BEGROTING 2024
BEGROTING 2024
INHOUDSOPGAVE
3
4
C. MEERJARENBEGROTING 2024-2027
5
8
10
F. RISICO’S EN SLEUTELMOMENTEN
14
A. BEGROTING 2024
B. CASHFLOW 0000
Xxxxxxxxxxxxxxxxx 2024
x € 1.000 | 2024 | ||
Begroot | |||
Netto resultaat | 4 | ||
Aanpassen voor | |||
Afschrijvingen op vaste activa | 235 | ||
Vrijval bestemmingsreserve Veiligheid & Opleidingen | -50 | ||
189 | |||
Aanpassingen in werkkapitaal Mutaties activa en passiva | - | ||
Kasstroom uit operationele activiteiten | 189 | ||
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa | -162 | ||
Investeringen in immateriele vaste activa | - | ||
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -162 | ||
Mutatie geldmiddelen | 27 | ||
Stand per begin 2024 | 356 | ||
Mutatie geldmiddelen | 27 | ||
Stand per eind 2024 | 383 |
C. MEERJARENBEGROTING 2024-2027
Wanneer we vooruitblikken op de komende jaren kunnen we zien dat, met de huidige trend, de kosten meer toenemen dan de opbrengsten. Door deze trend lopen we in 2024 en in 2025 nog net in de pas maar vanaf 2026 zullen de kosten meer gaan stijgen dan de opbrengsten. Dit zal natuurlijk gevolgen hebben voor het resultaat, de liquiditeit en het weerstandsvermogen. De grootste oorzaken van de stijging van de kosten zijn de indexatie van de CAO en de hoge inflaties. De grootste oorzaken van de daling van de opbrengsten zijn de teruglopende ledenaantallen, lidmaatschappen en productafnames en de geringe indexatie op bestaande sponsorovereenkomsten (de indexatie die door onze leveranciers en de CAO worden doorberekend, stijgen meer dan de indexatie die wij kunnen doorberekenen aan onze sponsors). Bij E. Toelichting op de begroting zullen we dieper ingaan op de kosten en opbrengsten.
We zijn ons dus bewust dat er actie nodig is om het tij te keren. Hiervoor heeft het Watersportverbond budget opgenomen om de financiële positie, de positie als sectororganisatie en de relevantie voor een breder publiek een impuls te geven waarbij de focus ligt op nieuwe (verdien-
)mogelijkheden. Er wordt daarmee gewerkt aan de toekomstbestendigheid van het Watersportverbond. In 2023 is hier reeds een start mee gemaakt. Investeren om dit te kunnen realiseren is noodzakelijk. Immers, de kosten gaan voor de baten uit. Ook vanuit NOC*NSF is de noodzaak erkend en is ter ondersteuning extra subsidie (versterken sportbonden) ter beschikking gesteld, welke we in de jaren 2024 en 2025 kunnen aanwenden.
Bovenstaand diagram geeft de trend weer van de kosten en opbrengsten over de komende jaren. Het diagram geeft ook de investering (input) in de toekomstbestendigheid en de verwachte Return on investment (ROI) van deze input weer.
Om verder in te zoomen op de opbrengsten en hiermee een beter beeld te kunnen geven van de verhouding tussen de belangrijkste inkomstenbronnen, hebben we de opbrengsten onderverdeeld in 3 (hoofd)categorieën:
• Ledeninkomsten en -producten
• Sponsorbijdragen
• Subsidies
Deze grafiek laat zien dat de ledeninkomsten en -producten een groot deel van de totale opbrengsten vormen. Wanneer we de component topsport hier uit filteren (topsport kent immers een sluitende begroting), wordt het aandeel van de ledeninkomsten nog meer zichtbaar:
Duidelijk mag worden dat deze inkomstenbron (blauw in de grafiek), nog altijd het grootst is maar ook dat deze het snelst en het meest afneemt (de stijging die in de grafiek zichtbaar is houdt verband met een indexatie-aanname die we jaarlijks toepassen).
