Hoe te komen tot een integrale aanpak van transitieopgaven?
Hoe te komen tot een integrale aanpak van transitieopgaven?
Deel 1: Partijen
1. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw X.X. Xxxxxxxxx, hierna te noemen: BZK;
2. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw C.J. Xxxxxxxx, hierna te noemen: LNV;
3. De minister van Infrastructuur en Waterstaat, xxxxxxx X. xxx Xxxxxxxxxxxxx, hierna te noemen: IenW
4. De minister voor Rechtsbescherming, de xxxx X. Xxxxxx, hierna te noemen: JenV
Partijen genoemd onder 1 en 4 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: het Rijk;
5. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens Xxxxxxx xxx Xxxxxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Amsterdam;
6. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, namens Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Den Haag;
7. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden, namens Xxxxxx Xxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Leiden;
8. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, namens Xxxx Xxxxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Rotterdam;
9. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn, namens Xxx Xxxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Apeldoorn;
10. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, namens Xxxxxxx xxx xxx Xxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Groningen;
11. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer namens Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx en Xxxxx Xxxxxxxx, wethouders, hierna te noemen: Gemeente Zoetermeer;
12. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort, namens Xxxx Xxxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Amersfoort;
13. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, namens Xxxxx Xxxxxx, wethouder, hierna te noemen: Gemeente Tilburg;
14. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dordrecht, namens Xxxxxx Xxxxx, burgemeester, hierna te noemen: Gemeente Dordrecht;
15. Het college van burgemeester en wethouders van de fusiegemeente Purmerend en Beemster (na 1 januari 2022 als gemeente Purmerend), namens Xxxxxxx Xxxxxxxx en Xxxxx Xxxxxx, wethouders, hierna te noemen: Gemeente Purmerend;
Partijen genoemd onder 5 tot en met 15 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: de Gemeenten;
Partijen genoemd onder 1 tot en met 15 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: de Overheden;
16. Platform31 te dezen vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxxx, hierna te noemen: Platform31
17. Stadswerk te dezen vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxxxxxx, hierna te noemen: Xxxxxxxxx
00. XXXX te dezen vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxx, hierna te noemen: XXXX
19. GPKL te dezen vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxxxx, hierna te noemen: GPKL
20. Stichting RIONED te dezen vertegenwoordigd door Xxxx Xxxxxxxxxx, hierna te noemen: RIONED
21. Deltares te dezen vertegenwoordigd door Xxxxxxx xxx xxx Xxxx, hierna te noemen: Deltares
22. Naturalis Biodiversity Center te dezen vertegenwoordigd door Xxxxx xxx Xxxx, hierna te noemen: Naturalis
23. Centraal Bureau voor de Statisiek te dezen vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxx, hierna te noemen: CBS
24. Stichting Xxxxxxxxxxxxxxx.xx te dezen vertegenwoordigd door Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, hierna te noemen: Mijn Aansluiting
25. Centrum Ondergronds Bouwen te dezen vertegenwoordigd door Xxxxx xx Xxxx, hierna te noemen: COB
26. De Bouwcampus te dezen vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxxx, hierna te noemen: Xx Xxxxxxxxxx
00. Technische Universiteit Delft, Delft Research Initiative ‘Deltas, Infrastructures and Mobility’ te dezen vertegenwoordigd door Xxxx xxx Xxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxx, hierna te noemen TU Delft
Partijen genoemd onder 16 tot en met 27 ieder handelend in hun hoedanigheid van bestuursorgaan en hierna samen te noemen: de Partners;
hierna allen tezamen genoemd: Partijen;
DEEL 2: City Deal op hoofdlijnen
Algemene Context - Agenda Stad
Gemeenten, het Rijk, private partners, kennisinstellingen en andere actoren werken samen aan groei, innovatie en leefbaarheid van steden. Xxxxxx Stad bevordert deze samenwerking door actief met bekrachtigde partnerschappen steden te versterken en het concurrentievermogen en groeipotentieel van het Nederlandse stedennetwerk te vergroten.
Betrokkenen beogen hier onder andere invulling aan te geven door middel van het sluiten van ‘City Deals’. City Deals onderscheiden zich in het feit dat ze:
- Een aansprekende ambitie formuleren ten aanzien van een of meerdere grote maatschappelijke opgaven;
- Agglomeratiekracht organiseren (massa/schaalvoordeel door samenwerking tussen en/of binnen stedelijke regio’s);
- Betrokkenheid kennen van uiteenlopende publieke (waaronder gemeenten en het Rijk) en private partners;
- Innovatief zijn en gericht zijn op doorbraken, door bijvoorbeeld bestaande systemen anders vorm te geven;
- (Inter)nationaal aansprekend en herkenbaar zijn.
