BIM Protocol
BIM Protocol
Versie: 1.2
Gemaakt door: Xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx op: 20-12-2021
Inleiding
Dit BIM-protocol bevat informatie en voorwaarden aanvullend op de overeenkomst t.a.v. de verplichtingen en aansprakelijkheden van opdrachtgever en opdrachtnemer(s) met betrekking tot de te leveren BIM-modellen en/of - data, evenals het gebruik en het eigendom van die modellen en/of data.
De projectpartners conformeren zich aan de minimumeisen gesteld in dit document, afwijkingen hierop uitsluitend na overleg en goedkeuring door Dura Vermeer.
Dit document werkt samen met het “BIM-uitvoeringsplan” en bijbehorende “ILS Ontwerp & Engineering”. Hierin kunnen eventueel extra project specifieke eisen worden opgenomen. Deze documenten maken onderdeel uit van
de overeenkomst en worden in samenspraak met de opdrachtnemer(s) van het project overeengekomen.
Inhoudsopgave
1. Definities 4
2. Rangorde van contractdocumenten 5
3. Governance 5
3.1 Wijzigingen 5
3.2 Rechtsverhoudingen 5
4. Basisafspraken 3D BIM-model 6
4.1 Uitgangspunt 3D modelleersoftware 6
4.2 Software 6
4.3 Basisuitgangspunten aspectmodel(len) 6
4.4 Standaarden / eisen 6
4.5 BIM-extracten 7
4.6 DNR + STB 7
5. Documentbeheer 7
6. Intellectuele eigendom 8
6.1 Licentie aan de Opdrachtgever 8
6.2 Overeenkomsten opdrachtnemers 8
6.3 Wijziging en vernietiging 8
6.4 Realisatie 8
6.5 Herhaalde realisatie 9
6.6 (Keuze) Xxxxxxxx aan opdrachtnemer voor Bestaande Infrastructuur/ Bouwwerk 9
7. Eigendom van het BIM 9
8. Aansprakelijkheid voor BIM-data 9
9. Bronnenlijst 10
1. Definities
• Aspectmodel: 3D-model of datamodel gemaakt voor een specifiek onderdeel;
• BIM: De afkorting ‘BIM’ wordt in de praktijk in drie samenhangende betekenissen gebruikt:
• ‘Bouwwerk Informatie Model’, oftewel BIM Model: de digitale representatie van de functionele en technische karakteristieken van een bouwwerk, dat uitgangspunt is voor en ondersteunend aan activiteiten en besluitvorming in alle fasen van de levenscyclus van het bouwwerk;
• ‘Bouwwerk Informatie Modellering’: het proces van het digitaal modelleren van een bouwwerk en (samen-)
werken met behulp van digitale bouwwerkmodellen;
• ‘Bouwwerk Informatie Management’: de opbouw, het beheer en (her)gebruik van digitale
bouwwerkinformatie in de hele levenscyclus van het bouwwerk;
Het begrip ‘BIM’ omvat het geheel van deze drie betekenissen.
Bron: BIR Kenniskaart 0 “Wat is BIM?”;
• BIM-extract: Bouwwerkinformatieproduct dat wordt afgeleid of geëxporteerd uit het BIM, c.q. het BIM- bronbestand. Denk hierbij aan IFC, DWG, PDF, BCF of andere dataformaten.
• BIM-protocol: Bijlage/annex bij een overeenkomst waarin eisen en voorwaarden met betrekking tot de juridische aspecten van de toepassing van BIM in een project zijn opgenomen;
• BIM-uitvoeringsplan: Document waarin de projectpartners de BIM-gerelateerde (samenwerkings-)afspraken voor het project vastleggen en actueel houden, zodanig dat tenminste wordt voldaan aan de eisen en voorwaarden uit het BIM-protocol en optimaal wordt voorzien in de daaruit voortvloeiende informatiebehoeften van de projectpartners onderling. Deze is project specifiek.
• Object: Een (3D) component in het BIM-bronmodel dat informatie bevat van het bouwwerk, al dan niet met geometrische representatie;
• Objectattributen: Niet geometrische informatie gekoppeld aan een object,
• Bronmodel: Het (BIM)bronmodel zoals dit met objecten opgezet wordt in een modelleerapplicatie. Ook wel aangeduid als het BIM-model in bronformaat of het native bestand;
• Document: Verzameling gegevens vastgelegd op een gegevensdrager;
• ILS Ontwerp & Engineering: Specificatie van de content, de structuur en de dragers van de gegevens voor dit project/ contract; per NL-SfB code wordt een demarcatie gemaakt wie modelleert wat en welke parameters moeten gevuld worden.
• IFC-model: 3D-BIM-model in IFC-formaat, dit is een extract van het BIM-bronmodel;
2. Rangorde van contractdocumenten
In het geval van een tegenstrijdigheid of inconsistentie tussen de bepalingen in dit protocol en enig ander document die deel uitmaken van de overeenkomst, prevaleren de bepalingen in dit protocol, met uitzondering van het bestek en/of de technische omschrijving van dit werk.
3. Governance
Onderstaand is de organisatiestructuur weergegeven. Indien niet anders vermeld geldt deze structuur voor alle fases van het project.
Opdrachtgever
BIM Regie DV
BIM Regie
Partner A
BIM Regie
Partner B
BIM Regie
BIM Regie
BIM Regie
BIM Regie
BIM Regie
BIM Regie
Figuur 1 - BIM Organisatiestructuur
3.1 Wijzigingen
Eventuele wijzigingen in de organisatiestructuur, rolverdeling of procesafspraken dienen officieel te worden bekrachtigd door de daarvoor bevoegde personen. Zonder formele goedkeuring zijn de eerder gemaakte afspraken onverminderd van toepassing. Nadat een wijziging is goedgekeurd wordt deze geformaliseerd door de wijziging te verwerken in het BIM Protocol en een nieuwe versie uit te geven.
3.2 Rechtsverhoudingen
De rechtsverhoudingen binnen dit project zijn vastgelegd in de contractstukken. Deze rechtsverhoudingen zijn onverminderd van toepassing op het naleven van de afspraken met betrekking tot de in dit protocol omschreven
BIM-uitwerking.
rachtnemer
Opd
Partner B-B
Partner B-A
Partner A-B
Partner A-A
Partner D
Partner C
r
In het BIM-uitvoeringsplan worden de BIM-contactpersonen ingevuld van de verschillende betrokken partijen van het desbetreffende project vastgelegd.
Opd | achtgever |
4. Basisafspraken 3D BIM-model
4.1 Uitgangspunt 3D modelleersoftware
Het aspectmodel van een project, zoals beschreven in dit protocol, wordt minimaal aangeleverd als IFC én native bestand met de daarbij horende extracten zoals omschreven in het BIM-uitvoeringsplan. Het gebruikte softwarepakket mag geen nadelige gevolgen hebben t.b.v. de uitwerking, inhoud, proces of voortgang.
In het BIM-uitvoeringsplan staat een verdere uitwerking omschreven m.b.t. de opdeling en de inhoud van de extracten, IFC-modellen én BIM-bronbestanden (Revit).
4.2 Software
In het BIM-uitvoeringsplan wordt vastgelegd hoe er gewerkt en uitgewisseld wordt. De modelleersoftware dient ter goedkeuring aan de BIM-regisseur / coördinator van Dura Vermeer te worden voorgelegd alvorens deze binnen het project ingezet kan worden.
4.3 Basisuitgangspunten aspectmodel(len)
• Alle objecten zijn geometrisch correct gepositioneerd en accuraat van afmeting gemodelleerd;
• Informatie Levering Specificatie (ILS) in basis conform Basis ILS 2.0 met een verrijking van ILS O&E, deze zal nog project specifiek vastgelegd worden in het BIM-uitvoeringsplan;
• Doorsnijdingen (clashes) zijn in basis niet toegestaan. Afwijkingen hierop worden vastgelegd in het BIM- uitvoeringsplan en zijn uitsluitend in overleg;
• Doublures (dubbelingen) zijn in basis niet toegestaan. Afwijkingen hierop worden vastgelegd in het BIM- uitvoeringsplan en zijn uitsluitend in overleg;
• Oriëntatie, nulpunt en referentie conform BIM-uitvoeringsplan;
• Bouwlaagindeling- en naamgeving conform BIM-uitvoeringsplan;
• Iedere partij is verantwoordelijk voor de correctheid en volledigheid van de door u geleverde producten
onder het motto “fout vrij van mij”.
4.4 Standaarden / eisen
BIM modellen moeten voldoen aan de volgende standaarden:
• IFC-modellen volgens ISO 16739:2013, IFC 2x3 omschreven volgens Buildingsmart.
xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx/
• De IFC-modellen voldoen aan de eisen gesteld in de Basis ILS. xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/x/000
• Sparingsopgaves zoals omschreven in het BIM-uitvoeringsplan. Basis USO-methode Uniforme Sparing Opgave. xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/x/00/XxxxxXXX
• NLRS 2.5.2, zoals omschreven in het BIM-uitvoeringsplan. xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/
Is van toepassing bij gebruik van Revit
• ILS Ontwerp & Engineering, de kwaliteit en informatie eisen van IFC-modellen zijn vastgelegd in de ILS Ontwerp & Engineering.
• Aanvullende eisen worden in overleg vastgelegd in het BIM-uitvoeringsplan en de ILS Ontwerp & Engineering.
4.5 BIM-extracten
Ten behoeve van een optimale samenwerking zal er gewerkt worden met 2D, 3D & data extracten verkregen uit een BIM model. Denk hierbij aan de witdrukken voor de timmermannen op de bouw en IFC-bestanden t.b.v. 3D uitwisseling met andere partijen.
Toelichting:
• Aanlevermomenten BIM-extracten conform BIM-uitvoeringsplan;
• De data dient rechtstreeks zonder nabewerking uit het bronmodel geëxporteerd te zijn. De vereiste data wordt vastgelegd in het BIM-uitvoeringsplan;
• Het exporteren van een BIM-extract vanuit het BIM-bronbestand in de bijbehorende modelleersoftware geeft geen automatische garantie dat het resulterende BIM-extract voldoet aan de gestelde eisen. De opsteller van het document is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de technische en inhoudelijke correctheid van het extract;
• U bent zelf verantwoordelijk voor het correct aanleveren van de extracten. Uw software moet in staat zijn
om de extracten herhaalbaar naar behoefte efficiënt te kunnen produceren, volgens de overeengekomen minimale eisen conform BIM-uitvoeringsplan;
• Alle extracten dienen een verwijzing te hebben naar het bronbestand. Het dient duidelijk te zijn uit welk
BIM-bronmodel het extract verkregen is inclusief de versie en/of printdatum.
• Bij updates dienen zowel het bronbestand als de extracten vervangen te worden, de opsteller van het document is hiervoor verantwoordelijk.
4.6 DNR + STB
Iedere projectpartner is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn eigen model en genereert daaruit zijn eigen outputdocumenten. De kwaliteit voldoet minimaal aan DNR 2011 (eerste herziening, juli 2013) + STB 2014 met als aanvulling in UO-fase RRBouw rapport nr. 130.
In de project specifieke ‘kruisjeslijst dnrstb’ zijn de gevraagde outputdocumenten opgenomen. In dit document staat omschreven welke documenten er in de aangegeven fase aangeleverd moeten worden en wie daarvoor verantwoordelijk is.
5. Documentbeheer
Voor het uitwisselen van bestanden, het beheren van de versies en het doorlopen van het goedkeuringsproces wordt gebruik gemaakt van diverse applicaties. Deze zijn verder toegelicht in het BIM-uitvoeringsplan.
6. Intellectuele eigendom
6.1 Licentie aan de Opdrachtgever
De opdrachtnemer verleent hierbij een (sub)licentie aan DURA VERMEER om zijn intellectuele eigendomsrechten die zijn ontstaan of zullen ontstaan in verband met de werkzaamheden en de documenten, de daarin belichaamde werken en de daaruit voortvloeiende werken te gebruiken. Onder ‘gebruiken’ wordt hier begrepen:
• het gebruiken van modellen en/of (BIM-)data ten behoeve van de realisatie als bedoeld in artikel 6.4 en de herhaalde realisatie als bedoeld in artikel 6.5;
• het gebruiken van modellen en/of (BIM-)data ten behoeve van het beheer, onderhoud en instandhouding van het bouwwerk, waaronder begrepen gedeeltelijke of gehele wijziging of vernietiging;
• het gebruiken van afbeeldingen van het bouwwerk;
• alle openbaarmakings- en verveelvoudigingshandelingen, waaronder (maar niet beperkt tot) de openbaarmakings- en verveelvoudigingshandelingen die nodig zijn voor de uitvoering van de beheer-, publieke en wettelijke taken van de Opdrachtgever en die nodig zijn voor het opnemen van informatie in de BIM-database van de Opdrachtgever.
Dura Vermeer heeft het recht om sub licenties te verlenen, met inbegrip van de rechten waarvoor de (onder)opdrachtnemers een licentie aan hem hebben verleend.