Om ook verder in te zoomen op de kosten en hiermee de verhouding tussen de kostensoorten duidelijk in kaart te brengen hebben we de kosten onderverdeeld in 4 (hoofd) categorieën:
• Personeelskosten
• Huisvestings- en bureaukosten
• Kosten producten en diensten
• Afschrijvingskosten
De grafiek laat zien dat naast de kosten voor producten en diensten, de personeelskosten een groot deel uitmaken van de totale kosten van het Watersportverbond. Wanneer we wederom de component topsport weglaten wordt dit nog meer duidelijk:
We kunnen hieruit opmaken dat er een versterkend effect optreed tussen de stijgende, grootste kostenpost en dalende, grootste inkomstenbron. Zoals reeds aangegeven is actie hierop dus onvermijdelijk. Uiteraard zal de focus niet alleen liggen op nieuwe (verdien)mogelijkheden. Er is ook inzet op het aanwenden van nieuwe subsidies en het werven van nieuwe, aanvullende sponsors en daarnaast houden we de kosten nauwlettend in de gaten en reduceren we deze waar we kunnen.
D. ALGEMENE GRONDSLAGEN
De contributie bestaat uit de lidmaatschapsbijdragen van verenigingen (o.b.v. aangesloten leden) en begunstigers.
Van NOC*NSF ontvangt het Watersportverbond drie soorten subsidies, te weten (i) een algemene subsidie ter dekking van algemene verbondskosten gebaseerd op de verenigingsstructuur/organisatie (leden en diploma’s), ondernemerschap (omzet) en maatschappelijke impact/social return on investment (m.i.v. 2025), (ii) een topsportsubsidie gebaseerd op de prestaties en (iii) een tijdelijke subsidie (2024 en 2025) gebaseerd op een bijdrage van de Rijksoverheid om sportbonden te versterken. De topsportsubsidie beslaat maximaal 70% van het topsportbudget, 30% moet uit eigen middelen van de sportbond komen (hoofdzakelijk sponsoring en eigen bijdragen).
Het Watersportverbond heeft één hoofdsponsor, sponsors in natura en daarnaast kleinere sponsors. In de overeenkomst met de hoofdsponsor worden diverse activiteiten aangewezen waar de sponsoring aan ten goede komt. Hiernaast nemen het Watersportverbond en haar topsporters deel aan TeamNL waarvoor een (sponsor)bijdrage wordt ontvangen in ruil voor tegenprestaties voor de partners van TeamNL (NLO, Missie H2 en Odido).
De categorie Producten en diensten betreft activiteiten van het Watersportverbond ten behoeve van haar leden. Onder de opbrengsten staan bijdragen van afnemers en onder de kosten staan de out-of- pocket kosten van de activiteiten. De kosten van de activiteiten bestaan in meer of mindere mate uit inzet van personeel. Deze kosten staan onder de personeelslasten gerubriceerd.
Sportkennismaking
Betreft het product Optimist On Tour waarbij lokale jeugd kennis maakt met de watersport.
Internationaal Certificaat Pleziervaartuigen (ICP)
Het Watersportverbond is door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen als één van de bonden die in Nederland bevoegd is om het Internationaal Certificaat voor Pleziervaartuigen (ICP) uit te geven. In Nederland is voor de meeste categorieën pleziervaartuigen geen registratieplicht. Binnen Europa is het daarentegen in vrijwel alle landen verplicht om over een officieel registratiebewijs te beschikken. Om bovenstaande redenen is het ICP in het leven geroepen.
Wedstrijddocumenten
Onder wedstrijddocumenten worden de opbrengsten en kosten verstaan t.b.v. het uitgeven van meetbrieven voor wedstrijd zeilschepen, startlicenties aan wedstrijdzeilers en kanolicenties.
Marketingcommunicatie
Kosten van de afdeling marketingcommunicatie. De opbrengsten hebben betrekking op een bijdrage van de NOS voor beelden die door en/of onder beheer van het Watersportverbond worden gemaakt en door de NOS worden gebruikt en een bijdrage van kanoleden voor het kanomagazine.
