Meerwaarden in de vennootschapsbelasting
Meerwaarden in de vennootschapsbelasting
Inleiding
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 24, eerste lid WIB 92: winst bestaat uit inkomsten van alle nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen die voortkomen :
1° uit alle verrichtingen gedaan door de inrichtingen van die ondernemingen of door toedoen daarvan;
2° uit enige waardevermeerdering van activa die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en uit enige uit die werkzaamheid volgende waardevermindering van passiva, wanneer de desbetreffende meerwaarden of minderwaarden zijn verwezenlijkt of in de boekhouding of jaarrekening zijn uitgedrukt;
3° uit enige, zelfs niet-uitgedrukte of zelfs niet-verwezenlijkte meerwaarden op financiële vaste activa en andere effecten in portefeuille die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, indien de waarde daarvan op het einde van het belastbare tijdperk is toegenomen en in voor zover ze niet hoger is dan de aanschaffings-of beleggingswaarde;
4° uit enige onderwaardering van activa of overwaardering van passiva, in zover de onderwaardering of de overwaardering niet samenvalt met een al dan niet uitgedrukte vermeerdering of vermindering, naar gelang het geval, noch met afschrijvingen die voor de toepassing van de belasting in aanmerking zijn genomen
Drie soorten van meerwaarden in de vennootschapsbelasting
1. Niet-uitgedrukte, niet-verwezenlijkt meerwaarden
🡪 “latente” meerwaarden
2. Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
🡪 herwaarderingsmeerwaarden
3. Verwezenlijkte of vastgestelde meerwaarden
🡪 Actief verdwijnt uit de vennootschap
Latente meerwaarden
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 24, eerste lid WIB 92: winst bestaat uit inkomsten van alle nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen die voortkomen :
1° uit alle verrichtingen gedaan door de inrichtingen van die ondernemingen of door toedoen daarvan;
2° uit enige waardevermeerdering van activa die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en uit enige uit die werkzaamheid volgende waardevermindering van passiva, wanneer de desbetreffende meerwaarden of minderwaarden zijn verwezenlijkt of in de boekhouding of jaarrekening zijn uitgedrukt;
3° uit enige, zelfs niet-uitgedrukte of zelfs niet-verwezenlijkte meerwaarden op financiële vaste activa en andere effecten in portefeuille die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, indien de waarde daarvan op het einde van het belastbare tijdperk is toegenomen en in voor zover ze niet hoger is dan de aanschaffings-of beleggingswaarde;
4° uit enige onderwaardering van activa of overwaardering van passiva, in zover de onderwaardering of de overwaardering niet samenvalt met een al dan niet uitgedrukte vermeerdering of vermindering, naar gelang het geval, noch met afschrijvingen die voor de toepassing van de belasting in aanmerking zijn genomen
🡪 Principe : latente meerwaarde is niet belastbaar
🡪 2 uitzonderingen : ‘reconstitutiemeerwaarden’ (art. 24, eerste lid, 3° WIB 92) en onderschattingen activa (art. 24, eerste lid, 4° WIB 92)
Geval 1 : “reconstitutiemeerwaarden”
Artikel 24, eerste lid WIB 92: winst bestaat uit inkomsten van alle nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen die voortkomen :
1° (…);
2° (…);
3° uit enige, zelfs niet-uitgedrukte of zelfs niet-verwezenlijkte meerwaarden op financiële vaste activa en andere effecten in portefeuille die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, indien de waarde daarvan op het einde van het belastbare tijdperk is toegenomen en in voor zover ze niet hoger is dan de aanschaffings-of beleggingswaarde;
4° (…)
Geval 1 : “reconstitutiemeerwaarden”
ComIB/92, nr. 24/77
“In verband met financiële vaste activa en andere effecten in portefeuille die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt, boeken de belastingplichtigen waardeverminderingen die, mits zij zijn bewezen, door de administratie worden aangenomen”
Maar eenmaal de waardevermindering geboekt, laten de belastingplichtigen doorgaans na de waarde van deze effecten te verbeteren wanneer die waarde opnieuw stijgt. Aldus wordt de waardevermindering in aanmerking genomen zonder dat er een latere aanpassing gebeurt bij een waardevermeerdering en moet er doorgaans de verwezenlijking van die effecten worden afgewacht vooraleer de recuperatie van vroegere waardevermindering aan de belasting kan worden onderworpen.
XxxXX/00, xx. 00/00
Om deze toestand te verhelpen, stelt artikel 24, eerste lid, 3° WIB 92 dat de meerwaarde (zelfs latent) op financiële vaste activa en andere effecten in portefeuille zonder meer belastbaar wordt in de mate dat ze geheel of gedeeltelijk een waardevermindering compenseert die vroeger uit fiscaal oogpunt werd aangenomen.
XxxXX/00, xx. 00/00
“De belastingplichtigen voor wie waardeverminderingen op effecten werden aangenomen, hebben dus de verplichting, voor elk van de daarnavolgende boekjaren, tot een waardering over te gaan van de bedoelde effecten en iedere waardeverhoging ervan als winst te beschouwen tot wanneer de gezegde
waardeverminderingen volledig zijn ingehaald”
🡪 Vandaar de naam “reconstitutiemeerwaarden”
Art. 24, lid 1, 3° WIB 92 : voorbeeld
Vennootschap kocht in 2015 deelbewijzen van een beleggingsfonds voor 100.000 EUR, en boekte in 2020 een waardevermindering van 75.000 EUR die fiscaal aangenomen werd. De boekwaarde van de deelbewijzen bedraagt sindsdien dus 25.000 EUR.
In 2023 is de reële waarde van deze deelbewijzen terug gestegen tot 110.000 EUR, doch de vennootschap drukt deze waardestijging niet uit.
Er is dus sprake van een “latente meerwaarde” van 85.000 EUR.
Gevolg:
▪ krachtens art. 24, eerste lid, 3° WIB 92 is een bedrag van 75.000 EUR (zijnde de eerder fiscaal afgetrokken waardevermindering) belastbaar voor 2023, zelfs al betreft het een latente meerwaarde
▪ het andere gedeelte van de latente meerwaarde (10.000 EUR) blijft vrijgesteld
Geval 2 : onderschatting van activa
Artikel 24, eerste lid WIB 92: winst bestaat uit inkomsten van alle nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen die voortkomen :
1° (…);
2° (…);
3° (…);
4° uit enige onderwaardering van activa of overwaardering van passiva, in zover de onderwaardering of de overwaardering niet samenvalt met een al dan niet uitgedrukte vermeerdering of vermindering, naar gelang het geval, noch met afschrijvingen die voor de toepassing van de belasting in aanmerking zijn genomen
Geval 2 : onderschatting van activa ComIB/92, nr 24/80 :
Wanneer een vennootschap, in strijd met boekhoudkundige of fiscale bepalingen, activabestanddelen heeft
ondergewaardeerd of passivabestanddelen heeft overgewaardeerd, moeten deze bestanddelen worden behandeld als “onzichtbare reserves”, dwz reserves die verborgen zijn en niet onder hun normale benaming op de balans voorkomen.
XxxXX/00, xx. 000/0
Art. 361 WIB 92 kan niet worden ingeroepen voor het belasten van latente meerwaarden die voortvloeien uit het feit dat bepaalde activa, welke bij de verkrijger voor de juiste waarde werden geboekt, voor die prijs in de inventaris behouden blijven, niettegenstaande hun venale waarde achteraf gestegen is.
Geval 2 : onderschatting van activa
XxxXX/00, xx 000/0 : volgende gevallen zijn geviseerd :
1. Hoeveelheden grond-en hulpstoffen, handelsgoederen of gereed product, goederen in bewerking of bestellingen in uitvoering worden niet in inventaris opgenomen;
2. Opzettelijk gebruik maken van ramingsmethoden waarbij niet wordt uitgegaan van omzichtigheid, oprechtheid en goede trouw;
3. Niet-naleving van (fiscaal aanvaarde) waarderingsregels (zoals bv. afschrijvingsregels), ongeacht of die niet- naleving al dan niet een gevolg is van de bedoeling om belastingen te ontduiken of de heffing ervan te verkrijgen
Cass., 29 januari 1963 : wanneer verdoken reserves ontstaan tgv correcte waarderingstechnieken, zijn ze niet belastbaar
Geval 2 : onderschatting van activa
Voorbeelden van onderschattingen van activa :
1. Onderschatting eindvoorraad (zie verder)
2. Onderwaardering van vorderingen (bv. niet-boeken van niet-geïnde vorderingen die reeds zeker en vaststaand zijn, gebruik van té lage omrekeningskoersen voor vorderingen in vreemde munt, betaalde waarborgsommen als kost boeken ipv als actief)
Geval 2 : onderschatting van activa Onderschatting eindvoorraad
Waardering eindvoorraad heeft een rechtstreekse invloed op het winstcijfer
Immers : Omzet – kostprijs verkochte goederen = bruto-exploitatiewinst
Waarbij kostprijs van verkochte goederen = beginvoorraad + aankopen – eindvoorraad.
Gevolg : onderschatting eindvoorraad -> overschatting kostprijs verkochte goederen -> onderschatting bruto- exploitatiewinst
Voorbeeld | |
Beginvoorraad : | 10.000 |
Aankopen | 140.000 |
Eindvoorraad : | -30.000 |
Kostprijs verkochte goederen | 120.000 |
Boekhoudkundige verwerking voorraadtoename :
340 Voorraad handelsgoederen 20.000
Aan 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 20.000
Voorbeeld (vervolg) | |
Geboekte brutowinst : | |
Omzet | 160.000 |
Kostprijs verkochte goederen | -120.000 |
Brutowinst | 40.000 |
Xxxx dat werkelijke waarde eindvoorraad echter 50.000 EUR bedraagt.
Een correcte boekhoudkundige verwerking voorraadtoename zou dus zijn : 340 Voorraad handelsgoederen 40.000
Aan 6094 Voorraadwijziging handelsgoederen 40.000
Voorbeeld (vervolg)
De correcte brutowinst zou dan 60.000 EUR zijn: Omzet 160.000
Kostprijs verkochte goederen
Beginvoorraad 10.000
Aankopen 140.000
Eindvoorraad -50.000
-100.000
60.000
Voorbeeld (vervolg)
Om dit verschil recht te zetten, wordt een toename van de belaste reserves (“Onderschattingen van activa”) tbv
20.000 EUR ingeschreven (en ev. afgeboekt indien vennootschap boekhouding zou aanpassen)
🡪 Vennootschap zal dus belast worden op een totale winst van 60.000 EUR, dus dezelfde winst die ze zou hebben behaald indien de voorraad correct gewaardeerd zou zijn
Moment van belastbaarheid - art. 361 WIB 92 :
▪ Onderwaarderingen van activa en overwaarderingen van passiva;
▪ zoals vermeld in artikel 24, eerste lid, 4° WIB 92;
▪ zijn belastbaar als winst van het belastbaar tijdperk waarop controle betrekking heeft, zelfs indien ze blijken uit boekhouding betreffende vorige belastbare tijdperken
🡪 uitzondering op “annualiteitsbeginsel” : fiscus kan onbeperkt in de tijd teruggaan !
🡪 klassieke verjaringstermijnen (3, 4, 6 of 10 jaren) zijn dus niet toepasselijk (zie bv. Gent, 30 oktober 2012)
Moment van belastbaarheid - art. 361 WIB 92 :
Voorbeeld
In 2024, tijdens een controle over aanslagjaar 2022, ontdekt de fiscus dat de eindvoorraad werd onderschat in 2012.
🡪 Deze onderschatting is belastbaar als winst van aanslagjaar 2022.
Latente meerwaarden : conclusie
Latente meerwaarden zijn niet belastbaar, behalve :
▪ reconstitutiemeerwaarden, ten belope van eerder afgetrokken waardeverminderingen
▪ latente meerwaarden ten gevolge van schendingen van de boekhoudwetgeving (bv. onderschattingen eindvoorraad)
Uitgedrukte, niet- verwezenlijkte meerwaarden
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Boekhoudkundige behandeling
Art. 3:89, §2, II K.B./WVV : niet-gerealiseerde meerwaarden, alsmede de terugneming van waardeverminderingen
Art 3:35, §1 K.B./WVV :
▪ enkel voor materiële en financiële vaste activa;
▪ géén verplichting tot herwaardering;
▪ enkel mogelijk als waarde (bepaald in functie van nut voor de onderneming) op duurzame en vaststaande wijze uitstijgt boven boekwaarde
Zie Advies C.B.N. nr. 2011/14 van 6 juli 2011
Boekhoudkundige behandeling (vervolg)
Art. 3:35, §2 K.B./WVV : wanneer herwaarderingsmeerwaarde betrekking heeft op activa met een beperkte levensduur => op geherwaardeerde waarde afschrijven over residuele levensduur van het betreffende actief
Art. 3:35, §3 K.B./WVV : géén inresultaatname (want geen verwezenlijking) doch rechtstreeks op rubriek III. “Herwaarderingsmeerwaarden” van de balans
Mag echter wél :
▪ overbrengen naar reserves ten belope van de afschrijvingen
▪ bij latere minderwaarde afboeken tbv niet afgeschreven gedeelte
Artikel 24, eerste lid WIB 92: winst bestaat uit inkomsten van alle nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen die voortkomen :
1°(…);
2° uit enige waardevermeerdering van activa die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en uit enige uit die werkzaamheid volgende waardevermindering van passiva, wanneer de desbetreffende meerwaarden of minderwaarden zijn verwezenlijkt of in de boekhouding of jaarrekening zijn uitgedrukt;
3° (…);
4° (…)
Fiscale behandeling
Artikel 44, §1 WIB 92 :
In afwijking van artikel 24, eerste lid, 2° (…) zijn vrijgesteld :
1° uitgedrukte maar niet verwezenlijkte meerwaarden, met uitsluiting van meerwaarden op voorraden en bestellingen in uitvoering
🡪 Enkel herwaarderingsmeerwaarden op voorraden en bestellingen in uitvoering zijn belastbaar
Fiscale behandeling (vervolg)
Artikel 190, tweede lid WIB 92 :
Met betrekking tot het vrijgestelde of voorlopig niet belaste gedeelte van de meerwaarden vermeld in de artikelen 44, §§1 en 3 (…) is dat meerwaarden stelsel slechts van toepassing voor zover dat gedeelte op één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief geboekt is en blijft en niet tot grondslag dient voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning
🡪 Onaantastbaarheidsvoorwaarde na te leven
Fiscale behandeling (vervolg)
Artikel 61 WIB 92 : afschrijvingen zijn fiscaal slechts aanvaard indien gebaseerd op de oorspronkelijke
aanschaffingswaarde
🡪 boekhoudkundige afschrijvingen op herwaarderingsmeerwaarden worden fiscaal niet aanvaard !
🡪 opname als verhoging van de belastbare reserves (“Belastbaar gedeelte herwaarderingsmeerwaarden”)
🡪 nog vrijgesteld deel op te nemen onder de vrijgestelde reserves (“Uitgedrukte, niet verwezenlijkte meerwaarden”)
🡪 Géén fiscaal voordeel uit herwaarderingsmeerwaarden
Voorbeeld
Een actief met een resterende boekwaarde van 20.000 EUR en een residuele gebruiksduur van 5 jaar wordt in 2024 geherwaardeerd met 40.000 EUR.
Xxxxxxxxxxxxxx zal deze vennootschap dus voortaan (en dit voor de volgende 5 boekjaren) een afschrijvingskost boeken van 20% van 60.000 EUR = 12.000 EUR.
Fiscaal zullen deze afschrijvingen slechts aanvaard worden in de mate dat ze gebaseerd op de oorspronkelijke aanschaffingswaarde, m.a.w. ten belope van 20% van 20.000 EUR = 4.000 EUR. Het saldo van 8.000 EUR zal elk jaar als een belastbare reserves terug bij het belastbare resultaat gevoegd worden.
Voorbeeld (vervolg) | ||
Aangifte vennootschapsbelasting | ||
Belastbare gereserveerde winst | ||
B.T. | E.T. | |
Belastbare gedeelte HWMW | 0,00 | 8.000,00 |
(1004) | 8.000,00 ……..… | 16.000,00 ………. |
Vrijgestelde gereserveerde winst | ||
B.T. | E.T. | |
Uitgedrukte, niet verwezenlijkte | ||
meerwaarde (1103) | 0,00 | 32.000,00 |
32.000,00 | 24.000,00 | |
…..… | …….. |
Actief 60.000
Herwaarderingsmeerwaarde 40.000
🡪 De herwaarderingsmeerwaarde (40.000 EUR) is fiscaal voor een deel een belastbare reserve, en voor een deel en nog vrijgestelde reserve
🡪 Elk jaar verandert de fiscale samenstelling van deze herwaarderingsmeerwaarde
🡪 Is van belang zodra het actief verkocht wordt : dan wordt het nog vrijgestelde gedeelte belastbaar !
Zie verder
Overboeking naar beschikbare reserves
▪ Overboeking van de herwaarderingsmeerwaarde naar beschikbare reserves tbv de geboekte afschrijvingen is schending onaantastbaarheidsvoorwaarde;
▪ doch per saldo geen extra vennootschapsbelasting : ipv verhoging van het belastbare gedeelte van de herwaarderingsmeerwaarde worden beschikbare reserves verhoogd;
▪ fiscale gevolgen zijn dus dezelfde;
▪ Voordeel : het bedrag aan herwaarderingsmeerwaarde op passief van de balans is volledig het nog vrijgestelde gedeelte (dus geen uitsplitsing nodig)
Overboeking vrijgestelde herwaarderingsmeerwaarde in kapitaal
▪ wordt niet beschouwd als een schending van de onaantastbaarheidsvoorwaarde : worden “vrijgestelde reserves in kapitaal”;
▪ het vrijgestelde gedeelte blijft na inlijving dus vrijgesteld
Overboeking vrijgestelde herwaarderingsmeerwaarde in kapitaal Circ nr Ci RH. 421/355.961 van 20 juli 1984 :
Indien herwaarderingsmeerwaarde slechts gedeeltelijk in kapitaal opgenomen is (tenzij schriftelijke aanvraag tot
afwijking) volgende regeling van toepassing :
▪ het ingelijfde gedeelte wordt geacht betrekking te hebben op nog vrijgestelde gedeelte;
▪ de na inlijving geboekte afschrijvingen op herwaarderingsmeerwaarde bij voorrang aanrekening op gedeelte dat nog op passief als herwaarderingsmeerwaarde op de balans staat;
▪ Tenslotte worden de vrijgestelde reserves in kapitaal omgezet in belaste reserves in kapitaal
Verwezenlijkte meerwaarden
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Verwezenlijking :
▪ De meerwaarde wordt verwezenlijkt wanneer er kan over beschikt worden door de vervreemding van het goed zelf waarop ze betrekking heeft (ComIB/92, nr. 24/54, Cass., 9 februari 1960)
▪ er is sprake van “verwezenlijking” wanneer activa de onderneming verlaten en door een tegenwaarde worden vervangen (ComIB/92, nr. 24/55)
Artikel 43 WIB 92 : fiscale definitie van meerwaarde :
het positieve verschil tussen de :
▪ ontvangen of de verkoopwaarde bij de vervreemding van het goed,
▪ verminderd met de kosten van vervreemding, en
▪ de aanschaffings-of beleggingswaarde ervan, verminderd met de voorheen aangenomen waardeverminderingen en afschrijvingen
🡪 Enkel het netto-bedrag van de meerwaarde dient in aanmerking te worden genomen, dus nà aftrek van de erop betrekking hebbende kosten (ook al werden deze kosten in eerdere jaren gemaakt)
🡪 Zie Circulaire nr. Ci.RH.241/576.972 van 6 april 2006 : consultancy, erelonen, financiële kosten (bv. wisselkoersresultaten), makelaarskosten, taksen op de verrichtingen, …
Artikel 24, eerste lid WIB 92: winst bestaat uit inkomsten van alle nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen die voortkomen :
1°(…);
2° uit enige waardevermeerdering van activa die voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt en uit enige uit die werkzaamheid volgende waardevermindering van passiva, wanneer de desbetreffende meerwaarden of minderwaarden zijn verwezenlijkt of in de boekhouding of jaarrekening zijn uitgedrukt;
3° (…);
4° (…)
🡪 Principe : verwezenlijkte meerwaarden zijn onmiddellijk en volledig belastbaar op moment van verwezenlijking
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden op aandelen
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 192 WIB 92 :
§ 1. De niet in artikel 45, § 1, eerste lid, 1°, bedoelde meerwaarden op aandelen verwezenlijkt, of vastgesteld bij de verdeling van het vermogen van een ontbonden vennootschap, zijn eveneens volledig vrijgesteld in de mate dat de eventuele inkomsten van deze aandelen in aanmerking komen om krachtens de artikelen 202 en 203, van de winst te worden afgetrokken (….)
🡪 Vrijstelling meerwaarden op aandelen in dezelfde mate als DBI-aftrek op dividenden uit deze aandelen
Art 192 WIB 92 : betreft “verwezenlijkte” of “vastgestelde” meerwaarden op aandelen
Verwezenlijking :
▪ er is sprake van “verwezenlijking” wanneer activa de onderneming verlaten en door een tegenwaarde worden vervangen;
▪ dus meerwaarden bij verkoop, ruil, inbreng, ontvangst schadevergoeding etc. (ComIB/92, nr. 24/55)
Art 192 WIB 92 : betreft “verwezenlijkte” of “vastgestelde” meerwaarden op aandelen
Vaststelling :
▪ vindt plaats wanneer een ontbonden vennootschap, bij de verdeling van haar vermogen, aandelen die ze bezit van derden-vennootschappen toebedeelt aan haar aandeelhouders of vennoten;
▪ is dus formeel géén “verwezenlijking” bij gebrek aan tegenwaarde in de vennootschap
De fiscale behandeling van de meerwaarde op aandelen is afhankelijk van het al dan niet naleven van de verschillende voorwaarden voor de DBI-aftrek op de ontvangen dividenden (cfr. art. 202 en 203 WIB 92):
1. deelnemingsvoorwaarde : minimumdeelneming van 10% of aanschaffingswaarde 2,5 mio EUR;
2. houdperiode : vervreemde aandelen moeten ononderbroken gedurende één jaar in volle eigendom werden gehouden;
3. taxatievoorwaarde : kort samengevat, de dividenden moeten in hoofde van de uitkerende vennootschap aan een « normaal » belastingregime onderworpen worden (dus géén aandelen van vennootschappen in belastingparadijzen, laagbelaste beleggingsvennootschappen, ...)
Zoniet : meerwaarde belastbaar als gewoon resultaat
Deelnemings - en taxatievoorwaarde
van DBI–aftrek voldaan ?
Ja
Houdperiode van de DBI-aftrek voldaan ?
Neen
Ja Neen
Vrijgesteld Belastbaar aan gewoon tarief : 25% of 20%
Minimum deelneming is te voldoen op moment van vervreemding Voorbeeld
Vennootschap A verwerft in januari 2019 15% van de aandelen in vennootschap B voor een totale
aanschaffingswaarde van 2 mio EUR.
In mei 2021 wordt 6% van de aandelen B verkocht met een meerwaarde => meerwaarde vrijgesteld want op moment van verkoop is minimumdeelneming van 10% bereikt.
Na deze verkoop bezit vennootschap A echter nog maar 9% in vennootschap B, waardoor een latere meerwaarde op deze deelneming niet meer vrijgesteld kan worden.
Conclusie van het regime van meerwaarden op aandelen
▪ Belastingvrij kunnen beleggen in beursgenoteerde aandelen door vennootschappen is quasi onmogelijk omwille van vereiste participatiedrempel van 10% of aanschaffingswaarde van 2,5 mio EUR
▪ Enkel meerwaarden op “echte dochtervennootschappen” (deelnemingen van minstens 10% of aanschaffingswaarde 2,5 mio EUR - meestal geboekt als Financiële Vaste Activa) kunnen vrijgesteld worden
▪ Enkel voor aandelen in bepaalde beleggingsvennootschappen (bv. DBI-BEVEK’s) is er géén minimumdeelneming noch houdperiode vereist. Dus bv. indien dividenden van DBI-BEVEK voor 98% recht geven op DBI-aftrek, zal ook 98% van de meerwaarde vrijgesteld zijn
Techniek van de vrijstelling :
Louter fiscale vrijstelling : gebeurt via aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves en vereist dus géén overboeking, via debet van de resultatenrekening, naar vrijgestelde reserves.
Indien niet vrijgesteld
Géén verhoging van de begintoestand der reserves : verwezenlijkte meerwaarde blijft deel uitmaken van het resultaat na de eerste bewerking en zal erna zijn geëigend fiscaal regime ondergaan
Bedrag van de meerwaarde : nettobedrag (art 43 WIB 92)
Voorbeeld
Boekwaarde aandelen : 250.000 EUR Verkoopprijs : 1. 650.000 EUR
Kosten ivm verkoop (advocaat, accountant, etc.) : 14.000 EUR
Gevolgen
1. Kosten van 14.000 EUR zijn fiscaal aftrekbaar (art 49 WIB92)
2. Fiscale meerwaarde bedraagt 1.650.000 – 250.000 – 14.000 = 1.386.000 EUR
Vrijgestelde verwezenlijkte monetaire meerwaarden
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 44, §1, 2° WIB 92 :
“In afwijking van art. 24, eerste lid, 2° (…) zijn vrijgesteld :
(…)
2° verwezenlijkte meerwaarden op immateriële, materiële en financiële vaste activa en andere portefeuillewaarden in zover de ontvangen vergoeding of de verkoopwaarde bij vervreemding van het goed niet hoger is dan de gerevaloriseerde waarde van de vervreemde activa verminderd met de vroeger aangenomen afschrijvingen en waardeverminderingen”
Vrijgesteld monetair gedeelte wordt bekomen door de aanschaffings – of beleggingswaarde te vermenigvuldigen met de revalorisatiecoëfficient van artikel 2, 7° WIB 92 :
Jaar van aanschaf Coëfficiënt
(…) (…)
1936 tem 1943 1,70
1944 tem 1948 1,14
1949 1,10
en volgende 1,00
Voorbeeld | |
Investering voor 1949 : | |
Gebouw : | 900.000 |
Grond : | 100.000 |
1.000.000 |
Gebouw (volledig afgeschreven) en bijhorende grond worden verkocht in 2023 voor 2.100.000 EUR.
Boekhoudkundige meerwaarde : | |
2.100.000 – 100.000 (grond) = 2.000.000 EUR | |
Fiscale meerwaarde : Gereval. aanschaffingswaarde : 1.000.000 x 1,1 = | 1.100.000 |
Aangenomen afschrijvingen = | - 900.000 |
Fiscale residuwaarde = | 200.000 |
Niet-vrijgestelde meerwaarde = 2.100.000 – 200.000 = 1.900.000 EUR Vrijgestelde monetaire meerwaarde = 2.000.000 – 1.900.000 = 100.000 EUR
Techniek van de vrijstelling
Onaantastbaarheidsvoorwaarde dient te worden nageleefd
Dus : boeking, via debet van de resultatenrekening, van het monetaire gedeelte (100.000 EUR) naar rubriek IV.C. “Belastingvrije reserves” van het passief van de balans :
689 Overboeking naar belastingvrije reserves 100.000
aan 132 Belastingvrije reserve 100.000
🡪 Boekresultaat en fiscaal resultaat lopen gelijk
Aangifte in de vennootschapsbelasting
Vrijgestelde gereserveerde winst
BT ET
Andere verwezenlijkte meerwaarde 0 100.000
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik,…
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
1. Vrijgestelde gedeelte verwezenlijkte meerwaarden op personenauto’s Overzicht evolutie aftrekbeperking autokosten
▪ Tot 1/4/2007 : kosten voor 75% aftrekbaar, ongeacht CO2-uitstoot
▪ Vanaf 1/4/2007 : autokosten aftrekbaar à rato van CO2-uitstoot, doch enkel voor voertuigen aangeschaft na die datum
▪ Vanaf 1/4/2008 : autokosten aftrekbaar à rato van CO2-uitstoot, voor alle voertuigen
▪ Vanaf 1/1/2010 : nieuwe aftrekpercentages van toepassing, voor alle voertuigen
▪ Vanaf 1/1/2020 : nieuwe formule voor aftrekbaarheid van autokosten
▪ Wet tot vergroening mobiliteit
Als tegenhanger voor deze beperkte aftrek van de kosten, is een verwezenlijkte meerwaarde ook maar gedeeltelijk belastbaar.
Art. 24, lid 4 WIB 92 : belastbaar gedeelte van verwezenlijkte meerwaarde op personenauto’s (cfr. art. 65 WIB 92):
Meerwaarde x de vóór verkoop fiscaal aangenomen afschrijvingen
de geboekte afschrijvingen
🡪 Het “gewogen gemiddeld aftrekpercentage” van de afschrijvingen
🡪 Het niet-belastbare gedeelte is op te nemen onder de “andere” verhogingen van de begintoestand der reserves
Voorbeeld
Vennootschap, kleine onderneming (art. 2, §1, 5°, c)bis WIB 92), boekhouding per kalenderjaar. Aanschaf in oktober 2018 van een BMW 320d (124gr CO2/km) voor 60.000 EUR, verkoop in 2024 voor 15.000 EUR.
Xxxxxxxxxxxxxx wordt het voertuig over 5 jaar lineair afgeschreven en is het dus op het moment van verkoop volledig afgeschreven.
De verkoop in 2024 leidt dus tot een boekhoudkundige meerwaarde van 15.000 EUR.
Aftrekpercentages van dit voertuig
Tot 1 januari 2020 : 75%
Vanaf 1 januari 2020 : 120% - (0,5% x 1 x 124) = 58%
Fiscaal aanvaarde afschrijvingen
2018 : 12.000 x 75% = 9.000 EUR
2019 : 12.000 x 75% = 9.000 EUR
2020 : 12.000 x 58% = 6.960 EUR
2021 : 12.000 x 58% = 6.960 EUR
2022 : 12.000 x 58% = 6.960 EUR
Berekening van het belastbaar gedeelte van de meerwaarde
(9.000 + 9.000 + 6.960 + 6.960+ 6.960) / (12.000 + 12.000 + 12.000 + 12.000 + 12.000) = 64,8%
🡪 Belastbaar gedeelte van de meerwaarde : 15.000 x 64,8% = 9.720 EUR
🡪 Op te nemen onder begintoestand der reserves : 15.000 – 9.720 = 5.280 EUR
Casus
Voorbeeld 1
Vennootschap leaset op 1 januari 2018 een benzinewagen, aanschaffingsprijs 100.000 EUR met 100 gr. CO2. Op 1 januari 2023 wordt de aankoopoptie gelicht en de wagen aangeschaft voor 20.000 EUR. Hetzelfde jaar wordt de wagen verkocht met een meerwaarde van 10.000 EUR.
De aftrekbaarheid van de afschrijvingen zijn als volgt :
▪ 90% voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2019
▪ 72,5% (=120% - (0,5% x 0,95 x 100)) voor de periode van 1 januari 2020 tot 31 december 2022
Voorbeeld 1 (vervolg)
Fiscaal aanvaarde afschrijvingen :
2018 : 20.000 x 90% = 18.000
2019 : 20.000 x 90% = 18.000
2020 : 20.000 x 72,5% = 15.000
2021 : 20.000 x 72,5% = 15.000
2022 : 20.000 x 72,5% = 15.000
🡪 Belastbaar gedeelte meerwaarde : (18.000 + 18.000 + 15.000 + 15.000 + 15.000)/100.000 = 81% x 10.000 =
8.100 EUR
🡪 Vrijgesteld via aanpassing in meer begintoestand reserves : 1.900 EUR
🡪 Netto-meerwaarde : 10.000 – (8.100 x 25%) = 7.975 EUR
Voorbeeld 2
Stel nu dat deze vennootschap mbt deze personenauto een financieel rentingcontract met aankoopoptie afgesloten. De maandelijkse huur wordt als kosten geboekt en gedurende 2 jaren voor 90% afgetrokken en voor de resterende 3 jaren voor 72,5%. Op 1 januari 2023 wordt de aankoopoptie gelicht en de personenauto verkocht met een meerwaarde van 10.000 EUR.
Vr. & Antw., Kamer, 2021-22, nr. 55-082, 107
▪ Volledige meerwaarde van 10.000 EUR is volledig belastbaar : er zijn geen “afschrijvingen” geweest op het voertuig…..
▪ Netto-meerwaarde : 10.000 – (25% x 10.000 EUR) = 7.500 EUR
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden op bedrijfsvoertuigen
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 44bis WIB 92 : volledige vrijstelling van verwezenlijkte meerwaarden op “bedrijfsvoertuigen” Artikel 44bis, §1, derde lid WIB 92 : bedrijfsvoertuigen zijn :
▪ Voertuigen aangewend voor bezoldigd personenvervoer, met name autobussen, autocars en autovoertuigen
uitsluitend aangewend hetzij tot taxidienst, hetzij tot verhuring met bestuurder
▪ Voertuigen aangewend voor goederenvervoer, met name trekkers en vrachtwagens, en aanhangwagens en opleggers met een maximum toegelaten massa van minstens 4 ton
🡪 zelfde betekenis als voor toepassing van de verkeersbelasting
Verwezenlijkte meerwaarde (art. 44bis, al. 2 WIB 92) :
▪ Naar aanleiding van een schadegeval, opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis
▪ Naar aanleiding van een vrijwillige vervreemding (verkoop, ruil, ..) doch enkel voor zover het bedrijfsvoertuig sedert méér dan 3 jaar vóór de vervreemding de aard van vast actief had
Wederbeleggingsvoorwaarde (art. 44bis, §2 WIB 92) :
Wederbelegging dient te gebeuren in bedrijfsvoertuigen die :
▪ in België worden gebruikt voor de beroepswerkzaamheid; en
▪ aan bepaalde, bij KB bepaalde, ecologische normen beantwoorden Geen minimum houdtermijn van de wederbeleggingsactiva Ecologische normen : zie art. 20, §1 KB/WIB 92
Wederbeleggingsvoorwaarde (vervolg) :
Xxx xxx Xxxxxxxxx, 00 november 2010 :
▪ goederen waarin wederbelegd wordt moeten de aard krijgen van vaste activa (en als dusdanig geboekt);
▪ bij financiële leasing wordt er een element toegevoegd aan het vennootschapsvermogen. Economisch risico ligt dan bij leasingnemer, die de goederen activeert en afschrijft;
▪ kwalificerende bedrijfsvoertuigen die in financiële leasing worden genomen voldoen dan ook aan wederbeleggingsvoorwaarde
Wederbeleggingstermijn (art. 44bis, §3 WIB 92)
Wederbelegging dient te gebeuren binnen een termijn :
▪ Van 1 jaar na verstrijken van belastbaar tijdperk van ontvangst schadeloosstelling;
▪ Van 2 jaar vanaf eerste dag van het kalenderjaar waarin de meerwaarde werd verwezenlijkt;
▪ Uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid
In geval van niet-naleving wederbeleggingsvoorwaarde :
Meerwaarde is belastbaar inkomen van belastbaar tijdperk waarin wederbeleggingstermijn is verstreken.
Bovendien zijn nalatigheidsinteresten verschuldigd vanaf 1 januari van jaar waarnaar aanslagjaar wordt vernoemd waarin vrijstelling werd toegestaan
Artikel 44bis, §5 WIB 92 : geen combinatie met art. 47 WIB 92 mogelijk
Keuze voor stelsel van art. 44bis WIB 92 sluit mogelijkheid tot toepassing art. 47 WIB 92 uit, en vice versa Op gemaakte keuze kan niet worden teruggekomen
Andere voorwaarden
▪ Onaantastbaarheidsvoorwaarde : dus aanleg van een vrijgestelde reserve : 689 Overboeking naar belastingvrije reserves xxx
aan 132 Belastingvrije reserve xxx
🡪 Géén uitgestelde belasting boeken want volledige vrijstelling
▪ Opgave 276N bij de aangifte voegen
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden op binnenschepen
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 44ter WIB 92 : vrijstelling van verwezenlijkte meerwaarden op binnenschepen voor commerciële vaart
Binnenschepen :
▪ Vaartuigen voor personen-of goederenvervoer (voor eigen rek of voor derden)
▪ Vaartuigen voor duwen van binnenvaartuigen (voor eigen rek of voor derden)
Verwezenlijkte meerwaarden :
▪ nav schadegeval, opeising in eigendom of gelijkaardige gebeurtenis
▪ andere vervreemding indien reeds meer dan 5 jaar aard van vaste activa
Wederbeleggingsverplichting :
▪ In binnenschepen bestemd voor commerciële vaart
▪ In België gebruikt voor beroepswerkzaamheid
▪ Die voldoen aan bepaalde ecologische normen
▪ Gelijktijdig aan minstens 2 van de volgende vw voldoen :
▪ Recenter bouwjaar (minstens 5 jaar) dan vaartuig waarop meerwaarde betrekking heeft
▪ Minstens 25% meer laad-of duwvermogen dan vaartuig waarop meerwaarde betrekking heeft
▪ Maximaal 20 jaar in gebruik zijn
Wederbeleggingstermijn :
▪ Binnen 5 jaar
▪ igv gedwongen meerwaarde : na einde blb tijdperk van ontvangst schadeloosstelling
▪ Igv vrijwillige meerwaarden : vanaf eerste dag blb tijdperk van verwezenlijking of vanaf eerste dag voorlaatste blb tijdperk dat verwezenlijking voorafgaat
Indien geen geldige wederbelegging :
▪ Meerwaarde is belastbaar inkomen voor belastbaar tijdperk waarin termijn verstreken is;
▪ Regeling artikel 47 WIB 92 (gespreide taxatie verwezenlijkte meerwaarden) niet van toepassing
▪ Nalatigheidsinteresten verschuldigd
Andere voorwaarden
▪ Onaantastbaarheidsvoorwaarde : dus aanleg vrijgestelde reserve : 689 Overboeking naar belastingvrije reserves xxx
aan 132 Belastingvrije reserve xxx
▪ Opgave 276P bij de aangifte voegen
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden op zeeschepen
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Artikel 122 van Programmawet van 2 augustus 2002
Enkel voor vennootschappen uitsluitend actief in exploitatie van zeeschepen Wederbelegging uitsluitend in
▪ zeeschepen;
▪ delen in mede-eigendom in zeeschepen;
▪ Scheepsaandelen;
▪ aandelen in een vennootschap-scheepsexploitant met maatschappelijke zetel in Europese Unie
Wederbeleggingstermijn
▪ binnen termijn van 5 jaar vanaf eerste dag belastbaar tijdperk van verwezenlijking meerwaarde, of
▪ vanaf eerste dag van voorlaatste belastbare tijdperk dat verwezenlijking voorafgaat;
▪ uiterlijk bij stopzetting beroepswerkzaamheid
Wederbeleggingsactiva dienen gedurende min. 5 jaar als actiefbestanddeel te worden gehouden, doch kunnen ev. vervangen worden binnen de drie maanden na vervreemding ervan
Andere voorwaarden
▪ Opgave 275B bij de aangifte voegen
Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden
Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
– Op aandelen
– Monetaire meerwaarden
– Op personenauto’s, auto’s dubbel gebruik, …
– Op bedrijfsvoertuigen
– Op binnenschepen
– Op zeeschepen
– Andere vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
Conclusie/samenvatting
Worden hier geviseerd :
a) Meerwaarden op aandelen in EU vennootschappen,verwezenlijkt naar aanleiding van een vrijgestelde fusie, splitsing of het aannemen van een andere rechtsvorm (art 45, §1, eerste lid, 1° WIB92)
b) Meerwaarden op rechten van deelneming in gemeenschappelijke beleggingsfondsen, verkregen of vastgesteld nav de omvorming in beleggingsvennootschappen van de EU (art. 45, §2 WIB 92)
c) Meerwaarden verkregen of vastgesteld ter gelegenheid van de belastingvrije inbreng van één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid of van een algemeenheid van goederen
d) De vóór 1/1/1990 vastgestelde of verwezenlijkte meerwaarden op bepaalde aandelen
Andere verwezenlijkte meerwaarden
Boekhoudkundige behandeling
Wanneer een vennootschap-aandeelhouder haar aandelen in een (EU) dochtervennootschap X ruilt voor aandelen van vennootschap Y ten gevolge van een (belastingvrije) fusie door overname van X door Y, dient ze de aandelen Y te boeken aan de waarde waarvoor de aandelen X in haar boekhouding waren opgenomen (art. 3:19,
§1, tweede lid KB/WVV). Met andere woorden, er wordt boekhouding geen meerwaarde tot uitdrukking gebracht.
Fiscale behandeling
▪ Vermits de meerwaarde niet wordt uitgedrukt, is ze ook niet belastbaar (art. 24, eerste lid, 2° WIB 92);
▪ Meerwaarderegime van art. 192 WIB 92 is niet toepasselijk : is een latente meerwaarde op aandelen Y;
▪ Onaantastbaarheidsvoorwaarde moet niet worden nageleefd aangezien meerwaarde boekhoudkundig niet wordt uitgedrukt (art 190, derde lid WIB 92)
Meerwaarden op aandelen in EU vennootschappen, verwezenlijkt nav vrijgestelde fusie…
Gespreid te belasten meerwaarden op bepaalde effecten
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
– Op bepaalde effecten
– Op materiële en immateriële vaste activa
Conclusie/samenvatting
Artikel 513 WIB 92 : gespreide taxatie mogelijk voor verwezenlijkte meerwaarden op effecten die ten laatste op 31/12/1989 zijn uitgegeven of gewaarborgd door openbare instellingen.
Voorwaarden :
Meer dan 5 jaar in bezit op moment van verwezenlijking;
Wederbelegging, binnen 3 maand na datum van verwezenlijking, in nieuwe effecten met een duur van min. 5 jaar en uitgegeven of gewaarborgd door openbare instellingen (opgenomen onder nr 1 van de Prijscourant):;
De als wederbelegging verkregen effecten moeten gedurende ten minste vijf jaar worden behouden Zie advies CBN 147/3
Gespreide taxatie
▪ Meerwaarde is belastbaar in jaar van verwezenlijking en elk van de volgende 5 belastbare tijdperken, ten belope van 1/6 elk jaar;
▪ Bij overdracht van de herbelegde effecten vóór het verstrijken van de termijn van 5 jaar of bij stopzetting van de werkzaamheid wordt, bij gebrek aan herbelegging of bij niet voorleggen van de vereiste opgave, het nog niet belaste gedeelte belastbaar;
▪ Zelfde opgave indienen als voor de gespreide taxatie van art. 47 WIB 92 (276K)
🡪 Uitdoofscenario : enkel nog voor meerwaarden ten laatste verwezenlijkt in een belastbaar tijdperk dat aanvangt vóór 1 januari 2020…
Gespreid te belasten meerwaarden op materiële en immateriële vaste activa
Inleiding
Latente meerwaarden
Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden
Verwezenlijkte meerwaarden Vrijgestelde verwezenlijkte meerwaarden
Gespreid te belasten verwezenlijkte meerwaarden
– Op bepaalde effecten
– Op materiële en immateriële vaste activa
Conclusie/samenvatting
Artikel 47 WIB 92 : gespreide inresultaatname voor volgende meerwaarden :
1° Gedwongen meerwaarden (schadegeval, onteigening)
🡪 naar aanleiding van een schadegeval, onteigening etc
🡪 op materiële en immateriële vaste activa
Gedwongen meerwaarden XxxXX/00, xx. 00/0
Xxxxxxx zijn meerwaarden die voortkomen van vergoedingen, ontvangen uit hoofde van schadegevallen,
onteigeningen, opeisingen in eigendom en andere gelijkaardige gebeurtenissen die geheel onafhankelijk zijn van de wil van de verkrijger van de vergoedingen.
ComIB/92, nr. 47/9
Meerwaarden die voortkomen van vergoedingen ontvangen van het Rampenfonds ingevolge schade aan voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid gebruikte onroerende goederen veroorzaakt door storm of andere overmachtsomstandigheden, vallen eveneens in het toepassingsgebied van art. 47, WIB 92 (PV nr. 293, 5.3.1993, Sen. Capoen, Bull. 729, blz. 1898).
Artikel 47 WIB 92 : gespreide taxatie mogelijk voor volgende meerwaarden :
2° Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden
🡪 bij verkoop, ruil, inbreng, ..
🡪 enkel voor :
▪ materiële vaste activa, of
▪ immateriële vaste activa waarop fiscaal afschrijvingen werden aanvaard en die meer dan vijf jaar de aard van vaste activa hebben
Jaarverslag 2016 Dienst Voorafgaande Beslissingen, p. 72 Casus
Vennootschap vervreemdt een onroerend goed dat bestaat uit verschillende kadastraal geregistreerde units. Dit
geheel van kadastrale percelen werd steeds boekhoudkundig als één enkel materieel vast actiefbestanddeel weergegeven en afgeschreven en werd in zijn totaliteit verkocht aan één enkele koper tegen een bij notariële akte vastgestelde totaalprijs.
Vennootschap wenst meerwaarde na de verkoop te verdelen over de verschillende units en de vervreemding te beschouwen als een vervreemding van verschillende materiële vaste activa, zodat per kadastraal perceel zou kunnen worden beslist om de gespreide taxatie al dan niet toe te passen.
Jaarverslag 2016 Dienst Voorafgaande Beslissingen, p. 72 Casus (vervolg)
Standpunt Rulingdienst :
Xxxxxxx boekhouding steeds als één geheel behandeld en ook zo vervreemd kan meerwaarde slechts voor haar totaliteit in aanmerking komen voor gespreide taxatie.
Voorafgaand opdelen is dus de boodschap… Casus
Vennootschap is al meer dan 5 jaar eigenaar van een villa op een perceel grond. Villa wordt afgebroken
(uitzonderlijke afschrijving geboekt) om tesamen met een bouwheer een appartementencomplex te bouwen. Vennootschap geeft de grond in opstal aan de bouwheer, en voorafgaandelijk aan de oprichting wordt een basisakte opgemaakt waarbij de grondaandelen worden opgedeeld, en apart ingeboekt als aparte vaste activa. Telkens de bouwheer een appartement zal verkopen, verkoopt de vennootschap het overeenstemmende grondaandeel aan de koper. Vennootschap wil meerwaarde bepalen per grondaandeel afzonderlijk, en per grondaandeel bepalen of ze de meerwaarde wil spreiden.