Voor zover voor de uitvoering van de overeenkomst licenties moeten worden verkregen op intellectuele eigendomsrechten van derden – zoals voor het hergebruik van oude ontwerpen of voor het gebruik van standaardsoftware – moet de opdrachtnemer zich inspannen de benodigde licenties te verwerven ten behoeve van het bouwteam. Voor zover het niet mogelijk is deze licenties te verwerven voor Het Bouwteam, moet de opdrachtnemer in overleg treden met Het Bouwteam en moet de toestemming van desbetreffende derden ten minste zodanig zijn, dat Het Bouwteam niet gebonden is aan de opdrachtnemer.
6.2 Overeenkomsten opdrachtnemers
Met elke (onder)opdrachtnemer die intellectuele eigendomsrechten bezit en die zullen worden aangewend in verband met de werkzaamheden of die activiteiten zal verrichten waarbij naar verwachting intellectuele eigendomsrechten zullen ontstaan, moet de opdrachtnemer een schriftelijke overeenkomst sluiten met de betreffende (onder)opdrachtnemer ter verkrijging van een licentie voor het gebruik van de bedoelde intellectuele eigendomsrechten. De opdrachtnemer moet deze licentie in sub licentie overdragen aan Het Bouwteam.
6.3 Wijziging en vernietiging
De opdrachtnemer mag: (i) met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 lid 3 van de Auteurswet, geen beroep doen op artikel 25 lid 1 sub (a), (b) en (c) van de Auteurswet met betrekking gehele of gedeeltelijke wijziging of vernietiging van het werk of een daaruit voortvloeiend werk. Dit laat onverlet het recht van een auteur om zich op grond van Auteurswet art. 25 lid 1 sub (d) te verzetten tegen verminking van het werk of een daaruit voortvloeiend werk. De Opdrachtgever verplicht zich in overleg te treden met de rechthebbende in de zin van Auteurswet art. 25 lid 1 sub (d) wanneer hij voornemens is het werk te wijzigen.
6.4 Realisatie
(a) Het Bouwteam mag het ontwerp of werk dat in de documenten is belichaamd of daaruit voortvloeit zonder tussenkomst van de opdrachtnemer of zijn (onder)opdrachtnemers één keer in zijn geheel of gedeeltelijk realiseren of doen realiseren (“verveelvoudigen” in de zin van artikel 13 van de Auteurswet), ook als de overeenkomst voortijdig is beëindigd op grond van <artikelen in de Overeenkomst betreffende de beëindiging van de Overeenkomst>
(b) Onder realisatie valt het recht van Het Bouwteam om voor deze vorm van gebruik derden in te schakelen. De opdrachtnemer doet hierbij afstand van enig recht zich te verzetten tegen de in deze bepaling genoemde vorm van gebruik, in het bijzonder het recht om zich te dien aanzien op enig intellectueel eigendomsrecht te beroepen om dat gebruik te verhinderen of in te perken.
6.5 Herhaalde realisatie
Het Bouwteam moet voor andere realisatie dan bedoeld in artikel 9.4, van het in het BIM vervatte ontwerp of onderdelen daarvan die als zelfstandig ontwerp kunnen worden aangemerkt, toestemming verkrijgen van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer moet die toestemming verlenen, maar mag daaraan redelijke voorwaarden verbinden, waaronder het betalen van een redelijke vergoeding.
6.6 (Keuze) Xxxxxxxx aan opdrachtnemer voor Bestaande Infrastructuur/ Bouwwerk
Dura Vermeer verleent hiermee voor de duur van de overeenkomst aan de opdrachtnemer een onvoorwaardelijke, onherroepelijke, overdraagbare en vergoedingsvrije licentie, met het recht om aan derden sub licenties te verlenen, om de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de bestaande infrastructuur/bouwwerk en de daarin belichaamde werken ten behoeve van de werkzaamheden te gebruiken.
7. Eigendom van het BIM
De opdrachtgever wordt eigenaar van alle (digitale) documenten die de opdrachtnemer op grond van de bij deze overeenkomst behorende documenten aan opdrachtgever dient te verstrekken.
8. Aansprakelijkheid voor BIM-data
De opdrachtnemer dient zorg te dragen dat alle data die in het kader van de overeenkomst door hem of namens hem worden toegevoegd aan het BIM, traceerbaar zijn naar hem of de onder-opdrachtnemers die verantwoordelijk zijn voor het genereren en het invoeren van de data.
9. Bronnenlijst
Nationaal Model BIM-protocol – Release 0.9 Nationaal Model BIM-uitvoeringsplan – Release 1.0
Basis ILS – basis informatieleveringsspecificatie xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/x/000
IFC classificaties – Industrie Foundation Classes
xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxx.xxx/
Basis USO – Uniforme Sparing Opgave
xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/x/00/XxxxxXXX
RVB BIM Specificatie – versie 1.1 – 01-04-2019 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xx-xxxxxxxx/x/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxx-
modelling/documenten/richtlijn/2019/04/01/rvb-bim-specificatie-v1.1-c
NLRS 2.5.2 – Nederlands Revit Standaard
xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/
BIM Uitvoeringsplan - “Prestatiemodellen”
Afbeelding van het project
Opdrachtgever / eigenaar Marktsegment
Locatie / adres project Contractvorm
Fasering toepassing BIM Uitvoeringsplan
<opdrachtgever> Kies een item.
<locatie / adres>
<contractvorm>
SO-VO-DO-TO-UO-as built (Zie hoofdstuk 2.1 FLOW)
⏴Projectnaam>
Template: Project Specifiek:
Versie: 2.0 Concept Versie: 0.9
Opgesteld door: Dura Vermeer Bouw Midden West Gemaakt door: Dura Vermeer Bouw Midden West
Opgesteld op: 19-11-2021 Gemaakt op: 00-00-2021 Status document: concept
Versiebeheer
Dit document is gecontroleerd en goedgekeurd door onderstaande partijen:
… Namens Opdrachtgever - <partij> | … Namens Dura Vermeer Bouw Midden West BV |
… Namens architect - <partij> | … Namens constructeur - <partij> |
… Namens installateur - <partij> | … Namens … - <partij> |
Versie | Datum | Omschrijving |
0.9 | 00-00-2021 | Concept versie |
Inhoudsopgave
1. Introductie 4
1.1 Doel van het BIM Uitvoeringsplan 4
1.2 Projectdoelen 4
1.3 Geldende protocollen/ en ILS 4
1.4 Ontwerp- & Engineeringsmodel 5
1.5 Rollen en verantwoordelijkheden prestatiepartners 6
2. Het proces 7
2.1 FLOW 7
2.2 BIM Kick-Off / Startgesprekken 7
2.3 BIM Standard Way of Work (SWOW) 7
3. Procesafspraken 8
3.1 Document Management Systeem (DMS) 8
3.1.1 Uitwisseling 8
3.2 Issue Management Systeem (IMS) 8
3.3 Modelcontrole 9
3.3.1 Doublures / dubbelingen 9
3.3.2 Doorsnijdingen 9
3.4 Sparingscoördinatie 12
3.4.1 Algemene afspraken 12
3.4.2 Sparingsproces 12
3.4.3 Xxxxxxxxxx 00
3.4.4 Sparingstool Itannex 13
4. Modelafspraken 14
4.1 Projectinstellingen 14
4.2 Modeldemarcatie 14
4.3 Naamgeving 15
4.4 Oriëntatie, nulpunt en referentie 16
4.5 Stramienplan 17
4.6 Bouwlaagindeling en -naamgeving 17
4.7 Structuur modellen 17
4.7.1 Correct gebruik van entiteiten 17
4.7.2 Object-naamgeving 17
4.8 Extracten (2D componenten / annotaties) 18
4.9 Revit afspraken 19
4.9.1 Naamgeving 19
4.9.2 Uitwisseling 20
4.9.3 Modelleerafspraken 20
4.9.4 IFC-export (instellingen) 21
4.10 Startbestanden 21
5. ILS Ontwerp & Engineering 22
5.1 ILS O&E 22
5.2 Brandscheidingsmodel (WBDBO) 22
5.3 Aanvulling op ILS O&E (Xxx modelleert wat?) 23
6. Bijlages 24
Bijlage 1a - BIM Coördinatieproces Prestatiefase - SWOW DVBV 00
Xxxxxxx 0 - XXX Xxxxx XXX XX (Informatie Levering Specificatie) 24
Bijlage 3 - BIM Basis USO (Uniforme Sparings Opgave) 24
Bijlage 4 - ILS Ontwerp & Engineering_<Projectnaam> 24
Bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer 24
Bijlage 6 - Issue Management Systeem 24
Bijlage 7 - BIM Basis BCF (BIM Collaboration Format) 24
1. Introductie
1.1 Doel van het BIM Uitvoeringsplan
Dit BIM Uitvoeringsplan van Dura Vermeer is bedoeld om de BIM-samenwerkingsafspraken van een projectteam vast te leggen die nog niet zijn vastgelegd in de geldende BIM-protocollen. De afspraken, eisen en aanbevelingen uit dit BIM-Uitvoeringsplan zijn van toepassing voor alle partijen die betrokken zijn bij het produceren, gebruiken, controleren of raadplegen van BIM-informatie binnen het project, inclusief de opdrachtgever en eventuele gebruikersorganisaties.
1.2 Projectdoelen
Dura Vermeer stelt zich ten doel de samenwerking met BIM te bevorderen, te optimaliseren en klantwaarde te creëren door een professioneel proces. BIM geldt daarbij als primaire informatiedrager bedoelt voor communicatie en analyses. Door gebruik van BIM bouwen we effectief, efficiënt en leuk met minder (faal)kosten, tegen een hogere kwaliteit.
Een belangrijk uitgangspunt van Dura Vermeer is de Open BIM-gedachte.
“OpenBIM is een universele benadering van ontwerp, realisatie en exploitatie van gebouwen op basis van open
software standaarden en workflows”.
Deze gedachte brengt onderstaande met zich mee:
✓ Er wordt géén specifieke modelleersoftware voorgeschreven; desondanks worden er wél specifieke afspraken gemaakt m.b.t. Revit-gebruikers (zie hoofdstuk 4.9 Revit afspraken).
✓ De modelafspraken zijn met name gericht op de IFC-extracten, waarbij gebruik gemaakt wordt van open standaarden;
• Basis Informatie Levering Specificatie (geometrie / output, informatie en structuur)
• IFC2x3
✓ Branche eigen informatie levering specificaties worden gezien als extra aanvulling op de basis ILS, de Basis ILS is de minimale vereiste. De aanvulling vanuit de branche doet geen afbreuk aan de Basis ILS en de BIM-werkwijze van Dura Vermeer.
1.3 Geldende protocollen/ en ILS
Protocol/ ILS | Uitgever | Versie | Datum | Bijlage |
BIM-protocol Dura Vermeer | Dura Vermeer | 1.2 | 20-10-2021 | n.v.t. |
BIM-basis ILS NL | BIM-loket | 2 | 2 | |
BIM-basis USO | BIM-loket | 1 | 28-06-2017 | 3 |
ILS Ontwerp & Engineering_<projectnaam> | Dura Vermeer | 0.9 Temp: 1.1 G + E + Fasering | 20-10-2021 Temp: 12-02-2020 | 4 |
1.4 Ontwerp- & Engineeringsmodel
Qua BIM-organisatie wordt vanuit Dura Vermeer gebruik gemaakt van onderstaand model, ook wel het
“Ontwerp & Engineeringsmodel” genoemd:
Omschrijving nummering:
1. Controle van het aspectmodel op zichzelf;
2. Controle tussen aspectmodellen van het prestatiemodel onderling;
3. Controle tussen het prestatiemodel en het productiemodel (bestaan beide uit losse aspectmodellen);
4. Controle tussen aspectmodellen van het productiemodel onderling.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘prestatiemodellen’ en ‘productiemodellen’. Prestatiemodellen geven weer “wat maken we?”, waarbij productiemodellen weergeven “hoe maken we het?”. Prestatiemodellen worden over het algemeen gemaakt door ontwerppartijen, waarbij productiemodellen worden gemaakt door onderaannemers en/of leveranciers.
Tijdens de voorbereidings- en realisatiefase (zie FLOW) zullen de productiemodellen getoetst worden aan de prestatiemodellen: “wordt er gemaakt wat er bedacht is?”.
1.5 Rollen en verantwoordelijkheden prestatiepartners
<naam>
Dura Vermeer
Aannemer
Beveiliging
Brandveiligheid
Installatie uitwerking
Installatie advies
Constructie
Interieur
Landschap
Architect (Bouwkundig ontwerp)
Contactgegevens
BIM contactpersoon
Bedrijfsnaam
Discipline
Onderstaand een overzicht van de betrokken adviseurs / ontwerppartijen.
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<partij>
<naam>
<contactgegevens>
<contactgegevens>
Onderstaand een overzicht van de betrokken adviseurs / ontwerppartijen welke verantwoordelijk zijn voor de modellen per prestatiefase.
Discipline | Bedrijfsnaam | Prestatiefase(s) | ||
Architect (Bouwkundig ontwerp) | <partij> | VO t/m Omgevingsvergunning) | ||
Bouwkundig ontwerp | <partij> | TO t/m UO | ||
Landschap | <partij> | VO t/m Omgevingsvergunning) | ||
Landschap | <partij> | TO t/m UO | ||
Constructie | <partij> | VO t/m Omgevingsvergunngin) | ||
Constructie | <partij> | TO t/m UO | ||
Installatie advies | <partij> | VO | ||
Installatie uitwerking | <partij> | DO t/m UO | ||
Brandveiligheid / Bouwfysica | <partij> | Advies | ||
2. Het proces
2.1 FLOW
De FLOW is het uniform proces van Dura Vermeer Bouw en Vastgoed, het betreft een landelijke afspraak om gestructureerd en inhoudelijk correct te laten werken conform fases uit de DNR STB 2014 en de BIM- informatieniveaus. Alle taken en rollen zijn beschreven als mede de output en producten die bij de fases horen.