Sportprogramma’s
De opbrengsten van de programma’s voor talenten en topsport betreffen een (niet kostendekkende) eigen bijdrage van de sporters en de verhuur/verkoop van materialen.
Opleidingen
Kosten t.b.v. het ontwikkelen en uitvoeren van opleidingen op het gebied van instructeurs, trainers, officials en eigen vaardigheid. De opbrengsten betreffen een (niet volledig kostendekkende) eigen bijdrage van de deelnemers en een vergoeding van het CWO voor het voeren van het secretariaat.
Verenigingsontwikkeling & belangenbehartiging
De kosten betreffen out-of-pocket kosten. Het merendeel van de kosten voor deze activiteit zijn personeelskosten die onder personeelskosten zijn gerubriceerd. Deze activiteiten worden geheel bekostigd uit de contributieopbrengsten.
Onder huisvesting staan de huur en huurgerelateerde kosten t.b.v. het hoofdkantoor op Papendorp in Utrecht.
De bureaukosten bestaan uit algemene (organisatie)kosten als afdrachten aan sportkoepels, ICT, extern advies, etc.
E. TOELICHTING BEGROTING 2024
Jaarlijks past het Watersportverbond een inflatiecorrectie toe conform de consumentenprijsindex (CPI augustus). Volgens de vooruitzichten zal de verwachte, gemiddelde jaarinflatie in 2023 op 3,9% en in 2024 op 3,8% uitkomen, tegenover 10% in 2022. In 2023 heeft het Watersportverbond besloten de hoge inflatie niet (volledig) door te berekenen aan de leden. De inflatie, op dat moment 12% (CPI augustus 2022), hebben we gereduceerd naar 4,6%, wat nog steeds ver onder het gemiddelde inflatiepercentage van 2022 van 10% lag.
Door de nieuwe verwachte CAO (8%, wellicht 2 jaar achtereenvolgend) en de doorgevoerde hoge inflatiepercentages door onze leveranciers, samen met een voor 2024 verwacht gemiddeld inflatiepercentage van 3,8%, is het Watersportverbond genoodzaakt deze deels door te berekenen aan onze leden en is het doorvoeren van een inflatiecorrectie van 7% onvermijdelijk. Hiermee zal de contributie met € 0,13 per maand ofwel met € 1,60 op jaarbasis toenemen.
Met peildatum 1 oktober 2023 hebben we ook alle opzeggingen van verenigingen voor 2024 verwerkt. In totaal hebben 10 verenigingen, met een bijbehorend ledenaantal van 509 leden, hun lidmaatschap bij het Watersportverbond beëindigd en zijn er 5 verenigingen, met in totaal 202 leden opgeheven. Daarentegen heeft zich ook een nieuwe vereniging aangemeld met een bijbehorend ledenaantal van 108.
2023
Begroot
2023
Pro
2
NOC*NSF algemeen
NOC*NSF topsport
De algemene subsidie daalt licht door de samenhang met de ledenafname. Desondanks is er een toename op de algemene subsidies te zien. Vanuit NOC*NSF wordt de noodzaak erkend dat sportbonden zich zullen moeten richten op hun toekomstbestendigheid. In 2023 heeft NOC*NSF reeds een extra bedrag beschikbaar gesteld (die in 2024 en 2025 zal worden besteed). In 2024 en in 2025 zal er wederom een extra bedrag ter beschikking worden gesteld. Deze extra subsidie “versterken sportbonden” is geoormerkt en dient hoofdzakelijk te worden ingezet om lokaal aan te sluiten bij het sportakkoord om vernieuwend aanbod te ontwikkelen en te implementeren, en om de kwaliteit van coaches en trainers te verhogen.
De topsportsubsidie neemt eveneens toe. NOC*NSF heeft een extra actiebudget beschikbaar gesteld in aanloop naar de Olympische Spelen en heeft daarnaast de subsidie opgehoogd met een loonkostencompensatie.
