TRAC T A TENBLAD
18 (2001) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2001 Nr. 109
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Guatemala inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen;
Guatemala, 18 mei 2001
B. TEKST1)
Agreement on the promotion and reciprocal protection of investments between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Guatemala
The Kingdom of the Netherlands and
the Republic of Guatemala,
hereinafter referred to as the Contracting Parties,
Preamble
Desiring to strengthen their traditional ties of friendship and to extend and intensify the economic relations between them, particularly with respect to investments by the investors of one Contracting Party in the territory of the other Contracting Party,
Recognising that agreement upon the treatment to be accorded to such investments will stimulate the flow of capital and technology and the economic development of the Contracting Parties and that fair and equi- table treatment of investment is desirable,
Have agreed as follows:
Article 1
Definitions
For the purposes of this Agreement:
a) the term ‘‘investments’’ means every kind of asset and more par- ticularly, though not exclusively:
(i) movable and immovable property as well as any other rights in rem in respect of every kind of asset;
(ii) rigths derived from shares, bonds and other kinds of interest in companies and joint ventures;
(iii) claims to money, to other assets or to any performance having an economic value;
(iv) rigths in the field of intellectual property, technical processes, goodwill and know-how;
(v) rights granted under public law or under contract, including rights to prospect, explore, extract or exploit natural resources.
1) De Spaanse tekst is niet afgedrukt.
Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Guatemala
Het Koninkrijk der Nederlanden en
de Republiek Guatemala,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Preambule
Geleid door de wens de van oudsher bestaande vriendschapsbanden tussen hun xxxxxx xx versterken en de economische betrekkingen tussen hen uit xx xxxxxxx en te intensiveren, met name wat betreft investeringen door de investeerders van de ene Verdragsluitende Partij op het grond- gebied van de andere Verdragsluitende Partij,
In het besef dat overeenstemming over de aan dergelijke investerin- gen toe xx xxxxxx behandeling het kapitaalverkeer en de overdracht van technologie tussen, alsmede de economische ontwikkeling van de Verdragsluitende Partijen zal stimuleren, en dat een eerlijke en recht- vaardige behandeling van investeringen wenselijk is,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit Verdrag:
a. wordt onder de term ,,investeringen’’ verstaan: alle soorten vermogensbestanddelen en in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
i. roerende en onroerende zaken, alsmede andere zakelijke rechten met betrekking tot alle soorten vermogensbestanddelen;
ii. rechten ontleend aan aandelen, obligaties en andere soorten xxxxx- gen in ondernemingen en joint ventures;
iii. aanspraken op geld, op andere vermogensbestanddelen of op iedere prestatie die economische waarde heeft;
iv. rechten op het gebied van de intellectuele eigendom, technische werkwijzen, goodwill en know-how;
v. rechten verleend krachtens het publiekrecht of bij overeenkomst, met inbegrip van rechten tot het opsporen, exploreren, ontginnen of exploiteren van natuurlijke rijkdommen.
b) the term ‘‘investor’’ shall comprise with regard to either Contrac- ting Party:
(i) natural persons who, according to the law of that Contracting Party, are considered to be its nationals;
(ii) legal persons constituted under the law of that Contracting Party, or legal persons directly or indirectly controlled by nationals of that Contracting Party or by legal persons constituted under the law of that Contracting Party.
c) the term ‘‘territory’’ means:
(i) the land area of the Contracting Party concerned including its air- space and the territorial sea, as well as the exclusive economic zone and the continental shelf, which extends outside the limits of the territorial sea, over which jurisdiction or sovereign rights are exercised by the Contracting Party concerned, in accordance with international law.
Article 2
Scope of application
The provisions of this Agreement shall, from the date of entry into force thereof, also apply to investments that legally exist on that date, but they shall not apply to investment disputes which arose before its entry into force.
Article 3
Promotion and admission
Each Contracting Party shall in its territory encourage investments by investors of the other Contracting Party and admit such investments in accordance with its laws and regulations.