Tijdens het opstellen van dit BIM Uitvoeringsplan bevindt het project zich in fase <fase nummer>.
2.2 BIM Kick-Off / Startgesprekken
Bij de start van het project zal door Dura Vermeer een BIM Kick-Off worden georganiseerd voor een kennismaking tussen betrokken (ontwerp)partijen én om dit BIM Uitvoeringsplan met elkaar door te nemen.
In deze BIM Kick-Off zullen eventuele opmerkingen besproken worden en zal het BIM Uitvoeringsplan vastgesteld worden.
2.3 BIM Standard Way of Work (SWOW)
Bijlage 1a - BIM Coördinatieproces Prestatiefase - SWOW DVBV geeft schematisch weer hoe alle toepassingen met elkaar in verband staan en de informatie-uitwisseling plaatsvindt om de digitale samenwerking gestalte te geven.
3. Procesafspraken
3.1 Document Management Systeem (DMS)
Alle documenten en bestanden (met betrekking tot BIM) worden uitgewisseld via het online documentmanagementsysteem BIM360 Document Management van Autodesk.
Iedere projectpartner heeft de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor de juiste kwaliteit van eigen databestanden en/of 3D modellen vóórdat deze uitgewisseld worden via het platform.
In bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer is inhoudelijke informatie terug te vinden m.b.t. het systeem.
3.1.1 Uitwisseling
Tijdens de prestatie- / ontwerpfase wordt er in basis een wekelijkse cyclus aangehouden voor het uitwisselen van modellen:
1. Export maken van en het uploaden van modellen op DMS (1x per week op dag …)
o In het geval van Revit-modellen wordt er op dezelfde dag een “pakket” aangemaakt;
2. De geüploade stukken worden gedurende de week gecoördineerd / gecontroleerd;
3. Een bespreekmoment van de resultaten (1x per week op dag …)
o Afhankelijk van de voortgang van het project kan de BIM coördinator / regisseur van Dura Vermeer de frequentie van het periodieke bespreekmoment aanpassen.
3.2 Issue Management Systeem (IMS)
Tijdens het coördineren en controleren van de modellen zullen er opmerkingen komen op de (tussentijdse) stukken. Deze opmerkingen worden zogenaamde “issues” genoemd. Deze issues kunnen betrekking hebben op 2D én 3D stukken.
Om de voortgang van alle issues goed te kunnen bewaken wordt door Dura Vermeer gebruikt gemaakt van één platform (Issue Management Systeem) waarin alles gestructureerd is terug te vinden en real-time integrale samenwerking mogelijk is.
<Issue Management Systeem>
Voor dit project wordt gebruik gemaakt van
Dit platform is te benaderen via deze link: <link>
als Issue Management Systeem.
Dura Vermeer is de beheerder van deze omgeving en verzorgt de inrichting van, en toegang tot het systeem. Voor de applicaties Revit & Navisworks kan rechtstreeks gelinkt worden naar dit platform (zie <link>), voor overige systemen dient onderstaande aangehouden te worden:
1. Issues maken / oplossen op het platform
2. Issues exporteren / importeren op het platform m.b.v. een .BCF-bestand *
* BIM Collaboration Format (BCF) is een bestandsformaat voor het communiceren van 'issues' van een BIM-model en kan volledig onafhankelijk van het 3D-model functioneren.
Nota: Conflicten worden rechtstreeks verwerkt in het Issue Management Systeem. Projectpartners zijn zelf verantwoordelijk voor de correcte afhandeling en het up-to-date houden van aan hen toegewezen issues op het platform (IMS). BCF- bestanden die gedeeld worden via andere communicatiemiddelen (E-mail , etc…) worden niet in behandeling genomen.
In bijlage 6 - Issue Management Systeem wordt het platform toegelicht en zijn projectafspraken omtrent het gebruik van het systeem terug te vinden.
In bijlage 7 - BCF (BIM Collaboration Format) is de basisstructuur omtrent .BCF-files omschreven.
3.3 Modelcontrole
Iedere projectpartner is verantwoordelijk voor de controle en inhoud van zijn eigen model alvorens deze te delen met Dura Vermeer.
✓ Dura Vermeer doet de integrale BIM-modelcontrole van alle aspectmodellen.
✓ Dura Vermeer organiseert de afstemming van disciplines in engineering overleggen/ CE-sessies.
3.3.1 Doublures / dubbelingen
In de aspectmodellen die worden gedeeld met projectpartners (en in geïntegreerde IFC-modellen die aan de opdrachtgever worden verstrekt), worden doublures niet toegestaan.
In de coördinatie-modellen zijn doublures uitsluitend toegestaan voor onderstaande toepassingen:
✓ Het vergelijken van de geometrie van objecten tussen het prestatiemodel én het productiemodel;
✓ Het referentieobject / nulpuntobject;
✓ Opgaven van voorzieningen van de ene partij die nog overgenomen dient te worden door de andere partij (hulpstaal, instortvoorzieningen, sparingsvoorzieningen etc.).
3.3.2 Doorsnijdingen
Met betrekking tot het controleren van aspectmodellen op doorsnijdingen is het belangrijk om de uitgangspunten van de modelcontrole vast te stellen. Hierbij is de fase van het project belangrijk, maar uiteraard ook de betreffende onderdelen die worden gecontroleerd. Op basis van de gewenste controle zal de BIM coördinator / regisseur / engineer de gewenste / benodigde toleranties van de modelcontrole bepalen.
Dura Vermeer is zich er van bewust dat het een utopie is dat alle modellen volledig “clashvrij” zullen zijn. Er zullen
zich altijd situaties voordoen welke acceptabel zijn. Dergelijke situaties zijn:
✓ Software-euvels (gebreken in de Softwaretoepassingen);
✓ IfcEntiteit “IfcOpenings” (dit zijn sparingen / openingen);
✓ Fundatiepalen in fundatiebalken / -poeren;
✓ Isolatiematerialen;
✓ Instortvoorzieningen / ingestorte en/of ingefreesde installaties;
✓ Inbouw-componenten (wandcontactdozen, datapunten, armaturen, roosters);
✓ Doorsnijdingen met flexibele leidingen / kanalen (in de lengterichting van wanden / vloeren);
Voor overige doorsnijdingen zal de BIM coördinator / regisseur / engineer beoordelen wat de impact is op de voortgang en in hoeverre dit verholpen dient te worden.
Voor de controle op modellen liggen in basis onderstaande “beslismomenten” ten grondslag:
Bouwkundig vs. Constructie:
Is het een doorsnijding met betrekking op …
Bouwkundig / Constructief vs. Installaties:
Is het een doorsnijding …
Installaties vs. Installaties:
Is het een doorsnijding …
3.4 Sparingscoördinatie
3.4.1 Algemene afspraken
✓ Definitie sparing: een element dat een opening of boring voorstelt die in een ander element moet worden voorzien (sparingscomponenten worden vaak gebruikt bij de doorvoer van een technische installatie of leiding);
✓ Sparingsopgaves worden gemaakt door de partij welke de sparing nodig heeft, zodat een andere partij (ontwerp en/of leverancier) de sparing kan beoordelen en verwerken in de elementen;
✓ Sparingscomponenten worden in een separaat aspectmodel aangeleverd;
✓ Sparingscomponenten bevatten eenduidige informatie conform omschreven in de Basis USO:
o Een sparingscomponent wordt gedefinieerd met IfcEntiteit ‘IfcBuildingElementProxy’ waarin
“ObjectType” wordt ingevuld als ‘ProvisionForVoid’;
o In verband met gewenste filtering van sparingscomponenten dient ieder sparingscomponent onderstaande informatie te bevatten:
▪ Sparing nummer
▪ Sparing status
▪ Sparing datum (oorspronkelijke + wijzigingsdatum)
▪ Sparing afmetingen
▪ Sparing door objecttype (door welk type object gaat de sparing?)
▪ Sparing t.b.v. installatie (voor welke discipline is de sparing benodigd?)
▪ Sparing boorformulier
3.4.2 Sparingsproces
Het basisproces omtrent de opgave van sparingen (sparingscomponenten) is weergegeven in onderstaand schema:
INSTALLATIES
Sparingen worden gemodelleerd door de betreffende installateur
BOUWKUNDIG / CONSTRUCTIE
De sparingsopgave wordt beoordeeld door de betreffende ontwerppartij
Ieder sparingscomponent dient de juiste data / parameters te bevatten zoals in hoofdstuk
3.4.1 is omschreven
De betreffende partij communiceert de resultaten met de installateur
Gewijzigde / afgewezen sparingscomponenten dienen herzien te worden
Goedgekeurde sparingen worden verwerkt in het betreffende model
De modellen worden uitgewisseld met de verantwoordelijke partijen van de betreffende onderdelen
BIM-REGIE (DURA VERMEER)
Bronbestand IFC
Sparingen zijn verwerkt en gecoördineerd inzichtelijk in het coördinatie-model
3.4.3 Beslisboom
Het uitgangspunt met betrekking tot het wél of niet opnemen van een sparingscomponent in een model is in onderstaand schema weergegeven:
De sparing heeft betrekking op …
3.4.4 Sparingstool Itannex
Voor de gewenste afstemming en monitoring van het sparingsproces maakt Dura Vermeer voor de prestatiemodellen gebruik van de Smartsparingsopgave-tool van Itannex, een add-in voor Autodesk Revit. Binnen deze tool dient de installateur een sparingsverzoek in door middel van het modelleren van de gewenste sparingsopgave. Dit verzoek kan vervolgens door de bouwkundige en/of constructieve uitwerkende partij in het
model beoordeeld worden. Indien de opgave wordt goedgekeurd, wordt de sparing direct ‘geschoten’ in het Revit- model, indien de sparingsopgave wordt afgewezen dient de betreffende partij hiervoor een reden op te geven.
Op deze manier is het voor iedere partij overzichtelijk wat de status is van de sparingsopgave.
Voor extra toelichting op deze tool, zie xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxxxxx/xxxxx-xxxxxxxxxxxxxx/
4. Modelafspraken
4.1 Projectinstellingen
Voor een uniforme en consistente invulling van de algemene projectinstellingen dient onderstaande informatie toegekend te worden aan de modellen:
Omschrijving | In te vullen waarde | Parameter (Revit) |
IfcProject | <Projectnaam> | Project Number |
IfcSite | <Plaats project> | SiteName |
IfcBuilding | <Gebouwnaam> | Building Name |
4.2 Modeldemarcatie
Voor dit project wordt het totale project opgesplitst in meerdere werkpakketten / deelmodellen, op deze manier kunnen werkpakketten gemakkelijker beoordeeld worden en is de status overzichtelijker vast te stellen. Tevens kan hiermee gemakkelijk geanticipeerd worden op de voortgang in de planning tijdens de realisatiefase.
Voor dit project wordt de demarcatie als volgt gemaakt:
✓ <demarcatie>
✓ <demarcatie>
✓ <demarcatie>
<Afbeelding modeldemarcatie>
Er onderscheid gemaakt per onderstaande disciplines:
✓ Constructie
✓ Bouwkundig (excl. inrichting appartementen)
✓ Brandveiligheid
✓ Installaties E
✓ Installaties W
✓ Installaties Sanitair
✓ Installaties Sprinkler
4.3 Naamgeving
Alle IFC-modellen (2x3) worden op onderstaande wijze gestructureerd naamgegeven:
<bouwwerk>_<gebouwdeel / werkpakket>_<partij>_<afkorting discipline>_<omschrijving scope>.ifc(zip)
Voor <bouwwerk> geldt:
<projectnaam> = <afkorting>
Voor <gebouwdeel / werkpakket> geldt:
✓ <gebouwdeel> = <afkorting>
✓ <gebouwdeel> = <afkorting>
✓ <gebouwdeel> = <afkorting>
✓ Totaal * = TOT
* Alleen van toepassing voor het ruimtemodel, het brandscheidingsmodel en het terreinmodel.