De bijdrage vanuit de hoofdsponsor, die voor een groot deel betrekking heeft op het talent- en topsportprogramma en sportkennismaking, is ongewijzigd voortgezet. Een nieuwe partner, Xxxxx, heeft zich aangesloten bij Team NL. Alhoewel de begroting een daling van de activatiekosten laat zien, nemen deze evenals de opbrengsten toe. Een deel van deze toename is zichtbaar in de personeelsbegroting, waar een extra medewerker voor een langere periode is gecontracteerd om aan alle (nieuwe) contractuele activatieverplichtingen te kunnen blijven voldoen.
De opbrengsten van de wedstrijdlicenties en de certificaten (samen de post wedstrijddocumenten) zullen ook worden geïndexeerd met 7%. De inflatiepercentages voor de ORC en IRC certificaten en voor de RPL certificaten zijn ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet bekend.
In 2023 hebben we een kleine afname moeten constateren op de inkomsten voor het Internationale Certificaat Pleziervaartuigen (ICP), deze afname hebben we meegenomen in de begroting voor 2024, daarnaast hebben we ook hier de indexatie op toegepast.
Door het beschikbaar gestelde actiebudget richting de Olympische Spelen, is er meer bestedingsruimte bij het topsport- en talentprogramma. Deze bestedingsruimte is gemaximeerd tot de geoormerkte subsidies, sponsoring en de eigen bijdragen van sporters.
Bij opleidingen is, in 2024, de keuze gemaakt zorg te dragen voor meer verdieping in bestaande opleidingsprogramma’s waarmee het totale budget, dus zowel de kosten als de opbrengsten, ten opzichte van het voorgaande jaar afneemt.
Het Allianz WK zeilen was een prachtig evenement en is met mooie resultaten afgesloten. Dit unieke evenement, dat plaatsvond in 2023, maakt geen onderdeel meer uit van de begroting van 2024.
Ook de bijdrage aan veiligheid en opleidingen, die in 2023 toe te wijzen was aan het project CWO 3.0 en toe zag op de besteding van de bestemmingsreserve (zie ook 9. Bestemmingsreserves) gevormd uit de liquidatie van VAMEX, staat in 2024 niet meer als besteding op de begroting. Het resterende deel van de bestemmingsreserve zal dit jaar vrijvallen in het resultaat en worden aangewend voor veiligheid en opleidingen.
2023 | 2023 20 | |
Begroot | Progno | |
Bruto salarissen | 1.465 | |
Sociale lasten en pensioen | ||
Overig personeel |
De nieuwe CAO sport, welke de bestaande CAO van 2022-2023 zal vervangen, is ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet vastgesteld. Echter, vanuit de CAO-onderhandelingen met de vakbonden (FNV, CNV en de Unie) zijn er wel mededelingen gedaan over de inflatiecorrectie op de bestaande CAO. Deze correctie houdt rekening met een aantal punten waaronder:
• De nodige veranderingen om toekomstbestendig te worden, wat vraagt om de juiste mensen.
• De hoge inflatie van de afgelopen tijd, waarbij (gedeeltelijk) herstel van de koopkracht noodzakelijk is.
• Meer aansluiting bij CAO’s van vergelijkbare sectoren.
• Krapte op de arbeidsmarkt.
Hierbij hebben de vakbonden ingezet op een inflatiecorrectie wat kan oplopen naar maar liefst 14%. De WOS (werkgeversorganisatie in de sport) zal in overeenstemming met de sportbonden een tegenvoorstel indienen van een inflatiecorrectie van 8%, wellicht 2 jaar achtereenvolgend. Gezien bovenstaande punten, maar ook vanuit het medewerkersbelang, zijn we in de begroting dan ook uitgegaan van een stijging van 8%. Daarnaast hebben we rekening gehouden met de jaarlijkse periodiek conform de CAO en de stijging van de werkgeverslasten.
In 2023 heeft er een forse verhoging plaatsgevonden op de huisvestingslasten. De verhuurder heeft vastgehouden aan de CPI van dat moment en heeft daarmee de huur met 10% geïndexeerd. Daarnaast zijn in 2023 de servicekosten (waaronder gas en licht) ook fors toegenomen door de gestegen gas- en electraprijzen.
