Concessie IJssel-Vecht 2023-2035
Programma van Xxxxx
Concessie IJssel-Vecht 2023-2035
31 augustus 2021
Inhoudsopgave
+
1.2 Hoofdopgaven voor het Openbaar Vervoer 5
1.3 Doelstellingen nieuwe concessies 6
1.4 Hoofdkenmerken van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 6
1.5 Uitgangspunt van het Programma van Eisen 8
2. Scope Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 9
2.1 Afbakening Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 9
2.2 Ontwikkelrol bij Concessiehouder 11
3.1 Opbouw OV-netwerk: indeling in A-, B- en C-lijnen 16
3.2 Bedieningstijden, frequenties en reissnelheid 17
3.3 Ontwikkelruimte Concessiehouder 18
3.4 Vervoerkundige strategie, Vervoerplan en Dienstregeling 20
3.7 Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer 23
4.4 Overige infrastructurele voorzieningen 29
5. Uitvoering Dienstregeling 30
5.2 Rituitval en Vervangend Vervoer 30
6.5 Uiterlijk Voertuigen en reclame 37
7.1 Beschikbaarheid reisinformatie 40
7.3 Reisinformatie op Haltes 42
7.4 Reisinformatie Voertuigen 43
7.5 Strategie reisinformatie 44
8. Productdragers, Tarieven en distributie 45
8.3 Reisrechten en Tarieven 47
9.1 Concessiehouder als werkgever 51
9.3 Social Return on Investment (SROI) 53
10. Merk, communicatie en marketing 55
10.3 Marketingstrategie en –plan 62
11. Klantenservice, klachtenafhandeling en Reizigersinspraak 66
11.1 Klantenservice en klachtenafhandeling 66
12.3 Strategie en organisatie Sociale Veiligheid 69
12.5 Personeel betreffende Sociale Veiligheid 69
12.7 Calamiteiten en terrorismebestrijding 70
13.1 Beschikbaar stellen en verstrekken van gegevens 72
13.2 Openbaarheid en bescherming van (persoons)gegevens 76
13.3 Relatie Concessiehouder en Concessieverleners 77
Bijlage 1: Uitlopers Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 81
Bijlage 2: Te gedogen Lijnen uit aangrenzende en inliggende concessies 83
Bijlage 5: Buurtbuslijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 91
Bijlage 6: Scholierenlijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 93
Bijlage 7: Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur95 Bijlage 8: Social Return on Investment 98
Bijlage 9: Procedure Vervoerplan 102
Bijlage 10: Overzicht OV-knooppunten 104
Bijlage 11: Overzicht CCV Automaten 105
Bijlage 12: Ontwikkelruimte op A-lijnen 109
Bijlage 13: Bestaande overlegstructuren 111
Bijlage 14: Communicatiekanalen en domeinnamen Platforms EHOV en
RRReis 112
1. Inleiding
In 2018 hebben de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel besloten het Openbaar Vervoer per Bus en deels per trein gezamenlijk aan te besteden. Vervolgens hebben Gedeputeerde Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel (verder: de Concessieverleners) in september 2019 de concessie IJssel-Vecht aan Keolis verleend. Kader voor deze concessie was de in 2018 door Provinciale Staten van de drie provincies vastgestelde Nota van Uitgangspunten Concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel-Xxxxxx (kortweg: NvU Oost). De NvU Oost is opgesteld vanuit de ambitie om het totale vervoersnetwerk in de drie provincies beter op de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers te laten aansluiten.
Op 4 augustus 2020 hebben de Concessieverleners moeten besluiten om de concessie IJssel- Vecht weer in te trekken. Dit vanwege geconstateerde onregelmatigheden in de inschrijving van Keolis voor de aanbesteding van de concessie IJssel-Vecht. Om de continuïteit van het Openbaar Vervoer op de Veluwe en in Midden-Overijssel vanaf 13 december 2020 te kunnen waarborgen, hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland en Overijssel vervolgens op 22 september 2020 een noodconcessie voor een periode van twee jaar aan Keolis verleend. De noodconcessie IJssel-Vecht eindigt in december 2022. De Concessieverleners hebben besloten om voor de daaropvolgende periode de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 aan te besteden.
Dit document, het Programma van Eisen, bevat de eisen die de Concessieverleners aan de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 (verder: de Concessie) stellen. Het Programma van Xxxxx beschrijft primair de relaties tussen Xxxxxxxxx, Concessiehouder en Concessieverleners. Een goede uitvoering van de Concessie is echter niet alleen belangrijk voor Reizigers en de Concessieverleners, maar ook voor gemeenten, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten.
1.2 HOOFDOPGAVEN VOOR HET OPENBAAR VERVOER
Sinds de vaststelling van de NvU Oost zijn de marktomstandigheden gewijzigd door het uitbreken van de coronapandemie en de als gevolg daarvan sterk afgenomen reizigersaantallen en -opbrengsten. Ten tijde van het opstellen van dit Programma van Eisen was de coronapandemie nog alom aanwezig en zijn de gevolgen op korte, middellange en lange termijn onduidelijk.
Het belangrijkste doel bij deze aanbesteding is dat mensen weer zoveel mogelijk voor het Openbaar Vervoer gaan kiezen, zodat een gezonde financiële basis bereikt wordt voor herstel van het vervoeraanbod na COVID-19, rekening houdend met eventuele wijzigingen in de vervoervraag. Daarnaast is het belangrijk dat de Concessiehouder kwaliteit levert, nu en in de toekomst; dus dat de Concessiehouder flexibel is, inspeelt op (toekomstige) ontwikkelingen en constructief samenwerkt met verschillende Stakeholders (zoals aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten (haltetaxiRRReis, deelfietsen, etc.), MaaS-platforms, ROCOV’s, gemeenten).
Kijkend naar de langere termijn verwachten de Concessieverleners dat de hoofdopgaven waarvoor het Openbaar Vervoer staat onverminderd van kracht blijven. Deze hoofdopgaven komen voort uit de visies van de drie provincies, de Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040, het rapport Kracht van Oost over de positie van de provincies Gelderland en Overijssel en de Omgevingsvisie Flevoland, onderdeel Regionale kracht van de provincie Flevoland. Concreet gaat het om de volgende hoofdopgaven:
Bereikbaarheid verbeteren
Het Openbaar Vervoer integreren in de reisketens van Reizigers, waarbij de nadruk verschuift van aanbodgericht Openbaar Vervoer naar flexibele, vraaggerichte (openbaar) vervoersvormen met goede aansluitingen voor een betaalbare deur-tot-deur reis. Binnen het totale vervoersnetwerk in de provincies is voor het Openbaar Vervoer vooral een rol weggelegd op
drukke verbindingen. Op plaatsen en momenten waar de vervoervraag laag is, zijn er kansen voor Andere Mobiliteitsdiensten of meer flexibel Openbaar Vervoer.
Kansen in de regio’s benutten
Economische kerngebieden, zoals die volgen uit het rapport Kracht van Oost en de omgevingsvisie Flevoland, verbinden met snelle, frequente Lijnen (Hoogwaardig Openbaar Vervoer) en regionale centra en middelgrote steden ontsluiten om de regionale economie te versterken. Met het oog op de bereikbaarheid van deze gebieden, centra en steden is versterking van de positie van het Openbaar Vervoer noodzakelijk, ook gelet op de woningbouwopgaven waarvoor de drie provincies staan en hun ambities om de toeristische sector te versterken.
Duurzaamheid verhogen
Landelijk is afgesproken dat het Openbaar Vervoer per Bus vanaf 2030 volledig emissievrij bij de uitlaat is en dat dit voor nieuwe Bussen die in een concessie instromen al vanaf 2025 geldt. Met het besluit van de Concessieverleners om de noodconcessie IJssel-Vecht grotendeels met Zero-Emissiebussen uit te laten voeren en een daaraan gekoppelde Overnameregeling voor minimaal 90% van deze Zero-Emissiebussen, is reeds een grote stap gezet naar emissievrij Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie. Mogelijkheden om de Concessie nog duurzamer uit te voeren liggen met name nog op het vlak van energieverbruik en de bronnen waaruit de energie afkomstig is (Hernieuwbare energie) en herkomst en hergebruik van materialen en producten (circulariteit).
1.3 DOELSTELLINGEN NIEUWE CONCESSIES
Gegeven de hoofdopgaven hebben de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel in de NvU Oost de volgende doelstellingen voor de nieuwe gebiedsconcessies geformuleerd:
1. De concessies geven zo goed mogelijk invulling aan veranderende vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers in de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel;
2. De kern van de concessies, zijnde een sterk en voor Reizigers en provincies betaalbaar Hoofdnetwerk, verder versterken om de toekomstvastheid van het Openbaar Vervoer te kunnen waarborgen;
3. De concessies bieden ruimte voor de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe vervoervormen/mobiliteitsdiensten, om in veranderende vervoerbehoeften te kunnen blijven voorzien;
4. De concessies maken het mogelijk landelijk overeengekomen afspraken over verdere verduurzaming van het Openbaar Vervoer (waar mogelijk) versneld te realiseren om de leefomgeving in de provincies verder te verbeteren.
1.4 HOOFDKENMERKEN VAN DE CONCESSIE IJSSEL-VECHT 2023-2035
Bij iedere aanbesteding van een concessie moeten veel keuzes gemaakt worden over de eisen waaraan de vervoerder moet voldoen. Deze keuzes bepalen de kenmerken van een concessie. Veel van deze keuzes zijn vergelijkbaar met de keuzes die bij eerdere aanbestedingen zijn gemaakt. Hieronder volgen een aantal kenmerkende keuzes voor de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035.
Samenvoeging concessies
Om beter aan te kunnen sluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers is gekozen om de noodconcessie IJssel-Vecht (exclusief Veluwe-Zuid) en de concessies Lelystad en IJsselmond samen te voegen tot de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035. Net als bij de lopende concessies gaat het bij deze Concessie om een zogeheten gebiedsconcessie. Hiervoor is gekozen omdat Stads- en Streeklijnen zo makkelijker zijn te integreren, veranderingen in het lijnennet eenvoudiger zijn door te voeren en de Concessiehouder beter invulling kan geven aan zijn ontwikkelrol.
Samenwerking Flevoland, Gelderland en Overijssel
De provincies kiezen opnieuw voor een gezamenlijke aanbesteding van de Concessie. Belangrijkste reden hiervoor is dat de provincies het belang van Reizigers voorop willen stellen door de vervoerbehoeften van Reizigers en niet de provinciegrenzen als vertrekpunt te nemen voor de concessie-indeling. Ook hebben de provincies vergelijkbare OV-visies en werken ze al jarenlang samen bij onder meer het beheer van hun concessies.
Van de Concessiehouder wordt verwacht dat hij niet alleen intensief met de drie Concessieverleners samenwerkt, maar ook met gemeenten, XXXXX’x, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. Zo zijn voor dit Programma van Eisen de landelijk overeengekomen eisen om te komen tot ‘MaaS- waardige’ concessies van toepassing. Doel is ervoor te zorgen dat het Openbaar Vervoer samen met Andere Mobiliteitsdiensten via meerdere Platforms te boeken en te betalen is en zo voor meer mensen een aantrekkelijk alternatief is.
Opbrengstverantwoordelijkheid en tijdelijke compensatieregeling
Binnen de Concessie is de Concessiehouder opbrengstverantwoordelijk. Deze verantwoordelijkheid past bij zijn positie als commerciële marktpartij. Deze keuze vereist wel dat de Concessiehouder voldoende ontwikkelruimte krijgt, zodat hij zijn expertise kan aanwenden om het Openbaar Vervoer optimaal te laten aansluiten op de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers.
Een belangrijke overweging bij deze keuze is dat de opbrengsten voor een groot deel bestaan uit de vergoeding voor het Studenten-OV-product. Hierover maakt de Concessiehouder samen met andere vervoerders die in Nederland Openbaar Vervoer uitvoeren, afspraken met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (MinOCW); de Concessieverleners hebben hier geen invloed op.
Daarnaast hebben vervoerders, in het kader van een landelijke marktverkenning naar de gevolgen van de coronapandemie voor lopende en nieuw aan te besteden concessies, aangegeven de opbrengstverantwoordelijkheid binnen de concessies te willen behouden. Zij hebben daarbij wel aangegeven dat de huidige onzekerheid over de mate en het tempo van herstel van de reizigersaantallen en -opbrengsten van invloed is op hun bereidheid om op aanbestedingen van concessies in te schrijven. De Concessieverleners introduceren in de Concessie een nieuw financieel model en hebben in de Financiële Bepalingen een tijdelijke compensatieregeling opgenomen die het opbrengstrisico verkleint en beter beheersbaar maakt.
Flexibiliteit en tussentijdse bijstelling
De Concessie betreft alle vormen van Openbaar Vervoer per Bus en Auto die onder de wettelijke definitie van Openbaar Vervoer vallen. Voor andere vervoersvormen geldt dat de Concessieverleners aan marktpartijen en niet-commerciële organisaties ruimte bieden voor het ontwikkelen en aanbieden van Andere Mobiliteitsdiensten in aanvulling op of ter vervanging van vormen van Openbaar Vervoer (= flexibiliteit). Tegelijkertijd willen de Concessieverleners Reizigers en de Concessiehouder zekerheid bieden over de omvang van het Openbaar Vervoer. Ten slotte is het, gelet op de hiervoor benoemde onzekerheid over de mate en het tempo van herstel van de reizigersaantallen en -opbrengsten na afloop van de coronapandemie, belangrijk dat de Concessie de Concessiehouder de ruimte biedt om zijn aanbod snel op wijzigingen in de vervoerbehoeften aan te passen.
Een goede balans tussen flexibiliteit en zekerheid is belangrijk. De Concessie biedt daarom begrensde ruimte voor tussentijdse bijstelling en ontwikkeling. De Concessiehouder kan in zijn Ontwikkelplannen (zie paragraaf 2.2) en Vervoerplannen (zie paragraaf 3.4) voorstellen doen voor de ontwikkeling van busverbindingen (zie paragraaf 3.3). Zo blijft het vervoeraanbod afgestemd op de vervoerbehoeften van Reizigers. Tijdens de coronapandemie werd duidelijk dat flexibiliteit van groot belang is.
Openbaar Vervoer onder de merknaam RRReis met een eigen communicatieplatform
De Concessieverleners kiezen ervoor om het Openbaar Vervoer in de drie provincies onder de merknaam RRReis en de daarbij behorende huisstijl in de markt te zetten. Eén merknaam voor al het Openbaar Vervoer draagt bij aan de herkenbaarheid voor Reizigers. Omdat de Concessieverleners eigenaar van het merk RRReis zijn, wordt voorkomen dat Reizigers bij een
wisseling van vervoerder aan een andere merknaam moeten wennen. Onder de merknaam en huisstijl is ruimte voor productformules waarmee de Concessiehouder zich kan onderscheiden.
Aan het merk RRReis is een Platform gekoppeld waar Reizigers via een variëteit aan communicatiekanalen actuele en desgewenst persoonlijke informatie kunnen ontvangen. Het eigendom van dit Platform ligt bij de Concessieverleners. De (eind)regie over dit communicatieplatform ligt, in ieder geval tot 2028, bij de Concessieverleners. Zij zorgen voor het beheer van de communicatiekanalen, de daarbij behorende klantendatabase, de multimodale reisplanner en het plannings-, boekings- en betalingssysteem voor het Openbaar Vervoer onder de merknaam RRReis
1.5 UITGANGSPUNT VAN HET PROGRAMMA VAN EISEN
Uitgangspunt voor het Programma van Eisen is een ‘ademende’ Concessie die de Concessiehouder stimuleert om steeds zo goed mogelijk in de vervoerbehoeften van Reizigers te voorzien. Tijdens de coronapandemie bleek dat flexibiliteit belangrijk is, bijvoorbeeld als het gaat om het op- en afschalen van het OV-aanbod, de communicatie richting Reizigers en het beheer van Materieel. De Concessieverleners verwachten daarom dat de Concessiehouder flexibel kan inspelen op veranderingen. Door eisen zoveel als mogelijk functioneel te omschrijven krijgt de Concessiehouder de ruimte om ten minste de (vervoer)kwaliteit die de Concessieverleners beogen te leveren en deze waar mogelijk te verbeteren. De Concessieverleners dagen de Concessiehouder uit het Openbaar Vervoer te versterken, voor Reizigers aantrekkelijk te houden en Reizigers, in samenwerking met aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, een onbezorgde reis te bieden. In de hiernavolgende hoofdstukken worden de gestelde eisen per onderdeel van het Programma van Eisen toegelicht.
2. Scope Concessie IJssel-Vecht 2023- 2035
De Concessie betreft het recht, maar ook de plicht om met uitsluiting van anderen Openbaar Vervoer per Bus en Auto te verrichten in het Concessiegebied. Naast de afbakening van het Concessiegebied en de Uitlopers, beschrijft dit hoofdstuk welke vormen van Openbaar Vervoer de Concessiehouder binnen het Concessiegebied moet gedogen. Alle vormen van vervoer die niet onder de wettelijke definitie van Openbaar Vervoer per Bus en Auto vallen, waaronder Andere Mobiliteitsdiensten, behoren niet tot de Concessie.
Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven komt de ontwikkelrol bij de Concessiehouder te liggen. In paragraaf 2.2 is aangegeven wat de Concessieverleners in het kader van de ontwikkelrol van de Concessiehouder verwachten. Een belangrijk element hierbij zijn de plannen die de Concessiehouder in zijn Inschrijving opneemt en de plannen die hij tijdens de looptijd van de Concessie indient.
2.1 AFBAKENING CONCESSIE IJSSEL-VECHT 2023-2035
Begin- en einddatum
Begin- en einddatum Concessie | |
2.1.1 | De Concessie start op 11 december 2022. |
2.1.2 | De Concessie eindigt in december 2035 op de wijzigingsdatum van de Dienstregeling van het hoofdrailnet (= trein) dan wel op een nader door de Concessieverleners te bepalen zondag in december 2035. |
Concessiegebied
De Concessie betreft een samenvoeging van (delen van) drie lopende concessies, te weten de noodconcessie IJssel-Vecht (deels) en de concessies Lelystad en IJsselmond. Daarbij zal er sprake zijn van een overgangsperiode waarin delen aan het Concessiegebied worden toegevoegd. Onderstaande tabel geeft de verschillende overgangsmomenten tijdens deze periode weer. Figuur 2.1 toont het Concessiegebied zoals dat uiteindelijk resulteert.
Overgangsperiode Concessie | |
11-12-2022 | De Concessie omvat het concessiegebied van de noodconcessie IJssel- Vecht met uitzondering van het zuidelijk deel van de Veluwe (gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst en Zwolle, Apeldoorn, Brummen, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Voorst en de wijk Zutphen- De Hoven) |
10-12-2023 | Toevoegen concessiegebied van de concessie Lelystad (gemeente Lelystad) |
10-12-2023 | Toevoegen concessiegebied van de concessie IJsselmond (gemeenten Dronten, Kampen, Noordoostpolder, Urk, Zeewolde en Zwartewaterland en het deel van de gemeente Steenwijkerland ten westen van de A32) |
Vanaf 10 december 2023 tot december 2035 omvat het Concessiegebied derhalve het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Dalfsen, Deventer, Dronten, Elburg, Epe, Ermelo, Hardenberg, Harderwijk, Hattem, Heerde, Kampen, Lelystad, Nijkerk, Noordoostpolder, Nunspeet, Oldebroek, Olst-Wijhe, Ommen, Putten, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland (het deel ten westen van de A32), Urk, Voorst, Zeewolde, Zwartewaterland, Zutphen (wijk De Hoven) en Zwolle.
Figuur 2.1 Concessiegebied zoals dat uiteindelijk resulteert.
Uitlopers Concessiegebied | |
2.1.3 | Naast het recht om Openbaar Vervoer per Bus en Auto binnen het Concessiegebied te verrichten, omvat de Concessie tevens het recht om de in bijlage 1 genoemde Lijnen aan te bieden (= de Uitlopers). |
Gedoogplicht | |
2.1.4 | De Concessiehouder gedoogt de volgende vormen van Openbaar Vervoer in het Concessiegebied, ook in geval van een wijziging van bedieningstijden en/of frequenties: |
a. | Openbaar Vervoer per trein, personenvervoer over water alsmede tijdelijk Openbaar Vervoer ter vervanging van het in dit lid genoemde Openbaar Vervoer; |
b. | Openbaar Vervoer per Bus en Auto vanuit aangrenzende en inliggende concessies, zoals genoemd in bijlage 2, en nog te ontwikkelen Openbaar Vervoer waarover de Concessieverleners met de aangrenzende concessieverleners overeenstemming hebben bereikt of op enig moment zullen bereiken; |
c. | experimenten met Openbaar Vervoer, bijvoorbeeld uitgevoerd met Zelfrijdende voertuigen; |
d. | Openbaar Vervoer per Bus, waaronder langeafstandsbusvervoer, waarvoor door de Concessieverleners een ontheffing krachtens artikel 29 van de Wet personenvervoer 2000 is of wordt verleend; |
e. | vervoer dat wordt uitgevoerd onder de naam haltetaxiRRReis (indien en voor zover dit vervoer kwalificeert als Openbaar Vervoer). |
Andere Mobiliteitsdiensten | |
2.1.5 | De Concessie omvat niet het ontwikkelen en aanbieden van Andere Mobiliteitsdiensten. |
2.1.6 | De Concessieverleners kunnen op enig moment besluiten om delen van het door de Concessiehouder te verrichten Openbaar Vervoer (de C-lijnen, zie paragraaf 3.3) te vervangen door Andere Mobiliteitsdiensten, in welk geval |
deze Lijnen niet langer deel uit maken van de Concessie. De Concessiehouder dient hieraan zijn medewerking te verlenen. | |
2.1.7 | De Concessiehouder werkt nauw samen met aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. De Concessiehouder doet dit vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de (OV-)bereikbaarheid van het Concessiegebied. Deze samenwerking omvat onder meer de onderlinge afstemming van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto en Andere Mobiliteitsdiensten (zie artikel 3.4.1e), het uitwisselen van informatie (zie artikel 7.3.3) en het beschikbaar stellen van deze informatie aan Reizigers (zie artikelen 7.2.1g en 7.4.7). |
2.2 ONTWIKKELROL BIJ CONCESSIEHOUDER
Ontwikkelrol | |
2.2.1 | De Concessiehouder is binnen de kaders zoals vastgelegd in de Concessiebeschikking en het Beschrijvend document inclusief bijlagen (waaronder het Programma van Eisen en de Financiële Bepalingen) verantwoordelijk voor de (door)ontwikkeling van alle aspecten van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto behorend tot de Concessie. |
2.2.2 | Vanuit zijn ontwikkelrol monitort de Concessiehouder continu (nieuwe) trends en eventuele knelpunten en betrekt hij deze bij de (door)ontwikkeling van de Concessie teneinde het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie optimaal af te stemmen op de behoeften van Reizigers en Stakeholders. |
2.2.3 | De Concessiehouder werkt bij de (door)ontwikkeling van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie intensief samen met de Concessieverleners, gemeenten (waaronder in geval van Uitlopers ook de betrokken gemeenten in aangrenzende concessiegebieden), XXXXX’x, concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten. |
2.2.4 | De Concessiehouder houdt bij de organisatie en uitvoering van zijn ontwikkelrol rekening met het gegeven dat het Concessiegebied in drie provincies ligt alsmede met het grote aantal gemeenten en andere Stakeholders. |
2.2.5 | Met de centrumgemeenten Apeldoorn, Deventer, Lelystad en Zwolle stemt de Concessiehouder in ieder geval jaarlijks op ambtelijk en bestuurlijk niveau het Vervoerplan voor het komende Dienstregelingjaar af. |
2.2.6 | De Concessiehouder geeft in het Ontwikkelplan aan op welke wijze hij de ontwikkelrol in samenwerking en afstemming met de Concessieverleners, gemeenten en andere Stakeholders invult, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. |
2.2.7 | De Concessiehouder verstrekt aan de Consumentenorganisaties verenigd in de ROCOV’s Flevoland, Gelderland en Overijssel tijdig, dat wil zeggen rekening houdend met de aanlevertermijnen zoals die met de XXXXX'x zijn overeengekomen, en regelmatig informatie over de Concessie zodat zij hun adviesrol adequaat kunnen uitvoeren. De Concessiehouder maakt met de XXXXX’x afspraken over de onderwerpen waarover hij de XXXXX’x om advies vraagt en de procedures die hij daarbij volgt. De Concessiehouder vraagt aan de XXXXX’x in ieder geval advies over de volgende plannen en voorstellen: • Ontwikkelplan (artikel 2.2.10); • Vervoerplan (Bijlage 9 (Procedure Vervoerplan)); • Tarievenplan (artikel 8.3.17); • Voorstellen voor nieuwe productformules (artikelen 6.5.4 en 10.1.4); |
• Voorstellen voor het toevoegen en verwijderen van distributiekanalen (artikel 8.4.12); • Voorstellen voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van communicatiekanalen en –middelen voor zover deze niet onder de verantwoordelijkheid van de Concessieverleners vallen (artikel 10.2.7). De Concessiehouder geeft bij de plannen en voorstellen die hij ter vaststelling of toetsing aan de Concessieverleners voorlegt, aan hoe hij het advies van de ROCOV’s heeft verwerkt. |
Plancyclus | |
2.2.8 | De Concessiehouder beschrijft in het Ontwikkelplan hoe hij invulling geeft aan zijn ontwikkelrol. |
2.2.9 | De Concessiehouder richt een continu ontwikkelproces in gebaseerd op de PDCA-cyclus dat gericht is op: • operational excellence; • customer excellence; en • duurzame inzet van zijn medewerkers, en in het kader waarvan de Concessiehouder: • iedere drie jaar een Ontwikkelplan (conform de planning in bijlage 3 (Plancyclus)); en • als nadere uitwerking van een jaarschijf uit het Ontwikkelplan jaarlijks de plannen genoemd in artikel 2.2.11 opstelt. |
2.2.10 | De Concessiehouder beschrijft in zijn Ontwikkelplan: |
a. | De uitvoering en effecten van het in uitvoering zijnde Ontwikkelplan inclusief onderliggende plannen en de wijze waarop hij deze ervaringen meeneemt bij de doorontwikkeling van het Openbaar Vervoer in de volgende periode van drie jaar; |
b. | De kansen die hij ziet om met de doorontwikkeling van het Openbaar Vervoer per Bus en Auto bij te dragen aan verdere realisatie van de doelstellingen die de Concessieverleners met de Concessie nastreven. Deze kansen kunnen onder meer liggen op het vlak van: • marketing, waaronder Tarieven, Reisproducten, Productdragers en distributienetwerk, en communicatie met Reizigers: de Marketingstrategie, • vervoerkundig aanbod: de Vervoerkundige strategie, en • duurzaamheid, waaronder circulariteit; |
c. | Concrete strategieën die hij tijdens de geldigheidsduur van het Ontwikkelplan (zijnde 3 jaar) gaat volgen om de kansen die hij ziet te benutten, met daarbij in ieder geval aandacht voor: • Vervoerkundige strategie (artikel 3.4.1) • strategie ten aanzien van reisinformatie (artikel 7.5.1) • Marketingstrategie (artikel 10.3.1) met daarin ook een strategie voor de onderwerpen Tarieven en Reisproducten (artikel 8.3.15), distributienetwerk (artikel 8.4.8) en communicatie met Reizigers (artikel 10.2.1). |
d. | De resultaten (output) en de effecten (outcome) die hij met de uitvoering van het Ontwikkelplan verwacht te bereiken, op welk moment hij deze resultaten en effecten bereikt, hoe deze resultaten en effecten zich verhouden tot de doelen |
die de Concessieverleners met de Concessie nastreven en hoe hij de resultaten en effecten gaat monitoren en rapporteren; | |
e. | Zijn ervaringen met en eventuele verbetervoorstellen voor de samenwerking met en het betrekken van vrijwilligers, zoals OV-ambassadeurs, leden van buurtbusverenigingen en niet-commerciële aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, waaronder het op peil houden van de deskundigheid van deze vrijwilligers en de wijze waarop hij indien nodig nieuwe vrijwilligers werft; |
f. | Hoe hij de belangen van Xxxxxxxxx, de Concessieverleners en Stakeholders combineert met zijn eigen doelstellingen in de volgende periode van drie jaar; |
g. | Zijn ervaringen met en eventuele verbetervoorstellen voor de organisatie van zijn ontwikkelrol, rekening houdend met de aard en omvang van het Concessiegebied IJssel-Vecht en de diversiteit aan Stakeholders; |
h. | Hoe hij in de afgelopen periode de risico’s die hij liep heeft beheerst, welke risico's hij in de komende jaren voorziet en hoe hij deze gaat beheersen; |
i. | De samenhang tussen de bovengenoemde onderdelen a tot en met h; |
j. | Eventuele nieuwe onderwerpen die zich tijdens de uitvoering van de Concessie aandienen en die naar het oordeel van de Concessiehouder dan wel de Concessieverleners een plek moeten krijgen in het Ontwikkelplan. |
2.2.11 | Jaarlijks stelt de Concessiehouder als nadere invulling van het Ontwikkelplan de volgende plannen op: • Vervoerplan (zie artikel 3.4.3 en bijlage 9); • Tarievenplan (zie paragraaf 8.3); • Marketingplan (zie paragraaf 10.3.2); • Jaarplan Sociale Veiligheid (zie hoofdstuk 12); • Concessiejaarplan (zie artikel 2.2.13). |
2.2.12 | De Concessiehouder biedt de plannen genoemd in artikel 2.2.11 uiterlijk op de in bijlage 3 (Plancyclus) genoemde momenten ter vaststelling of ter toetsing aan de Concessieverleners aan. Dit geldt ook voor de plannen voor het eerste jaar van de Concessie die deel uitmaken van de Inschrijving. |
2.2.13 | De Concessiehouder biedt jaarlijks vóór 1 augustus, voor het eerst voor 1 augustus 2022, het Concessiejaarplan voor het volgende jaar ter toetsing aan de Concessieverleners aan. De Concessiehouder gaat in het Concessiejaarplan in ieder geval in op: |
a. | De bereikte resultaten in het lopende en voorgaande jaren, met in ieder geval aandacht voor de ontwikkeling in het OV-gebruik (reizigersaantallen en - kilometers), de klanttevredenheid onder Reizigers (zie artikel 13.3.6d), de Reizigersopbrengsten, en de uitvoeringskwaliteit in termen van Punctualiteit, Rituitval en uitval van met Zero-Emissievoertuigen geplande Ritten, klachten en incidenten; |
b. | De doelen voor het komende jaar in relatie tot onder meer zijn Ontwikkelplan; |
c. | De voortgang in de uitvoering van het Ontwikkelplan inclusief onderliggende plannen en de onderdelen die hij het komende kalenderjaar gaat realiseren, inclusief een planning en concrete beschrijving van de beoogde resultaten. Hij sluit hierbij aan op de planning van het in uitvoering zijnde Ontwikkelplan; |
d. | Hoe hij het komende jaar de uitvoeringskwaliteit van de Dienstregeling verder gaat verbeteren (met daarbij aandacht voor de bijsturing bij Evenementen en wegwerkzaamheden); |
e. | Voor welke marketingactiviteiten hij zijn marketingbudget (zijnde ten minste het bedrag zoals opgenomen in de financieel economische onderbouwing van zijn Inschrijving) het komende jaar gaat inzetten; |
f. | De voortgang op Social Return on Investment (SROI) (zie paragraaf 9.3); |
g. | De mogelijke risico’s die hij voorziet bij de uitvoering van het Concessiejaarplan en hoe hij deze gaat beheersen; |
h. | De samenhang tussen het Concessiejaarplan en het Vervoerplan, Tarievenplan en Jaarplan Sociale Veiligheid. |
2.2.14 | In het Concessiejaarplan voor het laatste jaar van de Concessie gaat de Concessiehouder ook in op de doorontwikkeling van de Concessie t na afloop van de Concessie, bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van communicatiekanalen, de continuïteit van dienstverlening aan Reizigers en een zorgvuldige overdracht naar de opvolgende concessiehouder. De Concessiehouder stemt de inhoud van dit Ontwikkelplan af met de opvolgende concessiehouder. |
2.2.15 | De Concessiehouder betrekt bij het opstellen van het Ontwikkelplan en de daaruit voortvloeiende deelplannen relevante Stakeholders als gemeenten en de ROCOV's. Bij de voorbereiding en het opstellen van deze plannen houdt de Concessiehouder rekening met de tijd die nodig is om andere Stakeholders op zorgvuldige wijze bij de planvorming te betrekken (zie bijlage 3). De Concessiehouder stemt zijn planning voor het opstellen van de plannen vooraf met de Concessieverleners af. |
Tussentijdse Review | |
2.3.1 | De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan Tussentijdse Reviews (elke drie jaar), waarbij de Concessieverleners nagaan in hoeverre afspraken tussen de Concessiehouder en de Concessieverleners nog aansluiten bij de ontwikkelingen op de mobiliteitsmarkt en de (al dan niet gewijzigde) provinciale doelstellingen. |
2.3.2 | In het kader van een Tussentijdse Review beoordelen de Concessieverleners in ieder geval de volgende zaken: |
a. | De ontwikkeling in de klanttevredenheid (OV-klantenbarometer of een opvolger hiervan), het OV-gebruik (reizigersaantallen en -kilometers) en de Reizigersopbrengsten per Lijn, per provincie en per productformule; |
b. | Het Ontwikkelplan als genoemd in artikel 2.2.10; |
c. | De uitvoeringskwaliteit, in het bijzonder het voldoen aan de gestelde normen in het Programma van Eisen; |
d. | De wijze van doorontwikkeling van de Concessie door de Concessiehouder en de samenwerking met Stakeholders, in het bijzonder met concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies, aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, de ROCOV’s en (centrum)gemeenten; |
e. | De realisatie door de Concessiehouder van de in het kader van zijn Inschrijving en tijdens de uitvoering van de Concessie opgestelde Ontwikkelplannen en onderliggende plannen aangeboden producten en diensten; |
f. | De kwartaalrapportages en jaarlijks op te leveren plannen als het Concessiejaarplan, het Vervoerplan, het Tarievenplan en het Jaarplan Sociale Veiligheid; |
g. | De invloed van externe ontwikkelingen op de realisatie van de KPI’s (zoals genoemd in artikel 13.3.6) en eventuele suggesties voor bijstelling van de KPI’s; |
h. | De effectiviteit van de Boeteregeling. |
2.3.3 | Op basis van de uitkomsten van de Tussentijdse Reviews kunnen de Concessieverleners besluiten afspraken zoals vastgelegd in de Concessiebeschikking, het Programma van Eisen, de Financiële Bepalingen en bijlagen bij deze documenten, na overleg met de Concessiehouder, te wijzigen, toe te voegen dan wel te laten vervallen dan wel maatregelen te treffen om naleving van bestaande afspraken (alsnog) af te dwingen (conform het Protocol Sturing). |
3. Vervoerkundig aanbod
Een belangrijk uitgangspunt voor de eisen aan het toekomstige OV-netwerk is de keuze om de bestaande Lijnen in drie categorieën in te delen1. Reden voor deze driedeling is de balans die de Concessieverleners zoeken om tijdens de looptijd van de Concessie de flexibiliteit te hebben om het OV-netwerk aan te kunnen passen aan gewijzigde vervoerbehoeften, terwijl tegelijkertijd zekerheden aan Reizigers, de Concessiehouder, gemeenten en andere Stakeholders geboden wordt wat betreft de opzet en omvang van het toekomstige OV-netwerk. Door drie categorieën Lijnen te onderscheiden waaraan verschillende eisen worden gesteld, worden beide doelstellingen bereikt. Op straat merken Reizigers overigens niets van deze driedeling. Zij reizen met Bus (of Auto), waarbij de ene Bus iets langer of vaker rijdt dan een andere, net als nu al het geval is.