Voor <partij> geldt:
Omschrijving discipline | Afkorting |
Bouwkundig model | BWK-B |
Constructief model | BWK-C |
Brandscheidingen model | BWK-BR |
Ruimte model | RMT-B |
Ruimte model NEN 2580 | RMT-B-NEN2850 |
Bouwlaag oppervlakte model | REG-B |
Gebouw | REG-G |
Werktuigbouwkundig model aan, afvoer van water en gassen | INS-WA |
Werktuigbouwkundig model brandbestrijding | INS-WB |
Werktuigbouwkundig model ventilatie en luchtbehandeling | INS-WL |
Werktuigbouwkundig model water, verwarming en koeling | INS-WW |
Werktuigbouwkundig model extra | INS-WX * |
Elektrotechnisch model algemeen | INS-EA |
Elektrotechnisch model beveiligingsinstallatie | INS-EB |
Elektrotechnisch model communicatie en data | INS-EC |
Elektrotechnisch model verlichting | INS-EV |
Elektrotechnisch model extra | INS-EX * |
Transport | INS-T |
Technische inrichting | INV-T |
Losse inventaris | INV-L |
Terrein model | TER-B |
In afstemming met de BIM coördinator / regisseur Dura Vermeer Voor <afkorting discipline> geldt:
* In overleg met BIM coördinator / regisseur Xxxx Xxxxxxx Xxxx <omschrijving scope> geldt:
Korte omschrijving van de scope (optioneel)
4.4 Oriëntatie, nulpunt en referentie
Voorwaarden modelopbouw:
✓ Het (originele) nulpunt van het model dient gelijk te liggen aan de positie van het referentieobject (zie onderstaande eisen m.b.t. het referentieobject);
o Voor Revit-gebruikers betekent dit dat zowel het Project Base Point, het Survey Point als het Revit Origin point op 0,0,0 ligt;
o Indien er vanuit een eerdere fase modellen worden overgenomen, waarbij deze punten van elkaar afwijken zal in overleg met Dura Vermeer een keuze gemaakt worden voor het definiëren van het gewenste nulpunt m.b.t. IFC-exports (“Project Origin”)
▪ Voor deze modellen kan een separaat stelsel aangemaakt worden t.b.v. de gewenste IFC- exports;
o M.b.t. het RD-stelsel zal door Dura Vermeer een apart stelsel aangemaakt worden zodat het geheel gemakkelijk en snel in RD is te positioneren;
▪ Let op: ook hiervoor geldt dat indien er vanuit een eerdere fase afgeweken wordt van de origin punten op 0,0,0; zal er voor ieder afzonderlijk Revit-project een specifiek stelsel aangemaakt moeten worden (stelsels zijn gebaseerd op Revit Origin en Survey Points);
✓ Er wordt gemodelleerd in het positieve kwadrant;
✓ De modellen zijn gepositioneerd volgens het vastgestelde stramienplan;
Voorwaarden fysiek nulpunt referentieobject:
✓ Gebruik een kubus als (fysiek) nulpunt referentieobject;
✓ Gepositioneerd op -5000.-5000.0 vanuit stramienkruising A-1;
✓ Bovenzijde kubus gelijk aan Peil=0;
✓ Afmetingen kubus 1000 x 1000 x 1000 millimeter (1 x 1 x 1 m);
✓ Exporteer deze mee naar IFC.
<Afbeelding positionering nulpunt & referentieobject>
4.5 Stramienplan
Er wordt gemodelleerd volgens een vastgesteld stramienplan, de architect is leidend in het stramienplan. Onderstaand een afbeelding van het stramienplan:
<Afbeelding stramienplan>
4.6 Bouwlaagindeling en -naamgeving
De IFC-extracten dienen conform BIM Basis ILS §3.3 de juiste bouwlagen te bevatten waarbij zowel de peilmaat als de naamgeving correct is. Tevens dienen alle objecten naar de juiste bouwlaag gerefereerd te zijn.
Voor dit project zijn onderstaande bouwlagen én peilmaten van toepassing:
<peilmaat>
Peil = 0 = +NAP
ndien van toepassing>
<Modeldemarcatie
i
Naamgeving | Peilmaat | ||
-2 kelder | |||
0.000 | -P | ||
-1 kelder | |||
0.000 | -P | ||
00 begane grond | peil = 0 | ||
01 eerste verdieping | |||
0.000 | +P | ||
02 tweede verdieping | |||
0.000 | +P | ||
03 derde verdieping | |||
0.000 | +P | ||
04 vierde verdieping | |||
0.000 | +P | ||
05 vijfde verdieping | |||
0.000 | +P | ||
<aanvullen indien nodig> | <aanvullen indien nodig> |
4.7 Structuur modellen
4.7.1 Correct gebruik van entiteiten
Ten behoeve van een juiste IFC-export én het gewenste gebruik tijdens de ontwerp- en realisatiefase, dienen elementen conform BIM Basis ILS §3.4 de juiste IFC-entiteit mee te krijgen.
Hierbij dient de meest geëigende type entiteit te worden gebruikt (bv. Wand = IfcWall, vloer = IfcSlab).
IfcBuildingElementProxy is in basis niet toegestaan, indien er twijfels zijn over de juiste entiteit óf een specifieke manier van modelleren heeft impact op de gewenste entiteit dient dit afgestemd te worden met Dura Vermeer.
Ondanks er tijdens de uitvoeringsfase ook productiemodellen worden gemaakt, dient het prestatiemodel zijn eigen doel en wordt hier gedurende het gehele project intensief gebruikt van gemaakt. Hiervoor is het van belang dat men het gebruik van correcte IFC-entiteiten blijft borgen.
4.7.2 Object-naamgeving
Ten behoeve van structuur en overzichtelijkheid dient de naamgeving van objecten (Type / Name / Type Name) eenduidig en consequent doorgevoerd te worden. Vanuit de naamgeving van het object dient gemakkelijk herleid te kunnen worden om wat voor soort object het gaat.
Er wordt door Dura Vermeer gebruik gemaakt van de open standaard NederLandse-RevitStandards (NLRS).
4.8 Extracten (2D componenten / annotaties)
Met betrekking tot het genereren van (2D-)extracten hanteert Dura Vermeer een aantal algemene uitgangspunten:
✓ Het modelleren moet worden gedaan met focus op leverbare onderdelen, maakbaarheid, dimensies en stelruimtes, opdat de 2D detaillering 1 op 1 uit het model wordt gegenereerd. Eventuele 2D toevoegingen (annotaties, tags etc.) mogen de elementen die uit het model komen niet verbergen, zodanig dat de tekening (detail) afwijkt van wat het model weergeeft;
✓ De annotaties en informatie op de tekeningen zijn labels die verwijzen naar een parameter/eigenschap van een object (wat op tekening staat aan informatie staat gekoppeld aan de objecten in het model). Uitzondering hierop zijn;
✓ Waterkeringen d.m.v. folies;
✓ Luchtdichtingen x.x.x. xxxxxx, cellenband of tape;
✓ Wandafwerking als behang, stucwerk, sauswerk;
✓ Vloerafwerkingen als tapijt, linoleum (wél modelleren als ruimtereservering);
✓ Kitvoegen;
✓ Kleine bevestigingsmiddelen zoals houtschroeven, blikjes en beugels (niet constructief);
✓ Weergave koppen- en lagenmaat;
✓ Eventuele aanvullingen uitsluitend in goed overleg, en akkoord d.m.v. vastlegging in BIM- uitvoeringsplan.
✓ De waarden van maataanduidingen op 2D-tekeningen volgen uit de exacte afmetingen van het gemodelleerde BIM-object. Het is niet toegestaan om waarden handmatig aan te passen om daarmee afwijkingen in/van de modellen te corrigeren;
✓ Iedere projectpartner is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn eigen model en genereert daaruit zijn eigen outputdocumenten. De kwaliteit welke geleverd wordt voor bouwkundige en constructieve tekeningen voldoen minimaal aan RRBouw rapport nr. 130;
✓ 2D-extracten die worden aangeboden voor formele controleronde(s) dienen een tekstuele verwijzing te hebben naar de bestandsnaam en datum / revisie van bijbehorend IFC-export in het tekeningkader / - onderhoek.
4.9 Revit afspraken
De samenwerking binnen Revit vraagt om andere afspraken dan gelden voor OpenBIM. Vanuit Dura Vermeer zijn specifieke afspraken gemaakt om de samenwerking binnen Revit soepeler te laten verlopen. Deze afspraken zijn in samenspraak met de projectpartners opgesteld en sluiten aan bij de gewenste werkwijze van Dura Vermeer.
4.9.1 Naamgeving
Alle Revit-modellen worden op onderstaande wijze gestructureerd naamgegeven:
<bouwwerk>_<gebouwdeel / werkpakket>_<partij>_<afkorting discipline>_<revit versie>.rvt
Voor <partij> geldt:
In afstemming met de BIM coördinator / regisseur Dura Vermeer
Voor <afkorting discipline> geldt:
* In overleg met BIM coördinator / regisseur Dura Vermeer
= TOT
✓ Totaal
= <afkorting>
✓ <demarcatie>
= <afkorting>
✓ <demarcatie>
= <afkorting>
✓ <demarcatie>
Voor <gebouwdeel / werkpakket> geldt:
<Projectnaam> = <afkorting>
Voor <bouwwerk> geldt:
Omschrijving discipline | Afkorting |
Bouwkundig model Transport Losse inventaris Technische inrichting Ruimtemodel Ruimtemodel XXX0000 | XXX-X |
Constructief model | BWK-C |
Brandscheidingen model | BWK-BR |
Bouwlaag oppervlakte model Gebouw | REG-B |
Werktuigbouwkundig model aan, afvoer van water en gassen | INS-WA |
Werktuigbouwkundig model brandbestrijding | INS-WB |
Werktuigbouwkundig model ventilatie en luchtbehandeling Werktuigbouwkundig model water, verwarming en koeling | INS-W |
Elektrotechnisch model algemeen Elektrotechnisch model beveiligingsinstallatie Elektrotechnisch model communicatie en data Elektrotechnisch model verlichting | INS-E |
Terrein model | TER-B |
Voor <revit versie> geldt:
Versie 2022 = R2022
4.9.2 Uitwisseling
Het delen van modellen vanuit Revit is mogelijk d.m.v. Design Collaboration in de BIM360 omgeving. Het is aan iedere partij om de meest recente (laatst gedeelde) modellen te gebruiken t.b.v. de voortgang van modelleer werkzaamheden.
Het delen van de Revit-modellen is uitsluitend toegestaan voor dit project.
In bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer is de werkwijze voor het gebruik van Design Collaboration terug te vinden.
4.9.3 Modelleerafspraken
✓ Xxxx Xxxxx-gebruiker dient te werken met Revit versie
2022
en dient dit gedurende het project niet te
converteren naar eventuele nieuwere versies. Tussentijdse updates van deze versie zijn wél toegestaan;
✓ Er wordt door Dura Vermeer gebruik gemaakt van de open standaard NederLandse-RevitStandards (NLRS). Dit zijn werkafspraken die zorgen voor een eenduidig informatiestructuur van Revit modellen. Indien hier vanuit bedrijfsstandaarden van wordt afgeweken dient in overleg met de BIM coördinator / regisseur van Dura Vermeer de afwijkende structuur afgestemd te worden.
✓ Dura Vermeer maakt gebruik van een Shared parameterlijst, deze is onderdeel van de startdocumenten van dit project.
NLRSv3.0.1_Shared Parameters - Algemeen.txt
✓ Dura Vermeer maakt gebruik van een Property set die is gekoppeld aan ILS Ontwerp en Engineering. Hiermee zal de gewenste informatie gestructureerd terug te vinden zijn in de IFC-exports.
De basis van de UserDefinedPropertySet zal opgezet worden door Dura Vermeer, in overleg met de BIM coördinator / regisseur kan een wijziging doorgevoerd worden.
Property Mapping_Dura.txt
✓ De NL-SfB codering dient te worden ingevuld in Revit-parameter ‘Assembly Code’ en ‘Assembly Description’ zodat de codering en omschrijving eenduidig en op dezelfde locaties terug zijn te vinden.
o Voor installaties is het gebruik van deze parameters niet wenselijk i.v.m. type parameter. Voor installaties wordt daarom gebruik gemaakt van parameter ‘Classification code’ en ‘Classification description’.
De basis van de mogelijke coderingen wordt door Dura Vermeer beschikbaar gesteld;
RSF_NLRS_3.0.1_Assembly Code_NL-SfB2005.txt
✓ Project phasing & filters dienen in samenspraak met de projectpartners te worden vastgelegd;
✓ Worksets kunnen naar eigen inzichten ingericht worden, behoudens de volgende afspraken:
o Levels en stramienen verwerkt te zijn in Workset ‘Shared Levels and Grids’;
o Linked Files dienen verwerkt te zijn in een aparte Workset(s);
o Worksets dienen een logische betekenis en invulling te bevatten (‘Workset 1’ dient dus niet toegepast te worden);
o Het is wenselijk om de Worksets dusdanig in te richten per werkpakket en/of discipline, zodat het gemakkelijk is om specifieke IFC-exports te kunnen genereren;
✓ Er dient géén gebruik gemaakt te worden van samengestelde wanden/ vloeren/ daken etc., Uitzonderingen dienen eerst overlegt te worden met de BIM coördinator / regisseur van Dura Vermeer;
✓ In basis dient er zo min mogelijk gewerkt te worden met ‘model-in-place’-families. Indien er om een goede reden wél gebruik gemaakt moet worden van een dergelijke familie, dient deze middels mapping naar een juiste IFC-entiteit gemapt te worden.
o Categorieën waar géén onnodig gebruik van gemaakt dient te worden zijn:
▪ Wall Sweeps
▪ Slab Edges
▪ Parts
4.9.4 IFC-export (instellingen)
✓ De bronbestanden dienen separate 3D-views te bevatten van waaruit de gewenste IFC-exports zijn te genereren;
✓ Voor de juiste IFC-export dienen alleen de benoemde bouwlagen toegekend te zijn als ‘Building Storey’;
✓ Stramienlijnen en 2D componenten dienen niet geëxporteerd te worden naar IFC, deze zullen zijn inbegrepen in het startmodel van Dura Vermeer;
✓ Afwijkingen in het IFC model ten opzichte van het bronbestand dienen te worden gecontroleerd en gemeld aan de BIM coördinator / regisseur van Dura Vermeer;
Met betrekking tot het genereren van een IFC-export vanuit Revit kan gebruik gemaakt worden van het ter beschikking gestelde IFC configuratiebestand (zie startdocumenten).