Article 4
Protection and treatment
1. Each Contracting Party shall ensure fair and equitable treatment of the investments of investors of the other Contracting Party and shall not impair, by unreasonable or discriminatory measures, the operation, ma- nagement, maintenance, use, enjoyment or disposal thereof by those investors. Each Contracting Party shall accord to such investments full physical security and protection.
2. Each Contracting Party shall accord to such investments treatment which in any case shall not be less favourable than that accorded either to investments of its own investors or to investments of investors of any third State, whichever is more favourable to the investor concerned.
b. omvat de term ,,investeerder’’ met betrekking tot elk van de Verdragsluitende Partijen:
i. natuurlijke personen die, overeenkomstig het recht van die Verdragsluitende Partij, als haar onderdanen xxxxxx beschouwd;
ii. rechtspersonen, die zijn opgericht krachtens het recht van die Verdragsluitende Partij, of rechtspersonen die onder al xxx niet rechtstreeks toezicht staan van onderdanen van die Verdrag- sluitende Partij of van rechtspersonen die zijn opgericht krachtens het recht van die Verdragsluitende Partij.
c. wordt onder de term ,,grondgebied’’ verstaan:
i. het grondgebied van de betrokken Verdragsluitende Partij met inbegrip xxx xxxx luchtruim en de territoriale zee, alsmede de exclusieve economische zone en het continentaal plat dat zich uit- strekt tot buiten de grenzen van de territoriale zee, waarover de betrokken Verdragsluitende Partij rechtsmacht of soevereine xxxx- ten uitoefent, in overeenstemming met het internationaal recht.
Artikel 2
Reikwijdte van de toepassing
De bepalingen van dit Verdrag zijn, vanaf de datum waarop het in xxxxxxx treedt, ook van toepassing op investeringen die xxxxxx bestaan op die datum, maar zijn niet van toepassing op geschillen betreffende een investering die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding xxxxx.
Artikel 3
Bevordering en toelating
Elke Verdragsluitende Partij stimuleert investeringen door investeer- ders van de andere Verdragsluitende Partij en laat dergelijke investerin- gen in overeenstemming met haar wetten en voorschriften toe.
Artikel 4
Bescherming en behandeling
1. Elke Verdragsluitende Partij waarborgt een eerlijke en rechtvaar- dige behandeling van de investeringen van investeerders van de andere Verdragsluitende Partij en belemmert niet, door onredelijke of discrimi- natoire maatregelen, xx xxxxxxx, het beheer, de instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding daarvan door die investeerders. Elke Verdragsluitende Partij kent aan die investeringen volledige fysieke zekerheid en bescherming toe.
2. Elke Verdragsluitende Partij kent aan dergelijke investeringen een behandeling toe die in ieder geval niet minder gunstig is xxx die xxxxx wordt toegekend aan investeringen xxx xxxx eigen investeerders of aan investeringen van investeerders van een derde staat, naar gelang xxx xxxxx het gunstigst is voor de betrokken investeerder.
3. If a Contracting Party has accorded special advantages to investors of any third State by virtue of agreements establishing customs unions, economic unions, monetary unions or similar institutions, or on the basis of interim agreements leading to such unions or institutions, that Con- tracting Party shall not be obliged to accord such advantages to inves- tors of the other Contracting Party.
4. Each Contracting Party shall observe any obligation it may have entered into with regard to investments of investors of the other Con- tracting Party.
5. If the provisions of law of either Contracting Party or obligations under international law existing at present or established hereafter be- tween the Contracting Parties in addition to the present Agreement con- tain a regulation, whether general or specific, entitling investments by investors of the other Contracting Party to a treatment more favourable than is provided for the present Agreement, such regulation shall be applicable to the extent that it is more favourable.
Article 5
Taxation
With respect to taxes, fees, charges and to fiscal deductions and exemptions, each Contracting Party shall accord to investors of the other Contracting Party who are engaged in any economic activity in its ter- ritory, treatment not less favourable than that accorded to its own inves- tors or to those of any third State who are in the same circumstances, whichever is more favourable to the investors concerned. For this pur- pose, however, there shall not be taken into account any special fiscal advantages accorded by that Party:
a) under an agreement for the avoidance of double taxation; or any other arrangement in the fiscal field; or
b) by virtue of its participation in a customs union, economic union or similar institution.
Article 6
Free transfer
Each Contracting Party shall guarantee that payments relating to an investment may be transferred. The transfers shall be made in a freely convertible currency, without restriction or delay. Such transfers include in particular though not exclusively:
3. Indien een Verdragsluitende Partij investeerders van een derde staat bijzondere voordelen heeft toegekend uit hoofde van overeenkom- sten tot oprichting van douane-unies, economische unies, monetaire unies of soortgelijke instellingen, xxx wel op grond van interim- overeenkomsten die tot zodanige unies of instellingen leiden, is die Verdragsluitende Partij niet verplicht zodanige voordelen toe xx xxxxxx aan investeerders van de andere Verdragsluitende Partij.
4. Elke Verdragsluitende Partij komt alle verplichtingen na die zij is aangegaan met betrekking tot investeringen van investeerders van de andere Verdragsluitende Partij.
5. Indien naast dit Verdrag de wettelijke bepalingen van één van beide Verdragsluitende Partijen of verplichtingen krachtens internatio- naal recht die thans tussen de Verdragsluitende Partijen bestaan of op een later tijdstip onderling xxxxxx aangegaan, een algemene of bijzon- dere regeling bevatten op grond waarvan voor investeringen door inves- teerders van de andere Verdragsluitende Partij aanspraak xxx xxxxxx gemaakt op een behandeling die gunstiger is xxx in dit Verdrag is voor- zien, is een dergelijke regeling van toepassing voor zover zij gunstiger is.
Artikel 5
Belastingheffıng
Met betrekking tot belastingen, heffingen, lasten en verminderingen en vrijstellingen van belasting kent iedere Verdragsluitende Partij aan inves- teerders van de andere Verdragsluitende Partij die zich op haar grondge- bied met economische activiteiten bezighouden, een behandeling toe die niet minder gunstig is xxx die xxxxx wordt toegekend aan haar eigen investeerders of aan die van een derde staat die zich in dezelfde omstan- digheden bevinden, naar gelang xxx xxxxx het gunstigst is voor de betrokken investeerders. Hierbij wordt evenwel geen rekening gehouden met bijzondere belastingvoordelen door die Partij toegekend:
a. krachtens een verdrag ter vermijding van dubbele belasting, of een andere regeling op fiscaal gebied, of
b. uit hoofde xxx xxxx deelneming aan een douane-unie, economi- sche unie of soortgelijke instelling.
Artikel 6
Vrije overmaking
Elke Verdragsluitende Partij waarborgt dat betalingen die verband houden met een investering kunnen xxxxxx overgemaakt. De overma- xxxxxx geschieden in vrij inwisselbare valuta, zonder beperking of ver- traging. Deze overmakingen omvatten in het bijzonder, doch niet uitslui- tend:
a) profits, interests, dividends and other current incomes;
b) funds necessary
(i) for the acquisition of raw or auxiliary materials, semi-fabricated or finished products,
or
(ii) to replace capital assets in order to safeguard the continuity of an investment;
c) additional funds necessary for the development of an investment;
d) funds in repayment of loans;
e) royalties or fees;
f) earnings and other remuneration of personnel engaged from abroad in connection with the investment;
g) the proceeds of sale or liquidation of the investment;
h) payments arising under Article 8.
Article 7
Expropriation
Neither Contracting Party shall take any measures depriving, directly or indirectly, investors of the other Contracting Party of their invest- ments unless the following conditions are complied with:
a) the measures are taken in the public interest and under due pro- cess of law;
b) the measures are not discriminatory or contrary to any underta- king that the Contracting Party which takes such measures may have given;
c) the measures are taken against just compensation. Such compen- sation shall represent the genuine value of the investments affected, shall include interest at a normal commercial rate until the date of payment and shall, in order to be effective for the claimants, be paid and made transferable, without delay, to the country designated by the claimants concerned and in the currency of the country of which the claimants are investors or in any freely convertible currency accepted by the claimants.
Article 8
Compensation for Losses
Investors of one Contracting Party who suffer losses in respect of their investments in the territory of the other Contracting Party owing to war or other armed conflict, revolution, a state of national emergency, revolt, insurrection or riot shall be accorded by the latter Contracting Party
x. xxxxxxx, interesten, dividenden en andere lopende inkomsten;
x. xxxxxx nodig
i. voor het verwerven van grondstoffen of hulpmaterialen, halffabri- xxxxx of eindproducten,
of
ii. om kapitaalgoederen te vervangen teneinde de continuïteit van een investering te waarborgen;
c. bijkomende gelden nodig voor de ontwikkeling van een investe- ring;
x. xxxxxx voor de terugbetaling van leningen;
e. royalty’s of honoraria;
f. inkomsten en andere vergoedingen van in verband met de inves- tering uit het buitenland aangetrokken personeel;
g. de opbrengst van de verkoop of liquidatie van de investering;
h. betalingen uit hoofde van artikel 8.
Artikel 7
Onteigening
Geen der Verdragsluitende Partijen neemt maatregelen waardoor di- rect of indirect aan investeerders van de andere Verdragsluitende Partij hun investeringen xxxxxx ontnomen, tenzij aan de volgende voorwaar- den wordt voldaan:
a. de maatregelen xxxxxx genomen in het algemeen belang en met inachtneming van een behoorlijke rechtsgang;
b. de maatregelen zijn niet discriminatoir of in strijd met enige ver- bintenis die de Verdragsluitende Partij die deze maatregelen neemt, is aangegaan;
c. de maatregelen gaan vergezeld van een billijke schadeloosstelling. Deze schadeloosstelling dient overeen te komen met de werkelijke waarde van de desbetreffende investeringen, dient rente te omvatten tegen een gewone commerciële rentevoet tot de datum van betaling en dient, wil zij doeltreffend zijn voor de gerechtigden, zonder vertraging xx xxxxxx betaald en xx xxxxxx xxxxxx overgemaakt naar het door de betrokken gerechtigden aangewezen land en in de valuta van het land waarvan de gerechtigden investeerder zijn of in een door de gerechtig- den aanvaarde vrij inwisselbare valuta.
Artikel 8
Schadeloosstelling voor verliezen
Aan investeerders van een Verdragsluitende Partij die verliezen lijden met betrekking tot hun investeringen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij xxxxxx xxxxxx of een ander gewapend conflict, revolutie, een nationale noodtoestand, opstand, oproer of ongeregeldhe-
treatment, as regards restitution, indemnification, compensation or other settlement, no less favourable than that which that Contracting Party accords to its own investors or to investors of any third State, whichever is more favourable to the investor concerned.
Article 9
Subrogation
lf the investments of an investor of the one Contracting Party are insured against non-commercial risks or otherwise give rise to payment of indemnification in respect of such investments under a system esta- blished by law, regulation or government contract, any subrogation of the insurer or re-insurer or Agency designated by the one Contracting Party to the rights of the said investor pursuant to the terms of such insurance or under any other indemnity given shall be recognised by the other Contracting Party.
Article 10
Disputes between a Contracting Party and an investor of the other Contracting Party
Each Contracting Party hereby consents to submit any legal dispute arising between that Contracting Party and an investor of the other Con- tracting Party concerning an investment of that investor in the territory of the former Contracting Party to:
a) the International Centre for Settlement of Investment Disputes (ICSID), for settlement by arbitration or conciliation under the Conven- tion on the Settlement of Investment Disputes between States and Na- tionals of other States, opened for signature at Washington on 18 March 1965;
b) the International Centre for Settlement of Investment Disputes under the Rules Governing the Additional Facility for the Administra- tion of Proceedings by the Secretariat of the Centre (Additional Facility Rules), if one of the Contracting Parties is not a Contracting State of the Convention as mentioned in paragraph a) of this Article;
c) an international ad hoc arbitral tribunal under the Arbitration Rules of the United Nations Commission on International Trade Law (UNCITRAL), if none of the Contracting Parties is a Contracting State of the Convention as mentioned in paragraph a) of this Article.
den, wordt door de laatstbedoelde Verdragsluitende Partij wat restitutie, schadevergoeding, schadeloosstelling of een andere regeling betreft, geen minder gunstige behandeling toegekend xxx die xxxxx die Verdrag- sluitende Partij toekent aan haar eigen investeerders of aan investeerders van een derde staat, naar gelang van wat het gunstigst is voor de betrok- xxx investeerder.
Artikel 9
Subrogatie
Indien de investeringen van een investeerder van de ene Verdrag- sluitende Partij verzekerd zijn tegen niet-commerciële risico’s of xxxxxx- xxxx aanleiding geven tot de betaling van schadevergoeding ter zake van die investeringen krachtens een bij wet, voorschrift of overheidscontract ingesteld xxxxxxx, wordt de subrogatie van de verzekeraar of de herver- zekeraar of de door de ene Verdragsluitende Partij aangewezen instantie in de rechten van de bedoelde investeerder, ingevolge de voorwaarden van deze verzekering of krachtens een andere gegeven schadeloosstel- ling, door de andere Verdragsluitende Partij erkend.
Artikel 10
Beslechting van geschillen tussen een Verdragsluitende Partij en een investeerder van de andere Verdragsluitende Partij
Elke Verdragsluitende Partij stemt ermee in een juridisch geschil dat ontstaat tussen die Verdragsluitende Partij en een investeerder van de andere Verdragsluitende Partij aangaande een investering van die inves- teerder op het grondgebied van de eerstgenoemde Verdragsluitende Par- tij voor te leggen aan:
a. het Internationale Centrum voor de Beslechting van Investerings- geschillen (ICSID) ter beslechting door arbitrage of conciliatie krachtens het Verdrag inzake de beslechting van investeringsgeschillen tussen sta- ten en onderdanen van andere staten, dat op 18 maart 1965 te Washing- ton werd opengesteld voor ondertekening;
b. het Internationale Centrum voor Beslechting van Investerings- geschillen overeenkomstig de regels betreffende de Aanvullende Voor- ziening voor de toepassing van procedures door het Secretariaat van het Centrum (Aanvullende Voorziening), indien een van de Verdragsluitende Partijen geen Verdragsluitende Staat is bij het Verdrag genoemd in letter
a. van dit artikel;
c. een internationaal scheidsgerecht ad hoc krachtens het arbitrage- reglement van de Commissie voor internationaal handelsrecht van de Verenigde Naties (UNCITRAL) indien geen van de Verdragsluitende Partijen een Verdragsluitende Staat is bij het Verdrag genoemd in letter
a. van dit artikel.
A legal person which is a national of one Contracting Party and which before such a dispute arises is controlled by nationals of the other Con- tracting Party shall, in accordance with Article 25 (2) (b) of the Conven- tion, for the purpose of the Convention be treated as a national of the other Contracting Party.
Article 11
Consultations
Either Contracting Party may propose to the other Party that consul- tations be held on any matter concerning the interpretation or applica- tion of the Agreement. The other Party shall accord sympathetic consi- deration to the proposal and shall afford adequate opportunity for such consultations.
Article 12
Disputes between Contracting Parties
1. Any dispute between the Contracting Parties concerning the inter- pretation or application of the present Agreement, which cannot be set- tled within a period of six months through diplomatic channels, shall, unless the Parties have otherwise agreed, be submitted, at the request of either Party, to an arbitral tribunal, composed of three members. Each Party shall appoint one arbitrator and the two arbitrators thus appointed shall together appoint a third arbitrator as their chairman who is not a national of either Party.
2. If one of the Parties fails to appoint its arbitrator and has not pro- ceeded to do so within two months after an invitation from the other Party to make such appointment, the latter Party may invite the Presi- dent of the International Court of Justice to make the necessary appoint- ment.
3. If the two arbitrators are unable to reach agreement, in the two months following their appointment, on the choice of the third arbitra- tor, either Party may invite the President of the International Court of Justice to make the necessary appointment.
4. If, in the cases provided for in the paragraphs (2) and (3) of this Article, the President of the International Court of Justice is prevented from discharging the said function or is a national of either Contracting Party, the Vice-President shall be invited to make the necessary appoint- ments. lf the Vice-President is prevented from discharging the said func- tion or is a national of either Party the most senior member of the Court available who is not a national of either Party shall be invited to make the necessary appointments.
Een rechtspersoon die onderdaan is van de ene Verdragsluitende Par- tij en die, voordat een dergelijk geschil ontstaat, onder toezicht staat van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij, wordt in overeen- stemming met artikel 25, tweede lid, letter b, van het Verdrag voor de toepassing van het Verdrag behandeld als een onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij.
Artikel 11
Overleg
Elk van beide Verdragsluitende Partijen kan aan de andere Partij voor- stellen overleg te plegen over een aangelegenheid betreffende de uitleg- ging of toepassing van het Verdrag. De andere Partij neemt dit voorstel in welwillende overweging en biedt passende gelegenheid voor xxxxx- lijk overleg.
Artikel 12
Geschillen tussen Verdragsluitende Partijen
1. Enig geschil tussen de Verdragsluitende Partijen betreffende de uit- legging of toepassing van dit Verdrag dat niet binnen zes maanden langs diplomatieke weg xxx xxxxxx beslecht, wordt, tenzij de Partijen anders zijn overeengekomen, op verzoek van een van beide Partijen voorgelegd aan een uit drie leden samengesteld scheidsgerecht. Elke Partij benoemt een scheidsman en de twee aldus benoemde scheidslieden benoemen tezamen een derde scheidsman die geen onderdaan van een der Partijen is tot hun voorzitter.
2. Indien één van beide Partijen nalaat haar scheidsman te benoemen en indien zij binnen twee maanden geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere Partij tot deze benoeming over te gaan, kan de laatstgenoemde Partij de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
3. Indien de beide scheidslieden binnen twee maanden na hun benoe- xxxx xxxx overeenstemming kunnen bereiken over de keuze van de derde scheidsman, kan elk der Partijen de President van het Internatio- xxxx Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
4. Indien in de in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde gevallen de President van het Internationale Gerechtshof verhinderd is de genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van een van beide Verdragsluitende Partijen, wordt de Vice-President verzocht de noodza- kelijke benoemingen te verrichten. Indien de Vice-President verhinderd is de genoemde functie uit te oefenen, of onderdaan is van een van beide Partijen, wordt het lid van het Gerechtshof dat de hoogste anciënniteit heeft, beschikbaar is en geen onderdaan is van een der Partijen, verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
5. The tribunal shall decide on the basis of respect for the law. Before the tribunal decides, it may at any stage of the proceedings propose to the Parties that the dispute be settled amicably. The foregoing provisions shall not prejudice settlement of the dispute ex aequo et xxxx if the Par- ties so agree.
6. Unless the Parties decide otherwise, the tribunal shall determine its own procedure.
7. The tribunal shall reach its decision by a majority of votes. Such decision shall be final and binding on the Parties.
Article 13
Territorial application
As regards the Kingdom of the Netherlands, the present Agreement shall apply to the part of the Kingdom in Europe, to the Netherlands Antilles and to Aruba, unless the notification provided for in Article 14, paragraph 1 provides otherwise.
Article 14
Final provisions
1. The present Agreement shall enter into force on the first day of the second month following the date on which the Contracting Parties have notified each other in writing that their constitutionally required proce- dures have been complied with, and shall remain in force for a period of fifteen years.
2. Unless notice of termination has been given by either Contracting Party at least six months before the date of the expiry of its validity, the present Agreement shall be extended tacitly for periods of ten years, whereby each Contracting Party reserves the right to terminate the Agreement upon notice of at least six months before the date of expiry of the current period of validity.
3. In respect of investments made before the date of the termination of the present Agreement, the foregoing Articles shall continue to be effective for a further period of fifteen years from that date.
4. Subject to the period mentioned in paragraph 2 of this Article, the Kingdom of the Netherlands shall be entitled to terminate the applica- tion of the present Agreement separately in respect of any of the parts of the Kingdom. The Kingdom of the Netherlands will notify the Repu- blic of Guatemala in writing of such a termination.
5. Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van eerbiediging van het recht. Alvorens uitspraak te doen, kan het scheidsgerecht in elk sta- dium van het geding een minnelijke schikking van het geschil aan de Partijen voorstellen. De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan regeling van het geschil ex aequo et xxxx, indien de Partijen dit over- eenkomen.
6. Tenzij de Partijen xxxxxx xxxxxxxxx, stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedure vast.
7. Het scheidsgerecht neemt zijn beslissing bij meerderheid van stem- men. Deze beslissing is onherroepelijk en bindend voor de Partijen.
Artikel 13
Territoriale toepassing
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft is dit Verdrag van toepas- sing op het xxxx van het Rijk in Europa, de Nederlandse Antillen en Aruba, tenzij anders is bepaald in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde mededeling.
Artikel 14
Slotbepalingen
1. Dit Verdrag treedt in xxxxxxx op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan hun grondwettelijk vereiste pro- cedures is voldaan, en blijft xxx xxxxxx gedurende een tijdvak van vijf- tien jaar.
2. Tenzij ten minste zes maanden voor het verstrijken van de geldig- heidsduur door een van beide Verdragsluitende Partijen mededeling van beëindiging is gedaan, wordt dit Verdrag telkens stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van tien jaar, waarbij elke Verdragsluitende Partij zich het recht voorbehoudt dit Verdrag te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden vóór het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.
3. Ten aanzien van investeringen die zijn gedaan vóór de datum van beëindiging van dit Verdrag, blijven de voorgaande artikelen xxx xxxxxx gedurende een tijdvak van vijftien jaar vanaf die datum.
4. Met inachtneming van de in het tweede lid van dit artikel ge- noemde termijn is het Koninkrijk der Nederlanden gerechtigd de toepas- sing van dit Verdrag ten aanzien van een xxxx van het Koninkrijk afzon- derlijk te beëindigen. Het Koninkrijk der Nederlanden stelt de Republiek Guatemala schriftelijk in kennis van een dergelijke beëindiging.
IN WITNESS WHEREOF, the undersigned representatives, duly authorised thereto, have signed the present Agreement.
DONE in two originals at Guatemala on 18th of May 2001, in the Netherlands, Spanish and English languages, the three texts being au- thentic. In case of difference of interpretation the English text will pre- vail.
For the Kingdom of the Netherlands
(s.) X. X. XXXXXX
X. X. Xxxxxx
Charge´ d’Affaires a.i.
For the Republic of Guatemala
(s.) XXXXX XXXXXXX XXXXXXX XXXXX
Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Minister of Economic Affairs
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Guatemala op 18 mei 2001, in xx Xxxxx- landse, de Spaanse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst door- slaggevend.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) X. X. XXXXXX
X. X. Xxxxxx
Charge´ d’Affaires a.i.
Voor de Republiek Guatemala
(w.g.) XXXXX XXXXXXX XXXXXXX XXXXX
Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Minister van Economische Zaken
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag xxx xxxxxx gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 14, eerste lid, in xxxxxxx xxxxxx op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan hun grondwettelijk vereiste procedures is voldaan.
J. GEGEVENS
Van het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Inernationale Gerechtshof – naar de President van dit Hof wordt verwezen in artikel 12, tweede lid, van het onderhavige Verdrag – is de tekst geplaatst in Trb. 1971, 55 en de herziene vertaling in Trb. 1987,
114. Zie ook Trb. 1997, 106.
Van het op 18 maart 1965 xx Xxxxxxxxxx tot stand gekomen Verdrag inzake de beslechting van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere Staten, naar xxxx Verdrag in artikel 10, onderdeel b, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1966, 152. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 126.
Het Internationale Centrum voor Beslechting van Investerings- geschillen (ICSID), naar xxxx Centrum eveneens in artikel 10, onder b, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is opgericht bij het hier- boven genoemde Verdrag van 18 maart 1965.
De Commissie inzake Internationaal Handelsrecht van de Verenigde Naties (UNCITRAL), naar xxxxx Commissie in artikel 10, onderdeel c, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is ingesteld door de Ver- enigde Naties op 17 december 1966 bij resolutie 2205 XXXI.
Uitgegeven de veertiende juni 2001.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
X. X. XXX XXXXXXX
TRB2637
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2001