Context City Deal Openbare Ruimte
Nederland heeft nu en de komende jaren te maken met een aantal grote verdichtings- en transitieopgaven die een sterke ruimtelijke impact hebben. De woningbouwopgave, klimaatadaptatie, energietransitie, deelmobiliteit, een nieuwe circulaire economie, en een gezonde en meer natuurinclusieve stad hebben allen invloed op het gebruik, inrichting en beheer van onze leefomgeving. Deze transitie- en verdichtingsopgaven stellen gemeenten voor ongekende uitdagingen op technisch, organisatorisch en financieel gebied. De opgaven zijn ook de dragers van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en hebben een uitwerking door de schalen (internationaal, nationaal, regionaal en lokaal) heen. Op het schaalniveau van de straat en de wijk wordt pas écht duidelijk hoe complex het is. In de gangbare beheercycli op stedelijke schaal past het allemaal niet meer in de ruimte bovengronds én ondergronds, de planningshorizon en de begrotingssystematiek. Deze opgaven kunnen alleen in samenhang opgepakt worden. Dat vraagt een nieuwe onderzoekende en ontwerpende aanpak die geïntegreerde oplossingen brengt waarbij ontwerp en beheer samen optrekken. Wanneer deze opgaven op de gangbare, sectorale manier worden geadresseerd zal de claim op ruimte, geld, het incasseringvermogen van mensen en natuur en de beschikbare menskracht om tot realisatie te komen te groot zijn. Vanuit verschillende steden, infrabeheerders, aannemers en adviseurs komt het signaal dat nieuwe methoden nodig zijn. Er is grote betrokkenheid en energie aanwezig om hier gezamenlijk handelingsperspectief in te ontwikkelen.
Analyse vraagstuk
Het lokale niveau, dat van de straat, buurt of wijk, leent zich goed voor het uitproberen van nieuwe technieken en methoden. De City Deal draagt als samenwerkingsvorm bij aan het versnellen en opschalen hiervan. Zo krijgen zowel de gemeenten als het Rijk structureel inzicht in en grip op de werkelijke slagkracht van nationale ambities. Op wijkniveau zijn grote verschillen tussen dichtheid, ruimtelijke structuur en bevolkingssamenstelling. Hier worden specifieke knelpunten en oplossingen zichtbaar. De optelsom van voorzieningen en infrastructuur die zowel in de ondergrond ruimte claimen (denk aan: kabels en leidingen, wateropvang, boomwortels en afvalcontainers) als in de bovengrond, zorgen voor een flinke puzzel. Het oplossen van die puzzel, en het borgen van voldoende leefomgevingskwaliteit ( o.a. gezond, klimaatrobuust, natuurinclusief, veilig) is een complexe ruimtelijke en sociaal-maatschappelijke opgave waarbij verschillende disciplines en stakeholders betrokken zijn.
Deze complexe opgave van de openbare ruimte en ondergrond vraagt om een andere strategie; een integrale aanpak van programmeren, ontwerpen, financieren, aanbesteden, realiseren en beheren. De gangbare, meer sectorale, op onderhoud en vervanging gebaseerde manier van beheer volstaat niet meer voor de hedendaagse complexe opgaven. Er is een noodzaak voor een integrale manier, gestoeld op meervoudig ruimtegebruik, met aandacht voor de schaarse ruimte in de ondergrond, bundeling van investerings- en beheermiddelen, samenwerking tussen alle partijen en een focus op de leefomgevingskwaliteit van de openbare ruimte, rekening houdend met de levenscycli van de assets. Bij grootschalige herontwikkelingsprojecten zien we al mooie voorbeelden van deze integrale aanpak. In de NOVI wordt de noodzaak voor een integrale aanpak al genoemd, en er is vanuit het Rijk de wens om hierop samen te werken met haar decentrale partners. De eerste stappen zijn hiertoe gezet door in de NOVI onder prioriteit ‘Sterke en gezonde steden’ en beleidskeuze op te nemen over de integrale ontwikkeling en beheer van bestaand bebouwd gebied in lijn met de transitieopgaven. Dit biedt ruimte om te onderzoeken in hoeverre aanpassingen van wet- en regelgeving nodig zouden zijn en voor een nadere uitwerking van beleidskaders. Deze City Deal (en eventueel andere, zie xxx.xxxxxxxxxx.xx) kan bijdragen aan nationale beleidskaders en programma’s als bijvoorbeeld de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS), en Programma Aardgasvrij Wijken (PAW).
Ambitie en afspraken
Partijen spreken samen de ambitie uit om de krachten te bundelen om een City Deal Openbare Ruimte te sluiten over een integrale aanpak van transitieopgaven in de openbare ruimte.
Het doel van deze City Deal is om samen met partijen structureel methodisch te innoveren in de beheercyclus en de (her)ontwikkeling van de openbare ruimte,
zodat deze ruimte:
• een motor voor transities kan zijn, ondergronds én bovengronds;
• transities onderling slim kan verbinden;
• beter aansluit bij de behoeften van stedelingen, flora en fauna;
• flexibiliteit biedt, aanpasbaar is voor onvoorziene veranderingen.
Met deze City Deal spreken Partijen uit dat zij voor een periode van drie jaar een samenwerking met elkaar aangaan. In deze samenwerking zorgen zij voor experimenteerruimte in de vorm van casusgebieden, de uitwisseling van kennis en ervaring uit de eigen praktijk, het ontwikkelen van praktisch toepasbare methoden, het signaleren en wegnemen van nationale knelpunten en het opschalen van succesfactoren.
Partijen committeren zich aan een meerjarig traject van samenwerking, waarin zij, verantwoordelijk zijn voor de genoemde afspraken, elkaar kunnen aanspreken op voortgang en kwaliteit van de resultaten in relatie tot de doelstellingen. De Partijen gaan voor ‘continuïteit van het publieke belang’ en bouwen daarvoor een organisatie op die kan aansturen, rapporteren en faciliteren.
Actief deel te nemen aan de City Deal en bij te dragen aan activiteiten vanuit concrete cases, visie en ervaring.
Afbakening van het domein
De samenwerking richt zich op het publieke domein: oplossingen voor de openbare ruimte. Deze afbakening op het fysieke domein is evenwel niet los te zien van de sociaal-economische omgeving en van de fysieke koppeling met de aangrenzende private ruimte van alle netwerken. Waar relevant worden mogelijke oplossingen ten aanzien van private ruimte meegenomen.
Samenwerkingsdoelstelling
De partijen in deze City Deal willen hun gezamenlijke slagvaardigheid bevorderen door te leren van elkaars lokale aanpak en door bovenlokale knelpunten te identificeren en daar oplossingen voor te vinden om opgaven in ontwerp en beheer in samenhang op te pakken,
zodat deze aanpak:
• Doorwerking krijgt op de werkvloer van de deelnemende organisaties;
• Opschaalbare succesfactoren aanreikt die nationaal beschikbaar zijn.
‘Overheden’ (Gemeenten, Rijk, nutsbedrijven, waterschappen)
In de City Deal committeren het Rijk en de Gemeenten, desgewenst aangevuld door nutsbedrijven of waterschappen zich als ‘Overheden’ aan een meerjarig traject van samenwerking, waarin zij,
verantwoordelijk zijn voor de genoemd afspraken, elkaar kunnen aanspreken op voortgang en kwaliteit van de resultaten in relatie tot de doelstellingen. De Overheden leveren casusgebieden aan waarop de deelthema’s van deze City Deal van toepassing zijn om nieuwe methoden te ontwikkelen. De Overheden gaan voor ‘continuïteit van het publieke belang’ en bouwen daarvoor een organisatie op die kan aansturen, rapporteren en faciliteren. De Overheden financieren de samenwerking met een jaarlijkse bijdrage.
‘Partners’ (private partijen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, consortia)
De Partners brengen een concrete kennis in, onderzoek of proposities in en zijn Partner voor de looptijd van deze activiteiten. De Partners leveren inspanning in natura of in middelen voor het initiëren van hun cases.
Relatie Overheden - Partners
Overheden bieden Partners inzicht en kennis van de praktijkbehoeften (koplopers / front end development). Partners bieden partijen projectvoorbeelden, instrumenten, verbindingen naar
onderzoeksprogramma’s, standaardisatietrajecten of andere bronnen en verbindingen gericht op het identificeren en ontwikkelen van methoden om de transitieopgaven die een ruimtelijke impact hebben op de openbare ruimte en het ontwerp en beheer daarbij in samenhang op te pakken.
Wanneer er sprake is van bilaterale opdrachtgever-opdrachtnemer relaties gelden de aanbestedingsregels van betreffende opdrachtgever.
Aansluiten anderen
Met instemming van de bij de City Deal aangesloten Partijen kunnen gedurende de looptijd van de City Deal nieuwe Partijen aansluiten bij de samenwerking (conform de Slotbepalingen). In de slotbepalingen staat de procedure voor toetreding van nieuwe Partijen en Partners beschreven.
Experimenteren, leren en implementeren
Partijen vormen gezamenlijk een leergemeenschap rondom concrete cases. Deze leeromgeving kenmerkt zich door het aan de hand van concrete projecten werken aan daadwerkelijke realisatie, samen met betrokken professionals. Daarbij wordt rond de cases een leeromgeving versterkt door naast co creëren (samen doen) ook te leren van de andere steden op dit onderwerp.
Rol van het Rijk
Betrokken vanuit het Rijk
Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties participeren de dienstonderdelen: directie Ruimtelijke Ordening
directie Bouwen en Energie
directie Bestuur, Financiën en Regio’s
Vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit participeert het dienstonderdeel: directie Natuur
Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat participeert het dienstonderdeel: Directie Waterveiligheid, Klimaatadaptatie en Bestuur
Het Rijk heeft een aantal specifieke rollen in de samenwerking:
Benutten van tijdelijke experimenteerruimte
Waar de gemeenten aangeven dat landelijke wetgeving belemmerend werkt voor verandering kunnen zij in experimenteergebieden onderzoeken en beargumenteren welke aanpassingen in de wet nodig en effectief kunnen zijn.
Aanpassen van wetgeving
Op basis van resultaten in de experimenteerruimte kan het Rijk zich inspannen om een wetswijziging mogelijk te maken.
Schakelen met nationale beleidsprogramma’s
Het Rijk biedt de mogelijkheid om de samenwerking te ondersteunen vanuit nationale
beleidsprogramma’s in de bij de City Deal betrokken ministeries. Ondersteuning kan bestaan uit het leveren van experts, incidentele financiële middelen op de verdiepende deelthema’s van de City Deal of uit het agenderen van inzichten bij stuurgroepen of directies.
Helpen met opschalen
De oplossingen die de City Deal genereert zullen (zoveel mogelijk) opschaalbaar zijn, zowel binnen de deelnemende organisaties als ook buiten de grenzen van de samenwerking van deze City Deal. Het Rijk faciliteert gedurende de looptijd, met een zwaartepunt op de laatste fasen deze opschaling.
Beweging Agenda Stad
Door deze samenwerking van koplopers leveren de Partijen een bijdrage aan de ontwikkeling van kennis, competentie en handelingsperspectief van andere steden in Nederland en over de grens. Deze grotere beweging van Agenda Stad en de European Urban Agenda leidt tot toekomstbestendige, leefbare en economisch vitale steden.
Internationale verbinding
Het Rijk ondersteunt bij het verbinden met internationale programma’s zoals LIFE, Interreg of Horizon en bij uitwisseling met Europese stedennetwerken.
De gemeenten
Gemeenten spannen zich in om gemeentelijke rolopvatting, organisatie, beleid of regelgeving aan te passen als dat bijdraagt aan de doelstellingen zoals omschreven in deze City Deal
Iedere gemeente draagt tenminste één concreet project, methode of beoogd innovatietraject aan.
Deel 3: Inhoudelijke werklijnen
Implementatie en uitvoering
Door de koplopende gemeenten en organisaties zijn al stappen gezet naar een meer integrale manier van het ontwikkelen en beheren van de stad. Soms resulteren de opgedane inzichten in best practices met een wijkspecifieke aanpak, soms resulteren ze in een meer generieke methode die ook in andere steden kan worden toegepast.
Implementatie en uitvoering van een integrale aanpak van de openbare ruimte is het hoofdspoor in de City Deal. De experimenteerruimte daartoe zit in de casusgebieden die de steden zelf naar voren schuiven. Vanuit reeds lopende projecten en onderzoeken zullen we gezamenlijk de rode draden destilleren en de belangrijkste inzichten delen. Deze inzichten kunnen door implementatie en uitvoering worden aangescherpt tot bouwstenen voor een integrale aanpak van boven- en ondergrond. Zo bouwt deze City Deal voort op het werk van de deelnemende koplopers van de afgelopen jaren.
Parallel aan het hoofdspoor zullen we ons richten op de uitdagingen en vraagstellingen die naar voren komen vanuit het experiment in de casusgebieden. Deze onderzoeksvragen zijn in grote lijnen in kaart gebracht en kunnen worden verdeeld in vijf deelthema’s. Hierbij wordt voortgebouwd op informatie en kennis die reeds beschikbaar is. Ook kennen de deelthema’s dwarsverbanden en overlap. Verschillende invalshoeken dragen bij aan het vinden van oplossingen en nieuwe methoden.
Deelthema 1: Innovatieve businesscases en financieringsstrategieën.
In de huidige praktijk zijn de grond- en beheerexploitaties kaderstellend. Beide kaders en methoden vertonen knelpunten.
• Hoe te komen tot innovatieve businesscases en financieringsstrategieën voor meervoudige doelen en verschillende stakeholders? Hoe overbruggen we knelpunten binnen de bestaande budgettaire kaders?
• Hoe kunnen investeringsbudgetten en vervangingsinvesteringsbudgetten worden geïntegreerd?
• Tegen welke ‘juridische’ belemmeringen lopen we aan om hier anders mee om te gaan; en wat is er nodig om meer flexibel te handelen?
• Hoe kan de levenscyclus van materialen en grondstoffen uitgangspunt worden in plaats van de eenmalige investering?
• Wie draait er op voor de kosten en baten van de eenmalige voorinvestering, zoals in warmtenetten of leidingenstraten?
• Wat zijn toepasbare verdienmodellen die bijdragen aan vergroening en klimaatrobuustheid van de bebouwde omgeving?
Deelthema 2: Samenwerking stakeholders, gemeente en partners
Er is goede samenwerking nodig tussen gemeenten en stakeholders om tot innovatie en integraal werken te komen. Organisaties als nutsbedrijven, corporaties, vervoerbedrijven, waterschappen, Rijkswaterstaat en ontwikkelaars hebben veel interactie met het werk van de gemeente. Veel van deze interactie is op lokaal projectniveau. Op de grote schaal en lange termijn wordt nog lang niet altijd strategisch samengewerkt.
• Wat is een goede procesvorm om tot ontwerp en projectovereenkomst te komen? Hoe kan ontwerpend onderzoek hierbij worden ingezet?
• Hoe kunnen gemeenten en partners gezamenlijk strategisch programmeren voor de totale investerings- en beheercyclus van boven- en ondergrond?
• Op welke manier kan ruimte voor participatie gemaakt worden, en kunnen bewoners een gelijkwaardige partij in het speelveld van stakeholders worden? En op welke wijze zijn de instrumenten van de Omgevingswet daarin toepasbaar?
Deelthema 3: Data op orde
Databeheer en -uitwisseling tussen verschillende stakeholders over de assets in de ondergrond en bovengrond, over beheercycli en life cycles, zijn de fundamenten onder een integrale aanpak.
• Welke data is beschikbaar en welke data moet worden gedocumenteerd of worden ontsloten? Welke landelijke sleutelspelers zijn hierin nodig?
• Welke modellen en instrumenten zijn nodig op stedelijk en projectniveau? Hoe kunnen gemeenten kostbare modellen van de boven- en ondergrond zoals digital twins inzetten? Welke ervaringen zijn er met goede voorbeelden?
Deelthema 4: Instrumentarium Omgevingswet
Het nieuwe stelsel van de Omgevingswet biedt de instrumenten en flexibiliteit om de voorliggende transitieopgaven (woningbouw, klimaatadaptatie, energietransitie, deelmobiliteit, een nieuwe circulaire economie en een gezonde en meer natuurinclusieve stad) integraal in de leefomgeving te verwezenlijken. Hoe zetten we deze instrumenten in om in samenhang stedelijk te programmeren?
Welke aanvullingen en aanscherpingen zijn in het instrumentarium nog nodig?
• De transitie- en verdichtingsopgaven betekenen een toenemende ruimtedruk op de boven- en de ondergrond. Het succes bovengronds hangt af van de aanpak ondergronds. Welk instrumentarium voor het samenhangend programmeren van boven- en ondergrond moet onder de Omgevingswet worden ontwikkeld? En welke bestaande uitgangspunten moeten worden aangepast?
• Transitie- en verdichtingsopgaven hebben vaak een regionale strategie die gefaseerd lokaal wordt geprogrammeerd. Er is continue sprake van een wisselwerking tussen regionale plannen, stedelijk programmeren en wijkgerichte uitvoering. Hoe zorg je voor een optimale samenhang tussen de omgevingsvisies en omgevingsplannen? Op welke manier kan bij programmeren rekening gehouden worden met onzekerheden in de toekomst?
• De Omgevingswet vraagt om een integrale en gebiedsgerichte benadering van de fysieke leefomgeving. Op welke manier draagt de organisatorische inrichting van een gemeente bij aan integrale processen die hiervoor nodig zijn?
Deelthema 5: Gezonde, klimaatrobuuste, natuurinclusieve en veilige leefomgeving
De openbare ruimte is veel meer dan een serie technisch-functioneel beheerde objecten. Het is de sociaal-culturele leeflaag die waarde biedt voor inwoners, flora en fauna. Het structureel programmeren en ontwerpen vanuit deze waarden van de leefomgeving vraagt een integrale en inclusieve blik, ontwerpkracht en specifieke expertise en kennis.
• Op welke manier kunnen ingrepen in de openbare ruimte bijdragen aan een gezonde leefomgeving die mobiliteit, bewegen en ontmoeten faciliteert?
• Op welke manier kan een veilige leefomgeving worden gecreëerd met voldoende sociale controle en toegankelijkheid voor iedereen?
• Op welke manier kunnen ingrepen in de openbare ruimte bijdragen aan voldoende, cq herstel van biodiversiteit, bodemleven en een groen-blauwe stedelijke structuur?
• Op welke manier kan de ruimtelijke omgeving worden aangepast om de gevolgen van klimaatverandering (extreem weer) beter op te vangen?
• Op welke manier kan de methodiek voor integrale aanpak openbare ruimte worden doorontwikkeld en bijdragen aan een nationale werkwijze?
Deel 4: Proces en organisatie
Inwerkingtreding en looptijd
Deze City Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en eindigt op 31 december 2023, met een tussentijdse evaluatie eind 2022. De samenwerking kent de volgende fasen:
- Fase 1 (looptijd 2 maanden, tot eind 2020): opstellen werkplan, organisatie en versterking van het netwerk.
- Fase 2 (eerste helft 2021) selectie en programmeren van deelvraagstukken.
- Fase 3 (kalenderjaar 2021) uitvoeren eerste tranche van het programma en simultaan extern delen van kennis.
- Fase 4 (kalenderjaar 2022) uitvoeren tweede tranche van het programma en simultaan delen van kennis.
- Fase 5 (kalenderjaar 2023) implementatie en opschaling van de resultaten.
De samenwerking tussen de ondergetekenden van de City Deal heeft betrekking op alle fasen, tenzij een Partij na de tussentijdse evaluatie besluit uit de samenwerking te stappen.
Monitoring en evaluatie
De voortgang van de City Deal wordt jaarlijks geëvalueerd (met de evaluatie 2022 als fundamentele ‘mid term review’) door de projectleider in samenwerking met Agenda Stad. Monitoring van de uitvoering van de City Deal vindt plaats op drie niveaus:
1. op het niveau van de ervaring per deelnemende organisatie;
2. op het niveau van de concrete initiatieven en projecten;
3. op het niveau van de in Deel 1 genoemde doelen.
Op basis van deze evaluaties wordt het jaarprogramma voor het volgende jaar vastgesteld.
Halverwege de looptijd wordt een rapportage opgesteld waarin de eerste inzichten en resultaten worden gedeeld. Hiernaast wordt in de rapportage vooruitgeblikt op de resterende looptijd en welke vervolgstappen genomen moeten worden om de resultaten uit de City Deal te verspreiden en uit te breiden.
Organisatie
De organisatie van deze City Deal is als volgt geregeld:
Coördinatieteam
Het coördinatieteam bestaat uit een projectleider, een secretaris en een communicatiemedewerker. De projectleider wordt aangesteld door Agenda Stad en initiërende partijen in de voorfase van de City Deal. De projectleider is verantwoordelijk voor het goed verlopen van de City Deal. Hiernaast draagt de projectleider zorg voor het leggen van verbindingen tussen partijen, zowel binnen als buiten de
dealpartijen. De projectleider stelt jaarlijks een werkplan, communicatieplan en begroting op dat wordt vastgesteld door het kernteam.
Kernteam
In het kernteam zitten afgevaardigden van de Overheden in de City Deal. Het kernteam beslist over de begroting, de jaarplannen, houdt toezicht op de algemene voortgang en bewaakt de doelen. De kernteam leden hebben mandaat namens de directies binnen hun eigen organisaties.
Het kernteam overlegt vier keer per jaar, waarvan één keer een jaarlijkse open sessie voor alle deelnemende Partijen.
Atelier werkvorm
De werkvorm het atelier vormt het hart van de vakinhoudelijke samenwerking. De atelierbijeenkomsten zijn open voor alle experts van de verschillende organisaties. De ateliers bestaan uit hele of halve werkdagen, aangevuld met online sessies en werkbezoeken. De in potentie 100-200 experts die hier aan meedoen kunnen kiezen voor een of meerdere specifieke deelthema’s. De ateliermeester modereert dit programma middels de inzet van verbeelding en ontwerpkracht en zorgt voor verbinding tussen de hoofddoelen van de City Deal en de inhoudelijke deelsporen. De ateliermeester neemt tevens deel aan het kernteam.
Kennis en innovatieprogramma
In dit spoor worden specifieke verdiepende methoden, hulpmiddelen of onderzoeken uitgewerkt die in het atelier naar boven komen. Per inhoudelijke vraag beslist het kernteam welke onderwerpen met welke financiering worden opgepakt. De ateliermeester adviseert hierover en bewaakt de samenhang over de deelproducten. Verbinding en afstemming met bestaande kennisprogramma’s is hierbij van belang.
Bestuurlijk netwerk
Overheden kunnen een directeur of wethouder plaatsen in het bestuurlijk netwerk van de City Deal. Dit zijn de ambassadeurs voor vernieuwing in de openbare ruimte. Zij brengen hun persoonlijke visie in en benutten hun netwerkkracht namens de City Deal naar buiten via commissies, stuurgroepen, congressen en andere landelijke podia. Via de eigen organisaties sturen ze de veranderingsprocessen aan.
Het bestuurlijk netwerk wordt uitgenodigd voor een ‘midterm’ conferentie en een slotconferentie.
Directeurenoverleg
In het directeurenoverleg zitten vertegenwoordigers op directieniveau vanuit de deelnemende partijen aan de City Deal. Zij geven richting aan de ambitie van de samenwerking en sturing aan de verdiepende acties in het kennis- en innovatieprogramma. Dit geeft de directies de mogelijkheid om een efficiencyslag te slaan door programmadoelen en -middelen voor de eigen organisatie te verbinden aan de City Deal.
Het directeurenoverleg vindt 3 keer plaats aan het begin van ieder kalenderjaar.
Platform31
Platform31 zet zich in ter ondersteuning van Agenda Stad met betrekking tot de kwartiermakersfase van deze City Deal. Hiernaast draagt zij gedurende de looptijd bij via kenniscocreatie en –verspreiding en door inhoudelijke bijdragen aan Community of Practice- en themabijeenkomsten. Ook spant Platform31 zich in om relevante kennis- en leerervaringen vanuit de City Deal verder te verspreiden binnen haar netwerk, onder andere in G4, G40- en M50-verband, en om waar mogelijk / relevant verbindingen te leggen met haar eigen thema’s en activiteiten.
Financiering
Overheden leveren bijdragen in natura en in financiële middelen. De Partijen maken gemiddeld 2 dagen per maand vrij voor werkzaamheden die voortkomen uit de City Deal en de Gemeenten dragen jaarlijks financieel bij met een basisbedrag conform onderstaande staffel.
Omvang gemeente | Basiskosten (verplicht) | Kennis en innovatiebudget (indicatief) | TOTAAL |
G4 | € 10.000 | € 30.000 | € 40.000 |
> 100.000 inwoners | € 7.500 | € 12.500 | € 20.000 |
< 100.000 inwoners | € 5.000 | € 5.000 | € 10.000 |
De jaarlijkse basiskosten
De basiskosten zijn verplicht voor de deelnemende Overheden en voorzien in dekking van het coördinatieteam, het atelier, verslaglegging, communicatie, directeurenoverleg en de miniconferenties. Er is gekozen voor de Gemeenten een verdeling naar draagkracht á €10.000,- , €7.500,- of €5.000,- per jaar voor de duur van de deal.
Het jaarlijkse kennis- en innovatiebudget
Gedurende de looptijd van de City Deal spannen Overheden zich in om een kennis en innovatiebudget samen te stellen. Overheden hebben de inspanningsplicht om aan de indicatieve bedragen te voldoen en hebben via het kernteam invloed op de vraag aan welke activiteiten deze middelen worden besteed. Na ondertekening van de deal maken Overheden op basis van een gezamenlijk opgesteld Actieprogramma nadere afspraken over commitment aan specifieke inhoudelijke onderdelen en de bijdrage daaraan.
Overheden kunnen daarin op verschillende wijzen vanuit hun eigen begrotingsdoelen in participeren. De in de tabel genoemde bedragen betreffen richtbedragen á €30.000,- , €12.500,- , €5.000,- per jaar voor de duur van de samenwerking.
Bijdrage Rijk
Het Rijk draagt jaarlijks € 110.000,- bij aan de basiskosten, verdeeld over de ministeries:
• Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties € 50.000,-
• Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit € 25.000,-
• Infrastructuur en Waterstaat € 25.000,-
• Justitie en Veiligheid € 10.000,-
Tevens heeft BZK de opstartfase van deze City Deal eenmalig bekostigd voor € 25.000,-.
Betreffende ministeries spannen zich in om voor de City Deal relevante middelen en kennis in hun beleids- en kennisprogramma’s te delen. Alle Overheden en Partners spannen zich in om indien nodig voor specifieke onderdelen of projecten gezamenlijk extra inzet te organiseren, en kansen te benutten bijvoorbeeld door gezamenlijk subsidies aan te vragen.
Communicatie
Communicatie over de voortgang van de City Deal en van de projecten die er deel van uitmaken, is een taak die binnen de City Deal belegd wordt binnen het coördinatieteam. Zij zorgen voor een communicatiestrategie als onderdeel van het werkplan en voeren dat uit. Partijen kunnen met in achtneming van de huisstijl en in overleg met het coördinatieteam communiceren over de activiteiten van de City Deal. Het interbestuurlijke programma Agenda Stad van BZK ondersteunt de City Deal met haar communicatie. Dit gebeurt onder andere via de website xxx.xxxxxxxxxx.xx.
Slotbepalingen
Uitvoering in overeenstemming met Unierecht
De afspraken van deze City Deal worden in overeenstemming met het recht van de Europese Unie uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Gegevenswisseling
1. De in het kader van (de uitvoering van) deze City Deal uitgewisselde dan wel uit te wisselen informatie is in beginsel openbaar. Indien een Partij verzoekt om geheimhouding zullen de overige Partijen deze informatie in beginsel geheim houden en deze geheel noch gedeeltelijk aan enige derde bekendmaken, behoudens voor zover een verplichting tot openbaarmaking voortvloeit uit de wet, een rechterlijke uitspraak of deze City Deal.
2. Partijen dragen er zorg voor dat concurrentiegevoelige en/of privacy gevoelige informatie uitsluitend wordt gedeeld voor zover dit in overeenstemming is met de relevante internationale, Europese en nationale wettelijke kaders. Zij kunnen hiertoe nadere afspraken vastleggen.
Wijzigingen
1. Elke Partij kan schriftelijk verzoeken deze City Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij het verzoek heeft kenbaar gemaakt aan de projectleider en secretaris. De projectleider informeert de overige Partijen over de voorgestelde wijziging en vraagt hen om instemming.
3. Nadat alle Partijen aan de projectleider en secretaris kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot wijziging wordt de wijziging en de verklaringen tot instemming als bijlage aan deze City Deal gehecht.
Opzegging
1. Elke Partij kan de City Deal met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, voor het eerstvolgende kalenderjaar van de samenwerking, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze City Deal billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.
2. Wanneer een Partij deze City Deal opzegt, blijft de deal voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.
3. Xxxxxxx van beëindiging van de City Deal krachtens opzegging is geen van de Partijen jegens een andere Partij schadeplichtig.
Toetreding nieuwe partijen
1. In overeenstemming met alle Partijen kunnen anderen tijdens de looptijd van de City Deal als nieuwe partijen toetreden tot deze deal.
2. Het schriftelijke verzoek tot toetreding met daarbij de concrete bijdrage aan de City Deal wordt gericht aan de projectleider en de secretaris. De projectleider informeert Partijen en vraagt hen om instemming.
3. Zodra alle Partijen aan de projectleider kenbaar hebben gemaakt in te stemmen met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de City Deal en gelden voor die partij de voor haar uit de deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
4. Het verzoek tot toetreding en de verklaringen tot instemming worden als bijlagen aan de City Deal gehecht.
Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken in de City Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Counterparts
De City Deal kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.
Citeertitel
Deze City Deal kan worden aangehaald als City Deal Openbare Ruimte.
Inwerkingtreding en looptijd
Deze City Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en eindigt op 31 december 2023. Partijen treden uiterlijk twee maanden voor de in het eerste lid genoemde datum in overleg over voorzetting van deze City Deal.
Periodiek overleg
Over de voortgang van de City Deal voeren Partijen periodiek overleg.
Openbaarmaking
1. Deze City Deal zal net als andere City Deals openbaar worden gemaakt door publicatie in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de City Deals.
2. BZK rapporteert over de Agenda Stad, alsmede de hieruit voortvloeiende City Deals naar de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Plaats: Delft
Datum: 16 december 2021
Organisatie: Technische Universiteit Delft
Naam: Xxxx xxx Xxxxxxx
Decaan van de faculteit Bouwkunde
Handtekening:
Organisatie: Delft Research Initiative ‘Deltas, Infrastructures and Mobility’ Naam: Xxxxxx Xxxxxxx
Voorzitter DIMI
Handtekening: