ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
KEURMERK PRIVATE LEASE
Versie: 1.1
01-12-2017
Deze Algemene voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg met de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal Economische Raad en treden in werking per 1 december 2017.
A. DEFINITIES
Bestelauto Auto die is ingericht voor het vervoer van goederen en waarvan het leeggewicht inclusief brandstof en uitrusting, vermeerderd met het maximaal toegestane laadvermogen,
niet groter is dan 3.500 kilogram.
Consument Natuurlijk persoon, niet handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf.
Leasecontract Het schriftelijke of elektronische stuk waarin de partijen van de leaseovereenkomst zijn aangeduid en waarin alle belangrijke punten van de leaseovereenkomst zijn weergegeven (zie artikel 1).
Leaseovereenkomst Een overeenkomst van operationele lease met betrekking tot een voertuig.
Leasemaatschappij De (rechts-)persoon die met u een overeenkomst van operationele lease sluit, zal sluiten of heeft gesloten.
Leaseperiode De periode waarin u op grond van de leaseovereenkomst het recht op gebruik van het voertuig heeft.
Meerkilometers Kilometers die in een bepaalde periode worden gereden boven het voor die periode overeengekomen aantal kilometers.
Meerkilometerprijs De prijs per meerkilometer, die betaald moet worden in aanvulling op het termijnbedrag.
Operationele lease De leasevorm waarin de eigendom van het voertuig bij de leasemaatschappij blijft en u voor een bepaalde periode van ten minste twaalf maanden het gebruiksrecht van het voertuig krijgt.
Termijnbedrag Het maandelijks te betalen bedrag. De leasemaatschappij noemt dit ook wel leasetermijn, leasetarief, maandtermijn e.d.
U De natuurlijke persoon die met de leasemaatschappij een overeenkomst van operationele lease sluit, zal sluiten of heeft gesloten.
Voertuig De geleaste of te leasen personen- of bestelauto.
B. TOEPASSELIJKHEID VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN
Deze Algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten van operationele lease van personen- en bestelauto’s, gesloten tussen een consument en een leasemaatschappij die is aangesloten bij het Keurmerk Private Lease.
De leasemaatschappij verklaart op het moment van afsluiten van de overeenkomst de meest recente versie van deze voorwaarden van toepassing.
C. HET AANBOD/DE OFFERTE
De leasemaatschappij brengt de offerte schriftelijk of elektronisch uit. De offerte bevat een dagtekening en vermeldt op welke datum het aanbod vervalt.
De offerte bevat de belangrijkste elementen van de leaseovereenkomst. Deze worden op voldoende duidelijke wijze omschreven zodat de consument een goede beoordeling van het aanbod kan maken.
Alle documenten waaruit de leaseovereenkomst bestaat (zie artikel 1), worden bij het aanbod gevoegd.
D. DE DOCUMENTEN VAN DE LEASEOVEREENKOMST EN HUN ONDERLINGE RANGORDE
1. In welke documenten staan de rechten en plichten vermeld die ik op grond van de leaseovereenkomst heb?
De rechten en plichten van de leaseovereenkomst zijn te vinden in de volgende documenten:
In het leasecontract. Dat is het door u te ondertekenen contract waarop uw gegevens en die van de leasemaatschappij zijn ingevuld en waarop de belangrijkste onderdelen van de leaseovereenkomst zijn vastgelegd, zoals:
• het merk, het type en de uitvoering van het voertuig;
• de overeengekomen duur van de leaseperiode;
• het overeengekomen aantal kilometers, op jaarbasis;
• de belangrijkste bedragen en tarieven, zoals:
het bij aanvang van de leaseovereenkomst geldende termijnbedrag; indien van toepassing: het bedrag van de waarborgsom;
de bij aanvang van de leaseperiode geldende hoogte van de eigen bijdrage voor schade; indien van toepassing: de administratiekosten voor behandeling van bekeuringen; indien van toepassing: het maximale aantal kilometers, als bedoeld in artikel 7;
• de meerkilometerprijs, of als het bedrag daarvan afhankelijk is van het aantal meerkilometers, de maximale meerkilometerprijs;
• het bedrag dat, in verband met het aangaan van de leaseovereenkomst, als financiële verplichting bij Bureau Kredietregistratie zal worden geregistreerd;
• eventuele bijzondere opties, zoals winterbanden of een schadeverzekering inzittenden.
In deze Algemene voorwaarden.
In de Aanvullende voorwaarden. Daarin is een aantal bepalingen uit deze Algemene voorwaarden nader uitgewerkt en wordt een aantal onderwerpen geregeld die niet in deze Algemene voorwaarden staan.
In het Innameprotocol. Daarin staan bepalingen over de gang van zaken bij inlevering van het voertuig en over de afhandeling van schade die bij inlevering aan het voertuig wordt geconstateerd.
In eventuele nadere voorwaarden over bijzondere onderwerpen, zoals verzekerings- of dekkingsbepalingen. Als die van toepassing zijn, wordt er in de Aanvullende voorwaarden naar verwezen.
De leasemaatschappij voegt alle documenten, waarin de voorwaarden van de leaseovereenkomst zijn vastgelegd, bij de offerte, somt ze op in het leasecontract en stelt ze vóór het sluiten van de overeenkomst aan u ter beschikking.
De bepalingen in het leasecontract, de Aanvullende voorwaarden, het innameprotocol en de eventuele nadere voorwaarden mogen niet in uw nadeel afwijken van deze Algemene voorwaarden. Als dat toch gebeurt, gaan deze Algemene voorwaarden voor.
E. REGISTRATIE VAN DE OVEREENKOMST EN BETALINGSACHTERSTANDEN
2. Worden de leaseovereenkomst en eventuele betalingsachterstanden geregistreerd bij het BKR?
Ja, de leasemaatschappij meldt de leaseovereenkomst, de daarbij behorende financiële verplichting en eventuele betalingsachterstanden bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (‘het BKR’) te Tiel.
De hoogte van de te registreren financiële verplichting hangt af van de voorschriften van het BKR en kan lager (maar niet hoger) zijn dan het werkelijke bedrag van uw financiële verplichting.
De leasemaatschappij is verplicht elke betalingsachterstand van langer dan een in het BKR-reglement bepaalde duur te melden bij BKR. Dit kan gevolgen hebben voor eventuele financieringaanvragen. Voor het reglement: zie xxx.xxx.xx. De code van de leaseovereenkomst is OA.
BKR verwerkt deze gegevens in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) ten behoeve van het voorkomen en beperken van krediet- en betaalrisico’s voor de aangesloten instellingen en het voorkomen en beperken van overkreditering van betrokken consumenten, alsmede ten behoeve van het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van problematische schuldsituaties. Deze gegevens worden in het kader van de eerder genoemde doelstelling door BKR ter beschikking gesteld aan de aangesloten instellingen, hetgeen mogelijk is in feitelijke en statistisch bewerkte vorm.
Het BKR stelt uw gegevens (in feitelijke en statistisch bewerkte vorm) ter beschikking aan de aangesloten instellingen.
U kunt op xxx.xxx.xx nagaan hoe u uw gegevens kunt opvragen en wat u kunt doen als u het niet eens bent met de geregistreerde gegevens.
F. DE DUUR VAN DE LEASEOVEREENKOMST EN INGANG VAN DE LEASEPERIODE
3. Vanaf wanneer is de leaseovereenkomst van kracht?
De leaseovereenkomst gaat in op het moment dat de leasemaatschappij het door u ondertekende leasecontract heeft ontvangen. Betreft het een contract dat op elektronische wijze wordt verzonden (gescand, e-mail, webformulier en dergelijke) dan wordt onder ‘ondertekend’ verstaan de voor die vorm vereiste accordering.
4. Heb ik na het sluiten van de leaseovereenkomst bedenktijd?
Ja. Binnen 14 dagen nadat de leasemaatschappij het door u ondertekende leasecontract heeft ontvangen, kunt u de overeenkomst zonder kosten ontbinden. Dit kunt u doen door het herroepingsformulier - dat u van uw leasemaatschappij ontving bij het aangaan van de leaseovereenkomst - in te vullen en binnen de termijn van 14 dagen aan de leasemaatschappij te verzenden. In plaats van het herroepingsformulier kunt u ook een andere verklaring gebruiken, waarin u duidelijk vermeldt dat u de leaseovereenkomst ontbindt.
U kunt het voertuig pas ophalen zodra de bedenktijd is verstreken. Is het voertuig al beschikbaar, en wilt u er direct over beschikken dan kunt u afstand doen van uw bedenktijd. Dit doet u door het leasecontract in aanwezigheid van een medewerker van de leasemaatschappij in het bedrijfspand van de leasemaatschappij te ondertekenen en daarbij schriftelijk kenbaar te maken dat u direct over het voertuig wil beschikken.
5. Wanneer kan ik het voertuig ophalen?
U kunt het voertuig ophalen zodra de bedenktijd is verstreken, zonder dat u de leaseovereenkomst hebt ontbonden of als de bedenktijd is vervallen doordat u het leasecontract hebt ondertekend op de manier zoals genoemd in artikel 4, tweede alinea, u de waarborgsom hebt betaald en het voertuig klaarstaat om door u afgehaald te worden.
Als bij ondertekening van het leasecontract nog niet bekend is wanneer het voertuig afgehaald kan worden, ontvangt u een bericht van de leasemaatschappij of van de leverancier van het voertuig zodra bekend is wanneer het voertuig afgehaald kan worden.
Als op het leasecontract een datum is vermeld waarop het voertuig uiterlijk afgehaald kan worden en het voertuig op die datum niet beschikbaar is, dan kunt u de leasemaatschappij schriftelijk berichten dat u verlangt dat het voertuig binnen 14 dagen alsnog door u afgehaald kan worden. Als de leasemaatschappij binnen die 14 dagen geen bericht stuurt dat het voertuig afgehaald kan worden, kunt u schriftelijk berichten dat u de leaseovereenkomst ontbindt.
Als het voertuig op de dag waarop het volgens het leasecontract afgehaald kan worden, niet beschikbaar is, kunt u de leasemaatschappij verzoeken om u (totdat het voertuig beschikbaar is) een vervangend voertuig ter beschikking te stellen. Dat voertuig zal zoveel mogelijk van dezelfde klasse zijn als het geleaste voertuig. U dient daarvoor een vergoeding te betalen, die niet hoger zal zijn dan het termijnbedrag genoemd in de leaseovereenkomst. De leasemaatschappij zal zich ervoor inspannen zoveel mogelijk aan dat verzoek tegemoet te komen en kan nadere voorwaarden stellen.
6. Wanneer gaat de leaseperiode in?
De leaseperiode gaat in op de dag waarop u het voertuig afhaalt. Dit is anders als u het voertuig niet afhaalt binnen 5 dagen nadat het volgens het bericht van de leasemaatschappij of van de leverancier afgehaald kon worden. In dat geval gaat de leaseperiode in op de dag na die periode van 5 dagen.
7. Wanneer eindigt de leaseperiode?
De leaseperiode eindigt als de overeengekomen duur daarvan verstreken is of als de leaseovereenkomst eerder wordt ontbonden of volgens deze Algemene voorwaarden wordt opgezegd.
In de Aanvullende voorwaarden kan daarnaast bepaald zijn dat de leaseovereenkomst en de leaseperiode eindigen zodra met het voertuig als gevolg van meerkilometers een op het leasecontract vermeld maximaal aantal kilometers is gereden. In dat geval kunnen in de Aanvullende voorwaarden nadere regels daarover zijn opgenomen.
G. AFLEVERING VAN HET VOERTUIG; PERMANENTE VERVANGING IN VERBAND MET HOGE REPARATIE- OF ONDERHOUDSKOSTEN; TENAAMSTELLING VAN HET KENTEKEN
8. Waar kan ik het voertuig a)alen? Wat moet ik meenemen?
In de Aanvullende voorwaarden staat waar het voertuig kan worden afgehaald en wat u mee moet nemen.
9. Wordt er een ontvangstbevestiging opgesteld?
Bij afgifte van het voertuig aan u stelt de leasemaatschappij of de leverancier een ontvangstbevestiging op. Daarin staat vermeld of het voertuig schadevrij is, wat de kilometerstand is en welke zaken er bij het voertuig worden afgegeven, zoals het instructie- boekje. Die ontvangstbevestiging moet worden ondertekend door degene die het voertuig namens de leasemaatschappij afgeeft en door u.
10. Houd ik de gehele leaseperiode hetzelfde voertuig?
Ja, behalve als de kosten van reparatie en onderhoud door een technisch gebrek zoveel hoger zijn dan normaal dat het voor de leasemaatschappij financieel onverantwoord is het voertuig nog langer in te zetten. Dan kan de leasemaatschappij het voertuig vervangen door een voertuig dat ten minste van dezelfde klasse is. Het termijnbedrag en de duur van de leaseperiode blijven dan gelijk.
11. Staat het kenteken op mijn naam of op naam van de leasemaatschappij?
In de Aanvullende voorwaarden is bepaald of het kenteken op uw naam of op naam van de leasemaatschappij wordt gesteld.
H. HET TERMIJNBEDRAG, WIJZIGING VAN HET TERMIJNBEDRAG, MEERKILOMETERS EN DE WAARBORGSOM
12. Welke kosten voor gebruik van het voertuig zijn bij het termijnbedrag inbegrepen?
Onder de voorwaarden en beperkingen van de leaseovereenkomst, neemt de leasemaatschappij onderstaande kosten voor gebruik van het voertuig voor haar rekening:
motorrijtuigenbelasting;
kosten van reparatie en regulier onderhoud van het voertuig;
premie voor een verzekering van aansprakelijkheid voor schade aan derden (Wettelijke Aansprakelijkheid of WA-verzekering); premie van een verzekering of de kosten van het treffen door de leasemaatschappij van een voorziening voor eventuele schade aan het voertuig door aanrijding, diefstal en andere plotseling van buiten komende gebeurtenissen (cascoschade); kosten van pechhulp;
kosten van vervangend vervoer in Nederland tijdens reparatie of onderhoud na 72 uur of na een kortere periode indien dat in de Aanvullende voorwaarden bepaald is;
eventueel andere kosten, indien dat is bepaald in het leasecontract.
13. Welke kosten van gebruik van het voertuig zijn niet in het termijnbedrag inbegrepen?
Alle kosten die niet in de voorgaande opsomming zijn opgenomen. Zo komen bijvoorbeeld de kosten van brandstof, van parkeren, van wassen van het voertuig, van updates van het navigatiesysteem (indien aanwezig in het voertuig), van bekeuringen en tolgelden voor uw eigen rekening.
14. Mag de leasemaatschappij het termijnbedrag na ondertekening van het leasecontract wijzigen?
De leasemaatschappij mag het termijnbedrag na de totstandkoming van de leaseovereenkomst alleen wijzigen in de volgende gevallen:
Als na ondertekening van het leasecontract belastingen of heffingen in verband met het bezit of gebruik van het voertuig gewijzigd worden. Voorbeelden van deze belastingen zijn de motorrijtuigenbelasting, de btw en assurantiebelasting. Deze verhogingen van het termijnbedrag kunnen ook plaatsvinden binnen 3 maanden na ondertekening van het leasecontract.
Als na ondertekening van het leasecontract nieuwe belastingen of heffingen in verband met het bezit of het gebruik van de auto worden ingevoerd. Ook deze verhogingen kunnen plaatsvinden binnen 3 maanden na ondertekening van het leasecontract.
Als tussen de ondertekening van het leasecontract en de aflevering van het voertuig de aanschafprijs van het voertuig wordt verhoogd. Als het termijnbedrag op deze grond wordt verhoogd, dan kunt u de leaseovereenkomst zonder verdere kosten schriftelijk ontbinden binnen 14 dagen nadat de leasemaatschappij u van die verhoging op de hoogte heeft gesteld. Deze verhoging kan ook plaatsvinden binnen 3 maanden na ondertekening van het leasecontract.
15. Wat gebeurt er als er sprake is van meerkilometers?
Dan betaalt u een aanvullend bedrag. Dat bedrag wordt berekend door vermenigvuldiging van het aantal meerkilometers met de meerkilometerprijs, of - als de meerkilometerprijs afhankelijk is van het aantal meerkilometers – met de toepasselijke meerkilometerprijzen. In dit laatste geval is de regelgeving nader uitgewerkt in de Aanvullende voorwaarden.
U dient de meerkilometers te betalen telkens zodra de leaseperiode een jaar heeft geduurd en aan het einde van de leaseovereenkomst, na inlevering van het voertuig. Als al in de loop van een jaar van de leaseperiode blijkt dat er in dat jaar sprake is van meerkilometers, kunnen die ook voor de geplande afrekening aan het eind van dat jaar telkens na een maand worden afgerekend.
U moet binnen 2 weken na een verzoek van de leasemaatschappij daartoe, de kilometerstand opgeven. Als u dat niet doet, kan de leasemaatschappij een bedrag in rekening brengen op basis van een redelijke schatting van het aantal meerkilometers. Indien aanwezig, kan een nota van een reparatie- of onderhoudsbedrijf waarop de kilometerstand is vermeld, voor die schatting gebruikt worden. Als de kilometerteller defect raakt, moet u dat direct aan de leasemaatschappij melden.
Indien u in verband met meerkilometers een aanvullend bedrag moest betalen, kan de leasemaatschappij verlangen dat u tot het volgende moment waarop meerkilometers afgerekend zullen worden, maandelijks in aanvulling op het termijnbedrag een voorschot betaalt op de volgende betaling wegens meerkilometers. Het bedrag van het voorschot bestaat uit het aanvullende bedrag dat u wegens meerkilometers moest betalen, gedeeld door het aantal maanden van de volgende afrekenperiode.
Als het aantal meerkilometers bij de afrekening daarvan kleiner is dan het aantal waarop het voorschot is gebaseerd, ontvangt u een creditnota voor het verschil.
Indien bij de afrekening aan het einde van de leaseperiode blijkt dat het aantal kilometers dat gemiddeld per contractjaar is gereden, gelijk aan of lager is dan het overeengekomen aantal kilometers per jaar, worden tijdens de leaseperiode eventueel betaalde bedragen voor meerkilometers aan u terugbetaald.
16. Moet ik een waarborgsom betalen?
De leasemaatschappij kan betaling van een waarborgsom verplicht stellen. Dit vermeldt zij dan in het leasecontract, tezamen met de hoogte van de waarborgsom. De waarborgsom is niet hoger dan 3 maal het termijnbedrag. U dient de waarborgsom binnen 1 week na het verstrijken van de bedenktijd en vóór het afhalen van het voertuig te betalen. Doet u dat niet, dan kan de leasemaatschappij de overeenkomst ontbinden.
De waarborgsom wordt binnen 65 dagen na het einde van de leaseovereenkomst aan u terugbetaald, op voorwaarde dat u dan aan al uw verplichtingen tegenover de leasemaatschappij heeft voldaan. Als dat niet het geval is, kan de leasemaatschappij het bedrag van de openstaande verplichtingen op de waarborgsom in mindering brengen.
U mag het termijnbedrag en andere door u te betalen bedragen niet verrekenen met de waarborgsom.
I. BETALING VAN HET TERMIJNBEDRAG EN VAN ANDERE BEDRAGEN
17. Vanaf wanneer betaal ik het termijnbedrag?
U betaalt het termijnbedrag vanaf het begin van de leaseperiode. Dat is dus vanaf het moment dat u het voertuig ophaalt of, als u het voertuig 5 dagen nadat dat voor u klaar staat, nog niet hebt opgehaald, vanaf de eerste dag na die periode van 5 dagen.
18. Tot wanneer betaal ik het termijnbedrag?
U betaalt het termijnbedrag totdat de leaseperiode is geëindigd, zoals geregeld in artikel 7, en u het voertuig bij de leasemaatschappij heeft ingeleverd. Als de leaseovereenkomst is geëindigd wegens diefstal of total loss van het voertuig, geldt het vereiste van inlevering van het voertuig door u niet.
19. Hoe wordt het termijnbedrag over een deel van een maand berekend?
Het termijnbedrag geldt per kalendermaand. Als de leaseperiode na de eerste dag van een kalendermaand begint of de leaseovereenkomst vóór de laatste dag van een kalendermaand eindigt, wordt het termijnbedrag berekend over het aantal dagen van de leaseperiode in de desbetreffende maand.
20. Wat zijn de betalingsvoorwaarden?
Het termijnbedrag is bij vooruitbetaling verschuldigd; andere bedragen binnen 14 dagen na de factuurdatum. In de Aanvullende voorwaarden zijn de verdere betalingsvoorwaarden uitgewerkt en is ook omschreven hoe u moet betalen.
De leasemaatschappij mag van u niet verlangen dat u meer dan 1 keer het termijnbedrag vooruitbetaalt, behalve als de leaseperiode na de eerste dag van een kalendermaand begint. Dan kan vooruitbetaling verlangd worden van de termijnbedragen over het deel van de eerste maand waarin de leaseperiode geldt en over de maand daarna.
21. Kan de leasemaatschappij incassokosten in rekening brengen?
Ja, dat kan. Als u op de dag waarop een bedrag betaald moet zijn, nog niet betaald hebt, kan de leasemaatschappij u een aanmaning sturen. Om bij niet- voldoening aan die aanmaning incassokosten in rekening te kunnen brengen, moet de leasemaatschappij u daarin een termijn geven van minimaal 14 dagen om alsnog te betalen. Als u binnen die termijn niet betaalt, dan kan de leasemaatschappij incasso kosten bij u in rekening brengen. De hoogte daarvan hangt af van het te betalen bedrag en is geregeld in het ‘Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten’. In de aanmaning wordt u op deze gevolgen van niet-tijdige betaling gewezen, onder vermelding van de hoogte van het bedrag van de incassokosten.
22. Wat kan er verder gebeuren als het termijnbedrag of andere bedragen niet tijdig betaald worden?
De leasemaatschappij kan de overeenkomst dan ontbinden. Dan moet u naast de openstaande bedragen ook een ontbindingsvergoeding betalen. Die is gelijk aan de opzeggingsvergoeding die staat in artikel 47 eventueel vermeerderd met de vertragingsrente en incassokosten voor zover deze zijn aangezegd. In de Aanvullende voorwaarden kan echter een afwijkende regeling zijn opgenomen, die voorziet in een lagere ontbindingsvergoeding. Om de leaseovereenkomst wegens niet-betaling te kunnen ontbinden, moet de leasemaatschappij u eerst een aangetekende brief sturen, met een kopie per gewone brief of per e-mail. In die brief moet de leasemaatschappij u in de gelegenheid stellen alsnog binnen 14 dagen te betalen, onder mededeling dat zij anders de leaseovereenkomst mag ontbinden en dat u dan de hiervoor genoemde vergoeding verschuldigd wordt. Indien op het moment waarop die termijn afloopt, de leaseovereenkomst kan worden opgezegd, moet de leasemaatschappij u wijzen op de regeling van opzegging van artikel 46.
J. AANBRENGEN VAN ACCESSOIRES
23. Mag ik accessoires of andere wijzigingen of toevoegingen aanbrengen in het voertuig?
Dat mag als de leasemaatschappij u daarvoor schriftelijk toestemming geeft. De accessoires (zoals een trekhaak) moeten aangebracht en verwijderd kunnen worden zonder dat schade aan het voertuig ontstaat. Vóór inlevering van het voertuig moeten de accessoires verwijderd worden, behalve als de leasemaatschappij u heeft bericht dat dat niet nodig is.
Kosten van verzekering, onderhoud, reparatie en vervanging van door u zelf aangebrachte accessoires zijn voor uw eigen rekening.
24. Heb ik recht op een vergoeding voor niet-verwijderde accessoires?
Als u door uzelf aangebrachte accessoires niet verwijdert, hebt u geen recht op een vergoeding.
K. VERZEKERING EN AFDEKKING VAN WA-SCHADE EN CASCOSCHADE,
AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDERE SCHADE AAN HET VOERTUIG DAN CASCOSCHADE
25. Hoe is het risico voor aan of met het voertuig veroorzaakte schade verzekerd of afgedekt?
Het voertuig is verzekerd tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan derden (WA-verzekering). De regeling van de verzekering van WA-schade is opgenomen in de Aanvullende voorwaarden of in de bij het leasecontract gevoegde afzonderlijke verzekerings- of dekkingsbepalingen. In sommige gevallen is er geen verzekeringsdekking, bijvoorbeeld als de bestuurder meer alcohol in zijn bloed of adem had dan toegestaan of niet heeft meegewerkt aan een onderzoek daarnaar. Dan kan schade op u worden verhaald, behalve als het ontbreken van verzekeringsdekking is toe te rekenen aan de leasemaatschappij.
Het risico voor schade aan de auto zelf door aanrijdingen en dergelijke (cascoschade) is afgedekt conform een goede en uitgebreide dekking van cascoschadeverzekeringen. Ook voor cascoschade geldt dat in sommige gevallen geen dekking bestaat en dat de schade dan op u kan worden verhaald. Dit zijn de gevallen waarin gebruikelijk door verzekeraars van cascoschade geen dekking wordt verleend. Zo geldt ook voor cascoschade dat die op u verhaald kan worden als de bestuurder meer alcohol in zijn bloed of adem had dan toegestaan of niet heeft meegewerkt aan een onderzoek daarnaar. In de Aanvullende voorwaarden of bij het leasecontract gevoegde verzekerings- of dekkingsbepalingen is bepaald wat onder cascoschade wordt verstaan en welke voorwaarden voor de afdekking gelden.
26. Moet ik bij gedekte WA- of cascoschade een eigen bijdrage betalen?
Bij gedekte WA- of cascoschade, zoals in het vorige artikel genoemd, betaalt u per schadegeval de eigen bijdrage, als het bedrag van de cascoschade of WA-schade even groot is of groter is dan het bedrag van de eigen bijdrage. Als het bedrag van de cascoschade of WA-schade lager is dan het bedrag van de eigen bijdrage, dan betaalt u het bedrag van de schade.
Als bij een schadegeval zowel sprake is van schade aan derden (WA-schade) als schade aan het voertuig (cascoschade), dan betaalt u voor dat schadegeval maar één keer de eigen bijdrage. In de Aanvullende voorwaarden kan bepaald zijn dat de eigen bijdrage hoger wordt als zich binnen een periode van 12 maanden meer dan 2 schadegevallen voordoen. Die verhoging geldt dan voor de resterende duur van de leaseperiode. De verhoging geldt niet als u het volledige bedrag van de cascoschade of WA-schade hebt vergoed. Als de schade verhaald is op een derde, betaalt de leasemaatschappij u de eigen bijdrage in verband met die schade terug. Een verhoging van de eigen bijdrage in verband met dat schadegeval wordt dan ook teruggedraaid.
De eigen bijdrage is nooit hoger dan € 500,- per schadegeval vóór de hiervoor genoemde verhoging en is nooit hoger dan € 1.000,- per schadegeval na de hiervoor genoemde verhoging.
27. Zijn er andere verzekeringen van toepassing?
Als er een schadeverzekering inzittenden, persoonlijke ongevallenverzekering en/of verhaalsrechtsbijstandsverzekering van toepassing is, is dat op het leasecontract vermeld. De regeling daarvan is dan opgenomen in de Aanvullende voorwaarden of in afzonderlijke voorwaarden.
28. Wat moet ik doen bij casco- of WA-schade?
In de Aanvullende voorwaarden of in de afzonderlijke dekkings- en verzekeringsvoorwaarden is vermeld wat u moet doen bij casco- of WA-schade.
29. Heb ik bij een ongeval recht op hulp bij vervoer van het voertuig en van de inzittenden?
Bij een ongeval kunt u voor transport van het voertuig en van inzittenden gebruik maken van de hulpregeling van de WA- verzekering of van door de leasemaatschappij zelf geboden hulp. In de Aanvullende voorwaarden of de afzonderlijke verzekerings- of dekkingsbepalingen is deze regeling verder uitgewerkt.
30. Hoe is de aansprakelijkheid voor andere schade aan het voertuig dan cascoschade geregeld?
Als er schade aan het voertuig ontstaat die niet in de Aanvullende voorwaarden of de bij het leasecontract gevoegde verzekerings- of dekkingsbepalingen is aangemerkt als cascoschade (zoals schade door overmatige slijtage van onderdelen van het voertuig of door een gebrek aan olie) bent u daarvoor aansprakelijk als de schade het gevolg is van niet-nakoming van deze Algemene voorwaarden of de Aanvullende voorwaarden. Als bijvoorbeeld de hiervoor genoemde overmatige slijtage van onderdelen van het voertuig het gevolg is van onzorgvuldige bediening, of als het gebrek aan olie verband houdt met niet tijdig controleren van het oliepeil, komen de reparatiekosten of verhoogde onderhoudskosten dus voor uw rekening. Hetzelfde geldt als het voertuig niet tijdig voor een onderhoudsbeurt is aangeboden.
Als u en de leasemaatschappij het er niet over eens zijn of de schade een gevolg is van niet-nakoming van deze Algemene voorwaarden of de Aanvullende bepalingen, dan schakelt de leasemaatschappij een expert in die lid is van het Nederlands Instituut voor registerexperts (NIVRE). Deze beoordeelt wat de meest waarschijnlijke schadeoorzaak is. Als hij tot het oordeel komt dat het meest waarschijnlijk is dat de schade is veroorzaakt door een niet-nakoming van de overeenkomst, dan komen de schade en de kosten van expertise voor uw rekening, tenzij u bewijst dat de schade geen gevolg is van niet-nakoming van de overeenkomst.
Deze regeling doet geen afbreuk aan uw mogelijkheden om zich tot de Geschillencommissie te wenden als na het oordeel van de expert nog steeds geen oplossing voor het geschil is bereikt. De regeling van de Geschillencommissie vindt u in artikel 55.
31. Ontvang ik na afloop van de leaseperiode een verklaring over het schadeverloop van het voertuig?
Op uw verzoek zal de leasemaatschappij u een verklaring toezenden waarin staat of er tijdens de leaseperiode schade aan of met het voertuig is veroorzaakt en zo ja hoe vaak en - voor zover bekend - wanneer dat is gebeurd. Als u die verklaring wilt gebruiken om een verzekering af te sluiten, dan kan de verzekeraar zelf bepalen of en welke waarde hij aan die verklaring hecht.
L. GEBRUIK VAN HET VOERTUIG
32. Hoe dient met het voertuig te worden omgegaan?
In het algemeen moet zorgvuldig met het voertuig worden omgegaan en moeten de verkeersregels en andere wettelijke voorschriften worden opgevolgd.
Met het voertuig mag niet op zodanige wijze worden omgegaan dat er volgens de verzekeringsvoorwaarden of de bepalingen in de Aanvullende voorwaarden of afzonderlijke bepalingen over dekking van WA- en cascoschade geen dekking bestaat.
Als het voertuig niet wordt gebruikt, dan moet het voertuig zorgvuldig worden afgesloten. Voorzieningen ter voorkoming van diefstal, zoals een alarminstallatie, moeten in werking gesteld worden. De sleutel van het voertuig moet zorgvuldig worden opgeborgen. Het voertuig mag niet worden gebruikt voor vervoer van personen of goederen tegen betaling of voor snelheids-, betrouwbaarheids- of rijvaardigheidsritten. Ook mag het voertuig niet worden gebruikt voor rijles.
Het voertuig mag worden bestuurd door een zeventienjarige in het kader van begeleid rijden (“2todrive”), behalve als in de Aanvullende voorwaarden is bepaald dat dit niet is toegestaan.
Met het voertuig mogen geen gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
In de Aanvullende voorwaarden is vermeld in welke landen het voertuig mag komen.
Als er schade aan het voertuig is ontstaan, mag niet met het voertuig verder worden gereden als daardoor de schade kan verergeren. Als het voertuig op een gevaarlijke plaats staat of het verkeer hindert, mag het voertuig uiteraard wel worden verplaatst.
Het voertuig mag niet tegen betaling aan derden ter beschikking worden gesteld.
33. Wie mogen het voertuig besturen?
In de Aanvullende voorwaarden kan de voorwaarde worden gesteld dat de bestuurder een bepaalde minimale leeftijd moet hebben en/of gedurende een bepaalde minimale duur over een voor het voertuig geldig rijbewijs moet beschikken. Voor het overige kan iedereen die in het bezit is van een voor het voertuig geldig rijbewijs het voertuig besturen. Daarbij geldt natuurlijk wel dat de bestuurder wettelijk bevoegd en in staat moet zijn het voertuig te besturen.
34. Ben ik aansprakelijk voor het doen en laten van andere gebruikers van het voertuig?
Het doen en laten van andere bestuurders of andere gebruikers van het voertuig komt voor de toepassing van de voorwaarden van de leaseovereenkomst voor uw rekening alsof het uw eigen doen en laten betreft. U bent dus aansprakelijk voor andere gebruikers. Als het voertuig is gestolen bent u echter niet aansprakelijk voor wat er na de diefstal met het voertuig gebeurt. Voorwaarde is dat u (of de andere gebruiker van het voertuig) de vermissing van het voertuig direct meldt bij de politie en aangifte van diefstal doet.
M. REPARATIE EN ONDERHOUD
35. Wie verricht het dagelijks onderhoud van het voertuig?
U moet zelf de bandenspanning en de niveaus van de motorolie en de andere vloeistoffen op het voorgeschreven peil houden volgens de richtlijnen van het instructieboekje bij het voertuig. De kosten daarvan zijn voor uw rekening. Voor bijvullen van olie en koelvloeistof moet de in het instructieboekje voorgeschreven kwaliteit olie of koelvloeistof gebruikt worden.
36. Wie houdt bij wanneer het voertuig een onderhoudsbeurt nodig heeft?
U doet dat. Zodra het voertuig volgens de richtlijnen van de fabrikant, te vinden in het instructieboekje en volgens eventueel in de Aanvullende voorwaarden opgenomen richtlijnen van de leasemaatschappij, een onderhoudsbeurt nodig heeft, dan maakt u daartoe een afspraak bij een vestiging van een door de leasemaatschappij aangewezen autobedrijf. Vervolgens brengt u zelf het voertuig naar de vestiging. Om misverstanden over de betaling van de kosten te voorkomen, moet u aan het autobedrijf mededelen dat het voertuig eigendom is van de leasemaatschappij en dat het autobedrijf de leasemaatschappij vooraf om toestemming voor onderhoud moet vragen.
Als het voertuig in het buitenland is wanneer het volgens het onderhoudsschema een onderhoudsbeurt nodig heeft, dan kan met de onderhoudsbeurt gewacht worden tot het voertuig weer in Nederland is. Voorwaarde daarbij is dat het voertuig na het moment waarop volgens het schema de onderhoudsbeurt nodig is, niet meer dan 1.000 kilometer in het buitenland zal rijden. Anders moet u de leasemaatschappij bellen voor overleg.
37. Wat moet ik doen als het voertuig een defect heeft dat gerepareerd moet worden?
Als het voertuig een defect heeft dat gerepareerd moet worden, dan kunt u dit eveneens na een afspraak laten repareren bij een vestiging van een daartoe door de leasemaatschappij aangewezen autobedrijf. Ook daarvoor geldt dat u bij het aanbieden van het voertuig voor reparatie moet mededelen dat het voertuig eigendom is van de leasemaatschappij en dat de leasemaatschappij om toestemming moet worden gevraagd.
Als het voertuig buiten Nederland een defect heeft, moet u met de leasemaatschappij bellen om toestemming te vragen voor de reparatie. Als de toestemming wordt gegeven, kunt u de reparatie laten verrichten.
De leasemaatschappij zal zich inspannen om ervoor te zorgen dat het voertuig zo spoedig mogelijk weer gebruikt kan worden.
38. Wie betaalt de kosten van reparatie en van onderhoudsbeurten?
De leasemaatschappij betaalt de kosten voor reparatie of de onderhoudsbeurt rechtstreeks aan het garagebedrijf, op voorwaarde dat zij vooraf toestemming heeft gegeven voor de reparatie of de onderhoudsbeurt. Voor reparatie en onderhoud in het buitenland waarvoor de leasemaatschappij toestemming heeft gegeven, kunt u zelf de kosten betalen. U moet dan vragen om een factuur die op naam van de leasemaatschappij is gesteld. Deze (originele) factuur stuurt u samen met een bewijs van betaling aan de leasemaatschappij. De kosten worden dan - tot het bedrag waarvoor toestemming is gegeven - door de leasemaatschappij aan u vergoed.
Voor de goede orde: als u volgens deze Algemene voorwaarden, de Aanvullende voorwaarden of de verzekerings- of dekkingsbepalingen aansprakelijk bent voor de schade of voor de verhoogde onderhoudskosten, kunnen betaalde reparatie- of onderhoudskosten weer aan u in rekening worden gebracht.
N. VERVANGEND VERVOER
39. Krijg ik een vervangend voertuig tijdens onderhoud of reparatie?
U krijgt in ieder geval de beschikking over een vervangend voertuig nadat de reparatie of het onderhoud langer heeft geduurd dan 72 uur. In de Aanvullende voorwaarden kan zijn bepaald dat u al na kortere tijd een vervangend voertuig in gebruik kunt krijgen. Wilt u een vervangend voertuig voor de periode waarin u geen recht heeft op vervangend vervoer? Dan kunt u de leasemaatschappij verzoeken dit voor u te organiseren, tegen betaling van door de leasemaatschappij op te geven kosten. De leasemaatschappij zal zoveel als redelijkerwijs mogelijk proberen aan uw verzoek tegemoet te komen.
Als de reparatie of het onderhoud buiten Nederland wordt verricht, hebt u geen recht op een vervangend voertuig. Ook in dit geval kunt u de leasemaatschappij verzoeken de inzet van een vervangend voertuig voor u te organiseren, tegen betaling van door de leasemaatschappij op te geven kosten. Ook in dit geval zal de leasemaatschappij zoveel als redelijkerwijs mogelijk proberen aan dat verzoek tegemoet te komen.
Als u aansprakelijk bent voor de kosten van de reparatie of het onderhoud, hebt u géén recht op een vervangend voertuig. U kunt u de leasemaatschappij wel verzoeken de inzet van een vervangend voertuig voor u te organiseren, tegen betaling van de door de leasemaatschappij op te geven kosten.
40. Wie organiseert de inzet van een vervangend voertuig?
De leasemaatschappij organiseert de inzet van een vervangend voertuig.
41. Wat zijn de verdere voorwaarden voor gebruik van een vervangend voertuig?
Het vervangend voertuig kan van een ander merk, type en uitvoering zijn dan het geleaste voertuig. In de Aanvullende voorwaarden is vermeld van welke (huur)klasse het vervangende voertuig ten minste zal zijn. U moet het vervangend voertuig inleveren zodra het geleaste voertuig weer voor u beschikbaar is. De kilometers gereden met het door de leasemaatschappij vergoede vervangende voertuig worden meegeteld bij de bepaling van het aantal met het geleaste voertuig gereden kilometers. Verder gelden de regels voor het gebruik, voor de kosten van gebruik en voor schade en verzekering van het geleaste voertuig ook voor het vervangende voertuig.
