Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming
Xxxxxxxxxxx 0 Xxx Xxxx Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxx Xxxx
Ons kenmerk
ANVS-PP-2020/0059323-06
Datum 5 februari 2021
Betreft Kernenergiewet vergunning
Besluit:
KERNENERGIEWETVERGUNNING VERLEEND AAN R. HEIJMANS HANDELEND ONDER DE NAAM DIERENKLINIEK LANDHORST EN WAALWIJK VOOR HET VERRICHTEN VAN HANDELINGEN MET TOESTELLEN
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING
Pagina 1 van 11
Inhoudsopgave
1.1 Vergunning
Aan R. Heijmans handelend onder de naam Dierenkliniek Landhorst en Waalwijk gevestigd te Landhorst wordt, krachtens artikel 34 van de Kernenergiewet (Kew) en artikelen 3.5 en 3.8, eerste en tweede lid van het Besluit basisveiligheidsnormen
stralingsbescherming (Bbs) voor onbepaalde tijd conform de aanvraag vergunning verleend voor:
A. TOESTELLEN, MOBIEL
Het verrichten van handelingen ten behoeve van veterinaire diagnostiek en onderwijsdoeleinden binnen de locatie van Dierenkliniek Landhorst, gelegen aan Xxxxx Xxxx 0 xx Xxxxxxxxx én op wisselende locaties binnen Nederland, met ioniserende straling uitzendende toestellen binnen de volgende omvang
1. Twee (2) toestellen met een hoogspanning van maximaal 100 kilovolt (kV).
De opslag van de mobiele toestellen vindt plaats op de vaste locatie van Dierenkliniek Landhorst gelegen aan Xxxxx Xxxx 0 xx Xxxxxxxxx.
Locatie Waalwijk
Het verrichten van handelingen ten behoeve van veterinaire diagnostiek binnen de locatie van Dierenkliniek Waalwijk, gelegen aan Professor Keesomweg 6 te Waalwijk, met ioniserende straling uitzendende toestellen binnen de volgende omvang
2. Eén (1) mobiel toestel, vastgeschroefd in een opstelling, met een hoogspanning van maximaal 90 kV.
1.2 Voorschriften
Het Bbs en onderliggende ministeriële regelingen en de ANVS-verordening
basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Vbs) bevatten rechtstreeks geldende bepalingen. De in deze vergunning opgenomen voorschriften betreffen aspecten die niet (volledig) zijn geregeld in de genoemde regelgeving. Naast de in deze
vergunning opgenomen voorschriften dient de vergunninghouder te voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen uit het Bbs en onderliggende ministeriële
regelingen en de Vbs.
Aan deze vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:
I. Algemeen
Voor zover in de vergunning inclusief de voorschriften niet anders is bepaald worden de handelingen verricht overeenkomstig en op de locatie zoals beschreven in de in paragraaf 1.3 genoemde documenten.
II. Organisatie
1. De ondernemer zorgt ervoor dat de handelingen op steeds wisselende plaatsen in geheel Nederland plaatsvinden door of onder direct toezicht van een
toezichthoudend medewerker stralingsbescherming voor de betreffende toepassing.
2. In het geval dat de stralingsbeschermingsdeskundige niet in dienst is van de
vergunninghouder, maar wordt ingehuurd, zijn de taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de omvang van de tijdsbesteding vastgelegd in een contract.
III. Milieubelasting Vaste locatie
1. De door de vergunde handelingen veroorzaakte bijdrage aan de effectieve dosis voor personen buiten de vaste locaties is zo laag als redelijkerwijs mogelijk is. De multifunctionele individuele dosis overschrijdt in geen geval de waarde van 10 microsievert per jaar.
Wisselende plaatsen
1. Buiten elke locatie anders dan de vaste locaties is de door de vergunde
handelingen veroorzaakte bijdrage aan de effectieve dosis voor personen als gevolg van handelingen op wisselende plaatsen in Nederland zo laag als
redelijkerwijs mogelijk. De multifunctionele individuele dosis overschrijdt per werklocatie in geen geval de waarde van 10 microsievert per jaar.
IV. Controle, registratie, meldingen en rapportages
A. Toestellen
1. Wanneer een bron bij derden wordt toegepast of tijdelijk wordt opgeslagen, is dit bekendgemaakt aan de drijver van de inrichting waar de handeling
plaatsvindt.
B. Rapportage
1. De rapportage bedoeld in artikel 5.27 van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs) bevat, naast de in dit artikel bedoelde gegevens, tevens:
– een overzicht van alle toestellen die aan het einde van het verslagjaar
aanwezig zijn, gespecificeerd naar maximale hoogspanning en toepassing;
– een overzicht van relevante wijzigingen van de situatie, binnen het kader van de vergunning;
– een overzicht van controlewerkzaamheden die door of namens de
stralingsbeschermingsdeskundige zijn uitgevoerd en de resultaten daarvan;
– een actuele opgave van de totale stralingsbelasting voor het milieu ten gevolge van alle bronnen binnen de locatie tezamen. De stralingsniveaus buiten de locatie worden in kaart gebracht met behulp van een plattegrond van de locatie.
V. Stralingsincident, ongeval of radiologische noodsituatie
Een stralingsincident, ongeval of radiologische noodsituatie wordt terstond gemeld bij het Meld- en informatiecentrum (088-4890500), dat 24 uur per dag bereikbaar is. Meldingen kunnen ook via de website worden gedaan: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xx-xxxxxx/xxxxxx-xxx-xxxxxxxx.
1.3 Documenten
De plattegronden in bijlagen ‘terreingrensberekening Dierenkliniek Landhorst rev 001’ en ‘ruimtemeting terreingrensberekening Dierenkliniek Waalwijk rev 000’,
onderdeel van de op 18 november 2020 ontvangen aanvraag maken deel uit van de vergunning.
1.4 Openbaarmaking en publicatie
Van het verlenen van deze beschikking wordt tevens mededeling gedaan in de Staatscourant.
1.5 Het in werking treden van de vergunning
Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de
voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
2 De aanvraag, het toetsingskader en de beoordeling
2.1 De aanvraag
De aanvraag zonder kenmerk heb ik op 18 november 2020 ontvangen en heeft betrekking op een aanvraag voor het verrichten van handelingen met ioniserende straling uitzendende toestellen ten behoeve van veterinaire diagnostiek.
Bij de aanvraag zijn de volgende documenten toegevoegd:
– vergunningaanvraag KEW Dierenkliniek Landhorst en Waalwijk;
– uittreksel handelsregister Dierenkliniek Landhorst;
– machtiging rechtshandelingen Dierenkliniek Xxxxxxxxx;
– terreingrensberekening Dierenkliniek Landhorst rev 001;
– RIenE Dierenkliniek Landhorst GD + Paard rev 001;
– ruimtemeting terreingrensberekening Dierenkliniek Waalwijk;
– RIenE Dierenkliniek Waalwijk rev 000;
– mandaat SBD Dierenkliniek Landhorst;
– beschikking registratie SBD;
– diploma SBD;
– mandaten TMS;
– diploma’s TMS.
Op 22 december 2020 heb ik verzocht om aanvullende informatie. Op 20 januari 2021 heb ik de volgende documenten ontvangen:
– antwoord verzoek aanvullende informatie;
– certificaten en diploma’s TMS;
– mandaat TMS.
De aanvraag en aanvullende informatie heb ik getoetst aan artikel 3.6, derde lid van het Bbs en paragraaf 3.2 van de Vbs en in behandeling genomen.
2.2 De gevolgde procedure
Dit besluit is ingevolge artikel 34 van de Kernenergiewet en artikel 11.1 van het Bbs niet tot stand gekomen overeenkomstig de openbare voorbereidingsprocedure van
afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De handelingen met toestellen zijn op grond van artikel 11.1 van het Bbs vrijgesteld van de bepalingen van de afdeling
3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.3 Het toetsingskader
Algemeen
Aan het wettelijk kader van de stralingsbescherming, zoals vastgelegd in de
Kernenergiewet en de onderliggende besluiten, liggen onder meer de drie principes van het stralingsbeschermingsbeleid ten grondslag, te weten: rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimieten. Indien aan deze uitgangspunten niet wordt voldaan of indien sprake is van een weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 3.7 wordt de vergunning niet verleend.
De volgende in artikel 3.7 van het Bbs genoemde voorwaarde maakt, voor
onderhavige vergunning, ook deel uit van het toetsingskader: deskundigheid op het gebied van stralingsbescherming.
Rechtvaardiging
Rechtvaardiging wil zeggen dat een handeling die blootstelling aan ioniserende
straling met zich mee brengt, slechts is toegestaan indien de economische, sociale en andere voordelen van de betrokken handeling opwegen tegen de
gezondheidsschade die hierdoor kan worden toegebracht. Het
rechtvaardigingprincipe is in de wetgeving vastgelegd in paragraaf 2.2 van het Bbs.
In dat artikel is bepaald dat een handeling slechts is toegestaan, indien deze door de ANVS is gerechtvaardigd, dan wel behoort tot een categorie van handelingen die door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Medische Zorg is gerechtvaardigd. In de Rbs is in bijlage 2.1 een positieve en negatieve lijst opgenomen van respectievelijk
gerechtvaardigde en niet-gerechtvaardigde categorieën handelingen. Naast deze categorale rechtvaardiging is in het kader van de vergunningverlening nog een
specifieke rechtvaardiging aan de orde voor wat betreft de aangevraagde activiteit.
Optimalisatie
Onder optimalisatie wordt verstaan dat de bescherming van personen, die beroepsmatig of als lid van de bevolking in een geplande situatie aan straling
worden blootgesteld, wordt geoptimaliseerd. Optimalisatie leidt ertoe dat de omvang van de individuele doses, de kans op het optreden van blootstelling en het aantal blootgestelde personen ten gevolge van een handeling zo beperkt als redelijkerwijs mogelijk worden gehouden. Daarbij wordt rekening gehouden met de huidige stand der techniek en met economische en sociale factoren en het omvat zowel milieuhygiënische als arbeidshygiënische aspecten.
Optimalisatie is vastgelegd in artikel 15c, derde lid, van de Kew en artikel 2.6 van het Bbs. In de praktijk van de stralingsbescherming wordt vaak de term ALARA (As Low As Reasonably Achievable) gebruikt in de plaats van optimalisatie.
Optimalisatie vindt plaats zowel in de voorbereidings- en planningsfase, voordat de activiteit is begonnen, als in de fase nadat de activiteit is toegestaan en tot uitvoering wordt gebracht.
Optimalisatie heeft geen betrekking op de afweging tussen verschillende
alternatieve activiteiten, maar ziet op de vraag in hoeverre de nadelige gevolgen van een bepaalde activiteit moeten worden beperkt.
Dosislimieten
Dosislimieten zijn de absolute grenswaarden die in acht genomen moeten worden om een minimaal beschermingsniveau voor individuele werknemers en leden van de bevolking te garanderen. De blootstelling als gevolg van een combinatie van alle
relevante handelingen mag niet hoger zijn dan de gestelde dosislimieten.
Doel is dat geen enkel individu wordt blootgesteld aan onaanvaardbare
stralingsrisico’s. Dit algemene beginsel van stralingsbescherming wordt gezien als vangnet na de toepassing van rechtvaardiging en optimalisatie.
Het principe van dosislimitering is vastgelegd in artikel 2.9 van het Bbs. De van toepassing zijnde dosislimieten zijn in de artikelen 7.3, 7.4, 7.34, 7.35, 7.36, 9.1 en
9.2 van het Bbs neergelegd.
Deskundigheid
In verband met de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen op grond van artikel 31, van de Kew, is een verantwoorde uitvoering van handelingen met
2.4 Bevindingen en overwegingen
Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg.
In de overwegingen is meegenomen dat de aanvraag mede is opgesteld voor handelingen binnen de locatie Dierenkliniek Waalwijk, gelegen aan Professor
Keesomweg 6 te Waalwijk. Binnen deze locatie worden de handelingen uitgevoerd met een mobiel toestel, dat is gemonteerd aan een statief, waardoor een vaste focus-film afstand met neerwaarts gerichte bundel wordt gecreëerd waarmee de handelingen binnen de locatie Waalwijk voldoen aan de criteria van
registratieplichtige handelingen conform artikel 3.10, tweede lid, onder d. van het Bbs. Overwegende dat het toestel los geschroefd kan worden uit de opstelling en als mobiel toestel gebruikt kan worden om röntgenopnamen te maken, zijn de
handelingen meegenomen in een onderhavige vergunning.
De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie II.B.1., Diagnostiek bij dieren. Derhalve is
sprake van gerechtvaardigde handelingen.
Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen
gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij dieren waarvoor geen alternatieve mogelijkheid is.
Volgens de aanvraag zijn de toestel onder punt A.1 tot en met A.3 weliswaar
vergund voor gebruik bij een maximale buisspanning, maar worden gebruikt bij een buisspanning die lager is. De stralingshygiënische maatregelen, met name de
stralingsafscherming van de ruimten, zijn afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van de toestellen. Indien de vergunninghouder het toestel wenst te gebruiken bij een buisspanning die hoger is dan aangegeven in de aanvraag, is het de
verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om er zorg voor te dragen dat de dosislimieten voor het personeel, als ook de dosislimieten voor leden van de bevolking, niet worden overschreden. In algemene zin is het zo dat de
vergunninghouder de handelingen dient uit te voeren overeenkomstig de aanvraag.
Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate
stralingshygiënische maatregelen treft. De risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en
goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is.
Uit de RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden.
In de overwegingen is meegenomen dat de MID in geen geval de waarde van
10 µSv per jaar overschrijdt op locaties van derden, zoals blijkt uit de toegevoegde terreingrensberekeningen, waarbij de voorschriften uit de werkinstructies strikt worden opgevolgd. Dat houdt in dat er alleen opnames op locaties van derden
worden gemaakt indien er voldoende afscherming aanwezig is in de vorm van een muur van staal, steen, beton of lood. Dit is ter overweging en beoordeling van de toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
In paragraaf 1.2 onder II.1 is beschreven dat direct toezicht is vereist door een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (TMS) voor de betreffende toepassing. Met direct toezicht wordt bedoeld dat een aangewezen TMS op de locatie toezicht houdt op de uitgevoerde handelingen. Direct toezicht is vereist,
omdat in het open veld wordt gestraald waarbij risico is op blootstelling van leden van de bevolking wanneer maatregelen niet (juist) worden genomen.
Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde gecontracteerde
stralingsbeschermingsdeskundige en een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming.
2.5 Conclusie
Op grond van het voorgaande heb ik besloten om tot verlening van de vergunning over te gaan.
DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING,
namens deze,
Dipl.-Ing. B.R. Keller, afdelingshoofd
Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en
Stralingsbescherming, o.v.v. bezwaar, Xxxxxxx 00000, 0000 XX, Xxx Xxxx. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit genoemde datum.
Het bezwaarschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit bezwaar aantekent.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij
de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
Voorlopige voorziening
Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de
voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500EA te ’s-Gravenhage verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (xxxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige
voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070 426 4426.
Voor nadere informatie over dit besluit kunt u tijdens kantooruren terecht bij het Informatiepunt Kernenergiewetvergunningen, telefoon 088-4890500. Ook is het mogelijk om uw vraag te stellen via xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx onder vermelding van het kenmerk van dit besluit.
Bijlage A Verklarende begrippenlijst
In deze vergunning gelden de onderstaande definities. Voor de overige termen en definities wordt naar de Kew, het Bbs en de onderliggende ministeriële regelingen en de Vbs verwezen.
− terreingrens:
de begrenzing van de locaties, zoals aangeduid op de plattegronden in bijlagen
‘terreingrensberekening Dierenkliniek Landhorst rev 001’ en ‘ruimtemeting terreingrensberekening Dierenkliniek Waalwijk rev 000’, onderdeel van de op 18 november 2020 ontvangen aanvraag.