De Concessiehouder kan onderscheid binnen het OV-netwerk aanbrengen door onder de merknaam RRReis meerdere productformules te voeren met ieder hun eigen kenmerken. In de Brandguide zijn de kaders voor het merk RRReis vastgelegd. In dit digitale document staat ook informatie over de positionering en de kenmerken van de productformules RRReis, comfortRRReis, reserveerRRReis en buurtRRReis.
De flexibiliteit moet ruimte bieden voor vernieuwingen in het aanbod aan vervoervormen/ mobiliteitsdiensten die (nog meer) vanuit de vervoerbehoeften van Reizigers zijn opgezet (van aanbod- naar vraaggericht). Mede hierdoor kunnen de best passende vervoervormen/ mobiliteitsdiensten er anders uitzien dan Reizigers gewend zijn.
De Concessieverleners verwachten in dat kader van de Concessiehouder dat hij een OV- netwerk aanbiedt dat zo goed mogelijk aansluit bij de vervoerbehoeften van Reizigers: vaste Lijnen met op de vervoerbehoeften afgestemde frequenties op verbindingen/momenten waar veel vraag is, en passend, flexibel, vraaggericht Openbaar Vervoer op verbindingen/momenten waar minder vraag is. Belangrijk hierbij is een goede afstemming van het OV-netwerk met Andere Mobiliteitsdiensten.
Dit hoofdstuk bevat de minimumeisen waaraan het OV-netwerk en de Dienstregeling in ieder geval moeten voldoen. Op basis van deze eisen stelt de Concessiehouder een concreet OV- netwerk en Dienstregeling op waarmee zoveel mogelijk inwoners en bezoekers van het Concessiegebied snel en gemakkelijk naar hun bestemming kunnen reizen.
3.1 OPBOUW OV-NETWERK: INDELING IN A-, B- EN C-LIJNEN
De Concessieverleners hebben de huidige Lijnen die (tijdelijk) tot de Concessie gaan behoren in drie categorieën ingedeeld, te weten:
• A-lijnen: Sterke busverbindingen die samen met de treindiensten in de drie provincies (Hoofdrailnet en regionale treindiensten) en de sterke busverbindingen in de andere concessiegebieden een hoofdnetwerk binnen de drie provincies (gaan) vormen dat de belangrijkste economische kerngebieden met elkaar verbindt. De A-lijnen blijven in principe tijdens de gehele looptijd van de Concessie onderdeel van het OV-netwerk.
• B-lijnen: Busverbindingen waarmee op dit moment zoveel mensen reizen dat de Concessieverleners verwachten dat deze busverbindingen gedurende de gehele looptijd van Concessie in een substantiële vervoervraag zullen blijven voorzien.
• C-lijnen: Busverbindingen die:
o nu niet optimaal aansluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers waardoor deze Lijnen op dit moment minder intensief gebruikt worden,
1 Nota van Uitgangspunten Concessies IJssel-Vecht, Rijn-Waal en Berkel Xxxxxx, vastgesteld door de Provinciale Staten van Flevoland, Gelderland en Overijssel op 23 en 30 mei 2018.
o beleidsmatig gezien een minder belangrijke functie binnen het OV-netwerk vervullen, en/of
o op voorstel van de Concessiehouder dan wel op verzoek van de Concessieverleners aan het OV-netwerk worden toegevoegd (= nieuwe verbindingen) of worden weggehaald. Toevoegen en opheffen van C-lijnen is alleen toegestaan met voorafgaande goedkeuring van de Concessieverleners. De Concessiehouder laat bij voorstellen tot het opheffen van C-lijnen zien welke reismogelijkheden inwoners en bezoekers van het Concessiegebied houden/krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van Andere Mobiliteitsdiensten, als onderdeel van de ketenmobiliteit.
Bijlage 4 bevat de indeling van de huidige Stads- en Streeklijnen in respectievelijk A-, B- en C- lijnen, terwijl bijlagen 5 en 6 een overzicht van de huidige Buurtbuslijnen en Scholierenlijnen (allen C-lijnen) bevatten. Deze indeling vormt het uitgangspunt voor de Concessie, met dien verstande dat de Concessieverleners in het kader van de Tussentijdse Reviews kunnen besluiten de indeling van Lijnen naar aanleiding van het Ontwikkelplan aan te passen.
Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven stromen de Lijnen die deel uitmaken van de concessies Lelystad en IJsselmond na één jaar in. Bijlagen 4 tot en met 6 tonen op welk moment huidige Lijnen instromen. Inschrijvers dienen, als onderdeel van hun Inschrijving, een Vervoerplan in voor al het Openbaar Vervoer dat deel uitmaakt van de Concessie. Dit Vervoerplan vormt de basis voor het Vervoerplan en de Dienstregeling die de Concessiehouder voor ieder Dienstregelingjaar opstelt.
3.2 BEDIENINGSTIJDEN, FREQUENTIES EN REISSNELHEID
Voor iedere categorie Lijnen stellen de Concessieverleners minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties (zie tabel 3.1). De minimumeisen binnen genoemde tijdvensters gelden voor zowel de heen- als de terugrichting van een Lijn en in ieder geval bij start van de Concessie. Bij de aanbesteding van de Concessie dagen de Concessieverleners geïnteresseerde vervoerders uit om, uitgaande van de beschikbare subsidie, de bedieningstijden en frequenties op de vervoerbehoeften van Reizigers af te stemmen en zo veel mogelijk extra’s aan te bieden boven op de minimumeisen.
De Concessieverleners hebben de ambitie om in ieder geval op de hoofdassen tussen de economische kerngebieden onder de productformule comfortRRReis Openbaar Vervoer met een extra wervende uitstraling in termen van bijvoorbeeld frequenties, reissnelheid en comfort (Hoogwaardig Openbaar Vervoer, HOV) in de markt te zetten. De Concessiehouder wordt gevraagd aan te geven welke A-lijnen en eventueel B-lijnen hij onder deze productformule wil brengen, waarbij in tabel 3.1 de minimumeisen zijn opgenomen voor frequenties en bedieningsperiode die in dat geval gelden. Daarnaast gelden de volgende normen ten aanzien van de gemiddelde reissnelheid (gemeten over het gehele traject en alle Ritten van de betreffende Comfort-lijn):
• 25 km/u op Stadslijnen;
• 35 km/u op Streeklijnen.
Indien Comfort-lijnen die de Concessiehouder in zijn Inschrijving aanbiedt bij de start van de Concessie nog niet aan deze normen voldoen dan toont hij in het Vervoerplan bij zijn Inschrijving aan hoe hij binnen drie jaar wel aan de normen zal voldoen.
Daarnaast vragen de Concessieverleners aandacht voor een goed op de vervoerbehoeften van Reizigers afgestemd aanbod aan Stadslijnen in Apeldoorn, Deventer, Lelystad en Zwolle. Voor de Stadslijnen in Apeldoorn, Deventer en Zwolle geldt dat de Concessiehouder tijdens het eerste jaar van de Concessie alle Haltes moet bedienen die in de vastgestelde Vervoerplannen 2022 zijn opgenomen. Na dat eerste jaar mag de Concessiehouder routes en Haltes van deze Stadslijnen alleen wijzigen in overleg met de betreffende centrumgemeente (conform artikel 2.2.5) en Concessieverlener.
Voor het eerste jaar dat de concessie Lelystad deel uitmaakt van de Concessie geldt de OV- visie van de gemeente Lelystad als basis voor het aanbod aan Stadslijnen en Streeklijnen in deze gemeente.
Tabel 3.1: Minimumeisen voor de bedieningstijden en frequenties per Lijn per uur per richting2
Werkdag | Zaterdag | Zondag | |||||
Categorie | Spits | Dal | Avond | Overdag | Avond | Dag | Avond |
6.30- | 9.30- | 20.00u- | 8.00- | 20.00u- | 9.00- | 20.00u- | |
9.30u | 15.00u | 23.00u | 20.00u | 22.00u | 20.00u | 22.00u | |
en | en | ||||||
15.00- | 18.30- | ||||||
18.30u | 20.00u | ||||||
comfortRRReis | 4x | 2x | 2x | 2x | 2x | 2x | 1x |
A | 2x | 2x | 1x | 1x | 1x | 1x | 1x |
B | 2x | 1x1 | |||||
C | |||||||
1 De eerste Rit tijdens de dalperiode mag maximaal 60 minuten na de laatste Rit in de spits vertrekken. |
Ingeval de minimumeisen in tabel 3.1 hoger zijn dan de frequenties op de betreffende busverbinding volgens de vervoerplannen 2022 voor de huidige concessies, dan geldt de huidige frequentie als minimumeis voor de betreffende busverbinding bij de aanbesteding (in bijlage 4 zijn de Lijnen waarvoor deze uitzondering geldt aangegeven middels een opmerking). Deze uitzondering geldt niet voor Lijnen die de Concessiehouder als Comfort-lijnen wil positioneren.
3.3 ONTWIKKELRUIMTE CONCESSIEHOUDER
De ruimte die de Concessiehouder krijgt om zijn aanbod op de vervoerbehoeften van Reizigers af te stemmen verschilt per categorie Lijnen.
Ontwikkelruimte A-lijnen
De kaders die de Concessieverleners aan de Concessiehouder meegeven zijn voor de A-lijnen het meest strak, waardoor de vervoerkundige ontwikkelruimte bij deze categorie het kleinst is. Deze verbindingen zijn namelijk (op kaarten) beschreven in beleidsdocumenten van de provincies, waardoor routes en Haltes vastliggen. De ontwikkelruimte van de Concessiehouder op A-lijnen bestaat daarom uit aanpassingen van bedieningstijden en frequenties van de A- lijnen (zolang hij voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties) en/of het koppelen van A-lijnen aan andere Lijnen. Uitzondering zijn de in bijlage 12 genoemde A-lijnen of bundels van A-lijnen waarbij het de Concessiehouder is toegestaan om een voorstel te doen voor (beperkte) route-aanpassingen en/of het bundelen van A-Lijnen om op de betreffende corridor de productformule comfortRRReis te bieden. In deze bijlage is ook aangegeven welke vervoerkundige ideeën de Concessieverleners eventueel ten aanzien van deze A-lijnen hebben.
2 Gelet op de onzekerheid ten aanzien van de mate en het tempo van het herstel van de vervoersvraag na afloop van de coronapandemie, houden de Concessieverleners de mogelijkheid open om de minimumeisen in tabel 3.1 aan te passen danwel de Concessiehouder hiervoor tijdelijk ontheffing te ontlenen.
Ontwikkelruimte B-lijnen
Voor de B-lijnen geldt het Lijnennet zoals opgenomen in de vervoerplannen 2022 voor de huidige concessies als referentie voor het eerste jaar van de Concessie. Dit betekent dat de Concessiehouder alle verbindingen tussen Kernen/Wijken die door één of meerdere B-lijnen geboden worden, moet blijven bieden, maar dat hij, met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 3.2 en 4.1, deze verbindingen anders mag invullen (bijvoorbeeld combineren en/of koppelen van Lijnen, andere routes of andere locaties van Haltes) om beter aan te sluiten bij de vervoerbehoeften van Reizigers. Bij de aanbesteding wordt aan Inschrijvers gevraagd op verbindingsniveau een OV-aanbod te doen dat zo goed mogelijk aansluit op de vervoerbehoeften van Reizigers en voldoet aan de minimumeisen zoals opgenomen in tabel
3.1. Vervolgens kan de Concessiehouder jaarlijks in het Vervoerplan voorstellen opnemen voor aanpassingen van de geboden verbindingen.
Ontwikkelruimte C-lijnen
De eisen die de Concessieverleners aan C-lijnen stellen, zijn beperkt. Alleen voor Buurtbuslijnen en Scholierenlijnen geldt een verplichting om deze Lijnen in ieder geval in het eerste jaar van de Concessie aan te bieden en de beperking dat de Concessiehouder het aanbod op deze Lijnen tijdens de looptijd van de Concessie alleen na overleg met buurtbusverenigingen en onderwijsinstellingen en na goedkeuring door de betreffende Concessieverlener mag aanpassen (zie paragrafen 3.5 en 3.6).
Bij de aanbesteding wordt aan Inschrijvers gevraagd aan te geven welke C-lijnen zij nog meer aanbieden naast deze verplichte C-lijnen en hoe zij verwachten met eventueel vernieuwende concepten beter aan te sluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers die op dit moment of in de toekomst van deze C-lijnen gebruik maken. Tijdens de looptijd van de Concessie krijgt de Concessiehouder volop mogelijkheden voor de doorontwikkeling van het aanbod aan C-lijnen. Daarbij zijn verschillende ontwikkelrichtingen denkbaar:
1. De Concessiehouder slaagt erin een C-lijn beter aan te laten sluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers, in welk geval deze Lijn onderdeel blijft van de Concessie. Dit kan bijvoorbeeld door:
a. van een C-lijn een sterke vaste Lijn te maken (en daarmee mogelijk een B-lijn); of
b. op een C-lijn een toekomstvaste vraagafhankelijke vorm van Openbaar Vervoer te bieden.
2. Andere Mobiliteitsdiensten lijken beter op de vervoerbehoeften van Reizigers aan te sluiten dan een vaste Lijn of niet-lijngebonden en/of vraagafhankelijke vorm van Openbaar Vervoer. De betreffende Concessieverlener kan in dat geval besluiten het aanbieden van Andere Mobiliteitsdiensten te stimuleren, in welk geval marktpartijen en niet commerciële organisaties een aanbod kunnen doen. Andere Mobiliteitsdiensten maken geen deel uit van de Concessie.
3. Op een verbinding valt de vervoervraag (vrijwel) weg, bijvoorbeeld door de sluiting van een school. In dat geval kan de betreffende Concessieverlener besluiten de C-lijn op te heffen zonder dat hiervoor Andere Mobiliteitsdiensten in de plaats komen.
Met name voor de ontwikkelingen genoemd onder punt 2 en 3 geldt dat de regie hierop tijdens de looptijd van de Concessie bij de Concessieverleners ligt. Concreet betekent dit dat een besluit tot transitie of opheffing van een C-lijn door de betreffende Concessieverlener(s) genomen wordt. Bij een besluit over een eventuele transitie naar Andere Mobiliteitsdiensten zullen de belangen van en samenwerking met Stakeholders en de Concessiehouder nadrukkelijk worden meegewogen.
3.4 VERVOERKUNDIGE STRATEGIE, VERVOERPLAN EN DIENSTREGELING
Vervoerkundige strategie en Vervoerplan | |
3.4.1 | De Concessiehouder werkt als onderdeel van het Ontwikkelplan een Vervoerkundige strategie ten aanzien van de invulling van de vervoerbehoeften in het Concessiegebied uit, in het bijzonder ten aanzien van: |
a. | De invulling van A-, B- en C-lijnen en daarbinnen eventuele Comfort-lijnen, waaronder de locaties van OV-knooppunten en andere overstappunten, en mogelijke ontwikkelrichtingen om deze Lijnen (nog) beter op de vervoerbehoeften van Reizigers af te stemmen; |
b. | Welke Haltes hij aanmerkt als Tijdhalte, met in iedere Kern en/of Wijk met meer dan 5.000 inwoners en op ieder bedrijventerreinen met meer dan 5.000 werknemers, ten minste één Tijdhalte, waarbij de Tijdhalte op een centrale locatie binnen de Kern en/of Wijk of het bedrijventerrein gelegen is. |
c. | De afstemming van Lijnen met een aansluiting op het Hoofdrailnet, regionale treinverbindingen en buslijnen behorend tot andere concessies op de betreffende treinverbindingen en buslijnen; |
d. | Situaties waarin de vervoerbehoeften van Reizigers beter ingevuld kunnen worden met Andere Mobiliteitsdiensten dan met C-lijnen; |
e. | De afstemming van het Openbaar Vervoer op (nieuwe) Andere Mobiliteitsdiensten en de rol van de Concessiehouder hierin; |
f. | De mogelijkheid om vanuit het Openbaar Vervoer 'over te stappen' op (deel-) auto en (deel-)fiets en vice versa; |
g. | Ontwikkelingen in het aanbod van Lijnen die later aan de Concessie worden toegevoegd en de wijze waarop betrokken gemeenten en andere Stakeholders bij deze veranderingen worden betrokken3; |
h. | Openbaar Vervoer in bijzondere omstandigheden, zoals Evenementen (niet zijnde speciaal evenementenvervoer), extreme weersomstandigheden of overmacht (protocollen). |
3.4.2 | Op basis van zijn Vervoerkundige strategie ontwikkelt de Concessiehouder gedurende de looptijd van de Concessie het OV-netwerk door. Hij betrekt daarin ten minste de volgende aspecten: |
a. | Beoordeling van het OV-netwerk als het gaat om aantallen Reizigers, routevoering van Lijnen, Aansluitingen en uitvoering van de Dienstregeling; |
b. | Nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen en aanpassingen in de (weg)infrastructuur; |
c. | Eisen van de Concessieverleners en Stakeholders ten aanzien van bestaande en nieuwe OV-verbindingen, waaronder in ieder geval: i. Een goede ontsluiting van de nieuwe Marinierskazerne in Nieuw- Milligen, locatie Kamp Nieuw-Milligen, via de N302 en N3444, |
3 De wijze waarop Stakeholders betrokken worden, wordt in het kader van de Inschrijving beschreven als onderdeel van het Ontwikkelplan.
4 Volgens de huidige planning zal deze kazerne met naar verwachting ruim 2000 arbeidsplaatsen in 2028 volledig in gebruik zijn, maar zal de ingebruikname in de jaren daarvoor gefaseerd plaatsvinden.
ii. Een rechtstreekse (dat wil zeggen zonder overstap), niet vraagafhankelijke OV-verbinding tussen Urk en Lelystad (zie bijlage 12), iii. Een rechtstreekse (dat wil zeggen zonder overstap) OV-verbinding tussen Harderwijk en luchthaven Lelystad Airport, eventueel in de vorm van Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer, vanaf het moment dat de luchthaven opengaat voor commercieel gebruik. | |
d. | De Concessiehouder werkt mee aan kwaliteitsverbetering voor Reizigers op de OV-verbinding Lelystad-Emmeloord-Groningen. In 2024 of op een later moment zullen de Concessieverleners de mogelijkheden hiertoe met de Concessiehouder en de overige betrokken concessieverleners en concessiehouders verkennen. Hierbij is een te onderzoeken en mogelijk te implementeren variant in ieder geval het (op delen van de dag) opheffen van de overstap in Emmeloord door één van de betrokken buslijnen de gehele route te laten bedienen. De Concessiehouder moet deze doorgaande buslijn als hij wordt uitgevoerd door de concessiehouder van een andere concessie gedogen. Op verzoek van de Concessieverleners en eventueel overige betrokken concessieverleners stelt de Concessiehouder, al dan niet gezamenlijk met de andere betrokken concessiehouders, een business case op voor de verschillende mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering van deze OV-verbinding (zie ook artikel 25 van de Financiële Bepalingen). Op basis van deze business case besluiten de Concessieverleners, al dan niet gezamenlijk met de overige betrokken concessieverleners, over deze kwaliteitsverbetering waarbij geldt dat de extra kosten voor de Concessieverleners bij een eventuele aanpassing in de betrokken concessies redelijk moeten zijn en in overleg tot stand komen. |
e. | Wensen van de Concessieverleners en Stakeholders ten aanzien van bestaande en nieuwe OV-verbindingen, waaronder in ieder geval: i. Uitbreiding van het OV-aanbod op de verbinding Almere-Zeewolde Harderwijk5. |
3.4.3 | De Concessiehouder dient jaarlijks in het kader van de (door)ontwikkeling van het OV-netwerk en als uitwerking van de Vervoerkundige strategie een Vervoerplan ter vaststelling bij de Concessieverleners in. Het Vervoerplan bevat in ieder geval de volgende onderdelen: |
a. | Een concreet Lijnennet en bijbehorende Dienstregeling voor het betreffende Dienstregelingjaar; |
b. | De wijzigingen die hij in het OV-aanbod wil doorvoeren als het gaat om lijnvoering, te bedienen Haltes, OV-knooppunten en Tijdhaltes, frequenties, bedieningstijden, en wijzigingen in de in te zetten typen Voertuigen en hun capaciteit, en de afstemming met en aansluiting op het Hoofdrailnet, regionale |
5 In haar nieuwe Programma Ruimte en Mobiliteit (PMR) voegt de provincie Flevoland de OV-verbinding Almere-Zeewolde-Harderwijk toe aan haar kernnet. Dit past bij de ambitie voor deze OV-verbinding zoals verwoord in het Regionaal XX-Xxxxxxxxxxxxx 0000 Xxxxx-Xxxxxxx xx Xxxxxxxxx. Stapsgewijs moet het aanbod op deze OV-verbinding worden uitgebreid. In lijn met de minimumeisen die voor A-lijnen gelden, stelt de provincie Flevoland daarbij de volgende prioriteiten:
1. Avondbediening op werkdagen tot 23:00 uur;
2. Bediening op zaterdag en/of zondag (eventueel gefaseerd) tussen 08:00-20:00 uur;
3. Avondbediening op zondag tot 22:00 uur;
4. Werkdagen bediening in de daluren 2 x per uur tot 20:00 uur;
5. Avondbediening op zaterdag tot 22:00 uur.
treindiensten, te gedogen buslijnen zoals bedoeld in artikel 2.1.4 onder b en d, en Andere Mobiliteitsdiensten. | |
c. | Bij iedere wijziging de verwachte effecten als het gaat om de aansluiting op de vervoerbehoeften van Reizigers, de inzet van Dienstregelinguren en Dienstregelingkilometers en het gebruik van het Openbaar Vervoer. |
d. | Een rijtijdanalyse van in ieder geval de Comfort-lijnen. De Concessiehouder toont hiermee aan dat hij voldoet aan de normen voor de gemiddelde reissnelheid (zie paragraaf 3.1). Mocht de gemiddelde reissnelheid tijdens de Concessie niet aan de normen voldoend dan stelt de Concessiehouder een verbeterplan op. Als na twee jaar blijkt dat nog steeds niet aan de normen voldaan kan worden dan mag de Concessiehouder de betreffende Lijn(en) niet langer onder de productformule comfortRRReis uitvoeren en zet hij op deze Lijn(en) uitsluitend Voertuigen in waarvan het exterieur voldoet aan de eisen voor de reguliere huisstijl van RRReis (zie de Brandguide). |
3.4.4 | De Concessiehouder volgt bij het opstellen van zijn jaarlijkse Vervoerplan de procedure zoals beschreven in bijlage 9, waarbij het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving als vertrekpunt dient. |
Buurtbuslijnen | |
3.5.1 | De verantwoordelijkheden van buurtbusverenigingen en concessiehouders bij de uitvoering van Buurtbuslijnen staan beschreven in het Protocol Buurtbus OV Oost. De Concessiehouder neemt bij de uitvoering van de Concessie het bepaalde in het Protocol Buurtbus OV Oost in acht. |
3.5.2 | De Concessiehouder draagt in ieder geval zorg voor: |
a. | Faciliteren buurtbusvereniging; |
b. | Training en opleiding van de buurtbuschauffeurs, waaronder toetsing van de rijvaardigheid openbaar vervoer door een bevoegd instructeur; |
c. | Het periodiek organiseren van de medische keuring en rijvaardigheidstest voor alle buurtbuschauffeurs door een deskundige organisatie. Vanaf hun 75e levensjaar dienen buurtbuschauffeurs ten minste één keer per twee jaar gekeurd te worden. De Concessiehouder houdt van alle keuringen een administratie bij zodat de Concessieverleners desgewenst kunnen controleren of deze keuringen en rijvaardigheidstesten regelmatig zijn uitgevoerd; |
d. | Het afsluiten van diverse verzekeringen ten behoeve van de Buurtbussen en buurtbuschauffeurs (Wettelijke Aansprakelijkheid Motorvoertuigen, Ongevallenverzekering, Wettelijke Aansprakelijkheid Personen en Rechtsbijstand); |
e. | Rapportage over de KPI’s genoemd in artikel 13.3.6. |
3.5.3 | De Concessiehouder neemt alle in bijlage 5 genoemde Buurtbuslijnen en de Buurtbuslijnen waarvan in de vervoerplannen 2022 voor de huidige concessies is opgenomen dat deze ‘in oprichting’ zijn op in het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving. |
3.5.4 | Na overleg met de Concessiehouder, de betreffende buurtbusvereniging en betrokken gemeenten, kunnen de Concessieverleners besluiten om gedurende de looptijd van de Concessie Buurtbuslijnen toe te voegen of te beëindigen. |
3.5.5 | De Concessiehouder stelt jaarlijks in overleg met de betreffende buurtbusvereniging de Dienstregeling voor Buurtbuslijnen op en legt deze, als onderdeel van het Vervoerplan, ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. |
Scholierenlijnen | |
3.6.1 | De Concessiehouder neemt alle in bijlage 6 genoemde Scholierenlijnen op in het Vervoerplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving. |
3.6.2 | Na overleg met de Concessiehouder, betreffende onderwijsinstelling en betrokken gemeenten, kunnen de Concessieverleners besluiten om gedurende de looptijd van de Concessie Scholierenlijnen toe te voegen of te beëindigen. |
3.6.3 | De Concessiehouder stelt jaarlijks in overleg met de betreffende onderwijsinstelling de Dienstregeling voor Scholierenlijnen op en legt deze, als onderdeel van het Vervoerplan, ter vaststelling voor aan de Concessieverleners. |
3.7 VRAAGAFHANKELIJK OPENBAAR VERVOER
Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer | |
3.7.1 | Met uitzondering van de A-lijnen, mag de Concessiehouder onder de productformule reserveerRRReis Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer aanbieden om aan de eisen in dit hoofdstuk te voldoen. |
3.7.2 | Bij de introductie van of bij wijzigingen van Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer onderbouwt de Concessiehouder in het Vervoerplan dat (een wijziging in) de opzet van het Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer aansluit bij de vervoerbehoeften en kwaliteitseisen van Reizigers (laagdrempelig en klantvriendelijk) en gaat daarbij ten minste in op: |
a. | de aanmeldtijd: tot welk moment voor de vertrektijd van een Rit kunnen Xxxxxxxxx zich aan- of afmelden, waarbij geldt dat Xxxxxxxxx tot 30 minuten voor vertrek hun Rit moeten kunnen boeken en dat reservering vooraf niet nodig is als een treinstation het vertrekpunt van een Rit is; |
b. | de wijze van betalen: welke betaalmiddelen en Tarieven accepteert de Concessiehouder (met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 8); |
c. | extra service: bijvoorbeeld het bevestigen van de aan- of afmelding voor een Rit en informatie bij vertragingen. |
3.7.3 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers vraagafhankelijke Ritten, naast de communicatiekanalen van het Platform RRReis, ook via andere (MaaS-)platforms kunnen boeken en hij levert hiervoor de benodigde gegevens aan de (MaaS-)platforms aan. Hij hanteert hiervoor (nog te |
ontwikkelen) landelijke standaarden. De Concessiehouder neemt hierbij de artikelen 13.1.22 en 13.1.24 in acht. |
Aansluitingen | |
3.8.1 | De Concessiehouder biedt op voor Reizigers logische overstappunten, waaronder in ieder geval de in bijlage 10 benoemde OV-knooppunten, Aansluitingen tussen Lijnen behorend tot de Concessie, lijnen vanuit aangrenzende en inliggende concessies, het Hoofdrailnet en regionale treindiensten en vermeldt deze Aansluitingen in de Dienstregeling. |
3.8.2 | De Concessiehouder geeft in de Dienstregeling aan welke Aansluitingen hij garandeert, waaronder in ieder geval de laatste Aansluiting tussen twee Lijnen die tot de Concessie behoren en Aansluitingen van de Lijnen die tot de Concessie behoren op de trein en vice versa, en geeft daarbij aan waaruit deze garantie bestaat. |
3.8.3 | Na overleg met de Concessiehouder kunnen de Concessieverleners gedurende de looptijd van de Concessie OV-knooppunten toevoegen of laten vervallen. |
3.8.4 | De Concessiehouder geeft in de Dienstregeling aan of op een OV-knooppunt of Halte haltetaxiRRReis of een vergelijkbare Andere Mobiliteitsdienst aanwezig is. |
Eisen aan de Dienstregeling | |
3.9.1 | Op basis van het door de Concessieverleners vastgestelde Vervoerplan stelt de Concessiehouder in ieder geval jaarlijks een Dienstregeling op waarvan de ingangsdatum samenvalt met de ingangsdatum van de nieuwe Dienstregeling van het Hoofdrailnet, de zogenaamde UIC-datum. |
3.9.2 | De Concessiehouder mag tijdens de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en zomervakantie van de middelbare scholen in de regio Noord of Midden een aangepaste Dienstregeling aanbieden om zo beter te kunnen aansluiten op de vervoerbehoeften van Reizigers, in het bijzonder scholieren, studenten en toeristen, tijdens vakanties; dit onder de voorwaarde dat de aangepaste Dienstregeling voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties zoals opgenomen in tabel 3.1. |
3.9.3 | De Concessiehouder mag op Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag (indien dit een landelijke feestdag is), Hemelvaartsdag en de vrijdag daarna, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag en Nieuwjaarsdag een aangepaste Dienstregeling hanteren, bijvoorbeeld de Dienstregeling zoals die geldt op zaterdag of zondag; dit onder de voorwaarde dat de aangepaste Dienstregeling voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van bedieningstijden en frequenties, zoals opgenomen in tabel 3.1. Op Koningsdag is een dienst als op zaterdag toegestaan (zie tabel 3.1). Voor Oudjaarsavond kan de Concessiehouder besluiten de diensten na 20:00 uur te beëindigen. |
3.9.4 | De Concessiehouder geeft in zijn informatie aan Xxxxxxxxx duidelijk aan in welke periode(n) een aangepaste Dienstregeling geldt. |
4. Infrastructuur
Reizigers bouwen hun reis op zekerheden. Haltes en routes markeren een aantal zekerheden die het Openbaar Vervoer aan Reizigers kan bieden. De Concessiehouder, Concessieverleners en Wegbeheerders hebben bij het uitvoeren van de Concessie verantwoordelijkheden in het creëren van zekerheid omtrent de infrastructuur. De eisen hieronder verschaffen duidelijkheid in de plichten en verantwoordelijkheden en daarmee de ontwikkelruimte die de Concessiehouder heeft.
