CR2020-051
CR2020-051
Reglement voor de Cliëntenraad van het Dienstencentrum OBG.
Artikel 1: Begripsbepalingen
- Cliënt: Natuurlijk persoon voor wie het Dienstencen- trum OBG werkzaam is.
- Cliëntenraad Orgaan benoemd in artikel 13 van de statuten
van de Stichting Dienstencentrum OBG
- Directeur-bestuurder Persoon benoemd in artikel 5 van de statuten.
- OBG : De Stichting Dienstencentrum , gevestigd te Nijmegen.
Artikel 2: Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad.
1. De cliëntenraad behartigt de gemeenschappelijke belangen van alle cliën- ten, waar het gaat om de kwaliteit van de door het Dienstencentrum OBG geleverde diensten en oefent het recht op medezeggenschap uit, zoals bepaald in de vigerende wet- en regelgeving;
2. De cliëntenraad beschikt daartoe over de bevoegdheden die zijn vastge- legd in de relevante wet- en regelgeving en de bevoegdheden die daar- naast met de bestuurder/directeur van het Dienstencentrum OBG zijn overeengekomen. Een specificatie van deze bevoegdheden is opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen de directeur bestuurder en de cliëntenraad. Deze overeenkomst maakt deel uit van dit reglement.
Artikel 3: Samenstelling van de cliëntenraad.
1. De cliëntenraad bestaat uit tenminste vijf leden.
2. Een lid voldoet zo veel mogelijk aan de profielschets. Een profielschets bevat een algemeen deel en een of meer inhoudelijke kennisvelden.
3. De CR streeft naar een evenwichtige en diverse samenstelling van de raad en dit vindt zijn weerslag in de profielinhoud.
4. De leden worden benoemd door de cliëntenraad waarbij de profielschets leidend is. De cliëntenraad benoemt een onafhankelijk voorzitter.
De voorzitter is lid van de cliëntenraad.
5. De werving is openbaar.
Artikel 4: Zittingsduur en benoeming van de leden.
1. De leden van de cliëntenraad worden gekozen voor een periode van vier jaren. Een lid kan maximaal drie termijnen van vier jaar zitting hebben. Ook de voorzitter kan drie termijnen van vier jaar zitting hebben.
2. In het belang van de continuïteit kan de zittingsduur van de voorzitter op verzoek van de cliëntenraad verlengd worden, telkens met 1 jaar. Hier- voor is de voorafgaande instemming van de directeur/bestuurder vereist
3. De cliëntenraad stelt een rooster van aftreden vast, waarin wordt aangegeven in welk jaar de leden zijn gekozen en in welk jaar zij reglementair aftreden. .
Artikel 5: Einde van het lidmaatschap van de cliëntenraad.
1. Het lidmaatschap van de cliëntenraad eindigt:
- Door het verstrijken van de reglementaire zittingsduur;
- Door opzegging door het lid;
- Door overlijden van het lid;
- Door opzegging van het lidmaatschap door de cliëntenraad.
- Hoe het besluit voor ontslag verloopt, zie art. 5 van de statuten.
Artikel 6: Verdeling van de functies.
1. De cliëntenraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies secretaris en pen- ningmeester kunnen in een persoon zijn verenigd;
2. Eén lid van de cliëntenraad kan niet meer dan twee functies vervullen.
3. De functieverdeling wordt meegedeeld aan de directeur/bestuurder van het Dienstencentrum OBG.
4. De cliëntenraad kan zich doen bijstaan door een onafhankelijk onder- steuner, aangesteld door OBG. De CR heeft instemmingsrecht op de aan- stelling van de ambtelijk ondersteuner.
Artikel 7: Taken van de functionarissen.
1. Taken van de voorzitter.
x De voorzitter leidt de vergaderingen van de cliëntenraad. Hij/Zij draagt zorg voor de naleving van dit reglement en ziet er op toe dat de cliën- tenraad zijn taak naar vermogen uitvoert.
x De voorzitter verzorgt een agendavoorstel voor de reguliere vergade- ring. Voor de overlegvergadering doet de voorzitter dat in samen- spraak met de directeur/bestuurder van het Dienstencentrum OBG .
x In voorkomende gevallen vertegenwoordigt de voorzitter de cliënten- raad naar buiten.
2. Taken van de secretaris.
x De secretaris draagt zorg voor de verslaglegging en de verspreiding hiervan zoals dat bij het Dienstencentrum OBG gebruikelijk is;
x De secretaris verzorgt de correspondentie met derden;
x De secretaris verzorgt het archief van de cliëntenraad;
x Bij zijn aftreden draagt dat lid alle bescheiden over aan zijn opvolger.
3. Taken van de penningmeester.
x De penningmeester beheert de financiën van de cliëntenraad, over- eenkomstig de goedgekeurde begroting;
x De penningmeester stelt jaarlijks een ontwerp begroting op waarin vermeld de geraamde inkomsten en uitgaven voor het volgend boek- jaar.
x De penningmester stelt uiterlijk in de ontwerp verantwoording op van de werkelijke inkomsten en uitgaven van het afgelopen boekjaar
x De penningmeester draagt er zorg voor dat de door de cliëntenraad vastgestelde begroting en jaarrekening ter goedkeuring worden aan- geboden aan de directeur/bestuurder van het Dienstencentrum OBG .
Artikel 8: Verplichtingen van de leden van de cliëntenraad.
1. De leden van de cliëntenraad zijn verplicht hun taak nauwgezet uit te voeren overeenkomstig de taken, omschreven in de voorliggende artike- len
2. De leden van de cliëntenraad zijn verplicht tot geheimhouding van infor- matie die zij in hun hoedanigheid van lid van de CR vernemen, waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs kunnen vermoe- den. Deze geheimhoudingsplicht blijft ook bestaan na het beëindigen van het lidmaatschap van de cliëntenraad.
3. De leden zijn terughoudend in het formuleren van opvattingen buiten de vergaderingen, die afwijken van hetgeen in de cliëntenraad is besloten.
4. Nevenfuncties zijn toegestaan, mits ze gemeld worden en niet in conflict zijn met werk van de cliëntenraad.
Artikel 9: De werkwijze van de cliëntenraad.
1. Bijeenroepen van de cliëntenraad.
x De cliëntenraad vergadert volgens een vastgesteld vergaderrooster.
Het vergaderrooster wordt verspreid op de wijze die bij het Diensten- centrum OBG gebruikelijk is.
x De cliëntenraad komt voorts bijeen op verzoek van de voorzitter, van twee leden van de cliëntenraad, of van de directeur/bestuurder.
x Een vergadering wordt bijeen geroepen middels een schriftelijke agen- da. Deze kennisgeving wordt tenminste een week voor de vergadering aan de leden toegezonden.
x De vergaderingen van de cliëntenraad zijn openbaar. In bijzondere ge- vallen kan de cliëntenraad hiervan afwijken.
2. De agenda voor de vergadering.
x De cliëntenraad maakt jaarlijks een werkplan, waarin de te onderne- men activiteiten worden vermeld. De te bespreken onderwerpen van het werkplan worden opgenomen in de agenda en de besluitenlijst, die behoort bij het verslag van de vergadering.
x De agenda bevat de te bespreken onderwerpen met daarbij gevoegd de stukken, die het te bespreken onderwerp nader toelichten.
x De agenda met bijlagen wordt gepubliceerd op de wijze, die bij het gebruikelijk is.
3. Besluitvorming van de cliëntenraad.
x Ieder lid van de cliëntenraad heeft één stem.
x Een lid kan één ander lid machtigen om namens hem of haar te stem- men. Een lid van de cliëntenraad kan voor slechts één ander lid een machtiging accepteren;
x De cliëntenraad kan in een vergadering een rechtsgeldig besluit nemen als tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is;
x Buiten de vergadering kan een besluit worden genomen indien de le- den een meerderheid voor het voorstel stemmen. De uitslag van deze
stemming moet in de eerstvolgende vergadering worden bevestigd en in de notulen vastgelegd;
x De cliëntenraad besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Over personen wordt schriftelijk gestemd, tenzij er unanimiteit bestaat over het te nemen besluit. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij een van de leden schriftelijke stemming verlangt;
x Indien de stemmen staken wordt het voorstel geacht te zijn verwor- pen.
4. Verslaglegging.
x De secretaris van de cliëntenraad ziet er op toe dat van elke vergade- ring een beknopt verslag en een besluitenlijst wordt gemaakt.
x Het concept verslag van een reguliere vergadering, of een overlegver- gadering wordt in de volgende vergadering vastgesteld,
x De goedgekeurde verslagen worden gepubliceerd op de wijze die bij het Dienstencentrum OBG is vastgesteld.
Artikel 10: Overleg met de cliënten van het Dienstencentrum OBG.
De cliëntenraad voert een actief beleid ten aanzien van het contact met de cliënten. Het maakt hiervoor gebruik van de media die het Diensten- centrum OBG ter beschikking stelt of van eigen media.
Artikel 11: Hulp bij inventarisatie achterban.
De directeur/bestuurder ondersteunt de cliëntenraad actief bij het regelmatig inventariseren van de wensen en meningen van de cliënten en hun vertegenwoordigers.
Artikel 12: De financiën van de cliëntenraad.
1. De cliëntenraad heeft een eigen budget welke wordt gefinancierd uit mid- delen van het Dienstencentrum OBG. Het budget is gebaseerd op de door de directeur/bestuurder vastgestelde begroting.
In de begroting worden toegekende kosten voor scholing meegenomen.
2. Ter verantwoording van het beheer wordt jaarlijks een verantwoording opgesteld over de werkelijke inkomsten en uitgaven over het verstreken boekjaar. De vastgestelde afrekening wordt te goedkeuring aangeboden aan de directeur/bestuurder van het Dienstencentrum OBG.
Goedkeuring van de afrekening dechargeert de cliëntenraad (penning- meester) van de het gevoerde beheer.
Artikel 13: Honorering en kostenvergoedingen.
1. De leden van de cliëntenraad ontvangen geen vergoeding voor de door hen verleende diensten.
2. De cliëntenraad kan aan de voorzitter en aan de secretaris een vergoe- ding toekennen voor de door hen verleende diensten;
3. De leden van de cliëntenraad, waaronder de voorzitter hebben recht op vergoeding van aangetoonde en in redelijkheid gemaakte onkosten;
Artikel 14: Slotbepalingen
1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de cliëntenraad na overleg met de directeur/bestuurder..
Dit reglement is vastgesteld in de overlegvergadering van de cliëntenraad op (31 december 2020)
Namens de cliëntenraad De directeur-bestuurder
was getekend was getekend
G.M.C.W. Xxxxxxx - Xxxxxx M.G. Xxxxxxx
(voorzitter)
Overeenkomst tussen de cliëntenraad en de directeur/bestuurder.
De ondergetekenden:
- Mevrouw M.G. Xxxxxxx, handelend in haar functie als bestuurder, ge- noemd in artikel 5 van de statuten van de Stichting Dienstencentrum OBG, gevestigd te Nijmegen (hierna te noemen de directeur-bestuurder) en
- Mevrouw G.M.C.W. Xxxxxxx xXxxxxx handelend in haar functie als voor- zitter van de Cliëntenraad van de Stichting Dienstencentrum OBG, geves- tigd te Nijmegen (hierna te noemen de voorzitter)
overwegende dat het voor een goed functioneren van de cliëntenraad van belang is afspraken te maken over de overlegprocedure en de rechten en verplichtingen van de directeur-bestuurder en de cliëntenraad, verklaren, ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2 van het Reglement Cliëntenraad, het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1. Inhoud van de overeenkomst.
1. Al hetgeen is bepaald in de wet- en regelgeving, de statuten van de Stichting Dienstencentrum OBG en het Reglement op de Cliëntenraad is van toepassing op deze overeenkomst.
2. Bij tegenspraak gaat de wet- en regelgeving voor de statuten en gaan de statuten voor het Reglement op de Cliëntenraad.
Artikel 2. De overlegvergadering.
1. Periodiek zal er overleg zijn tussen de directeur-bestuurder en de cliën- tenraad, de overlegvergadering.
2. De overlegvergadering wordt afwisselend voorgezeten door de directeur- bestuurder en door de voorzitter van de cliëntenraad;
3. Het bepaalde in artikel 9 van het Reglement op de cliëntenraad is ook van toepassing op de overlegvergadering.
Artikel 3 Informatieverstrekking.
1. De directeur-bestuurder verstrekt de cliëntenraad tijdig en, desgevraagd, schriftelijk alle inlichtingen en gegevens die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
2. De directeur-bestuurder verstrekt de cliëntenraad tenminste tweemaal per jaar mondeling of schriftelijk gegevens over het beleid dat is gevoerd en in het komende tijdvak zal worden gevoerd.
3. De directeur-bestuurder betrekt de cliëntenraad bij de opstelling, uitvoe- ring, beoordeling en evaluatie van (de uitkomsten van) het periodiek Klanttevredenheidsonderzoek.
Artikel 4 Recht van overleg
1. De cliëntenraad is naast de overlegvergadering bevoegd tot:
- 1 x per jaar overleg met het College van Regenten van het Diensten- centrum OBG
- 2 x per jaar overleg met de wijkverpleegkundigen en/of de leden van het managementteam;
- 1 x per jaar overleg met de Vertrouwenspersoon
Artikel 5: Recht van bijstand.
1. De cliëntenraad heeft het recht zich te laten bijstaan door externe des- kundigen, indien zij dat voor een goede oordeelsvorming noodzakelijk acht.
Artikel 6: Recht van advies.
1. De organisatie stelt de cliëntenraad in de gelegenheid advies uit te brengen over elk door haar voorgenomen besluit inzake:
a. een wijziging van de doelstelling of de grondslag van de organisatie;
b. een fusie of duurzame samenwerking waarbij de organisatie betrokken is;
c. een overdracht van de zeggenschap over de zorg of een onderdeel daarvan;
d. een gehele of gedeeltelijke beëindiging dan wel een belangrijke uit breiding van de zorgverlening;
e. een belangrijke wijziging in de organisatie van de zorgverlening;
f. een profielschets voor de benoeming van de leden van het toezicht- houdend orgaan en de leden van het bestuur van de organisatie;
g. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening van de organisatie;
h. het algemene huisvestingsbeleid van de organisatie die erop is inge- richt cliënten langdurig te laten verblijven, alsmede een ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing van een instelling waarin deze cliënten verblijven;
i. de selectie en benoeming van personen die leiding geven aan degenen die zorg verlenen aan cliënten, indien het de organisatie betreft die erop is ingericht cliënten langdurig te laten verblijven;
2. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat de cliëntenraad redelijkerwijs genoeg tijd heeft zich een goed oordeel ter zake te vormen en dat het advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit;
3. De cliëntenraad brengt zijn met redenen omkleed advies over een voor genomen besluit uit binnen een redelijke termijn.
4. De organisatie neemt geen van een schriftelijk door de cliëntenraad uitgebracht advies afwijkend besluit dan nadat daarover, voor zover dat redelijkerwijze mogelijk is, ten minste eenmaal met de cliëntenraad overleg is gepleegd.
5. De organisatie doet een van een besluit inzake een onderwerp waarover de cliëntenraad schriftelijk advies heeft uitgebracht, schriftelijk,
en voor zover zijn van het advies afwijkt onder opgave van redenen, mededeling aan de cliëntenraad
Artikel 7: Recht van instemming.
1. De organisatie behoeft de instemming van de cliëntenraad voor elk door haar voorgenomen besluit inzake:
a. de medezeggenschapsregeling, de regeling, bedoeld in artikel 13 eerste lid. van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, alsmede andere voor cliënten geldende regelingen;
b. een profielschets voor het benoemen van personen als bedoeld in artikel 15 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;
c. de procedure voor het opstellen en bespreken van zorgplannen;
d. het algemene beleid ter zake van kwaliteit, veiligheid en hygiëne;
e. het algemene beleid ter zake van de toelating van cliënten tot de zorg verlening en beëindigen daarvan;
f. een sociaal plan voor cliënten in geval van een ingrijpende
verbouwing, nieuwbouw of verhuizing van de organisatie die erop is inge- richt cliënten langdurig te laten verblijven;
h. de inrichting van voor de zorgverlening bestemde ruimtes bij ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing van de instelling die erop is inge- richt cliënten langdurig te laten verblijven.
2. Indien de organisatie meerdere cliëntenraden heeft, geldt het eerste lid slechts voor die cliëntenraad of cliëntenraden, die ingevolge de medezeg- genschapsregeling bevoegd zijn met het betreffende voorgenomen be- sluit in te stemmen.
3. De organisatie legt het te nemen besluit schriftelijk aan de cliëntenraad voor op een zodanig tijdstip dat de cliëntenraad redelijkerwijs tijd genoeg heeft zich een goed oordeel ter zake te vormen.
4. De cliëntenraad onthoudt zijn instemming niet dan nadat daarover, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, ten minste eenmaal met de organisatie overleg is gepleegd. De cliëntenraad deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk schriftelijk, in geval van het onthouden van de instemming met redenen omkleed, aan de organisatie mee.
5. Zo spoedig mogelijk na het ontvangen van de beslissing van de cliëntenraad geeft de organisatie daar een reactie op.
6. Indien de organisatie voor het voorgenomen besluit geen instemming heeft ver- kregen van de cliëntenraad, kan zij de commissie vertrouwenslieden toestem- ming vragen om het besluit te nemen. De commissie geeft slechts toestemming indien:
- de beslissing van de cliëntenraad om geen instemming te geven onredelijk is, of
- het voorgenomen besluit van de organisatie gevergd wordt om zwaarwegende redenen.
7. Een besluit als bedoeld in het eerste lid, genomen zonder toestemming van de cliëntenraad of de toestemming van de commissie van vertrouwenslieden is nie- tig indien de cliëntenraad tegenover de organisatie schriftelijk beroep op de nie- tigheid heeft gedaan. De cliëntenraad kan slechts een beroep op de nietigheid doen binnen een maand nadat de organisatie hem haar besluit heeft medege- deeld dan wel, bij gebreke van deze mededeling, de cliëntenraad is gebleken dat de organisatie uitvoering of toepassing geeft aan haar besluit.
Artikel 8: Recht op ongevraagd advies.
1. De cliëntenraad is bevoegd de organisatie ongevraagd te adviseren over onderwerpen die voor de cliënten van belang zijn.
2. De organisatie besluit zo spoedig mogelijk of zij een ongevraagd advies zal volgen. Indien zij voornemens is een van een schriftelijk advies afwijkend besluit te nemen, overlegt zij daarover, voor zover dat redelijkerwijze mogelijk is, ten minste eenmaal met de cliëntenraad.
3. De organisatie doet van een besluit inzake een onderwerp waarover de cliëntenraad schriftelijk advies heeft uitgebracht, schriftelijk, en voor zo- ver zij van het advies afwijkt en de cliëntenraad daar niet mee heeft ingestemd, onder opgave van redenen, mededeling aan de cliëntenraad.
4. Indien de organisatie zonder dat de cliëntenraad daarmee heeft inge- stemd, heeft besloten om een ongevraagd schriftelijk advies over een onderwerp als bedoeld in artikel 8, eerste lid, niet of niet geheel uit te voeren, kan:
a de cliëntenraad de commissie van vertrouwenslieden verzoeken uit spreken dat het advies toch dient te worden uitgevoerd, of
b de organisatie de commissie van vertrouwenslieden verzoeken om het door de organisatie genomen besluit te bevestigen.
5. De commissie weigert het verzoek, bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, dan wel willigt het verzoek, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, in, indien de weigering van de organisatie om het advies geheel te volgen redelijk is. Tenzij de commissie van mening is dat het advies in het ge- heel niet gevolgd hoeft te worden, bepaalt zijn tevens welk deel van het advies uitgevoerd dient te worden en wanneer daarmee een aanvang moet zijn gemaakt.
Artikel 9: Recht van voordracht.
1. De cliëntenraad heeft het recht van voordracht voor één nieuw te benoemen lid van het College van Regenten conform de bepalingen van artikel 11 van de statuten van de Stichting Dienstencentrum.
Artikel 10: Recht van enquête.
1. Op grond van artikel 14 van de statuten is de cliëntenraad bevRHJG t ³7R het indienen van een schriftelijk verzoek bij de Ondernemingskamer van
het gerechtshof te Amsterdam tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen de Stichting zoals bedoeld in artikel 345 boek2 BW´.
Artikel 11: Adviesprocedure.
1. Het advies, als bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst, wordt op een zodanig tijdstip gevraagd of gegeven, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. (zie artikel 3 lid 2 van de wet)
2. Het voorgenomen besluit of het voorstel van de cliëntenraad wordt schrif- telijk aan de wederpartij voorgelegd, met een overzicht van:
a. de beweegredenen voor het te nemen besluit;
b. de gevolgen die het besluit, of het voorstel zal hebben, in het bijzon- der voor de cliënten;
c. de naar aanleiding van het besluit, of het voorstel te nemen maatre- gelen.
d. De financiële consequenties van het voorgenomen besluit.
3. De cliëntenraad en de directeur-bestuurder komen een termijn overeen waarbinnen het advies zal worden uitgebracht.
4. Indien de directeur-bestuurder voornemens is een besluit te nemen, dat afwijkt van het advies van de cliëntenraad, zal hij zijn voornemen vooraf bespreken in de overlegvergadering
5. De directeur-bestuurder doet, voor zover hij van het voorstel afwijkt, on- der opgave van redenen daarover schriftelijk mededeling aan de cliënten- raad
Artikel 12: Geschillen (Zie ook de WKKGZ)
Van een geschil is sprake als de cliëntenraad of de directeur-bestuurder te kennen geeft een geschil aanwezig te achten.
Artikel 14: Commissie van Vertrouwenslieden.
De organisatie stelt in overeenstemming met de cliëntenraad een uit drie leden bestaande commissie van vertrouwenslieden in, waarvan een lid door haar wordt aangewezen, een lid door de cliëntenraad wordt aangewezenen een lid door de beide andere leden wordt aangewezen. De commissie van vertrouwenslieden heeft tot taak te bemiddelen en zo nodig een uitspraak te doen.
Artikel 14: Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst kan alleen worden gewijzigd op basis van overeen- stemming tussen de cliëntenraad en de directeur-bestuurder.
2. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2013.
Deze overeenkomst is aangepast en vastgesteld in de overlegvergadering van 31 december 2020 door de directeur-bestuurder en de cliëntenraad.
Namens de cliëntenraad De directeur-bestuurder
was getekend was getekend
G.M.C.W. Xxxxxxx - Xxxxxx M.G. Xxxxxxx
(voorzitter)