OVEREENKOMST
VERTaLING
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en de regering van de Republiek Letland betreffende de deelname van de Republiek Letland aan de door de Europese Unie geleide troepenmacht (EUF) in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
DE EUROPESE UNIE,
enerzijds, en
DE REGERING VaN DE REPUBLIEK LETLaND,
anderzijds,
hierna de partijen genoemd, REKENING HOUDEND MET
— de vaststelling door de Raad van de Europese Unie van Gemeenschappelijk Optreden 2003/92/GBVB van 27 januari
2003 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië;
— de uitnodiging aan de Republiek Letland om deel te nemen aan de door de Europese Unie geleide operatie;
— de succesvolle voltooiing van het proces voor de vorming van de troepenmacht en de aanbeveling door de operatio- neel commandant en het Militair Comité van de Europese Unie om in te stemmen met de deelname van troepen van de Republiek Letland aan de door de Europese Unie geleide operatie;
— het besluit van het Politiek en Veiligheidscomité van 11 maart 2003 om de bijdrage van de Republiek Letland aan de door de Europese Unie geleide operatie te aanvaarden;
— de briefwisseling tussen de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de secretaris-gene- raal/hoge vertegenwoordiger inzake het verloop van de operatie,
— de op 21 maart 2003 gesloten overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Voormalige Joegoslavi- sche Republiek Macedonië betreffende de status van de EUF en het EUF-personeel,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Kader en definities
1. De regering van de Republiek Letland sluit zich aan bij de bepalingen van het door de Raad van de Europese Unie op 27 januari 2003 aangenomen Gemeenschappelijk Optreden 2003/ 92/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, conform het bepaalde in de volgende artikelen.
2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „Operatie Concordia”: de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zoals bedoeld in Gemeenschappelijk Optreden 2003/92/ GBVB;
b) „door de Europese Unie geleide troepenmacht (EUF)”: het militaire hoofdkwartier van de Europese Unie, de samenstel- lende nationale eenheden/elementen die bijdragen aan Operatie Concordia, hun goederen en hun vervoermiddelen;
c) „EUF-personeel”: civiel en militair personeel dat aan de EUF is toegewezen;
d) „mechanisme”: het operationele financieringsmechanisme dat bij Raadsbesluit van 27 januari 2003 is ingesteld om de gemeenschappelijke kosten van de militaire operatie van de Europese Unie in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te financieren;
e) „deelnemende landen”: de lidstaten die het in lid 1 bedoelde gemeenschappelijk optreden uitvoeren, alsmede de derde landen die aan Operatie Concordia deelnemen door troepen, personeel of goederen te verstrekken;
f) „gemeenschappelijke vorderingencommissie”: de gemeen- schappelijke vorderingencommissie die is ingesteld bij artikel 13 van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de status van de door de Europese Unie geleide troepenmacht in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.
Artikel 2
Deelname aan de operatie
1. De Republiek Letland neemt deel aan Operatie Concordia met een contingent zoals vastgesteld ter gelegenheid van de conferentie over de opbouw van de troepenmacht. Indien nodig wordt gezorgd voor een toerbeurtsysteem voor het gedeta- cheerde personeel.
2. De regering van de Republiek Letland draagt er zorg voor dat haar troepen en personeel hun taak uitoefenen overeen- komstig de bepalingen van Gemeenschappelijk Optreden 2003/ 92/GBVB, het operatieplan en de uitvoeringsmaatregelen.
3. De regering van de Republiek Letland informeert de operationeel commandant van de Europese Unie, de comman- dant van de EU-troepen en de militaire staf van de Europese Unie over elke wijziging in haar deelname aan Operatie Concordia.
Artikel 3
Status
1. De troepen en het personeel die deelnemen aan Operatie Concordia vallen onder de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de status van de door de Europese Unie geleide troepen- macht in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de bijbehorende uitvoeringsregelingen.
2. De status van personeel dat is toegevoegd aan een hoofd- kwartier of commando-onderdeel buiten de Voormalige Joego- slavische Republiek Macedonië valt onder de regelingen tussen het hoofdkwartier of commando-onderdeel in kwestie en de regering van de Republiek Letland.
Artikel 4
Commandostructuur
1. De deelname van de Republiek Letland aan Operatie Concordia doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.
schriften van de Raad van de Europese Unie, die in Besluit 2001/264/EG (1) zijn vervat, alsook eventuele verdere richt- snoeren van de operationeel commandant naleeft.
Artikel 6
Financiële aspecten
1. Onverminderd artikel 7, draagt de regering van de Repu- bliek Letland alle kosten in verband met haar deelname aan Operatie Concordia, tenzij die kosten vallen onder de gemeen- schappelijke financiering zoals die is omschreven in de opera- tionele begroting van de operatie.
2. Ingeval de gemeenschappelijke vorderingencommissie besluit om een schadevergoeding toe te kennen aan natuurlijke of rechtspersonen in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, is de regering van de Republiek Letland verant- woordelijk voor de betaling van die schadevergoeding indien het overlijden, het lichamelijk letsel, de schade of het verlies zijn veroorzaakt door haar personeel of haar middelen, tenzij het mechanisme overeenkomstig artikel 9, lid 3, van het besluit van de Raad tot instelling van het mechanisme, besluit om de schadevergoeding te betalen.
2. alle
troepen en personeelsleden blijven volledig onder
Artikel 7
bevel van hun nationale autoriteiten.
3. De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over aan de operationeel commandant van de Euro- pese Unie. De operationeel commandant heeft het recht zijn gezag te delegeren.
4. Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Gemeenschappelijk Optreden 2003/92/GBVB en PVC-besluit FYROM/01/03 inzake de instelling van het Comité van contribuanten heeft de Repu- bliek Letland bij de dagelijkse leiding van Operatie Concordia dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende EU- lidstaten.
5. De Republiek Letland oefent bevoegdheid uit ten aanzien van haar personeel. De operationeel commandant en de commandant van de troepen kunnen te allen tijde om de terug- trekking van personeel van de Republiek Letland verzoeken.
6. Een hoge militaire vertegenwoordiger (HMV) wordt door de regering van de Republiek Letland benoemd om het Letlandse contingent in de EUF te vertegenwoordigen. De HMV raadpleegt de commandant van de EU-troepen over alle aange- legenheden die invloed hebben op Operatie Concordia en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van zijn contin- gent.
Artikel 5
Gerubriceerde gegevens
De regering van de Republiek Letland neemt de nodige maatre-
Bijdragen aan de gemeenschappelijke kosten
1. De regering van de Republiek Letland draagt per zes maanden voor een bedrag van 19 220 EUR bij in de gemeen- schappelijke kosten van de operatie.
2. De beheerder van het bij het Raadsbesluit van 27 januari 2003 ingestelde mechanisme voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operatie komt met de bevoegde administratieve autoriteiten van de regering van de Republiek Letland een regeling overeen. Deze regeling bevat bepalingen inzake:
a) de regelingen inzake betaling en beheer van de financiële bijdrage,
b) in voorkomend geval de verificatieregelingen die van toepas- sing zijn op de controle en audit van de financiële regeling.
3. De bijdragen van de regering van de Republiek Letland in de gemeenschappelijke kosten van Operatie Concordia worden door de regering van de Republiek Letland op de bankrekening gestort die door de beheerder van het mechanisme aan dat land toegewezen is.
Artikel 8
Niet-naleving
Indien een van de deelnemende partijen de in de voorgaande artikelen neergelegde verplichtingen niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.
gelen om ervoor te zorgen dat haar personeel bij de behande-
xxxx xxx xxxxxxxxxxxxx EU-gegevens de beveiligingsvoor-
(1) PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.
Artikel 9
Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt bij de ondertekening in werking. Zij blijft van kracht zolang de deelname van de Republiek Letland aan de operatie duurt.
Schriftelijke wijzigingen in deze overeenkomst kunnen te allen tijde worden overeengekomen. Gedaan te Brussel, op 17 oktober 2003, in vier exemplaren in de Engelse taal.
Voor de Europese Unie Voor de regering van de Republiek Letland