In 2024 zal er eveneens een inflatiecorrectie plaatsvinden van bijna 5%, wederom conform CPI.
In 2024 zullen de Olympische Spelen plaatsvinden. Deze spelen, dit jaar in Frankrijk, bieden een goede gelegenheid de belangen van bestaande partners in te vullen maar ook het belang van het aantrekken van nieuwe partners. Hier hebben we bij Bestuur en directie rekening mee gehouden.
Zoals reeds eerder vermeld is het investeren in de toekomstbestendigheid van het Watersportverbond noodzakelijk. Het budget, hier opgenomen onder Bureau, is opgebouwd uit de extra subsidie van NOC*NSF, versterken sportbonden, en het budget van Watersportverbond 3.0.
In 2023 is de ontwikkeling van Mijn.Watersportverbond afgerond. Tevens is de oude licentie met het voormalige ledenpakket omgezet naar een “kijklicentie”. Er staan voor dit jaar geen investeringen op het gebied van ICT ontwikkeling op de begroting. Hierdoor is er voor 2024 ruimte ontstaan voor budget om Mijn.Watersportverbond te kunnen blijven ontwikkelen en onderhouden.
2023 Begroot | 2023 Prognose | 2024 Begroot | |
Afschr. ICT | 84 | 84 | 70 |
Afschr. boten & materieel | 118 | 118 | 118 |
Afschr. overig | 39 | 39 | 47 |
241 | 241 | 235 |
Eind 2023 is de licentie van ons oude ledenpakket beëindigd. De afschrijvingslasten ICT nemen hiermee af. Bij de overige afschrijvingen is rekening gehouden met de aanschaf/ vervanging van foto- en video apparatuur.
Veiligheid & Opleidingen
Uit de liquidatie van VAMEX heeft het Watersportverbond eind 2021 een bedrag ontvangen van
€500k. Deze middelen worden meerjarig ingezet als impuls voor de speerpunten veiligheid en
opleidingen conform de voorwaarden van de vereffening. Eind 2021 is hier reeds een bedrag van
€150k voor ingezet. In 2022 wordt nogmaals €100k ingezet, waarvan een deel bestemd voor CWO 3.0,
in 2023 is nog eens €200k ingezet, eveneens voor CWO 3.0. In 2024 zal het resterende bedrag van
€50k worden ingezet waarmee de gehele bestemmingsreserve is vrijgevallen/ besteed aan veiligheid en opleidingen. Alhoewel de uitgaven in de begroting zijn meegenomen, zijn deze nog onderdeel van gesprekken met het CWO en mede belanghebbende partij HISWA-Recron.
F. XXXXXX’X EN TOEKOMSTIGE SLEUTELMOMENTEN
Het Watersportverbond kent een aantal risico’s en toekomstige sleutelmomenten die impact zouden kunnen hebben op de begroting:
• Ledenafname: Het Watersportverbond kent een gestage ledenafname. Het bewustzijn op dit risico is groot. De nodige acties, toegelicht in de meerjarenbegroting, worden ondernomen.
• Eind 2023: contractuele mogelijkheid voor Allianz om middels uitkoop af te zien van de tweede termijn van de sponsorovereenkomst (2025 tot en met 2028). Eind juni is het evaluatietraject, dat Allianz hiervoor met ons heeft afgestemd, gestart.
• Tweede helft 2024: toekenning topsportsubsidie (NOC*NSF) voor de nieuwe Olympische periode tot en met de Spelen van Los Angeles (2028). Dit is grotendeels afhankelijk van de prestaties op de komende Spelen in Parijs/Marseille (2024). Vanzelfsprekend gaat dit gepaard met continue gesprekken met NOC*NSF.
• Eind 2024: afloop van het contract met Missie H2 en duidelijkheid over eventuele verlenging.
• Eind 2026: afloop van het contract met Xxxxx .
• Eind 2028: afloop van het huurcontract van het kantoorpand te Utrecht.
• Eind 2032: afloop van het contract met de Nederlandse Loterij .