harsen, van modelleerpasta, alsmede gevormde of gesneden werken, elders genoemd noch elders onder begrepen; bewerkte, niet-geharde gelatine, andere dan die bedoeld bij post 35.03, alsmede werken van niet-geharde gelatine |
9602.001 | – – – gelatinecapsules voor farmaceutisch gebruik |
9602.002 | – – – plantaardige of minerale stoffen, bewerkt, alsmede werken van deze stoffen |
9602.009 | – – – andere |
96.06 | Knopen en drukknopen; knoopvormen en andere delen van knopen of van drukknopen; knopen in voorwerpsvorm |
9606.10 | – drukknopen en delen daarvan |
9606.2 | – knopen |
9606.21 | – – van kunststof, niet overtrokken met textiel |
9606.22 | – – van onedel metaal, niet overtrokken met textiel |
9606.29 | – – andere |
9606.30 | – knoopvormen en andere delen van knopen; knopen in voorwerpsvorm |
96.07 | Treksluitingen en delen daarvan |
9607.1 | – treksluitingen |
9607.11 | – – met haakjes van onedel metaal |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
9607.19 | – – andere |
9607.20 | – delen |
96.08 | Kogelpennen; vilt– en merkstiften, alsmede andere pennen met poreuze punt; vulpennen; doorschrijfpennen; vulpotloden; penhouders, potloodhouders en dergelijke artikelen; delen (puntbeschermers en klemmen daaronder begrepen) van deze artikelen, andere dan die bedoeld bij post 96.09 |
9608.10 | – kogelpennen |
9608.20 | – vilt– en merkstiften, alsmede andere pennen met poreuze punt |
9608.209 | – – – andere |
9608.3 | – vulpennen |
9608.31 | – – tekenvulpennen voor Oost-Indische of Chinese inkt |
9608.39 | – – andere |
9608.40 | – vulpotloden |
9608.50 | – assortimenten van artikelen bedoeld bij ten minste twee van de voornoemde onderverdelingen |
9608.60 | – vullingen voor kogelpennen met punt |
9608.9 | – andere |
9608.91 | – – schrijfpennen en punten voor schrijfpennen |
9608.911 | – – – schrijfpennen, van goud |
9608.912 | – – – schrijfpennen, andere |
9608.913 | – – – tekenpennen |
9608.919 | – – – punten voor schrijfpennen |
9608.99 | – – andere |
9608.992 | – – – vullingen voor viltstiften |
9608.999 | – – – andere |
96.09 | Potloden (andere dan die bedoeld bij post 96.08), griffels, potloodstiften, pastellen, tekenkool, schrijf– en tekenkrijt, en kleermakerskrijt |
9609.10 | – potloden |
9609.20 | – stiften voor potloden of voor vulpotloden |
9609.90 | – andere |
Bijlage II
Tariefconcessies van Kroatie¨ voor industrieproducten van de Gemeenschap
(artikel 18, lid 3)
De rechten worden als volgt verlaagd:
– bij de inwerkingtreding van de overeenkomst worden alle rechten verminderd tot 70% van het basisrecht;
– op 1 januari 2003 worden de rechten verminderd tot 50% van het basisrecht;
– op 1 januari 2004 worden de rechten verminderd tot 40% van het basisrecht;
– op 1 januari 2005 worden de rechten verminderd tot 30% van het basisrecht;
– op 1 januari 2006 worden de rechten verminderd tot 15% van het basisrecht;
– op 1 januari 2007 worden de resterende rechten afgeschaft.
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
25.22 | Ongebluste kalk, gebluste kalk en hydraulische kalk, andere dan calciumoxide en calciumhydroxide bedoeld bij post 28.25 |
2522.10 | – ongebluste kalk |
2522.20 | – gebluste kalk |
2522.30 | – hydraulische kalk |
25.23 | Hydraulisch cement (cementklinker daaronder begrepen), ook indien gekleurd |
2523.10 | – cementklinker |
2523.109 | – – – andere |
2523.2 | – portlandcement |
2523.29 | – – andere |
2523.292 | – – – portlandcement met toevoegingen |
2523.294 | – – – sulfaatbestendig cement |
2523.295 | – – – cement met lage hydratatietemperatuur |
2523.296 | – – – metallurgisch cement en hoogovencement |
2523.299 | – – – andere |
2523.30 | – aluminiumcement |
GS 6+ | Omschrijving van de goederen |
2523.301 | – – – aluminiumcement met een Al2O3-gehalte van niet meer dan 50% |
2523.90 | – ander hydraulisch cement |
2710.00 | Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen |
2710.001 | – – – motorbenzine en andere lichte oliën: |
2710.0012 | – – – – loodvrije motorbenzine |
2710.0013 | – – – – andere motorbenzine |
2710.0019 | – – – – andere lichte oliën en op basis van lichte oliën vervaardigde producten |
2710.002 | – – – kerosine en andere halfzware oliën |
2710.0024 | – – – – andere aardolie |
2710.0029 | – – – – andere halfzware oliën en producten op basis van die oliën |
2710.003 | – – – zware oliën, andere dan afgewerkte oliën en oliën die voor verdere verwer- king zijn bestemd |
2710.0031 | – – – – gasolie |
2710.0032 | – – – – zeer lichte en lichte speciale stookolie |
2710.009 | – – – andere |
2710.0099 | – – – – afgewerkte olie |
2807.00 | Zwavelzuur; oleum (rokend zwavelzuur) |
2807.001 | – – – zwavelzuur, pro analysi |
2808.00 | Salpeterzuur; nitreerzuren |
2808.001 | – – – nitreerzuren, pro analysi |
31.02 | Minerale of chemische stikstofhoudende meststoffen |
3102.90 | – andere, niet in de bovenstaande onderverdelingen genoemde mengsels daaronder begrepen |
31.05 | Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende ele- menten stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg |
3105.10 | – producten bedoeld bij dit hoofdstuk, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg |