Contract
HANDREIKING AAN DE LEZER VAN DIT VERSLAG: DE ONTWIKKELINGEN DIE ZICH IN DE VOORBIJE VERSLAGPERIODE IN DIT FAILLISSEMENT HEBBEN VOORGEDAAN STAAN VETGEDRUKT VERMELD.
nummer: 8 | datum: 1 november 2016 | ||
Gegevens onderneming | : | Globe Reisburo B.V. tevens handelend onder de namen: Globe-Reisburogroep Globe Zakenreizen Globe Business Travel Globe Reizen Globe Travel Reisbureau Wolters Oad-A Reizen Politours Oad Groningen Reisbureau Marko Tours Xxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Hilversum Reisorganisatie Uniek Reis- en Passagebureau Wolters van Kampen Globe Call Centre Globe Reisburo ABC Travel Globe Reisburo Succes Globe Reisburo Hosli Globe Telefonisch Reisburo Oad Reisbureau Oad Reisburo Bex Reisbureau Oad Business Travel | |
Faillissementsnummer | : | C/08/13/829 F | |
Datum uitspraak | : | 25 september 2013 | |
Curatoren | : | Tot 15 januari 2014: mr. J.A.D.M. Xxxxxxx en mr. J.T. Stekelenburg / Vanaf 15 januari 2014: xx. X. Xxxxxxxxxx en mr. J.T. Stekelenburg | |
Faillissementsmedewerkers Financieel | : | Tot 15 januari 2014: X. Xxxxxx; M.L. Wijlens; X.X. xx Xxxxx; G.J. Bramer; A.C. Vroom Vanaf 15 januari 2014: X. Xxxxxx (t/m 30 juni 2015); X. Xxxxxxxxx (t/m 31 december 2014), X. Touwen (t/m 1 augustus 2014), G.F. Xxxx (t/m 31 december 2014), mr. M.A.A. Spekhorst (vanaf 21 augustus 2014 t/m 17 februari 2015), X. Xxxxxxxxx (vanaf 21 augustus 2014), M. Dikke- schei (vanaf 2 maart 2015) Tot 15 januari 2014: drs. A.B. Terpstra Vanaf 15 januari 2014: mr. G.W. Luesink en M.M.S. Feen- stra |
Rechter-commissaris | : | mr. M.L.J. Koopmans |
Activiteiten onderneming | : | Reisbureau bron: kamer van koophandel |
Omzetgegevens | : | Door de directie is aan de curatoren een geconsolideerde (concept) jaarrekening van OAD Groep Holding B.V. over het boekjaar van 1 november 2011 tot en met 31 oktober 2012 overgelegd. Deze jaarrekening is niet ondertekend en niet gepubliceerd. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de OAD Groep Holding B.V. behorende maatschappijen, waaronder Oad Groep B.V., alsmede groepsmaatschappijen waarin OAD Groep Holding B.V. overwegende zeggenschap heeft. De netto omzet bedroeg in het boekjaar 2011/2012 € 575.901.000,00. De netto omzet bedroeg in het boekjaar 2010/2011 € 617.070.000,00 |
Personeel gemiddeld aantal | : | 727 |
Verslagperiode | : | 19 april 2016 tot en met 18 oktober 2016 |
Bestede uren in verslagperiode | : | 101 uren en 2 minuten |
Bestede uren totaal | : | 1931 uren en 35 minuten |
Saldo per 18 oktober 2016 | : | € 4.537.901,68 (dit betreft een voorlopig saldo; toereke- ning van opbrengsten aan de diverse boedels dient nog plaats te vinden). |
1. Inventarisatie | ||
1.1 Directie en organisatie | : | Enig aandeelhouder van Globe Reisburo B.V. is Globe Hol- ding B.V., waarvan OAD B.V. enig aandeelhouder is, waar- van OAD Groep B.V. enig aandeelhouder is, waarvan OAD Groep Holding B.V. enig aandeelhouder is. De bestuurders van Globe Reisburo B.V. zijn de heer X.X. xxx Xxxx, mevrouw X.X. xxx Xxxx en Oad Groep B.V. De juridische concernstructuur (organogram) per 1 september 2013, afkomstig van gefailleerden, is als bijlage bij faillissements- verslag 2 gevoegd. |
1.2 Winst en verlies | : | Geconsolideerd € 3.006.000,00 verlies in het boekjaar 2011/2012 € 21.576.000,00 verlies in het boekjaar 2010/2011 |
1.3 Balanstotaal | : | Geconsolideerd € 74.293.000,00 per 31 oktober 2012 € 81.602.000,00 per 31 oktober 2011 |
1.4 Lopende procedures | : | Er zijn geen lopende procedures |
1.5 Verzekeringen | : | Alle polissen staan op naam van de eveneens gefailleerde vennootschap Oad Groep Holding B.V. of op naam van Oad Groep B.V. Polissen waarvan de dekking ziet op het onderhavige faillissement zijn of worden opgezegd. Een eventuele premierestitutie zal in de boedel vloeien. |
1.6 Huur | : | De huur van de winkelruimten van 128 Globe vestigingen. • Drieënzestig vestigingen maken onderdeel uit van de doorstart door D-Reizen. De huurovereen- komsten van deze vestigingen worden in overleg met de verhuurder en met D-Reizen opgezegd of gaan middels een indeplaatsstelling over op D-Reizen. De huurpenningen zijn per 15 oktober 2013 voor rekening van D-Reizen. • Vijf vestigingen maken onderdeel uit van de door- start door Munckhof Business Travel Venlo B.V. (Munckhof). De huurovereenkomsten van deze vestigingen worden in overleg met de verhuurder en met Munckhof opgezegd of gaan middels een indeplaatsstelling over op Munckhof. De huurpen- ningen zijn per 1 november 2013 voor rekening van Xxxxxxxx. Navraag bij Munckhof heeft geleerd dat zij met de verhuurders van genoemde panden inmiddels afspraken heeft gemaakt over de voort- zetting van de huur per 1 november 2013. De huur met betrekking tot die panden is, zekerheidshalve, door curatoren opgezegd. • Negen vestigingen maken onderdeel uit van de doorstart door R.T/Raiffeisen Touristic Netherlands B.V. (RTN). De huurovereenkomsten van deze vestigingen worden in overleg met de verhuurder en met RTN opgezegd of gaan middels een inde- plaatsstelling over op RTN. • Eén vestiging werd gehuurd door Globe, deze vestiging werd echter op basis van franchise gerund. Deze huurovereenkomst is per 1 oktober 2013 beëindigd, waarna de franchisenemer per die datum een nieuwe huurovereenkomst heeft gesloten met de verhuurder. • De resterende vijftig huurovereenkomsten zijn door de curatoren in verband met het faillissement opge- zegd. Er vindt overleg met de verhuurders plaats over de wijze en het tijdstip van oplevering. Tevens is er aandacht voor de vraag of door gefailleerde gestelde bankgaranties terecht door verhuurders zijn uitgewonnen gelet op de hoogte van de vorde- ringen ter zake de huurovereenkomst. |
In verslagperiode 3 is gecontroleerd of alle vestigingen die niet zijn verkocht, zijn ontruimd. Daarvoor is veel gecorre- spondeerd met de verhuurders en is regelmatig overleg ge- voerd met de partij die de ontruimingen op verzoek van de boedel heeft uitgevoerd. Tevens is gecontroleerd of alle lopende overeenkomsten, in het bijzonder met betrekking tot nutsvoorzieningen, zijn beëindigd. In een aantal gevallen bleek dit nog niet het geval te zijn. Voor zover kan worden gecontroleerd, zijn thans alle lopende overeen- komsten beëindigd. Hierover is intensief met de betreffende instellingen (met name nutsbedrijven) getelefoneerd en gecorrespondeerd. Voorts is veel aandacht besteed aan het afwikkelen van de door Globe Reisburo B.V. afgegeven bankgaranties aan de verhuurders. Met de verhuurders van de locaties die zijn doorgestart, is in de meeste gevallen de afspraak gemaakt dat de verhuurder de bankgarantie aan de bank retourneert indien er geen sprake meer is van een huurachterstand. In een aantal gevallen is de bankgarantie echter wel voor het volledige bedrag geclaimd terwijl de huurachterstand maximaal twee tot vier weken bedraagt en het bedrag van de afgeven bankgarantie deze huurachter- stand in de meeste gevallen overstijgt. De betreffende ver- huurders zijn aangeschreven met het verzoek het teveel geclaimde bedrag aan de boedel terug te betalen. Met betrekking tot de locaties die niet zijn doorgestart, is gecon- troleerd of er een terecht beroep op de bankgarantie is gedaan. Hierbij is vanzelfsprekend ook rekening gehouden met de meest recente jurisprudentie op dit punt (o.a. HR 15 oktober 2013). Ook met deze groep verhuurders is intensief gecorrespondeerd. Tot slot is reeds een aanvang gemaakt met het vaststellen van de boedel- en concurrente credi- teurenvorderingen van de verhuurders en overige credi- teuren (zoals nutsbedrijven).
In verslagperiode 4 zijn de hiervoor genoemde werkzaam- heden voortgezet. Voor zover thans kan worden beoor- deeld, zijn alle lopende overeenkomsten m.b.t. de nuts- voorzieningen beëindigd en zijn door deze crediteuren vorderingen ingediend, welke tevens zijn beoordeeld.
Verder is een vervolg gegeven aan het beoordelen van de boedel- en concurrente vorderingen die door verhuurders zijn ingediend. Tevens is ook in de vierde verslagperiode veel aandacht besteed aan het afwikkelen van de bank- garanties. Er zijn diverse bankgaranties retour ontvangen (na betaling van de openstaande huurpenningen door de boedel omdat dit per saldo een voordeel voor de boedel opleverde).
Op dit moment zijn 20 locaties nog niet definitief afge- wikkeld. Bij acht locaties bestaat mogelijk nog een vorde- ring op de verhuurder in verband met de door de verhuur- ders geclaimde bankgaranties, terwijl de vordering van de verhuurders lager zijn dan het bedrag van de bankgarantie. Negen locaties hebben betrekking op het retourneren van bankgaranties (al dan niet na betalen van achterstallige huurpenningen). Bij een drietal locaties bestaat mogelijk nog een vordering op de bank die de bankgarantie heeft afgegeven in verband met het feit dat de bedragen die onder de bankgarantie zijn geclaimd o.g.v. recente jurispru- dentie van de Hoge Raad niet ten laste van de boedel kunnen worden gebracht.
In verslagperiode 5 zijn de werkzaamheden met betrek- king tot de afwikkeling van de huurlocaties voortgezet. Op dit moment zijn twee bankgaranties nog niet retour ontvan- gen. Dit betreffen bankgaranties van voormalige verhuur- ders, waarvan het adres moeilijk te achterhalen is.
Inmiddels zijn de betreffende verhuurders aangeschreven. Met betrekking tot één locatie is de verhuurder aange- schreven met het verzoek het bedrag dat teveel onder de bankgarantie is geclaimd aan de boedel terug te betalen. Tot op heden heeft de betreffende verhuurder dit gewei- gerd. Er wordt thans overleg gevoerd met de rechter-com- missaris aangaande het vervolg. Met betrekking tot een andere locatie wordt nog gewacht op een reactie van de advocaat van de verhuurder. Ook in dit geval heeft de verhuurder een te hoog bedrag onder de bankgarantie geclaimd en dient een deel aan de boedel te worden terugbetaald. Alle overige locaties zijn inmiddels afge- wikkeld. Aan de eventuele vordering op de bank moet nog gevolg worden gegeven.
In verslagperiode 6 is van twee verhuurders een bedrag retour ontvangen dat door hen ten onrechte was geclaimd onder de bankgarantie. Van een voormalig verhuurder is een verklaring ontvangen dat geen aanspraak meer wordt gemaakt op de bankgarantie. Thans resteert nog een dis- cussie met één verhuurder. Deze verhuurder is aange- schreven op een zakelijk adres, maar de verhuurder wei- gert op verzoeken van de curator te reageren omdat het een privékwestie zou betreffen. Zijn privégegevens wil deze verhuurder niet afgeven. De curatoren beraden zich nog over het vervolg. De bank is inmiddels geïnformeerd over de (mogelijke) vordering van de boedel op de bank in ver- band met bedragen die door verhuurders onder de bank- garantie zijn geclaimd maar op grond van rechtspraak niet
ten laste van de boedel kunnen worden gebracht. De bank heeft onlangs op dit standpunt gereageerd. De curatoren moeten deze reactie nog nader bestuderen.
In verslagperiode 7 is de discussie met één verhuurder voortgezet. Aangezien deze verhuurder op geen enkel verzoek reageerde, is met toestemming van de rechter- commissaris een conceptdagvaarding opgesteld en aan de verhuurder verzonden. Naar aanleiding daarvan heeft deze verhuurder wel gereageerd. De curatoren zijn thans met de verhuurder in gesprek over de afwikkeling van de bank- garantie. De betreffende huur is al jaren voor het faillisse- ment geëindigd. Verhuurder maakt echter nog wel aan- spraak op de bankgarantie. De curatoren hebben de ver- huurder gevraagd zijn vordering te onderbouwen. Tevens onderzoeken de curatoren of de vordering mogelijk is verjaard. Verder hebben de curatoren het standpunt van de Rabobank met betrekking tot de (mogelijke) vordering van de boedel op de bank in verband met bedragen die door verhuurders onder de bankgarantie zijn geclaimd maar op grond van rechtspraak niet ten laste van de boedel kunnen worden gebracht, nader bestudeerd. Er is besloten eerst alle discussies met verhuurders af te ronden voordat de discussie met de bank zal worden gevoerd. Verder is gebleken dat er nog vijf bankgaranties aan buitenlandse partijen waren afgegeven op verzoek van respectievelijk Globe Reisburo, Xxx Xxxxxx en Vakanties Online B.V. De curatoren hebben de betreffende partijen ten behoeve van wie de bankgaranties waren afgegeven, aangeschreven.
Alle bankgaranties zijn inmiddels geretourneerd of de be-
treffende partijen hebben verklaard dat zij geen aanspraak meer op de bankgarantie maken.
In verslagperiode 8 is de laatste discussie met een verhuurder afgerond. De verhuurder heeft tot op het laatste moment geweigerd een passende afstands- verklaring te geven op grond waarvan de Rabobank de contragarantie kon vrijgeven. Gezien het beperkte financiële belang van deze kwestie is uiteindelijk met de Rabobank overeengekomen dat wordt aangenomen dat de bankgarantie is vervallen en de door Globe Reis- buro B.V. gestelde zekerheid vrijvalt. Indien er op enig moment een rechtsgeldig beroep door de verhuurder op de bankgarantie mocht worden gedaan, hetgeen niet aannemelijk is, en dat beroep wordt door de Rabo- bank gehonoreerd, dan zal de boedel het bedrag van de bankgarantie aan de Rabobank vergoeden, ervan uitgaande dat de door Globe Reisburo B.V. gestelde
zekerheid aan de boedel ten goede is gekomen. | ||
1.7 Oorzaak faillissement | : | Volgens de bestuurders zijn het slechte economische klimaat en de daardoor teruglopende omzetten de belang- rijkste oorzaken van het faillissement. De directe oorzaak van het faillissement is volgens de bestuurders de opzeg- ging van de kredietovereenkomst door de bank. De bank heeft verzocht om een extra kapitaalinjectie onder een aan- tal voorwaarden. Aan dit verzoek hebben de aandeelhou- ders niet (tijdig) kunnen voldoen. De middelen voor de extra kapitaalinjectie waren volgens de bestuurders welis- waar beschikbaar doch voorzagen niet in de mogelijkheid ook tegemoet te komen aan de plotselinge eis van een crediteur tot het stellen van een bankgarantie. Na de opzegging van de kredietovereenkomst restte de bestuur- ders niets meer dan de aanvraag van het faillissement van Oad Groep B.V. en haar (klein)dochterondernemingen. Andere bij het faillissement betrokken partijen noemen andere oorzaken van het faillissement. In de door de cura- toren nog uit te voeren onderzoeken, zal een analyse ge- maakt worden van de oorzaak van de faillissementen. Door curatoren is aan een advocaat van een ander kantoor dan de kantoren van curatoren verzocht de handelwijze van de Rabobank voor en bij het beëindigen van het krediet te beoordelen en curatoren dienaangaande te adviseren. Met het in 7.1 vermelde internationaal opererende kantoor is een eerste opzet gemaakt voor een onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen, welk onderzoek, zoals te doen gebruikelijk, verder reikt dan (alleen) het handelen van de bank. |
Ten aanzien van de ontwikkelingen in verslagperiode 5 betreffende het onderzoek naar het optreden van de Rabo- bank en ten aanzien van de andere onderzoeken, verwij- zen curatoren naar de algemene toelichting, welke door hen is opgesteld en welke toelichting als bijlage 1 bij het vijfde verslag is gevoegd. De Stichting Administratiekantoor OAD Groep Holding heeft per dagvaarding van 17 december 2014 een procedure aangespannen tegen de Rabobank strekkende tot betaling van € 80.000.000,--. De boedels van de OAD vennootschappen staan daar buiten. Curatoren doen zelfstandig onderzoek naar het handelen van de Rabobank (zie algemene toelichting; bijlage 1 bij het vijfde verslag). In verslagperiode 6 zijn diverse onderzoeken opgestart, waaronder naar het optreden van de Rabobank. Verwezen wordt naar de algemene toelichting die door curatoren is opgesteld en die als bijlage 1 bij het zesde verslag is gevoegd. |
In verslagperiode 7 zijn deze onderzoeken voortgezet. In verslagperiode 8 hebben curatoren de rechter-com- missaris op vertrouwelijke wijze geïnformeerd over hun bevindingen tot dusverre. De onderzoeken worden ver- volgd. De vorderingen van de Stichting Administratiekantoor OAD Groep Holding zijn door de rechtbank Midden Nederland afgewezen. Genoemde Stichting heeft hoger beroep aangetekend. De procedure in hoger beroep loopt nog; er is nog geen uitspraak gedaan. | ||
2. Personeel | ||
2.1 Aantal ten tijde van faill. | : | 727 |
2.2 Aantal in jaar voor faill. | : | 727 |
2.3 datum ontslagaanzegging | : | 26 september 2013 Aan alle (voormalige) werknemers zijn in opdracht van de curatoren jaaropgaven verstrekt. Curatoren hebben geconstateerd dat een aantal (voor- malig) werknemers, die woonachtig zijn in het buitenland, en een aantal (voormalig) stagiaires niet onder het (Neder- landse) sociaal verzekeringsstelsel/de loongarantieregeling vallen en om die reden geen aanspraken geldend kunnen maken in de richting van het UWV. Een enkeling heeft zich inmiddels tot curatoren gewend met het verzoek de aan- spraak in behandeling te nemen. Curatoren onderzoeken momenteel hoe omgegaan dient te worden met dergelijke vorderingen, onder meer wat betreft de vraag welke status aan deze vorderingen dient te worden toegekend. Een en ander is van belang, aangezien er, afhankelijk van de status, geen of een (kleine) kans op uitkering bestaat. Na onderzoek te hebben gedaan, zijn de curatoren tot de conclusie gekomen dat de vorderingen van deze crediteu- ren, die betrekking hebben op de periode na datum faillissement (grotendeels), moeten worden bestempeld als zogenaamde “bijzondere faillissementskosten”, althans als kosten die (indirect) in opdracht van de curatoren zijn ge- maakt. Gedurende dit onderzoek hebben de curatoren overleg gevoerd met de rechter-commissaris en (beslissers bij) het UWV. Beiden hebben te kennen gegeven zich (in de onderhavige situatie) te kunnen vinden in deze conclu- sie van de curatoren. De betreffende crediteuren zullen, mits er sprake is van een rechtsgeldige vordering en deze betrekking heeft op de periode na datum faillissement, bij voorrang (op onder andere het UWV) worden betaald. |
In verslagperiode 5 hebben curatoren genoemde groep werknemers aangeschreven met het verzoek hun vordering aan te melden/nader te onderbouwen. Ten tijde van het leggen van het vijfde verslag zijn nog geen uitbetalingen gedaan aan meergenoemde groep werknemers. In verslagperiode 6 hebben curatoren voor in totaal een bedrag van € 178,75 uitgekeerd, waar het betreft de aan- spraken van werknemers. Curatoren stellen vast dat in het onderhavige faillissement de aanspraken van werknemers tot op heden beperkt zijn, zulks in afwijking van de aan- spraken van werknemers in andere faillissementen van Oad. In verslagperiode 7 zijn er geen aanspraken van werk- nemers meer ontvangen en/of uitgekeerd. | ||
Werkzaamheden verslagperiode | Geen. | |
3. Activa | ||
Onroerende zaken | Er zijn geen onroerende zaken aangetroffen in deze vennootschap | |
3.1 Beschrijving | : | n.v.t. |
3.2 Verkoopopbrengst | : | n.v.t. |
3.3 Hoogte Hypotheek | : | n.v.t. |
3.4 Boedelbijdrage | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | Xxxx | |
Xxxxxxxxxxxxxxxx | ||
3.5 Beschrijving | : | • kantoorinventaris van de 127 Globe vestigingen (de kantoorinventaris van het ‘franchise-kantoor’ is eigendom van de franchisenemer). • Volkswagen Polo, Volkswagen Golf. Deze voertui- gen zullen worden meegenomen in de veiling van bedrijfsmiddelen van Oad c.s. (zie hieronder). Deze voertuigen zijn in de veiling verkocht en maken deel uit van de hierna vermelde totaal opbrengst. Overige bedrijfsmiddelen Oad c.s. In verslagperiode 2 hebben curatoren onderzoek gedaan naar de verkoopmogelijkheden voor de bedrijfsmiddelen die zich in het pand van Oad c.s. te Holten bevinden. Besloten is om toe te werken naar een online-veiling. Daar- toe is inmiddels opdracht verstrekt aan Troostwijk Veilingen B.V. (hierna: Troostwijk). De veiling staat gepland voor eind april/begin mei en wordt op dit moment voorbereid. |
In verslagperiode 3 heeft de veiling plaatsgevonden. Op de 676 kavels in deze veiling werden in totaal 7.039 biedin- gen uitgebracht door 820 internationale bieders. Van de 271 kopers komen de meesten uit Nederland (250). Andere kopers zijn afkomstig uit België (8), Duitsland (7), Roeme- nië (3), Spanje (1), Frankrijk (1) en Luxemburg (1). De op- brengst van de veiling bedraagt, zonder rekening te houden met de veilingkosten, € 353.672,--. Dit bedrag dient nog op de boedelrekening te worden ontvangen. Daarnaast heeft nagenoeg gelijktijdig een veiling plaatsgevonden van domeinnamen en een (na)veiling van travelcards en vreem- de valuta, voor zover deze niet tijdens de eerdere veilingen waren verkocht. Op de 336 kavels in deze veilingen werden 459 biedingen uitgebracht door 51 internationale bieders.
De opbrengst van deze veilingen bedraagt, zonder reke- ning te houden met de veilingkosten, € 22.200,--, resp.
€ 22.316,--. Ook deze bedragen dienen nog op de boedel- rekening te worden ontvangen.
In verslagperiode 4 is op de boedelrekening van Oad Groep B.V. een bedrag van € 433.378,99 ontvangen.
Het gaat daarbij om de opbrengst van de diverse veilingen. De afrekening van deze veilingen luidt aldus:
• opbrengst | € | 400.613,00 |
• commissie | -/- € | 30.045,98 |
• overige kosten | -/- € | 9.560,28 |
subtotaal | € | 361.006,75 |
BTW (0% over € 16.377,00) | € | 0,00 |
BTW (21% over € 344.629,75) | € | 72.372,25 |
totaal | € | 433.378,99 |
Curatoren merken op dat de totale (bruto) opbrengst van de diverse veilingen ad € 400.613,00 iets hoger is dan het totaal van de bedragen die in het derde faillissementsver- slag zijn genoemd. Het totaal van die bedragen sloot op een bedrag van € 397.988,00. Het verschil tussen beide bedragen betreft de opbrengst van een aantal roerende zaken die zijn na-geveild.
De curatoren merken verder op dat over een opbrengst van
€ 16.377,00 geen BTW berekend is, daar deze opbrengst ziet op de verkoop van vreemde valuta.
Curatoren merken op dat de opbrengst van de veilingen, waar nodig, nog toegerekend dient te worden aan de diverse boedels van Oad.
Parallel aan de voorbereiding van de veiling van de roeren- de zaken hebben curatoren zich in verslagperiode 2 beziggehouden met het veiligstellen van de digitale en fysieke administratie. Hierover wordt onder punt 7.1 van dit verslag nader bericht. Met Troostwijk is overeengekomen dat zij ervoor zorgdraagt dat alle digitale systemen, alvo- rens zij ter veiling worden aangeboden, gecertificeerd worden gewist. Troostwijk heeft alle digitale systemen, alvorens zij ter veiling zijn aangeboden, in opdracht van curatoren gewist. Curatoren hebben daarvan een bewijs ontvangen. | ||
3.6 Verkoopopbrengst | : | • Voor de inventaris in de winkels verkocht aan D-Reizen: € 1.472.728,00 (tezamen met de imma- teriële activa) • Voor de inventaris in de winkels verkocht aan RTN: € 18.000,00 • Voor de inventaris in de winkels verkocht aan Munckhof: € 881.050,00 (tezamen met de immate- riële activa). Opgemerkt wordt dat Xxxxxxxx curatoren op enig moment te kennen heeft gegeven een aantal inventariszaken te willen kopen, die in eerste instantie niet bij de koop waren inbegrepen. Uit voormelde hoofde hebben curatoren nog een bedrag van € 1.644,50 ontvangen. • Voor de inventaris in de winkels die sluiten is de opbrengst nog niet bekend. Getracht wordt voor deze inventaris een koper te vinden of om hierover een deal te maken met de betreffende verhuurder. In verslagperiode 2 hebben curatoren een partij bereid gevonden om de winkels, die niet betrokken zijn bij enige doorstart, waartoe tevens te rekenen winkels van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V., op te ruimen / leeg te halen. Voor de aldaar nog aanwezige in- ventaris is, in acht genomen het feit dat deze partij de winkels leeghaalt, een koopsom van € 1.210,00 overeengekomen, welke koopsom inmiddels is ont- vangen. • Opbrengst veilingen, waartoe te rekenen de Volks- wagens: € 400.613,00 (zie hiervoor, punt 3.5). Curatoren merken op dat genoemde opbrengsten nog verdeeld dienen te worden over de diverse boedels van Oad. Zie hiervoor, punt 3.5. |
3.7 boedelbijdrage | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
3.8 Bodemvoorrecht fiscus | : | Onduidelijk is of dit voorrecht van toepassing is (zie de discussie als vermeld in 5.1). Afhankelijk van de vraag of de vordering van de fiscus kan worden voldaan uit het vrij boedelactief, geldt het voorrecht van de fiscus ten aanzien van bodemzaken. |
Werkzaamheden verslagperiode | Xxxx | |
Xxxxxxxxx/onderhanden werk | ||
3.9 Beschrijving | : | Voorraad VVV-bonnen, dinercheques, bioscoopbonnen etc. De nominale waarde van de bonnen en cheques is € 26.049,50. |
3.10 Verkoopopbrengst | : | Nog niet bekend, gezocht wordt naar mogelijkheden om de bonnen te gelde te maken. In verslagperiode 3 zijn de verkoopmogelijkheden voor genoemde waardebonnen geïnventariseerd. Dit heeft erin geresulteerd dat de waardebonnen – na controle en bij- stelling van de aantallen – voor een totaalbedrag van € 18.750,-- zijn verkocht. Dit bedrag is inmiddels op de boedelrekening ontvangen. |
3.11 Boedelbijdrage | : | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
Werkzaamheden verslagperiode | : | Geen. |
Andere activa | ||
3.12 Beschrijving | : | • De immateriële activa, waaronder het Globe beeld- merk, het daaraan verbonden klantenbestand van Globe, woordmerk, handelsnamen etc. en de goodwill; • Het klanten- en relatiebestand van Oad Business Travel; • Saldo ABN AMRO Bank: € 101.309,97; • Kasgeld: € 34.334,03 (gestort op de boedelrekening); • Kasgeld: € 356.028,71 (gestort op de Rabobank- rekeningen van de Globe vestigingen; de Rabobank rekent dit nog af met de boedel). Zie hierna, punt 3.13 • Een aandeel in de portefeuille ter zake reis- en annu- leringsverzekeringen (samen met OAD Groep B.V.) |
3.13 Verkoopopbrengst | : | • Immateriële activa van de Globe reisburo’s, verkocht aan D-Reizen: € 1.472.728,00 (tezamen met de bedrijfsmiddelen); in verslagperiode 6 is een aantal beeld- en woordmerken verkocht, dat geen onderdeel uitmaakte van de immateriële activa welke aan D-Reizen zijn verkocht. Verkoop heeft plaatsgevonden door middel van een veiling. De netto-opbrengst van de merken die op naam van Globe Reisburo B.V. staan bedraagt € 559,63. |
• Klanten en relatiebestand van Oad Business Travel, verkocht aan Munckhof: € 881.050,00 (tezamen met de bedrijfsmiddelen). • Saldo ABN AMRO Bank, de bank is verzocht het saldo naar de boedelrekening over te maken. • De verzekeringsportefeuille is als een geheel verkocht en heeft ongeveer € 1.150.000,-- opgebracht. Het Unigarant deel heeft € 800.000,- opgebracht. • De opbrengst van het Allianz deel zal gelijk zijn aan 1,38 maal de provisie op basis van de premie per 1 april 2014 De opbrengst van het Allianz deel kan der- halve iets lager of iets hoger liggen dan het geschatte bedrag van € 350.000,-. Het gaat hoogstens om enkele tienduizenden euro’s. • Er is reeds een bedrag van € 1.150.000,- op de boedel- rekening van Oad Groep B.V. ontvangen. Dit bedrag is nog niet in het financieel verslag van Oad Groep B.V. verwerkt. Een deel van de opbrengst zal aan Globe Reisburo B.V. toegerekend moeten worden. Het ont- vangen bedrag ad € 1.150.000,-- is in het bijgevoegde geactualiseerd financieel verslag verwerkt. De koop- prijs van het Allianz deel van de portefeuille is bepaald. Deze koopprijs is €39.500,-- lager. De portefeuille heeft aldus uiteindelijk € 1.110.500,- (€ 1.150.000,-- minus € 39.500,--) opgebracht. Het bedrag ad € 39.500,-- is aan de koper terugbetaald. Over de maanden septem- ber 2013 tot en met maart 2014 is een bedrag van € 278.113,48 ontvangen ter zake provisie over het Unigarant deel van de portefeuille. Het betreffen prolongatieprovisies tot aan de datum van overdracht, 1 april 2014. Laatstgenoemd bedrag is in eerste instantie op de boedelrekening van Oad Groep gestort, evenals de koopprijs van de portefeuille. In verslagperiode 4 is een bedrag van € 25.801,25 ontvangen. Het betreft hier een nabetaling door Allianz betreffende provisie over de maand september 2013 (tot aan datum faillissement). Het kasgeld ad € 356.028,71 dat op de Raborekenin- gen van gefailleerden gestort is, is door de Rabobank aan de boedel betaald. Dit bedrag is begrepen in een totaalbedrag ad € 5.319.628,06 dat de boedels van de Rabobank hebben ontvangen (zie 5.1). | |
Werkzaamheden verslagperiode | Geen. |
4. Debiteuren | ||
4.1 Omvang debiteuren | : | Nominaal: € 2.800.000,00 (volgens de administratie van gefailleerde). Hierin zijn ook begrepen debiteuren die tevens crediteur zijn (en dus kunnen verrekenen) en inter- company vorderingen. De hiervan geschoonde portefeuille zal aanzienlijk lager zijn. In verslagperiode 1 heeft de partij die de activiteiten van Xxx Business Travel heeft overgenomen, op verzoek van curatoren, tegen betaling van een op voorhand overeen- gekomen incasso fee van 7,5% debiteuren, voor zover het Oad Business Travel betreft geïncasseerd. De aankomende verslagperioden zal deze partij de incasso werkzaamheden voortzetten. Daarnaast zijn in de voorbije verslagperioden een aantal andere debiteurenbetalingen, die geen betrekking hebben op Oad Business Travel ont- vangen. In verslagperiode 5 zijn er geen nieuwe debiteurenbeta- lingen meer ontvangen, waar het Oad Business Travel betreft. In de aankomende verslagperiode zullen curatoren met de partij die genoemde debiteuren ten behoeve van hen incasseert bezien worden welke debiteuren tot op heden nog niet hebben betaald en hoe daar verder mee om te gaan. In verslagperiode 6 is met de partij die de incasso van de debiteuren van Oad Business Travel verzorgt gecorre- spondeerd over de voortgang van de incassowerkzaam- heden. Geconstateerd is dat tot op heden ruim 80% van de debiteurenvorderingen zijn geïncasseerd. De incasso- werkzaamheden zullen worden voortgezet, teneinde de laatste openstaande vorderingen geïncasseerd te krijgen. In verslagperiode 7 zijn de werkzaamheden verband houdende met de incasso van debiteuren voortgezet. In verslagperiode 7 is daarnaast uitgebreid gesproken met vliegmaatschappijen teneinde te bepalen of één of meer van de boedels een vordering heeft op één of meer maatschappijen. In verslagperiode 8 is ten aanzien van enkele vlieg- maatschappijen gebleken dat de boedels geen vorde- ring hebben op deze vliegmaatschappijen. De verhou- ding met de resterende vliegmaatschappijen wordt onderzocht. |
Ook in verslagperiode 8 zijn de werkzaamheden die verband houden met de incasso van debiteuren voort- gezet. De aankomende verslagperioden zullen curatoren over- gaan tot incassering van de overige debiteuren, voor zover zij niet zien op Oad Business Travel. In dat kader worden de voor een behoorlijke incasso benodigde gegevens uit de (digitale en fysieke) administratie zeker gesteld (zie in dit verslag onder punt 7.1). | ||
4.2 Opbrengst | : | Tot op heden is voor een bedrag ad € 2.504.856,52 ter zake vorderingen op debiteuren geïnd. Laatstgenoemd bedrag maakt deel uit van het saldo op de boedelrekening zoals uit aangehecht financieel verslag blijkt. |
4.3 Boedelbijdrage | : | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
Werkzaamheden verslagperiode | Overleg met enkele vliegmaatschappijen en overleg met de door curatoren ingeschakelde accountant. | |
5. Bank/zekerheden | ||
5.1 Vorderingen van bank(en) | : | Rabobank (concernfinanciering), € 11.912.089,00 per datum faillissement. De vordering bestaat met name uit getrokken bankgaranties. Er was per datum uitspraak faillissement een positief bank- saldo van ruim € 4.000.000,00. De curatoren hebben uit de opbrengst van de doorgestarte onderdelen van de gehele Oad Groep de bank gelost. De verdere opbrengsten vallen vrij. In een later stadium zal worden gekeken naar de draagplicht van afzonderlijke Oad vennootschappen en mogelijke regresrechten. De rechtsgeldigheid van de vorderingen en de zekerheden van de Rabobank worden nog onderzocht. Laatstgenoemd onderzoek loopt nog. Er zijn nog diverse punten c.q. ondui- delijkheden met betrekking tot de zekerheden. Dit brengt met zich mee dat de curatoren tot op heden de zekerheden nog niet hebben kunnen erkennen. De Rabobank en de curatoren dienen nog te overleggen over de wijze waarop en of deze punten en onduidelijkheden kunnen worden opgelost respectievelijk weggenomen. In verslagperiode 3 is uitvoerig met de Rabobank gespro- ken. Gebleken is dat de door de bank ingediende vordering geheel bestaat uit door de bank ten behoeve van schuld- eisers van de OAD vennootschappen gestelde bankgaran- ties en een verlies op een rentederivaat. Twee bankgaran- ties met aanzienlijke bedragen zijn getrokken. Nog niet alle |
bankgaranties zijn door de betreffende schuldeisers getrokken. De vordering van de bank zou door het niet trekken van de bankgaranties uiteindelijk iets lager kunnen zijn.
Na onderzoek is gebleken dat de bank veel meer onder zich heeft dan nodig is voor de betaling van de vordering van € 11.912.089,--. Er is, mede door de ontvangst van een groot aantal debiteurenbetalingen, inmiddels een surplus gekweekt van minstens € 5.319.628,06. De Rabobank is verder verzocht om € 2.000.000,-- over te boeken naar de boedelrekening van OAD B.V.
Dit is de opbrengst van de onroerende zaak te Goor, die OAD B.V. in eigendom toebehoorde en die de bank, als hypotheekhouder betreffende genoemde onroerende zaak, in eerste instantie had opgeëist.
De bank heeft de € 2.000.000,-- in verslagperiode 3 daad- werkelijk gestort op de aangegeven boedelrekening. De resterende € 5.319.628,06 is desgevraagd door de bank gestort op de boedelrekening van OAD Touringcar Bedrijf
B.V. De opbrengst van de OAD Touringcar Bedrijf B.V. in eigendom toebehorende bussen ad € 8.060.000,-- is na verkoop onder voorbehoud van alle rechten afgedragen aan de Rabobank. Door overboeking van voormelde bedragen worden eventuele regresvorderingen geringer. Uitdrukkelijk zijn vermeld dat de toedeling van opbrengsten nog plaats dient te vinden.
Vooruitlopend op de definitieve toedeling van opbrengsten aan de diverse boedels hebben curatoren in verslag- periode 4 een bedrag van € 275.368,94 overgemaakt van de boedelrekening van OAD Touringcar Bedrijf B.V. naar de boedelrekening van Xxx Xxxxxxxxxx B.V. De reden hier- toe is gelegen in het feit dat naast OAD Touringcar Bedrijf
B.V. ook Oad Busbedrijf B.V. door de Rabobank was aan- gesproken tot inlossing van de schulden aan de bank. Naast het bedrag dat OAD Touringcar Bedrijf B.V. in dat kader aan de bank heeft betaald (zijnde het eerder ge- noemde bedrag van € 8.060.000,00), heeft Oad Busbedrijf
B.V. een bedrag van € 440.000,00 aan de bank betaald, waardoor het totaalbedrag dat aan de bank is betaald uit- komt op € 8.500.000,00. Uiteindelijk heeft de bank, op aan- dringen van de curatoren, zoals eerder gemeld, een bedrag van € 5.319.628,06 terugbetaald. Dit bedrag is ontvangen op de boedelrekening van OAD Touringcar Bedrijf B.V. Omdat in dit bedrag ook een bedrag zit, dat geacht wordt
aan Oad Busbedrijf B.V. toe te komen, hebben curatoren, naar rato van een ieders bijdrage in hetgeen aan de bank is betaald, berekend dat van het bedrag dat is terugbetaald Oad Busbedrijf B.V. recht heeft op een bedrag van € 275.368,94. Aan saldi van de diverse boedelrekeningen kan door geen enkele schuldeiser enig recht worden ontleend. De door curatoren ingeschakelde externe advocaat die de handelwijze van de bank in het kader van de kredietopzeg- ging zal onderzoeken, zal curatoren ook adviseren aan- gaande de rechtsgeldigheid van de door de bank gepreten- deerde zekerheden. In verslagperiode 3 is daartoe door curatoren opdracht gegeven. Dit onderzoek is nog gaande. Verwezen wordt naar het- geen daarover is opgemerkt in de algemene toelichting, die als bijlage 1 bij het verslag is gevoegd. | ||
5.2 Leasecontracten | : | • Operationele lease van twaalf auto’s bij VWP Car Rent B.V., de auto’s zijn afgegeven aan de lessor. • Operationele lease van één auto bij Leaseplan Neder- land N.V. De auto is afgegeven aan de lessor. |
5.3 Beschrijving zekerheden | : | Let op: de hierna genoemde zekerheden zijn alle zeker- heden die de Rabobank ten tijde van de uitspraak van het faillissement had op vennootschappen in de Oad Groep. Niet alle zekerheden hebben betrekking op het onder- havige faillissement. De zekerheden van de Rabobank bestaan uit: een pandrecht op: • alle huidige en toekomstige inventaris; • alle huidige en toekomstige voorraden; • alle huidige en toekomstige rechten van intellectueel eigendom; • alle huidige en toekomstige rechten/vorderingen op de Stichting Internet Domein Registratie Nederland (SIDN) uit hoofde van de bij SIDN geregistreerde domeinnamen; • alle ten tijde van de registratie van de pandakte bestaande rechten/vorderingen op derden en alle rechten/vorderingen die worden verkregen uit ten tijde van de registratie van de pandakte bestaande rechtsverhoudingen; een recht van hypotheekrecht op: • het opstalrecht, inhoudende de bevoegdheid tot het hebben van een overkapping ten behoeve van een overdekte opstapplaats voor passagiers en auto- |
bussen op het perceel, gelegen aan de Sint Xxxx- gildestraat te Beek (gemeente Montferland), kadastraal bekend gemeente Bergh, sectie L nummer 813;
• het woonhuis met ondergrond en verdere
aanhorigheden, staande en gelegen te 7671 HA Neede, Xxxxxxxxxxxx 00x en 38, kadastraal bekend gemeente Neede, sectie C nummer 8474;
• het woonhuis met ondergrond en verdere
aanhorigheden, staande en gelegen te 6881 SM Velp, Xxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Velp, sectie H nummer 2131;
• een perceel grond, gelegen aan de Enterseweg te
Goor, kadastraal bekend gemeente Goor, sectie A nummer 2463;
• het bedrijfspand met ondergrond en verdere aan-
horigheden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxx, Xxxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Goor, sectie A nummer 3171;
• het woonhuis met ondergrond en verdere aanhorig-
heden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxx, Xxxxxxxxxxx 00 en 72b, kadastraal bekend gemeente Goor, sectie C nummer 3431;
• het woonhuis met ondergrond en verdere
aanhorigheden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3374;
een perceel grond, gelegen aan de Burgemeester van der Borchstraat te Holten, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3575;
• het woonhuis met ondergrond en verdere
aanhorigheden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxxxx, Xxxx Xxxxxxxxxxx 0, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3476;
• het bedrijfspand met woning, ondergrond en
verdere aanhorigheden, staande en gelegen te 0000 XX Xxxxxx, Xxxxxxxxxxxx xxx xxx Xxxxx- xxxxxx 0, 4 en 6, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie E nummer 3492;
• een perceel grond, gelegen aan de Oude
Deventerweg te Holten, kadastraal bekend gemeente Holten, sectie F nummer 5748;
• het opstalrecht, inhoudende de bevoegdheid tot
hebben en houden van gebouwen en opstallen (bedrijfspand met bedrijfswoning) op het perceel gelegen te 0000 XX Xxxxxxx, Walstraat 1, 5 en 9, kadastraal bekend gemeente Rijssen, sectie F nummer 3799;
• het bedrijfspand met ondergrond en verdere aan- horigheden, staande en gelegen te 1381 BA Weesp, Xxxxxxxxxxx 00, kadastraal bekend gemeente Weesp, sectie A nummer 5359. | ||
5.4 Separatistenpositie | : | Zie hiervoor, punt 5.1. |
5.5 Boedelbijdragen | : | Afhankelijk van de uitkomst van de kwestie zoals bedoeld onder 5.1 zullen er wel of geen (nadere) afspraken worden gemaakt over een boedelbijdrage. |
5.6 Eigendomsvoorbehoud | : | Xxxx xxxxxxxxx |
5.7 Reclamerechten | : | Xxxx xxxxxxxxx |
5.8 Retentierechten | : | Geen meldingen |
Werkzaamheden verslagperiode | Er heeft in de voorbije verslagperiode meerdere malen overleg met de door curatoren ingeschakelde advocaat plaatsgevonden. | |
6. Doorstart/voortzetten | D-Reizen heeft een doorstart gemaakt met 77 reiswinkels, waarvan er 63 in het faillissement van Globe Reisburo B.V. zitten, 10 in het faillissement van Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. en 4 in het faillissement van Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx B.V. RTN heeft de resterende reiswinkels overgenomen en heeft daaruit een selectie gemaakt van 10 reiswinkels die daadwerkelijk doorgestart zijn. Munckhof heeft het onder- deel Oad Business Travel doorgestart. Ter toelichting op de doorstart van het onderdeel van Oad Business Travel merken curatoren op dat genoemde doorstart de uitkomst is van onderhandelingen met diverse partijen die te kennen hebben gegeven belangstelling te hebben voor de over- name van activa/activiteiten van Oad Business Travel. Diverse partijen zijn in de gelegenheid gesteld om een bod uit te brengen op genoemde activa/activiteiten. Degene met wie, na verkregen toestemming van de rechter-commissa- ris en de Rabobank (als zijnde pandhouder), overeenstem- ming is bereikt over een overname van meergenoemde activa/activiteiten, had, van alle partijen met wie onder- handeld is, het beste bod, waarbij opgemerkt wordt dat de gerealiseerde opbrengst, daar waar het de roerende zaken betreft, boven de getaxeerde waarde ligt. Voor het overige ziet de opbrengst met name op het immaterieel actief (met name: het klantenbestand). Wordt hetgeen daarvoor is geboden/betaald vergeleken met andere biedingen, stellen curatoren vast dat de gerealiseerde opbrengst goed te noemen is. In verslagperiode 2 hebben curatoren met Xxxxxxxx afge- rekend de kosten in verband met het kortstondig voortgezet gebruik van de panden (zie hiervoor, punt 1.6). Uit dien hoofde is door de boedel een bedrag van € 2.711,67 ont- vangen. |
6.1 Exploitatie/zekerheden | : | n.v.t. |
6.2 Financiële vastlegging | : | n.v.t. |
Werkzaamheden verslagperiode | Geen | |
7. Rechtmatigheid | ||
7.1 Boekhoudplicht | : | Art 2:10 Burgerlijk Wetboek. Het bestuur dient een admini- stratie te voeren zodanig dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend. Of aan de boekhoudplicht is voldaan zal worden onderzocht door de curatoren. In verslagperiode 2 is aan een internationaal opererend kantoor met forensisch accountants opdracht gegeven om een “quick scan” uit te voeren naar de wijze waarop de administratie werd gevoerd. Voordat deze “quick scan” kan worden uitgevoerd dient de fysieke en digitale administratie te worden zeker gesteld. In verslagperiode 3 is de fysieke en digitale administratie veilig gesteld (zie hierna). Dit maakt het mogelijk om de aankomende verslagperiode de “quick scan” te starten. Gezien het feit dat er verschillende onderzoeken naast elkaar lopen, menen curatoren er verstandig aan te doen om met de verschillende onderzoekers afspraken te maken omtrent de coördinatie van diverse onderzoeken, zulks met het doel te voorkomen dat op onderdelen dubbel werk wordt gedaan. Daarnaast dient tussen de diverse onder- zoekers afstemming plaats te vinden ten aanzien van het (gelijktijdig) gebruik van diverse bronnen, waaruit geput moet worden (waartoe te rekenen: de (fysieke en digitale) administratie). Het onderzoek ten aanzien van de wijze waarop afstemming het best kan plaatsvinden loopt nog. Ten aanzien van de ontwikkelingen op dit punt verwijzen curatoren naar de algemene toelichting (onder 3), welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd. Fysieke administratie Op diverse plaatsen in het pand te Holten is een behoor- lijke hoeveelheid administratie aangetroffen. Het betreft on- der meer financiële administratie, managementinformatie, jaarverslagen, notulen maar ook gedetailleerde (project)- administratie van bepaalde afdelingen van Oad c.s., zoals Groepsreizen, Sports & Incentives, Disney, etc. Daarnaast is sprake van een grote hoeveelheid archief, dat tot nu toe in het pand te Holten ligt opgeslagen (onder meer “Oad Archief” en directiearchief). |
Omdat curatoren op dit moment niet goed kunnen inschat- ten welke administratie bij de afwikkeling van het faillisse- ment relevant is c.q. kan worden, is besloten om de admini- stratie grotendeels te bewaren.
Daarbij dient ook te worden zeker gesteld dat de betreffen- de administratie goed, snel en gemakkelijk terug te vinden is. Geconstateerd is dat het om een grote hoeveelheid te archiveren materiaal gaat, zodat de opslag en indexering daarvan complex is en forse kosten met zich mee zal brengen.
Curatoren hebben een drietal partijen gevraagd een offerte te maken voor het zekerstellen, indexeren en opslaan van de administratie. Uiteindelijk is aan Vada Archieven B.V. te Nijverdal opdracht gegeven deze werkzaamheden uit te voeren. Ten aanzien van de indexering zullen curatoren een lijst ontvangen waarop de administratie (ordnerrug- gen/dossiernaam) en een locatieaanduiding worden ver- meld.
Tevens worden foto’s genomen van de administratie en de opstelling zoals deze was, zodat aan de hand daarvan kan worden gereconstrueerd welke administratie waar stond (welke kamer / plek in de kamer / kast). Curatoren proberen op deze wijze zeker te stellen dat op zoveel mogelijk manieren relevante administratie kan worden teruggevon- den. Voorts hebben curatoren met Vada Archieven B.V. afspraken gemaakt over het raadplegen van de gearchi- veerde informatie, bij Vada dan wel middels het toezenden (digitaal/fysiek) van de betreffende stukken.
Op het moment van verslaglegging betreffende het derde verslag heeft Vada Archieven B.V. twee/derde van de totale administratie geïnventariseerd en gerubriceerd, zodat die op welk gewenst moment door curatoren en onderzoekers, die in opdracht van curatoren werkzaam- heden verrichten, opvraagbaar is. Het gaat daarbij om meer dan 15.000 items (mappen c.q. ordners). Het streven is om de aankomende weken het geheel af te ronden. Aan het eind van de rit zullen uiteindelijk ruim 22.000 items zijn gerubriceerd en geïnventariseerd.
In verslagperiode 4 heeft Vada Archieven B.V. de aan haar opgedragen werkzaamheden afgerond. De totale administratie is geïnventariseerd en gerubriceerd. Aan de hand van door Vada opgestelde inventarislijsten kunnen diverse items behorende tot de administratie op eenvou- dige wijze worden opgevraagd.
In verslagperiode 5 zijn uit de administratie de relevante delen geselecteerd aan de hand van selectiecriteria. Onge- veer 1.600 ordners zijn aldus als zijnde relevant gesepa- reerd. De inhoud van deze ordners diende gescand te worden opdat deze aan de dataroom toegevoegd kunnen worden. Het proces van het scannen is recent voltooid. Op het moment van opmaken van dit verslag wordt de digitale inhoud van de ongeveer 1.600 ordners in de dataroom ge- bracht (zie algemene toelichting als bijlage 1 bij verslag 5).
In verslagperiode 6 is het inrichten en vullen van de data- room afgerond. In de dataroom is onder andere een grote hoeveelheid scans van de relevante stukken uit de fysieke administratie opgenomen. Het is voor curatoren en door hen ingeschakelde derden mogelijk om via een beveiligde verbinding de informatie die zich in de dataroom bevindt (waartoe gerekend scans van stukken uit de fysieke administratie) op afstand te raadplegen.
Digitale administratie
Curatoren zijn tijdens verslagperiode 2 bezig geweest met het zeker stellen van de digitale administratie van Oad. Dit is onder meer van belang voor het incasseren van debiteu- ren, voor het uitfactureren van onderhanden werk (voor zo- ver nog niet gebeurd) en voor het reguliere onderzoek naar de administratie.
Teneinde de ICT-infrastructuur in kaart te brengen, is een sessie belegd met als deelnemers (1) een vertegenwoordi- ging namens curatoren, (2) 3 oud-ICT-medewerkers van Oad en (3) forensisch accountants, die voor curatoren van de digitale administratie een backup zullen maken. Tijdens die bespreking is gebleken dat de ICT-structuur en infra- structuur zeer omvangrijk en complex is, onder meer omdat een veeltal aan verschillende systemen (deels zelfbouw, deels op de markt beschikbare pakketten) gebruikt wer- den/worden en aan elkaar gekoppeld zijn. Daarbij is bovendien van belang dat het serverpark (fysiek) deels in het pand te Holten en deels bij een externe partij te Enschede aanwezig is.
Omdat op het moment van het leggen van het tweede ver- slag nog niet geheel duidelijk was welke data in het kader van de afwikkeling van het faillissement relevant zal zijn, is besloten is om het traject in meerdere fasen op te knippen. In fase 1 worden de data “sec” zeker gesteld. In fase 2 wordt essentiële bedrijfsinformatie, zoals de financiële administratie, toegankelijk en raadpleegbaar gemaakt.
In de daarop volgende fasen kunnen de betreffende data vervolgens, voor zover dit nodig mocht blijken te zijn, wor- den ontsloten en geraadpleegd. Met het zekerstellen van de data (en, in de volgende fase, ook met het raadplegen daarvan), zijn, vanwege de complexiteit en de omvang van het systeem en de daarin vervatte data, forse kosten ge- moeid. Het belang van een behoorlijke afwikkeling van de faillissementen brengt met zich dat deze investering niette- min noodzakelijk is.
In verslagperiode 3 is de eerste fase (het veilig stellen van de digitale administratie) afgerond en is het bedrijf dat in opdracht van curatoren de administratie heeft veilig gesteld begonnen met de tweede fase: het ontsluiten van een deel van de veilig gestelde gegevens (met name: de administra- tie), door deze gegevens in bruikbare vorm te exporteren. Tevens wordt door dit bedrijf, in opdracht van curatoren, onderzoek gedaan naar het live brengen van de oude systemen, zodat via die weg de veilig gestelde gegevens kunnen worden benaderd (de derde fase). Ten tijde van het leggen van het derde verslag liep dat onderzoek nog.
In verslagperiode 4 zijn de belangrijkste digitale systemen live gebracht en is (mede daardoor) een groot deel van de digitale administratie ontsloten. Een en ander is van groot belang voor de verdere onderzoeken en discussie met bepaalde partijen (debiteuren én zakenpartners) over de gehoudenheid tot betaling.
In verslagperiode 5 zijn de voor de onderzoeken relevante delen uit de digitale administratie geselecteerd. Dit proces is op het moment van opmaken van dit verslag nagenoeg voltooid. Na voltooiing zullen de onderzoeken gestart kunnen worden.
In verslagperiode 6 is het inrichten en vullen van de data- room afgerond. Het is voor curatoren en door hen xxxx- xxxxxxxxx derden mogelijk via een beveiligde verbinding op afstand informatie uit de dataroom te raadplegen, zulks ten behoeve van door hen te verrichten onderzoek.
In verslagperiode 7 is veelvuldig gebruik gemaakt van de dataroom.
Ook in verslagperiode 8 is gebruik gemaakt van de dataroom.
7.2 Depot jaarrekeningen | : | Het boekjaar van Oad loopt van 1 november tot 31 oktober Uit het online handelsregister van de Kamer van Koop- handel blijkt dat de groepsjaarrekening over het boekjaar 2010/2011 is op 6 december 2012 door OAD Groep Holding B.V. is gedeponeerd. Dat is een overschrijding van de wettelijke termijn met 6 da- gen. In de Rechtspraak wordt een dergelijke overschrijding niet aangemerkt als onbehoorlijk bestuur dat geacht wordt een belangrijke oorzaak van het faillissement te zijn. De jaarrekening over het boekjaar 2011-2012 was ten tijde van de uitspraak van het faillissement nog niet gepubliceerd. De curatoren onderzoeken of de wettelijke publicatietermijn is overschreden. |
7.3 Goedk. verkl. accountant | : | Voor de jaarrekening over het boekjaar 2010-2011 is een controleverklaring afgegeven door een onafhankelijk accountant. Voor de jaarrekening over het boekjaar 2011- 2012 was ten tijde van de uitspraak van het faillissement nog geen controleverklaring afgegeven door een onaf- hankelijk accountant. Volgens de bestuurders is er voor Globe Reisburo B.V. een separate jaarrekening over het boekjaar 2011-2012 ge- maakt, waarvoor wel een controleverklaring is afgegeven. De curatoren zullen dit nog nagaan. |
7.4 Stortingsverpl. aandelen | : | Door de curatoren zal worden onderzocht of is voldaan aan de verplichting tot volstorting van de aandelen. |
7.5 Onbehoorlijk bestuur | : | Door de curatoren zal worden onderzocht of bestuurders hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en zo ja, of aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement (als bedoeld in art 2:248 Burgerlijk Wetboek), dan wel of bestuurders anderszins aansprakelijk zijn te achten. In het kader van het faillissement zullen de curatoren de gebruikelijke onderzoeken doen. Gelet op de omvang van de onderneming en de met het faillissement gemoeide belangen, zullen de curatoren bij het doen van onderzoek gebruik maken van forensisch accountants en externe advocaten. De verwachting is dat het onderzoek geruime tijd in beslag zal nemen. Zoals hiervoor onder 7.1 al gemeld is aan een extern kantoor opdracht geven om een “quick scan” uit te voeren naar de wijze waarop de administratie werd gevoerd. Tevens wordt met een extern advocatenkantoor gewerkt aan een opzet voor een onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen. |
Met het in 7.1 vermelde internationaal opererende kantoor is in de derde verslagperiode een eerste opzet voor een onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen en het optreden van het bestuur en toezichthouders, in de periode voorafgaande aan het faillissement, gemaakt. De verwach- ting is dat in het volgende verslag meer hieromtrent te melden zal zijn. Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 4 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen en het optreden van het bestuur en toe- zichthouders in de periode voorafgaande aan het faillisse- ment, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij verslag nummer 4 is gevoegd. Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 5 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van de faillissementen en het optreden van het bestuur en toe- zichthouders in de periode voorafgaande aan het faillisse- ment, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij dat verslag is gevoegd. Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 6 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en het optreden van het bestuur en toezicht- houders in de periode voorafgaande aan het faillissement, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd. Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 7 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en het optreden van het bestuur en toezicht- houders in de periode voorafgaande aan het faillissement, wordt verwezen naar de algemene toelichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd. Voor wat betreft de ontwikkelingen in verslagperiode 8 ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van het faillissement en het optreden van het bestuur en toezichthouders in de periode voorafgaande aan het faillissement, wordt verwezen naar de algemene toe- lichting welke als bijlage 1 bij dit verslag is gevoegd. | ||
7.6 Paulianeus handelen | : | Door de curatoren zal onderzoek worden gedaan naar rechtshandelingen die mogelijk een of meerdere schuld- eisers benadeeld hebben, zo nodig worden deze rechts- handelingen door een buitengerechtelijke verklaring ver- nietigd. Dit onderdeel zal mede betrokken worden in het boekenonderzoek. |
Werkzaamheden verslagperiode | Correspondentie met archiveringsbedrijf en forensisch accountants (m.b.t. het ontsluiten van veilig gestelde gegevens). Besprekingen met vertegenwoordigers van het internationaal opererende kantoor (m.b.t. het boeken- onderzoek). | |
8. Crediteuren | ||
8.1 Boedelvorderingen | : | Curatoren hebben in verslagperiode 5 nog geen bedragen uitgekeerd aan (voormalig) werknemers die woonachtig zijn in het buitenland en aan een aantal (voormalig) stagiaires die niet onder het (Nederlandse) sociaal verzekeringsstel- sel/de loongarantieregeling vallen (zie punt 2). De verwach- ting is dat dit in volgende verslagperioden alsnog zal gaan gebeuren. Voor het overige zijn de boedelvorderingen nog niet volledig bekend, er wordt overleg gevoerd met diverse verhuurders over het moment van oplevering. Waar moge- lijk worden de winkelpanden eerder opgeleverd dan aan het eind van de opzegtermijn om zo de boedelvorderingen zoveel mogelijk te beperken. Curatoren hebben in verslagperiode 6 voor een bedrag van € 178,75 aan werknemers uitgekeerd, waarvan na onderzoek is vastgesteld dat die een boedelvordering hebben (zie voor de achterliggende redenen punt 2). In de periode na faillissement hebben er diverse betalingen op de rekeningen van de gefailleerde vennootschappen plaatsgevonden. Per geval hebben de curatoren beoor- deeld of de betreffende betaling is aan te merken als een zogenaamde ‘onmiskenbare vergissing’ zoals bedoeld in de jurisprudentie. In dergelijke gevallen dient er tot terug- betaling te worden overgegaan zonder dat de afwikkeling van het faillissement behoeft te worden afgewacht. Voor veel gevallen geldt echter dat deze niet zijn te kwalificeren als een ‘onmiskenbare vergissing’ zodat er geen grond bestaat om het bedrag direct terug te betalen. Tot en met de 8e verslagperiode zijn door het UWV boe- delvorderingen ingediend wegens overgenomen loonver- plichtingen ter hoogte van in totaal € 1.969.594,67. Tot en met de 6e verslagperiode zijn door overige credi- teuren 7 boedelvorderingen ingediend, onder andere ter zake huur. In verslagperiode 7 is de inventarisatie van de vorderin- gen van verhuurders afgerond en zijn deze vorderingen ook verwerkt in de crediteurenlijst. In totaal zijn 49 vorde- ringen ter hoogte van in totaal € 179.031,74 op de lijst van (nog niet erkende) boedelvorderingen geplaatst. |
8.2 Pref. vordering fiscus | : | Een fiscalist die kantoor houdt in het kantoor van een van de curatoren, mr. G.W. Luesink, is doende de fiscale posi- tie van de vennootschappen in beeld te brengen. Hij voert daartoe overleg met de belastingdienst. Onder meer is er een geschil over de vraag of een of meer van de gefailleerde vennootschappen terecht scholings- aftrek genoten hebben. In verslagperiode 4 hebben cura- toren, na verkregen toestemming van de rechter-commis- saris, KPMG Meijburg & Co ingeschakeld om hen bij te staan in de discussie met de belastingdienst betreffende door Oad genoten fiscale voordelen, verband houdende met scholingsaftrek. De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat deze aftrek ten onrechte is genomen en heeft om die reden aan diverse vennootschappen, beho- rende tot het Oad concern een aanslag loonbelasting van in totaal ruim € 2.400.000,00 opgelegd. Aan onderhavige gefailleerde Globe Reisburo B.V. is uit dien hoofde een aanslag opgelegd van € 2.118.658,00, aan Xxxxxx Xxxx- buro B.V. € 230.622,00, aan Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx € 91.659,00 en aan OAD Reizen B.V. € 3.104,00. In verslagperiode 5 heeft er overleg plaatsgevonden tussen de functionaris van Meijburg & Co en de belasting- dienst. Dit overleg heeft nog niet tot een uitkomst geleid. Curatoren hebben in verslagperiode 5 tevens degenen die indertijd een (advies)rol hebben vervuld terzake van de scholingsaftrek aansprakelijk gesteld voor de schade die de diverse boedels zullen lijden, mocht blijken dat ten onrechte scholingsaftrek is genoten. Het betreffen hier partijen die zelf ook in staat van faillissement verkeren. Curatoren heb- ben niets anders gekund dan hun vordering ter verificatie aan te melden. In verslagperiode 6 heeft KPMG Meijburg & Co diverse informatie aan de belastingdienst gezonden, die de wijze staven waarop Xxx haar opleidingen had ingericht en de manier waarop Oad is omgegaan met de fiscale regel- geving op dit punt. De documenten bevestigen naar het oordeel van KPMG Meijburg & Co dat Oad serieus is om- gegaan met het onderwijs en de daaraan verbonden voorwaarden, dat de opleidingen dan ook realiteitswaarde hebben gehad en dat de belastingdienst dus ten onrechte stelt dat een en ander niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen om in aanmerking te komen voor scholings- aftrek. Afgewacht dient te worden of en in hoeverre de belastingdienst de namens curatoren gegeven uitleg accepteert. |
In verslagperiode 7 is de discussie met de belastingdienst over de scholingsaftrek voortgezet. Tot een oplossing heeft dit niet geleid. Op basis van de huidige stand van zaken verwachten curatoren dat over deze kwestie geprocedeerd gaat worden. Ook in verslagperiode 8 is de discussie met de belas- tingdienst over de scholingsaftrek voortgezet, tot op heden zonder resultaat. De aankomende verslag- periode zal genoemde discussie worden vervolgd. Voorts moet de verschuldigdheid van buitenlandse omzet- belasting gecontroleerd worden. Ook aspecten ter zake de vennootschapsbelasting worden bezien. Het fiscaal onderzoek loopt nog. Door de fiscus zijn tot en met de 8e verslagperiode in onderhavig faillissement preferente vorderingen ingediend ter hoogte van in totaal € 2.952.259,-. Dit bedrag bevat een vordering op de fiscale eenheid OAD Groep B.V. c.s. ter hoogte van € 452.706,-. | ||
8.3 Pref. vordering UWV | : | Door het UWV zijn tot en met de 8e verslagperiode preferente vorderingen ingediend wegens overgenomen loonverplichtingen ter hoogte van in totaal € 1.144.346,88. |
8.4 Andere pref. crediteuren | : | Ten aanzien van de ontwikkelingen met betrekking tot aan- spraken van voormalige personeelsleden en stagiaires ver- wijzen curatoren naar hetgeen hiervoor, onder punt 2, staat gemeld. Tot en met de 8e verslagperiode zijn door andere crediteuren 12 preferente vorderingen ingediend. |
8.5 Aantal concurrente cred. | : | Er bestaat nog geen overzicht van eventueel ingediende vorderingen door schuldeisers in deze vennootschap. De ingediende vorderingen in alle OAD-vennootschappen, meer dan 10.000 in totaal, worden gesorteerd en geno- teerd. Bovendien worden de vorderingen summierlijk gecontroleerd als het vorderingen betreffen op een vennootschap waarin een uitkering te verwachten is. Curatoren verwachten in het volgende verslag een voor- lopige opstelling te kunnen geven van het totaal aan inge- diende vorderingen en de daarmee gemoeide bedragen. Curatoren achten het voor dit moment te vroeg om een tussentijdse opgave te doen, aangezien dit, gegeven het feit dat nog een grote hoeveelheid vorderingen moet worden beoordeeld, een onvolledig en dientengevolge onjuist beeld geeft van het aantal en de omvang van de ingediende vorderingen. Voor de werkzaamheden, verband houdende met de crediteuren, zijn twee medewerkers aangetrokken voor de duur van 6 maanden. |
Tot en met de 8e verslagperiode zijn door crediteuren 909 concurrente vorderingen ingediend ten bedrage van in totaal € 6.417.428,02. Curatoren merken op dat vlak voor het leggen van het vierde verslag door SGR een vordering is aangemeld in het faillissement van Globe Reisburo B.V. ten bedrage van € 144.996,99. Deze vordering zou, volgens opgave van SGR, mede betrekking hebben op de faillissementen van Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxxxxx B.V. en Xxxxxx Xxxxxxxx B.V. In verslagperiode 5 zijn curatoren doende geweest om de (grondslag van de) vorderingen van SGR te beoordelen. Ten tijde van het leggen van het verslag bestaat daarover nog geen duidelijkheid. Reden waarom deze vorderingen nog niet zijn opgenomen op de lijst van ingediende schuld- vorderingen. In de zesde verslagperiode is het onderzoek van cura- toren naar de (grondslag van de) vorderingen van SGR voortgezet. Dit heeft tot op heden nog niet geleid tot een voorlopige erkenning van genoemde vorderingen. In verslagperiode 7 is het onderzoek ten aanzien van de vorderingen van SGR voortgezet. In verslagperiode 8 ver- wachten curatoren een definitief oordeel te kunnen vellen over genoemde vorderingen, waarbij curatoren uitdrukkelijk opmerken dat het in alle gevallen zal gaan om een eerste, voorlopige beoordeling, omdat de vorderingen van SGR nu eenmaal eerst ter gelegenheid van de verificatievergade- ring (als die er komt) definitief zullen worden vastgesteld. In verslagperiode 8 hebben curatoren met (de advocaat van) SGR gecorrespondeerd over een aantal kwesties, verband houdende met de door SGR ingediende vorde- ringen. Daarnaast heeft er een gesprek plaatsgevonden met de directeur van SGR, waarbij deze de vorderingen van SGR aan curatoren heeft toegelicht. Vlak voor het leggen van verslag hebben curatoren een grote hoe- veelheid nieuwe informatie van SGR ontvangen. Deze informatie maakt dat curatoren, tegen de verwachting in, op het moment van het leggen van dit verslag nog geen verdere mededelingen kunnen doen over de door SGR ingediende vorderingen. | ||
8.6 Bedrag concurrente cred. | : | Volgens de crediteurenlijst uit de administratie van Globe Reisburo B.V. bedraagt het openstaande saldo zo’n € 12.000.000,00. De crediteuren zijn aangeschreven en verzocht de vorderingen in te dienen in het faillissement. |
Tot en met de 7e verslagperiode is voor een bedrag ad € 6.242.016,95 aan concurrente vorderingen ingediend (zie 8.5). De totale schuldenlast is gedaald omdat een deel van de vordering van TUI is toegerekend aan andere gefailleerden, te weten voor een bedrag van € 221.642,05. Tot en met de 8e verslagperiode is voor een bedrag ad € 6.417.428,02. Voor wat betreft de vordering van SGR: zie hiervoor, punt 8.5. De lijsten van ingediende vorderingen worden als bijlagen bij dit verslag gevoegd. | |||
8.7 Wordt het een opheffer | : | Waarschijnlijk niet. | |
8.8 Vereenvoudigde afwikkeling | : | Het is gelet op de huidige stand van zaken zeer waarschijnlijk dat een uitkering aan de preferente schuldeisers zal kunnen plaatsvinden. | |
8.9 Wordt aan conc.cred uitgedeeld | : | Het is in dit stadium van het faillissement nog niet be- kend of er een uitdeling aan concurrente crediteuren gedaan kan worden. Op basis van de thans bekende informatie komen de curatoren tot de conclusie dat een uitkering aan de concurrente crediteuren niet uitgesloten is. | |
Werkzaamheden verslagperiode | Correspondentie met de belastingdienst. Er is veel gecorrespondeerd en getelefoneerd met schuldeisers. Er heeft overleg met de functionaris van KPMG Meijburg & Co plaatsgevonden. Tot slot hebben curatoren met (de advocaten van)SGR gecorrespondeerd over de (grondslag van de) vorderingen van SGR. | ||
9. Overig | |||
9.1 Termijn afwikkeling faill. | : | De verwachting is dat de afwikkeling van de OAD-faillisse- menten enkele jaren in beslag zal nemen. | |
9.2 Plan van aanpak | : | Incasso debiteuren, oplevering huurpanden en afwikkelen kwesties met betrekking tot uitstaande bankgaranties aan verhuurders, beoordeling van de vorderingen van SGR, het uitvoeren van de in faillissementen te doen gebruikelijke onderzoeken. | |
9.3 Indiening volgend verslag | : | 1 mei 2017 |
Aan dit verslag worden de volgende bijlagen gehecht:
Openbaar:
1. algemene toelichting aanpak onderzoeken
2. tussentijds financieel verslag
3. overzicht van tijdsregistratie per tijdschrijfgroep
4. crediteurenlijsten
Vertrouwelijk:
5. mutatieoverzicht boedelrekening voorbije verslagperiode
6. urenlijsten
Zwolle/Holten, 1 november 2016
xx. X. Xxxxxxxxxx, mr. J.T. Stekelenburg,
curator curator
Dit openbaar verslag is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld, maar de curatoren staan niet in voor de volledigheid, noch voor de juistheid van het verslag. Het is mogelijk dat informatie op het moment van publiceren nog niet beschikbaar is, dan wel niet geopenbaard kan worden, of dat in het verslag weergegeven informatie achteraf bijgesteld dient te worden. Uiteraard kan dit ingrijpende gevolgen hebben voor de in dit verslag en in de eventueel aangehechte bijla- gen gemaakte vermeldingen alsmede voor de weergegeven vooruitzichten voor de crediteu- ren. Aan dit verslag inclusief de bijlagen kunnen geen rechten worden ontleend.