42. Wat kan ik doen als ik onderweg pech krijg met het voertuig?
Als u met het voertuig onderweg pech krijgt door een mechanisch defect aan het voertuig, kunt u pechhulp inroepen. Daarvoor kunt u bellen met de hulpdienst of de leasemaatschappij, waarvan het telefoonnummer is vermeld in het instructieboekje of in een ander bij het voertuig verstrekt document. In de Aanvullende voorwaarden of in afzonderlijke bepalingen zijn de voorwaarden van de pechhulp omschreven. De pechhulp bestaat ten minste uit noodreparatie ter plekke, of, als dat niet mogelijk is, transport van het voertuig en de inzittenden naar een reparatiebedrijf.
Bent u gestrand met het voertuig en heeft u geen recht op kosteloze pechhulp, bijvoorbeeld omdat de brandstoftank is leeggereden? U kunt dan de leasemaatschappij vragen om hulp, maar u dient wel zelf de kosten te betalen. De leasemaatschappij zal zoveel als redelijkerwijs mogelijk proberen aan uw verzoek tegemoet te komen.
O. BESLAG OP HET VOERTUIG EN BOETES
43. Wat moet ik doen als er beslag op het voertuig wordt gelegd?
Als er beslag op het voertuig wordt gelegd, of als dat waarschijnlijk zal gebeuren, moet u de beslaglegger direct mededelen dat het voertuig niet uw eigendom is, maar eigendom is van de leasemaatschappij. Verder stelt u direct de leasemaatschappij op de hoogte van het beslag en geeft u direct de gegevens van de leasemaatschappij door aan de beslaglegger. U moet de leasemaatschappij op haar verzoek machtigen om het nodige te doen om een eind aan het beslag te maken of dat te voorkomen. Deze verplichtingen gelden ook bij buitengebruikstelling van het voertuig in verband met openstaande boetes.
Als het beslag na het einde van de leaseovereenkomst voortduurt, blijft u verplicht het termijnbedrag te betalen totdat het voertuig weer vrij van beslag in het bezit van de leasemaatschappij is.
44. Hoe worden boetes en naheffingen parkeerbelasting en dergelijke afgehandeld?
U bent aansprakelijk voor alle boetes, naheffingsaanslagen parkeerbelasting en de gevolgen van andere maatregelen in verband met het gebruik van het voertuig. Dat geldt ook als de boetes en dergelijke aan de leasemaatschappij worden opgelegd omdat het kenteken op haar naam staat. In de Aanvullende voorwaarden is vermeld hoe de boetes worden afgehandeld. De leasemaatschappij kan een bedrag aan administratiekosten in rekening brengen voor de behandeling van bekeuringen en dergelijke. Het bedrag daarvan wordt in het leasecontract vermeld.
45. Moet ik bijhouden wie er in het voertuig rijdt?
Bij ernstige verkeersovertredingen kunnen de politie of het Openbaar Ministerie de leasemaatschappij vragen wie het voertuig op het moment van de overtreding heeft bestuurd. Als de leasemaatschappij dat dan aan u vraagt, moet u binnen 5 dagen de naam en het adres van de bestuurder op de opgegeven datum en tijdstip aan de leasemaatschappij doorgeven. Als u die gegevens niet naar waarheid kunt doorgeven, bent u aansprakelijk voor de boete, de financiële gevolgen voor de leasemaatschappij van de justitiële registratie van de zaak en de eventuele kosten die de leasemaatschappij maakt om zich te verweren in een strafzaak. Daarom is het goed om bij te houden wie er in het voertuig rijdt.
P. OPZEGGING VAN DE LEASEOVEREENKOMST EN DE OPZEGGINGSVERGOEDING
46. Kan ik de leaseovereenkomst opzeggen voordat de leaseperiode voorbij is?
U kunt de leaseovereenkomst tussentijds opzeggen, op zijn vroegst tegen de eerste dag van het tweede jaar van de leaseperiode. In de Aanvullende voorwaarden kan echter bepaald zijn dat u tegen een eerdere dag kunt opzeggen. U moet een opzegtermijn van ten minste 1 maand in acht nemen.
Om op te zeggen, moet u een brief sturen naar de leasemaatschappij. Als u de leaseovereenkomst per e-mail of via internet hebt gesloten, kunt u ook met een e-mailbericht opzeggen. De adresgegevens waarnaar de opzegging kan worden gestuurd, zijn vermeld in de Aanvullende voorwaarden. Bij wijziging van die gegevens ontvangt u daarvan bericht.
Bij opzegging dient u een opzeggingsvergoeding te betalen. Deze opzeggingsvergoeding staat los van de afrekening van eventuele meerkilometers op het moment waarop de leaseovereenkomst eindigt, tenzij in de Aanvullende voorwaarden anders is bepaald. Als er op het moment waartegen is opgezegd sprake is van meerkilometers, betaalt u daarvoor dus een vergoeding naast de opzeggingsvergoeding, tenzij in de Aanvullende voorwaarden anders is bepaald.
De opzeggingsvergoeding en alle andere openstaande bedragen moeten betaald zijn vóór de dag waartegen is opgezegd. Als dat niet is gebeurd, heeft de opzegging geen gevolg en loopt de leaseovereenkomst door totdat die op andere wijze tot een einde komt.
Bent u genoodzaakt de leaseovereenkomst op te zeggen omdat betaling van de leasetermijnen buiten uw schuld voor u onmogelijk is geworden? Meld dit dan bij de leasemaatschappij en onderbouw dit met schriftelijke stukken. De leasemaatschappij zal samen met u tot een redelijke oplossing proberen te komen voor de betaling van de opzegvergoeding, bijvoorbeeld door een betaalregeling aan te bieden. Als een betaalregeling wordt overeengekomen, geldt de bepaling dat de opzeggingsvergoeding moet zijn betaald vóór de dag waartegen is opgezegd, niet.
47. Hoe wordt de hoogte van de opzeggingsvergoeding bepaald bij opzegging na het eerste jaar?
Bij opzegging tegen het begin van het tweede jaar van de leaseperiode of tegen een latere dag geldt voor de opzeggingsvergoeding het volgende. Bij eerdere opzegging bepaalt artikel 48 de hoogte van de opzeggingsvergoeding.
1. Berekening
In de Aanvullende voorwaarden is een regeling opgenomen waaruit u kunt opmaken hoeveel de opzeggingsvergoeding zal bedragen.
A. De opzeggingsvergoeding kan worden bepaald op een vast percentage van het bedrag van de gezamenlijke termijnbedragen die u zonder de opzegging nog zou moeten betalen.
Rekenvoorbeeld:
Het vaste percentage is 50%. Het termijnbedrag is € 200,-. De overeengekomen leaseperiode is 36 maanden. U zegt op tegen het begin van de 25e maand.
Zonder de opzegging zou u aan termijnbedragen nog 12 maanden x € 200,- = € 2.400,- moeten betalen. De opzeggingsvergoeding bedraagt dus 50% van € 2.400,- = € 1.200,-.
B. De opzeggingsvergoeding kan ook op een andere manier bepaald worden, namelijk zodanig dat deze afhankelijk is van o.a. de werkelijke duur van de leaseperiode. De berekeningswijze van de opzeggingsvergoeding in de Aanvullende voorwaarden wordt in dat geval met een rekenvoorbeeld toegelicht.
Als u opzegt, geeft de leasemaatschappij u op verzoek een berekening van de opzeggingsvergoeding. 2. Maximum aan opzeggingsvergoeding
Hoe de opzeggingsvergoeding ook wordt berekend, er zit een grens aan. De opzeggingsvergoeding is ten hoogste het bedrag van het verschil tussen de gezamenlijke termijnbedragen die u hebt betaald en nog moet betalen tot het
moment van opzegging en de gezamenlijke - hogere - termijnbedragen die u tot dat moment had moeten betalen als u direct de leaseovereenkomst voor de kortere duur was aangegaan.
48. Als volgens de Aanvullende voorwaarden opzegging voor het begin van het tweede jaar van de leaseperiode mogelijk is, hoe wordt de opzeggingsvergoeding dan bepaald?
Indien in de Aanvullende voorwaarden is bepaald dat opzegging kan plaatsvinden tegen een eerdere dag dan tegen het begin van het tweede jaar van de leaseperiode, gelden de in artikel 47 opgenomen regels voor dat geval niet. In dat geval is in de Aanvullende voorwaarden bepaald hoe hoog de opzeggingsvergoeding is of hoe die wordt berekend. In de Aanvullende voorwaarden kunnen bij opzegging tegen een eerdere dag dan tegen het begin van het tweede jaar, ook andere regels voor de opzegging zijn opgenomen, zoals een opzegtermijn van langer dan een maand.
49. Kan de leaseovereenkomst worden opgezegd als ik overlijd?
Als u overlijdt, kan een van uw erfgenamen en de leasemaatschappij de leaseovereenkomst direct opzeggen. De leasemaatschappij kan opzeggen door toezending van een brief aan uw laatst bekende adres. Er zijn voor de opzegging in verband met uw overlijden geen kosten verschuldigd. Uw erfgenamen zijn wel verplicht het voertuig direct na de opzegging in te leveren en blijven verplicht tot het moment van inlevering het termijnbedrag en andere openstaande bedragen te betalen.
Als het leasecontract is ondertekend door twee personen en de andere persoon niet is overleden, kan de leaseovereenkomst niet wegens uw overlijden worden opgezegd. De andere persoon wordt dan de enige contractspartner.
Q. ONTBINDING VAN DE LEASEOVEREENKOMST
50. Kan de leaseovereenkomst ontbonden worden?
De leasemaatschappij mag de overeenkomst ontbinden als u het termijnbedrag of andere bedragen niet hebt betaald, ook niet nadat u daartoe in de gelegenheid bent gesteld. De leasemaatschappij moet u voorafgaand aan de ontbinding wel tijdig waarschuwen. Zie artikel 22.
Verder kan de leasemaatschappij de overeenkomst ontbinden als:
u failliet wordt verklaard of de Wet schuldsanering natuurlijke personen op u van toepassing wordt verklaard; u verhuist naar het buitenland;
u onder curatele of onder bewind wordt gesteld;
het voertuig is gestolen en 30 dagen na de vermissing nog niet terug is;
het voertuig als gevolg van schade zodanig beschadigd is dat het uit technisch of economisch oogpunt redelijkerwijs onverantwoord is het voertuig te herstellen.
De wettelijke ontbindingsmogelijkheden zijn verder volledig van toepassing.
Als de leasemaatschappij de leaseovereenkomst wenst te ontbinden wegens uw verhuizing naar het buitenland zal zij, voordat zij daartoe overgaat, u wijzen op de regeling van opzegging van artikel 46.
Als de overeenkomst wordt ontbonden wegens diefstal of omdat het voertuig total loss is (zoals omschreven onder d en e) kunt u de leasemaatschappij verzoeken een ander voertuig aan u ter beschikking te stellen. Dit kan alleen voor de tijd dat de leaseperiode nog zou voortduren en onder nader overeen te komen voorwaarden. De leasemaatschappij zal zoveel mogelijk proberen aan uw verzoek tegemoet te komen, behalve als de ontbindingsvergoeding en de schade voor uw rekening komen, zoals omschreven in artikel 51, vierde alinea.
51. Moet ik een vergoeding betalen bij ontbinding van de leaseovereenkomst door de leasemaatschappij?
Als de leasemaatschappij de leaseovereenkomst ontbindt op grond van artikel 50 of op grond van de wet, dan moet u een ontbindingsvergoeding betalen. Deze is gelijk aan de opzeggingsvergoeding van artikel 47. In de Aanvullende voorwaarden kan echter een afwijkende regeling zijn opgenomen, die voorziet in een lagere ontbindingsvergoeding.
De ontbindingsvergoeding bent u verschuldigd naast andere bedragen.
Als de ontbinding verband houdt met diefstal of een total loss-verklaring van het voertuig, zoals omschreven onder d en e van artikel 50, dan bent u de ontbindingsvergoeding alleen verschuldigd als op grond van deze Algemene voorwaarden, de verzekerings- of dekkingsbepalingen of andere bepalingen van de leaseovereenkomst of de wet ook de schade door de diefstal of de total loss- verklaring voor uw rekening komt. In dat geval kan de leasemaatschappij tevens een vergoeding voor de overige schade bij u in rekening brengen.
Bij ontbinding door de leasemaatschappij wegens niet-tijdig betalen van de waarborgsom, zoals geregeld in artikel 16, bent u géén ontbindingsvergoeding verschuldigd.
R. SCHADE DOOR EEN GEBREK AAN HET VOERTUIG
52. Wat als ik schade lijd doordat het voertuig een gebrek heeft?
Als het voertuig een gebrek heeft, is de leasemaatschappij voor schade die daarvan het gevolg is alleen aansprakelijk als de leasemaatschappij het gebrek bij het aangaan van de leaseovereenkomst kende of behoorde te kennen of als het ontstaan van het gebrek is toe te rekenen aan de leasemaatschappij.
S. ADRESWIJZIGING
53. Wat moet ik doen als ik verhuis?
Als u verhuist, dient u uw nieuwe adres aan de leasemaatschappij door te geven. Als uw e-mailadres wijzigt, moet u dat ook aan de leasemaatschappij doorgeven. Totdat dat is gebeurd, kan de leasemaatschappij alle voor u bestemde berichten aan het laatste door u opgegeven adres en/of e-mailadres sturen. Een nieuw telefoonnummer dient u ook door te geven aan de leasemaatschappij.
Deze wijzigingen moeten schriftelijk of per e-mail worden doorgegeven.
T. TOEPASSELIJK RECHT, GESCHILLENCOMMISSIE
54. Welk recht is van toepassing op de leaseovereenkomst?
Op de leaseovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
55. Hoe lossen we geschillen op?
Geschillen tussen u en de leasemaatschappij over de totstandkoming of uitvoering van de leaseovereenkomst kunnen zowel door u als door de leasemaatschappij aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Private Lease, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen als u uw klacht eerst bij de leasemaatschappij indient.
Leidt de klacht bij de leasemaatschappij niet tot een oplossing, dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de datum waarop u de klacht bij de leasemaatschappij indiende, schriftelijk (of in een andere door de Commissie te bepalen vorm) bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt.
Wanneer u een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de leasemaatschappij aan deze keuze gebonden. Indien de leasemaatschappij een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet zij u eerst (schriftelijk of in een andere passende vorm) om uw akkoord vragen. De leasemaatschappij geeft u daarvoor een termijn van 5 weken. Zij vermeldt dat zij het geschil bij de gewone rechter aanhangig zal maken als u binnen deze termijn niet uw akkoord geeft.
De Geschillencommissie doet uitspraak volgens het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie wordt u desgevraagd toegezonden. De beslissing van de Geschillencommissie geldt als een bindend advies waartegen geen hoger beroep openstaat. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
Uitsluitend de gewone rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
De Stichting Private Lease staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de Geschillencommissie door de leasemaatschappijen die bij het Keurmerk Private Lease zijn aangesloten. Dat is echter niet het geval als de leasemaatschappij besluit het bindend advies binnen 2 maanden ter toetsing aan de rechter voor te leggen en de rechter het bindend advies onverbindend verklaart en tegen het vonnis niet meer opgekomen kan worden.
De garantstelling van Stichting Keurmerk Private Lease geldt tot € 3.000,- en onder voorwaarde dat u uw vordering op de leasemaatschappij aan de stichting overdraagt. Bij bedragen groter dan € 3.000,- zal de Stichting Keurmerk Private Lease voor het meerdere proberen de leasemaatschappij via de rechter tot betaling te bewegen. Lukt dat, dan wordt het geïncasseerde bedrag boven € 3.000,- aan u overgedragen.
In geval van faillissement, surseance van betaling of bedrijfsbeëindiging van de leasemaatschappij keert Stichting Keurmerk Private Lease een bedrag tot maximaal € 3.000,- per geschil uit en geldt de garantstelling alleen als het faillissement of de surseance is uitgesproken of de leasemaatschappij haar bedrijf heeft beëindigd nadat de Geschillencommissie uitspraak heeft gedaan.
U. WIJZIGING VAN DE LEASEOVEREENKOMST
56. Is het mogelijk de leaseovereenkomst te wijzigen?
Als daartoe aanleiding bestaat, kan de leasemaatschappij samen met u de leaseovereenkomst wijzigen. Die wijziging wordt dan schriftelijk vastgelegd.
V. HOOFDELIJKHEID
57. Als ik samen met iemand anders het leasecontract heb gesloten, moet ik dan de hele leasetermijn betalen of de helft?
Als behalve u ook een andere persoon het leasecontract ondertekent, bent u beiden verplicht tot volledige nakoming van de verplichtingen van de leaseovereenkomst. Zowel u als de andere persoon kunnen dus worden aangesproken tot betaling van het volledige termijnbedrag en tot betaling van andere bedragen. Daarbij leidt definitieve voldoening door de ene persoon van een schuld er uiteraard toe dat de ander voor die schuld niet meer kan worden aangesproken.
W. INLEVERING VAN HET VOERTUIG EN AFHANDELING VAN BIJ INNAME AAN HET VOERTUIG GECONSTATEERDE SCHADE
58. Wanneer moet ik aan het einde van de leaseovereenkomst het voertuig inleveren?
U moet het voertuig op de laatste werkdag van de leaseperiode inleveren. Indien de laatste dag of dagen van de leaseperiode in het weekeinde of op een feestdag vallen, betekent dit dat u het voertuig voorafgaand aan het weekeinde of de feestdag(en) in moet leveren. Die laatste dag of dagen van de leaseperiode kunt u dus niet over het voertuig beschikken. Het bedrag van de leasetermijn over die dag of dagen wordt in dat geval aan u terugbetaald.
59. Waar moet ik het voertuig inleveren?
U moet tijdig voor het einde van de leaseperiode een afspraak voor de inlevering maken met de leasemaatschappij of haar vertegenwoordiger. De leasemaatschappij bericht u dan waar het voertuig moet worden ingeleverd.
60. Wat gebeurt er als ik het voertuig niet tijdig inlever?
Dan blijft u verplicht tot betaling van het termijnbedrag totdat het voertuig is ingeleverd, verhoogd met 75% vanaf de dag dat u het voertuig had moeten inleveren. Deze opslag geldt niet als u het voertuig niet kunt inleveren doordat het gestolen is of total loss is verklaard en u dat tijdig heeft gemeld. Dan moet u wel de bij het voertuig behorende zaken zoals sleutels en het kentekenbewijs inleveren en meewerken aan het ophalen van het voertuig.
61. Hoe wordt de staat van het voertuig bij inlevering vastgesteld?
Bij inlevering van het voertuig beoordeelt een medewerker van de leasemaatschappij of van het bedrijf waar het voertuig ingeleverd moet worden, samen met u of het voertuig beschadigd is, schoon is en of alle bij het voertuig afgeleverde toebehoren, onderdelen en documenten aanwezig zijn. Het resultaat van die beoordeling wordt vastgelegd in een innamerapport. U bent niet verplicht aanwezig te zijn bij die beoordeling, maar als er een verschil van mening ontstaat over de juistheid van het innamerapport, moet u bewijzen dat het rapport onjuist is.
62. Ben ik aansprakelijk voor bij inname van het voertuig geconstateerde schade, verontreiniging of ontbrekende toebehoren en documenten?
Eerst wordt vastgesteld of de schade of verontreiniging al door u gemeld is bij de leasemaatschappij of bij haar verzekeraar. Als dat het geval is, is/wordt de schade afgehandeld volgens de regeling van hoofdstuk K.
Als de schade niet is gemeld, beoordeelt de leasemaatschappij of deze volgens haar voor uw rekening komt. Daarbij hanteert ze de maatstaven zoals vermeld in de richtlijnen voor inname van de leasemaatschappij (hierna te noemen: Innameprotocol). In het Innameprotocol is namelijk een omschrijving opgenomen van de bij de inname van voertuigen meest geconstateerde schades en verontreinigingen. Daarbij is telkens vermeld in hoeverre dergelijke schade voor uw rekening komt.
Staat de schade niet vermeld in het Innameprotocol, dan hanteert de leasemaatschappij onderstaande maatstaven. Verontreinigingen en schades die niet zijn omschreven in dit Innameprotocol komen voor uw rekening als die bij zorgvuldig gebruik van het voertuig naar redelijkheid niet als normaal zijn te beschouwen. Daarbij wordt rekening gehouden met de tijdsduur waarin u binnen de leaseperiode het voertuig in gebruik hebt gehad en het aantal kilometers dat er in de leaseperiode mee is gereden.
U bent verder volledig aansprakelijk voor de kosten van vervanging van niet ingeleverde toebehoren, onderdelen en documenten.
63. Welk bedrag komt voor mijn rekening als ik aansprakelijk ben voor beschadigingen?
Per beschadiging komt het bedrag van de herstelkosten voor uw rekening, tot het bedrag van de eigen bijdrage. Dat geldt ook als bij één schadegeval meer beschadigingen zijn veroorzaakt.
Als de eigen bijdrage tijdens de duur van de leaseperiode op grond van artikel 26 en de Aanvullende voorwaarden is verhoogd, dan geldt per beschadiging het verhoogde bedrag van de eigen bijdrage.
Als de eigen bijdrage tijdens de duur van de leaseperiode niet op grond van artikel 26 en de Aanvullende voorwaarden is verhoogd, geldt voor de eerste 2 beschadigingen telkens de eigen bijdrage vóór verhoging en voor de volgende beschadigingen telkens het bedrag van de eigen bijdrage na verhoging De beschadigingen met de laagste herstelkosten worden daarbij gezien als de eerste 2 beschadigingen.
In het Innameprotocol is een opsomming opgenomen van beschadigingen die vaak bestaan uit meer kleine beschadigingen en als 1 beschadiging worden beschouwd. Een voorbeeld daarvan is schade door steenslag.
Voor verontreinigingen geldt dat een verontreiniging wordt gezien als een beschadiging. In het Innameprotocol is een opsomming opgenomen van verontreinigingen die bestaan uit meer kleinere deelverontreinigingen en als 1 verontreiniging worden beschouwd. Een voorbeeld daarvan zijn koffievlekken op een stoelzitting.
Bij ontbrekende onderdelen, documenten of accessoires bent u aansprakelijk voor de kosten van vervanging.
De leasemaatschappij beoordeelt aan de hand van het innamerapport en de hiervoor weergegeven maatstaven welk bedrag volgens haar in totaal voor uw rekening komt en stuurt u schriftelijk of per e-mail een bericht daarover.
64. Wat als ik het niet eens ben met het oordeel van de leasemaatschappij?
U kunt het niet eens zijn met het oordeel van de leasemaatschappij:
dat de vastgestelde beschadiging volgens de hiervoor genoemde maatstaven voor uw rekening komen;
over het bedrag dat volgens de leasemaatschappij voor uw rekening komt.
In die gevallen kunt u binnen 1 week na de verzending van het bericht van de leasemaatschappij de leasemaatschappij schriftelijk in kennis stellen van uw bezwaar.
Als u dat niet doet, geldt het door de leasemaatschappij vastgestelde bedrag. U ontvangt dan een factuur voor dat bedrag, die u dient te betalen.
Als u wel en tijdig bij de leasemaatschappij bezwaar maakt, dan schakelt de leasemaatschappij een expert in die lid is van het Nederlands instituut voor register experts (NIVRE). Deze beoordeelt volgens de hiervoor vermelde maatstaven aan de hand van door de leasemaatschappij te overleggen bewijsstukken, of de beschadigingen die volgens de leasemaatschappij voor uw rekening komen, inderdaad voor uw rekening komen en zo ja, voor welk bedrag.
U betaalt dan dat bedrag. Dat kan lager, gelijk, maar ook hoger zijn dan het eerst door de leasemaatschappij vastgestelde bedrag. In dit laatste geval, of als de expert het door de leasemaatschappij vastgestelde bedrag juist vindt, betaalt u bovendien de kosten van de expert.
Als het voertuig niet meer voor expertise beschikbaar is en de expert aan de hand van de door de leasemaatschappij overgelegde bewijsstukken geen oordeel kan vellen, bent u niet aansprakelijk voor bij inlevering geconstateerde schade die volgens dit artikel moet worden afgehandeld.
X. PERSOONSREGISTRATIE
65. Worden mijn persoonsgegevens geregistreerd?
Zoals in artikel 2 is bepaald, zal de leasemaatschappij de leaseovereenkomst en eventuele betalingsachterstanden registreren bij Bureau Kredietregistratie (BKR).
Daarnaast neemt de leasemaatschappij uw persoonsgegevens op in een interne persoonsregistratie, om de overeenkomst te kunnen uitvoeren, wettelijke verplichtingen te kunnen nakomen en om op de persoon gerichte productinformatie te kunnen geven. Als u bezwaar hebt tegen gebruik van uw gegevens om op de persoon gerichte productinformatie te verstrekken, kunt u dat aan de leasemaatschappij berichten. Dan zal aan uw bezwaar worden tegemoetgekomen.
Aanvullende voorwaarden Wensink Lease op de Algemene voorwaarden Keurmerk Private Lease
1. Definities
Aanvullende voorwaarden Deze voorwaarden.
Algemene voorwaarden Algemene voorwaarden Keurmerk Private Lease Verzekeringsvoorwaarden Verzekeringsvoorwaarden AON Leasemaatschappij Wensink Lease B.V.
Maximaal aantal kilometers Het door de leasemaatschappij vastgestelde maximale aantal
kilometers dat u met uw type voertuig gedurende de leaseperiode mag rijden.
Meer-/ Minderkilometers Het aantal kilometers dat per jaar meer/minder wordt
gereden dan het aantal kilometers waarvoor de leaseovereenkomst is aangegaan.
2. Aanvullingen per artikel
Aanvulling op artikel 1:
In welke documenten staan de rechten en plichten vermeld die ik op grond van de leaseovereenkomst heb?
Naast de documenten genoemd in artikel 1 van de Algemene Voorwaarden, bevatten de Verzekeringsvoorwaarden AON ook rechten en plichten voor u. Deze Verzekeringsvoorwaarden AON zijn van toepassing op de leaseovereenkomst en maken daar dus onderdeel vanuit.
De verzekeringsvoorwaarden van AON mogen niet worden aangepast door de leasemaatschappij.
Als u onze Aanvullende voorwaarden accepteert, dan verklaart u daarmee ook dat u:
• een afschrift van de Verzekeringsvoorwaarden AON heeft ontvangen;
• kennis heeft genomen van de inhoud ervan, en;
• deze zonder voorbehoud accepteert.
De leasemaatschappij mag de Verzekeringsvoorwaarden AON wijzigen of vervangen door andere voorwaarden.
De Voorwaarden Schade Verzekering Inzittenden (SVI) en Voorwaarden Ongevallen Inzittenden Verzekering (OIV) zijn alleen van toepassing op de leaseovereenkomst als dit in de leaseovereenkomst zelf is vermeld.
Aanvulling op artikel 8:
Waar kan ik het voertuig afhalen? Wat moet ik meenemen?
In het leasecontract staat vermeld waar u het voertuig op kunt halen. Bij het afhalen moet u uw rijbewijs meenemen.
Aanvulling op artikel 11:
Staat het kenteken op mijn naam of op naam van de leasemaatschappij?
Het kenteken wordt op uw naam gesteld.
Aanvulling op artikel 12:
Welke kosten voor gebruik van het voertuig zijn bij het termijnbedrag inbegrepen?
Indien voor vervangend vervoer in Nederland tijdens reparatie of onderhoud een kortere periode dan 24 uur is overeengekomen, dan staat dit in het leasecontract vermeld. Op dit vervangende vervoer zijn de Algemene en Aanvullende voorwaarden ook van toepassing.
Aanvulling op artikel 15:
Wat gebeurt er als er sprake is van meerkilometers of minderkilometers?
Op het leasecontact staat vermeld hoe het aantal meerkilometers en minderkilometers jaarlijks met u wordt verrekend.
Bij afwijkingen in minderkilometers vergoeding wij tot een afwijking van 20%. Deze berekening wordt jaarlijks over de gehele verstreken looptijd gemaakt. Hierbij wordt altijd gerekend vanuit het afgesproken jaarkilometrage. Reeds gefactureerde meerkilometers komen niet in aanmerking voor verrekening met eventuele gereden meerkilometers in de jaren ervoor.
Rekenvoorbeeld:
Indien u een contract heeft van 10.000 kilometer per jaar voor 60 maanden en daarbij heeft u een minderkilometerprijs van 4 cent per kilometer. U heeft uiteindelijk gemiddeld 6.000 kilometer per jaar gereden. Dan vergoeden wij u 20% van 60.000 kilometer, namelijk 12.000 kilometer á 4 cent per kilometer. Dat komt neer op € 480,-.
Aanvulling op artikel 20:
Wat zijn de betalingsvoorwaarden?
Bij Wensink Lease is het niet toegestaan het maandbedrag te verlagen door middel van vooruitbetaling. Het termijnbedrag wordt op de eerste werkdag van de maand waarop het termijnbedrag van toepassing is geïncasseerd.
Overige verschuldigde bedragen moet u direct na facturering, maar uiterlijk 14 dagen na verzenddatum van de betreffende factuur betalen.
Het is de leasemaatschappij toegestaan u de termijnbedragen en overige bedragen via elektronische facturatie in rekening te brengen. Voor het toezenden van de elektronische factuur zult u een e- mailadres aan de leasemaatschappij opgeven. Deze facturen worden automatisch geïncasseerd.
Bij niet-tijdige voldoening van enige betaling is de leasemaatschappij gerechtigd, zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling vereist is, aan u een rente over de periode van achterstalligheid in rekening te brengen van 1,5% per maand, te rekenen vanaf de vervaldatum van de factuur tot aan de dag van algehele voldoening, een gedeelte van een maand te rekenen voor een hele maand.
Indien u in verzuim bent ten aanzien van de aan de leasemaatschappij verschuldigde betaling(en) is de leasemaatschappij bevoegd om de noodzakelijk geachte (incasso)maatregelen te treffen. De kosten van de te treffen (incasso)mogelijkheden komen volledig in uw rekening, waaronder in ieder geval begrepen de buitengerechtelijke incassokosten. Deze incassokosten worden in rekening gebracht op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Als elektronische facturatie om administratieve redenen niet mogelijk is, dan houdt de leasemaatschappij zich het recht voor om de facturen per post aan u te verzenden.
Door ondertekening van het leasecontract stemt u ermee in dat betaling van de facturen gebeurt via automatische incasso. Daartoe dient u een, door de leasemaatschappij te verstrekken, ‘machtiging SEPA doorlopende incasso’ te ondertekenen. Hiermee machtigt u de leasemaatschappij om alle verschuldigde bedragen die voortvloeien uit de leaseovereenkomst van uw bankrekening te incasseren. Het te incasseren bedrag en de incassodatum staan vermeld op de factuur.
Aanvulling op artikel 25:
Hoe is het risico verzekerd of afgedekt voor aan of met het voertuig veroorzaakte schade?
De leasemaatschappij zorgt voor verzekering tegen het risico van WA-schade. De Verzekeringsvoorwaarden AON zijn hierop van toepassing.
Aanvulling op artikel 26:
Moet ik bij gedekte WA- of cascoschade een eigen bijdrage betalen?
Indien zich binnen een periode van 12 maanden meer dan twee schadegevallen voordoen, zal de eigen bijdrage verhoogd worden naar €1.000,- per schadegeval.
Aanvulling op artikel 28:
Wat moet ik doen bij casco- of WA-schade?
Bij casco- of WA-schade bent u verplicht de leasemaatschappij onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen. Vervolgens dient u de leasemaatschappij binnen 48 uur een volledig ingevuld schadeformulier op te sturen en zo snel mogelijk verklaringen van getuigen, die op de gebeurtenis betrekking hebben, te overleggen.
Verder bent u verplicht om:
A. U zich te onthouden van alle handelingen, toezeggingen en verklaringen waaruit schulderkenning en aansprakelijkheid voor schade kan worden afgeleid en in het algemeen van alles wat de belangen van leasemaatschappij en de verzekeringsmaatschappij zou kunnen schaden;
B. De door leasemaatschappij te geven instructies ingeval van (herstel van) schade op te volgen;
C. Alle inlichtingen ter zake te verstrekken, die voor leasemaatschappij van belang zijn;
D. Op verzoek van leasemaatschappij elke aanspraak op schadeloosstelling, die u ten opzichte van derden heeft, aan de leasemaatschappij over te dragen.
Als u deze verplichtingen niet nakomt of de instructies van de leasemaatschappij, ook voor het herstel van de schade, niet juist opvolgt, dan bent u aansprakelijk voor de door de leasemaatschappij daardoor geleden schade. In geval van schade bent u het overeengekomen bedrag aan eigen risico verschuldigd, totdat de ontstane schade geheel door een derde is vergoed.
Xxxxxx aan of verlies van persoonlijke eigendommen die zich in het voertuig bevonden, komt voor uw rekening, tenzij deze schade door derden wordt vergoed. Het kan ook zijn dat deze schade gedekt wordt door de verzekering van de leasemaatschappij, hetgeen zal moeten blijken uit een schriftelijke bevestiging van de leasemaatschappij. In dat geval dient u tegelijk met de schademelding alle originele aankoopfacturen van de verzekerde zaken aan de leasemaatschappij ter beschikking te stellen.
Aanvulling op artikel 29:
Heb ik bij een ongeval recht op hulp bij vervoer van het voertuig en van de inzittenden?
Rijdbare schade: meld de schade tijdens kantooruren via 038-7000850.
Niet-rijdbare schade: is de schade aan uw leaseauto zo ernstig dat u niet meer verder kunt rijden, bel ons dan via het noodnummer: 038-7000860. Dit kan 24 uur per dag, 7 dagen per week. De ANWB komt langs en probeert de schade te herstellen. Lukt dit niet, dan wordt de auto opgehaald en regelen we desgewenst zo snel mogelijk vervangend vervoer.
De regeling voor transport voor inzittenden bij een ongeval is uitgewerkt in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden AON.
Aanvulling op artikel 32:
Hoe moet met het voertuig worden omgegaan?
Het voertuig mag alleen in de landen komen waar de verzekering dekking biedt. Op de groene kaart bij de verzekering van het voertuig staat vermeld om welke landen het gaat.
2todrive
Het voertuig mag worden bestuurd door een zeventienjarige met een 2todrive rijbewijs. Hierbij geldt dat de bestuurder tot het 18e jaar onder begeleiding mag rijden. De bijrijder moet in het bezit zijn van een geldig Nederlands rijbewijs. De bestuurder met het 2todrive rijbewijs moet altijd zowel het rijbewijs als de begeleiderspas bij zich hebben.
Aanvulling op artikel 36:
Wie houdt bij wanneer het voertuig een onderhoudsbeurt nodig heeft?
Mocht u vragen hebben over het onderhoudsschema, dan kunt u contact opnemen met Xxxxxxx.
Aanvulling op artikel 41:
Wat zijn de verdere voorwaarden voor gebruik van een vervangend voertuig?
Indien het object niet gebruikt kan worden als gevolg van een mankement of het herstel daarvan zal de leasemaatschappij desgewenst zo spoedig mogelijk een vervangend object ter beschikking stellen voor de periode dat het object niet ter beschikking staat van de klant, zo mogelijk van overeenkomstig soort en type. De bepalingen van deze overeenkomst zijn onverkort van toepassing op het vervangend object.
Indien ervoor zover het gebruik van vervangend vervoer niet is inbegrepen in de leaseprijs, worden de kosten van een door u in gebruik aanvaarde vervangend object separaat in rekening gebruik aan u, die deze kosten per ommegaande zal voldoen.
Voor zover een vervangend object wel deel uitmaakt van de overeengekomen diensten zullen de met vervangende object(en) gereden kilometers worden betrokken bij het aantal gecontracteerde kilometers.
Aanvulling op artikel 42:
Wat kan ik doen als ik onderweg pech krijg met het voertuig?
A. U kunt, zowel in binnen- als buitenland bij calamiteiten en/of pech met het voertuig (die niet het gevolg zijn van een ongeval of incident) een beroep doen op de mobiliteitsgarantie, voor zover het betreffende merk hierin voorziet.
B. Op de mobiliteitsgarantie zijn algemene voorwaarden vanuit het desbetreffende merk van toepassing. Deze liggen bij de Wensink vestigingen ter inzage en zullen u op eerste verzoek kosteloos worden toegezonden.
Hoe worden boetes en naheffingen parkeerbelasting en dergelijke afgehandeld?
Alle bekeuringen worden door de overheidsinstantie rechtstreeks naar u gestuurd. Indien de leasemaatschappij de bekeuring ontvangt, stuurt de leasemaatschappij de bekeuring aan u ter betaling door.
Aanvulling op artikel 46:
Kan ik de leaseovereenkomst opzeggen voordat de leaseperiode voorbij is?
U kunt de leaseovereenkomst binnen de eerste twaalf maanden van de leaseperiode schriftelijk opzeggen. In dit geval bent u over de resterende maanden van het eerste jaar 100% van de termijnbedragen verschuldigd. Over de resterende maanden na het eerste jaar geldt de opzegvergoeding als omschreven in artikel 47 uit de Algemene Keurmerk Voorwaarden en de aanvulling op artikel 47 hieronder beschreven.
U kunt per brief opzeggen.
Wensink Lease Xxxxxxxxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxxx
Aanvulling op artikel 47:
Hoe wordt de hoogte van de opzeggingsvergoeding bepaald bij opzegging na het eerste jaar?
Bij opzegging na het eerste jaar geldt een vaste opzeggingsvergoeding die gelijk is aan 50% van de nog resterende leasetermijnen. Ongeacht de hoogte van de berekende vaste opzeggingsvergoeding, betaalt u nooit meer dan het bedrag van het verschil tussen de gezamenlijke termijnbedragen die u hebt betaald en nog moet betalen tot het moment van opzegging en de gezamenlijke - hogere - termijnbedragen die u tot dat moment had moeten betalen als u direct de leaseovereenkomst voor de kortere duur was aangegaan.
Rekenvoorbeeld vaste opzeggingsvergoeding:
Het vaste percentage is 50%. Het termijnbedrag is € 200,-. De overeengekomen leaseperiode is 36 maanden. U zegt op tegen het begin van de 25e maand. Zonder de opzegging zou u aan
termijnbedragen nog 12 maanden x € 200,- = € 2.400,- moeten betalen. De opzeggingsvergoeding bedraagt dus 50% van € 2.400,- is € 1.200,-.
Rekenvoorbeeld maximale opzeggingsvergoeding:
Wanneer u bij aanvang van de overeenkomst direct een looptijd van 24 maanden gekozen zou hebben was het termijnbedrag € 280,- geweest. Conform het maximum plafond mag de
opzeggingsvergoeding maximaal (€ 280,- - € 200,-) x 24 = € 1.920,- zijn.
Op basis van de berekening van de vaste opzeggingsvergoeding en de maximale opzeggingsvergoeding wordt de daadwerkelijke opzeggingsvergoeding vastgesteld. Hierbij geldt dat de berekening met de laagste uitkomst wordt aangehouden. Dat betekent dat de opzeggingsvergoeding in het geval van de bovenstaande rekenvoorbeelden € 1.200,- bedraagt.
Welk bedrag komt voor mijn rekening als ik aansprakelijk ben voor beschadigingen?
U vindt deze bedragen terug in de Verzekeringsvoorwaarden AON, artikel 27. Dit bedrag wordt per factuur bij u in rekening gebracht.
Aanvulling op artikel 65:
Worden mijn persoonsgegevens geregistreerd?
3. Extra aanvullende voorwaarden
1. Welke voorwaarden gelden voor het gebruik van winterbanden?
De bepalingen zoals hierna onder A tot en met E opgenomen gelden alleen als “winterbanden” zijn opgenomen in de leaseovereenkomst:
A. De kosten van (normaal gebruik van) de winterbanden en het wisselen en in opslag houden van de banden zijn opgenomen in het leasecontract onder het kopje “winterbanden”;
B. U dient er zelf voor te zorgen dat de winterbanden op tijd worden gewisseld. Dat betekent in ieder geval dat de winterbanden jaarlijks vanaf 1 november gemonteerd mogen worden en uiterlijk 1 april weer moeten zijn omgewisseld voor de standaardbanden;
C. De kosten van het niet op tijd wisselen komen voor uw rekening;
D. De leasemaatschappij bepaalt waar en door wie de banden worden geleverd en gewisseld en het merk en type van de winterbanden. Zowel de zomer- als winterbanden blijven in eigendom van de leasemaatschappij;
E. Afhankelijk van de leverancier van de winterbanden zal de auto worden voorzien van de bestaande velgen of stalen velgen. De leasemaatschappij zal de leverancier volgen in zijn beleid.
2. Wanneer mag de leasemaatschappij het voertuig controleren?
De leasemaatschappij mag op elk moment een controle (laten) uitvoeren naar de staat waarin het voertuig verkeert. U moet alle medewerking verlenen aan deze controle.
3. Wat zijn mijn verplichtingen als mijn rijbewijs niet meer geldig is?
In het geval dat uw rijbewijs van overheidswege is ingetrokken, aan u de rijbevoegdheid is ontzegd of als het voertuig van overheidswege in beslag wordt genomen, dan blijven uw verplichtingen uit de leaseovereenkomst (waaronder de verplichting tot het betalen van de termijnenbedragen) gewoon gelden.
4. Ben ik verplicht om de leasemaatschappij mede te delen waar het voertuig zich bevindt?
Ja. Als de leasemaatschappij daarom vraagt, dient u mede te delen waar het voertuig zich bevindt. En u verklaart dat u bij een eventuele inname van het voertuig deze ter beschikking zal stellen aan de leasemaatschappij en/of toegang zal verschaffen tot de ruimte waar het voertuig staat.
5. Bestuurder
De auto mag uitsluitend worden gebruikt door een bekwame bestuurder die beschikt over een in Nederland voor de betreffende auto verplicht geldig rijbewijs of door een zeventienjarige met een 2todrive rijbewijs.
6. Connected
Indien de auto wordt voorzien van een connectiviteitsmodule, is het toegestaan door de leasemaatschappij op elk moment een controle uit te voeren naar de staat waarin het voertuig verkeert, evenals het verreden kilometers uit te lezen.
Ontbindingsvoorwaarden leaseovereenkomst inzake “Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren”
Deze leaseovereenkomst kan door u worden ontbonden in het geval een aanvraag tot
subsidieverlening onder artikel 2.3.2 of 2.4.2 van de “Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren” wordt afgewezen of wordt uitgesteld. De ontbinding dient schriftelijk en binnen 14 dagen na de afwijzing of het uitstel van de aanvraag te geschieden. Een brief of mailbericht gericht aan het overeengekomen contactadres van ons is voldoende.
Omdat beschikbaarheid en de prijsstelling van een personenauto door de fabrikant kan worden aangepast, kunnen wij deze leaseovereenkomst ontbinden in het geval de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de termijn voor haar besluit verlengt of indien de toewijzing van de aanvraag wordt uitgesteld.
Partijen zijn alsdan gehouden alles te doen en na te laten om reeds verrichte (rechts)handelingen ongedaan te maken. Geen van de partijen is gehouden tot enige vergoeding van schade of kosten als de overeenkomst om deze redenen ontbonden wordt. U bent enkel gerechtigd tot ontbinding als u uw wettelijke en contractuele verplichtingen ter verkrijging van een positief besluit tot verlening van voormelde subsidie, bent nagekomen en indien u voldoet aan de gestelde voorwaarden. Als u ons machtigt om voor u de aanvraag te doen, dan geldt uiteraard dat wij verantwoordelijk zijn voor de correcte uitvoering van de machtiging.*
Als de subsidieverstrekker na de aanvraag tot subsidieverlening en die tot subsidievaststelling aanvullende informatie wenst te verkrijgen, dan zult u deze onmiddellijk verstrekken. Wij zullen u van alle voor de aanvragen benodigde informatie voorzien, voor zover die bij ons bekend is.
Hoe sneller uw aanvraag tot subsidieverlening verwerkt is des te sneller kan uw auto worden besteld. o U zal de aanvraag voor de subsidieverlening tijdig, dat wil zeggen binnen 10 werkdagen na het aangaan van de leaseovereenkomst, volledig en overeenkomstig de daarvoor gestelde voorwaarden bij de uitvoeringsinstantie van de subsidieregeling moeten indienen.
o U zal de aanvraag tot subsidievaststelling zo spoedig mogelijk na tenaamstelling van het kenteken indienen.
o U zal ons binnen 5 werkdagen na ontvangst informeren over de inhoud van de beschikkingen van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) tot aanvraag en die tot de vaststelling van de subsidie, alsmede omtrent eventuele berichtgeving rondom uitstel van de beslistermijn.
U kunt schriftelijk afzien van het recht op ontbinding van de leaseovereenkomst om reden van afwijzing of van uitstel van de subsidieaanvraag in het kader van de “Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren”.
Document; afzien van het recht op ontbinding van de leaseovereenkomst in het kader van de Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren.
Met de ondertekening van dit document ziet u af van het recht op ontbinding van de leaseovereenkomst om reden van afwijzing of van uitstel van de subsidieaanvraag in het kader van de “Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren”.
U bent ervan op de hoogte dat u door ondertekening hiervan een leaseovereenkomst sluit ongeacht of een subsidie wordt verleend. Een afwijzing van een aanvraag zal ertoe leiden dat u geen subsidie ontvangt. Een uitstel zal ertoe leiden dat u uw subsidie vanaf een later moment zal ontvangen of dat uw aanvraag alsnog wordt afgewezen. Een uitstel kan ook betekenen dat u slechts over een deel van de looptijd van de leaseovereenkomst subsidie ontvangt en dat u daardoor minder dan het maximale subsidiebedrag verkrijgt.
Handtekening ………………………………………………..
Naam ………………………………………………..
Plaats ………………………………………………..
Datum ………………………………………………..
Aon Automotive Polis
Voorwaarden VM120-01/1
Inhoudsopgave
Algemene Voorwaarden
3 Beperkingen en uitsluitingen 2
3.2 Opzet en bewuste roekeloosheid 2
4 Verplichtingen in geval van schade 4
4.2 Verplichting tot medewerking 4
4.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen 4
4.6 Verlies van het recht op uitkering 4
5.4 Terugbetaling en reservering van premie 5
6 Wijziging van premie en/of voorwaarden 7
7.1 Mededeling van wijziging 7
7.2 Reparatie of revisie van eigen motorrijtuig 7
8 Duur en einde van de verzekering 8
8.3 Beëindiging van rechtswege 9
8.4 Schorsing van de verzekering 9
12 Acceptatie via gevolmachtigden 10
12.2 Niet vermelde verzekeraars 10
15.1 Omvang hulpverlening in Nederland 11
15.2 Omvang hulpverlening buiten Nederland 11
16.1 Bonus-/malusschaal voor auto-/motorverzekeringen 12
18 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) 14
19 Strekking en omvang van de verzekering 14
19.3 Schade aan eigen motorrijtuigen 14
19.4 Mede-inzittenden/medeopzittende 14
19.6 Lading en/of andere zaken 15
19.8 Proceskosten, wettelijke rente en bereddingskosten 15
20 Beperkingen en uitsluitingen 15
20.1 Zaken die de verzekerde onder zich heeft 15
20.2 Personenschade toegebracht aan de bestuurder 15
21 Verhaalsrecht van verzekeraars 16
21.1 Afwijking van de polisdekking 16
22 Behandeling van een schadegeval 16
23 Cascoverzekering motorrijtuigen 17
23.1 Bewaking en vervoer van het motorrijtuig 17
23.2 Bijdrage in de averijgrosse 17
00.0 Xxxxxxxxxxxxx xxxxxx Xxxxxxxxx na pech 17
23.5 Motorrijwiel of scooter 17
24 Strekking en omvang van de beperkte cascodekking 18
25 Beperkingen en uitsluitingen 18
25.4 Audiovisuele apparatuur 19
25.5 Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels 19
26 Herstellen van het motorrijtuig 19
26.2 Voorlopige voorziening 20
27.1 Schaderegeling bij diefstal, braak, verduistering of joyriding 20
27.2 Vergoeding bij totaal verlies 20
27.3 Eigen risico standaardregeling 20
27.4 Bijzondere eigen risico regeling 21
28 Nieuwwaarderegeling personenauto's 22
28.1 Voorwaarde motorrijtuigen 22
28.2 Voorwaarde schadehoogte 22
29 Afstand van verhaalsrechten 22
29.1 Gemachtigde bestuurder 22
31 Strekking van de verzekering 24
32.1 Overlijden (Rubriek A) 24
32.2 Blijvende invaliditeit (Rubriek B) 24
32.3 Geneeskundige behandeling (D) 26
34 Beperkingen en uitsluitingen 27
35 Verplichtingen bij een ongeval 27
38 Omschrijving van de dekking 30
38.2 Gedekte gebeurtenissen 30
39.1 Vaststelling vergoeding/rechthebbende 30
39.4 Dekking krachtens rubriek IA (aansprakelijkheid) 31
Aon Automotive Polis
De Verzekering
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek (BW), indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan. Het enige gevolg van het ontbreken van onzekerheid is dat de betreffende schade niet is gedekt; de verzekering blijft onverminderd van kracht.
Deze verzekering geeft dekking voor de op het polisblad van toepassing verklaarde rubrieken.
Algemene Voorwaarden
1 Begripsomschrijvingen
1.1 Aon
Onder Aon wordt verstaan het onderdeel van Aon Nederland dat heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de verzekering.
1.2 Gebeurtenis
Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen als gevolg van een en dezelfde oorzaak ten gevolge waarvan schade (als door de verzekering gedekt) is ontstaan.
1.3 Motorrijtuig
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig, zonder dat daaraan iets is gekoppeld, met standaarduitrusting volgens de fabriekscatalogus en met de naar aard en omvang gebruikelijke accessoires, mits vast gemonteerd in, op of aan het motorrijtuig.
1.4 Verzekeraars
Diegenen, die gezamenlijk het verzekerde risico dragen, ieder voor het door of namens hem getekende aandeel.
1.5 Verzekerden
Verzekeringnemer, de eigenaar, de bezitter, de houder en de gemachtigde bestuurder van het op de polis vermelde motorrijtuig, alsmede de met het motorrijtuig vervoerd wordende personen.
1.6 Verzekeringnemer
Diegene, die de verzekering met verzekeraars is aangegaan en de premies, kosten en eventuele assurantiebelasting is verschuldigd.
1.7 Bereddingskosten
Kosten tengevolge van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
1.8 Aanhanger
Gekoppeld object, bedoeld om voortbewogen te worden door een motorvoertuig, dat voldoet aan de wettelijk daarvoor gestelde eisen.
1.9 Polisblad
Onder polisblad wordt -indien van toepassing - tevens verstaan het laatst afgegeven aanhangsel bij de polis.
2 Verzekerd gebied
De verzekering is van kracht voor landen die op het door verzekeraars afgegeven Internationaal Verzekeringsbewijs (de groene kaart) staan vermeld en hierop niet zijn doorgehaald.
3 Beperkingen en uitsluitingen
3.1 Diefstal
De verzekering geeft geen dekking aan hen, die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en aan hen die, dit wetende, het motorrijtuig zonder geldige redenen gebruiken.
3.2 Opzet en bewuste roekeloosheid
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt met opzet, bewuste roekeloosheid of goedvinden van een verzekerde. Dit in afwijking van artikel 7:952 Burgerlijk Wetboek.
3.3 Rijbewijs
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt gedurende de tijd dat de bestuurder:
- een rijverbod is opgelegd en/of zijn rijbewijs is ingenomen;
- de rijbevoegdheid is ontzegd;
- niet heeft voldaan aan de op zijn rijbewijs gestelde voorschriften;
- niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, dan wel niet heeft voldaan aan de overige ten aanzien van de rijbevoegdheid gestelde voorschriften.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.4 Ander gebruik
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt tijdens verhuur, of tijdens gebruik van het motorrijtuig anders dan waarvoor dit volgens opgaaf aan verzekeraars is bestemd, behalve indien als pechhulp een ander motorrijtuig bij wijze van vriendendienst wordt gesleept.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.5 Wedstrijden
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt tijdens het deelnemen aan een wedstrijd, snelheidsproef of -rit, tenzij het gaat om een regelmatigheids- of behendigheidswedstrijd of -rit, die niet langer duurt dan 24 uur en geheel binnen Nederland plaatsvindt, waarbij het snelheidselement niet van overwegend belang is.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.6 Molest
De verzekering geeft geen dekking voor schade veroorzaakt door of ontstaan uit:
3.6.1 Gewapend conflict:
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties;
3.6.2 Burgeroorlog:
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
3.6.3 Opstand:
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbare gezag;
3.6.4 Binnenlandse onlusten:
Onder binnenlandse onlusten worden verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen voordoen binnen een staat;
3.6.5 Oproer:
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbare gezag;
3.6.6 Muiterij:
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
3.6.7 Inbeslagname
De verzekering geeft geen dekking voor schade veroorzaakt gedurende de tijd dat het motorrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt op grond van een besluit van een Nederlandse of vreemde mogendheid.
3.7 Atoomkernreacties
Deze verzekering dekt geen schade veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplitsing, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
3.8 Terrorisme
Deze verzekering dekt geen schade als het ongeval of de gebeurtenis is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit terrorismerisico. Deze uitsluiting geldt niet voor zover dekking wordt verleend binnen de werking van het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (N.H.T.).
4 Verplichtingen in geval van schade
4.1 Schademeldingsplicht
4.1.1 Melding bij verzekeraars
Zodra verzekerden of tot uitkering gerechtigden op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan Aon of verzekeraars te melden.
4.1.2 Aangifte politie
In geval van diefstal of poging daartoe, verduistering, joyriding of oplichting dient verzekerde bovendien onmiddellijk aangifte te doen bij de bevoegde autoriteiten.
4.2 Verplichting tot medewerking
Verzekerden en de tot uitkering gerechtigden zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen benadelen. Zij zijn verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid.
4.3 Inlichtingen
Verzekerde en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn een schriftelijke en ondertekende verklaring omtrent de oorzaak en toedracht en omvang van de schade aan Aon of verzekeraars over te leggen. De door de verzekerde verstrekte of te verstrekken opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen dienen tot de vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
4.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraars heeft benadeeld.
Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde de hiervoor genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet verzekeraars te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
4.5 Bereddingsplicht
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in art. 1.7 en daardoor de belangen van verzekeraars heeft geschaad.
4.6 Verlies van het recht op uitkering
Als Aon of verzekeraars met betrekking tot een schade een definitief standpunt hebben ingenomen, zullen Aon of verzekeraars dat schriftelijk aan verzekerde mededelen. Een definitief standpunt houdt in: een afwijzing van een vordering of (een aanbod tot het doen van) een slotbetaling. Als verzekerde niet binnen 12 maanden na schriftelijke mededeling hiertegen bij Aon of verzekeraars in verzet is gekomen vervalt zijn recht op dekking voor die schade.
5 De premie
5.1 Premiegrondslag
De premie wordt vastgesteld op grond van de op het polisblad vermelde premie- en inschalingbepalende factoren waaronder postcode, gewicht en verzekerde waarde. Verzekerde is verplicht onjuistheden en wijzigingen in deze gegevens direct aan Aon of verzekeraars mede te delen, waarna Aon het recht heeft de premie en/of voorwaarden tussentijds aan te passen.
5.2 Premiebetaling
5.2.1 Verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen op de premievervaldatum.
5.2.2 Indien verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na dagtekening van de nota betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door Aon of verzekeraars is vereist geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
5.2.3 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
5.2.4 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat Aon of verzekeraars de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk hebben aangemaand en betaling is uitgebleven.
5.2.5 Verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
5.2.6 De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is voor het geheel door Aon of verzekeraars is ontvangen. In geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
5.2.7 Onder vervolgpremie wordt ook bedoeld de premie die verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging verschuldigd is.
5.2.8 Onder aanvangspremie wordt ook bedoeld de (aanvullende) premie die verzekeringnemer verschuldigd is in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering.
5.3 Termijnbetaling
5.3.1 Indien gespreide betaling is overeengekomen, is de (resterende) jaarpremie te allen tijde verschuldigd. Deze premie is ineens opvorderbaar:
- na het verstrijken van een periode van twee maanden na een (totaal) verlies indien niet een vervangend motorrijtuig bij Aon ter verzekering is aangeboden;
- in geval van wanbetaling.
5.3.2 Indien na het verstrijken van enige betaaltermijn(en), waarover de verschuldigde premie niet is voldaan, de betaling wordt hervat, zal elke betaling die dan ontvangen wordt, als betaling van de oudste openstaande premie worden aangemerkt.
5.4 Terugbetaling en reservering van premie
5.4.1 Terugbetaling
Behalve bij opzegging wegens opzet te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd. Op de terugbetaling worden administratiekosten in mindering gebracht.
5.4.2 Reservering
Bij beëindiging van de verzekering in verband met verkoop of eigendomsoverdracht, indien verzekeringnemer dit wenst, of bij beëindiging wegens (totaal) verlies zal de premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is, worden gereserveerd. Indien verzekeringnemer binnen 36 maanden een ander motorrijtuig bij Aon verzekert, zal de gereserveerde premie in mindering worden gebracht op de premie voor de nieuwe verzekering.
Maakt verzekeringnemer hiervan geen gebruik dan vervalt de gereserveerde premie aan Aon of verzekeraars.
5.5 Bonus-malusregeling
5.5.1 Indien een bonus-malusregeling is overeengekomen, gelden de volgende bepalingen:
5.5.1.1 Na elk verzekeringsjaar vindt een korting (bonus) respectievelijk toeslag (malus) op de premie plaats in overeenstemming met de van toepassing zijnde bonusmalusschaal;
5.5.1.2 Een melding van een gebeurtenis waaruit voor Aon of verzekeraars een verplichting tot uitkering kan voortvloeien, geldt als een schade die van invloed is op het bonuspercentage;
5.5.1.3 Een gewijzigd bonuspercentage geldt met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar na de datum waarop de gebeurtenis plaatsvond;
5.5.1.4 Indien de invloed van een schademelding die betrekking heeft op een voorgaand verzekeringsjaar op de polisvervaldatum niet in de premie is verwerkt, hebben Aon of verzekeraars het recht met terugwerkende kracht de verschuldigde premie te vorderen;
5.5.1.5 Wanneer mocht blijken dat een melding geen uitkering tot gevolg heeft, zal de teveel in rekening gebrachte premie verrekend worden;
5.5.1.6 Een schademelding heeft geen invloed op de korting voor schadevrij verloop, als:
- het een schade betreft ontstaan door een gebeurtenis omschreven onder de beperkte cascodekking;
- de betaalde schade geheel is verhaald (bij een casco-uitkering op basis van nieuwwaarde: de werkelijke waarde);
- het hulpverlening en/of kostenvergoeding op grond van art. 15.1 of 15.2 betreft;
- het een kostenvergoeding op grond van art. 17 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden betreft;
- het hulpverlening en/of kostenvergoeding op grond van art. 24.1 betreft;
- Aon of verzekeraars de betaalde schade niet kunnen verhalen uitsluitend als gevolg van het bestaan van een schaderegelingsakkoord met andere verzekeraars;
- schade-uitkering op grond van artikel 185 WVW wordt verricht en de bestuurder geen enkel verwijt is te maken bij een aanrijding met een voetganger of fietser;
- de melding naar het oordeel van Aon of verzekeraars niet tot een uitkering zal leiden;
- verzekeringnemer de betaalde schade - inclusief de eventueel (extern) gemaakte kosten - uiterlijk binnen 3 maanden in het eerstvolgende verzekeringsjaar aan Aon of verzekeraars terugbetaalt.
5.5.2 Deze regeling is niet van toepassing op de premie voor:
- een Brand- en/of Diefstalverzekering;
- een Ongevallen - Inzittendenverzekering;
- een Rechtsbijstandverzekering;
- een uitsluitend Cascoverzekering;
- Bonus-Malus bescherming;
- Schade In- en Opzittende.
6 Wijziging van premie en/of voorwaarden
6.1 Wijziging
Verzekeraars hebben het recht de premies en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen te wijzigen en wel op een door hen te bepalen datum. Verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij verzekeringnemer binnen een maand na de mededeling, schriftelijk aan Aon of verzekeraars heeft medegedeeld er niet mee in te stemmen. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de dag dat de wijziging ingaat.
6.2 Opzegging
Verzekeringnemer kan deze verzekering niet opzeggen als:
- de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie en/of een uitbreiding van de dekking inhoudt.
7 Wijziging van risico
7.1 Mededeling van wijziging
De verzekeringnemer is verplicht Aon of verzekeraars onmiddellijk in kennis te stellen van de navolgende veranderingen:
7.1.1 Indien de aansprakelijkheid waartoe het motorrijtuig aanleiding kan geven is verzekerd: de wijziging van het gewicht van het verzekerde motorrijtuig. Onder gewicht wordt verstaan het gewicht in kilogrammen volgens de typegoedkeuring van de RDW, zoals vermeld op het kentekenbewijs deel I;
7.1.2 Indien de verzekering aanspraak geeft op vergoeding van de aan het motorrijtuig veroorzaakte schade: de wijziging van cataloguswaarde. Onder de cataloguswaarde wordt verstaan de oorspronkelijke cataloguswaarde volgens opgave van de importeur op de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel I.
Daarbij dient te worden opgeteld de prijs van de niet in de cataloguswaarde begrepen bijzondere constructies en/of uitvoering, welke niet onder het begrip accessoires als bedoeld in art. 23.3 vallen.
Indien het bouwjaar afwijkt van het jaar van afgifte van het kentekenbewijs deel I, dan dient ter bepaling van de oorspronkelijke cataloguswaarde te worden uitgegaan van het bouwjaar zoals vermeld onder "bijzonderheden" op het kentekenbewijs deel I.
7.1.3 Verhuizing: de premie kan mede bepaald worden aan de hand van de postcode van het woonadres van de verzekeringnemer volgens het bevolkingsregister, als deze een natuurlijk persoon is. Betreft deze een bedrijf /rechtspersoon, dan wordt de regio bepaald door de postcode van het woonadres van de regelmatige bestuurder.
7.1.4 het kilometrage: onder kilometrage wordt verstaan de volgens opgave van verzekeringnemer maximaal te rijden kilometers per jaar.
De onder art. 7.1 genoemde veranderingen kunnen per de datum van wijziging leiden tot premieaanpassing.
7.2 Reparatie of revisie van eigen motorrijtuig
Indien het motorrijtuig wegens reparatie of revisie tijdelijk wordt vervangen door een gelijksoortig motorrijtuig, is deze verzekering ook van kracht voor het laatstgenoemde motorrijtuig, voor zover niet elders verzekerd. Het betreft hier geen dekking in de zin van de WAM.
Alleen verzekeringnemer kan op deze dekking een beroep doen. In geval van een gebeurtenis ontstaan met het vervangend motorrijtuig is verzekeringnemer verplicht van de vervanging aan Aon of verzekeraars mededeling te doen met opgave betreffende andere verzekeringen, welke voor het vervangende motorrijtuig van kracht zijn.
8 Duur en einde van de verzekering
8.1 Geldigheidsduur
De verzekering heeft een op het polisblad vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met een zelfde termijn verlengd.
8.2 Schriftelijke opzegging
8.2.1 De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door Aon:
a. Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden;
b. Binnen een maand nadat een gebeurtenis die voor Aon of verzekeraars tot een uitkeringsverplichting kan leiden door verzekerde aan Aon of verzekeraars is gemeld of nadat Aon of verzekeraars een uitkering krachtens de verzekering hebben gedaan dan wel hebben afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzegbrief, behoudens in het geval dat de opzegging verband houdt met het opzet van een verzekerde om de verzekeraars te misleiden;
c. Indien verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen en in het geval verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt of weigert te betalen. In het laatste geval echter uitsluitend indien Aon of verzekeraars de verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag zonder resultaat tot betaling van de vervolgpremie hebben aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum; zij het in geval van niet- tijdige betaling niet eerder dan na twee maanden na de datum van dagtekening van de opzegbrief;
d. Binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet om de verzekeraars te misleiden dan wel Aon of verzekeraars de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum.
8.2.2 De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeringnemer :
a. Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden;
b. Binnen een maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van Aon of verzekeraars, houdende een wijziging van de premie of voorwaarden ten nadele van een verzekeringnemer. De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van Aon of verzekeraars ingaat (zij het niet eerder dan dertig dagen na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling);
c. Tegen het begin van een nieuw verzekeringsjaar volgend op een vol verzekeringsjaar waarin geen risico is gelopen, mits de opzegging geschiedt binnen een maand na het verstrijken van laatstgenoemd verzekeringsjaar;
d. Binnen twee maanden nadat Aon of verzekeraars tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering hebben gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzegbrief is vermeld of bij gebreke daaraan op de datum van dagtekening van de opzegbrief.
8.3 Beëindiging van rechtswege
De verzekering eindigt van rechtswege:
- zodra verzekeringnemer of ( na overlijden) de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde motorrijtuig en de feitelijke macht daarover verliezen;
- zodra verzekeringnemer ophoudt woonplaats in Nederland te hebben;
- zodra het verzekerde motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren;
- xxxxx Xxx of verzekeraars de schade aan het verzekerde motorrijtuig op basis van totaal verlies hebben vergoed;
Verzekeringnemer, verzekerden, respectievelijk hun erfgenamen zijn gehouden Aon of verzekeraars van het vorenstaande zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk in kennis te stellen.
8.4 Schorsing van de verzekering
De verzekering kan op verzoek van verzekeringnemer worden geschorst indien:
- tijdelijk geen gebruik wordt gemaakt van het motorrijtuig en vrijstelling van de voertuiggebonden verplichting is verkregen bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer of
- na eigendomsoverdracht of totaal verlies niet direct een ander ter verzekering aangeboden, en door Aon of verzekeraars geaccepteerd, motorrijtuig in gebruik wordt genomen.
De schorsing heeft tot gevolg dat de dekking eindigt en weer van kracht wordt nadat daarover met verzekeraars overeenstemming is bereikt. Indien de dekking niet binnen 36 maanden wordt voortgezet voor een (ander) motorrijtuig eindigt de verzekering.
9 Mededelingen
9.1 Mededelingen aan Aon
Alle mededelingen die verzekerden, andere belanghebbenden en verzekeraars aan elkaar dienen of wensen te doen gelden eveneens als gedaan zodra deze ter kennis van Aon zijn gebracht.
9.2 Mededelingen van Aon
Mededelingen aan verzekeringnemer kunnen door Aon rechtsgeldig worden gedaan aan het bij haar laatstbekende adres van verzekeringnemer.
10 Geschillen
Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen geldt het volgende:
10.1 Recht
Beslechting van geschillen voortvloeiende uit deze verzekeringsovereenkomst is onderworpen aan het Nederlandse recht en de in de Nederlandse verzekeringspraktijk geldende gebruiken;
10.2 Bevoegdheid
Alle geschillen betreffende deze verzekeringsovereenkomst zijn onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter in de plaats van afgifte van de polis.
11 Privacy
De bij de aanvraag van een verzekering verstrekte persoonsgegevens, alsmede nader over te leggen persoonsgegevens, kunnen door verzekeraars en Aon worden verwerkt ten behoeve van het bemiddelen, aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en overige (financiële) diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
12 Acceptatie via gevolmachtigden
12.1 Tekening verzekeraars
Voor zover acceptatie via gevolmachtigden heeft plaatsgevonden, verklaren deze dat zij hebben getekend voor de verzekeraars en de voor deze geaccepteerde aandelen.
12.2 Niet vermelde verzekeraars
Indien de betrokken verzekeraars en de voor deze geaccepteerde aandelen niet in de polis zijn vermeld wordt desgevraagd door de gevolmachtigde aan belanghebbenden een opgave van die verzekeraars en hun aandelen verstrekt.
De belanghebbenden kunnen zich voor het verkrijgen van de bedoelde opgave eveneens tot Aon wenden.
13 Klachten
13.1 Directie Aon
Eventuele klachten die verband houden met deze verzekeringsovereenkomst, kunnen schriftelijk onder vermelding van naam, adres en polisnummer ingediend worden bij de directie van Aon.
13.2 Klachteninstituut
Men kan zich ook wenden tot de volgende instantie:
Kifid
Xxxxxxx 00000 0000 XX Xxx Xxxx tel: 0000-0000000
Rubriek I Verzekeringsvoorwaarden Motorrijtuigen
14 Verzekerden
In afwijking van art. 1.5 geldt als verzekerde tevens de werkgever van de in voornoemd artikel genoemde verzekerden indien deze aansprakelijk is in de zin van artikel 6:170 BW
15 Hulpverlening
Indien de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig waarvoor een rijbewijs A, B of BE is vereist, geeft deze verzekering aanspraak op hulpverlening en/of kostenvergoeding indien:
- het motorrijtuig wordt gestolen of niet meer aan het verkeer kan deelnemen als gevolg van brand, enige van buiten komende oorzaak, een mechanisch en/of elektronisch gebrek dan wel eigen gebrek;
- de bestuurder niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen en een andere in-
/opzittende de besturing niet kan overnemen.
15.1 Omvang hulpverlening in Nederland De hulpverlening in Nederland omvat:
15.1.1 vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar een garage of een ander adres naar keuze binnen Nederland;
15.1.2 vervoer van de bestuurder en de eventuele in-/opzittenden met hun bagage per taxi naar een adres naar keuze binnen Nederland.
15.2 Omvang hulpverlening buiten Nederland
De hulpverlening buiten Nederland (doch binnen het verzekerd gebied) omvat:
15.2.1 vergoeding van de kosten van berging en vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar de dichtstbijzijnde garage;
15.2.2 eventuele nazending van vervangende onderdelen;
15.2.3 indien (voorlopig) herstel meer dan 4 werkdagen zal vergen:
- vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar Nederland;
- als dat economisch niet verantwoord is: vergoeding van de kosten van invoer en vernietiging van het motorrijtuig;
15.2.4 vergoeding van de kosten voor voortzetting van de reis naar de plaats van de eerste bestemming met openbaar vervoer 2e klasse (taxi's en vliegtuigen daaronder niet begrepen), dan wel vergoeding van de kosten voor de terugreis van de bestuurder en de in-/opzittenden met openbaar vervoer 2e klasse (taxi's en vliegtuigen daaronder niet begrepen) vermeerderd met de kosten van vervoer per taxi naar respectievelijk van het dichtstbijzijnde bus- of spoorwegstation;
15.2.5 in geval van diefstal van het motorrijtuig, de service hiervoor bedoeld onder art. 15.2.1 tot en met 15.2.3 indien het motorrijtuig wordt teruggevonden, alsmede de service aangeven onder art. 15.2.4 na ontdekking van diefstal.
15.3 Uitvoering
De uitvoering van deze service wordt verzorgd door de op de groene kaart genoemde hulpdienst. Deze bepaalt, met inachtneming van de omstandigheden, de wijze waarop het in art. 15.1 en 15.2 bedoelde vervoer plaatsvindt. Op de te vergoeden kosten worden in mindering gebracht de directe kosten welke toch zouden zijn gemaakt.
15.4 Korting, eigen risico
Het verlenen van deze service heeft geen invloed op de korting voor schadevrij rijden en de voor de verzekering geldende eigen risico's zijn hierop niet van toepassing.
15.5 Uitsluitingen
De hulpverlening geldt niet voor kentekenverzekeringen en voor motorrijtuigen, die worden gebruikt voor verhuur zonder chauffeur.
16 Bonus-/malusregeling
16.1 Bonus-/malusschaal voor auto-/motorverzekeringen.
Huidige Premie- Aantal schaden met daaronder de nieuwe premietrede premietrede percentage geen 1 2 3
20 | 25 | 20 | 15 | 8 | 1 |
19 | 25 | 20 | 13 | 7 | 1 |
18 | 25 | 19 | 12 | 6 | 1 |
17 | 25 | 18 | 11 | 6 | 1 |
16 | 25 | 17 | 10 | 5 | 1 |
15 | 25 | 16 | 9 | 5 | 1 |
14 | 30 | 15 | 8 | 4 | 1 |
13 | 32,5 | 14 | 7 | 3 | 1 |
12 | 35 | 13 | 7 | 3 | 1 |
11 | 37,5 | 12 | 6 | 2 | 1 |
10 | 40 | 11 | 6 | 2 | 1 |
9 | 45 | 10 | 5 | 1 | 1 |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 |
7 | 55 | 8 | 3 | 1 | 1 |
6 | 60 | 7 | 2 | 1 | 1 |
5 | 70 | 6 | 1 | 1 | 1 |
4 | 80 | 5 | 1 | 1 | 1 |
3 | 90 | 4 | 1 | 1 | 1 |
2 | 100 | 3 | 1 | 1 | 1 |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 | 1 |
16.2 De premiekorting
Premiekorting wordt ondanks schadeaanmelding verleend
- indien geen schadevergoeding is verschuldigd wegens aansprakelijkheidsschade of een casco-schade;
- indien de betaalde schade geheel (bij cascoschaden op basis van nieuwwaarde: de werkelijke schade) is verhaald;
- indien het een schade betreft ontstaan door een van de in art. 24.1 genoemde oorzaken;
- indien verzekeraars de betaalde schade niet kunnen verhalen uitsluitend als gevolg van het bestaan van een schaderegelingsakkoord met andere verzekeraars;
- indien verzekerde een volledig ingevuld en door betrokken partijen ondertekend zogenaamd "Europees schadeaangifteformulier" inzendt, waaruit naar het oordeel
van verzekeraars blijkt, dat ter zake van die schade geen betaling ten laste van hen komt. Blijkt in een later stadium dat toch een betaling ten laste van verzekeraars dient te geschieden, dan wordt de premiekorting voor schadevrij verloop alsnog aangepast;
- indien verzekeringnemer de betaalde schade inclusief de extern gemaakte kosten binnen 3 maanden na de eerstvolgende contractsvervaldag, nadat verzekeraars hem de omvang daarvan hebben medegedeeld, terugbetaalt;
- indien er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij ter zake van het ontstaan van die aanrijding aan de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt.
17 Hulp aan gewonden
Onder deze verzekering is ook gedekt, beschadiging of bevuiling van de binnenstoffering van het motorrijtuig ontstaan bij het kosteloos vervoer van personen, die bij een ongeval betrokken waren. Deze dekking is zonder eigen risico en is eveneens van kracht, indien uitsluitend een verzekering tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid is gesloten.
Rubriek IA Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Aansprakelijkheid
18 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM)
Met inachtneming van hetgeen nadrukkelijk anders in de verzekeringsvoorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
19 Strekking en omvang van de verzekering
19.1 Algemeen
Deze verzekering verleent dekking tegen de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid van verzekerde voor schade aan personen en/of zaken van derden - de daaruit voortvloeiende schade daaronder begrepen - met of door het motorrijtuig veroorzaakt en wel voor alle verzekerden tezamen tot ten hoogste het op het polisblad vermelde bedrag per gebeurtenis.
Indien de schade is veroorzaakt in een tot het verzekerd gebied behorend land, waar in de wet een hoger verzekerd bedrag is voorgeschreven, geeft de verzekering dekking tot dit hogere bedrag.
19.2 Gekoppeld object
Indien het motorrijtuig een personenauto of bestelauto is, wordt een aanhangwagen, welke aan het motorrijtuig is gekoppeld, als deel van het motorrijtuig beschouwd.
19.3 Schade aan eigen motorrijtuigen
19.3.1 Bedrijfsmotorrijtuig
Indien het verzekerde motorrijtuig schade veroorzaakt aan een ander motorrijtuig, waarvan verzekeringnemer de eigenaar of houder is, zullen verzekeraars de schade aan dat andere motorrijtuig vergoeden, indien en voor zover zij daartoe krachtens de verzekeringsvoorwaarden gehouden zouden zijn geweest als de schade niet door de verzekeringnemer, maar door een willekeurige benadeelde was geleden, tenzij:
- dat andere motorrijtuig in de zin van de WAM als deel van het verzekerde motorrijtuig kan worden aangemerkt;
- de schade is toegebracht in een gebouw of op een terrein in gebruik bij verzekeringnemer.
Uitgesloten is de uit het ongeval voortvloeiende bedrijfsschade en eventuele waardevermindering.
19.3.2 Andere gezinsmotorrijtuigen van verzekeringnemer
Indien de verzekering betrekking heeft op een gezinspersonenauto en met of door deze personenauto schade wordt toegebracht aan een andere personenauto, waarvan het kenteken op naam staat van een verzekerde, vergoeden verzekeraars - mits deze auto's hoofdzakelijk door verzekeringnemer of de bij hem inwonende gezinsleden worden bestuurd - de schade aan de andere auto (met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade), indien en voor zover zij daartoe krachtens de verzekeringsvoorwaarden gehouden zouden zijn geweest als de schade niet aan verzekeringnemer maar aan een derde was toegebracht.
19.4 Mede-inzittenden/medeopzittende
Binnen de grenzen van deze polis is onder deze verzekering begrepen de aansprakelijkheid van personen, die zich zonder het motorrijtuig zelf te besturen, in of op het motorrijtuig bevinden, dan wel daar in-, op-, af-, of uitstappen, een en ander met uitsluiting van schade, toegebracht aan het verzekerde motorrijtuig en aan de daarmee, daarin, respectievelijk daarop vervoerd wordende zaken.
19.5 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van benadeelden door een buitenlandse overheid het stellen van zekerheid wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen, verstrekken verzekeraars deze zekerheid tot ten hoogste EUR 50.000,00 per gebeurtenis, mits sprake is van een gedekte schade. Verzekerden zijn verplicht verzekeraars te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven; zij zullen alle medewerking moeten verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
19.6 Lading en/of andere zaken
Onder de verzekering is begrepen de aansprakelijkheid van de op deze polis verzekerde personen voor schade aan derden toegebracht met of door lading of andere zaken, terwijl deze zich bevinden op, worden vervoerd met, vallen van, dan wel nadat deze zijn gevallen van het motorrijtuig. Aansprakelijkheid voor schade bij het laden en lossen is slechts verzekerd indien en voor zover de schade niet gedekt zou zijn door een andere verzekering, indien deze verzekering niet bestond.
19.7 Gekoppeld object
Onder de verzekering is begrepen de aansprakelijkheid van de op deze polis verzekerde personen, voor schade aan derden toegebracht met of door objecten, zolang deze objecten zijn gekoppeld aan het motorrijtuig, of nadat deze daarvan zijn losgemaakt of losgeraakt doch nog niet definitief buiten het verkeer tot stilstand zijn gekomen. Betreft de verzekering een motorrijtuig met een "maximaal toelaatbaar gewicht" van meer dan 3.500 kg, dan is de dekking uitsluitend van kracht indien dit uitdrukkelijk in de polis is vermeld.
19.8 Proceskosten, wettelijke rente en bereddingskosten Boven het verzekerd bedrag worden vergoed:
- de proceskosten;
- de kosten van met goedvinden of op verlangen van verzekeraars gevoerde procedures en in hun opdracht verleende rechtsbijstand;
- wettelijke rente;
- de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom;
- de bereddingskosten.
20 Beperkingen en uitsluitingen
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op deze rubriek voorts van toepassing de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen:
20.1 Zaken die de verzekerde onder zich heeft
Uitgesloten is schade aan zaken die de verzekerde onder zich heeft of die met het motorrijtuig worden vervoerd, waaronder een gekoppeld object. Onder zaken die met het motorrijtuig worden vervoerd, worden niet verstaan die zaken van passagiers, die tot hun particuliere huishouding behoren;
20.2 Personenschade toegebracht aan de bestuurder
Uitgesloten is de aansprakelijkheid voor personenschade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
21 Verhaalsrecht van verzekeraars
21.1 Afwijking van de polisdekking
In alle gevallen, waarin verzekeraars krachtens de WAM of een met de WAM overeenkomende buitenlandse wet schade hebben moeten vergoeden, waartoe zij op grond van de polisbepalingen tegenover de desbetreffende verzekerde niet zijn gehouden, zijn verzekeraars gerechtigd deze door hen vergoede schade te verhalen op de jegens de benadeelde aansprakelijke verzekerde, alsmede op de verzekeringnemer. Dit verhaalsrecht omvat bovendien de door verzekeraars ter zake van deze schade gemaakte kosten.
21.2 Einde van de dekking
Een verhaalsrecht jegens de verzekerden komt verzekeraars ook toe bij schade veroorzaakt na het einde van de verzekering of de dekking. Indien de schade door een ander dan de verzekeringnemer is veroorzaakt nadat de verzekering overeenkomstig art. 8.3 bij overlijden van de verzekeringnemer is geëindigd, zullen verzekeraars van hun verhaalsrecht tegenover de erfgenamen geen gebruik maken, indien deze voldaan hebben aan de verplichting tot kennisgeving die krachtens genoemde bepaling op hen rust.
22 Behandeling van een schadegeval
Verzekeraars hebben het recht aanspraken van benadeelden naar eigen inzicht te behandelen, een schade rechtstreeks aan benadeelden te vergoeden en met hen schikkingen te treffen.
Bestaat een schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van die uitkeringen met inachtneming van eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
Rubriek IB Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Casco
23 Cascoverzekering motorrijtuigen
Verzekerde heeft, tot ten hoogste het op het polisblad genoemde bedrag onder aftrek van het geldende eigen risico, recht op vergoeding van schade aan het motorrijtuig ontstaan door de gebeurtenissen hierna genoemd in art. 24.1 en bovendien door xxxxxx, omslaan, slippen, van de weg of te water geraken of door andere plotseling van buiten komende onheilen.
Daarenboven heeft de verzekerde recht op vergoeding van:
23.1 Bewaking en vervoer van het motorrijtuig
Voor zover niet al verzekerd krachtens art. 15, de kosten van bewaking en vervoer van het motorrijtuig naar de meest nabij gevestigde reparateur, bij wie het motorrijtuig kan worden hersteld van de in de aanhef van dit artikel bedoelde beschadigingen;
23.2 Bijdrage in de averijgrosse
23.3 Accessoires
Schade aan of verlies van de niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires, voor zover deze aan of in het motorrijtuig vast zijn gemonteerd en wel tot een maximum van EUR 1250,00 of, indien hoger, tot een maximum van 10% van de cataloguswaarde van het motorrijtuig, alsmede van de schade aan of verlies van de overige accessoires voor zover deze bestemd zijn om de verkeersveiligheid te bevorderen, zoals een brandblusapparaat, gevarendriehoek, pechkoffer en -lamp, sleepkabel en verbandtrommel.
Onder accessoires worden niet verstaan die onderdelen welke zijn aangebracht ter vervanging van de standaardonderdelen van het motorrijtuig, of het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting wijzigen.
Dergelijke voorzieningen, zoals lichtmetalen velgen, LPG-installaties, schuifdak, communicatie-, navigatie en soortgelijke apparatuur, evenals tectylbehandelingen en speciale beschilderingen komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien uitdrukkelijk meeverzekerd.
Geen vergoeding wordt verleend voor zaken als radardetectoren en lasershields.
Het op het polisblad genoemde bedrag kan bovendien overschreden worden door de werking van art. 28.
23.4 Hulpverlening buiten Nederland na pech
In aanvulling op het bepaalde in rubriek I, tevens de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg tot een maximum van EUR 500,00 per gebeurtenis. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Verder worden vergoed de kosten van het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet op korte termijn verkrijgbaar zijn.
De kosten van de onderdelen zelf komen niet voor vergoeding in aanmerking. Wel kunnen deze door verzekeraars worden voorgeschoten. Verzekeraars kunnen echter betaling vooraf verlangen indien deze kosten hoger zijn dan EUR 700,00.
23.5 Motorrijwiel of scooter
In geval van een ongeval met een motorrijwiel of scooter wordt vergoed schade aan of verlies van kleding en de helm van de opzittenden tot maximaal EUR 700,00 per opzittende, per gebeurtenis.
24 Strekking en omvang van de beperkte cascodekking
24.1 Schadeoorzaken
Indien volgens het polisblad het risico van beperkte cascoschade aan het motorrijtuig is verzekerd, heeft verzekerde aanspraak op vergoeding van schade ontstaan door:
a. diefstal, verduistering, joyriding, alsmede beschadiging ten gevolge van poging tot diefstal van het motorrijtuig en/of van daarin aanwezige zaken of beschadiging gedurende de tijd dat het motorrijtuig was ontvreemd. Verzekeraars zijn gerechtigd de uitkering te weigeren indien kopie deel III of het overschrijvingsbewijs van het kentekenbewijs niet kan worden overgelegd. Niet meeverzekerd zijn zaken die niet als accessoires in de zin van de polis kunnen worden aangemerkt;
b. brand, explosie, kortsluiting, zelfontbranding en blikseminslag;
c. ruitbreuk, niet gepaard gaande met een andere beschadiging van het motorrijtuig, behalve door de scherven van de ruit;
d overstroming, hagelstenen, aardverschuiving, sneeuwlawines of het omwaaien van het motorrijtuig, (om)vallende voorwerpen;
e storm (waaronder wordt verstaan een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde);
f botsing met vogels, loslopende dieren of overstekend wild. Schade die ontstaat bij de eventuele daaropvolgende of daaruit voortvloeiende botsingen is niet gedekt;
g een van buiten komend onheil gedurende de tijd, dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en slepen en van schade als schrammen, krassen of lakschade;
h. relletjes; hieronder worden verstaan incidentele geweldmanifestaties.
24.2 Sleuteldiefstal
Zonder dat sprake is van een gedekte gebeurtenis als omschreven in art. 23 en 24.1 worden vergoed de ter voorkoming van diefstal van het verzekerde motorrijtuig noodzakelijke kosten van wijziging, of – als zulks niet mogelijk is - vervanging van sloten van het verzekerde motorrijtuig, indien de motorrijtuigsleutels na diefstal met braak of na beroving met geweld in het bezit van onbevoegden zijn geraakt.
Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
De vergoeding zal ten hoogste EUR 650,00 of, indien hoger, tot ten hoogste 3 % van het verzekerd bedrag 'casco' of 'beperkt casco' bedragen. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de motorrijtuigsleutels afzonderlijk vermeld staan.
25 Beperkingen en uitsluitingen
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op de cascoverzekering voorts de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen van toepassing.
25.1 Bevriezing
Uitgesloten is schade door bevriezing anders dan als rechtstreeks gevolg van een gebeurtenis vastgelegd in art. 23 en 24.1.
25.2 Oorzaken
Uitgesloten is schade ten gevolge van slijtage, waardevermindering, onderhoudsachterstand of zuivere mechanische schade, evenals schade, die het rechtstreekse en uitsluitende gevolg is van onoordeelkundig gebruik van het mechanisme, constructie- of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak.
Indien echter als verder gevolg daarvan een gebeurtenis heeft plaatsgehad in de zin van art. 23 en 24.1 is de daardoor veroorzaakte schade gedekt.
25.3 Gebruiksderving
Uitgesloten is schade door het niet kunnen gebruiken van het motorrijtuig.
25.4 Audiovisuele apparatuur
Schade aan of verlies van audio/visuele apparatuur als gevolg van braak aan het motorrijtuig of diefstal is beperkt tot maximaal EUR 1750,00 per gebeurtenis, tenzij bij de vaststelling van het verzekerde bedrag voor casco of beperkt casco rekening is gehouden met een hogere waarde voor deze apparatuur.
Uitgesloten is schade door diefstal van deze apparatuur, welke vast in het motorrijtuig is gemonteerd en waarvan na de diefstal het bijbehorende verwijderbare (bedienings)paneel niet getoond kan worden.
25.5 Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels
De verzekering geeft geen recht op vergoeding wegens diefstal van het verzekerde motorrijtuig indien verzekeringnemer - nadat hem bekend was geworden dat de motorrijtuigsleutels waren gestolen of vermist - niet zo spoedig mogelijk adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen. Onder motorrijtuigsleutels dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
25.6 Alcoholgebruik e.d.
25.6.1 De verzekering geeft geen dekking wanneer de gebeurtenis heeft plaatsgevonden terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend, opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden.
25.6.2 Van dekkingsuitsluiting is ook sprake, als de bestuurder weigert mee te werken aan een ademtest, urine- of bloedproef of soortgelijk onderzoek, dan wel zich hieraan onttrekt.
De uitsluitingen in art. 25.6 gelden niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
26 Herstellen van het motorrijtuig
26.1 Voorwaarden herstel
Verzekerde is verplicht met het herstellen of doen herstellen van het motorrijtuig te wachten totdat verzekeraars of door hen aangewezen deskundige(n) hem daartoe toestemming hebben verleend, tenzij de volledige herstelkosten niet meer bedragen dan EUR 700,00 voor vier of meerwielige motorrijtuigen, respectievelijk EUR 350,00 voor andere motorrijtuigen.
26.2 Voorlopige voorziening
Indien echter de beschadiging van dien aard is, dat verder rijden onmogelijk is of gevaar oplevert voor het verkeer of voor het motorrijtuig zelf, doch het motorrijtuig door een eenvoudige voorlopige voorziening weer in zodanige toestand gebracht kan worden, dat het zonder die gevaren kan worden gebruikt, is verzekerde tot zodanige voorlopige voorziening bevoegd.
26.3 Expertise
Expertise van schade en toestemming tot herstel geschieden steeds zonder dat verzekeraars daardoor hun gehoudenheid tot vergoeding van de schade erkennen.
27 Schadevergoeding
27.1 Schaderegeling bij diefstal, braak, verduistering of joyriding.
Bij de gebeurtenissen diefstal, braak, verduistering en joyriding is verzekerde verplicht direct aangifte te doen bij de politie. Verzekeringnemer verklaart zich bij vermissing van het motorrijtuig akkoord met het aanmelden door verzekeraars van de voertuiggegevens aan het Vermiste Objecten Register (VOR), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door verzekeraars ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig.
Het recht op schadevergoeding ontstaat nadat een termijn van 30 dagen na aangifte is verstreken zonder dat verzekerde de beschikking heeft gekregen over het motorrijtuig en nadat de verzekerde op verzoek van verzekeraars de eigendom van de ontvreemde, verzekerde zaken aan hen heeft overgedragen. In de akte van overdracht wordt in ieder geval bepaald dat, indien verzekeraars de macht over het motorrijtuig krijgen, verzekerde het recht heeft dit van hen terug te kopen tegen het uitgekeerde bedrag, vermeerderd met de door verzekeraars gemaakte kosten.
Indien de verzekering betrekking heeft op een personenauto (Niet zijnde les-, lease- of huurauto), zal bij verlies van het motorrijtuig door diefstal of verduistering, mits dit risico is gedekt, aan verzekerde een bedrag van EUR 30,00 worden vergoed voor iedere dag dat het motorrijtuig niet ter beschikking van verzekerde stond. Deze vergoeding zal plaatsvinden voor een periode van ten hoogste 30 dagen.
27.2 Vergoeding bij totaal verlies
Bij totaal verlies van het motorrijtuig door een verzekerd risico vergoeden verzekeraars de waarde zoals deze was onmiddellijk voor het verlies, vastgesteld met inachtneming van art. 28, en verminderd met de waarde van de restanten.
Zodanig totaal verlies wordt geacht aanwezig te zijn, indien de herstelkosten de waarde van het motorrijtuig op vermeld tijdstip, verminderd met de waarde van de restanten, te boven gaan.
Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies van het motorrijtuig behouden verzekeraars zich het recht voor het wrak te doen overdragen aan een door hen aan te wijzen partij.
De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat verzekerde de eigendom van het motorrijtuig, alle sleutels behorende bij het motorrijtuig en alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs heeft overgedragen aan verzekeraars.
27.3 Eigen risico standaardregeling
Op de vastgestelde cascovergoeding wordt een eigen risico in mindering gebracht. Dit is het bedrag dat als zodanig bij "casco" wordt vermeld op het polisblad.
De hieronder genoemde uitzonderingen zijn hierop van toepassing:
- als met een motorrijtuig met minder dan vier wielen een gebeurtenis plaatsvindt als genoemd in artikel 24.1 b t/m h.
In deze gevallen is een eigen risico van EUR 90,00 van toepassing;
- als de bestuurder jonger is dan 24 jaar, geldt een extra eigen risico van EUR 68,00. Dit geldt niet bij een gebeurtenis als genoemd in art. 24.1;
- op uitsluitend een "dagvergoeding" als genoemd in art. 27.1 of voor "diefstal van motorrijtuigsleutels" als genoemd in art. 24.2 is geen eigen risico van toepassing.
27.4 Bijzondere eigen risico regeling
Ten aanzien van het toe te passen eigen risico gelden, in aanvulling op de standaardregeling, de volgende bepalingen.
Eigen risico vermindering bij schadeafwikkeling volgens de speciale schadeprocedure (als omschreven op de groene kaart of de bijlage bij de polis).
Indien sprake is van schade aan een personen- of bestelauto die daadwerkelijk volgens de speciale schadeprocedure is gerepareerd, wordt het van toepassing zijnde eigen risico met EUR 135,00 verminderd.
Deze vermindering vindt echter niet plaats, indien de reparatie uitsluitend betrekking heeft op het vervangen van een of meer ruiten van het motorrijtuig, of het arbeidsloon voor de reparatie minder bedraagt dan EUR 68,00 exclusief BTW. Indien sprake is van schade aan een motorrijwiel, wordt eerdergenoemd eigen risico verlaagd met
EUR 90,00.
Eigen risico vermindering bij ruitschade
Indien sprake is van ruitschade die via de speciale ruitschadeservice van verzekeraars (zie ook de groene kaart) wordt afgewikkeld, dan geldt met betrekking tot het eigen risico het volgende:
- Kosten verbonden aan ruitreparatie worden vergoed zonder inhouding van een eigen risico;
- Bij de vergoeding van kosten verbonden aan ruitvervanging wordt het geldende eigen risico met EUR 68,00 verminderd.
Indien gebruik wordt gemaakt van de ruitschadeservice als hierboven genoemd, dient de facturering via Aon te geschieden. Het eigen risico - en indien verrekenbaar de BTW – dient door verzekerde rechtstreeks aan de reparateur vergoed te worden.
Eigen risico vermindering bij diefstalpreventie
Bij een diefstaluitkering voor een personen- of bestelauto (diefstal in die zin dat het motorrijtuig niet binnen 30 dagen na de gebeurtenis is teruggevonden) wordt het van toepassing zijnde (standaard) eigen risico met EUR 135,00 verminderd indien het motorrijtuig op het moment van diefstal was voorzien van VBV / SCM-goedgekeurde diefstalpreventieapparatuur van een hogere klasse dan bij acceptatie was vereist. Verzekerde dient de aangebrachte preventie aan te tonen door overlegging van een daartoe geldig certificaat.
27.5 Bereddingskosten
De bereddingskosten worden eveneens vergoed bij overschrijding van het verzekerde bedrag
28 Nieuwwaarderegeling personenauto's
28.1 Voorwaarde motorrijtuigen
Deze regeling geldt voor een motorrijtuig dat:
- volgens het Nederlandse kentekenbewijs wordt beschouwd als een personenauto met uitzondering van taxi's, verhuur-, lease-auto’s alsmede auto's met een grijs kenteken en
- bij afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs nieuw was en waarvan
de nieuwwaarde op dat moment niet meer dan EUR 75.000,00 (incl. BPM en BTW) bedroeg en
- op het moment van schade niet ouder is dan 36 maanden.
De waarde van het motorvoertuig onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt - uitgaande van de datum van afgifte van het kentekenbewijs - als volgt bepaald:
Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt binnen twaalf maanden na de afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs geldt ten behoeve van art 27 .2 als waarde de nieuwwaarde op het moment van de schade.
Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt in de 13e t/m de 36e maand na de afgifte van het kentekenbewijs geldt ten behoeve van art 27 .2 als waarde de nieuwwaarde verminderd met 1,5% over de eerste EUR 10.000,00 en met 2% over het meerdere voor elke geheel of gedeeltelijk verstreken maand die het motorrijtuig op dat moment ouder is dan 12 maanden.
28.2 Voorwaarde schadehoogte
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeurtenis, zoals vastgesteld in art. 28.1, kan verzekeringnemer naar keuze ook aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies.
29 Afstand van verhaalsrechten
29.1 Gemachtigde bestuurder
Verzekeraars doen jegens de uitdrukkelijk of stilzwijgend door verzekerde gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig en diens werkgever afstand van verhaalsrechten ter zake van door hen betaalde vergoeding.
29.2 Verhaalsrecht
De afstand van het verhaalsrecht, als omschreven in art. 29.1 is niet van toepassing:
- indien de schade is ontstaan gedurende de periode, dat het motorrijtuig tegen betaling in behandeling, onderhoud of reparatie was.
- indien een uitsluiting van toepassing is die ook tegen verzekerde in het leven geroepen had kunnen worden.
Xxxxxxx XX Verzekeringsvoorwaarden Ongevallen in- en opzittenden
30 Begripsomschrijvingen
30.1 Verzekerden
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.5 zijn verzekerden diegenen die op het moment van het in art. 30.3 omschreven ongeval met toestemming van de daartoe bevoegde persoon zich in of op het motorrijtuig bevinden, of daar in-, op-, af- of uitstappen.
30.2 Begunstigden
De uitkeringen worden - tenzij anders is overeengekomen - verleend:
30.2.1 ten aanzien van een uitkering wegens overlijden:
- aan de echtgenoot of de geregistreerde partner van de verzekerde; of indien deze ontbreekt:
- aan de erfgenamen van de verzekerde.
30.2.2 ten aanzien van uitkeringen op grond van blijvende invaliditeit en geneeskundige kosten aan de verzekerde.
30.3 Ongeval
30.3.1 Onder ongeval in de zin van deze rubriek wordt verstaan: een plotseling en rechtstreeks van buitenaf op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld tijdens de looptijd van deze verzekering, ten gevolge waarvan geneeskundig vast te stellen letsel ontstaat en/of de verzekerde overlijdt.
30.3.2 Het begrip ongeval omvat tevens:
a. zonnesteek, bevriezing, verdrinking, verstikking, blikseminslag of andere elektrische ontlading en etsing door bijtende stoffen;
x. xxxxxxxxxx, uitputting, verhongering en/of uitdroging als gevolg van het geïsoleerd raken door enige ramp;
c. acute vergiftiging door het binnenkrijgen van giftige gassen of dampen of van vaste of vloeibare stoffen;
d. het besmet raken door ziektekiemen ten gevolge van een onvrijwillige val in het water of in een andere vloeibare stof;
e. verstuiking, ontwrichting en spierscheuring - ook indien ontstaan door eigen plotselinge krachtsinspanning -mits aard en plaats van dit letsel medisch aantoonbaar zijn;
x. xxxxxxxxxx, in betrekkelijk korte tijd door wrijving van harde voorwerpen aan handen en voeten ontstaan;
g. geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel, ontstaan ten gevolge van het ongewild binnendringen van stoffen of voorwerpen van buiten het lichaam in de luchtwegen, het spijsverteringsorgaan, de gehoorgangen of de ogen;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging, rechtstreeks verband houdende met een gedekt ongeval, als ook complicaties en verergeringen van het ongevalletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van een medisch noodzakelijk geachte behandeling;
i. lendenspit (lumbago), peesschedeontsteking (tendovaginitis crepitans), zweepslag (coup de fouet), hernia nuclei pulposi en operatie van hernia (ingewandsbreuken) als beperkt in art. 34.5;
x. xxxxxxxxx (of lumbaal) acceleratieletsel van de wervelkolom (post whiplash syndroom) met even-tuele neuro-psychologische en/of vestibulaire afwijkingen.
31 Strekking van de verzekering
De dekking van deze rubriek geldt ten aanzien van ongevallen, die in-/opzittenden van het verzekerde motorrijtuig overkomen tijdens of ten gevolge van het rijden in/op het op het polisblad genoemde motorrijtuig, het daar in-, op-, af-, of uitstappen en/of het onderweg verrichten van (nood-)reparaties of het verlenen van hulp daarbij, dan wel wanneer een verzekerde zich in verband met de brandstofvoorziening van het motorrijtuig op het terrein van een tankstation bevindt.
32 Omvang van de uitkering
32.1 Overlijden (Rubriek A)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval overlijdt, wordt de voor A verzekerde som uitgekeerd met inachtneming van het bepaalde in art. 33.3. Op deze uitkering worden alle bedragen in mindering gebracht die ter zake van hetzelfde ongeval reeds wegens B (zie art. 32.2) zijn uitgekeerd, maar nooit meer dan het voor overlijden volgens A uit te keren bedrag.
32.2 Blijvende invaliditeit (Rubriek B)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval blijvend invalide wordt, worden de hierna genoemde percentages van de voor B verzekerde som uitgekeerd, tenzij het bepaalde in art. 33.3 van toepassing is:
bij algeheel verlies van de verstandelijke vermogens 100%
algehele verlamming 100%
bij algeheel verlies van het gezichtsvermogen van beide ogen 100%
bij algeheel verlies van het gezichtsvermogen van één oog 30% indien binnen het kader van deze overeenkomst reeds uitkering is verleend voor het
verlies van een oog wordt bij het verlies van het andere oog uitgekeerd 70%
bij algehele doofheid van beide oren 60%
bij algehele doofheid van een oor 25%
indien binnen deze overeenkomst reeds uitkering is verleend voor algehele doofheid aan
een oor, wordt bij het ontstaan van algehele doofheid van het andere oor uitgekeerd 35% bij algeheel verlies van reuk en smaak 10%
bij algeheel verlies van:
de arm tot in het schoudergewricht 75%
de hand en arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 68% de hand tot in het polsgewricht of de hand en arm tussen pols- en ellebooggewricht 60% het been tot in het heupgewricht 70%
de voet en het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60% de voet en het been tussen enkel- en kniegewricht 50%
de duim 25%
de wijsvinger 15%
de middelvinger 12%
de ringvinger 10%
de pink 10%
de grote teen 10%
een andere teen 5%
de milt 5%
ingeval van whiplashsyndroom (maximaal) 5%
Onbruikbaarheid wordt met verlies gelijkgesteld. Bij gedeeltelijk verlies wordt een evenredig deel van deze percentages uitgekeerd.
32.2.1 Ter zake van blijvende invaliditeit wordt in totaal nooit meer uitgekeerd dan het maximum bedrag dat wordt uitgekeerd in geval van 100% blijvende invaliditeit van de verzekerde. Bij verlies van verscheidene vingers van een hand wordt nooit meer uitgekeerd dan het bedrag dat wordt uitgekeerd bij verlies van de gehele hand.
32.2.2 Voor alle niet onder art. 32.2.1 genoemde gevallen van blijvende invaliditeit wordt een percentage vastgesteld onafhankelijk van het beroep van verzekerde.
32.2.3 Indien reeds bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt vergroot, dan wordt als grondslag voor de uitkering aangehouden een percentage gelijk aan het verschil in graad van invaliditeit voor en na het ongeval.
De vaststelling van dit percentage geschiedt met inachtneming van het in art. 32.2 bepaalde.
32.2.4 Verzekeraars kunnen, wanneer de blijvende aard van de invaliditeit van de verzekerde niet voor hen vaststaat, of wanneer de graad daarvan nog wijziging kan ondergaan, hun beslissing omtrent een uitkering uit hoofde van B uitstellen tot ten hoogste 1 jaar na de dag van melding van het ongeval. Maken zij van dit recht gebruik, dan vergoeden zij aan de begunstigde vanaf het ingaan van de 7e maand na de datum waarop het ongeval is gemeld, een rente gelijk aan de wettelijke rente, te berekenen over het later vast te stellen uitkeringsbedrag uit hoofde van B.
32.2.5 Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval blijvend invalide is geworden en daarna door een niet met dat ongeval verband houdende oorzaak overlijdt, voordat de graad van blijvende invaliditeit is vastgesteld, doen verzekeraars aan de begunstigde(n) van de voor B verzekerde som een uitkering op basis van het percentage blijvende invaliditeit, dat correspondeert met de laatst bekende gegevens ter zake van de te verwachten graad van de blijvende invaliditeit.
32.2.6 Progressieve uitkering
Indien zulks blijkt uit een aantekening op het polisblad, gelden de navolgende progressieve uitkeringspercentages. Bij een blijvende invaliditeitsgraad van ten minste 26% wordt het uitkeringspercentage verhoogd tot de hierna te noemen percentages:
A = invaliditeitsgraad
B = uitkeringspercentage
A | B | A | B | A | B |
26 | 27 | 51 | 78 | 76 | 153 |
27 | 29 | 52 | 81 | 77 | 156 |
28 | 31 | 53 | 84 | 78 | 159 |
29 | 33 | 54 | 87 | 79 | 162 |
30 | 35 | 55 | 90 | 80 | 165 |
31 | 37 | 56 | 93 | 81 | 168 |
32 | 39 | 57 | 96 | 82 | 171 |
33 | 41 | 58 | 99 | 83 | 174 |
34 | 43 | 59 | 102 | 84 | 177 |
35 | 45 | 60 | 105 | 85 | 180 |
36 | 47 | 61 | 108 | 86 | 183 |
37 | 49 | 62 | 111 | 87 | 186 |
38 | 51 | 63 | 114 | 88 | 189 |
39 | 53 | 64 | 117 | 89 | 192 |
40 | 55 | 65 | 120 | 90 | 195 |
41 | 57 | 66 | 123 | 91 | 198 |
42 | 59 | 67 | 126 | 92 | 201 |
43 | 61 | 68 | 129 | 93 | 204 |
44 | 63 | 69 | 132 | 94 | 207 |
45 | 65 | 70 | 135 | 95 | 210 |
46 | 67 | 71 | 138 | 96 | 213 |
47 | 69 | 72 | 141 | 97 | 216 |
48 | 71 | 73 | 144 | 98 | 219 |
49 | 73 | 74 | 147 | 99 | 222 |
50 | 75 | 75 | 150 | 100 | 225 |
32.3 Geneeskundige behandeling (D)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval kosten van geneeskundige behandeling moet maken, worden deze kosten tot ten hoogste de voor D verzekerde som vergoed, mits daarin niet op andere wijze is voorzien en nadat en voor zover de bewijsstukken aan verzekeraars zijn overgelegd.
Onder kosten van geneeskundige behandeling worden uitsluitend verstaan honoraria van artsen en kosten gemaakt voor door een arts voorgeschreven behandeling en geneesmiddelen, ziekenhuisverpleging, verbandmiddelen, vervoer naar en van een arts en/of ziekenhuis, aanschaffing van door het ongeval noodzakelijk geworden kunstledematen, een blindengeleidehond of een invalidenwagen.
32.4 Bagage (F)
Indien vermeld op het polisblad geeft rubriek F de verzekerden aanspraak op vergoeding, indien zij in verband met het gebruiken van het verzekerde motorrijtuig schade lijden door vernieling, teniet gaan of beschadiging van de meegevoerde bagage.
Indien in het motorrijtuig aanwezige zaken vernield of beschadigd worden ten gevolge van een het motorrijtuig treffende gebeurtenis als brand, ontploffing, zelfontbranding, botsing, omslaan, van de weg geraken, of enig plotseling van buiten komend onheil, keren verzekeraars de kosten van herstel uit of, indien herstel niet meer mogelijk is, de waarde van die zaken onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, verminderd met de eventuele restwaarde.
In geval van vermissing van in het motorrijtuig aanwezige zaken wordt eveneens uitkering verleend, mits die vermissing verband houdt met een hierboven omschreven gebeurtenis. Als een dergelijke gebeurtenis wordt niet beschouwd: het beschadigen van het motorrijtuig met het oogmerk daaruit zaken te ontvreemden.
De voor de uitkering in aanmerking komende zaken zijn: door de verzekerde gedragen kledingstukken, aan de verzekerde in eigendom toebehorende gebruiksvoorwerpen alsmede andere voor persoonlijk gebruik bestemde bagage, met uitzondering van geld, waardepapieren, handelsartikelen, sieraden, kunstvoorwerpen, of artikelen die alleen een verzamelaarwaarde hebben.
De uitkering heeft plaats tot het maximaal voor bagage verzekerde bedrag genoemd op het polisblad en voor zover in de vergoeding niet reeds op andere wijze is voorzien.
33 Maximum uitkeringen
In afwijking van hetgeen hieromtrent is bepaald op het polisblad geldt het volgende.
33.1 Uitkering rubriek A
Voor personen jonger dan 16 of ouder dan 70 geldt een uitkering van ten hoogste EUR 5000,- per verzekerde.
33.2 Uitkering rubriek B
Voor B geldt een uitkering van ten hoogste EUR 10.000,00 per in-/opzittende, indien het personen betreft ouder dan 70 jaar.
33.3 Meerdere verzekerden
De verzekerde bedragen per in-/opzittende worden verminderd in verhouding van het op het polisblad genoemde aantal in-/opzittenden tot het werkelijke aantal in-
/opzittenden, indien zich op het moment van een ongeval meer in-/opzittenden in of op het motorrijtuig bevinden dan op het polisblad genoemde aantal.
34 Beperkingen en uitsluitingen
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op deze rubriek voorts van toepassing de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen.
34.1 Misdrijf
Geen uitkering wordt verleend indien het ongeval is ontstaan bij het door een verzekerde plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe.
34.2 Alcohol
Geen uitkering wordt verleend indien het ongeval is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken of enig ander genees-, bedwelmend- of opwekkend middel verkeerde, dat de bestuurder niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden.
34.3 Laadruimte
Geen uitkering wordt verleend aan verzekerden, die in de voor zaken bestemde laadruimte van een bedrijfsmotorrijtuig worden vervoerd.
34.4 Eerder letsel
Geen uitkering wordt verleend, indien het ongeval is ontstaan als rechtstreeks gevolg van een bestaande ziekte, gebrek of andere abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekerde, tenzij deze door een onder deze overeenkomst vallend eerder ongeval veroorzaakt werd. Indien daardoor alleen de gevolgen van het ongeval zijn vergroot, wordt bij de vaststelling van de grootte van de uitkering rekening gehouden met de gevolgen welke het ongeval bij de verzekerde zou hebben gehad, indien zodanige afwijking niet zou hebben bestaan.
34.5 Rubriek D
Indien een vergoeding volgens rubriek D is overeengekomen, zoals nader is omschreven in art. 32.3, komt voor de in art. 30.3.2 i genoemde gevallen ten hoogste 1/5 deel van de voor deze rubriek verzekerde som per gebeurtenis voor vergoeding in aanmerking. Voor hernia pulposi wordt slechts eenmaal de hier bedoelde uitkering verleend.
35 Verplichtingen bij een ongeval
Naast de verplichtingen als vermeld in art. 4 rusten op verzekerde de navolgende plichten:
35.1 Melding
Verzekerde is verplicht om aan verzekeraars een ongeval te melden binnen 3 maanden na het plaatsvinden ervan, met dien verstande dat een ongeval waaruit een recht op uitkering ingevolge art. 32.3 kan ontstaan, moet zijn aangemeld binnen 14 dagen nadat het ongeval zich heeft voorgedaan.
Wordt de aangifte later gedaan, dan kan toch recht op uitkering ontstaan, mits ten genoegen van verzekeraar is aangetoond:
- dat de blijvende invaliditeit en/of geneeskundige behandeling het uitsluitend gevolg is van een ongeval in de zin van deze overeenkomst;
- dat de gevolgen van het ongeval niet door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid zijn vergroot;
- dat de verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelend arts heeft opgevolgd.
35.2 Behandeling
De verzekerde is verplicht zich onverwijld onder behandeling van een bevoegd geneesheer te stellen en niets te verzuimen dat spoedig herstel kan bevorderen.
35.3 Medewerking
De verzekerde en/of begunstigde(n) is (zijn) verplicht alle medewerking te verlenen ter vaststelling van aard en omstandigheden van het ongeval - waaronder begrepen het geven van toestemming tot het verrichten van sectie - alsmede ter vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit.
35.4 Overlijden
Indien verzekerde komt te overlijden vervalt ieder recht op uitkering indien de erven of de begunstigden niet ten minste 48 uur voor de begrafenis of verassing aan verzekeraars kennisgegeven hebben van het overlijden.
36 Geschillen
36.1 Hoogte
Geschillen uitsluitend de hoegrootheid van uitkeringen en vergoedingen uit hoofde van deze rubriek betreffende, worden onderworpen aan de uitspraak van een commissie van advies, bestaande uit drie leden, wier uitspraak door partijen wordt aanvaard als een bindend advies.
36.2 Commissie van Advies
De leden van de commissie van advies worden gekozen uit personen, die geacht mogen worden deskundig te zijn ter zake van het onderwerp van geschil. Elk van beide partijen wijst één lid aan; deze twee leden benoemen in gemeenschappelijk overleg het derde lid.
36.3 Geschil bij benoeming
Komen zij ter zake van die benoeming niet tot overeenstemming, dan wordt het derde lid benoemd door de Kantonrechter te Amsterdam op eenvoudig verzoekschrift van partijen of van de meest gerede partij, welke dan aan haar wederpartij van de indiening van dat verzoekschrift kennis geeft. Van die benoeming van de leden van de commissie van advies moet blijken uit een door partijen en die leden ondertekende akte, welke tevens inhoudt een omschrijving van het onderwerp van geschil.
36.4 Kosten
Elke partij draagt de kosten van het door haar aangewezen lid; de kosten van het derde lid worden door elke partij voor de helft gedragen; het derde lid is bevoegd, alvorens de zaak in behandeling te nemen, van partijen depot te verlangen tot een door hem te bepalen bedrag als zekerheid voor de voldoening van zijn kosten; partijen zijn tot het stellen van een zodanig depot verplicht.
36.5 Andere geschillen
Wanneer, behalve geschillen bedoeld in art. 36.1, ook andere geschillen uit deze overeenkomst voortvloeiende, zijn ontstaan, zijn in afwijking van het bepaalde in art.
36.1 ook de eerstvermelde geschillen onderworpen aan de rechtspraak van de in Nederland bevoegde rechter.
Rubriek III Verzekeringsvoorwaarden Schade In- en Opzittenden
37 Verzekerden
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.5 van de Algemene Voorwaarden zijn verzekerden degenen die op het moment van een in art. 38 omschreven gebeurtenis met toestemming van een daartoe bevoegde persoon zich in of op het motorrijtuig bevinden, dan wel daar in-, op-, af- of uitstappen.
38 Omschrijving van de dekking
38.1 Schade
De verzekering geeft recht op vergoeding van de schade die een verzekerde lijdt als gevolg van een hierna in artikel 38.2 omschreven gebeurtenis.
Onder schade wordt verstaan:
- schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
- schade ten gevolge van beschadiging of verloren gaan van met het motorrijtuig meegevoerde zaken die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde tot een maximum van EUR 1.600,00;
- motorrijtuigen of aanhangwagens / caravans en de daarmee vervoerde zaken worden uitdrukkelijk niet als zodanige meegevoerde zaken aangemerkt.
De verzekering biedt geen dekking voor schade door beschadiging of verlies van:
- geld en geldswaardige papieren;
- accessoires/toegevoegde zaken als bedoeld in deze polisvoorwaarden;
- communicatieapparatuur (mobiele telefoons/navigatieapparatuur);
- elektronica en computerapparatuur (laptops e.d.);
- losse sieraden.
38.2 Gedekte gebeurtenissen
Als gedekte gebeurtenis gelden:
- een ongeval, waaronder te verstaan een plotseling onverwacht van buiten komend onheil, op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld dat rechtstreeks een medisch vast te stellen letsel doet ontstaan;
- een verkeersongeval, zijnde een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
De verzekering geeft tevens dekking ingeval een zodanige gebeurtenis een verzekerde overkomt bij het onderweg verrichten van een (nood-)reparatie aan het motorrijtuig of het verlenen van hulp daarbij, dan wel wanneer hij zich in verband met de brandstofvoorziening van het motorrijtuig op het terrein van een tankstation bevindt.
39 Schade
39.1 Vaststelling vergoeding/rechthebbende
Bij schade als gevolg van dood of verwonding wordt de hoogte van de schade vastgesteld overeenkomstig de daartoe strekkende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en de maatstaven van het burgerlijk recht. Als rechthebbende krachtens deze verzekering gelden nooit anderen dan de rechtstreeks bij de schadegebeurtenis betrokken verzekerden - voor zover deze natuurlijke personen zijn - of hun nagelaten betrekkingen.
39.2 Verzekerd bedrag
Het in de polis vermelde verzekerde bedrag geldt als maximum vergoeding per gebeurtenis en tevens per motorrijtuig, voor alle verzekerden tezamen.
39.3 Gordel/helm
Indien verzekerde, in strijd met een wettelijke verplichting, geen veiligheidsgordel of helm droeg, wordt de schadevergoeding verminderd met 25%, tenzij verzekeringnemer gehouden is de volledige schade aan de verzekerde te vergoeden.
39.4 Dekking krachtens rubriek IA (aansprakelijkheid)
Als vaststaat dat naar aanleiding van de schadegebeurtenis een beroep kan worden gedaan op de dekking van rubriek IA (aansprakelijkheid) zal vergoeding van schade geschieden krachtens die rubriek.