Contract
76 (1995) Nr. 4
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2002 Nr. 7
A. TITEL
Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige aan het Partnerschap voor de Vrede deelne- mende Staten nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten en Aanvullend Protocol;
Xxxxxxx, 00 juni 1995
B. TEKST
De tekst van Verdrag en Protocol is geplaatst in Trb. 1996, 74.
Voor de ondertekeningen van Verdrag en Protocol zie Trb. 1996, 74,
Trb. 1997, 245 en Trb. 1999, 2.
Het Verdrag is voorts nog ondertekend voor:
Kroatië 12 juli 2001
Het Protocol is voorts nog ondertekend voor:
Kroatië 12 juli 2001
C. VERTALING
Zie Trb. 1996, 74.
D. PARLEMENT
Zie Trb. 1997, 245.
E. BEKRACHTIGING
Zie Trb. 1996, 74, Trb. 1997, 245 en Trb. 1999, 2.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende staten in over- eenstemming met artikel V, tweede lid, van het Verdrag een akte van
7 2
bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de regering van de Verenigde Staten van Amerika:
Zweden1) 13 november 1996
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brit-
tannië en Noord-Ierland2) . 22 juni 1999
Xxxxxxxxxx0) 0 xxxx 0000
Xxxxxxxxx 1 februari 2000
Portugal 4 februari 2000
Azerbeidzjan 3 maart 2000
Turkije 20 april 2000
Oekraïne 26 april 2000
Xxxxxxxxxxx 00 xxxx 0000
Xxxxxxxxx 14 september 2001
1) Onder het volgende voorbehoud:
‘‘The Government of Sweden does not consider itself bound by Article I of the Agreement among the States Parties to the North Atlantic Treaty and the other States Participating in the Partnership for Peace regarding the status of their Forces, to the extent that this Article refers to the provisions of Article VII of the agreement between the Parties to the North Atlantic Treaty regarding the status of their Forces, which gives sending States the right to exercise jurisdiction within the territory of a receiving State, when Sweden is such a receiving State. The res- ervation does not cover appropriate measures taken by the military authorities of sending States which are immediately necessary to ensure the maintenance of order and security within the force.’’.
2) Onder het voorbehoud dat ‘‘any exemptions from duties or taxes shall apply to the extent permissible under the laws of the European Community.’’.
3) Onder de mededeling dat het Verdrag vooralsnog niet van toepassing zal zijn op de Faeroer en Groenland.
Behalve de in Trb. 1996, 74, Trb. 1997, 245 en Trb. 1992, 2 genoemde hebben nog de volgende staten in overeenstemming met artikel II, tweede lid, van het Protocol een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nedergelegd bij de regering van de Verenigde Staten van Amerika:
Denemarken1) 8 juli 1999
Frankrijk 1 februari 2000
Portugal 4 februari 2000
Xxxxxxxxxxxx 0 xxxxx 0000
Xxxxxxxx 26 april 2000
Xxxxxxxxxxx 00 xxxx 0000
Xxxxxxxxx 14 september 2001
1) Onder de mededeling dat het Protocol vooralsnog niet van toepassing zal zijn op de Faeroer en Groenland.
3 7
G. INWERKINGTREDING
Zie Trb. 1996, 74, Trb. 1997, 245 en Trb. 1999, 2.
Aan het gestelde in de laatste zin van rubriek G van Trb. 1996, 74 dient nog te worden toegevoegd: Het Protocol krijgt voor die staat pas effect als ook het Verdrag voor die staat in werking is getreden.
J. GEVENS
Zie Trb. 1996, 74 en Trb. 1997, 245.
Op 19 december 1997 is te Brussel tot stand gekomen het Nader Aan- vullend Protocol bij het onderhavige Verdrag. De tekst van dat Protocol is geplaatst in Trb. 1998, 188, en de vertaling is geplaatst in Trb. 1998, 257; zie ook Trb. 2002, 8.
Uitgegeven de zeventiende januari 2002.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2761
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2002