(Weg)infrastructuur | |
4.1.1 | De Concessiehouder gebruikt voor de uitvoering van de Concessie de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur. Bij de start van de Concessie betreft dit de bestaande infrastructuur alsmede infrastructuur waarvan de beschikbaarheid op basis van de in het kader van de aanbesteding van de Concessie verstrekte informatie als bekend mag worden verondersteld. |
4.1.2 | De Concessiehouder maakt gebruik van aanwezige OV-infrastructuur, zowel bestaande als nieuw aan te leggen, tenzij de Concessieverleners hiervoor op verzoek van de Concessiehouder op vervoerkundige of andere gronden ontheffing hebben verleend. |
4.1.3 | De Concessiehouder stelt een vertegenwoordiger aan die als vaste contactpersoon voor de Wegbeheerders fungeert. Deze contactpersoon is ter zake kundig, beschikbaar en aanspreekbaar en is gemachtigd om namens de Concessiehouder afspraken met de Concessieverleners en Wegbeheerders te maken over gebruik en aanpassingen van de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur. |
4.1.4 | Bij voorstellen voor wijzigingen in de lijnvoering, waaronder het aanbieden van nieuwe Lijnen, gaat de Concessiehouder zoveel mogelijk uit van de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur, waaronder bestaande Haltes, OV-infrastructuur en Laadinfrastructuur, teneinde benodigde investeringen in aanpassingen van bestaande en aanleg van nieuwe infrastructuur tot een minimum te beperken. Als aanpassingen toch nodig blijken, licht de Concessiehouder nut en noodzaak van deze aanpassingen gemotiveerd aan de Concessieverleners en de betreffende Wegbeheerder(s) toe. De Concessiehouder kan bij het doen van zijn voorstellen er niet van uitgaan dat Wegbeheerder(s) deze aanpassingen in alle gevallen zullen realiseren. |
4.1.5 | De Concessiehouder stemt een wijziging in het type Voertuigen dat hij op bepaalde Lijnen inzet, vooraf met de betreffende Wegbeheerder(s) af. Als voor de inzet van een (ander) type Voertuigen aanpassingen van infrastructuur nodig zijn waartoe de Wegbeheerder(s) niet bereid is (zijn), zet de Concessiehouder een type Voertuig op de Lijn(en) in waarvoor geen aanpassingen van de infrastructuur nodig zijn of neemt hij in zijn Vervoerplan een voorstel tot wijzigen van de route van de Lijn(en) op. |
4.1.6 | Ingeval de Concessiehouder en betreffende Wegbeheerder(s) geen overeenstemming kunnen bereiken over (aanpassingen van) de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur, stelt de Concessiehouder de betreffende Concessieverlener daarvan op de hoogte, waarna deze Concessieverlener tracht te bemiddelen. Indien deze bemiddeling niet succesvol is, kunnen de Concessieverleners de Concessiehouder een aanwijzing geven ten aanzien van het gebruik van de infrastructuur. |
Wegomleidingen | |
4.1.7 | Wanneer het handhaven van een route niet mogelijk is als gevolg van wegomleidingen bij werkzaamheden of Evenementen, mag de Concessiehouder Openbaar Vervoer via een alternatieve route verrichten. In voorkomende gevallen licht de Concessiehouder vooraf, of indien dit niet mogelijk is zo snel mogelijk achteraf, zijn keuze voor de alternatieve route toe aan de Concessieverleners. |
4.1.8 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat Xxxxxxxxx zo min mogelijk overlast van routewijzigingen ondervinden. |
4.1.9 | Extra rijtijd als gevolg van wegomleidingen en de daarmee gepaard gaande meerkosten zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder. |
4.1.10 | De Concessiehouder kan de meerkosten als gevolg van wegomleidingen mogelijk op de betreffende Wegbeheerder(s) verhalen. Ingeval de Concessiehouder en Wegbeheerder(s) geen overeenstemming bereiken over compensatie van de meerkosten, kan de Concessiehouder de Concessieverleners vragen hierin een bemiddelende rol te vervullen. De Concessieverleners beoordelen in voorkomende gevallen de redelijkheid en billijkheid van het verzoek van de Concessiehouder aan de betreffende Wegbeheerder(s) tot compensatie van de meerkosten en geven op grond daarvan advies. De uiteindelijke beslissing omtrent het al dan niet verstrekken van compensatie ligt bij de Wegbeheerder(s). |
4.1.11 | Het is de Concessiehouder niet toegestaan om bij langere routes als gevolg van wegomleidingen hogere Tarieven/reiskosten bij Reizigers in rekening te brengen. |
Haltes | |
4.2.1 | De Wegbeheerder is verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van Haltes. Het is aan de Concessiehouder om de Wegbeheerder zo nodig op deze verantwoordelijkheid te wijzen. |
4.2.2 | Met uitzondering van DRIS-panelen en andere namens de Concessieverleners of Wegbeheerders aangebrachte voorzieningen voor het tonen van reisinformatie, is de Concessiehouder verantwoordelijk voor plaatsing en onderhoud/reiniging van Haltepalen inclusief halteborden (L3-formaat, conform de huisstijl van RRReis) en informatiekasten (met uitzondering van de informatiekasten die onderdeel uitmaken van de abri) op de Haltes in het Concessiegebied waar Lijnen van de Concessiehouder halteren. |
4.2.3 | De Concessiehouder neemt de Haltepalen behorend tot de noodconcessie IJssel-Vecht tegen de in de Overnameregeling vastgelegde boekwaarde over van de huidige concessiehouder. De Concessiehouder neemt de Haltepalen behorend tot de concessie IJsselmond om niet over van de huidige concessiehouder. De Haltepalen in de concessie Lelystad zijn het eigendom van de huidige concessiehouder; er is geen sprake van een overnameverplichting. |
4.2.4 | De Concessiehouder (ver)plaatst geen Haltepalen zonder voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder. |
4.2.5 | De Concessiehouder zorgt er bij (ver)plaatsing van Haltepalen voor dat Reizigers, waaronder Reizigers in een rolstoel, geen hinder van de Haltepaal |
ondervinden en neemt hierbij de aanwijzingen van de betreffende Wegbeheerder in acht. | |
4.2.6 | Op Haltes zonder abri bevestigt de Concessiehouder de informatiekast op zodanige hoogte op de Haltepaal dat de informatie in de informatiekast voor zowel Xxxxxxxxx in een rolstoel als andere Reizigers goed leesbaar is. |
4.2.7 | De Concessiehouder gaat voor de benamingen en nummering van Haltes uit van de haltenamen en haltenummers uit het Centraal Halte Bestand (CHB) van het NDOV. |
4.2.8 | De Concessiehouder verwijdert na voorafgaande schriftelijke instemming van de betreffende Wegbeheerder(s) Haltepalen bij Haltes in het Concessiegebied waar niet langer Lijnen van de Concessiehouder of lijnen van concessiehouders van aangrenzende of inliggende concessies halteren. |
4.2.9 | De Concessiehouder draagt de Haltepalen aan het eind van de Concessie om niet over aan de opvolgende concessiehouder, tenzij hij met de opvolgende concessiehouder anders overeenkomt. |
4.2.10 | Bovenstaande eisen gelden ook ingeval de Concessiehouder kiest voor Flexstops tussen de vaste Haltes van een Lijn. De Concessiehouder ziet er in dat geval op toe dat Xxxxxxxxx daadwerkelijk bij Flexstops kunnen in- en uitstappen. |
Laadinfrastructuur | |
4.3.1 | Ten aanzien van de verdeling van taken en verantwoordelijkheden rond de Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen ten behoeve van de energielevering (netaansluiting, kabels en transformatorhuizen, e.d.) maken de Concessieverleners onderscheid tussen: i. Beschikbare Laadinfrastructuur: in een deel van het Concessiegebied is Laadinfrastructuur aanwezig die de Concessiehouder dient over te nemen van de concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht tegen de in de Overnameregeling vastgelegde voorwaarden. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het beheer en het onderhoud van de Laadinfrastructuur. In Bijlage 7 is een overzicht opgenomen van de beschikbare Laadinfrastructuur en is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden voor deze Laadinfrastructuur nader uitgewerkt. De Concessiehouder is voor het gebruik van de overgenomen Laadinfrastructuur geen gebruiksvergoeding verschuldigd. ii. Nog te realiseren Laadinfrastructuur6: de Concessiehouder is verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van eventueel extra te realiseren Laadinfrastructuur inclusief basisvoorzieningen ten behoeve van de energielevering. In Bijlage 7 is |
6 De Concessieverleners hebben een verkenning van potentiële locaties voor Laadinfrastructuur voor tussentijds laden (‘opportunity charging’) in de publieke ruimte in het Concessiegebied laten uitvoeren waarbij per locatie een beeld wordt gegeven van de mogelijkheden en randvoorwaarden waaronder realisatie van Laadinfrastructuur mogelijk lijkt. Dit betreft de kaders t.a.v. de ruimtelijke inpassing en de netaansluiting en de bereidheid bij de betreffende gemeente om hieraan mee te werken. De Concessiehouder kan aan deze verkenning geen rechten ontlenen. Voor eventuele Laadinfrastructuur voor waterstof wordt ervan uitgegaan dat de Concessiehouder deze op eigen terrein realiseert dan wel gebruik maakt van waterstoftanklocaties van derden.
de verdeling van taken en verantwoordelijkheden voor deze Laadinfrastructuur nader uitgewerkt. | |
4.3.2 | Tenzij de Concessiehouder naar het oordeel van de betreffende Concessieverlener aannemelijk maakt dat dit ten koste van de uitvoering van de Concessie gaat, reageert de Concessiehouder positief op verzoeken van concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies om (ten hoogste tegen een kostendekkende gebruiksvergoeding) gebruik te mogen maken van zijn Laadinfrastructuur. De Concessiehouder doet in voorkomende gevallen – binnen de grenzen van wat redelijk is vanuit het oogpunt van het garanderen van de eigen dienstverlening – de betreffende concessiehouder een passend aanbod. Indien de Concessiehouder geen overeenstemming met de betreffende concessiehouder kan bereiken, kunnen de Concessieverleners aan de Concessiehouder een aanwijzing voor een passend aanbod geven. |
4.4 OVERIGE INFRASTRUCTURELE VOORZIENINGEN
Overige infrastructurele voorzieningen | |
4.4.1 | De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het beschikbaar hebben en beheer en onderhoud van voldoende stallingen/remises, werkplaatsen en pauzevoorzieningen (zoals genoemd in Artikel 19, lid 6c van de cao openbaar vervoer) voor de uitvoering van de Concessie. |
4.4.2 | De Concessiehouder werkt mee aan een verplaatsing van het busstation Apeldoorn en de stallingsvoorziening met Laadinfrastructuur in Apeldoorn naar de zuidzijde van het station (thans voorzien uiterlijk in 2030). Op verzoek van de betreffende Concessieverlener stelt de Concessiehouder een business case op (zie artikel 25 van de Financiële Bepalingen) over de gevolgen van deze verplaatsing. De investeringskosten voor het nieuwe busstation en de nieuwe stalling inclusief Laadinfrastructuur komen niet voor rekening van de Concessiehouder. |
4.4.3 | De Concessiehouder werkt mee aan mogelijke wijzigingen in de stationsomgeving Lelystad, zoals een nieuwe verkeersstructuur in het stationsgebied en een uitbreiding van de fietsenstalling onder het spoor, die tot verplaatsing van het busstation en/of de pauzevoorziening bij station Lelystad kunnen leiden. |
5. Uitvoering Dienstregeling
Voor Reizigers is een reis met het Openbaar Vervoer geen doel, maar een middel om op hun gewenste bestemming te komen. Reizigers hechten daarbij aan betrouwbaarheid, zekerheid, veiligheid en comfort van het Openvaar Vervoer.
Betrouwbaar Openbaar Vervoer uit zich in een punctueel uitgevoerde Dienstregeling met zo weinig mogelijk Rituitval. Voldoende (zit)plaatsen in Voertuigen en een goede dienstverlening bij bijzondere omstandigheden geven Reizigers zekerheid dat zij altijd op een veilige en comfortabele manier kunnen reizen.
Deze uitgangspunten vormen het vertrekpunt voor de eisen die de Concessieverleners stellen aan vervoergarantie, Rituitval en Punctualiteit. De normen die de Concessieverleners daarbij hanteren zijn afgestemd op de prestaties van de huidige concessiehouders.
Vervoergarantie | |
5.1.1 | De Concessiehouder heeft een vervoerplicht: hij vervoert alle Reizigers die bij een Halte aanwezig zijn met de eerstkomende Rit die in de Geldende Dienstregeling is opgenomen. |
5.1.2 | De vervoerplicht zoals genoemd in artikel 5.1.1 geldt ook bij Evenementen. |
5.1.3 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat Xxxxxxxxx nooit meer dan 30 minuten hoeven te staan tijdens een Rit. Het is ongewenst dat Reizigers moeten staan op wegen waar de maximumsnelheid 80 km/h of hoger is. |
5.1.4 | Bij een te voorziene extra vervoervraag zet de Concessiehouder extra capaciteit in om te voorkomen dat Xxxxxxxxx niet meekunnen of langer dan 30 minuten moeten staan. |
5.1.5 | Bij een niet te voorziene extra vervoervraag zet de Concessiehouder zo spoedig mogelijk (een) extra Rit(ten) in, zodat Xxxxxxxxx niet langer dan 30 minuten op een Halte hoeven te wachten op het eerstvolgende Voertuig. |
5.2 RITUITVAL EN VERVANGEND VERVOER
Rituitval en Vervangend Vervoer | |
5.2.1 | De Concessiehouder spant zich maximaal in om Rituitval te voorkomen. |
5.2.2 | Ongeacht de vraag of sprake is van verwijtbaarheid, bedraagt de Rituitval in enige kalendermaand niet meer dan 0,2% per maand van het totaal aantal Ritten en niet meer dan 1,0% van het aantal Ritten van een Lijn volgens de Geldende Dienstregeling. |
5.2.3 | Als een Rit geheel of gedeeltelijk uitvalt, spant de Concessiehouder zich maximaal in om de overlast voor Reizigers tot een minimum te beperken door hen te informeren over gewijzigde vertrektijden en alternatieve reismogelijkheden (ook buiten het Openbaar Vervoer). |
5.2.4 | Xxxxxxx Xxxxxxxxx bij Rituitval geen alternatieve reismogelijkheden met het Openbaar Vervoer hebben, zet de Concessiehouder uiterlijk één uur nadat de eerste Rit is uitgevallen Vervangend Vervoer in. Het Vervangend Vervoer is als zodanig herkenbaar en biedt voldoende capaciteit om alle Reizigers naar een |
nabijgelegen Halte of station te vervoeren vanaf waar Reizigers hun reis kunnen vervolgen zonder daarbij ver om te hoeven reizen. | |
5.2.5 | De Concessiehouder biedt Xxxxxxxxx met een mobiliteitsbeperking een reisalternatief wanneer hij, bijvoorbeeld bij verstoringen, Voertuigen inzet die niet voldoen aan de eisen voor toegankelijkheid. Dit reisalternatief voldoet aan de volgende eisen: i. Reizigers betalen voor dit reisalternatief niet meer dan het Tarief dat zij normaliter betalen voor hun reis met het Openbaar Vervoer; ii. bij verstoringen zorgt de Concessiehouder dat het alternatief even snel ter plaatse is als het niet toegankelijke Voertuig; iii. de Concessiehouder communiceert via alle communicatiekanalen duidelijk over dit alternatief. |
5.2.6 | Als de laatste Rit van een Lijn uitvalt, zet de Concessiehouder Vervangend Vervoer in waarmee Reizigers in ieder geval naar de gewenste Halte van de betreffende Lijn kunnen reizen. |
5.2.7 | De Concessiehouder hoeft geen Vervangend Vervoer aan te bieden wanneer: |
a. | het vanuit veiligheidsoverwegingen niet mogelijk is om met Vervangend Vervoer te rijden (bijvoorbeeld bij extreme weersomstandigheden); |
b. | Haltes, ook via alternatieve routes, niet bereikbaar zijn met Openbaar Vervoer. |
5.2.8 | Ingeval de Concessiehouder van mening is dat hij geen Vervangend Vervoer hoeft aan te bieden, informeert hij de Concessieverleners binnen 120 minuten na aanvang van de Rituitval (i.e. het tijdstip waarop de eerste uitgevallen Rit volgens de Geldende Dienstregeling van een Halte had moeten vertrekken) over de reden hiervoor, teneinde zich op de in artikel 5.2.7 genoemde situaties te kunnen beroepen. |
Punctualiteit | |
5.3.1 | De Concessiehouder spant zich maximaal in om Ritten op tijd te laten vertrekken en te laten arriveren. |
5.3.2 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat Xxxxxx nooit eerder vanaf Tijdhaltes vertrekken dan de vertrektijd zoals opgenomen in de Geldende Dienstregeling7. |
5.3.3 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat van alle Ritten van een Lijn in iedere kalendermaand ten minste 85% arriveert binnen 120 seconden na de aankomsttijd zoals vermeld in de Geldende Dienstregeling op Tijdhaltes van de betreffende Rit. |
5.3.4 | Als de punctualiteitseisen uit artikelen 5.3.2 en 5.3.3 voor een Buurtbuslijn niet haalbaar zijn, gaat de Concessiehouder met de betreffende buurtbusvereniging in overleg om gezamenlijk te bepalen hoe een betere uitvoering van de Dienstregeling mogelijk is. De Concessieverleners betrekken de prestaties van de Buurtbuslijnen niet bij het bepalen van de hoogte van een eventuele boete vanwege het niet behalen van de punctualiteitseisen in artikelen 5.3.2 en 5.3.3. |
7 Voor het monitoren van de Uitvoeringskwaliteit is vanwege systeembeperkingen een afwijking van maximaal 30 seconden vóór de geplande vertrektijd in de Dienstregeling toegestaan.
6. Materieel
Reizigers en Personeel voelen zich prettig wanneer de Voertuigen waarin ze reizen en werken veilig, toegankelijk, comfortabel en netjes zijn. De keuze voor en het onderhoud van Voertuigen draagt daarmee bij aan een positieve waardering van het Openbaar Vervoer.
Dit hoofdstuk bevat de eisen waaraan Voertuigen die de Concessiehouder voor de uitvoering van de Concessie inzet of laat inzetten minimaal moeten voldoen. Dit betreffen zowel algemene technische eisen als functionele eisen ten aanzien van veiligheid, toegankelijkheid, comfort en netheid.
Voor zover dit niet de Bussen betreft die de Concessiehouder op grond van de Overnameregeling8 van de concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht dient over te nemen, laten de Concessieverleners de keuze wat betreft de typen Voertuigen die voor de uitvoering van de Concessie worden ingezet aan de Concessiehouder.
Algemeen | |
6.1.1 | De eisen ten aanzien van het Materieel gelden voor Voertuigen die • de Concessiehouder zelf voor de uitvoering van de Concessie IJssel- Vecht inzet, en • Derden in opdracht van de Concessiehouder voor de uitvoering van de Concessie IJssel-Vecht inzetten. |
6.1.2 | Voor alle typen Voertuigen, zowel Xxxxxx als Auto’s, gelden dezelfde eisen, tenzij in dit hoofdstuk anders is aangegeven. |
6.1.3 | Op verzoek van de Concessiehouder kunnen de Concessieverleners ontheffing verlenen van de technische eisen zoals genoemd in paragrafen 6.2, 6.3, 6.4 en 6.5, voor zover dit Bussen betreft die uitsluitend voor Versterkingsritten, bij Calamiteiten en Evenementen en als Vervangend Vervoer worden ingezet. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Voertuigen die onder de ontheffing vallen beschikken over check-in-check-out-apparatuur en betaalapparatuur en stelt gegevens over het gebruik (in reizigersaantallen en -kilometers) en de Reizigersopbrengsten van de Ritten uitgevoerd met deze Voertuigen aan de Concessieverleners beschikbaar (conform het bepaalde in paragraaf 13.1). Wanneer de milieuprestaties van de Voertuigen die onder de ontheffing vallen minder goed zijn dan die van de Voertuigen die hij standaard voor de uitvoering van de Concessie inzet, zorgt de Concessiehouder ervoor dat hij deze Voertuigen zo min mogelijk inzet op Ritten van en naar locaties waar sprake is van problemen op het gebied van luchtkwaliteit. |
6.1.4 | Op verzoek van de Concessiehouder kunnen de Concessieverleners voor Voertuigen die worden ingezet op Scholierenlijnen die opgeteld in de heen- en terugrichting niet meer dan vijf Ritten per dag rijden, ontheffing verlenen voor: • de technische eisen gesteld in artikelen 6.2.1a, b en c, 6.2.2 en 6.2.5, onder de voorwaarde dat de Concessiehouder ook voor de Scholierenlijnen alle in paragraaf 13.1 genoemde gegevens aan de Concessieverleners verstrekt; • de toegankelijkheidseisen gesteld in paragraaf 6.4; |
8 De Overnameregeling omvat tevens de bij de Bussen behorende onderhoudscontracten.
• de eisen ten aanzien van het uiterlijk van de Voertuigen gesteld in artikel 6.5.1, met dien verstande dat de Voertuigen aan de buitenzijde duidelijk herkenbaar moeten zijn als Voertuigen die een Rit in het kader van de Concessie uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld via een duidelijk zichtbaar bord voor de ramen aan de voor- en achterzijde. De Concessiehouder zorgt ervoor dat de Voertuigen waarvoor ontheffing is verleend voldoen aan de duurzaamheidseisen zoals gesteld in artikel 6.3.4a. | |
6.1.5 | In alle gevallen stemt de Concessiehouder de aantallen en kenmerken van de Voertuigen die hij voor de uitvoering van de Concessie inzet, af op: • het verwachte aantal Reizigers, en • de capaciteit van de Voertuigen (bijvoorbeeld het aantal beschikbaar zitplaatsen) en beperkingen van de voor het Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur (o.a. qua lengte, breedte, draaicirkel, afstand bodem tot het wegdek, toegestane aslast en aandrijving). De Concessiehouder gaat bij het opstellen van het Vervoerplan bij de Wegbeheerders na of de typen Voertuigen die hij op een Lijn wil inzetten aansluiten bij de capaciteit en beperkingen van de betreffende infrastructuur (zie ook paragraaf 4.1). |
Technische Eisen | |
6.2.1 | Voertuigen zijn in ieder geval voorzien van de volgende apparatuur9: |
a. | een voertuigvolgsysteem (VVS), onder meer ten behoeve van de levering van actuele gegevens zoals bedoeld in paragraaf 13.1; |
b. | een KAR-systeem dat voldoet aan de eisen in de publicatie ‘Korte Afstand Radio’ (CROW, rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen) en VETAG / VECOM voor zover het Voertuigen betreft die de slagbomen op de busbaan bij de oprit van de A1 bij Apeldoorn en de verkeerslichten in de stad Arnhem moeten kunnen aansturen; |
c. | een communicatiesysteem waarmee het Personeel en bestuurders van Buurtbussen te allen tijde contact kunnen opnemen met de Verkeersleiding van de Concessiehouder; |
d. | vaste check-in-check-out-apparatuur en betaalapparatuur. |
6.2.2 | Bussen zijn in ieder geval ook voorzien van: |
a. | een dynamisch reisinformatiesysteem (displays) voor het tonen van reisinformatie (zie artikel 7.4.4); |
b. | een (automatisch) halteomroepsysteem (zie artikel 7.4.8); |
c. | camera’s ten behoeve van de Sociale Veiligheid (zie paragraaf 12.6). |
6.2.3 | De Concessiehouder zorgt dat alle apparatuur in de Voertuigen goed werkt en test de werking van de apparatuur in ieder geval voor aanvang van de Concessie en bij instroom/vervanging van Voertuigen en vervanging van apparatuur tijdens de looptijd van de Concessie. De Concessiehouder verstrekt uiterlijk twee maanden voor de start van de Concessie en voor de |
9 De specificaties van de in de over te nemen Xxxxxx aanwezige apparatuur zijn beschreven in de Overnameregeling. Deze Bussen zijn onder meer ook voorzien van een VETAG / VECOM-transponder.
instroom/vervanging van (apparatuur in) Voertuigen aan de Concessieverleners een rapport waaruit blijkt dat de apparatuur in de Voertuigen aan de eisen voldoet. | |
6.2.4 | Voertuigen zijn voorzien van een dodehoekspiegel of een goed werkend camera-monitoringsysteem. In geval van gebruik van dodehoekspiegels voorziet de Concessiehouder elke stallingslocatie van een spiegelafstelplaats en instrueert hij chauffeurs periodiek over het correct afstellen van spiegels. |
6.2.5 | De Concessieverleners zien de gebruikerstoepassing "geconditioneerde coöperatieve OV prioriteit" als een belangrijke toepassing voor bevordering van de doorstroming bij kruispunten. Implementatie van deze coöperatieve toepassing (via cellulaire techniek) vraagt aanpassingen van bestaande verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder werkt vanuit zijn eigen rol en mogelijkheden actief aan deze aanpassingen mee, onder meer door ervoor te zorgen dat de Voertuigen geschikt zijn voor het uitvoeren van C-ITS-prioritering bij de betreffende verkeersregelinstallaties. De Concessiehouder en zijn Voertuigen voldoen aan de eisen en afspraken zoals deze zijn en worden vastgelegd binnen het partnership Talking Traffic. CROW legt de standaarden vast in CROW publicaties en plaatst deze op de website10. Uiterlijk twee maanden voor aanvang van de Concessie toont de Concessiehouder aan dat hij aan deze eisen voldoet (zie ook artikel 6.2.3). |
Duurzaamheid | |
6.3.1 | De Concessiehouder streeft bij de uitvoering van het Openbaar Vervoer blijvend naar: |
a. | beperking van het energieverbruik; |
b. | minimalisatie van de uitstoot van schadelijke stoffen, geluids- en trillingshinder, emissie van zware metalen en chemisch afval. |
6.3.2 | De Concessiehouder garandeert stroomlevering aan de Laadinfrastructuur met uitsluitend –bij voorkeur regionaal opgewekte– Hernieuwbare energie (groene stroom). In geval van inzet van Voertuigen rijdend op waterstof, garandeert de Concessiehouder gebruik van waterstof opgewekt met uitsluitend –bij voorkeur regionaal opgewekte– Hernieuwbare energie (groene waterstof). De Concessiehouder toont door middel van het overleggen van garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit aan dat alle gebruikte stroom afkomstig is uit hernieuwbare energiebronnen zoals omschreven in Richtlijn 2009/28/EG. Wanneer energiebronnen het predicaat ‘hernieuwbaar’ (gaan) verliezen, krijgt de Concessiehouder gedurende drie jaar gelegenheid om zijn energiecontracten aan te passen om te blijven voldoen aan de eis ten aanzien van het gebruik van Hernieuwbare energie. Garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit voldoen aan hetgeen omschreven onder artikel 1, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 en zijn uitgegeven door een daartoe aangewezen instantie (artikel 73 tweede lid Elektriciteitswet 1998) of door een onafhankelijke instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie (artikel 76 eerste lid Elektriciteitswet 1998). |
10 Zie xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxx-x/xxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxx.
6.3.3 | Met het gebruik van Hernieuwbare energie voor het opladen van de Zero- Emissiebussen, zoals omschreven in 6.3.2, ontstaat bij de Concessiehouder de mogelijkheid voor de verkrijging van verhandelbare emissierechten (zoals Hernieuwbare Brandstofeenheden). De Concessiehouder laat de gebruikte Hernieuwbare energie registreren bij de Nederlandse Emissieautoriteit ten gunste van de Concessieverleners zonder dat de Concessieverleners terzake enige vergoeding verschuldigd zijn. De Concessieverleners bepalen wat er met de aldus verkregen verhandelbare emissierechten gebeurt. |
6.3.4 | De Concessiehouder zet Voertuigen in die qua milieuprestaties ten minste voldoen aan de volgende normering: |
a. | Scholierenlijnen die opgeteld in de heen- en terugrichting niet meer dan vijf Ritten per dag rijden en Buurtbuslijnen: • tot 1 januari 2030: Bussen die ten minste voldoen aan de Euro VI-norm respectievelijk Auto's die ten minste voldoen aan de Euro 6-norm, en • vanaf 1 januari 2030: uitsluitend Zero-Emissievoertuigen; |
b. | Ritten waarvoor de Concessiehouder de acht Mercedes Capacity Bussen inzet die onderdeel zijn van de Overnameregeling: • vanaf het moment van vervanging van deze Bussen: uitsluitend Zero- Emissievoertuigen, tenzij het gaat om Ritten van Lijnen genoemd onder a; |
c. | Overige Lijnen en Ritten: • indien de Concessiehouder voor de uitvoering van deze Lijnen en Ritten maximaal 259 Bussen nodig heeft: uitsluitend Zero-Emissiebussen. Indien de Concessiehouder naast deze Bussen ook Auto’s voor de uitvoering van deze Lijnen en Ritten inzet, dienen deze Auto’s te voldoen aan de volgende normering: o tot 1 januari 2030: minimaal Euro 6, o vanaf 1 januari 2030: uitsluitend Zero-Emissieauto’s. • indien de Concessiehouder voor de uitvoering van deze Lijnen en Ritten meer dan 259 Bussen nodig heeft: ten minste 259 Zero-Emissiebussen. Extra in te zetten Voertuigen voldoen aan de volgende normering: o Bussen: tot 1 januari 2026 minimaal Euro VI, vanaf 1 januari 2026 uitsluitend Zero-Emissiebussen; o Auto's: tot 1 januari 2030 minimaal Euro 6, vanaf 1 januari 2030 uitsluitend Zero-Emissieauto’s. Het is de Concessiehouder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Concessieverleners minder Zero-Emissievoertuigen in te zetten dan hierboven aangegeven. De Concessieverleners zijn nimmer verplicht om hiervoor goedkeuring te verlenen. |
6.3.5 | Waar artikel 6.3.4 inzet van Zero-Emissievoertuigen voorschrijft, zorgt de Concessiehouder er voor dat ook de apparatuur ten behoeve van Klimaatbeheersing in de Voertuigen, zoals standkachels of airconditioning volledig uitstootvrij is. |
6.3.6 | De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan de uitvoering van beleid en initiatieven/pilots van of namens de Concessieverleners gericht op een verdere verduurzaming van de uitvoering van de Concessie of andere concessies, zoals pilots met waterstofbussen en ‘smart grid centres’. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de Financiële bepalingen. |
Circulariteit | |
6.3.7 | De Concessiehouder streeft bij de uitvoering van de Concessie blijvend naar maximalisatie van hergebruik van producten, materialen en grondstoffen en behoud van natuurlijke hulpbronnen (= circulaire economie). |
6.3.8 | De Concessiehouder geeft in het Ontwikkelplan aan welke maatregelen hij vanuit het oogpunt van circulariteit treft binnen zijn bedrijfsvoering. Hij gaat daarbij in ieder geval in op: • herkomst van materialen en producten, • reparatie, hergebruik en recycling van gebruikte materialen en producten, • overige werkprocessen, • afspraken met leveranciers en afnemers. De Concessiehouder richt zich daarbij op aspecten die vanuit het oogpunt van circulariteit het grootste effect sorteren; naar verwachting betreft dit de Voertuigen, de batterijpakketten van Zero-Emissievoertuigen en de Laad- of tankinfrastructuur. |
6.3.9 | De Concessiehouder levert uiterlijk drie maanden na afloop van een kalenderjaar aan de Concessieverleners als onderdeel van de duurzaamheidsrapportage (zie artikel 13.3.10) een overzicht van de resultaten van de maatregelen op het gebied van circulariteit in het afgelopen kalenderjaar. |
6.3.10 | De Concessiehouder committeert zich aan de CO2 prestatieladder (SKAO). De Concessiehouder implementeert de CO2 prestatieladder en certificeert zich binnen één jaar na start van de Concessie ten minste op trede 1 en binnen drie jaar na de start van de Concessie ten minste op trede 3 van de CO2- prestatieladder. |
Toegankelijkheid | |
6.4.1 | Voertuigen voldoen aan de wet- en regelgeving ten aanzien van toegankelijkheid. |
6.4.2 | Bussen, Taxibussen en Buurtbussen beschikken over ruimte voor ten minste één (elektrische) rolstoel. In Bussen is deze ruimte voorzien van een rolstoelbevestigingssysteem waarmee Xxxxxxxxx met een rolstoel zichzelf zonder tussenkomst van andere personen kunnen vastzetten, een beugel ter voorkoming van het zijwaarts verplaatsen in bochten, een vanuit de rolstoel bereikbare stopknop en een aanduiding van de rolstoelplaats. In Taxibussen en Buurtbussen zekert de chauffeur Xxxxxxxxx met een rolstoel door middel van een vastzetinrichting. |
6.4.3 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat vanaf de rolstoelplek de (actuele) reisinformatie op ten minste één display goed zichtbaar11 is en de automatische halteomroep goed hoorbaar is. |
6.4.4 | Bussen, Buurtbussen en Taxibussen zijn voorzien van een (gedeeltelijk) lage vloer en een elektrische oprijplaat zodat Xxxxxxxxx met een rolstoel vanaf een halteperron zonder assistentie de Voertuigen in en uit kunnen gaan. In afwijking hiervan mag de Concessiehouder ervoor kiezen om Buurtbussen en Taxibussen te voorzien van een eenvoudig te hanteren en licht bedienbare handbediende rolstoelplank. |
11 Voor Bussen die onder de Overnameregeling vallen geldt een ontheffing.
6.5 UITERLIJK VOERTUIGEN EN RECLAME
Uiterlijk Voertuigen | |
6.5.1 | Alle Voertuigen voldoen qua kleurstelling, naamgeving en inrichting aan de eisen zoals die voortvloeien uit de Brandguide. |
6.5.2 | Ingeval de Concessiehouder bepaalde Lijnen als Comfort-lijnen aanbiedt (zie paragraaf 3.1 en 3.2), zet de Concessiehouder op deze Lijnen Voertuigen in die voldoen aan de eisen voor de productformule comfortRRReis zoals vastgelegd in de Brandguide. |
6.5.3 | Voertuigen die de Concessiehouder ten behoeve van Buurtbuslijnen beschikbaar stelt voldoen aan de eisen voor de productformule buurtRRReis zoals vastgelegd in de Brandguide. |
6.5.4 | Ingeval de Concessiehouder tijdens de looptijd van de Concessie voorstellen doet voor aanvullende productformules voor (een deel van de) Lijnen, niet zijnde Comfort-lijnen of Buurtbuslijnen, als bedoeld in 10.1.4, dan legt hij deze voorstellen voor advies aan de ROCOV’s en ter vaststelling aan de Concessieverleners voor. De Concessiehouder geeft daarbij aan in hoeverre de Voertuigen die hij op deze Lijnen inzet zich qua productnaam en kleurstelling onderscheiden van de overige Voertuigen. |
6.5.5 | Ingeval de Concessieverleners, naast de productformules comfortRRReis en buurtRRReis, een aanvullende productformule voor (een deel van de) Lijnen vaststellen, zorgt de Concessiehouder ervoor dat de Voertuigen die hij op deze Lijnen inzet, binnen zes maanden na een daartoe strekkend verzoek van de Concessieverleners, qua kleurstelling, naamgeving en inrichting zijn uitgevoerd overeenkomstig de eisen die hieraan vanuit deze productformule worden gesteld. De extra kosten ten opzichte van de Inschrijving komen in dat geval voor rekening van de Concessieverleners. De Concessiehouder stelt hiertoe een business case op overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de Financiële Bepalingen. |
6.5.6 | De Concessiehouder mag, wanneer er geen (reserve)Voertuigen uitgevoerd conform een specifieke productformule of met een regionaal accent (zie artikel 10.1.2) beschikbaar zijn, andere Voertuigen op Ritten van Lijnen vallend onder de betreffende productformule/regio inzetten voor de uitvoering van Versterkingsritten of tijdelijk ter vervanging van een defect Voertuig. De Concessiehouder meldt de locatie en de duur van de inzet van afwijkende Voertuigen in het beheeroverleg en de kwartaalrapportage. |
Reclame | |
6.5.7 | Het is de Concessiehouder niet toegestaan reclame aan te brengen aan de buitenzijde van de Voertuigen, anders dan op de achterzijde (exclusief ruiten) van de Voertuigen. Dit onder de voorwaarde dat de reclame aan het Openbaar Vervoer gerelateerd is en niet ten koste gaat van de herkenbaarheid van (specifieke elementen van) de Voertuigen, het merk RRReis en/of verstrekte reisinformatie in of op de Voertuigen (zie paragraaf 7.4). In de Voertuigen is het alleen toegestaan om reclame op displays te tonen (zie artikel 7.4.7). Voor de Buurtbussen geldt dat uitsluitend de buurtbusverenigingen de mogelijkheid hebben om, in afstemming met de betreffende Concessieverlener en binnen de kaders van de Brandguide, reclame aan te (laten) brengen aan de binnen- en buitenzijde van de Buurtbussen. De opbrengsten van de reclame op of in de Buurtbussen komen toe aan de betreffende buurtbusvereniging (zie ook het Protocol Buurtbus OV Oost). |
De Concessiehouder neemt bij het aanbrengen van reclame de bepalingen in de Brandguide in acht. Het aanbrengen en verwijderen van reclame mag geen invloed hebben op kwaliteit van het lakwerk en de huisstijlelementen (zoals logo’s, vormentaal, slogan en teksten) en daarmee op de uitstraling van de Voertuigen (zonder reclame). | |
6.5.8 | Op verzoek van de Concessieverleners plaatst, onderhoudt en verwijdert de Concessiehouder gratis reclame voor de Concessieverleners op en/of in door de Concessieverleners aangegeven Voertuigen tijdens een door de Concessieverleners aangegeven periode. Dit beperkt zich tot maximaal drie verzoeken per jaar voor maximaal 20 Voertuigen per verzoek; daarboven vergoeden de Concessieverleners de kosten op basis van een door de Concessiehouder vooraf te verstrekken gespecificeerde offerte. De reclame kan betrekking hebben op de organisatie van de Concessieverleners of op beleids- en uitvoeringsprogramma’s waarbij de Concessieverleners betrokken zijn. |
6.5.9 | De Concessiehouder zorgt dat de reclame voldoet aan de Nederlandse Reclame Code. |
Comfort en netheid | |
6.6.1 | De Concessiehouder zorgt voor geluids- en trillingsarme Voertuigen met voldoende schokbreking en vering, een goed zitcomfort, voldoende bagageruimte, goede voorzieningen voor Reizigers die onverhoopt moeten staan, en andere voorzieningen en diensten die het verblijf in de Voertuigen veraangenamen. |
6.6.2 | Voertuigen zijn voorzien van goed werkende apparatuur ten behoeve van de Klimaatbeheersing, zodanig dat Personeel en Reizigers bij alle weersomstandigheden aangenaam in alle delen van de Voertuigen kunnen verblijven. |
6.6.3 | Voertuigen zijn voorzien van een goed werkend, gratis wifi-netwerk met voldoende snelheid voor normaal internetgebruik, waarvan Reizigers gebruik kunnen maken zonder dat zij zich daarvoor hoeven te registreren. |
6.6.4 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat het interieur en exterieur van Voertuigen gedurende de dag schoon en heel zijn en vrij zijn van graffiti en schade die afbreuk doet aan de veiligheid en uitstraling van het Openbaar Vervoer. |
6.6.5 | Voertuigen zijn voorzien van een goede cabine-ergonomie (goede, instelbare stoel met voldoende zijdelingse steun en/of steun in de onderrug en verstelbaar stuur, beiden eenvoudig te bedienen) zodanig dat het Personeel haar taken goed kan uitvoeren. |
Buurtbussen | |
6.7.1 | De Concessiehouder stelt Xxxxxxxxxxx beschikbaar voor door de Concessieverleners vastgestelde Buurtbuslijnen in het Concessiegebied en onderhoudt deze Buurtbussen. De Concessiehouder zorgt voor extra Buurtbussen ten behoeve van onderhoud en Versterkingsritten. |
6.7.2 | De Buurtbussen zijn geschikt om bestuurd te worden door chauffeurs die in het bezit van een rijbewijs B zijn. |
6.7.3 | De Concessiehouder voorziet de Buurtbussen van huisregels, bijvoorbeeld via stickers, waaronder de regel dat het verplicht is om als Reiziger een veiligheidsgordel te dragen. |
6.7.4 | De rolstoelplaats in Buurtbussen is voorzien van een klapstoel. |
Onderhoud Materieel | |
6.8.1 | De Concessiehouder laat de over te nemen Xxxxxx onderhouden door de in de Overnameregeling genoemde onderhoudspartij op de daarvoor ingerichte onderhoudslocaties, tenzij de Concessiehouder en de onderhoudspartij anders overeenkomen. |
6.8.2 | Om het comfort en de netheid van Voertuigen gedurende de looptijd van de Concessie te waarborgen voert de Concessiehouder bij Voertuigen die hij twaalf jaar of langer voor de uitvoering van de Concessie inzet, waaronder in ieder geval de Zero-Emissiebussen die onderdeel zijn van de Overnameregeling, halverwege de met de Concessieverleners overeengekomen inzetperiode een midlife revisie uit. De midlife revisie omvat ten minste: • het vervangen van bekleding en kussens van zittingen en rugleuningen van de stoelen in de Voertuigen; • het vervangen van de vloerbekleding van Voertuigen ingeval sprake is van scheurvorming of gaten; • voor zover dit nog niet het geval is, het interieur van Xxxxxx die rijden op Comfort-lijnen aanpassen aan de op het moment van de revisie geldende kwaliteitsstandaard, zoals bedoeld in artikel 10.1.3. De Concessiehouder kondigt de midlife revisie aan in zijn Concessiejaarplan en geeft daarbij aan welke Voertuigen en welke aspecten deze revisie betreft. De Concessiehouder rapporteert de voortgang van de midlife revisie in de kwartaalrapportages genoemd in artikel 13.3.5. |
7. Reisinformatie
Reizigers verplaatsen zich met uiteenlopende vervoervormen. Ze werken, studeren of recreëren op verschillende plaatsen en op verschillende tijdstippen. Ze pakken de ene keer de fiets of de eigen auto, de ander keer het Openbaar Vervoer of een andere mobiliteitsoplossing. Reizigers maken niet elke dag meer dezelfde reis.
Xxxxx reisinformatie van deur tot deur is voor Reizigers dan ook onmisbaar. Reizigers willen volledige en juiste reisinformatie kunnen raadplegen om hun reis vooraf te plannen. En tijdens hun reis willen Reizigers over actuele reisinformatie kunnen beschikken. De Concessiehouder brengt Xxxxxxxxx op de hoogte van de oorzaak en duur van verstoringen en alternatieve reismogelijkheden. Op basis daarvan kunnen Reizigers hun route aanpassen. De Concessieverleners stellen hiervoor de communicatiekanalen behorend bij het Platform RRReis aan de Concessiehouder ter beschikking.
Daarnaast verbreedt de dienstverlening zich van informeren over naar compleet faciliteren van een reis: plannen, boeken en betalen. De Concessiehouder stelt daartoe gegevensbestanden beschikbaar aan andere partijen, zoals aanbieders van Mobility as a Service (MaaS), en houdt zich aan landelijke standaarden en afspraken om bij te dragen aan deze ontwikkelingen.
7.1 BESCHIKBAARHEID REISINFORMATIE
Beschikbaarheid reisinformatie | |
7.1.1 | De Concessiehouder stelt aan Reizigers gratis reisinformatie ter beschikking zonder dat Xxxxxxxxx een account of een equivalent hiervan hoeven aan te maken of persoonlijke gegevens hoeven achter te laten. Op verzoek van Xxxxxxxxx stelt de Concessiehouder reisinformatie schriftelijk (dat wil zeggen op papier) beschikbaar. |
7.1.2 | De Concessiehouder informeert Reizigers en relevante Stakeholders ten minste 4 weken voor de ingangsdatum, voor het eerst 4 weken voorafgaand aan de start van de Concessie, over relevante wijzigingen, in ieder geval ten aanzien van de Dienstregeling en de Tarieven. |
7.1.3 | De Concessiehouder neemt voor zijn aanbod aan reisinformatie in enig Dienstregelingjaar het aanbod in het voorafgaande Dienstregelingjaar als uitgangspunt. |
7.1.4 | De Concessiehouder kan in het Concessiejaarplan voorstellen opnemen voor een andere inhoud, vormgeving, uitvoeringsvorm en/of verspreidingsvorm van reisinformatie. Voorwaarde hierbij is dat aan het Platform RRReis verbonden partijen met deze voorstellen instemmen en dat de beschikbaarheid en kwaliteit voor de verschillende doelgroepen van de reisinformatie ten minste vergelijkbaar blijft; dit ter beoordeling van de Concessieverleners. Zolang de Concessieverleners de (eind)regie hebben over Platform RRReis besluiten zij of deze voorstellen worden geïmplementeerd. Wanneer dit niet meer het geval is besluiten de deelnemers aan het Platform RRReis gezamenlijk over wijzigingen conform de dan geldende samenwerkingsafspraken. |
7.1.5 | De Concessiehouder biedt Xxxxxxxxx die proactief reisinformatie willen ontvangen, de mogelijkheid om via bijvoorbeeld een account persoonlijke reisinformatie op maat te ontvangen. |
Begrijpelijke, toegankelijke informatie | |
7.1.6 | De Concessiehouder zorgt dat alle reisinformatie begrijpelijk en toegankelijk is voor alle Reizigers, waaronder Xxxxxxxxx met een visuele of auditieve beperking. |
7.1.7 | Als norm voor de begrijpelijkheid van reisinformatie geldt niveau B1 van het Europees Referentiekader voor de talen. |
7.1.8 | Als norm voor de toegankelijkheid van reisinformatie op websites geldt het waarmerk Drempelvrij niveau AA (zie xxx.xxxxxxxxxxx.xx). In ieder geval de eerste vijf jaar van de Concessie zorgen de Concessieverleners voor een toegankelijke website. |
7.1.9 | Als norm voor de toegankelijkheid van reisinformatie op apps geldt de normering volgens WCAG2ICT. Het uitgangspunt is dat de Concessiehouder alle functionaliteiten drempelvrij aanbiedt. Mocht het niet mogelijk zijn om alle gewenste functionaliteiten van de app drempelvrij te maken, is het de Concessiehouder toegestaan om aan de Concessieverleners te verzoeken naast een drempelvrije ook een niet-drempelvrije versie van de app aan te bieden aan Reizigers. De Concessieverleners moeten dit voorstel goedkeuren. In ieder geval de eerste vijf jaar van de Concessie zorgen de Concessieverleners voor een toegankelijke app. |
Inhoud van de (digitale) reisinformatie | |
7.2.1 | De reisinformatie omvat in ieder geval: |
a. | Een actuele deur-tot-deur reisplanner (met de reële vertrek- en aankomsttijden en vermeldingen van storingen) voor ten minste het Openbaar Vervoer en de Dienstregeling op halte- en lijnniveau, inclusief overstapmogelijkheden en informatie over Aansluitingen, ook naar aangrenzende concessies; |
b. | Actuele reisinformatie en informatie over wijzigingen zoals (ongeplande) omleidingen en evenementen, Rituitval met vermelding van oorzaak, duur, reisalternatieven en einde van de wijziging; |
c. | Actuele informatie over verstoringen met vermelding van oorzaak, verwachte duur en reisalternatieven (ook buiten het Openbaar Vervoer), zo spoedig mogelijk na het optreden van de verstoring. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers zoals bedoeld in artikel 7.1.5 desgevraagd deze informatie over door hen aangegeven reizen of trajecten ontvangen. |
d. | Informatie over Tarieven, (verkrijgbaarheid van) Reisproducten en (verkrijgbaarheid van) Productdragers, waarbij de Concessiehouder ervoor zorgt dat Reizigers op basis van deze informatie, bij voorkeur met vermelding van geldige aanbiedingen, eenvoudig kunnen bepalen welk Reisproduct het beste past bij de wensen. |
e. | Informatie over Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer, voor zover aangeboden door de Concessiehouder, waaronder de wijze waarop Xxxxxxxxx een reis kunnen boeken en betalen; |
f. | Informatie over de bereikbaarheid van de klantenservice en klachtenlijn, inclusief vermelding van alle wijzen waarop de klantenservice bereikbaar is. |
g. | Een verwijzing naar de websites van concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en NS en naar aanbieders van Andere |
Mobiliteitsdiensten in het Concessiegebied. De Concessiehouder houdt de verwijzingen gedurende de looptijd van de Concessie up-to-date. | |
h. | Adres en telefoonnummer van: • het OV-loket of een opvolger hiervan; • de Geschillencommissie Openbaar Vervoer. |
Reisinformatie op de Haltes | |
7.3.1 | De Concessiehouder voorziet elke Halte van een haltebord met de haltenaam en een Haltevertrekstaat en elke Halte met een abri van een Halteposter en neemt daarbij de voorschriften in de Brandguide en de daarop gebaseerde huidige Haltevertrekstaat en Halteposter in de noodconcessie IJssel-Vecht12 als vertrekpunt. |
7.3.2 | De Concessiehouder zorgt dat bij alle Haltes zijn contactgegevens voor Reizigers zichtbaar zijn. |
7.3.3 | De Concessiehouder maakt met de concessiehouders van de aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten afspraken over tijdige wederzijdse aanlevering van reisinformatie • over alle lijnen die een Halte aandoen, en • over tijdelijke omleidingen als gevolg van werkzaamheden. |
7.3.4 | Als een Halte tijdelijk vervalt en/of een Lijn tijdelijk vanaf een andere Halte vertrekt, geeft de Concessiehouder op de betreffende Halte aan hoe lang de betreffende Halte niet beschikbaar is. De Concessiehouder informeert Xxxxxxxxx met een kaart van de omgeving van de betreffende Halte en een routebeschrijving over: • de dichtstbijzijnde Halte van de betreffende Lijn, • de tijdelijke route van de Lijn als gevolg van werkzaamheden, en • relevante informatie over eventuele Andere Mobiliteitsdiensten waarvan zij gebruik kunnen maken. Wanneer de Concessiehouder het Haltebord bij een Halte die tijdelijk vervalt afdekt, gebruikt hij hiervoor een zak die is uitgevoerd in de huisstijl van RRReis. |
7.3.5 | Ingeval de Concessiehouder actuele reisinformatie op Haltes of OV- knooppunten wil aanbieden, dan ontsluit hij de betreffende gegevens via het Centraal Distributiesysteem DRIS (CDD) van DOVA en voldoet daarbij aan het bepaalde in de meest recente versie van de documenten: ‘Programma van eisen voor displays die worden aangesloten op CDD’, ‘Open DRIS Koppelvlakken‘, Richtlijn voor de weergave van reisinformatie op DRIS- displays’, ‘XXXXxxxxxxx.xx: met hulp van de reiziger een hogere beschikbaarheid van actuele reisinformatie op de halte’, en ‘Bijlage DOVA DRIS eisen en ketenbeheer’ of de eventuele opvolger(s) van deze documenten. |
7.3.6 | De Concessiehouder biedt in overleg met de aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten vanaf een Halte ook informatie over deze diensten zonder |
12 De Concessieverleners verbeteren, in afstemming met de Oogvereniging, de leesbaarheid van het format voor de Haltevertrekstaat en de Halteposter voor Reizigers met een visuele beperking. Het nieuwe format zal in de Brandguide worden opgenomen.
dat dit ten koste gaat van de informatie over het Openbaar Vervoer, dit ter beoordeling van de Concessieverleners. |
Informatie in en op de Voertuigen | |
7.4.1 | De Concessiehouder voorziet Bussen van een verlichte aanduiding van het Lijnnummer (enkel cijfers) en de eindbestemming aan de voor- en rechterzijde van de Bus en een aanduiding van het Lijnnummer aan de achterzijde van de Bus, waarbij deze aanduidingen bij normale weersomstandigheden goed leesbaar zijn tot in elk geval een afstand van 30 meter. |
7.4.2 | De Concessiehouder voorziet Buurtbussen en Taxibussen van een verlichte aanduiding van het Lijnnummer en de eindbestemming aan de voorzijde van het Voertuig, waarbij deze aanduiding bij normale weersomstandigheden goed leesbaar zijn tot in elk geval een afstand van 30 meter. |
7.4.3 | De Concessiehouder vermeldt in de Voertuigen de contactmogelijkheden voor Reizigers met de Concessiehouder. |
7.4.4 | De Concessiehouder voorziet Bussen van een werkend dynamisch reisinformatiesysteem (displays; zie ook artikel 6.2.2), dat in elk geval de volgende informatie verschaft: |
a. | de eerstvolgende Halte en de eindbestemming; |
b. | actuele informatie over het verloop van de Rit, waaronder vertragingen; en |
c. | actuele informatie over (de belangrijkste) Aansluitingen op treinen en Bussen op de eerstvolgende Haltes. |
7.4.5 | De Concessiehouder zorgt dat het dynamisch reisinformatiesysteem zoals bedoeld in artikel 7.4.4 voldoet aan de eisen gesteld in de ‘Richtlijn Reisinformatie op schermen in ov-voertuigen' en de Brandguide van RRReis. |
7.4.6 | De reisinformatie op de displays zoals bedoeld in artikel 7.4.4 is vanaf elke plek in het Voertuig voldoende lang zichtbaar en leesbaar voor Reizigers, waaronder Reizigers die minder snel kunnen lezen. |
7.4.7 | De Concessiehouder gebruikt de displays alleen voor het tonen van reisinformatie en, na goedkeuring van de Concessieverleners, informatie ter promotie van het Openvaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten. Ingeval de Concessiehouder ervoor kiest om in Bussen te werken met dubbele displays (dat is twee of meer displays direct naast elkaar geplaatst), dan mag hij na toestemming van de Concessieverleners op het tweede display reclame tonen. De Concessieverleners beoordelen bij een verzoek van de Concessiehouder daartoe of de kwaliteit van de reisinformatie en de uitstraling van het merk RRReis in tact blijft. |
7.4.8 | De Concessiehouder zorgt voor automatische omroepberichten in de Voertuigen, waarbij ten minste de eerstvolgende Halte en de belangrijkste overstapmogelijkheden vanaf de eerstvolgende Halte worden genoemd. De omroepberichten zijn juist, relevant, tijdig en verstaanbaar. |
7.4.9 | Indien de automatische omroep niet werkt, verzorgt het Personeel de omroepen zoals genoemd in artikel 7.4.8. |
Strategie op (doorontwikkeling van) reisinformatie | |
7.5.1 | De Concessiehouder werkt als onderdeel van het Ontwikkelplan een strategie ten aanzien van de (door)ontwikkeling van reisinformatie uit met daarbij ten minste aandacht voor de volgende punten: |
a. | toekomstige ontwikkelingen op het gebied van reisinformatie die de Concessiehouder voorziet en hoe hij hierop inspeelt; |
b. | voorstellen voor veranderingen die de Concessiehouder in de reisinformatie bij aanvang van en tijdens de Concessie wil doorvoeren, bijvoorbeeld de introductie van nieuwe communicatiekanalen of het aanbieden van nieuwe informatieaspecten; |
c. | de wijze waarop de Concessiehouder informatie en data levert aan derden die reisinformatie willen aanbieden en reizen willen verkopen; |
d. | hoe hij voorstelt Reizigers snel, correct en desgewenst persoonlijk en proactief te informeren over verstoringen en wat dit betekent voor de communicatiekanalen behorend tot het Platform RRReis; |
e. | de wijze waarop de Concessiehouder hierbij samenwerkt met andere concessiehouders van concessies die onder de merknaam RRReis vallen. |
7.5.2 | De Concessiehouder zorgt er bij de doorontwikkeling van reisinformatie voor dat zijn voorstellen passen binnen landelijke afspraken over reisinformatie. |
8. Productdragers, Tarieven en distributie
Reizigers verlangen betaalbaar en toegankelijk Openbaar Vervoer met bijbehorende zekerheid en gemak. De Concessieverleners werken samen met de Concessiehouder aan een overzichtelijk assortiment van Productdragers, Reisproducten en Tarieven.
Op dit moment is de OV-chipkaart de belangrijkste Productdrager. In het Nationaal OV-Beraad (NOVB) is besloten om landelijk nieuwe Productdragers, zoals bankpas en mobiele telefoon, te introduceren. Het voornemen is om uiterlijk in 2023, wanneer gebleken is dat de nieuwe betaalwijzen voldoen, de huidige techniek achter de OV-chipkaart uit te zetten. Om Reizigers optimaal te faciliteren, zorgt de Concessiehouder voor (meer) betaal- en reisgemak en een op de behoeften van Reizigers afgestemd aanbod van Productdragers en distributiekanalen.
Reizigers kunnen gebruikmaken van abonnementen en kortingsproducten. Het Tarievenhuis Oost vormt hiervoor de basis. Reizigers kunnen op dit moment korting krijgen door ver, vaak of buiten de spitstijden te reizen. Als opbrengstverantwoordelijke mag de Concessiehouder, binnen de kaders van het Tarievenhuis Oost, voorstellen doen voor nieuwe Reisproducten en Tarieven die bijdragen aan de aantrekkelijkheid en het gebruik van het Openbaar Vervoer.
Algemeen | |
8.1.1 | De Concessiehouder vervoert alle Reizigers die beschikken over een Productdrager met een voor de Concessie geldig Reisproduct. |
8.1.2 | Indien het merendeel van de check-in-check-out-apparatuur of andere betaalsystemen in een Voertuig dat de Concessiehouder inzet voor de uitvoering van een in de Geldende Dienstregeling opgenomen Rit, om welke reden dan ook niet werkt, biedt de Concessiehouder alternatieve vormen van betalen aan die compatibel zijn met ten minste de nationale basisdrager en waarbij Xxxxxxxxx voor hun reis niet meer hoeven te betalen dan wanneer zij gebruik zouden maken van hun Reisproduct. Waar alternatieve vormen van betalen zoals hiervoor bedoeld niet mogelijk is, vervoert de Concessiehouder Reizigers gratis. |
8.1.3 | De Concessiehouder beschikt over een restitutieregeling waarmee Xxxxxxxxx te veel geïncasseerde gelden terug kunnen krijgen. Deze regeling geldt ook voor Reisproducten die onder een grootverbruikcontract vallen. De Concessiehouder legt een voorstel voor (aanpassing van) de restitutieregeling ter goedkeuring voor aan de Concessieverleners. De Concessiehouder conformeert zich daarbij aan afspraken zoals opgenomen in de Uitvoeringsregels bij het Convenant Landelijk Tarievenkader (LTK). |
8.1.4 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat Xxxxxxxxx op aanvraag een overzicht van hun reisgeschiedenis inclusief bijbehorende kosten kunnen krijgen. Het overzicht van de reisgeschiedenis omvat alle reizen die gemaakt zijn met alle elektronische betaalmiddelen; zowel de OV-chipkaart als de opvolgers van de OV-chipkaart. Reizigers hebben daarbij de mogelijkheid te kiezen uit meerdere periodes. |
8.1.5 | Reizigers ontvangen van de Concessiehouder bericht als hun Reisproduct bijna is verlopen en een aanbod tot verlengen of opzeggen van hun Reisproduct. |
De eisen in paragraaf 8.2 zijn gebaseerd op de afspraken in het NOVB-overleg. Zodra deze eisen worden uitgebreid en/of gewijzigd dan zijn de uitgebreide en/of gewijzigde eisen ook van toepassing op deze Concessie.
Nieuwe Productdragers | |
8.2.1 | De Concessiehouder werkt actief mee aan de introductie van nieuwe Productdragers en committeert zich aan en implementeert afspraken die hierover landelijk zijn en worden gemaakt. |
8.2.2 | De Concessiehouder draagt zorg voor de beschikbaarheid en werkzaamheid van het dragerpalet zoals vastgesteld in het NOVB-overleg, te weten (minimaal) bankkaart, mobiele telefoon, OV-chipkaart en papier. Indien in het NOVB-overleg besloten wordt tot de introductie van (een) aanvullende Productdrager(s), conformeert de Concessiehouder zich binnen de afgesproken termijn aan de implementatie van deze aanvullende Productdrager(s). |
8.2.3 | De Concessiehouder zorgt dat de huidige OV-chipkaart en bijbehorende betaaltechniek minimaal tot de in het NOVB-overleg overeengekomen datum beschikbaar en werkzaam is voor Reizigers. |
8.2.4 | Wanneer het NOVB-overleg besluit tot de definitieve uitfasering van een voorheen gangbare Productdrager, faciliteert de Concessiehouder de betreffende Productdrager met de bijbehorende gangbare betaalstandaard(en) voor Reizigers tot minimaal één jaar na de publieke bekendmaking van deze beslissing, behalve wanneer de Concessieverleners besluiten tot een versnelde uitfasering |
8.2.5 | Het is de Concessiehouder alleen toegestaan nieuwe regionale Productdragers te introduceren of uit te faseren na voorafgaande toestemming van de Concessieverleners. Een voorstel hiertoe legt de Concessiehouder eerst voor advies voor aan de ROCOV's. |
8.2.6 | De Concessiehouder implementeert gangbare betaalstandaarden zoals overeengekomen in het NOVB-overleg uiterlijk op de afgesproken ingangsdatum, en voor onbepaalde tijd, totdat binnen het NOVB-overleg en met goedkeuring van de Concessieverleners tot de uitfasering hiervan is besloten. |
8.2.7 | De Concessiehouder faciliteert te allen tijde minimaal één goed werkzame nationale standaard Productdrager, zoals overeengekomen in het NOVB- overleg. Bij een transitiefase is het de Concessiehouder alleen bij het goed functioneren van de opvolger en met goedkeuring van de Concessieverleners toegestaan een oude standaard Productdrager uit te faseren. |
8.2.8 | De Concessiehouder conformeert zich bij het inrichten en onderhouden van zijn betaalsystemen aan de technische standaarden zoals deze zijn geformuleerd door Translink binnen het Werkprogramma Visie OV-betalen. |
8.2.9 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat de introductie van nieuwe Productdragers of de wijziging/uitfasering van bestaande Productdragers niet ten koste gaat van: |
a. | de mogelijkheid voor Reizigers om een overzicht van reisgeschiedenis en kosten op te vragen zoals bedoeld in artikel 8.1.4; |
b. | de verdeling van en verantwoording over Reizigersopbrengsten; |
c. | de levering van gegevens aan de Concessieverleners zoals beschreven in artikel 13.1.15. |
8.2.10 | De ontwikkeling, invoering, instandhouding, uitbreiding, vernieuwing en vervanging van en de dienstverlening omtrent Productdragers, inclusief achterliggende systemen, zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder, tenzij de Concessieverleners hierover in landelijk verband andere afspraken hebben gemaakt. |
Reisrechten en Tarieven | |
8.3.1 | De Concessiehouder conformeert zich aan het Landelijk Xxxxxxxxxxxxx (LTK) of diens opvolger(s) en neemt actief deel aan de Uitvoeringscommissie Landelijk Tarievenkader (UC LTK) of diens opvolger(s). |
8.3.2 | De Concessiehouder accepteert alle landelijk geldende Reisproducten op alle Voertuigen. |
8.3.3 | Reizigers betalen bij een overstap tussen twee Ritten van regionale treinen, Bussen en Auto’s met een overstaptijd van maximaal 35 minuten één keer het opstaptarief. |
8.3.4 | De Concessiehouder conformeert zich aan de uitgangspunten van en werkwijze rond het Tarievenhuis Oost13. |
8.3.5 | De Concessiehouder hanteert alleen Reisproducten en Tarieven die landelijk of door de Concessieverleners zijn vastgesteld, waarbij de Concessieverleners de maximumtarieven bepalen. |
8.3.6 | De Concessiehouder neemt actief deel aan het Tarievenoverleg Oost waarin afstemming plaatsvindt tussen de Concessiehouder, andere concessiehouders, de XXXXX’x en de Concessieverleners over onder meer • de Tarieven voor Ritkaarten, Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer en abonnementen, • de kortingspercentages voor abonnementen, en • de variatie in abonnementen. Deelname van de Concessiehouder aan het Tarievenoverleg Oost start direct nadat de gunning van de Concessie onherroepelijk is. |
8.3.7 | De Concessiehouder neemt in het Tarievenplan (zie artikelen 8.3.16 en 8.3.17) jaarlijks een voorstel op voor correctie van de Tarieven met maximaal het landelijk overeengekomen percentage (= de Landelijke Tariefindex (LTI) of diens opvolger(s)). |
8.3.8 | De Concessiehouder mag een rituitrijdkaart introduceren om zwartrijden tegen te gaan. De Concessiehouder stemt het Tarief voor de rituitrijdkaart af met |
13 Het Tarievenhuis Oost betreft momenteel de concessies binnen Flevoland (met uitzondering van de concessies Lelystad en Almere), Gelderland en Overijssel. Vanaf het moment dat concessie Lelystad onderdeel uitmaakt van de Concessie zal het afsprakenkader van het Tarievenhuis Oost ook voor dit deel van het Concessiegebied van toepassing zijn en daarmee ook de abonnementen/tarieven die binnen OV Oost zijn afgesproken. Het staat Inschrijvers vrij om de specifiek voor concessie Lelystad geldende tarieven/abonnementsvormen, al dan niet exclusief voor Lelystad, op te nemen in hun Inschrijving voor de Concessie. In het overleg Tarievenhuis Oost komt dit aanbod vervolgens aan de orde. De Concessieverleners beslissen of de voorstellen als onderdeel van het Tarievenplan worden vastgesteld.
concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en legt een voorstel daartoe ter vaststelling aan de Concessieverleners voor. | |
8.3.9 | De Concessiehouder neemt in het Tarievenplan voor het eerste jaar van de Concessie in ieder geval het bestaande assortiment van Tarieven en Reisproducten van de noodconcessie IJssel-Vecht op tenzij na overleg in het Tarievenhuis Oost de Concessiehouders besluiten het assortiment aan te passen. Dit is inclusief het huidige trajectabonnement. |
8.3.10 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat Xxxxxxxxx geen nadeel (financieel of anderszins) ondervinden wanneer zij met een door een andere concessiehouder gegeven gebieds- of trajectgebonden Reisproduct dat op basis van landelijke en/of regionale afspraken ook geldig is in de Concessie, een Rit maken met een Lijn behorend tot de Concessie.14 De Concessiehouder maakt hierover tijdens de implementatie en gedurende de gehele looptijd van de Concessie afspraken met concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies. Deze afspraken hebben betrekking op de acceptatie van elkaars Reisproducten en een rechtvaardige verdeling tussen concessiehouders van de Reizigersopbrengsten en derving als gevolg van deze afspraken. De Concessieverleners stellen afspraken over de geldigheid van grensoverschrijdende Tarieven vast volgens de procedure voor het Tarievenplan. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Xxxxxxxxx op eenvoudige wijze begrijpelijke informatie over deze afspraken kunnen vinden en krijgen. |
8.3.11 | De Concessiehouder mag voorstellen voor gratis Openbaar Vervoer doen, mits hij ten genoegen van de Concessieverleners aantoont dat de kosten/gederfde Reizigersopbrengsten niet voor rekening komen van • de Concessieverleners, en/of • Reizigers die niet in aanmerking komen voor het gratis Openbaar Vervoer. |
8.3.12 | Ingeval de Concessiehouder extra service/kwaliteit op een Lijn biedt, mag hij hiervoor geen hoger Tarief bij Reizigers in rekening brengen wanneer deze Reizigers tussen Haltes van de betreffende Lijn geen andere reismogelijkheden met Openbaar Vervoer voor het gangbare vastgestelde Tarief hebben. |
8.3.13 | De Concessiehouder werkt op verzoek van de Concessieverleners mee aan de introductie en uitvoering van 'loyalty'-systemen. |
8.3.14 | De Concessiehouder biedt derden die in opdracht van de Concessieverleners onderzoek doen in het Openbaar Vervoer (bijvoorbeeld reizigerstellingen en kwaliteitsonderzoek), de mogelijkheid om gratis met het Openbaar Vervoer te reizen. |
8.3.15 | De Concessiehouder werkt als onderdeel van zijn Marketingstrategie (zie artikel 10.3.1) een strategie ten aanzien van Tarieven en Reisproducten uit, waarbij hij in ieder geval ingaat op: |
a. | De kansen die hij ziet om met nieuwe/aangepaste Tarieven en Reisproducten beter in te spelen op de vervoerbehoeften van Reizigers; |
b. | De manier waarop de Concessiehouder de LTI zoals genoemd in artikel 8.3.7 verwerkt in de Tarieven; |
14 Voorbeelden van huidige afspraken zijn:
• acceptatie van grensoverschrijdende sterabonnementen vanuit Drenthe en Friesland in Overijssel;
• acceptatie van abonnementen uit de concessie Almere op buslijnen naar Zeewolde en Lelystad.
c. | De wijze waarop de Concessiehouder de hoogte van de Tarieven berekent die hij jaarlijks in het Tarievenplan aan de Concessieverleners zal voorstellen. |
8.3.16 | De Concessiehouder stelt jaarlijks een Tarievenplan op met voorstellen voor in het volgende kalenderjaar te hanteren Tarieven en Reisproducten. |
8.3.17 | Alvorens hij het Tarievenplan ter vaststelling aan de Concessieverleners aanbiedt, legt de Concessiehouder het Tarievenplan ter advisering voor aan de ROCOV’s. De Concessiehouder voegt het ROCOV-advies en de wijze waarop hij met dit advies is omgegaan, toe aan het verzoek tot vaststelling van het Tarievenplan. |
Distributienetwerk | |
8.4.1 | De Concessiehouder is verantwoordelijk voor een goed werkend distributienetwerk voor de aanschaf van Reisproducten en eventueel Productdragers. |
8.4.2 | Bij start van de Concessie houdt de Concessiehouder het huidige netwerk van fysieke distributievoorzieningen dat hij om niet krijgt overgedragen van de huidige concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht (bijlage 11: overzicht CCV automaten15) ongewijzigd en operationeel. Alle kosten met betrekking tot het distributienetwerk zijn voor rekening van de Concessiehouder, waaronder alle kosten voor vervangende apparatuur en/of eventuele verplaatsingskosten van deze hardware. Het distributienetwerk in het Concessiegebied per 1 juli 2021 geldt als referentienetwerk en kan na één jaar worden geëvalueerd. De Concessiehouder mag met een voorstel komen voor een eigen invulling, waarbij de Concessiehouder in ieder geval de voorzieningen in de provincie Flevoland handhaaft zoals opgenomen in bijlage 11. Het distributienetwerk mag alleen worden aangepast met instemming van de Concessieverleners. |
8.4.3 | De Concessiehouder stelt alle landelijke Reisproducten (met uitzondering van Reisproducten waarop de betreffende aanbieder alleenrecht van verkoop heeft) en alle regionale Reisproducten voor aanschaf beschikbaar aan alle Reizigers. |
8.4.4 | De Concessiehouder biedt een beslissingsondersteunend systeem (BOS) aan, waarmee Reizigers eenvoudig het Reisproduct kunnen kiezen dat het beste aansluit op hun vervoerbehoeften. Dit systeem is onderdeel van de website XXXxxx.xx die in ieder geval de eerste vijf jaar van de Concessie onder (eind)regie van de Concessieverleners wordt gehost. De Concessiehouder is samen met de andere concessiehouders die onder de merknaam RRReis Openbaar Vervoer verrichten ervoor verantwoordelijk dat de content en eventuele onderliggende data voor het BOS correct en actueel zijn. |
8.4.5 | Bij de voorzieningen zoals bedoeld in artikel 8.4.2 kunnen Reizigers: • alle in artikel 8.4.3 bedoelde Reisproducten afhalen, verlengen en beëindigen, |
15 De distributievoorzieningen in het concessiegebied IJsselmond stromen al bij de start in de Concessie IJssel-Vecht in. Dit is dus onafhankelijk van het moment van instromen van de concessie IJsselmond in de Concessie IJssel-Vecht.
• Saldo laden op hun OV-chipkaart of Productdrager met vergelijkbare functionaliteit, en • hun reisgeschiedenis inzien (minimaal de laatste 10 transacties). | |
8.4.6 | Reizigers kunnen in alle Voertuigen een vervoerbewijs kopen voor ten minste de betreffende reis. |
8.4.7 | In de door de Concessieverleners verleende concessies is contant betalen in het Voertuig niet mogelijk. De Concessiehouder biedt Xxxxxxxxx die niet over een pinpas willen of kunnen beschikken of geen gebruik kunnen maken van nog te introduceren betaalmogelijkheden, een alternatief dat past bij de mogelijkheden en beperkingen van deze doelgroep. |
8.4.8 | De Concessiehouder werkt als onderdeel van zijn Marketingstrategie (zie artikel 10.3.1) een strategie ten aanzien van het distributienetwerk uit waarbij hij ten minste beschrijft: |
a. | welke distributiekanalen hij gaat bieden en hoe deze aansluiten op de behoeften van Reizigers en de ontwikkeling voor de afschaffing van de OV- chipkaart; |
b. | welke mogelijkheden Reizigers hebben bij de verschillende distributiekanalen (bijvoorbeeld aanschaf Reisproducten, opladen OV-chipkaart en mogelijkheid tot contant betalen); |
c. | de rol van andere partijen zoals MaaS-aanbieders en de samenwerking met concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en de Concessieverleners; |
d. | welke alternatieven hij Reizigers biedt nu het betalen met contant geld op de Voertuigen niet langer mogelijk is, zoals aangegeven in artikel 8.4.7. |
8.4.9 | De Concessiehouder stuurt desgevraagd een aanvraagformulier voor en informatie over een OV-chipkaart en andere Productdragers, abonnementen, groepsreizen en Reisproducten naar het huisadres van Xxxxxxxxx zonder dat hier voor Reizigers kosten aan verbonden zijn. |
8.4.10 | De Concessiehouder heeft een backoffice waar Reizigers storingen aan voorzieningen en andere klachten over het distributienetwerk kunnen melden en vragen kunnen stellen. |
8.4.11 | De Concessiehouder rapporteert in het Concessiejaarplan over het functioneren van het distributienetwerk en kan daarbij voorstellen doen voor vernieuwingen of verbeteringen. Kosten van vernieuwingen of verbeteringen van het distributienetwerk zijn voor rekening van de Concessiehouder, tenzij de Concessieverleners hierover landelijk andere afspraken hebben gemaakt. |
8.4.12 | De Concessiehouder legt een voorstel voor toevoegen en/of verwijderen van distributiekanalen, fysieke voorzieningen en/of verkooppunten voor advies aan de ROCOV’s voor. De Concessiehouder biedt het (naar aanleiding van dit advies aangepaste) voorstel vervolgens als onderdeel van het Concessiejaarplan ter toetsing aan de Concessieverleners aan. |
9. Personeel
Het Personeel vormt het visitekaartje van het Openbaar Vervoer en het gezicht van de Concessiehouder richting Reizigers. Een hartelijk welkom, prettige rijstijl en behulpzame houding dragen bij aan een positieve beleving van het Openbaar Vervoer door Reizigers. De Concessiehouder heeft er daarom belang bij dat hij beschikt over deskundig Personeel dat gemotiveerd is om Xxxxxxxxx zo goed mogelijk van dienst te zijn.
De Concessieverleners verwachten ook van de Concessiehouder dat hij oog heeft voor het welzijn en de veiligheid van het Personeel. Dat betekent onder meer dat de Concessiehouder ervoor zorgt dat de chauffeursdiensten zodanig worden ontworpen, dat afspraken over rij- en rusttijden zoals deze in het Rijtijdenbesluit en de CAO Openbaar Vervoer zijn vastgelegd, worden nageleefd en dat geplande pauzes in de praktijk daadwerkelijk kunnen worden genoten. De Concessieverleners creëren hiervoor de randvoorwaarden, onder meer door realistische punctualiteiteisen te stellen.
Ten slotte verwachten de Concessieverleners dat de Concessiehouder investeert in opleiding en beleid gericht op duurzame inzetbaarheid van Personeel met kansen voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt (social return); dit vanuit het oogpunt van sociaal werkgeverschap (Concessiehouder) en opdrachtgeverschap (Concessieverleners).
9.1 CONCESSIEHOUDER ALS WERKGEVER
Concessiehouder als werkgever | |
9.1.1 | De Concessiehouder zorgt dat hij gedurende de gehele looptijd van de Concessie over voldoende Personeel beschikt om, ook bij een wijziging in de (vervoer)omvang, de Concessie goed uit te kunnen voeren. |
9.1.2 | De Concessiehouder voert een personeelsbeleid gericht op bevordering van de vitaliteit van medewerkers, leidend tot beperking van ziekteverzuim en duurzame inzetbaarheid van het Personeel. |
9.1.3 | De Concessiehouder faciliteert het Personeel zodanig dat zij hun taken goed kunnen uitvoeren door in ieder geval aandacht te besteden aan opleiding, aansturing en (het gevoel van) veiligheid. |
9.1.4 | De Concessiehouder laat vanaf de start van de Concessie jaarlijks een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitvoeren door een onafhankelijke externe partij. De Concessiehouder bespreekt de onderzoeksmethodiek en vraagstelling vooraf met de Concessieverleners en de reguliere personeelsvertegenwoordiging. De Concessiehouder deelt de uitkomsten van het onderzoek met de Concessieverleners en geeft daarbij aan welke aanpassingen hij naar aanleiding van deze uitkomsten in zijn personeelsbeleid doorvoert. |
9.1.5 | De Concessiehouder neemt in het Concessiejaarplan een personeelsparagraaf op, waarin hij ingaat op: |
a. | De manier waarop hij zich als zorgvuldig werkgever opstelt, waarbij hij zijn inspanningen weergeeft om ervoor te zorgen dat het Personeel het werk op een veilige, aangename en gezonde manier kan uitvoeren; |
b. | Het betrekken van mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt (zie ook artikel 9.3.7); |
c. | De opleiding volgens de verplichting Code 95 (of opvolgende kaders) en eventueel aanvullende trainingen en opleidingen, onder andere gericht op een duurzame inzetbaarheid van het Personeel; |
d. | De manier waarop hij de personeelsomvang aanpast bij het toevoegen van de Concessiedelen Flevoland en IJsselmond aan de Concessie dan wel in geval van het op- of afschalen van zijn aanbod aan Openbaar Vervoer; |
e. | De verwachtingen die hij heeft van het Personeel richting Reizigers, onder meer als het gaat om klantvriendelijk optreden, een prettige rijstijl en een behulpzame houding, en hoe de Concessiehouder hiervoor zorgt en erop toeziet dat het Personeel deze verwachtingen waar maakt en waar kan blijven maken. |
Personeel en Reizigers | |
9.2.1 | Het Personeel is betrokken, klantgericht en klantvriendelijk, en werkt volgens de zes pijlers van de filosofie van ‘hostmanship’: dienstbaar zijn, verantwoordelijkheid nemen, consideratie tonen, het geheel zien, dialoog aangaan en kennis inzetten. |
9.2.2 | Het Personeel dat in direct, persoonlijk contact met de Reiziger staat: |
a. | heeft kennis van het Concessiegebied en de Uitlopers, het lijnennet, de Dienstregeling, Andere Mobiliteitsdiensten in het Concessiegebied en het assortiment Reisproducten en Tarieven, zodat het vragen van Xxxxxxxxx kan beantwoorden en Reizigers gevraagd en ongevraagd kan adviseren; |
b. | is bij Verstoringen en vertragingen duidelijk zichtbaar en aanspreekbaar en informeert Xxxxxxxxx over de oorzaak en duur, de gevolgen voor Aansluitingen en, indien van toepassing, alternatieve reismogelijkheden waaronder de eventuele inzet van Vervangend Vervoer; |
c. | is herkenbaar en representatief gekleed in de huisstijl van het Merk; |
d. | beheerst de Nederlandse taal goed; |
e. | beheerst de Engelse taal voldoende om vragen in het Engels te kunnen beantwoorden; |
f. | is getraind in het omgaan met agressie en het beheersend en de-escalerend optreden; |
g. | is getraind in het verrichten van levensreddende handelingen en het gebruik van AED’s; |
h. | is bekend met de te volgen procedures en te nemen maatregelen in geval van calamiteiten en is in staat Reizigers en zichzelf in risicovolle situaties in veiligheid te brengen; |
9.2.3 | Het Personeel dat de Concessiehouder op Lijnen van en naar Lelystad Airport inzet, neemt deel aan veiligheidstrainingen gericht op bewustwording met betrekking tot terrorisme en veiligheidsaspecten, behorend bij een internationale luchthaven. |
9.2.4 | Het Personeel controleert of Reizigers over een geldig Reisrecht beschikken. |
9.2.5 | Chauffeurs hanteren een rijstijl die Reizigers als prettig ervaren. |
9.2.6 | Chauffeurs halteren zo dicht mogelijk langs de halteperrons, zodat Reizigers eenvoudig in en uit het Voertuig kunnen stappen. Desgevraagd verlenen chauffeurs assistentie aan Xxxxxxxxx in een rolstoel bij het betreden en verlaten van het Voertuig. |
9.2.7 | Het Personeel rookt niet, eet niet, drinkt niet (tenzij uit een veilige beker of fles), luistert niet naar voor Reizigers hoorbare muziek, draagt geen oortjes en maakt, tenzij dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, geen gebruik van een mobiele telefoon in of in de onmiddellijke nabijheid van het Voertuig. |
9.2.8 | Het Personeel ziet erop toe dat Xxxxxxxxx zich aan de huisregels en reisvoorwaarden van de Concessiehouder houden. |
9.2.9 | De Concessieverleners toetsen de kwaliteit van de dienstverlening door het Personeel via onderzoek met mystery guests. De mystery guests letten op onder andere de bejegening van Xxxxxxxxx, het gebruik van de radio, de rijstijl, het al dan niet roken en gebruik mobiele telefoon door het Personeel. |
9.2.10 | De Concessiehouder heeft een vast aanspreekpunt voor Reizigers bij vragen, complimenten of klachten over de toegankelijkheid (visueel, fysiek en/of mentaal) van zijn producten (bijvoorbeeld: Voertuigen, reisinformatie, communicatiekanalen). De betreffende medewerker is ten minste digitaal en telefonisch bereikbaar. |
9.3 SOCIAL RETURN ON INVESTMENT (SROI)
Social Return on Investment (SROI) | |
9.3.1 | De Concessiehouder voert personeelsbeleid dat een bijdrage levert aan het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt, waarin iedereen participeert naar vermogen (= Social Return on Investment, SROI). De SROI-maatregelen van de Concessiehouder bevorderen de huidige of toekomstige arbeidsmarktsituatie van mensen en zijn gericht op drie sporen (zie ook bijlage 8): 1. inzet van Personeel, 2. maatschappelijke activiteiten, en 3. sociale inkoop. |
9.3.2 | De Concessiehouder zet gedurende de gehele looptijd van de Concessie ‘cleanteams’ in bestaande uit medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt (conform de categorieën in bijlage 8) die bij voorkeur in het Concessiegebied woonachtig zijn. De inzet van de ‘cleanteams’ bedraagt ten minste 10,67 fte per kalenderjaar. Mocht de invulling van deze eis op enig moment niet meer mogelijk zijn dan stelt de Concessiehouder een alternatieve inzet van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt met vergelijkbare waarde en impact voor. |
9.3.3 | Bovenop de inzet van de ‘cleanteams’ bedraagt de inspanningswaarde van de SROI-maatregelen van de Concessiehouder ten minste € 300.000 per kalenderjaar (in één of meerdere SROI-sporen, zoals berekend volgens de bouwblokkenmethode opgenomen in bijlage 8). |
9.3.4 | De Concessiehouder neemt in het Implementatieplan dat onderdeel is van de Inschrijving een voorstel op met SROI-maatregelen die hij in het eerste jaar van de Concessie wil gaan uitvoeren. Of – en in welke mate – de voorgestelde SROI-maatregelen meetellen om aan de SROI-verplichtingen genoemd in artikelen 9.3.2 en 9.3.3 te voldoen, wordt bepaald door de Concessieverleners. |
9.3.5 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat de door of namens hem getroffen SROI- maatregelen: • nieuwe maatregelen betreffen die direct zijn toe te rekenen aan de Concessie; |
• uitsluitend door de Concessiehouder worden opgevoerd om te voldoen aan SROI-verplichtingen genoemd in artikelen 9.3.2 en 9.3.3. | |
9.3.6 | Uiterlijk één maand na gunning van de Concessie neemt de Concessiehouder contact met het ESR op om nadere afspraken te maken over de uitvoering van de SROI-maatregelen die hij voorstelt in het Implementatieplan dat onderdeel is van de Inschrijving. |
9.3.7 | Tijdens de looptijd van de Concessie stelt de Concessiehouder jaarlijks na overleg met het ESR als onderdeel van het Concessiejaarplan (zie artikel 2.2.13 onder f) een plan van aanpak op voor de SROI-maatregelen die hij in het komende kalenderjaar gaat uitvoeren. |
9.3.8 | De Concessiehouder levert als bijlage bij de kwartaalrapportage over het eerste of uiterlijk het tweede kwartaal (zie artikel 13.3.5.i) aan de Concessieverleners en het ESR de resultaten van de SROI-maatregelen in het afgelopen kalenderjaar en toont daarin aan dat hij aan de SROI-verplichtingen zoals genoemd in artikelen 9.3.2 en 9.3.3 heeft voldaan. |
10. Merk, communicatie en marketing
De Concessieverleners willen de bekendheid en het gebruik van het Openbaar Vervoer onder haar inwoners en alle Reizigers verder vergroten. Marketing en communicatie moeten hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Met het oog op de herkenbaarheid hebben de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel één merknaam voor alle modaliteiten in het Openbaar Vervoer in Oost-Nederland en eventueel andere vervoersconcepten ontwikkeld: RRReis.
RRReis staat voor betrouwbaar, toegankelijk en samenhangend Openbaar Vervoer. De Concessieverleners kunnen de merknaam RRReis beschikbaar stellen voor andere modaliteiten als deelfiets en deelauto ongeacht de aanbieder van deze Andere Mobiliteitsdiensten. In de Brandguide is een overzicht te vinden van de huidige productformules die (gaan) rijden onder het merk RRReis. Op de website xxx.XXXxxx.xx zijn de huidige productformules ook terug te vinden onder het kopje RRReis diensten.
De Concessieverleners verwachten van de Concessiehouder dat hij RRReis consequent toepast, adequaat in de markt positioneert en laadt voor verschillende doelgroepen. De Concessieverleners bieden de Concessiehouder daarbij ruimte om onder de noemer van RRReis onderscheidende productformules te voeren. Binnen de merkstrategie van RRReis hebben de verschillende productformules een eigen productnaam gekoppeld aan het hoofdmerk RRReis. De productnaam is Nederlandstalig en geeft zo goed mogelijk weer waar de productformule voor staat. Zo worden de treinverbindingen en de hoogfrequente buslijnen als Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) gepositioneerd met een extra wervende en onderscheidende HOV-uitstraling: de productformules treinRRReis en comfortRRReis.
Daarnaast rijden Buurtbuslijnen onder de productformule buurtRRReis en Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer onder de productformule reserveerRRReis. Vanaf medio 2021 zal de vraagafhankelijke productformule haltetaxiRRReis van start gaan. Reizigers kunnen met een deeltaxi van halte naar halte reizen. Deze formule start vooralsnog alleen in provincie Gelderland en maakt geen deel uit van de concessie. De essentie, kenmerken en belofte van RRReis en de productformules zijn vastgelegd in de Brandguide.
In de drie provincies kunnen Reizigers in ieder geval in de regionale treinen, Comfort-, Stad-, Streek- en Buurtbuslijnen reizen met dezelfde abonnementen en Reisproducten. Deze zogenaamde ‘Oost-abonnementen’ zullen op termijn RRReis-abonnementen worden.
Bij start van de Concessie zijn er twee Platforms met diverse communicatiekanalen. Het gaat om de Platforms RRReis en Ervaar het OV (EHOV). Bij het Platform RRReis kunnen Reizigers onder andere terecht voor alle informatie over de dienstverlening en voor de aanschaf van vervoerbewijzen voor de vervoersconcepten die rijden onder de merknaam RRReis en voor Andere Mobiliteitsdiensten in de regio die niet rijden onder RRReis. Het Platform Ervaar het OV wordt met name ingezet voor campagnes gericht op de verkoop van ‘Oost-abonnementen’ en het verleiden van Reizigers om (vaker) gebruik te maken van het Openbaar Vervoer en/of van hun Oost-abonnement in de daluren. Daarnaast kunnen Xxxxxxxxx profiteren van gezamenlijke marketingacties en concessie-specifieke marketingacties in het regionale Openbaar Vervoer onder de campagnenaam “Ervaar het OV” en het merk RRReis. Op een voor Reizigers logisch moment kan gedurende de Concessie het Platform Ervaar het OV verder gaan binnen het Platform RRReis.
Het eigendom van de merknaam RRReis en het Platform RRReis ligt bij de Concessieverleners. De (eind)regie over dit communicatieplatform ligt, in ieder geval de eerste vijf jaar van de Concessie, bij de Concessieverleners. Zij zorgen voor het beheer en de doorontwikkeling van de communicatiekanalen, de daarbij behorende klantendatabase, de multimodale reisplanner en het plannings-, boekings- en betalingssysteem voor Openbaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten rijdend onder de merknaam RRReis. Dit communicatieplatform wordt ter beschikking gesteld aan de Concessiehouder, aan andere deelnemende concessiehouders en aan andere deelnemers aan het Platform voor marketing- en communicatiedoeleinden. De Platformdeelnemers zijn verantwoordelijk voor het vullen van de communicatiekanalen met tijdige en correcte data en andere content en voor de adequate afhandeling van klantreacties. Met de andere deelnemers gaat de Concessiehouder
samenwerken om van het Platform RRReis een succes te maken zodat Xxxxxxxxx volop profiteren van overzichtelijke en relevante informatie en aantrekkelijke acties.
Tijdens de eerste vijf jaar van de Concessie beslissen de Concessieverleners of zij de (eind)regie willen behouden of dat zij deze overgedragen aan (een samenwerkingsverband van) de andere deelnemers aan het Platform RRReis.
De Concessieverleners spannen zich in om het Platform RRReis en Platform Ervaar het OV zo goed mogelijk te laten functioneren. De Concessiehouder heeft geen recht op enige vergoeding van de Concessieverleners in verband met storingen bij Platform RRReis of Platform Ervaar het OV of in verband met voor de Concessiehouder nadelige gevolgen van (reis)adviezen, boekingen en/of betalingen via deze Platforms.
RRReis en huisstijl | |
10.1.1 | De Concessiehouder volgt bij het gebruik van RRReis de Brandguide met kaders voor naamgeving, huisstijl en branding van RRReis. |
10.1.2 | De Concessiehouder voert naast de reguliere productformule RRReis voor Stads- en Streeklijnen in ieder geval de productformule buurtRRReis voor Buurtbuslijnen. Daarnaast kan de Concessiehouder ervoor kiezen om de productformules comfortRRReis en reserveerRRReis voort te zetten. De eisen waaraan de Concessiehouder bij de toepassing van deze productformules moet voldoen, zijn in de Brandguide vastgelegd. Hierbij geldt dat de productvoorwaarden verbonden aan een bepaalde productformule in de verschillende concessies hetzelfde moeten zijn, zodat er voor reizigers een herkenbaar vervoersysteem ontstaat. Op verzoek van de betreffende Concessieverlener voegt de Concessiehouder regio-specifieke elementen toe aan (de vormgeving van) een productformule. |
10.1.3 | De Concessiehouder zorgt voor Lijnen die hij onder de productformule comfortRRReis in de markt zet voor een voor Reizigers extra wervende uitstraling wat betreft huisstijl, Materieel en (vervoerkundig) reisaanbod. Bussen die de Concessiehouder op Comfort-lijnen inzet bieden extra functionaliteiten die passen bij een lange afstandsverbinding zoals extra comfortabele stoelen met voldoende beenruimte, faciliteiten die het werken en studeren tijdens het reizen ondersteunen en faciliteiten om sociaal-recreatief reizen te veraangenamen. Het interieur van de Bussen op Comfort-lijnen biedt daarmee Reizigers meer comfort dan het interieur van Bussen op Stads- en Streeklijnen. De Concessiehouder zorgt dat het comfort en de uitstraling van het interieur minimaal gelijkwaardig is aan dat van de Bussen die op dit moment onder de productformule comfortRRReis in de concessies worden ingezet; dit ter beoordeling van de Concessieverleners. Het staat Concessiehouder vrij om een voorstel te doen om specifieke functionaliteiten op een andere wijze in te vullen die meer bij de tijd passen maar wel hetzelfde doel beogen en voor Reizigers minimaal hetzelfde comfortgevoel geven. In het Ontwikkelplan dat onderdeel is van zijn Inschrijving geeft de Concessiehouder aan waarop de productformule comfortRRReis zich onderscheidt van andere productformules en de basisuitvoering van RRReis. |
10.1.4 | De Concessiehouder kan aan de Concessieverlener voorstellen doen voor andere productformules met bijbehorende productnaam die in woord en |
beeldmerk gerelateerd zijn aan RRReis. Dit onder de voorwaarde dat zijn voorstellen voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van andere productformules. Zo is bijvoorbeeld het voeren van een andere productformule voor Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer naast of in plaats van reserveerRRReis niet toegestaan. | |
10.1.5 | De Concessiehouder werkt de (nieuwe) productformules en bijbehorende huisstijl, onder meer uit voor het in te zetten Materieel, eventueel de te dragen bedrijfskleding en hoe deze naar voren komt in de communicatiekanalen en - middelen. Dit gebeurt in afstemming met de Concessieverleners. Alvorens de Concessiehouder zijn voorstellen ter vaststelling aan de Concessieverleners aanbiedt, legt hij deze voor advies aan de ROCOV’s voor. De Concessiehouder voegt het ROCOV-advies en de wijze waarop hij met dit advies is omgegaan, toe aan het verzoek tot vaststelling van de productformule. |
10.1.6 | Het eigendom van alle aan RRReis gerelateerde rechten (waaronder in ieder geval begrepen (beeld)merken en domeinnamen) berust bij Concessieverleners. Voor zover Concessiehouder op enig moment eigenaar zal zijn van enig recht ten aanzien van een door hem geïntroduceerde RRReis- productformule (waaronder in ieder geval begrepen (beeld)merken en domeinnamen), draagt hij al zijn rechten terzake onmiddellijk om niet over aan Concessieverleners. Indien de Concessieverleners dit wensen kunnen door de Concessiehouder geïntroduceerde nieuwe productformules worden voorgeschreven in andere en/of opvolgende concessies. |
Communicatiekanalen en -middelen | |
10.2.1 | De Concessiehouder besteedt in zijn Marketingstrategie (zie artikel 10.3.1) ten aanzien van de communicatie met Reizigers in ieder geval aandacht aan: |
a. | de verschillende doelgroepen waarop hij zich richt en de wijze waarop informatieaanbod, acties, communicatiekanalen en -middelen worden afgestemd op hun situatie en behoeften; |
b. | het tijdig en juist informeren van Xxxxxxxxx; |
c. | het informeren van Xxxxxxxxx die de Nederlandse taal niet beheersen; |
d. | de zichtbaarheid van de Concessiehouder naar Reizigers, ook bij Verstoringen; |
e. | ontwikkelingen op het gebied van communicatie die de Concessiehouder voorziet en de wijze waarop hij hierop samen met de Concessieverleners en andere concessiehouders wil inspelen; |
f. | de servicenormen die de Concessiehouder hanteert, waaronder reactietijden bij de verschillende communicatiekanalen en bij verstoringen; en |
g. | de samenwerking met de andere concessiehouders en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten om RRReis volgens de gewenste merkessentie, - kenmerken en -belofte in de markt te zetten. |
10.2.2 | De Concessiehouder zorgt, samen met de Concessieverleners en andere Platformdeelnemers, voor een diversiteit aan informatieaanbod en communicatiekanalen en -middelen (offline en online, interactief en niet- |
interactief), afgestemd op de situatie en behoeften van Reizigers. In bijlage 14 staat een overzicht met de huidige communicatiekanalen. | |
10.2.3 | Alle communicatiekanalen en -middelen voldoen aan de huisstijl van RRReis zoals vastgelegd in de Brandguide of zijn uitgevoerd in de huisstijl van EHOV zolang dit Platform actief is. Afwijkingen zijn alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de Concessieverleners. |
10.2.4 | De Concessiehouder zorgt, samen met de Concessieverleners en andere Platformdeelnemers, voor adequaat en correct gebruik van de domeinnamen voor de online communicatiekanalen (zoals website, app, social media). De Concessieverleners verzorgen de registratie van de domeinnamen. Dit betreffen zowel domeinnamen die actief worden ingezet als domeinnamen die zijn geclaimd om misbruik van het merk RRReis door derden te voorkomen (inactieve accounts) en/of vindbaarheid te verhogen (denk hierbij bijvoorbeeld aan xxxxx.xx voor potentiële bezoekers die een typefout maken). De Concessiehouder denkt actief mee over te claimen domeinnamen en anticipeert op nieuwe kanalen waar het merk RRReis (nog) geregistreerd dient te worden. In bijlage 14 staat een overzicht van de registratie van de huidige domeinnamen. |
10.2.5 | De Concessiehouder zorgt samen met andere Platformdeelnemers voor een goede vindbaarheid van de online RRReis communicatiekanalen. De Concessiehouder zet hiervoor adequate en effectieve SEO- en SEA-marketing in. |
10.2.6 | De Concessiehouder werkt proactief mee aan evaluaties (minimaal jaarlijks) met de Concessieverleners, andere Platformdeelnemers en deelnemers aan het Platform EHOV. Het doel van de evaluaties is om de effectiviteit van de communicatiekanalen en –middelen te verbeteren. De Concessiehouder verwerkt zijn acties voor verbeteringen in het eerstvolgende Marketingplan. |
10.2.7 | De Concessiehouder mag aan Concessieverleners voorstellen doen voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en -middelen onder het merk RRReis. De Concessieverlener toetst ieder voorstel op: |
a. | de relatie tussen de voorgestelde wijzigingen en de strategie van de Concessiehouder ten aanzien van communicatie; |
b. | de relatie tussen de voorgestelde wijzigingen en de strategie van andere concessiehouders onder het merk RRReis; |
c. | de (gewijzigde) mogelijkheden voor Reizigers om aan informatie te komen; |
d. | de reactietijd van de Concessiehouder op vragen van Xxxxxxxxx onderscheiden naar de verschillende communicatiekanalen; |
e. | het bereik onder verschillende groepen Reizigers (van (ouders van) kinderen tot senioren, van incidentele tot frequente Reizigers en Reizigers met een beperking). Het is aan de Concessiehouder om aan te tonen dat alle groepen Reizigers voldoende bereikt worden; en |
f. | wat de Concessiehouder van de Concessieverleners en andere Platformdeelnemers verwacht. |
10.2.8 | De Concessiehouder stemt met Concessieverleners af hoe de voorstellen voor structurele wijzigingen in, uitbreiding van of inperking van de communicatiekanalen en -middelen onder het merk RRReis voor advies aan |
de ROCOV’s worden voorgelegd en hoe het advies van de ROCOV’s wordt verwerkt. |
Platform RRReis en EHOV | |
10.2.8 | Reizigers hoeven geen account of een equivalent hiervan aan te maken of persoonlijke gegevens achter te laten om toegang te krijgen tot beide Platforms en (reis)informatie. |
10.2.9 | Vanaf de start van de Concessie maakt de Concessiehouder gebruik van en werkt de Concessiehouder proactief en constructief de doorontwikkeling van: |
a. | Het Platform RRReis met een diversiteit aan communicatiekanalen voor: |
i. het geven van een overzicht van alle (marketing)acties van de Concessiehouder, van concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies en aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten die onder de merknaam RRReis opereren en, op verzoek van de Concessieverleners, van andere aanbieders van Andere Mobiliteit die niet onder de merknaam RRReis opereren; | |
ii. het geven van actuele informatie over het Openbaar Vervoer (zie paragraaf 7.2 wat betreft de inhoud van de (digitale) reisinformatie); | |
iii. het verstrekken van informatie over en verkopen van alle voor de concessies waar het merk RRReis gevoerd wordt beschikbare Reisproducten zoals abonnementen en actiematige tickets, tenzij een andere concessiehouder het alleenrecht op de verkoop heeft; | |
iv. communicatie en promotie van alle productformules onder het merk RRReis en contactgegevens van de betreffende concessiehouder of leverancier; | |
v. plannen, boeken en betalen van Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer en Andere Mobiliteitsdiensten; | |
vi. het op verzoek geven van informatie over diensten van Derden gerelateerd aan het (promoten van het) Openbaar Vervoer, zoals OV-ambassadeurs of Blauwnet (zolang Blauwnet geen partner is in het Platform en/of mogelijke juridische entiteit RRReis). Voor deze dienstverlening hoeven deze partijen geen vergoeding te betalen. Als de (eind)regie voor het Platform bij Concessiehouders en andere partijen wordt gelegd en er is sprake van een verzoek van de Concessieverlener dat leidt tot het toevoegen of aanpassen van een functionaliteit van het Platform, dan geldt de aanpak met betrekking tot business case meer- en minderwerk volgens artikel 25 van de Financiële Bepalingen; | |
vii. het op verzoek bieden van een communicatieplatform binnen RRReis aan derden, zoals aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, waaronder pagina’s met informatie over en activiteiten van deze derden op site en app. De Concessiehouder biedt deze derden daarnaast gelegenheid hun diensten te promoten via alle communicatiekanalen van RRReis. De Concessiehouder vervult hierbij een faciliterende rol; over de financiering hiervan maken de Concessieverleners en/of Concessiehouder aparte afspraken met deze derden. De Concessiehouder houdt de optie open om deze derden lid te laten worden van een eventuele juridische entiteit RRReis; | |
viii. het met in achtneming van de AVG onderbrengen in de (gezamenlijke) klantendatabase van EHOV en RRReis van Xxxxxxxxx die zich bijvoorbeeld hebben ingeschreven voor een nieuwsbrief, deel hebben genomen aan een |
actie of een Reisproduct hebben besteld. De Concessiehouder is samen met andere concessiehouders in de drie provincies, en op termijn eventueel ook leveranciers van Andere Mobiliteitsdiensten, de beheerder van de database en met eventuele derden verantwoordelijk dat de opbouw van de klantendatabase een logisch geheel blijft. | |
Vanuit de landingspagina van RRReis moeten Reizigers met één klik bij de gezochte informatie (bijvoorbeeld reisinformatie, acties) kunnen komen. | |
b. | Het Platform EHOV16 met een diversiteit aan communicatiekanalen voor: |
i. het geven van een overzicht van alle marketingacties van de Concessiehouder en de andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten; | |
ii. verstrekken van informatie over en het verkopen van alle voor de Concessie beschikbare Reisproducten zoals abonnementen en actiematige tickets, tenzij een andere concessiehouder het alleenrecht op de verkoop heeft; | |
iii. het op verzoek bieden van een communicatieplatform binnen EHOV aan Derden, zoals aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, waaronder pagina’s met informatie over en activiteiten van deze Derden op site en app. De Concessiehouder biedt deze Derden daarnaast gelegenheid hun diensten te promoten via alle communicatiekanalen van EHOV. De Concessiehouder vervult hierbij een faciliterende rol; over de financiering hiervan maken de Concessieverleners aparte afspraken met deze Derden; | |
iv. het online volgen van eigen en gezamenlijke marketingacties door de concessiehouders door middel van een dashboard. De projectleider namens de Concessieverleners en beheerder van het Platform kan via het online dashboard de voortgang van alle marketingacties binnen dit Platform volgen; | |
v. het met in achtneming van de AVG onderbrengen in de (gezamenlijke) bestaande klantendatabase van EHOV en RRReis van Reizigers die zich bijvoorbeeld hebben ingeschreven voor een nieuwsbrief, deel hebben genomen aan een actie of een Reisproduct hebben besteld. De Concessiehouder is samen met de beheerder van de database en eventuele Derden verantwoordelijk dat de opbouw van de klantendatabase een logisch geheel blijft. | |
10.2.10 | De kosten van het Platform EHOV worden gedragen door alle deelnemende partijen in dit samenwerkingsverband. |
10.2.11 | De (eind)regie voor het Platform RRReis ligt in ieder geval tot en met het kalenderjaar 2027 bij de Concessieverleners. De Concessieverleners zorgen ervoor dat bij de start van de Concessie een basisversie van de website, app, social mediakanalen, multimodale reisplanner en webwinkel behorend bij het Platform RRReis in gebruik zijn en bepalen welke partijen voor deelname aan het Platform RRReis in aanmerking komen, zoals bijvoorbeeld partijen die deelnemen aan het Platform EHOV maar (nog) niet opereren onder de merknaam RRReis. Zolang de (eind)regie bij de Concessieverleners ligt, dragen zij de kosten voor hosting, beheer en onderhoud van het Platform RRReis en bijbehorende communicatiekanalen. |
16 Het is nog niet duidelijk hoelang het Platform ‘Ervaar het OV’ apart van het Platform RRReis blijft bestaan. De Concessieverleners bepalen op een later tijdstip gezamenlijk met de betrokken concessiehouders wanneer het Platform Ervaar het OV wordt samengevoegd met RRReis en verder gaat onder de naam RRReis.
10.2.12 | De Concessiehouder werkt proactief en constructief mee aan en investeert waar nodig in de (door)ontwikkeling van een gezamenlijke webwinkel als onderdeel van het Platform RRReis (en EHOV) voor de verkoop van abonnementen, kaartsoorten en actiematige tickets. De Concessiehouder neemt de kosten voor de eventuele koppeling(en) van de webwinkel met zijn eigen systemen voor zijn rekening en zorgt ervoor dat uiterlijk één maand voor de start van de Concessie de koppeling met de webwinkel goed functioneert. Bij voorstellen voor het toevoegen van nieuwe functionaliteiten aan de webwinkel bepalen de Concessieverleners gezamenlijk met de Concessiehouder en andere Platformdeelnemers wie hiervoor de kosten dragen. |
10.2.13 | De Concessiehouder werkt proactief en constructief mee aan en investeert waar nodig in de (door)ontwikkeling van communicatiekanalen behorend bij het Platform RRReis. Bij voorstellen voor het toevoegen van nieuwe (functionaliteiten aan de) communicatiekanalen bepalen de Concessieverleners gezamenlijk met de Concessiehouder en andere Platformdeelnemers wie hiervoor de kosten dragen. |
10.2.14 | De Concessieverleners, de Concessiehouder en andere concessiehouders die Openbaar Vervoer onder het merk RRReis verrichten voegen de communicatiekanalen behorend bij EHOV en RRReis en de daarbij behorende Platforms samen op een voor Reizigers en inwoners van de drie provincies begrijpelijk moment. Voorwaarde daarbij is dat: |
a. | alle functionaliteiten en informatie van het Platform EHOV die behouden dienen te blijven, voor de uitfasering van het Platform EHOV zijn geïntegreerd in het Platform RRReis; en |
b. | de partijen die deelnemen aan EHOV maar (nog) niet opereren onder de merknaam RRReis de activiteiten kunnen voortzetten via het Platform RRReis en, bij een eventuele overdracht van het Platform RRReis als bedoeld in artikel 10.2.15, als volwaardige partij kunnen deelnemen aan een eventuele juridische entiteit RRReis. |
10.2.15 | De Concessiehouder werkt mee aan de eventuele overdracht van de (eind)regie voor het Platform RRReis en de bijbehorende taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van hosting, beheer, onderhoud en doorontwikkeling van het Platform RRReis en bijbehorende communicatiekanalen naar (een samenwerkingsverband van) de overige Platformdeelnemers inclusief de eventuele oprichting van een juridische entiteit RRReis. Bij de oprichting van deze juridische entiteit worden de werkwijze en afspraken vastgelegd in statuten. Op verzoek van de Concessieverleners stelt de Concessiehouder, al dan niet gezamenlijk met de andere Platformdeelnemers, een business case op waaruit de gevolgen van deze overdracht voor de kosten en inkomsten voor de Concessiehouder (en andere Platformdeelnemers) blijkt. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 van de Financiële Bepalingen kunnen de Concessieverleners besluiten vanwege de overdracht van de (eind)regie en bijbehorende taken en verantwoordelijkheden de Exploitatiesubsidie aan de Concessiehouder aan te passen. |
10.2.16 | Op aanwijzing van de Concessieverleners draagt de Concessiehouder het eigendom en de (klanten)databases, functionele- en technische ontwerpen en broncodes van het Platform RRReis en daarbij behorende communicatiekanalen en alle (actieve en inactieve) domeinnamen en accounts, voor zover het eigendom bij hem rust, over aan opvolgende |
concessiehouders en/of de Concessieverleners; een en ander met inachtneming van de AVG. Doel is dat Xxxxxxxxx niets merken van de concessieovergang en dat de continuïteit van RRReis en de daarbij behorende communicatiekanalen, klantendatabase, loyaliteitsprogramma’s enzovoorts wordt gewaarborgd. Bij de komst van een eventueel juridische entiteit RRReis ligt hier het eigendom en beheer van de strategische, tactische en operationele (klanten)databases, functionele en technische ontwerpen en broncodes van het Platform RRReis en de communicatiekanalen. |
10.3 MARKETINGSTRATEGIE EN –PLAN
Marketingstrategie en Marketingplan | |
10.3.1 | In het Ontwikkelplan werkt de Concessiehouder zijn Marketingstrategie uit, waarbij hij in ieder geval aandacht besteedt aan: |
a. | zijn strategie voor het creëren en vermarkten van een betrouwbaar, toegankelijk en samenhangend vervoersnetwerk waarmee Xxxxxxxxx zorgeloos kunnen reizen, waar ze ook heen gaan; |
b. | zijn doelstellingen voor het positioneren, laden en vermarkten van RRReis, en de verschillende productformules die in de Concessie IJssel-Vecht worden ingezet, waaronder in ieder geval de reguliere productformule RRReis voor Stads- en Streeklijnen en de productformule buurtRRReis voor Buurtbuslijnen en indien van toepassing de productformules comfortRRReis en reserveerRRReis (zie de betreffende eisen in paragraaf 10.1). Hij besteedt hierbij aandacht aan: i. de wijze waarop de Concessiehouder inzicht heeft gekregen en gedurende de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht inzicht zal krijgen in de marktpotentie van de verschillende productformules, ii. de verschillende doelgroepen waarop hij zich richt, en iii. de wijze waarop de Concessiehouder zijn doelstellingen wil realiseren. |
c. | samenwerking met de andere Platformdeelnemers op het gebied van marketing en communicatie; |
d. | zijn visie op het functioneren en de doorontwikkeling van en zijn inzet voor het Platform RRReis en de samenwerking met de Concessieverleners en de andere Platformdeelnemers hierbij; |
e. | de onderwerpen Tarieven en Reisproducten (artikel 8.3.15), distributienetwerk (artikel 8.4.8) en communicatie met Xxxxxxxxx (artikel 10.2.1); |
f. | betrekken van Stakeholders zoals aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten, aanbieders van MaaS-platforms en gemeenten bij de marketing van het Openbaar Vervoer; en |
g. | de besteding van het jaarlijkse marketingbudget zoals opgenomen in de Financieel Economische Onderbouwing van zijn Inschrijving en de verdeling van dit budget over de productformule(s) en andere marketingactiviteiten. |
10.3.2 | De Concessiehouder stelt jaarlijks een Marketingplan op met een uitwerking van de Marketingstrategie in concrete marketingacties voor het komende jaar, inclusief planning en verdeling van het aangeboden marketingbudget over de marketingacties. De Concessieverleners toetsen de inhoud van het Marketingplan aan: |
i. de bijdrage aan de merkessentie, merkwaarden en merkbelofte van RRReis en de gewenste positionering van de verschillende productformules, ii. de toezeggingen die de Concessiehouder in zijn Inschrijving heeft gedaan, waaronder de hoogte van het marketingbudget zoals opgenomen in de Financieel Economische Onderbouwing van zijn Inschrijving, iii. de promotie van zowel A-, B- als C-lijnen, iv. de samenhang met de marketingplannen van andere Platformdeelnemers, v. in hoeverre de Concessiehouder inspeelt op bijvoorbeeld maatschappelijke, technische en politieke ontwikkelingen. |
Samenwerking met andere concessiehouders17 | |
10.3.3 | Voor de samenwerking in het Platform EHOV sluit de Concessiehouder aan bij de bestaande werkwijze. Deze werkwijze kan in overleg met de betrokken partijen wijzigen. |
10.3.4 | De Concessiehouder participeert in het marketingoverleg Oost waarin in ieder geval alle concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten in de provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel alsmede de Concessieverleners, of een derde partij die de Concessieverleners vertegenwoordigt participeren. In het overleg kunnen ook aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten zitting krijgen (bijvoorbeeld de aanbieder van haltetaxiRRReis). In dit overleg: |
10.3.5 | In het marketingoverleg Oost stemt de Concessiehouder met de andere deelnemers in ieder geval het marketingbeleid en de uitvoering hiervan af die in meerdere concessiegebieden gevoerd worden, waarbij de uitgangspunten zijn dat acties voor specifieke productformules in alle concessies geldig zijn, dezelfde productformules op eenduidige wijze gepositioneerd worden waarbij de productformules die vallen onder “Hoogwaardig OV”, zoals comfortRRReis en treinRRReis, als één wervend hoofdnetwerk naar voren komen. |
10.3.6 | De Concessiehouder stelt zich proactief en coöperatief op tijdens het marketingoverleg Oost wat blijkt uit het bedenken en realiseren van succesvolle marketingacties, het verhogen van de naamsbekendheid van het merk RRReis (passend bij het gewenste imago) en het innoveren van het aanbod aan communicatiekanalen en de Concessiehouder richt zich daarbij op het bereiken van een maximaal voordeel voor Reizigers als het gaat om de vindbaarheid en het proactief onder de aandacht brengen van informatie, de dienstverlening en acties. |
10.3.7 | Tijdens de implementatieperiode van deze en van andere RRReis-concessies overlegt de Concessiehouder met de Concessieverleners en de nieuwe en bestaande Platformdeelnemers over de noodzaak en mogelijkheden tot afstemming en aanpassing van marketingactiviteiten en doorontwikkeling van het Platform RRReis als gevolg van toezeggingen die door hemzelf of andere nieuwe Platformdeelnemers zijn gedaan. |
10.3.8 | In ieder geval de eerste vijf jaar van de concessie hebben de Concessieverleners de eindregie op (de doorontwikkeling) van de communicatiekanalen van RRReis. Het Platform is in deze periode in beheer |
17 Eisen omtrent een juridische entiteit voor het beheer van het platform moeten nog worden uitgewerkt, zoals dat bijvoorbeeld de statuten van de juridische entiteit niet gewijzigd mogen worden zonder instemming van de concessieverleners.
bij de Concessieverleners of een door de Concessieverleners aangewezen neutrale partij. Na een eventuele overdracht van deze verantwoordelijkheid zorgt de Concessiehouder samen met in ieder geval de andere concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten dat de Platforms RRReis en EHOV, alle daaraan gekoppelde communicatiekanalen en (klanten)databases door een onafhankelijke partij worden beheerd, onderhouden en doorontwikkeld. De beide Platforms draaien in een ICT-omgeving die onafhankelijk van de Concessiehouder is en de applicaties zijn voor alle concessiehouders die in opdracht van de Concessieverleners Openbaar Vervoer verrichten binnen dit Platform beschikbaar. De Concessiehouder maakt voor de Platforms RRReis, EHOV en eventueel ondersteunende platforms met de Concessieverleners en de concessiehouders van aangrenzende en inliggende concessies afspraken over: | |
a. | de inhoud van een nieuw contract voor het beheer, onderhoud en de doorontwikkeling; |
b. | het monitoren van de kwaliteit en beschikbaarheid van de Platforms en de daarbij behorende communicatiekanalen; |
c. | inrichting van de (klanten)database, verwerken en verzamelen van klantinformatie conform AVG, toegang tot de klantinformatie; en inrichting van en rechten op een dashboardfunctie, CRM, mailsystemen of een ander vorm van software voor het benaderen van (potentiële) klanten, monitoren en evalueren van marketingacties en genereren van tactische en strategische data voor het opstellen van reizigersprofielen en andere vormen van analyses (om potentiële klanten doelgericht te kunnen benaderen); |
d. | de kosten(verdeling); en |
e. | de partij(en) waarmee ze dit willen realiseren. |
10.3.9 | De Concessiehouder zorgt ervoor dat de afspraken zoals bedoeld in artikel 10.3.8 waarborgen dat Reizigers voor hen relevante marketingacties en (reis)informatie ontvangen, dat andere concessies en Andere Mobiliteitsdiensten eenvoudig aan het Platform RRReis kunnen worden toegevoegd en dat communicatiekanalen en klantgegevens, met inachtneming van de AVG, overdraagbaar zijn naar een nieuwe beheerder van het Platform RRReis. |
10.3.10 | De Concessieverleners en de Concessiehouder maken samen met de andere Platformdeelnemers jaarlijks afspraken over onderhoud, beheer en (door)ontwikkeling voor het Platform RRReis en de daarbij behorende communicatiekanalen en klantendatabase in het komende jaar, inclusief planning en verdeling van het budget over de verschillende onderdelen (zie ook 10.3.9). |
Promotie | |
10.4.1 | Promotie van marketingactiviteiten vinden zoveel mogelijk plaats vanuit de merknaam RRReis met daarbij behorende huisstijl, waarbij voor meer informatie, bestellen, enz. wordt verwezen naar de Platforms EHOV of RRReis. |
10.4.2 | Concessie-overstijgende marketingactiviteiten zoals promotie en verkoop van kaartsoorten en abonnementen die in meerdere door de Concessieverleners verleende concessies geldig zijn, vindt plaats in huisstijl en communicatiekanalen van EHOV (op termijn RRReis). Alleen waar de communicatiemiddelen dit toelaten en het noodzakelijk is om de Reiziger de dienstverlening te laten begrijpen, wordt het logo van RRReis samen met de logo’s van de betreffende concessiehouders getoond. |
10.4.3 | Een deel van de concessie-overstijgende marketingactiviteiten vindt plaats binnen de samenwerkingsovereenkomst EHOV IV die de Concessieverleners met een marketingbureau hebben afgesloten. De overeenkomst voorziet in het verzorgen van een aantal brede marketingcampagnes in de drie provincies gericht op het werven van meer Reizigers met sociaal of recreatief reismotief, ten einde hen vaker te laten reizen en hen in te zetten als ‘werver’ voor nieuwe Reizigers. De samenwerkingsovereenkomst loopt tot 1 mei 2022 . Tot het moment dat het Platform EHOV wordt samengevoegd met het Platform RRReis, is het wenselijk dat er gezamenlijke marketingcampagnes binnen EHOV blijven plaats vinden en dit platform in stand wordt gehouden. De deelnemers aan EHOV bepalen gezamenlijk of dit bij het huidige marketingbureau of door een andere partij wordt gedaan. |
10.4.4 | De Concessiehouder neemt actief deel aan het project OV-ambassadeurs van de Concessieverlener. De Concessiehouder informeert OV-ambassadeurs tijdig over relevante wijzigingen van nieuwe diensten en/of Reisproducten. Daarnaast voorziet de Concessiehouder hen kosteloos van benodigde materialen, bijvoorbeeld bestelformulieren, actiefolders en informatiemateriaal. Op verzoek van de OV-ambassadeurs ondersteunt de Concessiehouder bij de organisatie van bijeenkomsten en/of is hij hierbij aanwezig. De Concessiehouder biedt de OV-ambassadeurs een communicatiekanaal binnen de Platforms EHOV en RRReis (zie artikel 10.2.9). |
10.4.5 | De kaders en richtlijnen voor de huisstijl van communicatiemiddelen en - uitingen van EHOV, Tarievenhuis Oost en de OV-ambassadeurs zijn opgenomen in het huisstijlhandboek EHOV. |
10.4.6 | De Concessiehouder vult samen met andere Platformdeelnemers een gemeenschappelijke online beeldbank. Deze beeldbank is onderdeel van het Platform RRReis en voor alle Platformdeelnemers en de Concessieverleners toegankelijk en rechtenvrij te gebruiken, bijvoorbeeld ter ondersteuning van promotiemateriaal, persberichten en nieuwsbrieven. Het beeldmateriaal in de beeldbank is voorzien van: i. naam van de fotograaf; ii. bewijs dat de rechten zijn afgestaan aan de deelnemers van het Platform en de Concessieverleners; iii. en trefwoorden als zoekcriteria. Deze trefwoorden omvatten ten minste: de naam van de fotograaf, de locatie waar de foto is genomen en de datum en eventueel het tijdstip waarop de foto is genomen. Wanneer de beeldbank niet beschikbaar is, stelt de Concessiehouder om niet het beeldmateriaal op verzoek, voorzien van fotograaf, bewijs dat rechten zijn afgestaan en de trefwoorden beschikbaar aan de Concessieverlener en/of andere deelnemers in het Platform RRReis. |
11. Klantenservice, klachtenafhandeling en Reizigersinspraak
Tevredenheid van Reizigers staat voorop in de Concessie. Reizigers moeten eenvoudig in contact kunnen komen met de Concessiehouder. Om dit mogelijk te maken beschikt de Concessiehouder over een klantenservice waar Xxxxxxxxx met hun vragen terecht kunnen en stelt de Concessiehouder Xxxxxxxxx op de hoogte van hun mogelijkheden en rechten in het Openbaar Vervoer.
Reizigers kunnen hun wensen en klachten melden bij de klantenservice en kunnen via door de Concessiehouder in te richten vormen van reizigersinspraak hun mening over het Openbaar Vervoer geven. De Concessiehouder handelt klachten netjes af en neemt suggesties van Reizigers ter harte om de uitvoering van het Openbaar Vervoer continu te verbeteren.
Daarnaast onderhoudt de Concessiehouder een constructieve relatie met de XXXXX’x. De Concessiehouder informeert hen tijdig, vraagt hun op gezette momenten om advies en laat bij de uitvoering zien de adviezen te hebben verwerkt. Terugkoppeling en inspraak van Xxxxxxxxx helpen de Concessiehouder de kwaliteit van het Openbaar Vervoer te verbeteren en de verwachtingen van Xxxxxxxxx te overtreffen.
11.1 KLANTENSERVICE EN KLACHTENAFHANDELING
Klantenservice en klachtenafhandeling | |
11.1.1 | De Concessiehouder beschikt over een klantenservice waar Xxxxxxxxx terecht kunnen met vragen, opmerkingen, wensen en klachten. |
11.1.2 | De Concessiehouder vormt samen met andere Platformdeelnemers één gezicht naar Reizigers. Zij zorgen dat elke klantreactie bij de juiste deelnemer binnenkomt (bijvoorbeeld via een keuzemenu achter een centraal telefoonnummer, een gezamenlijke online FAQ-tool en gezamenlijke software die klantreacties automatisch distribueert naar de juiste partij). De Concessiehouder verwijst Xxxxxxxxx die een klantreactie bij hem indienen over een onderdeel van een reis of het Platform RRReis dat niet onder zijn verantwoordelijkheid valt, tijdig door naar de deelnemer die verantwoordelijk is voor het betreffende onderdeel. |
11.1.3 | De klantenservice is 24/7 bereikbaar via e-mail, de website en een mobiele applicatie, en telefonisch bereikbaar vanaf een half uur voor vertrek van de eerste Rit op een dag vanaf de beginhalte tot en met een half uur na aankomst van de laatste Rit op een dag op de eindhalte. De tariefregels voor klantenservice zoals vastgesteld door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zijn hierbij van toepassing. De Concessiehouder brengt bij de beller geen informatietarief in rekening; de beller betaalt alleen de gebruikelijke telefoonkosten. De Concessiehouder zorgt ervoor dat informatie over de bereikbaarheid van de klantenservice en duidelijke antwoorden op veel gestelde vragen 24/7 eenvoudig en snel te vinden zijn. |
11.1.4 | De Concessiehouder biedt individuele Reizigers en Stakeholders de mogelijkheid om ideeën en suggesties met betrekking tot het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied kenbaar te maken. De Concessiehouder geeft op ieder idee of suggestie een adequate inhoudelijke reactie. |
11.1.5 | De Concessiehouder maakt aan Reizigers kenbaar waar en hoe zij vragen, opmerkingen, wensen en klachten kunnen indienen en hoe en binnen welke termijn de Concessiehouder deze afhandelt. |
11.1.6 | De Concessiehouder biedt Xxxxxxxxx de mogelijkheid om een afspraak te maken voor een persoonlijk gesprek over de dienstverlening van de Concessiehouder. |
11.1.7 | De Concessiehouder is aangesloten bij het OV-Loket en de onafhankelijke Geschillencommissie Openbaar Vervoer en voert, bij een voorgelegd geschil, de uitspraken van deze instanties uit. |
11.1.8 | In de beantwoording van klachten verwijst de Concessiehouder naar de mogelijkheid voor Xxxxxxxxx om zich te wenden tot het OV-loket of de Geschillencommissie Openbaar Vervoer of opvolgers hiervan. In de verwijzing neemt de Concessiehouder de juiste contactgegevens op van het OV-loket en de Geschillencommissie Openbaar Vervoer. |
11.1.9 | De Concessiehouder informeert de Concessieverleners ten minste twee keer per jaar via de kwartaalrapportages over de door Xxxxxxxxx en Stakeholders ingebrachte vragen, opmerkingen, wensen en klachten, over zijn reactie daarop en over de resultaten hiervan. |
11.1.10 | De Concessiehouder werkt aan een continue verbetering van de reizigerstevredenheid over de klantenservice. In zijn Ontwikkelplan neemt de Concessiehouder hiervoor concrete doelstellingen op die hij in zijn Concessiejaarplan verder uitwerkt. De Concessiehouder rapporteert de realisatie van deze doelstellingen in de kwartaalrapportages. |
Reizigersinspraak | |
11.2.1 | Reizigers worden vertegenwoordigd door de Consumentenorganisaties verenigd in het ROCOV Flevoland, het ROCOV Gelderland en het ROCOV Overijssel. De drie ROCOV’s zijn de gesprekspartner van de Concessiehouder en adviseren de Concessiehouder in ieder geval over de in de Wet personenvervoer 2000 en het Besluit personenvervoer 2000 genoemde onderwerpen (zie ook artikel 2.2.7). |
11.2.2 | De Concessieverleners dagen de Concessiehouder uit om naast de advisering door de XXXXX’x Reizigers op andere wijze(n) te betrekken bij het ontwikkelen van strategieën ten aanzien van aspecten als uitvoeringskwaliteit, Dienstregeling, Tarieven, Reisproducten en Productdragers, informatieverstrekking en klantvriendelijkheid. De Concessiehouder beschrijft in zijn voorstel ‘Afstemming uitvoeringskwaliteit en dienstverlening op de kwaliteitseisen van Reizigers’ dat onderdeel is van zijn Inschrijving de opzet en inhoud van deze vorm(en) van reizigersbetrokkenheid. |
12. Sociale Veiligheid
Binnen OV Oost werken de Concessiehouder, andere concessiehouders, de Concessieverleners, de politie, NS, gemeenten en andere Stakeholders aan een sociaal veilig Openbaar Vervoer voor Reizigers en Personeel. Ze overleggen op vaste tijden, maken gezamenlijk plannen en voeren deze uit.
De Concessiehouder en de Concessieverleners werken daarnaast samen met de andere Stakeholders aan het voorkomen en bestrijden van Calamiteiten en terrorisme. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande afspraken en overlegstructuren.
Algemeen | |
12.1.1 | De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de veiligheid in de Voertuigen; de Wegbeheerder voor de veiligheid op de Haltes. |
12.1.2 | De Concessiehouder neemt alle maatregelen die ingevolge van wet- en regelgeving vereist zijn, en daarnaast alle maatregelen die redelijkerwijs van hem verlangd kunnen worden om de veiligheid, waaronder de Sociale Veiligheid, van Xxxxxxxxx en Personeel, voor zover dit onder zijn verantwoordelijkheid valt, te waarborgen. |
12.1.3 | De Concessiehouder conformeert zich aan afspraken zoals vastgelegd in het ‘Convenant sociale veiligheid openbaar vervoer Oost-Nederland’, het ‘Convenant samenwerkingsverband politie-eenheid Midden-Nederland en regionale openbaarvervoerbedrijven’ en het ‘Convenant Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer’ of diens opvolger(s). |
12.1.4 | De Concessiehouder werkt samen met andere concessiehouders aan verbetering van de veiligheidsbeleving van Xxxxxxxxx. |
Samenwerking | |
12.2.1 | De Concessiehouder overlegt met de Wegbeheerders en andere Stakeholders, zoals onderwijsinstellingen, Lelystad Airport en toezichthouders / beheerorganisaties op bedrijventerreinen hoe de veiligheid op Haltes waar nodig kan worden verbeterd. |
12.2.2 | De Concessiehouder neemt deel aan de overleggen op strategisch, tactisch en operationeel niveau, zoals benoemd in het Jaarplan Sociale Veiligheid18. De Concessiehouder neemt ten minste vanaf één jaar voor de start van de Concessie of, wanneer dit korter is, vanaf het moment van gunning van de Concessie, deel aan deze overleggen. |
12.2.3 | Namens de Concessiehouder stelt de coördinator Sociale Veiligheid (zie ook artikel 12.5.1) samen met de coördinatoren Sociale Veiligheid van de Concessieverleners en andere concessiehouders jaarlijks het Jaarplan Sociale Veiligheid op. Op nader te bepalen momenten stellen zij een eventueel opvolgend Meerjarenplan Sociale Veiligheid op. |
18 De meest actuele versies van het Meerjarenlan Sociale Veiligheid en Jaarplan Sociale Veiligheid vormen het vertrekpunt voor de Concessie.
12.2.4 | De Concessiehouder evalueert maatregelen, projecten en nieuw beleid in het Jaarplan Sociale Veiligheid. |
12.3 STRATEGIE EN ORGANISATIE SOCIALE VEILIGHEID
Strategie en organisatie Sociale Veiligheid | |
12.3.1 | De Concessiehouder biedt voor 1 juni 2022 voor de Concessie zijn strategie ten aanzien van Sociale Veiligheid ter toetsing aan de Concessieverleners aan, waarbij hij in ieder geval aandacht besteedt aan: |
a. | de aanpak van Sociale Veiligheid en welke kansen en ontwikkelingen de Concessiehouder voorziet; |
b. | de wijze waarop de Concessiehouder de aandacht voor Sociale Veiligheid inbedt in zijn organisatie; |
c. | bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van de coördinator Sociale Veiligheid namens de Concessiehouder; |
d. | de samenwerking met andere bij de waarborging van de Sociale Veiligheid betrokken partijen en de bijdrage die de Concessiehouder zal leveren. |
Incidentenregistratie | |
12.4.1 | De Concessiehouder ordent en registreert de incidenten correct en compleet volgens de landelijk afgesproken ABC-systematiek of diens opvolger(s) en eventuele regionale afspraken hierover. |
12.4.2 | De Concessiehouder levert correct, compleet en op tijd gegevens over incidenten aan de database Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer data analyse (SVOVda) of diens opvolger(s). |
12.5 PERSONEEL BETREFFENDE SOCIALE VEILIGHEID
Personeel betreffende Sociale Veiligheid | |
12.5.1 | De Concessiehouder beschikt over een coördinator Sociale Veiligheid die gekwalificeerd, beschikbaar en aanspreekbaar is in de samenwerking met de andere concessiehouders, de Concessieverleners, politie en andere Stakeholders en mandaat heeft om namens de Concessiehouder afspraken te maken. |
12.5.2 | De Concessiehouder zet ten minste 15 fte aan toezichthouders in de Concessie in haar definitieve vorm in. Deze toezichthouders zijn in dienst bij de Concessiehouder. De Concessiehouder zorgt ervoor dat alle toezichthouders BOA-bevoegd zijn en maakt in dat kader afspraken met de huidige concessiehouders over een soepele overgang van en te verwachten mutaties in het BOA-bevoegde personeel dat naar de Concessie overgaat, met als bespreekpunten het eventueel verlopen van BOA-bevoegdheden en nog te volgen opleidingen. |
12.5.3 | De Concessiehouder mag met andere Stakeholders samenwerken in bijzondere situaties, bijvoorbeeld bij veel ziekteverzuim of grote Evenementen, om tijdelijk andere of extra toezichthouders in te schakelen. De Concessiehouder bepaalt per situatie of deze toezichthouders BOA-bevoegd |
dienen te zijn en stemt dit af met de Concessieverleners, andere concessiehouders en politie. | |
12.5.4 | De Concessiehouder verleent medewerking aan de Personeelsmonitor of andere onderzoeken naar het veiligheidsgevoel van het Personeel en spant zich in voor een grote respons van het Personeel. |
12.5.5 | De concessiehouder laat haar toezichthoudend personeel (al dan niet BOA- bevoegd) deelnemen aan gezamenlijke trainingen, bijvoorbeeld over houding en gedrag en de-escalerend optreden. |
12.5.6 | De toezichthouders zijn betrokken en klantvriendelijk en werken volgens de zes pijlers van ‘Hostmanship’ zoals genoemd in artikel 9.2.1. |
Cameratoezicht | |
12.6.1 | De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het cameratoezicht in de Voertuigen en beschikt over een protocol cameratoezicht. |
12.6.2 | De Voertuigen zijn voorzien van werkende camera’s die het interieur van het gehele Voertuig en de instapzone direct buiten het Voertuig ‘afdekken’ en geluid opnemen. |
12.6.3 | De Voertuigen zijn voorzien van frontcamera’s. |
12.6.4 | De kwaliteit van de beeld- en geluidopnamen maakt persoonsherkenning mogelijk en voldoet aan de eisen die de politie stelt19. |
12.6.5 | De Concessiehouder volgt bij vervanging van camerasystemen de nieuwste richtlijnen. |
12.6.6 | De Concessiehouder stelt de beeld- en geluidopnames op aanvraag beschikbaar aan bevoegde Stakeholders. |
12.7 CALAMITEITEN EN TERRORISMEBESTRIJDING
Calamiteiten en terrorismebestrijding | |
12.7.1 | De Concessiehouder maakt afspraken over terrorismebestrijding met de Concessieverleners en andere concessiehouders die in de drie provincies actief zijn, tenzij op landelijk niveau al afspraken zijn gemaakt, en neemt deze afspraken op in een Calamiteitenplan. Het Calamiteitenplan is een bijlage bij het Jaarplan Sociale Veiligheid. |
12.7.2 | De Concessiehouder draagt er zorg voor dat de chauffeurs op de hoogte zijn van ontruimingsmaatregelen die gelden voor de voor Openbaar Vervoer beschikbare infrastructuur in het Concessiegebied. |
12.7.3 | De Concessiehouder verleent zijn medewerking aan door de betrokken en/of verantwoordelijke autoriteiten geïnitieerde oefeningen ten behoeve van de veiligheid, waaronder begrepen maar niet uitsluitend oefeningen en praktijkproeven ter beheersing en verbetering van calamiteiten- en terrorismebestrijding. Deze medewerking kan onder meer het beschikbaar stellen van Bussen omvatten. |
19 Op dit moment zijn de meest recente kaders van 'excellent cameratoezicht' (xxxxx://xxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx/) van toepassing.
12.7.4 | De Concessiehouder maakt in het Calamiteitenplan onderscheid tussen preventieve maatregelen die hij te allen tijde zal treffen en aanvullende maatregelen die hij zal treffen indien daadwerkelijk sprake is van een Calamiteit of terrorismedreiging. Tevens geeft de Concessiehouder in het Calamiteitenplan aan welke maatregelen hij zal nemen wanneer zich, al dan niet als gevolg van doelbewuste acties van derden, incidenten of ongevallen voordoen. Het Calamiteitenplan omvat in ieder geval een risicoanalyse voor de infrastructuur waarvan de Concessiehouder gebruik maakt, een inventarisatie van locaties in het Concessiegebied inclusief Uitlopers waarvoor specifieke ontruimingsmaatregelen gelden, en samenwerking met andere bij calamiteiten- en terrorismebestrijding betrokken partijen. |
13. Data en monitoring
Een goede uitvoering van de Concessie zorgt voor tevredenheid bij Reizigers en andere Stakeholders. Monitoring van en sturing op de uitvoeringskwaliteit dragen hieraan bij. Goede informatie over de uitvoering van de Concessie zijn hiervoor een noodzakelijke voorwaarde. Deze informatie dient meerdere doelen:
• inzicht krijgen in de uitvoeringskwaliteit van de Concessie;
• analyseren van trends en afwijkingen om te kunnen bijsturen;
• informeren van Stakeholders, zoals Provinciale Staten, ROCOV’s en gemeenten;
• ontwikkelen van kennis;
• ontwikkelen en aanbieden van diensten door de Concessiehouder of andere partijen;
• verzamelen van informatie voor volgende aanbestedingen.
Naast complete, juiste en tijdig beschikbare informatie, draagt goed en regelmatig overleg tussen de Concessieverleners en de Concessiehouder eraan bij dat de Concessiehouder de Concessie kwalitatief goed kan uitvoeren binnen de door de Concessieverleners gestelde kaders. Samen zetten de Concessieverleners en de Concessiehouder zich in voor een constructieve samenwerking, gericht op realisatie van de doelen die de Concessieverleners met de Concessie nastreven, met oog voor de belangen van Reizigers en andere Stakeholders.
13.1 BESCHIKBAAR STELLEN EN VERSTREKKEN VAN GEGEVENS
Beschikbaar stellen en verstrekken van gegevens | |
13.1.1 | De Concessiehouder stelt gegevens die hij uit hoofde van de Concessie moet leveren tijdig, correct, compleet en volgens voorgeschreven (landelijke) standaarden beschikbaar. De standaarden van de Concessieverleners prevaleren boven landelijke standaarden. |
13.1.2 | De verplichting tot het verstrekken van gegevens over de Concessie geldt tot één kalenderjaar na afloop van de Concessie. |
13.1.3 | De Concessiehouder conformeert zich en werkt onvoorwaardelijk mee aan het, binnen de kaders van wet- en regelgeving in de vorm van open data om niet beschikbaar stellen van gegevens voor onderzoek en aan aanbieders van Andere Mobiliteitsdiensten en MaaS-aanbieders (zie ook artikelen 13.1.22 t/m 13.1.24). |
13.1.4 | De Concessiehouder beroept zich niet op zijn eigendomsrecht ten aanzien van door hem verstrekte en ontvangen gegevens. |
13.1.5 | De Concessieverleners mogen alle gegevensbestanden binnen de kaders van wet- en regelgeving als open data bewerken, delen en publiceren. |
Gegevenslevering aan NDOV | |
13.1.6 | De Concessiehouder levert tijdig volledige en juiste gegevens met betrekking tot de planning en uitvoering van de Dienstregeling, waaronder Rituitval, rechtstreeks aan de NDOV-loketten en DOVA OV-data conform het bepaalde in het document ‘Concessiebijlage datasets OV’ of diens opvolger(s).20 |
13.1.7 | De Concessiehouder hanteert bij de levering van deze gegevens de unieke haltenummers zoals opgenomen in het NDOV Centraal Halte Bestand of diens opvolger(s). De Concessiehouder hanteert ook een logische nummering van Ritten waaruit onomstotelijk de rijrichting (oneven / even), ritvolgorde en dag of |
20 te vinden op: xxxxx://xxxx.xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx
het dagtype valt af te leiden, zodat de Concessieverleners bijvoorbeeld eenvoudig uitsneden kunnen maken op uurblok- of lijnniveau. | |
13.1.8 | De Concessiehouder zorgt voor een sluitende ritregistratie, waarin in ieder geval de in de Geldende Dienstregeling opgenomen en werkelijke vertrek- en aankomsttijden vanaf de Tijdhaltes en de Rituitval zijn vastgelegd. |
13.1.9 | De Concessiehouder levert, binnen één jaar nadat hierover door de Concessieverleners dan wel landelijk afspraken zijn gemaakt, gewijzigde en/of aanvullende gegevens over de uitvoering van de Concessie aan de NDOV- loketten en DOVA OV-data conform de betreffende (gewijzigde) standaarden. |
13.1.10 | Als de Concessiehouder in aanvulling op de aanlevering conform de gevraagde BISON-koppelvlakken (andere) data beschikbaar stelt aan enig afnemer van reisinformatiediensten of ten behoeve van eigen reisinformatie publiceert, dan stelt hij deze data om niet gelijktijdig en volledig gedocumenteerd aan de NDOV-loketten en DOVA OV-data ter beschikking. |
Gegevenslevering aan de Concessieverleners | |
13.1.11 | De Concessiehouder verstrekt aan de Concessieverleners alle gegevens met betrekking tot de Concessie die naar het oordeel van Concessieverleners nodig zijn voor: i. het monitoren van en sturen op de uitvoering en ontwikkeling van de Concessie; ii. de aanbesteding van de opvolgende concessie(s) of van een aangrenzende of inliggende concessie. |
13.1.12 | De Concessiehouder verstrekt aan de Concessieverleners veelal maandelijks dan wel bij (tussentijdse) wijzigingen van de Dienstregeling in ieder geval alle gegevens over de uitvoering van de Concessie zoals benoemd en conform de voorschriften in het document ‘Operationalisatie XXXXX 2008’ of diens opvolger(s). Voor het leveren van gegevens aan de Concessieverleners zijn de definities uit het document ‘Operationalisatie XXXXX 2008’ of diens opvolger(s) leidend indien en voor zover zij afwijken van de definities in de Begrippenlijst. |
13.1.13 | De Concessieverleners gaan ervan uit dat voor de start van de Concessie een opvolger van het document ‘Operationalisatie MIPOV 2008’ beschikbaar zal zijn die in ieder geval ook voorschriften zal bevatten voor het leveren van gegevens over energieverbruik en gebruikte brandstoftypen. Mocht dit niet het geval zijn dan levert de Concessiehouder in ieder geval maandelijks aan de Concessieverleners informatie over het voertuigenergieverbruik en de geleverde elektriciteit/waterstof per laadlocatie inclusief de energiebron blijkend uit garanties van oorsprong. Voor voertuigenergieverbruik is dit: per type Voertuig het aantal gereden Dienstregelinguren en dienstregelingkilometers en de verbruikte brandstof / elektriciteit met de daarbij behorende eenheid. |
13.1.14 | De Concessiehouder levert op verzoek van de Concessieverleners binnen de gevraagde termijn onbewerkte gegevens uit het gebruik van de OV-Chipkaart in het uitgevraagde format aan de Concessieverleners. De Concessiehouder spant zich daarnaast maximaal in om de uit het gebruik van de OV-chipkaart voortvloeiende gegevens ook na de wettelijke bewaartermijn van 18 maanden in (minimaal) geaggregeerde en toegankelijke vorm beschikbaar te stellen aan de Concessieverleners. |
13.1.15 | Als de Concessiehouder gebruik maakt of gaat maken van een andere Productdrager dan de OV-Chipkaart en/of van een andere betaalmethode, dan |
levert de Concessiehouder vergelijkbare onbewerkte gegevens als bedoeld in artikel 13.1.14 voortkomend uit het gebruik van deze Productdrager en/of betaalmethode in het uitgevraagde format aan de Concessieverleners. | |
13.1.16 | De Concessiehouder levert gegevens over het aantal in- en uitstappers, ongeacht gebruikte Productdrager, voor alle Haltes per Rit per richting, inclusief de bezettingen na vertrek van iedere Halte. Uit de gegevens blijkt duidelijk met welk Reisproduct is gereisd en is per Reisproduct het aantal afgelegde reizigerskilometers af te leiden. |
13.1.17 | De Concessiehouder stelt de gegevens over de uitvoering, kwaliteit en gebruik van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie door middel van een actueel online dashboard met analyse- en exportfunctie (op halte- en ritniveau) conform door de Concessieverleners, al dan niet op voorstel van de Concessiehouder vastgestelde standaarden en lay-out aan de Concessieverleners beschikbaar. De Concessiehouder zorgt er daarbij voor dat: • de Concessieverleners via het online dashboard op elk moment gegevens en rapportages kunnen downloaden en analyses op deze gegevens kunnen uitvoeren; • de gegevens en rapportages tijdens de Concessie beschikbaar zijn voor de Concessieverleners; en • alle gegevens en rapportages na afloop van de Concessie worden overgedragen aan de Concessieverleners. |
13.1.18 | De Concessiehouder toont uiterlijk drie maanden voor de start van de Concessie naar tevredenheid van de Concessieverleners aan dat hij de gegevens kan leveren conform de vastgestelde standaarden en lay-out en dat het online dashboard genoemd in artikel 13.1.17 naar tevredenheid van de Concessieverleners functioneert. De Concessiehouder zorgt er daarbij voor dat informatie op lijnniveau niet aan kwaliteit inboet bij het hanteren van virtuele haltes op provinciegrenzen wanneer die bijvoorbeeld nodig zijn voor subsidieverlening en verantwoording per Concessieverlener. |
13.1.19 | De door de Concessiehouder te leveren gegevens zijn vanaf de start tot ten minste een jaar na afloop van de Concessie te raadplegen via het online dashboard. |
13.1.20 | De Concessiehouder levert op verzoek operationele, tactische en strategische gegevens vanuit bijvoorbeeld de klantendatabase van het Platform RRReis zoals: i. bij de evaluatie van marketing- of communicatieacties, ii. ter onderbouwing van (markt)onderzoek, iii. om inzicht te geven in klantprofielen. Ook stelt de Concessiehouder gegevens beschikbaar over het bezoek aan het Platform RRReis (bijvoorbeeld aantal unieke gebruikers, surfgedrag). Na afloop van de Concessie levert de Concessiehouder deze informatie aan de opvolgende concessiehouder. |
13.1.21 | De Concessiehouder verstrekt op verzoek van de Concessieverleners binnen de gevraagde termijn gegevens over het gebruik van de Laadinfrastructuur. Uit deze gegevens blijkt duidelijk hoeveel elektriciteit wanneer aan welk laadpunt is afgegeven en hoeveel elektriciteit wanneer van welk inkoopstation is afgenomen. De Concessieverleners zijn bevoegd deze informatie te delen met de netbeheerders om te zorgen voor optimale benutting van de netaansluitingen en te waken voor overbelasting van het net. |
Gegevenslevering aan MaaS dienstverleners | |
13.1.22 | De Concessiehouder committeert zich aan en implementeert voorafgaand en tijdens de Concessie de meest recente landelijke afspraken om te komen tot een MaaS-waardige concessie en goede samenwerking met MaaS- dienstverleners21. De Concessiehouder verstrekt gegevens aan MaaS- dienstverlenders conform de meest recente binnen NOVB en/of DOVA vastgestelde richtlijnen. |
13.1.23 | De Concessiehouder werkt mee aan de verkoop en betaling via Derden, zoals MaaS-dienstverleners, van in ieder geval een door de Concessieverleners vastgesteld referentieaanbod. Dit referentieaanbod omvat bij de start van de Concessie in ieder geval: het reizen tegen voltarief, een mogelijkheid om in de daluren met korting te reizen en een mogelijkheid om met korting meerdere reizen of reiskilometers te kopen. De verkoopvoorwaarden die de Concessiehouder daarbij stelt aan MaaS-dienstverleners zijn (1) transparant, (2) non-discriminerend en (3) concurrerend. De Concessieverleners kunnen dit referentieaanbod gedurende de Concessieperiode jaarlijks aanpassen en voor advies aan de ROCOV’s voorleggen. |
13.1.24 | Indien de Concessiehouder optreedt als MaaS-dienstverlener en in die hoedanigheid multimodale (keten)reizen aanbiedt aan Reizigers, verwijst hij Xxxxxxxxx die klachten bij hem indienen over een onderdeel van een door hem gedistribueerde ketenreis dat niet onder zijn verantwoordelijkheid valt, tijdig door naar de derde die verantwoordelijk is voor het betreffende onderdeel van de ketenreizen. |
Meewerken aan audits en externe onderzoeken | |
13.1.25 | De Concessiehouder verleent op verzoek van de Concessieverleners volledige medewerking aan controles van geleverde gegevens (door derden), door inzicht te geven in zijn interne processen, systemen en keuzes met betrekking tot het verzamelen, opslaan, bewerken en delen van gegevens. De Concessiehouder zorgt in dat kader voor volledige en toegankelijke archivering van gegevens en rapportages over de uitvoering van de Concessie. |
13.1.26 | De Concessieverleners zijn bevoegd de juistheid en authenticiteit van door de Concessiehouder geleverde gegevens te (laten) controleren. Deze bepaling is onverminderd van kracht na het verstrijken van wettelijke bewaartermijnen. |
13.1.27 | De Concessiehouder werkt actief mee aan de organisatie en uitvoering van de OV-klantenbarometer of diens opvolger(s) en eventuele aanvullende landelijk of regionaal overeengekomen onderzoeken op het gebied van Openbaar Vervoer. |
13.1.28 | Op verzoek van de Concessieverleners voert de Concessiehouder representatieve tellingen van het aantal Reizigers tijdens een Rit uit. De Concessiehouder stelt de resultaten van deze tellingen binnen twee weken na afloop van de telperiode aan de Concessieverleners beschikbaar. |
13.1.29 | De Concessiehouder informeert de Concessieverleners wanneer derden (bijvoorbeeld onderzoekers, stagiaires, andere overheden) gegevens over de Concessie opvragen. |
21 De meest recente versie van de landelijke MaaS-waardige bestekseisen staan vermeld op de website van Kennisplatform CROW: Bibliotheek Verkeer en Vervoer - CROW
13.2 OPENBAARHEID EN BESCHERMING VAN (PERSOONS)GEGEVENS
Opslag en beveiliging van persoonsgegevens | |
13.2.1 | De Concessiehouder voldoet bij het verwerken van persoonsgegevens aan de verplichtingen die de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en daaraan gerelateerde regelgeving stelt. |
13.2.2 | De Concessiehouder garandeert, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau, gelet op de risico’s en de aard van de te beschermen persoonsgegevens. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. De Concessiehouder beschikt hiertoe over en handelt conform een normenkader voor informatiebeveiliging. |
13.2.3 | De Concessiehouder en het Personeel houden de persoonsgegevens waar zij kennis van nemen en mee werken geheim, tenzij er een wettelijke uitzondering is. De Concessiehouder verleent de Concessieverleners bijstand bij het doen nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 32 t/m 36 van de AVG. |
13.2.4 | De Concessiehouder verwerkt persoonsgegevens niet buiten de Europese Unie, tenzij hij daarvoor uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft verkregen van de Concessieverleners en behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen. |
13.2.5 | Indien de Concessiehouder op grond van een wettelijke verplichting persoonsgegevens dient te verstrekken, informeert hij de Concessieverleners onmiddellijk en zo mogelijk voorafgaand aan de verstrekking. |
13.2.6 | De Concessiehouder informeert de Concessieverleners zonder onredelijke vertraging zodra hij kennis heeft genomen van onrechtmatige verwerkingen van persoonsgegevens of inbreuken op beveiligingsmaatregelen. |
13.2.7 | De Concessiehouder is aansprakelijk voor alle schade of nadeel, voortvloeiende uit het niet-nakomen van of in strijd handelen met de bij of krachtens de AVG gegeven voorschriften, onverminderd de aanspraken op grond van wettelijke regels. De Concessiehouder is aansprakelijk voor schade of nadeel voor zover ontstaan bij de verwerking van de persoonsgegevens, waaronder alle schade of nadeel voortvloeiende uit de ontstane inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. |
13.2.8 | Voor elke applicatie die gekoppeld is aan de database met persoonsgegevens binnen het Platform RRReis zorgt de Concessiehouder dat door middel van audit trail wordt bijgehouden door wie, welke actie wordt uitgevoerd. Naast het vastleggen van wie de wijzigingen op de database uitvoert, houdt de Concessiehouder ook bij wie, wanneer, welke data en/of selecties bekijkt en/of hiervan een export maakt. |
Openbaarheid en bescherming van te leveren (persoons)gegevens | |
13.2.9 | Als de Concessiehouder naar het oordeel van de Concessieverleners overtuigend aantoont dat verstrekking van bepaalde gegevens op grond van de AVG niet is toegestaan, is de Concessiehouder niet gehouden de desbetreffende gegevens aan de Concessieverleners of derden te verstrekken. |
13.2.10 | De Concessieverleners mogen gegevens die de Concessiehouder op grond van de Concessiebeschikking dan wel bij of krachtens de Wp2000 aan de Concessieverleners moet verstrekken, openbaar maken, tenzij het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van de Concessiehouder. Gelet op het publieke |
karakter van het Openbaar Vervoer zal van een dergelijke onevenredige benadeling niet snel sprake zijn. De openbaar te maken gegevens zullen noch direct noch indirect herleidbaar zijn tot natuurlijke personen. | |
13.2.11 | De Concessiehouder voegt zich naar afspraken die landelijk zijn en worden gemaakt over het leveren van gegevensbestanden en informatie, conform (bijzondere) wettelijke bepalingen inzake privacy. Deze afspraken betreffen onder meer gegevensbestanden en informatie over reizigersaantallen, verplaatsingen, reizigerskilometers, klachten en incidenten. |
13.2.12 | Indien en voor zover gegevensbestanden die de Concessiehouder aan de Concessieverleners en eventuele derden beschikbaar stelt persoonsgegevens bevatten, voldoet de Concessiehouder aan de verplichtingen die de AVG en daaraan gerelateerde regelgeving stelt. Het is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder om ervoor te zorgen dat tijdig alle maatregelen worden genomen die nodig zijn om deze gegevens te kunnen verstrekken. De Concessiehouder legt de afspraken rondom AVG thema’s vast in een verwerkersovereenkomst. Ook bij het leveren van gegevens is artikel 13.2.7 van toepassing. |
13.3 RELATIE CONCESSIEHOUDER EN CONCESSIEVERLENERS
Overleggen | |
13.3.1 | De Concessieverleners onderscheiden de volgende overleggen met de Concessiehouder: |
a. | Implementatieoverleg, waarin de Concessiehouder de Concessieverleners ten minste maandelijks aan de hand van voortgangsrapportages informeert over de uitvoering van de plannen uit zijn Inschrijving, waaronder het Implementatieplan dat beoogt dat hij op 11 december 2022 zonder problemen met de uitvoering van de Concessie kan starten. Het eerste implementatieoverleg vindt binnen twee weken plaats na gunning van de Concessie. De Concessiehouder overlegt vanaf de start van de implementatie ook met gemeenten en andere Wegbeheerders onder andere over de te realiseren (laad)infrastructuur zodat deze op tijd beschikbaar is voor een probleemloze start van de concessie. |
b. | Beheeroverleg, waarin de Concessiehouder de Concessieverleners ten minste na afloop van ieder kwartaal informeert over de uitvoering van de Concessie. Tijdens het beheeroverleg komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde: • de uitvoering van het lopende Concessiejaarplan, Vervoerplan, andere plannen en eventuele verbeterplannen; • ontwikkelingen in KPI’s ten aanzien van uitvoeringskwaliteit, gebruik en Reizigersopbrengsten, aan de hand van kwartaalrapportages; • eventuele bijzonderheden tijdens de uitvoering; • afstemming en samenwerking met Stakeholders; • het Vervoerplan, het Tarievenplan en het Concessiejaarplan voor het komende Dienstregelingjaar/kalenderjaar. Het eerste beheeroverleg vindt binnen één maand na start van de Concessie plaats. De Concessieverleners houden de mogelijkheid open om de frequentie van het beheeroverleg aan te passen of overleggen over andere onderwerpen te organiseren. |
c. | Sociale veiligheidsoverleg (zie artikel 12.2.2). De Concessiehouder neemt ten minste vanaf één jaar voor de start van de Concessie of, wanneer dit korter is, direct na gunning van de Concessie, deel aan het sociale veiligheidsoverleg; |
d. | Tarievenoverleg Oost (zie artikel 8.3.6). De Concessiehouder neemt direct na gunning van de Concessie deel aan het Tarievenoverleg Oost; |
e. | Marketingoverleg (zie artikel 10.3.4). Het eerste marketingoverleg vindt plaats direct na gunning van de Concessie. |
13.3.2 | In aanvulling op het bepaalde in artikel 13.3.1 kunnen de Concessieverleners in het kader van de uitvoering van projecten een apart projectoverleg instellen, in welk geval de Concessiehouder actief aan het betreffende overleg deelneemt. |
13.3.3 | Op verzoek van de Concessieverleners neemt de Concessiehouder actief deel aan overleggen met de ROCOV’s, Wegbeheerders, initiatiefnemers van Andere Mobiliteitsdiensten en andere Stakeholders en aan samenwerkingsverbanden tussen de Concessieverleners en kenniscentra en/of onderwijsinstellingen. |
13.3.4 | De Concessiehouder vaardigt naar de in artikel 13.3.3 genoemde overleggen gekwalificeerde vertegenwoordigers af die gemachtigd zijn om namens hem afspraken te maken en toezeggingen te doen. |
Monitoren | |
13.3.5 | De Concessiehouder stelt vier keer per jaar een kwartaalrapportage op die aansluit op de opbouw van het Concessiejaarplan en waarin hij ten minste de voortgang van de uitvoering van de aangekondigde plannen en (marketingacties) en de ontwikkelingen in het aanbod, de uitvoeringskwaliteit, het gebruik en de Reizigersopbrengsten van het Openbaar Vervoer behorend tot de Concessie beschrijft en duidt. |
13.3.6 | De Concessiehouder besteedt in de kwartaalrapportages in ieder geval aandacht aan de ontwikkelingen in de volgende KPI’s en maakt daarbij onderscheid naar Concessieverleners en Lijnen (het detailniveau van de rapportage wordt in de implementatiefase van de Concessie afgestemd): |
a. | Rituitval: de mate waarin de Lijnen behorend tot de Concessie voldoen aan de gestelde norm in paragraaf 5.2; |
b. | ZE-transitie: aantal en aandeel Dienstregelinguren die gereden worden met Zero-Emissievoertuigen; |
c. | Punctualiteit: de mate waarin de Lijnen behorend tot de Concessie voldoen aan de gestelde normen in paragraaf 5.3; |
d. | Reizigerstevredenheid: de Concessiehouder analyseert de uitkomsten van de OV-klantenbarometer of diens opvolger(s). Hij streeft er daarbij naar om de klantwaardering minimaal gelijk te laten blijven en bij voorkeur te laten verbeteren ten opzichte van de klantwaardering volgens de OV- klantenbarometer 2019. In zijn Concessiejaarplan laat hij zien hoe hij met dit klantoordeel rekening houdt en hoe hij zich inspant om het oordeel te verbeteren; |
e. | OV-gebruik in termen van reizigersaantallen en reizigerskilometers; |
f. | Reizigersopbrengsten uitgesplitst in hoofdstromen zoals in de implementatiefase van de Concessie door de Concessieverleners zal worden aangegeven; |
g. | Aantallen klachten en aantallen incidenten. |
h. | Eventuele aanvullende KPI’s, waaronder de resultaten van onderzoeken uitgevoerd met mysterie guests in opdracht van de Concessieverleners als bedoeld in artikel 13.3.9. |
i. | De Concessiehouder levert bij de kwartaalrapportage over het eerste of uiterlijk het tweede kwartaal als bijlage zijn rapportage over SROI (zie artikel 9.3.8) en als bijlage bij de eerste kwartaalrapportage de duurzaamheidsrapportage (zie artikel 13.3.10) aan. |
13.3.7 | Het rapporteren over de ontwikkelingen in de in artikel 13.3.6 genoemde KPI’s geldt onverminderd wanneer de Concessiehouder Vraagafhankelijk Openbaar Vervoer aanbiedt. |
13.3.8 | In alle gevallen zorgt de Concessiehouder ervoor dat de cijfers die hij in de kwartaalrapportage opneemt aansluiten op en herleidbaar zijn uit de gegevens die de Concessiehouder aan de Concessieverleners en derden verstrekt. |
13.3.9 | De Concessieverleners monitoren ook zelf de uitvoeringskwaliteit, onder andere via mystery guests. De Concessiehouder ontvangt een rapportage van de monitoring. |
13.3.10 | De Concessiehouder levert als bijlage bij de kwartaalrapportage over het eerste kwartaal (zie artikel 13.3.5.i) een duurzaamheidsrapportage. In deze rapportage beschrijft en duidt hij ten minste de volgende elementen en maakt daarbij onderscheid naar Concessieverleners: • herkomst in bron en locatie van de elektriciteit/waterstof die geleverd is aan de Laadinfrastructuur; • hoeveelheid Hernieuwbare Brandstofeenheden die verkregen zijn tijdens de uitvoering van de Concessie; • de maatregelen en de resultaten daarvan op het gebied van circulariteit; • de maatregelen en de resultaten daarvan op het gebied van de CO2 prestatieladder. |
Bijsturen | |
13.3.11 | De Concessiehouder streeft continu naar een verbetering van de uitvoeringskwaliteit. |
13.3.12 | Ingeval de prestaties van de Concessiehouder ten aanzien van een KPI achterblijven bij de overeengekomen norm, volgen de Concessieverleners het Protocol Sturing zoals opgenomen in bijlage 4 bij de Financiële Bepalingen. |
13.3.13 | Ingeval de Concessiehouder (delen van) een plan en/of (marketing)acties niet of niet tijdig uitvoert en/of gegevensbestanden, documenten of rapportages niet, niet volledig of met onvoldoende kwaliteit oplevert, volgen de Concessieverleners het Protocol Sturing. |
Bijlagen bij Programma van Eisen
Bijlage 1: Uitlopers Concessie IJssel- Vecht 2023-2035
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de lijnen die vanaf de start van de Concessie of na toevoeging van de concessie IJsselmond tot de Concessie behoren maar deels buiten het Concessiegebied rijden.
Concessiedeel | Lijn- nummer | Herkomst-bestemming | Provincie |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxxxxx - Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 101 | Harderwijk - Putten – Xxxx 0 - Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 102 | Amersfoort - Hoevelaken - Voorthuizen - Apeldoorn | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 103 | Barneveld - Voorthuizen - Wittenberg - Apeldoorn | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 104 | Harderwijk - Elspeet - Barneveld | Gelderland |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 205 | Harderwijk - Putten - Voorthuizen - Barneveld | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 501 | Buurtbus Garderen - Horst | Gelderland |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxx - Xxxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 509 | Buurtbus Barneveld - Leusden - Hoevelaken - Nijkerk | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 515 | Leuvenheim - Zutphen | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 592 | Buurtbus Meppel - De Wijk - IJhorst | Overijssel |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 620 | Harderwijk - Putten - Amersfoort GdB | Gelderland |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 650 | Schooldienst Wekerom - Harskamp - Apeldoorn Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 651 | Schooldienst Ede - Harskamp - Apeldoorn Fruytier / HB | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 652 | Schooldienst Harskamp - Apeldoorn Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 653 | Schooldienst Heelsum - Ede – Apeldoorn Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 657 | Schooldienst Barneveld - KwBroek - Apeldoorn Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 660 | Schooldienst Lunteren - Harskamp -Apeldoorn Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 660 | Deventer - Holten | Overijssel |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 674 | Schooldienst Harderwijk - Putten - Amf Hoornbeek | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 676 | Schooldienst Elspeet - Voorthuizen - Amersfoort Hoornbeeck/Van Lodestein | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 687 | Schooldienst Nijkerk - Barneveld | Gelderland |
Na toevoegen IJsselmond | |||
IJsselmond | 76 | Emmeloord - Marknesse – Oldemarkt – Steenwijk | Flevoland |
IJsselmond | 77 | Emmeloord - Lemmer | Flevoland |
IJsselmond | 159 | Harderwijk - Zeewolde - Almere | Flevoland |
IJsselmond | 160 | Zeewolde- Almere | Flevoland |
IJsselmond | 674 | Hoogeveen/Staphorst - Lichtmis – Kampen Xxxxxx Xxxxx | Overijssel |
IJsselmond | 679 | Meppel - Blauwe Hand - Vollenhove | Overijssel |
Bijlage 2: Te gedogen Lijnen uit aangrenzende en inliggende concessies
Concessie Friesland Noord-Zuidwest (2) (na overgang concessie IJsselmond) |
Lijn Groningen – Heerenveen – Emmeloord (nu Qliner 315) |
Lijn Groningen – Drachten – Heerenveen – Emmeloord (nu Qliner 324) |
Concessie Friesland Zuidoost (2) (na overgang concessie IJsselmond) |
Lijn Noordwolde – Frederiksoord – Steenwijk (nu regiolijn 19 en lijntaxi 517/519) |
Concessie Groningen-Drenthe |
Xxxx Xxxxx – Dieverbrug – Steenwijk – Meppel (nu Streeklijn 20) |
Xxxx Xxxxxxxxx – Zuidwolde – Balkbrug(/Dedemsvaart) – Ommen (nu Streeklijn 31, per december 2021 vervalt het routedeel Balkbrug – Ommen). |
Xxxx Xxxxxxx – Steenwijk (was Streeklijn 48, rijdt sinds 3 januari xx tijdelijk niet) |
Lijnconcessie Lelystad Station Centrum – Airport Lelystad (Airport Express) (na overgang Lelystad en IJsselmond) |
De Airport Express betreft een non-stop OV-verbinding tussen Station Lelystad Centrum en Lelystad Airport Terminal. De Airport Express gaat rijden zodra Lelystad Airport wordt geopend voor groot luchtverkeer. Route: station Lelystad - Xxxxxxxxx - Xxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxx - Xxxxxxxx Airport |
Mogelijke toekomstige ontwikkelingen rond Lelystad Airport zijn: |
a. Aanleg van businfrastructuur op de route van de Airport Express, die door al het Openbaar Vervoer te gebruiken is; en |
b. Nieuwe verbindingen tussen Lelystad Airport Terminal en de omliggende regio (Harderwijk, Almere). Deze nieuwe verbindingen worden onderdeel van de Concessie of de concessie Almere. |
Concessie Noord-Holland Noord (na overgang concessie Lelystad) |
Lijn Enkhuizen - Lelystad (nu scholierenlijn 650) |
Concessie Utrecht |
Lijn Eemdijk – Nijkerk (nu buurtbuslijn 503) |
Lijn Eemdijk Pontveer – Nijkerk Corlaer College (nu scholierenlijn 603) |
Concessie IJsselmond (tot overgang concessie IJsselmond) |
Xxxx Xxxxxxxxx – Zwartsluis – Hasselt – Zwolle (nu regiolijn 70) |
Lijn Emmeloord – Vollenhove – Zwartsluis – Zwolle (nu regiolijn 71) |
Lijn Kampen – Genemuiden – Hasselt – Zwolle (nu regiolijn 74) |
Lijn Vollenhove – Zwolle (nu sneldienst 171) |
Lijn Nijkerk - Zeewolde - Harderwijk (nu regiolijn 142) |
Lijn Zeewolde - Harderwijk (nu regiolijn 144) |
Lijn Harderwijk - Dronten (nu regiolijn 147) |
Lijn Lelystad – Harderwijk (nu regiolijn 148) |
Lijn Almere - Zeewolde - Harderwijk (nu regiolijn 159) |
Xxxx Xxxxxxxxxx - Walibi Holland (nu seizoenslijn 247) |
Xxxx Xxx – Emmeloord – Kampen – Zwolle (nu scholierenlijn 641) |
Concessie Achterhoek-Rivierenland of na aanbesteding concessie Berkel-Xxxxxx |
Lijn Borculo – Deventer (nu regiolijn 56) |
Lijn Zutphen – Deventer (nu regiolijn 81) |
Concessie Achterhoek-Rivierenland |
Lijn Doetinchem - Velswijk - Hengelo - Zutphen - Voorst - Apeldoorn Fruytier (nu lijn 656) |
Concessie Arnhem-Nijmegen of na aanbesteding concessie Rijn-Waal |
Lijn Apeldoorn – Dieren – Arnhem (nu regiolijn 43) |
Lijn Apeldoorn – Beekbergen – Arnhem (nu comfortRRReis-lijn C2) (1) |
Lijn Otterlo – Hoge Veluwe – Hoenderloo (nu regiolijn 106) |
Lijn Ede - Harskamp – Putten (nu regiolijn 107) |
Xxxx Xxxxxxxxx – Ede Wageningen NS (nu sneldienst 108) |
Lijn Apeldoorn - Arnhem CS (nu sneldienst 231) (1) |
Lijn Apeldoorn - Arnhem Kleefse Waard (nu regiolijn 293) |
Concessie Twente of na aanbesteding concessie Berkel-Xxxxxx |
Lijn Almelo – Hardenberg (nu regiolijn 80) |
Lijn Ommen – Westerhaar (nu regiolijn 81) |
Lijn Raalte – Nijverdal (nu buurtbuslijn 513) |
1 In het kader van het traject ‘herijking Nota van Uitgangspunten’ over de concessiegrenzen van de andere concessies in de provincies Gelderland en Overijssel besluiten de betreffende Concessieverlener(s) mogelijk om de buslijnen C2 en 231 aan de Concessie toe te voegen. In dat geval zijn de bepalingen uit hoofdstuk 10 van de Financiële van toepassing en zullen deze buslijnen worden toegevoegd aan het overzicht in bijlage 1 (Uitlopers Concessie IJssel- Vecht 2023-2035).
2 Deze concessies zullen als gevolg van aanbesteding(en) hoogstwaarschijnlijk een nieuwe naam krijgen.
Concessie IJssel-Vecht 2023-2035 | Programma van Eisen
31 augustus 2021
Bijlage 3 - Plancyclus
Bijlage 3: Plancyclus
Jaar n Jaar n+1 Jaar n+2 Onderwerp + actie Verantwoordelijke dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontwikkelplan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Start nieuw ontwikkelplan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opstellen concept ontwikkelplan en raming benodigde financiële middelen | Concessieverlener + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbereiden besluit over financiële kaders | Concessieverlener | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over financiële kaders ontwikkelplan | Provinciale Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitwerken tot definitief ontwikkelplan | Concessieverlener + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over definitief ontwikkelplan | Gedeputeerde Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Eventueel) bijsturen in begroting op basis van jaarplannen | Provinciale Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaarplan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Analyseren en evalueren vorig jaar | Concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbereiden nieuw jaarplan | Concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over jaarplan | Gedeputeerde Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Start nieuw jaarplan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vervoerplan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Analyses en ophalen wensen en ideeën | Concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opstellen concept vervoerplan | Concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afstemmen met stakeholders (ROCOV en gemeenten) | Concessieverlener + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opstellen definitief vervoerplan | Concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over definitief vervoerplan | Gedeputeerde Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Start nieuwe dienstregeling | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tarieven en marketing | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbereiden tarievenvoorstel | Concessieverlener + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over voorlopig tarievenvoorstel als onderdeel van jaarplan | Gedeputeerde Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwerken definitieve LTI in tarievenvoorstel | Concessieverlener + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over tarievenvoorstel (definitief) | Gedeputeerde Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ingang nieuwe tarieven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbereiden marketingplan | Concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluitvorming marketingplan | Gedeputeerde Staten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sociale veiligheid | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opstellen nieuw meerjarenplan Sociale Veiligheid 2023-2027 | Concessieverlener (specialist Sociale Veiligheid) + concessiehouders | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vaststellen meerjarenplan Sociale Veiligheid 2023-2027 | Concessieverleners (GS/PS) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tactisch overleg + bespreken voortgang jaarplan | Concessieverlener (specialist Sociale Veiligheid) + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbereiden nieuw jaarplan | Concessieverlener (specialist Sociale Veiligheid) + concessiehouder | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besluiten over nieuw jaarplan | Strategisch overleg sociale veiligheid |
22 De cyclus herhaalt zich driejaarlijks.
Bijlage 4 - Stads- en Streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023- 2035
Bijlage 4: Stads- en Streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Stads- en Streeklijnen die vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie IJssel-Vecht behoren, inclusief aanduiding van de lijncategorie waartoe zij behoren.
Concessiedeel | Lijn- nummer | Herkomst-bestemming | Provincie | Type OV | Cate- gorie |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 1 | Stadsdienst Apeldoorn, Orden | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B (f) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 2 | Stadsdienst Apeldoorn, Zuidbroek | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B (f) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 3 | Stadsdienst Apeldoorn, De Maten (rechtsom) | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B (f) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 4 | Stadsdienst Apeldoorn, De Maten (linksom) | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B (f) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 10 | Stadsdienst Apeldoorn, Businessline Zuid | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 11 | Stadsdienst Apeldoorn, Gelre Ziekenhuis | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 12 | Stadsdienst Apeldoorn, Apenheul | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B1, (g) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 13 | Stadsdienst Apeldoorn, Kerschoten | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B1, (g) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 14 | Stadsdienst Apeldoorn, Kerschoten | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B2 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 15 | Twello - Teuge - Apeldoorn | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B2 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 16 | Stadsdienst Apeldoorn, Woudhuis | Gelderland | Stadsdienst Apeldoorn | B1, (g) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Stadsdienst Apeldoorn | C7 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 1 | Stadsdienst Harderwijk | Gelderland | Stadsdienst Harderwijk | C2 |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxx, Station - Stadshagen | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxx, Station – Holtenbroek - Aa- Landen | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 3 | Zwolle, Station - Hessenpoort | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B2 |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxx, Station - Aa- Landen | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 5 | Zwolle, Station - Westenholte | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B1, (g) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxx, Station - Ittersumerbroek | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 8 | Zwolle, Station - Ittersumerbroek | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx, Station – Holtenbroek – Aa-landen | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | C |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx, Station - Breecamp Oost | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | C |
Bijlage 4 - Stads- en Streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023- 2035
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx, Station - Zwartewaterallee | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | C |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx, Station – Aa- Landen | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | C |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx, Station - Ittersumerbroek via Schelle | Overijssel | Stadsdienst Zwolle | B1 (g) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxxxxx - Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Streeklijn | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 40 | Zwolle - Meppel | Overijssel | Streeklijn | B4 |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 00 | Xxxxxx - Xxxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Streeklijn | A3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 101 | Harderwijk - Putten – Xxxx 0 - Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Streeklijn | B2 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 102 | Amersfoort - Hoevelaken - Voorthuizen - Apeldoorn | Gelderland | Streeklijn | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 103 | Barneveld - Voorthuizen - Wittenberg - Apeldoorn | Gelderland | Streeklijn | C3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 104 | Harderwijk - Elspeet - Barneveld | Gelderland | Streeklijn | C2 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 109 | Apeldoorn - De Maten - Eerbeek | Gelderland | Streeklijn | B3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 111 | Nunspeet - Harderwijk | Gelderland | Streeklijn | B6 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 112 | Nunspeet - Elspeet - Apeldoorn | Gelderland | Streeklijn | C6 |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Streeklijn | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 161 | Zwolle Hessenpoort - Deventer | Overijssel | Streeklijn | B3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 165 | Deventer - Raalte | Overijssel | Streeklijn | A |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 166 | Zwolle Hessenpoort - Raalte | Overijssel | Streeklijn | B3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 167 | Zwolle Hessenpoort - Lemelerveld | Overijssel | Streeklijn | B3 |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | 'x Xxxxx - Xxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx | Streeklijn | C2 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 200 | Elburg - Oldebroek - Zwolle Oosterenk | Gelderland | Streeklijn | C |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 201 | Apeldoorn - Zwolle (direct) | Gelderland | Streeklijn | A3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 202 | Apeldoorn - Vaassen - Heerde - Zwolle | Gelderland | Streeklijn | A3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 203 | Apeldoorn - Heerde - Wapenveld - Zwolle | Gelderland | Streeklijn | A3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 204 | Apeldoorn - Vaassen - Wapenveld - Zwolle | Gelderland | Streeklijn | A8 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 205 | Harderwijk - Putten - Voorthuizen - Barneveld | Gelderland | Streeklijn | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | C1 | Nunspeet - Zwolle - Dedemsvaart | Overijssel | Streeklijn | A (h) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 1 | Deventer Station - De Vjifhoek via Blauwenoord | Overijssel | Stadsdienst Deventer | B |
Bijlage 4 - Stads- en Streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023- 2035
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Station - Platvoet | Overijssel | Stadsdienst Deventer | B (g) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 3 | Deventer, Station - Platvoet | Overijssel | Stadsdienst Deventer | B (g) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 4 | Deventer, Station - Schalkhaar | Overijssel | Stadsdienst Deventer | B (g) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxxxx Xxxxxxx - Xx Xxxxxxxx | Xxxxxxxxxx | Stadsdienst Deventer | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 6 | Deventer Station - Colmschate Zuid | Overijssel | Stadsdienst Deventer | B (g) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 7 | Deventer, Station - Hanzepark | Overijssel | Stadsdienst Deventer | B |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 8 | Deventer, Station - Bedrijvenpark A1 | Overijssel | Stadsdienst Deventer | C3 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 9 | Station Colmschate - Colmschate zuid (reserveerRRReis) | Overijssel | Stadsdienst Deventer | C7 |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 160 | Deventer - Bathmen | Overijssel | Streeklijn | B (g) |
Na toevoegen Xxxxxxxx (x) | |||||
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Station - Haven | Flevoland | Stadsdienst Lelystad | B |
Lelystad | 2 | Lelystad, Station - Kustwijk | Flevoland | Stadsdienst Lelystad | X |
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Xxxxxxx - Xxxxxxx Xxxx | Flevoland | Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx | X |
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Station - Zuiderzeewijk - Lelycentre | Flevoland | Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx | X |
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Station - Atolwijk - Lelycentre | Flevoland | Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx | X |
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Station - Waterwijk/Horst - Duinbeek | Flevoland | Stadsdienst Lelystad | X |
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Xxxxxxx - Xxxxxxx Xxxxx | Xxxxxxxxx | Stadsdienst Lelystad | B |
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Station - Hollandse Hout | Flevoland | Stadsdienst Lelystad | B |
Lelystad | 13 | Lelystad, Station - Kempenaar - Batavia Stad | Flevoland | Stadsdienst Lelystad | C4 |
Xxxxxxxx | 00 | Xxxxxxxx, Station - Waterwijk/Horst - Duinbeek | Flevoland | Stadsdienst Lelystad | B |
Na toevoegen IJsselmond | |||||
IJsselmond | 11 | Kampen Station - Flevowijk - Station Zuid | Overijssel | Stadsdienst Kampen | C4, (a) |
XXxxxxxxxx | 00 | Xxxxxxx Station - Centrum - Manege - Dronten Centrum | Flevoland | Stadsdienst Dronten | C3, (b) |
XXxxxxxxxx | 00 | Xxxxxxx Station - Manege - Centrum - Dronten Centrum | Flevoland | Stadsdienst Dronten | C3, (b) |
IJsselmond | 70 | Zwolle - Zwartsluis - Steenwijk | Overijssel | Streeklijn | B |
IJsselmond | 71 | Emmeloord - Zwolle | Flevoland/Overijssel | Streeklijn | A |
Bijlage 4 - Stads- en Streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023- 2035
IJsselmond | 74 | Zwolle - Hasselt - Genemuiden - Kampen | Overijssel | Streeklijn | B4 |
IJsselmond | 75 | (Emmeloord -) Marknesse - Steenwijk | Flevoland/Overijssel | Streeklijn | C3 |
IJsselmond | 76 | Emmeloord - Marknesse – Oldemarkt – Steenwijk | Flevoland/Overijssel | Streeklijn | C3 |
XXxxxxxxxx | 00 | Xxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | B3 |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxxxxx - Xxxxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | A |
IJsselmond | 141 | Kampen - Emmeloord - Urk | Flevoland/Overijssel | Streeklijn | A |
IJsselmond | 142 | Nijkerk - Zeewolde - Harderwijk | Flevoland | Streeklijn | B3 |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxxxx | Xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxx | Streeklijn | B3 |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxxxxxx - Xxxxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | A8 |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxxxx - Xxxxxxxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | B4 |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxxxxx - Xxxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | B |
IJsselmond | 147 | Harderwijk - Dronten | Flevoland | Streeklijn | A |
IJsselmond | 148 | Lelystad - Harderwijk | Flevoland | Streeklijn | A |
IJsselmond | 149 | Urk - Nagele | Flevoland | Streeklijn | C3, (c) |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxxxxxx - Xxxxxxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | B3 |
XXxxxxxxxx | 000 | Xxxxxxxx- Xxxxxx | Xxxxxxxxx | Streeklijn | C |
IJsselmond | 163 | Lelystad - Dronten | Flevoland | Spitslijn | C (d) |
IJsselmond | 164 | Lelystad - Runderweg - Swifterbant | Flevoland | Spitslijn | C (d) |
IJsselmond | 171 | Zwolle - Vollenhove | Overijssel | Spitslijn | C |
IJsselmond | 247 | Walibi World - Biddinghuizen - (Harderwijk) | Flevoland | Seizoens Streeklijn | B* |
IJsselmond | 270 | Steenwijk - Blauwe Hand | Overijssel | Seizoens Streeklijn | C** |
1 Rijdt ’s avonds op alle dagen als reserveerRRReis
2 Rijdt ’s avonds op alle werkdagen en gehele zaterdag en zondag als reserveerRRReis
3 Rijdt alleen op werkdagen
4 Rijdt niet op zondag
5 Rijdt zaterdag en zondag als reserveerRRReis
6 Rijdt ’s avonds op werkdagen en zaterdag en gehele zondag als reserveerRRReis
7 Rijdt alleen op werkdagen en altijd als reserveerRRReis
8 Rijdt ’s avonds op alle werkdagen en gehele zaterdag en zondag
(a) Stadsdienst Kampen wordt opgesplitst (zie Vervoerplan 0000 XXxxxxxxxx in het Informatieportaal):
• Lijn 11 rijdt vanaf station Kampen een lus door Centrum, Flevowijk, Cellesbroek, Hagenbroek, Bruneppe (halfuursfrequentie, ma-za)
• Buurtbus lijn 510 rijdt van station Kampen-Zuid een lus door Het Onderdijks, De Venen, De Maten, Bovenbroek (halfuursfrequentie, ma-za)
(b) Lijn 22, stadsdienst Dronten, rijdt tot december 2022 alleen tijdens de spitsuren. Provincie Flevoland gaat met gemeente onderzoeken welke (OV)-mobiliteitsoplossing beter aansluit op de vervoersvraag in Dronten. Het voornemen is om deze nieuwe oplossing per december 2022 te implementeren.
(c)Lijn 149, Urk-Nagele, rijdt vanaf december 2021 alleen tijdens de spitsuren.
(d)Lijn 163, Dronten-Lelystad en Lijn 164 (Swifterbant-Lelystad) vervallen per december 2021.
Bijlage 4 - Stads- en Streeklijnen die (tijdelijk) deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023- 2035
(e) Voor de stadsdienst Lelystad is de zomerdienstregeling 2020 de basis voor de dienstregeling 2022 en 2023.
(f) Voor deze lijn geldt vanaf december 2021 (tijdelijk) een lagere frequentie in de spitsperiode. Zodra de reizigersaantallen het nodig maken zal de frequentie weer worden verhoogd. Zie ook het Vervoerplan 2022 voor de noodconcessie IJssel-Vecht zoals opgenomen in het Informatieportaal.
(g) Voor deze lijn geldt vanaf december 2021 (tijdelijk) een lagere frequentie op de zondag. Zodra de reizigersaantallen het nodig maken zal de frequentie weer worden verhoogd. Zie ook het Vervoerplan 2022 voor de noodconcessie IJssel-Vecht zoals opgenomen in het Informatieportaal.
(h) Voor deze lijn geldt vanaf december 2021 (tijdelijk) een lagere frequentie op de zaterdag. Zodra de reizigersaantallen het nodig maken zal de frequentie weer worden verhoogd. Zie ook het Vervoerplan 2022 voor de noodconcessie IJssel-Vecht zoals opgenomen in het Informatieportaal.
* Rijdt alleen wanneer Walibi Holland is geopend
** Rijdt van eind maart tot eind oktober
Bijlage 5: Buurtbuslijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Buurtbuslijnen die vanaf de start van de Concessie IJssel-Vecht permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie IJssel-Vecht behoren.
Concessiedeel | Lijn- nummer | Herkomst-bestemming | Provincie |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxx - Xxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxx - Xxxxxx - Xxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxx – Xxxxxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxx – Zutphen | Gelderland (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxxxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx (2) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx (3) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx (3) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxx - Xxxxxxx - Xxxxxxxxxx - Xxxxxxx | Xxxxxxxxxx (4) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxxxx - Xxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxx Xxxxxxxxx - Xxxx xx Xxxxx – Station Apeldoorn | Gelderland (5) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | x Xxxxx - Xxxxxx - Xxxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 000 | Xxxxxxxxxx – Zutphen | Gelderland (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 517 | Deventer - Heeten | Overijssel (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 519 | Ugchelen – station Apeldoorn (via Gelre ziekenhuis) | Gelderland (5) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxx - Xxxxxxxxx - Xxxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 590 | Deventer – Nieuw-Heeten | Overijssel (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxxx - Xxxxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xx Xxxx - XXxxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx (1) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxx - Xx Xxxx | Xxxxxxxxxx (5) |
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de Buurtbuslijnen die op een later moment worden toegevoegd aan de Concessie.
Concessiedeel | Lijn- nummer | Herkomst-bestemming | Provincie |
Na toevoegen IJsselmond | |||
IJsselmond | 506 | Wilsum - Kampen - Hattem | Overijssel (5) |
IJsselmond | 510 | Kampen, Station Zuid – Kampen, Station Zuid | Overijssel (1) |
Na toevoegen Xxxxxxxx | |||
Xxxxxxxx | 0 | Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxx (1) |
Xxxxxxxx | 00 | Xxxxxxxx, Xxxxxxx - Xxxxxxxxx | Xxxxxxxxx (1) (a) |
(1) Niet op zondag
(2) Zaterdag avond en zondag reserveerRRReis
(3) Werkdagen en zaterdag avond en zondag reserveerRRReis
(4) Zondag reserveerRRReis
(5) Alleen werkdagen
(a) De buurtbuslijn 10 wordt per december 2021 uitgebreid met de halte Runderweg (WUR Bioscience Center)
Bijlage 6: Scholierenlijnen die deel uitmaken van de Concessie IJssel-Vecht 2023-2035
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de scholierenlijnen die vanaf de start van de Concessie permanent dan wel tijdelijk tot de Concessie behoren.
Concessiedeel | Lijn- nummer | Herkomst-bestemming | Provincie |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxx, Station - Stadion | Overijssel |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 0 | Xxxxxx, Station - Deltion | Overijssel |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 600 | Nunspeet - Elburg - Zwolle Deltion | Gelderland (a) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 601 | Apeldoorn - Zwolle Deltion | Gelderland (a) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 602 | Epe - Zwolle Deltion | Gelderland (a) |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxx - Xxxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 609 | Zwolle - Deltion - Heerde | Gelderland (a) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 620 | Harderwijk - Putten - Amersfoort GdB | Gelderland |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxxxxxxx - Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 640 | Meppel - Zwolle | Overijssel |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 649 | Zwolle - Dedemsvaart | Overijssel (a) |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 650 | Wekerom - Harskamp - Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 651 | Ede - Harskamp - Apd Fruytier / Hoornbeek | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 652 | Harskamp - Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 653 | Renkum - Ede - Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 654 | Ermelo - Uddel - Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 657 | Barneveld - KwBroek - Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 658 | Nunspeet - Elspeet - Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 660 | Lunteren - Harskamp -Apd Fruytier | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 660 | Deventer – Holten | Overijssel |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 664 | Lemelerveld - Zwolle | Overijssel |
Noodconcessie XXxxxx-Xxxxx | 000 | Xxxxxx - Xxxxxx | Xxxxxxxxxx |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 674 | Harderwijk - Putten - Amf Hoornbeek/Van Lodenstein | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 676 | Elspeet - Amf Hoornbeek/Van Lodenstein | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 685 | Nunspeet - Kampen Xxxxxx Xxxxx | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 686 | Elburg - Kampen Xxxxxx Xxxxx | Gelderland |
Noodconcessie IJssel-Vecht | 687 | Nijkerk - Barneveld | Gelderland |
(a) Deze lijn rijdt vanaf december 2021 (tijdelijk) niet meer. Zodra de reizigersaantallen het nodig maken zal deze lijn weer gaan rijden. Zie ook het Vervoerplan 2022 voor de noodconcessie IJssel-Vecht zoals opgenomen in het Informatieportaal .
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de scholierenlijnen die op een later moment worden toegevoegd aan de Concessie.
Concessiedeel | Lijn- nummer | Herkomst-bestemming | Provincie |
Na toevoegen Lelystad | |||
Lelystad | 612 | Lelystad, Haven - Xxxxxx Xxxxxx School | Flevoland |
Na toevoegen IJsselmond | |||
IJsselmond | 625 | Zeewolde De Verbeelding - Amersfoort GSG Arnhemseweg | Flevoland |
IJsselmond | 641 | Zwolle - Kampen - Emmeloord - Urk | Flevoland/ Overijssel |
IJsselmond | 663 | Lelystad - Dronten - Kampen Xxxxxx Xxxxx | Xxxxxxxxx/ Overijssel |
IJsselmond | 674 | Hoogeveen/Staphorst - Lichtmis - Kampen Xxxxxx Xxxxx | Overijssel |
IJsselmond | 679 | Vollenhove - Meppel | Overijssel |
IJsselmond | 681 | Urk – Kampen Xxxxxx Xxxxx | Xxxxxxxxx/ Overijssel |
Bijlage 7: Verdeling taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur
B7.1 BEGRIPSBEPALING LAADINFRASTRUCTUUR
De Laadinfrastructuur voor Zero-Emissievoertuigen omvat het geheel van de aansluiting van de netbeheerder tot het laadpunt of ingeval van gebruik van waterstof alle benodigde voorzieningen voor het waterstofvulpunt waarmee de Zero-Emissievoertuigen worden voorzien van energie. De exacte configuratie en elementen van deze energieketen verschilt per locatie en afhankelijk van de energiedrager (batterij of waterstof).
B7.2 UITGANGSPUNTEN LAADINFRASTRUCTUUR
De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op de verdeling van taken en verantwoordelijkheden rond Laadinfrastructuur voor Zero-Emissievoertuigen23.
1. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor (tijdige) realisatie van de Laadinfrastructuur en voor het eigendom, beheer en onderhoud van de Laadinfrastructuur, evenals de daarmee gepaard gaande kosten.
2. De Concessiehouder maakt gebruik van de Laadinfrastructuur die hij overneemt van de concessiehouder van de noodconcessie. Hiertoe wordt na verlening van de Concessie het eigendom en beheer van de Laadinfrastructuur van de concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht overgedragen aan de Concessiehouder conform de Overnameregeling, behoudens datgene dat onder verantwoordelijkheid van de netbeheerder valt.
3. De Concessiehouder bepaalt welk type Zero-Emissievoertuigen en Laadinfrastructuur hij gebruikt voor het Concessiedeel Flevoland, met in acht neming van de bepalingen in paragraaf 6.3 van dit Programma van Eisen. De Concessiehouder kan voor de aanleg van de benodigde Laadinfrastructuur in Flevoland een subsidieaanvraag indienen bij de betreffende Concessieverlener. Indien de Concessiehouder extra Laadinfrastructuur in Overijssel en/of Gelderland wil plaatsen aanvullend op hetgeen hij overneemt van de concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht is dit voor eigen rekening en risico.
4. Na afloop van de Concessie biedt de Concessiehouder alle gerealiseerde Laadinfrastructuur om niet ter overname aan de opvolgende concessiehouder dan wel de betreffende Concessieverlener aan (naar keuze van de Concessieverlener). Indien de betreffende partij de Laadinfrastructuur niet wenst over te nemen, verwijdert de Concessiehouder de Laadinfrastructuur voor eigen rekening en risico.
Toelichting uitgangspunt 1
De (tijdige) realisatie en het eigendom, beheer en onderhoud van de Laadinfrastructuur is een verantwoordelijkheid van de Concessiehouder. Daarbij is het onder meer de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder om er zeker van te zijn dat de benodigde Laadinfrastructuur op een specifieke locatie inpasbaar is in de (openbare) ruimte, dat de grondeigenaar instemt met de plaatsing van de Laadinfrastructuur (opstalrecht) en dat de benodigde netaansluiting bij de netbeheerder (tijdig) kan worden gerealiseerd. Ook is het aan de Concessiehouder om te zorgen voor voldoende kennis en kunde omtrent de te realiseren Laadinfrastructuur.
23 Eventueel benodigde tankinfrastructuur voor fossiele brandstoffen omvat het geheel ten behoeve van de benodigde dieselvulpunten en is de volledige verantwoordelijkheid van de Concessiehouder, zowel qua realisatie en beheer en onderhoud als qua kosten.
De kosten voor de realisatie van de gehele keten van de netaansluiting tot het laadpunt of voor de realisatie van het waterstofvulpunt inclusief opslag zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder. Dit omvat niet enkel de elektrotechnische onderdelen van de Laadinfrastructuur, maar bijvoorbeeld ook de kosten die gepaard gaan met het vestigen van opstalrechten en de kosten van civiele werkzaamheden inclusief het herstel van de (openbare) ruimte naar wens van de betreffende grondeigenaar waarop (onderdelen van) de Laadinfrastructuur worden geplaatst.
Ter ondersteuning van de Inschrijvers en de Concessiehouder zal een update worden uitgevoerd van het onderzoek ‘Potentiële laadlocaties concessie IJssel-Vecht'. Deze studie komt beschikbaar via het Informatieportaal (Pleio). Vanuit de Concessieverlener wordt een projectleider Laadinfrastructuur aangesteld die zal toezien op tijdige realisatie van de Laadinfrastructuur en daarbij waar mogelijk of nodig adviserend of sturend kan optreden.
Toelichting uitgangspunt 2
De Concessiehouder is verplicht de Laadinfrastructuur van de concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht over te nemen. Hiertoe wordt na verlening van de Concessie het eigendom en beheer van de Laadinfrastructuur, voor zover onderdelen geen eigendom van de netbeheerder zijn, door deze concessiehouder overgedragen aan de Concessiehouder conform de Overnameregeling. Een specificatie van de gerealiseerde Laadinfrastructuur is weergegeven in B7.3.
In het geval de Concessiehouder bepaalde onderdelen van de Laadinfrastructuur gedurende de looptijd van de Concessie niet meer wenst te gebruiken en deze wil verwijderen of verplaatsen, dient de Concessiehouder hiertoe een onderbouwd verzoek in bij de Concessieverleners. De Concessieverleners bepalen op basis van de onderbouwing, in het bijzonder betreffende de impact op de betrouwbaarheid van de dienstverlening, of zij hiervoor toestemming geven. In geval van toestemming is het de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder om de Laadinfrastructuur veilig en correct te verwijderen of verplaatsen. Alle hiermee gemoeide kosten zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder.
Toelichting uitgangspunt 3
In de provincie Flevoland is nog geen Laadinfrastructuur voor de uitvoering van de Concessie gerealiseerd. Het is aan de Concessiehouder om te bepalen welk type Laadinfrastructuur hij gebruikt voor de in te zetten Zero-Emissievoertuigen in deze provincie en op welke locatie(s) hij deze plaatst. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de realisatie hiervan (zie toelichting uitgangspunt 1).
De Concessiehouder kan voor de aanleg van de benodigde Laadinfrastructuur in het Concessiedeel Flevoland een subsidieaanvraag indienen bij de betreffende Concessieverlener. Hiervoor is in totaal € 1,35 mln. beschikbaar. Dit bedrag kan alleen worden aangewend voor de investering in de voorzieningen voor Laadinfrastructuur tot aan het laadpunt. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld netaansluitingen, inkoop- of compact stations inclusief apparatuur en kabels en leidingen en mantelbuizen tot aan de laadkasten. De laadpunten (inclusief laadkasten) zelf komen niet in aanmerking voor subsidie. De subsidie kan ook worden aangewend voor waterstofvulpunten inclusief brandstofopslag die gebruikt worden voor eventuele in te zetten waterstofbussen. Meerkosten voor Laadinfrastructuur bovenop het beschikbare subsidiebudget dienen vanuit het beschikbare exploitatiebudget24 van de Concessie te worden gedekt. Met andere woorden: de Inschrijver dient er in zijn Financieel Economische Onderbouwing van uit te gaan dat de meerkosten voor zijn eigen rekening komen.
Indien een Inschrijver voornemens is gebruikt te maken van de subsidiemogelijkheid, geeft hij in zijn Inschrijving aan voor welk bedrag en welke locatie(s) hij subsidie gaat aanvragen.
Indien de Concessiehouder aanvullende Laadinfrastructuur wil realiseren in Overijssel en/of Gelderland, is de Concessiehouder verantwoordelijk voor tijdige en correcte realisatie hiervan en komen de hiermee gepaard gaande kosten voor zijn rekening (zie toelichting uitgangspunt 1).
24 Zie bijlage 4 financiële bepalingen en standaardformulier 13 financieel economische onderbouwing.
Toelichting uitgangspunt 4
De Concessiehouder is gedurende de looptijd van de Concessie eigenaar van de Laadinfrastructuur die hij van de concessiehouder van de noodconcessie IJssel-Vecht heeft overgenomen en van de onder eigen verantwoordelijkheid gerealiseerde Laadinfrastructuur. Na afloop van de Concessie biedt de Concessiehouder deze Laadinfrastructuur om niet aan de opvolgend concessiehouder dan wel de betreffende Concessieverlener aan (naar keuze van deze Concessieverlener). Indien de betreffende partij de Laadinfrastructuur niet wenst over te nemen, verwijdert de Concessiehouder de Laadinfrastructuur voor eigen rekening en risico.
B7.3 LAADLOCATIES CONCESSIE IJSSEL-VECHT 2023-2035
Laadlocaties Noodconcessie IJssel-Vecht
Hieronder is een beknopt overzicht opgenomen van de gerealiseerde en over te nemen Laadinfrastructuur voor de noodconcessie IJssel-Vecht. Een meer gedetailleerd overzicht wordt beschikbaar gesteld via het Informatieportaal.
Potentiële nieuwe laadlocaties Concessie IJssel-Vecht
Informatie betreffende potentiële nieuwe laadlocaties is te vinden in de update van het onderzoek "Potentiële laadlocaties concessie IJssel-Vecht" (beschikbaar via het Informatieportaal). Hierin is onder andere de volgende informatie opgenomen:
• Nadere specificatie van potentiële locaties voor te realiseren Laadinfrastructuur in het publiek domein;
• Grondposities, bereidheid tot beschikbaarstelling van de betreffende grond voor Laadinfrastructuur en eventuele eisen/randvoorwaarden hiervoor;
• Randvoorwaarden ten aanzien van vermogen/capaciteit van de netaansluiting.
Deze informatie is indicatief en geeft een beeld van kansen en belemmeringen op potentiële laadlocaties in de openbare ruimte. Er kunnen derhalve geen rechten aan worden ontleend. Het doel is de Inschrijver op deze wijze te ondersteunen in de voorbereiding van de realisatie van Laadinfrastructuur. Uitgangspunt blijft dat de Concessiehouder verantwoordelijk is voor de realisatie van de Laadinfrastructuur.
Voor station Lelystad is een apart memo opgesteld met de mogelijkheden en randvoorwaarden voor de realisatie van eventuele Laadinfrastructuur. Deze memo wordt beschikbaar worden gesteld via het Informatieportaal.
Bijlage 8: Social Return on Investment
De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel hechten waarde aan een inclusieve arbeidsmarkt, waarbij iedereen participeert naar vermogen. Om dit te bevorderen stellen de provincies bij het verlenen van hun opdrachten waar mogelijk de voorwaarde dat hun opdrachtnemers extra maatregelen nemen om deze inclusiviteit te realiseren (Social Return On Investment: SROI).
SROI-activiteiten hebben een relatie met de huidige of de toekomstige arbeidsmarktsituatie van mensen en richt zich op de volgende 3 sporen:
1. Inzet personeel
2. Maatschappelijke activiteiten
3. Sociale inkoop
Ad 1. Inzet personeel
Onder dit spoor vallen de volgende SROI-activiteiten:
• Van werkloosheid naar werk: spreekt voor zich.
• Van werk naar werk: hierbij gaat het om het voorkomen van werkloosheid, bijvoorbeeld in geval van dreigend ontslag,.
• Van onderwijs naar werk: leerlingen/studenten die een plaats op de arbeidsmarkt moeten zien te veroveren.
• Vanuit een kwetsbare positie naar werk: hierbij gaat het om mensen die onder de ‘Banenafspraak’ vallen, een landelijke afspraak tussen overheid en bedrijfsleven om gezamenlijk 125.000 extra banen voor deze doelgroep te creëren.
2. Maatschappelijke activiteiten
Onder dit spoor vallen SROI-activiteiten ter bevordering van arbeidsparticipatie of het bevorderen van vakmanschap. De maatschappelijke activiteiten moeten naar ‘werk’ terug te leiden zijn. Het gaat hier om inzet in natura. Een voorbeeld hiervan is ureninzet t.b.v. het onderwijs, zoals gastlessen over bedrijf, branche of sector, of bedrijfsbezoek voor leerlingen/studenten. Ook aanvullende opleidingskosten van mensen uit de SROI-doelgroepen vallen onder deze categorie activiteiten.
3. Sociale inkoop
Sociale inkoop betreft dienstenafname van een sociale werkvoorziening, een social enterprise of een PSO-30+ gecertificeerde organisatie, bijvoorbeeld als het gaat om plaatsing, onderhoud en reiniging van Haltepalen (artikel 4.2.2). Dienstenafname van dit type organisaties bevordert hun continuïteit en daarmee de duurzame inzet van mensen uit de meest kwetsbare doelgroepen. Indien een organisatie niet gecertificeerd is, dan dient minimaal 30% van de werknemers van deze organisatie gehandicapt of kansarm te zijn (zie ook artikel 20 lid 1 van de aanbestedingsrichtlijn 2014/24).
SROI-ACTIVITEITEN
De SROI-activiteiten die de Concessiehouder opvoert om aan zijn SROI-verplichtingen te voldoen, dient hij in het kader van de Concessie uit te voeren (door de Concessiehouder zelf of in opdracht van de Concessie door een onderaannemer of toeleverancier. Voorwaarden waaraan de door de Concessiehouder voorgestelde SROI-activiteiten moeten voldoen, zijn:
• De SROI-activiteiten zijn directe gerelateerd aan de uitvoering van de Concessie;
• De SROI-activiteiten zijn nieuw in de zin dat de Concessiehouder deze SROI-activiteiten voor het eerst na verlening van de Concessie op- en uitvoert;
• De SROI-activiteiten mogen alleen bij de Concessieverleners worden opgegeven en dan alleen in het kader van de Concessie.
In geval van SROI-verlegging naar een onderaannemer gelden dezelfde bepalingen als die voor u gelden. De Concessiehouder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het nakomen van de SROI-verplichtingen voortvloeiend uit de Concessie en moet jaarlijks aantonen dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan (ook wanneer de SROI-verplichtingen (deels) verlegd wordt naar een onderaannemer).
WAARDEBEPALING SROI-ACTIVITEITEN
Als SROI-activiteit telt alles mee wat de Concessiehouder doet om mensen uit de doelgroepen verder te helpen op - of richting - de arbeidsmarkt. Dat kan gaan om betaald werk, maar bijvoorbeeld ook om (meeloop)stages, werkervaringsplekken, het bieden van opleidingsmogelijkheden, of andere vormen van begeleiding of support. In samenspraak met de SROI-coördinatoren van de Concessieverleners kan de Concessiehouder kiezen uit verschillende manieren om zijn SROI-verplichtingen in te vullen.
De Concessieverleners hanteren voor de waardebepaling van SROI-activiteiten de bouwblokkenmethode waarbij aan de verschillende typen SROI-activiteiten een inspanningswaarde gekoppeld is (zie onderstaande tabel). Daarbij gelden de volgende opmerkingen:
• Ingeval SROI-activiteiten tot meerdere bouwblokken gerekend kunnen worden, telt de hoogste inspanningswaarde;
• Bij de inzet van personeel is deze inspanningswaarde gebaseerd op de relatieve afstand van de uitkeringsgroep tot de arbeidsmarkt.
• WSW en Wajong conform wetgeving van voor 01-01-2015;
• Tarieven zijn all-inclusive, incl. begeleidingskosten en werkgeverslasten.
Bouwblok | SROI-waarde per jaar/1 fte | Duur van meetellen | |
Participatiewet < 2 jaar | € | 30.000 | 2 jaar |
Participatiewet > 2 jaar | € | 40.000 | 2 jaar |
Participatiewet (doelgroepregister/banenafspraak) | € | 40.000 | Altijd |
WSW (in dienst nemen: doelgroepregister/banenafspraak) | € | 40.000 | Altijd |
Werkervaringsplek1 | € | 750 per maand | Overeengekomen periode |
WW < 1 jaar | € | 10.000 | 1 jaar |
WW > 1 jaar | € | 15.000 | 1 jaar |
WIA/WAO, Wajong | € | 40.000 | Altijd |
Leerling BBL (leerbaan), niveau 1 en 2 Leerling BBL (leerbaan), niveau 3 en 4 | € € | 20.000 per leerwerkjaar 15.000 per leerwerkjaar | Opleidingsperiode |
Leerling BOL (stage), niveau 1 en 2 Leerling BOL (stage), niveau 3 en 4 | € € | 7.500 per stage 5.000 per stage | Opleidingsperiode |
Xxxxxxxx VSO/Praktijkonderwijs | € | 5.000 per stage | Opleidingsperiode |
Xxxxxxxx VSO/Praktijkonderwijs tot 18 jaar (werkplek na uitstroom) | € | 25.000 | Eenmalig |
MVO-activiteiten2 | € | 100/uur en/of factuurwaarde | |
WSW (detachering en/of diensten), Sociale inkoop3 | € | factuurwaarde | |
Extra op bovenstaande bedragen | Bedragen tellen | ||
Leeftijd ≥ 50 jaar | € | 5.000 | Eenmalig/naar rato |
Vast dienstverband | € | 10.000 | Eenmalig/naar rato |
Statushouder | € | 5.000 | Eenmalig/naar rato |
PSO-ladder4: trede 1, trede 2, trede 3 | Korting op de SROI-verplichting: 10%, 25%, 50% | Eenmalig/naar rato | |
PSO-ladder4, 30+ | Vrijstelling SROI-verplichting | Eenmalig/naar rato |
1 Werkervaringsplek: Met toestemming van de uitkerende instantie (gemeente)
2 Proefplaatsing: Met toestemming van het UWV. Proefplaatsingen tellen alleen mee voor de SROI- verplichtingen wanneer hier een betaald dienstverband van minimaal 6 maanden op volgt. In dat geval mag 50% van de periode van de proefperiode worden meegeteld.
3 MVO-activiteiten: Deze activiteiten moeten een relatie hebben met de arbeidsmarkt en/of het onderwijs. Denk bijv. aan het geven van gastcolleges bij opleidingsinstituten, de sponsoring van een beroepsgerichte opleiding van iemand uit de doelgroep.