Over het algemeen gelden onderstaande eisen voor de gewenste IFC-export:
✓ IFC versie 2x3;
✓ Alleen de objecten exporteren die werkelijk van toepassing zijn (Phases / Filters / Worksets / Views);
✓ Met betrekking tot Spaces Boundaries dient 2nd level aangehouden te worden;
✓ Project Origin is ‘Project Base Point’;
✓ Revit Properties dienen ook mee geëxporteerd te worden;
✓ IFC common property sets dienen mee geëxporteerd te worden;
✓ Base Quantities dienen mee geëxporteerd te worden;
✓ Er dient gebruik gemaakt te worden van de juiste ‘UserDefinedPropertySet’;
✓ Voor Classificatie Settings dient verwezen te worden naar NL-SfB (Uniformat Classification);
✓ Als detailniveau graag zo hoog mogelijk;
✓ “Parts” dienen als ‘building element’ geëxporteerd te worden;
✓ IFC GUID’s dienen opgenomen te worden in het element bij het exporteren naar IFC.
4.10 Startbestanden
Ten behoeve van een goede start stelt Dura Vermeer een aantal startbestanden beschikbaar waar de basisinstellingen zoals in dit document vastgelegd reeds zijn verwerkt (oriëntatie en nulpunt, bouwlagen en - naamgeving en stramienplan).
✓ Startmodel(len) Revit
o Revit families t.b.v. brandveiligheid
o Tekstfile (Property Mapping_Dura.txt) m.b.t. UserDefinedPropertySet
o Tekstfile (NLRSv3.0.1_Shared Parameters - Algemeen.txt) m.b.t. Shared Parameters
o Tekstfile (.txt) m.b.t. NL-SfB coderingen
o Tekstfile (.txt) m.b.t. IFC Export Mapping Table
o IFC configuratie-file (IFC Configuration - IFC2x3 Dura Vermeer IFC export.json) m.b.t. gewenste IFC-export instellingen vanuit Revit
✓ Startmodel IFC-export
✓ Stramienplan .dwg
Deze startdocumenten zijn terug te vinden op het Document Management Systeem.
<locatie>.
Locatie van de bestanden is
&
5. ILS Ontwerp Engineering
5.1 ILS O&E
Informatie en data volgens ILS Ontwerp en Engineering, zie bijlage 4 - ILS Ontwerp & Engineering_<Projectnaam>.
5.2 Brandscheidingsmodel (WBDBO)
In tegenstelling tot de manier van verwerking van de brandscheidingen in het model met behulp van parameter FireRating, kiest Dura Vermeer er voor om een specifiek model op te zetten voor de brandscheidingen.
Hiermee wordt zowel qua data als geometrie de brandscheiding inzichtelijk en wordt voorkomen dat onderdelen opgeknipt dienen te worden om alleen de brandscheiding correct door te kunnen voeren.
De brandscheidingen worden inzichtelijk gemaakt door een dunne “laag” te modelleren over de betreffende
wanden / vloeren en deze de juiste brandwerendheidswaarde mee te geven.
Voor dit project is de architect / bouwkundig uitwerkende partij degene die dit model opzet. Dura Xxxxxxx zal ondersteunen met het aanleveren van de gewenste Revit-families.
De Revit-families zijn terug te vinden onder de startbestanden, zie 4.10 Startbestanden.
Onderstaand een voorbeeld van een dergelijk model:
5.3 Aanvulling op ILS O&E (Xxx modelleert wat?)
In de ILS O&E staat per onderdeel vastgelegd wat hiervan verwacht wordt, echter zijn er altijd onderdelen welke in
een ‘grijs’ gebied vallen. Dergelijke onderdelen zijn onderstaand omschreven:
Onderdeel | Omschrijving | Opgave | Verwerking | Fase |
Hulpstaal / Bouwkundig staal | T.b.v. afsteuning bouwkundige of gevelonderdelen aan de hoofddraagconstructie | Architect en partners | con / bwk | TO t/m UO |
Xxxxxxxxxx | T.b.v. ophangen installaties | Installateurs | bwk | TO t/m UO |
Drukschotten | Afsteuning binnenwanden en bouwfysica | Architect | bwk | DO t/m UO |
Verzwaarde stijlen (Metal- Stud) | T.b.v. wandopeningen | Architect en partners | bwk | DO t/m UO |
Poeren / opstortingen t.b.v. installaties | Massa t.b.v. ondersteuning gewicht en trillingen | Installateurs | con | TO t/m UO |
Nood overstorten / uitlopen | Installateur / constructeur | bwk | DO t/m UO | |
Isolatie om installaties | Installateur | inst | DO t/m UO | |
Afschotisolatie | Architect in overleg installateur en dak partner | bwk | TO t/m UO | |
Ruimtereservering voor plafondsystemen | Eisen haalbaarheid en afstemming installaties | Architect (rekening houdend met installaties die er boven langs lopen) | bwk | TO t/m UO |
Ruimtereservering draaiende delen (deuren) | T.b.v. modelcontroles | Architect | bwk | VO t/m UO |
Sprongen en sparingen in metselwerk op koppen- en lagenmaat | Maakbaarheid dammen en openingen | Architect | bwk | DO t/m UO |
Gevelonderhoud installatie | Architect en partners | bwk | DO t/m UO |
6. Bijlages
Bijlage 1a - BIM Coördinatieproces Prestatiefase - SWOW DVBV
Bijlage 2 - BIM Basis ILS NL (Informatie Levering Specificatie)
Bijlage 3 - BIM Basis USO (Uniforme Sparings Opgave)
Bijlage 4 - ILS Ontwerp & Engineering_⏴Projectnaam>
Bijlage 6 - Issue Management Systeem
Bijlage 7 - BIM Basis XXX (XXX Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxx)
Xxxxxxx 0 - XXX000 Handleiding partners Dura Vermeer
BIM Uitvoeringsplan - “Productiemodellen”
Afbeelding van het project
Opdrachtgever / eigenaar Marktsegment
Locatie / adres project Contractvorm
Fasering toepassing BIM Uitvoeringsplan
<opdrachtgever> Kies een item.
<locatie>
<contractvorm>
UO / Realisatie (Zie hoofdstuk 2.1 FLOW)
⏴Projectnaam>
Template: Project Specifiek:
Versie: 2.0 Concept Versie: 0.9
Opgesteld door: Dura Vermeer Bouw Midden West Gemaakt door: Dura Vermeer Bouw Midden West
Opgesteld op: 20-10-2021 Gemaakt op: 00-00-2021 Status document: concept
Versiebeheer
Versie | Datum | Omschrijving |
0.9 | 00-00-2021 | Concept versie |
Inhoudsopgave
1. Introductie 4
1.1 Doel van het BIM Uitvoeringsplan 4
1.2 Projectdoelen 4
1.3 Geldende protocollen/ en ILS 4
1.4 Ontwerp- & Engineeringsmodel 5
2. Het proces 6
2.1 FLOW 6
2.2 BIM Startgesprekken 6
3. Procesafspraken
3.1 Document Management Systeem (DMS)
3.1.1 Uitwisseling
3.2 Issue Management Systeem (IMS)
3.3 Modelcontrole
3.3.1 Doublures / dubbelingen
3.3.2 Doorsnijdingen
3.4 Sparingscoördinatie
3.4.1 Algemene afspraken
3.4.2 Sparingsproces
4. Modelafspraken
4.1 Projectinstellingen
4.2 Modeldemarcatie
4.3 Naamgeving
4.4 Oriëntatie, nulpunt en referentie
4.5 Stramienplan
4.6 Bouwlaagindeling en -naamgeving
4.7 Extracten (2D componenten / annotaties)
4.8 Revit afspraken
4.8.1 Uitwisseling
4.8.2 IFC-export (instellingen)
4.9 Startbestanden
5. ILS Productie
5.1 ILS Productie
6. Bijlages
Bijlage 1b - BIM Coördinatieproces Productiefase - SWOW DVBV Bijlage 2 - BIM Basis ILS NL (Informatie Levering Specificatie) Bijlage 3 - BIM Basis USO (Uniforme Sparings Opgave)
Bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer Bijlage 6 - Issue Management Systeem
Bijlage 7 - BIM Basis BCF (BIM Collaboration Format)
2.3 BIM Standard Way of Work (SWOW) 6
7
7
7
7
8
8
8
9
9
9
10
10
10
10
11
12
12
12
13
13
13
13
13
13
14
14
14
14
14
14
14
1. Introductie
1.1 Doel van het BIM Uitvoeringsplan
Dit BIM Uitvoeringsplan van Dura Vermeer is bedoeld om de BIM-samenwerkingsafspraken van een projectteam vast te leggen die nog niet zijn vastgelegd in de geldende BIM-protocollen. De afspraken, eisen en aanbevelingen uit dit BIM-Uitvoeringsplan zijn van toepassing voor alle partijen die betrokken zijn bij het produceren, gebruiken, controleren of raadplegen van BIM-informatie binnen het project, inclusief de opdrachtgever en eventuele gebruikersorganisaties.
1.2 Projectdoelen
Dura Vermeer stelt zich ten doel de samenwerking met BIM te bevorderen, te optimaliseren en klantwaarde te creëren door een professioneler proces. BIM geldt daarbij als primaire informatiedrager bedoelt voor communicatie en analyses. Door gebruik van BIM bouwen we effectief, efficiënt en leuk met minder (faal)kosten, tegen een hogere kwaliteit.
Een belangrijk uitgangspunt van Dura Vermeer is de Open BIM-gedachte.
“OpenBIM is een universele benadering van ontwerp, realisatie en exploitatie van gebouwen op basis van open
software standaarden en workflows”.
Deze gedachte brengt onderstaande met zich mee:
✓ Er wordt géén specifieke modelleersoftware voorgeschreven; desondanks worden er wél specifieke afspraken gemaakt m.b.t. Revit-gebruikers (zie hoofdstuk 4.8 Revit afspraken).
✓ De modelafspraken zijn met name gericht op de IFC-extracten, waarbij gebruik gemaakt wordt van open standaarden;
• Basis Informatie Levering Specificatie (geometrie / output, informatie en structuur)
• IFC2x3
✓ Branche eigen informatie levering specificaties worden gezien als extra aanvulling op de basis ILS, de Basis ILS is de minimale vereiste. De aanvulling vanuit de branche doet geen afbreuk aan de Basis ILS en de BIM-werkwijze van Dura Vermeer.
1.3 Geldende protocollen/ en ILS
Protocol/ ILS | Uitgever | Versie | Datum | Bijlage |
BIM-protocol Dura Vermeer | Dura Vermeer | 1.2 | 20-10-2021 | n.v.t. |
BIM-basis ILS NL | BIM-loket | 2 | 2 | |
BIM-basis USO | BIM-loket | 1 | 28-06-2017 | 3 |
1.4 Ontwerp- & Engineeringsmodel
Qua BIM-organisatie wordt vanuit Dura Vermeer gebruik gemaakt van onderstaand model, ook wel het
“Ontwerp & Engineeringsmodel” genoemd:
Omschrijving nummering:
1. Controle van het aspectmodel op zichzelf;
2. Controle tussen aspectmodellen van het prestatiemodel onderling;
3. Controle tussen het prestatiemodel en het productiemodel (bestaan beide uit losse aspectmodellen);
4. Controle tussen aspectmodellen van het productiemodel onderling.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘prestatiemodellen’ en ‘productiemodellen’. Prestatiemodellen geven weer “wat maken we?”, waarbij productiemodellen weergeven “hoe maken we het?”. Prestatiemodellen worden over het algemeen gemaakt door ontwerppartijen, waarbij productiemodellen worden gemaakt door onderaannemers en/of leveranciers.
Tijdens de voorbereidings- en realisatiefase (zie FLOW) zullen de productiemodellen getoetst worden aan de prestatiemodellen: “wordt er gemaakt wat er bedacht is?”.
Onderstaand een overzicht van de betrokken BIM contactpersonen vanuit Dura Vermeer Bouw Midden West BV.
Contactgegevens | Naam | Telefoon | |
BIM manager | <naam> | <email> | <telefoonnummer> |
BIM coördinator / regisseur | <naam> | <email> | <telefoonnummer> |
Voor contactgegevens van overige betrokken partijen kan contact opgenomen met één van bovenstaande personen.
2. Het proces
2.1 FLOW
De FLOW is het uniform proces van Dura Vermeer Bouw en Vastgoed, het betreft een landelijke afspraak om gestructureerd en inhoudelijk correct te laten werken conform fases uit de DNR STB 2014 en de BIM- informatieniveaus. Alle taken en rollen zijn beschreven als mede de output en producten die bij de fases horen.
Tijdens het opstellen van dit BIM Uitvoeringsplan bevindt het project zich in fase <fase nummer>.
2.2 BIM Startgesprekken
Met betrekking tot onderaannemers / leveranciers zal per partij een BIM-startgesprek plaatsvinden om hierin nadere afstemming te vinden tussen de specifieke wensen omtrent de invulling van de productiemodellen.
2.3 BIM Standard Way of Work (SWOW)
Bijlage 1b - BIM Coördinatieproces Productiefase - SWOW DVBV geeft schematisch weer hoe alle toepassingen met elkaar in verband staan en de informatie-uitwisseling plaatsvindt om de digitale samenwerking gestalte te geven.
3. Procesafspraken
3.1 Document Management Systeem (DMS)
Alle documenten en bestanden (met betrekking tot BIM) worden uitgewisseld via het online documentmanagementsysteem BIM360 Document Management van Autodesk.
Iedere projectpartner heeft de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor de juiste kwaliteit van eigen databestanden en/of 3D modellen vóórdat deze uitgewisseld worden via het platform.
In bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer is inhoudelijke informatie terug te vinden m.b.t. het systeem.
3.1.1 Uitwisseling
In overleg met de betreffende BIM Engineer zal afgestemd worden wanneer de modellen uitgewisseld dienen te worden. Hiervoor zal de engineeringsplanning ten grondslag liggen.
3.2 Issue Management Systeem (IMS)
Tijdens het coördineren en controleren van de modellen zullen er opmerkingen komen op de (tussentijdse) stukken. Deze opmerkingen worden zogenaamde “issues” genoemd. Deze issues kunnen betrekking hebben op 2D én 3D stukken.
Om de voortgang van alle issues goed te kunnen bewaken wordt door Dura Vermeer gebruikt gemaakt van één platform (Issue Management Systeem) waarin alles gestructureerd is terug te vinden en real-time integrale samenwerking mogelijk is.
<Issue Management Systeem>
Voor dit project wordt gebruik gemaakt van
Dit platform is te benaderen via deze link: <link>
als Issue Management Systeem.
Dura Vermeer is de beheerder van deze omgeving en verzorgt de inrichting van, en toegang tot het systeem. Voor de applicaties Revit & Navisworks kan rechtstreeks gelinkt worden naar dit platform (zie <link>), voor overige systemen dient onderstaande aangehouden te worden:
1. Issues maken / oplossen op het platform
2. Issues exporteren / importeren op het platform m.b.v. een .BCF-bestand *
* BIM Collaboration Format (BCF) is een bestandsformaat voor het communiceren van 'issues' van een BIM-model en kan volledig onafhankelijk van het 3D-model functioneren.
Nota: Conflicten worden rechtstreeks verwerkt in het Issue Management Systeem. Projectpartners zijn zelf verantwoordelijk voor de correcte afhandeling en het up-to-date houden van aan hen toegewezen issues op het platform (IMS). BCF- bestanden die gedeeld worden via andere communicatiemiddelen (E-mail , etc…) worden niet in behandeling genomen.
In bijlage 6 - Issue Management Systeem wordt het platform toegelicht en zijn projectafspraken omtrent het gebruik van het systeem terug te vinden.
In bijlage 7 - BCF (BIM Collaboration Format) is de basisstructuur omtrent .BCF-files omschreven.
3.3 Modelcontrole
Iedere projectpartner is verantwoordelijk voor de controle en inhoud van zijn eigen model alvorens deze te delen met Dura Vermeer.
✓ Dura Vermeer doet de integrale BIM-modelcontrole van alle aspectmodellen.
✓ Dura Vermeer organiseert de afstemming van disciplines in engineering overleggen/ CE-sessies.
3.3.1 Doublures / dubbelingen
In de aspectmodellen die worden gedeeld met projectpartners (en in geïntegreerde IFC-modellen die aan de opdrachtgever worden verstrekt), worden doublures niet toegestaan.
In de coördinatie-modellen zijn doublures uitsluitend toegestaan voor onderstaande toepassingen:
✓ Het vergelijken van de geometrie van objecten tussen het prestatiemodel én het productiemodel;
✓ Het referentieobject / nulpuntobject;
✓ Opgaven van voorzieningen van de ene partij die nog overgenomen dient te worden door de andere partij (hulpstaal, instortvoorzieningen, sparingsvoorzieningen etc.).
3.3.2 Doorsnijdingen
Met betrekking tot het controleren van aspectmodellen op doorsnijdingen is het belangrijk om de uitgangspunten van de modelcontrole vast te stellen. Hierbij is de fase van het project belangrijk, maar uiteraard ook de betreffende onderdelen die worden gecontroleerd. Op basis van de gewenste controle zal de BIM coördinator / regisseur / engineer de gewenste / benodigde toleranties van de modelcontrole bepalen.
In basis geldt dat voor productiemodellen doorsnijdingen niet zijn toegestaan; dit zou betekenen dat het in werkelijkheid op de bouw niet gaat passen.
Dura Vermeer is zich er van bewust dat het een utopie is dat alle modellen volledig “clashvrij” zullen zijn. Er zullen
zich altijd situaties voordoen welke acceptabel zijn. Dergelijke situaties zijn:
✓ Software-euvels (gebreken in de Softwaretoepassingen);
✓ IfcEntiteit “IfcOpenings” (dit zijn sparingen / openingen);
✓ Fundatiepalen in fundatiebalken / -poeren;
✓ Isolatiematerialen;
✓ Instortvoorzieningen / ingestorte en/of ingefreesde installaties;
✓ Inbouw-componenten (wandcontactdozen, datapunten, armaturen, roosters);
✓ Doorsnijdingen met flexibele leidingen / kanalen (in de lengterichting van wanden / vloeren);
✓ Bevestigingsmiddelen (bouten / moeren / etc.) binnen één model.
Voor overige doorsnijdingen zal de BIM coördinator / regisseur / engineer beoordelen wat de impact is op de voortgang en in hoeverre dit verholpen dient te worden.
3.4 Sparingscoördinatie
3.4.1 Algemene afspraken
✓ Definitie sparing: een element dat een opening of boring voorstelt die in een ander element moet worden voorzien (sparingscomponenten worden vaak gebruikt bij de doorvoer van een technische installatie of leiding);
✓ Sparingsopgaves worden gemaakt door de partij welke de sparing nodig heeft, zodat een andere partij (ontwerp en/of leverancier) de sparing kan beoordelen en verwerken in de elementen;
✓ Sparingscomponenten worden in een separaat aspectmodel aangeleverd;
✓ Sparingscomponenten bevatten eenduidige informatie conform omschreven in de Basis USO:
o Een sparingscomponent wordt gedefinieerd met IfcEntiteit ‘IfcBuildingElementProxy’ waarin
“ObjectType” wordt ingevuld als ‘ProvisionForVoid’;
o In verband met gewenste filtering van sparingscomponenten dient ieder sparingscomponent onderstaande informatie te bevatten:
▪ Sparing nummer
▪ Sparing status
▪ Sparing datum (oorspronkelijke + wijzigingsdatum)
▪ Sparing afmetingen
▪ Sparing door objecttype (door welk type object gaat de sparing?)
▪ Sparing t.b.v. installatie (voor welke discipline is de sparing benodigd?)
▪ Sparing boorformulier
3.4.2 Sparingsproces
Het basisproces omtrent de opgave van sparingen (sparingscomponenten) is weergegeven in onderstaand schema:
INSTALLATIES BOUWKUNDIG / CONSTRUCTIE
Sparingen worden gemodelleerd door de betreffende installateur
De sparingsopgave wordt beoordeeld door de betreffende ontwerppartij / adviseur / leverancier
Ieder sparingscomponent dient de juiste data / parameters te bevatten zoals in hoofdstuk
3.4.1 is omschreven
De betreffende partij communiceert de resultaten met de installateur
(d.m.v. een overzichtslijst)
Gewijzigde / afgewezen sparingscomponenten dienen herzien te worden
Goedgekeurde sparingen worden verwerkt in het betreffende model
De benodigde documenten worden uitgewisseld met de verantwoordelijke partijen van de betreffende onderdelen
BIM-REGIE (DURA VERMEER)
Bronbestand IFC .XLSX
Sparingen zijn verwerkt en gecoördineerd inzichtelijk in het coördinatie-model
4. Modelafspraken
4.1 Projectinstellingen
Voor een uniforme en consistente invulling van de algemene projectinstellingen dient onderstaande informatie toegekend te worden aan de modellen:
Omschrijving | In te vullen waarde |
IfcProject | <Projectnaam> |
IfcSite | <Plaats> |
IfcBuilding | <Gebouwnaam> |
4.2 Modeldemarcatie
Modellen van onderaannemers / leveranciers dienen te worden opgeknipt conform engineerings- / uitvoeringsplanning. Tijdens het BIM-startgesprek zal in overleg met de BIM coördinator / regisseur / engineer zullen de deelmodellen bepaald en vastgelegd worden.
Op deze manier kunnen deelmodellen gemakkelijker beoordeeld worden en is de status overzichtelijker vast te stellen. Tevens kan hiermee gemakkelijk geanticipeerd worden op de voortgang in de planning tijdens de realisatiefase.
4.3 Naamgeving
Alle IFC-modellen (2x3) worden op onderstaande wijze gestructureerd naamgegeven:
<bouwwerk>_<demarcatie>_<partij>_<discipline>_<omschrijving scope>.ifc(zip)
Voor <bouwwerk> geldt:
<Projectnaam> = <afkorting>
Voor <demarcatie> geldt:
In overleg met BIM coördinator / regisseur / engineer (vaak een verwijzing naar een specifieke verdieping / gebouwdeel)
Voor <partij> geldt:
In overleg met BIM coördinator / regisseur / engineer
Voor <discipline> geldt:
Leverancier = LEV
Voor <omschrijving scope> geldt:
In overleg met BIM coördinator / regisseur / engineer
4.4 Oriëntatie, nulpunt en referentie
Voorwaarden modelopbouw:
✓ Het (originele) nulpunt van het model dient gelijk te liggen aan de positie van het referentieobject (zie onderstaande eisen m.b.t. het referentieobject);
✓ Er wordt gemodelleerd in het positieve kwadrant;
✓ De modellen zijn gepositioneerd volgens het vastgestelde stramienplan;
Voorwaarden fysiek nulpunt referentieobject:
✓ Gebruik een kubus als (fysiek) nulpunt referentieobject;
✓ Gepositioneerd op -5000.-5000.0 vanuit stramienkruising A-1;
✓ Bovenzijde kubus gelijk aan Peil=0;
✓ Afmetingen kubus 1000 x 1000 x 1000 millimeter (1 x 1 x 1 m);
✓ Exporteer deze mee naar IFC.
<Afbeeldingen positionering nulpunt & referentieobject>
4.5 Stramienplan
Er wordt gemodelleerd volgens een vastgesteld stramienplan, de architect is leidend in het stramienplan. Onderstaand een afbeelding van het stramienplan:
<Afbeelding stramienplan>
4.6 Bouwlaagindeling en -naamgeving
De IFC-extracten dienen conform BIM Basis ILS §3.3 de juiste bouwlagen te bevatten waarbij zowel de peilmaat als de naamgeving correct is. Tevens dienen alle objecten naar de juiste bouwlaag gerefereerd te zijn.
Voor dit project zijn onderstaande bouwlagen én peilmaten van toepassing:
<peilmaat>
Peil = 0 = +NAP
ndien van toepassing>
<Modeldemarcatie
i
Naamgeving | Peilmaat | ||
-2 kelder | |||
0.000 | -P | ||
-1 kelder | |||
0.000 | -P | ||
00 begane grond | peil = 0 | ||
01 eerste verdieping | |||
0.000 | +P | ||
02 tweede verdieping | |||
0.000 | +P | ||
03 derde verdieping | |||
0.000 | +P | ||
04 vierde verdieping | |||
0.000 | +P | ||
05 vijfde verdieping | |||
0.000 | +P | ||
<aanvullen indien nodig> | <aanvullen indien nodig> |
4.7 Extracten (2D componenten / annotaties)
Met betrekking tot het genereren van (2D-)extracten hanteert Dura Vermeer een aantal algemene uitgangspunten:
✓ Het modelleren moet worden gedaan met focus op leverbare onderdelen, maakbaarheid, dimensies en stelruimtes, opdat de 2D detaillering 1 op 1 uit het model wordt gegenereerd. Eventuele 2D toevoegingen (annotaties, tags etc.) mogen de elementen die uit het model komen niet verbergen, zodanig dat de tekening (detail) afwijkt van wat het model weergeeft;
✓ De annotaties en informatie op de tekeningen zijn labels die verwijzen naar een parameter/eigenschap van een object (wat op tekening staat aan informatie staat gekoppeld aan de objecten in het model). Uitzondering hierop zijn;
✓ Waterkeringen d.m.v. folies;
✓ Luchtdichtingen x.x.x. xxxxxx, cellenband of tape;
✓ Wandafwerking als behang, stucwerk, sauswerk;
✓ Vloerafwerkingen als tapijt, linoleum (wél modelleren als ruimtereservering);
✓ Kitvoegen;
✓ Kleine bevestigingsmiddelen zoals houtschroeven, blikjes en beugels (niet constructief);
✓ Weergave koppen- en lagenmaat;
✓ Eventuele aanvullingen uitsluitend in goed overleg, en akkoord d.m.v. vastlegging in BIM- uitvoeringsplan.
✓ De waarden van maataanduidingen op 2D-tekeningen volgen uit de exacte afmetingen van het gemodelleerde BIM-object. Het is niet toegestaan om waarden handmatig aan te passen om daarmee afwijkingen in/van de modellen te corrigeren;
✓ Iedere projectpartner is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn eigen model en genereert daaruit zijn eigen outputdocumenten. De kwaliteit welke geleverd wordt voor bouwkundige en constructieve tekeningen voldoen minimaal aan RRBouw rapport nr. 130;
✓ 2D-extracten die worden aangeboden voor formele controleronde(s) dienen een tekstuele verwijzing te hebben naar de bestandsnaam en datum / revisie van bijbehorend IFC-export in het tekeningkader / - onderhoek.
4.8 Revit afspraken
Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien een onderaannemer / leveranciers werkt met software Revit.
4.8.1 Uitwisseling
Vanuit de prestatiefase wordt gewerkt met Revit versie 2021. Met betrekking tot de uitwisseling is het wenselijk om niet af te wijken van deze versie.
Het delen van modellen vanuit Revit is mogelijk d.m.v. Design Collaboration in de BIM360 omgeving. Het is aan iedere partij om de meest recente (laatst gedeelde) modellen te gebruiken t.b.v. de voortgang van modelleer werkzaamheden.
Het delen van de Revit-modellen is uitsluitend toegestaan voor dit project.
In bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer is de werkwijze voor het gebruik van Design Collaboration terug te vinden.
4.8.2 IFC-export (instellingen)
Met betrekking tot het genereren van een IFC-export vanuit Revit kan gebruik gemaakt worden van het ter beschikking gestelde IFC configuratiebestand (zie startdocumenten).
Over het algemeen gelden onderstaande eisen voor de gewenste IFC-export:
✓ IFC versie 2x3;
✓ Alleen de objecten exporteren die werkelijk van toepassing zijn (Phases / Filters / Worksets / Views);
✓ Met betrekking tot Spaces Boundaries dient 2nd level aangehouden te worden;
✓ Project Origin is ‘Project Base Point’;
✓ Revit Properties dienen ook mee geëxporteerd te worden;
✓ IFC common property sets dienen mee geëxporteerd te worden;
✓ Base Quantities dienen mee geëxporteerd te worden;
✓ Er dient gebruik gemaakt te worden van de juiste ‘UserDefinedPropertySet’;
✓ Voor Classificatie Settings dient verwezen te worden naar NL-SfB (Uniformat Classification);
✓ Als detailniveau graag zo hoog mogelijk;
✓ “Parts” dienen als ‘building element’ geëxporteerd te worden;
✓ IFC GUID’s dienen opgenomen te worden in het element bij het exporteren naar IFC.
4.9 Startbestanden
Ten behoeve van een goede start stelt Dura Vermeer een aantal startbestanden beschikbaar waar de basisinstellingen zoals in dit document vastgelegd reeds zijn verwerkt (oriëntatie en nulpunt, bouwlagen en - naamgeving en stramienplan).
✓ Startmodel(len) Revit
✓ Startmodel IFC-export(s)
✓ Stramienplan .dwg
Deze startdocumenten zijn terug te vinden op het Document Management Systeem.
Locatie van de bestanden is <locatie>.
5. ILS Productie
5.1 ILS Productie
In overleg met de BIM coördinator / regisseur / engineer wordt tijdens het BIM-startgesprek afgestemd aan welke ILS het model dient te voldoen.
Dit wordt vastgelegd in de notulen van het BIM-startgesprek en kan per onderaannemer / leverancier verschillen.
6. Bijlages
Bijlage 1b - BIM Coördinatieproces Productiefase - SWOW DVBV
Bijlage 2 - BIM Basis ILS NL (Informatie Levering Specificatie)
Bijlage 3 - BIM Basis USO (Uniforme Sparings Opgave)
Bijlage 5 - BIM360 Handleiding partners Dura Vermeer
Bijlage 7 - BIM Basis BCF (BIM Collaboration Format)
Bijlage 6 - Issue Management Systeem
BIM COÖRDINATIEPROCES - SWOW
UITGANGSPUNTEN BIM BIJ DURA VERMEER
PRESTATIEFASE (WERKEN IN DE DIGITALE FLOW)
De afzonderlijke aspectmodellen van onze bouwspecialisten worden gecontroleerd en onderling gecoördineerd met de andere disciplines.
Actualiseren
Actie- en besluitenlijst
Ingekomen stukken
Voorbereiding CE-Sessie
Issues filteren
Notificatie
ACTIELIJST
CE-SESSIE
ISSUE RAPPORT
Verwerken Actie- en besluitenlijst
Actielijst CE-Sessie Issue Rapport
Versie 2.0
Adviseur &
ADVISEUR & BOUW- SPECIALIST
ISSUE RAPPORT
Bouw specialist Issue Rapport
ADVISEUR & BOUW- SPECIALIST
Adviseur & Bouw specialist
REVIT
‘werk laag’
Revit
‘werk laag’
Design Collaboration
BIM 360 DOCS
BIM 360 Docs
BIM Regie
Desktop
DESKTOP CONNECTOR
BIM ENGINEER
Regievoerder
Connector
Navisworks
BIM Regie
Issue Management Systeem
Controle
GO
Modelcontrole
Issues vastleggen
Issues communiceren
BIM ENGINEER
Regievoerder
NAVISWORKS
BLDNG360
COLLABOREA
Upload
cf. aanlevercyclus
Collaborate opslaan laag
BIM COÖRDINATIEPROCES - SWOW
UITGANGSPUNTEN BIM BIJ DURA VERMEER
PRODUCTIEFASE (WERKEN IN DE DIGITALE FLOW)
De afzonderlijke aspectmodellen van onze bouwspecialisten worden gecontroleerd en onderling gecoördineerd met de andere disciplines.
Actualiseren
Actie- en besluitenlijst
Ingekomen stukken
Voorbereiding CE-Sessie
Issues filteren
Notificatie
ACTIELIJST
Verwerken Actie- en besluitenlijst
Actielijst
CE-Sessie Issue Rapport
Adviseur &
ADVISEUR & BOUW- SPECIALIST
ISSUE RAPPORT
Versie 2.0
Bouw specialist Issue Rapport
ADVISEUR & BOUW- SPECIALIST
Adviseur & Bouw specialist
CE-SESSIE
NATIVE
ISSUE RAPPORT
BIM Regie Desktop
BIM ENGINEER
Regievoerder
DESKTOP CONNECTOR
BIM 360 DOCS
BIM 360 Docs
Connector
Navisworks BIM Regie
Issue Management Systeem
BIM 360
Field Management
Controle
GO
Modelcontrole
Issues vastleggen
Issues communiceren
NAVISWORKS
BIM ENGINEER
Regievoerder
BLDNG360
COLLABOREA
Upload
cf. aanlevercyclus
EXTRACT
IFC
1. WAAROM WE INFORMATIE UITWISSELEN
Het doel van eenduidig uitwisselen is informatie over een bouwwerk fficiënt en effectief (her)gebruiken.
gEMEENsCHAPPELIJKE TAAL sPREKEN
BRON
BRON
BRON
IFC
IFC
IFC
2. HOE WE INFORMATIE UITWISSELEN
Met behulp van de opendata-standaard IFC wisselen we informatie software-ona#ankelijk uit, tijdens de hele levenscyclus van een bouwwerk.
3. WAT WE AFSPREKEN OVER EENDUIDIG UITWISSELEN We spreken in dit hoofdstuk af hoe de structuur van aspectmodellen wordt opgezet, zodat verschillende aspectmodellen uitwisselbaar en interpreteerbaar worden. 3.3 BOUWLAAGINDELING EN -NAAMGEVING Elk aspectmodel hanteert een consistente naamgeving. Xxx alle objecten aan de juiste bouwlaag toe. Benoem alleen bouwlagen als IfcBuildingStorey. IfcBuildingStorey-Name | 3.1 BESTANDSNAAM Zorg altijd voor een uniforme en consistente bestandsnaamgeving van de aspectmodellen binnen een project. <...>_<...>_<...>.ifc <...>_<...>_<...>.ifc <...>_<...>_<...>.ifc | 3.2 LOKALE POSITIE Coördineer onderling de lokale positie van het aspectmodel. Deze ligt vlakbij het nulpunt. z y x 0.0.0 |
3.4 CORRECT GEBRUIK ENTITEITEN Gebruik voor het object de meest geëigende Entity en vul waar mogelijk aan met een TypeEnumeration. IfcEntity.Enumeration | 3.5 STRUCTUUR EN NAAMGEVING Voorzie objecten consistent van de eigenschappen Name en Type. Zo maakt de combinatie duidelijk wat het representeert. IfcName + IfcType | |
3.6 CLASSIFICATIE SYSTEMATIEK Voorzie objecten altijd van een viercijferige NL-SfB code volgens de laatst gepubliceerde versie. 0 0 0 0 | 3.7 GEBRUIK PROPERTYSETS Gebruik voor het uitwisselen van eigenschappen wanneer mogelijk de PropertySets die buildingSMART voorschrijft in de internationale standaard. Pset_EntityCommon | 3.8 DOUBLURES EN DOORSNIJDINGEN Binnen één aspectmodel zijn doublures nooit toegestaan. In principe zijn doorsnijdingen van objecten binnen één aspectmodel niet toegestaan.
|
1/2 BIM basis informatieleveringsspecificatie - versie 2
4. WELKE INFORMATIE MINIMAAL NODIG IS IN ÉÉN VAN DE ASPECTMODELLEN Maak afspraken over welke informatie door wie wordt aangeleverd en wanneer. Begin met de thema’s in dit hoofdstuk en vul aan indien nodig. 4.3 DRAGEND / NIET DRAGEND Geef bij objecten wanneer van toepassing aan of de eigenschap LoadBearing True of False is.
LoadBearing | 4.1 RUIMTEN Ruimten zijn: volumes en oppervlakken, omsloten door werkelijke of theoretische grenzen, met een functie in een bouwwerk. Maak van ruimten een IfcSpace en benoem de functie. Gebruik voor het groeperen van ruimten in zones IfcZone. IfcSpace / IfcZone | 4.2 INSTALLATIETECHNISCHE SYSTEMEN Groepeer installatietechnische objecten die tot hetzelfde systeem behoren wanneer van toepassing in een IfcSystem. IfcSystem |
4.4 INWENDIG / UITWENDIG Geef bij objecten wanneer van toepassing aan of de eigenschap IsExternal True of False is. IsExternal | 4.5 BRANDVEILIGHEID Verwerk bij objecten wanneer van toepassing WBDBO-waardes én brandwerendheid m.b.t. bezwijken. Gebruik de eigenschap FireRating voor de WBDBO-waarde. FireRating | |
4.6 BOUWFYSISCHE EIGENSCHAPPEN Verwerk de relevante bouwfysische eigenschappen in de objecten.
| 4.7 MATERIAAL Voorzie alle objecten van een materiaal (IfcMaterial). Kies bij samenstellingen het dominante materiaal. Wees terughoudend met aanvullende eigenschappen in de naamgeving van het materiaal. IfcMaterial | 4.8 PROJECTSPECIFIEK Bepaal projectspecifiek welke informatie nodig is voor de beoogde BIM-toepassingen en projectdoelstellingen. |
Gelicenseerd onder een Creative Commons BY-ND 4.0 licentie door BIM loket.
De volledige licentietekst is te lezen op xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xxxxxxxx/xx-xx/0.0/
2/2 BIM basis informatieleveringsspecificatie - versie 2
USO
Basis USO
(UNIFORME SPARINGSOPGAVE)
Waarom een Basis USO?
• Met Basis USO wisselen we efficiënt, eenduidig en herkenbaar informatie uit over sparingen.
• Digitaal samenwerken op het gebied van sparingen is sneller, transparanter en nauwkeuriger.
• Basis USO fungeert als een leidraad voor efficiënte samenwerking, in lijn met de BIM basis ILS.
IFC
IFC
COMMUNICEREN
IN DEZELFDE TAAL
SAMENGESTELD
MODEL
EENDUIDIGHEID EN
HERKENBAARHEID
MINDER VERSPILLING
Wij committeren ons aan zuiver digitaal werken.
1.
Hoe doen we dat?
• Door het uitwisselen van BIM modellen in IFC.
• Door eenduidige communicatie over sparingen, met behulp van BCF (BIM Collaboration Format).
• Open standaard: de juiste informatie op de juiste plek.
2.
issue
issue
issue
issue
issue
issue
issue
BCF: OP WEG NAAR GEBRUIKSVRIENDELIJKE COMMUNICATIE
UNIFORM INZETBAAR (ISO STANDAARD)
OVER LANGERE PERIODE NOG STEEDS BRUIKBAAR
ONAFHANKELIJKHEID VAN SPECIFIEKE TOOLS
EN SOFTWARE
Hoe werkt het?
De sparingsbehoefte wordt per discipline in een afzonderlijk aspectmodel verwerkt. Met een modelleerapplicatie worden verschillende disciplines en/of aspectmodellen gegenereerd vanuit één bestand. Het resultaat is een aspectmodel dat kan worden uitgewisseld, beoordeeld en verwerkt. Voor de communicatie over deze sparingsobjecten gebruiken we BCF.
3.
0.0.0
Nulpunt (xyz)
ifc_BuildingStorey
IFC _GUID IFC _entiteit ProvisionForVoid
XXXXXX, OVERZICHTELIJKER EN DAARDOOR SLIMMER SAMENWERKEN MET SPARINGSINFORMATIE
EFFECTEN
• Betere onderlinge samenwerking
OBJECTBENAMING
• Tijd- en kostenbesparing
• Betekenisvol | • Logisch | • Consistent |
• Begrijpelijk | • Inzichtelijk | • Herkenbaar |
IFC
eigenschappen +
AcousticRating
xx min.
Firerating
SmokeStop
Objectinformatie wordt in beginsel geborgd in de juiste properties en propertysets zoals die in IFC zijn gedefinieerd.
TIP!
Optionele objectinformatie
In de toekomst kunnen er meer eigenschappen en parameters aan toegevoegd worden.
4.
V_28062017
SAMEN ZORGEN WE VOOR EEN DOORBRAAK. SLUIT OOK AAN!
Ve rs ie 1.0 maandag 16 n ovember 2020
PARTNERHANDLEIDING
WERKEN MET BIM360
B1
IJ DVBMW
INHOUDSOPGAVE
• Werken met BIM 360
• Vooraf
• Design Collaboration
• Werken met modellen in BIM360
• Delen van modellen met Design Collaboration
• Paketten van partners gebruiken en linken in model
• Document Management
• Proces
• Algemene functies
De Youtube button geeft extra uitleg door middel van filmpjes. Er zijn op
dit kanaal van Dura Vermeer Digitalisering
meer filmpjes te vinden.
2
WERKEN MET BIM360
Vooraf
Om te werken in Revit modellen in de BIM360 omgeving zijn er twee belangrijk functies nodig:
• Revit cloud worksharing licentie; dit kan worden aangevraagd door Dura Vermeer of u heeft deze reeds tot uw
beschikking vanuit een eerder project dat zich ook in BIM360 bevond.
• Add-in collaboratein cloud (REVIT); deze moet worden geïnstalleerd door het eigen ict bedrijf.
‘add-in’ in de taakbalk onder collaborate in Revit
Hoe start ik met BIM 360?
Projectdeelnemer ontvangt uitnodiging vanuit BIM 360 en aanmaken Autodesk ID
Hoe log ik voor de eerste keer in op BIM 360?
Projectdeelnemer logt voor de eerste keer in op BIM 360
Open BIM 360 via onderstaande link, bij voorkeur met de webbrowser Google Chrome of Firefox.
xxxxx://xxxx.x000.xxxxxxxx.xxx/
Waar kan ik meer informatie vinden over de gebruiksfuncties van BIM 360?
De Youtube button geeft extra uitleg door middel van filmpjes. Er zijn op
dit kanaal van Dura Vermeer Digitalisering
meer filmpjes te vinden.
xxxx://xxxx.xxxxxxxx.xxx/xxxx/XXX000X/XXX/
xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxxxx/XX0Xx0xxxXXxxxxxxxX0xXXX
3
DESIGN COLLABORATION
WERKEN MET MODELLEN OP BIM360
Ve rs ie 1.0 maandag 16 n ovember 2020
Revit Document Management
Open jouw nieuwe of bestaande Revit model vanaf de
lokale schijf of server
Open het model in Revit vanuit de werkmap
00 – Werkbestanden / 00 - Installateur / …….rvt
00 – Werkbestanden / 00 - Constructeur / rvt
00 – Werkbestanden / 00 – Partner x / rvt
R19
R20
Publiceer een nieuwe versie.
Versie 2
00 – Werkbestanden / 00 - Installateur / …….rvt
00 – Werkbestanden / 00 - Constructeur / rvt
00 – Werkbestanden / 00 – Partner x / rvt
2D sheets of 3D views (on)zichtbaar maken in Document
management: Maak sets aan in Publish Settings
Kies het project en de locatie in de werkbestanden map van jouw bedrijf
Bewerk en Synchroniseer het model
Collaborate het Revit model in Cloud: BIM 360 Document
Management
! Let op: gesynchroniseerd betekent nog niet vernieuwd in document management
Vanaf nu is het model van waaruit je werkt opgeslagen op
BIM360. Vanaf nu wordt het model hier bewerkt en
gesynchroniseerd.
Werk verder in het model
4
DESIGN COLLABORATION
DELEN VAN MODELLEN VIA DESIGN COLLABORATION
Ve rs ie 1.0 maandag 16 n ovember 2020
Document Management Design collaboration
Publiceer een nieuwe versie
Elke publicatie is een nieuwe
Er wordt automatisch een Revit model aangemaakt en geüpdate (versie) in de gedeelde map: (geen actie ondernemen)
Pakket beschikbaar voor partners
(in de tijdlijn is een rond symbool te zien)
Pakket benoemen, opstellen en delen met partners
- Revit model wordt nu zichtbaar voor eigen teamleden, en dus nog niet voor partners (het Revit model in 00 – Werkbestanden wordt geupdate)
- In de tijdlijn (Design Collaboration) is een vierkant symbool te zien
(informatief, geen actie ondernemen)
- De (print)Sets welke aangemaakt zijn in Revit zijn zichtbaar voor
eigen teamleden
Een nieuw pakket aanmaken op de tijdlijn
versie in werkbestanden
01 – Gedeeld / Architect
01 – Xxxxxxx / Installateur 01 – Xxxxxxx / Constructeur 01 – Xxxxxxx / Partner x
vb. Tijdlijn Design Collaboration
5
DESIGN COLLABORATION
Ve rs ie 1.0 maandag 16 n ovember 2020
PAKKETTEN PARTNERS GEBRUIKEN EN LINKEN IN MODEL (VOORBEELD ARCHITECT)
Design Collaboration Document management
Revit modellen van partners linken in werkbestand Revit model Architect op locatie:
00 – Werkbestanden / 00 - Architect / rvt
Installateur maakt
pakket aan
Architect gaat gedeelde pakket
van Installateur “Gebruiken”
00 – Werkbestanden / 00 - Architect / Consumed / Installateur / rvt
00 – Werkbestanden / 00 - Architect / Consumed / Partner x / …….rvt
Architect gaat gedeelde pakket
van Partner x “Gebruiken”
Partner x maakt pakket an
00 – Werkbestanden / 00 - Architect / Consumed / Constructeur / rvt
Architect gaat gedeelde pakket
van Constructeur “Gebruiken”
Constructeur maakt
pakket aan
Automatisch wordt er een Revit
model aangemaakt op locatie:
6
DOCUMENT MANAGEMENT PROCES
WERKBESTAND MAKEN
Dura Vermeer BouwD uMraidVdeermne-eWr e- sPto-wPearProtinnet rthemanpdl alteeidv1in.0g
Vde risni es1d.0agma andag 16 ndoveecmebemr 2b020
dinsdag 1 december
2020
door Partner en Dura Vermeer
BEWERKEN
door Partner en Dura Vermeer
00 – WERKBESTANDEN
of LOCKALE SCHIJF
Hoe ziet de standaard mappenstructuur op BIM 360 Docs eruit?
• Uitleg standaard mappenstructuur Dura Vermeer
nieuw
document
NIEUWE
MAKER
VERSIE
1. Hoe upload ik bestanden naar BIM360Docs?
• Projectdeelnemer wil bestanden uploaden naar BIM 360
1 UPLOADEN
01 - GEDEELD
Notificatie:
AUTOMATISCH
Notificatie:
AUTOMATISCH
door Partner en Dura Vermeer
2a. Hoe deel ik mijn geüploade documenten met andere projectleden?
• Projectdeelnemer wil documenten delen met andere projectleden door een Overdracht te maken PS: vanuit deze Overdracht kunnen andere projectleden op de documenten/bestanden geen meldingen/incidenten plaatsen. Indien er meldingen/incidenten of aantekeningen gemaakt dienen te
worden op de documenten, ga naar de map locatie
2b. Laatste ronde, documenten ter goedkeuring: “Indienen ter beoordeling”
• Projectdeelnemer dient documenten aan ter goedkeuring via “Indienen ter beoordeling”
3a. Hoe maak ik een melding/incident of aantekeningen op het document?
• Nakijken van de documenten + Opmerkingen maken d.m.v. een melding/incident of aantekening
Wat doe ik als ik een melding/incident heb ontvangen?
• Ontvangen melding/incident + Verwerk het, en upload de nieuwe versie
3b/4b. Hoe keurt Dura Vermeer de documenten goed, en wat gebeurd er met deze documenten?
• DuraVermeer gebruiker keurt documenten goed en laat ze landen in 02 - Goedgekeurd
4a. Hoe archiveert Dura Vermeer zijn documenten?
• Uitleg standaard mappenstructuur Dura Vermeer in combinatie met de 03 – Archief map
OVERDRACHT AANMAKEN
2a door Partner en Dura
Vermeer
Notificatie:
AUTOMATISCH
3a MELDING MAKEN
Incident + Aantekeningen
02 - GOEDGEKEURD
door Partner en Dura Vermeer
2b
INDIENEN TER BEOORDELING
door Partner
BEOORDELAAR
Notificatie:
AUTOMATISCH
3b BEOORDELEN
Notities + Aantekeningen
door Dura Vermeer
GOEDKEURDER
4b GOEDKEUREN
door Dura Vermeer
03 - ARCHIEF
MAKER
4a
ARCHIVEREN
door Dura Vermeer
7
Melding/incident aanmaken (video) + Melding/incident ontvangen (video)
• MELDINGEN worden gebruikt bij het controleren van documenten. Door het plaatsen van een punaise op een document kan jij, de Melder, opmerkingen vastleggen en toewijzen aan één projectdeelnemer, de Ontvanger. Je kan ook bijlagen toevoegen aan een melding.
• De MELDER is verantwoordelijk voor het beheren, afsluiten van zijn eigen gemaakte melding.
• De ONTVANGER van de melding is verantwoordelijk voor het Beantwoorden.
• Meldingen worden NOOIT aan een Bedrijf toegewezen.
• Met een @ verwijzing kan je ook andere projectdeelnemers notificeren van een melding.
• Men kan de voortgang van zijn MELDINGEN monitoren in het gelijknamige tabblad van Document Management. Gebruikmakende van diverse filters , zoals Status, Type, Locatie, Datum, kan men de gewenste meldingen inzien en sorteren. Tevens is inzichtelijk op welk document de melding van toepassing is.
Aantekeningen maken op document (video)
• indien je een incident/melding aanmaakt of ontvangt, kan je ook aantekeningen maken op het
document. Echter kan je Aantekeningen niet koppelen aan een issue/melding
• Men kan de voortgang van DELEN & AANTEKENINGEN NIET monitoren.
• Alleen openbare aantekeningen zijn zichtbaar voor andere projectdeelnemers.
• Bij de controle van documenten kan men opmerkingen plaatsen door middel van Aantekeningen.
• Men kan Aantekeningen ook voorzien van een bijlage. Deze kunnen echter alleen vanuit BIM360
worden toegevoegd.
• Men kan alléén openbare aantekeningen maken op documenten waar men de bewerken machtiging
heeft.
• Aantekeningen kunnen alleen handmatig worden verwijderd, of worden gearchiveerd.
PDF printen met Aantekeningen (video)
• Je kunt de PDF printen met de bijbehorende aantekeningen
Versies vergelijken met BIM 360 (video)
• Je kan in BIM 360 Document Management versies vergelijken van verschillende bestandsformaten
Zoeken in BIM360 (video)
• De zoekfunctie biedt de mogelijkheid om documenten op te zoeken
Abonneren op mappen in BIM360 Document Management (video)
• Als je op de hoogte wilt blijven van activiteiten binnen een bepaalde map met sub mappen, kan je je abonneren op deze mappen. Je krijgt een mail met notificatie zodra er een wijziging plaats heeft gevonden.
Projectdeelnemer keuze voor aan of uitzetten van de 2 stap verificatie (video)
• Dit bied de mogelijkheid om een extra controle te krijgen tijdens het inloggen van BIM 360 d.m.v.
een sms naar je gsm. Niet verplicht!
PDF printen met Aantekeningen (video)
• Deze video laat zien hoe je een PDF kunt printen met Aantekeningen
Bewerken van Office documenten in BIM360 Document Management (video)
• Deze video laat zien hoe je Office documenten kunt bewerken in BIM360 Document Management
Uitleg standaard mappenstructuur Dura Vermeer (video)
• Deze video laat zien hoe de mappenstructuur binnen BIM360 Document Management is opgebouwd
8
Bestand in browser openen
Nadat je het document aangevinkt hebt, heb je de mogelijkheid om de document in de Webbrowser te
openen (standaard BIM-Viewer)
Bestand exporteren
Nadat je het document aangevinkt hebt, kan je het document exporteren (met aantekeningen) naar de
lokale schijf.
Bestand verplaatsen
Nadat je het document aangevinkt hebt, kan je het document verplaatsen naar de gewenste map
binnen BIM360
Bestand kopiëren
Je kan documenten van de ene naar de andere map kopiëren. Opmerking: Wanneer je een document kopieert, wordt de huidige versie van het document naar de doelmap gekopieerd als een nieuwe versie. Als hetzelfde document bestaat in de doelmap, wordt het document dat je kopieert de actuele versie.
Vergrendelen en Ontgrendelen van documenten (video)
Wanneer je een bestand vergrendelt, kunnen andere deelnemers dit bestand niet verwijderen, kopiëren, verplaatsen, hernoemen, overschrijven of het actief maken (alleen van toepassing op de mappen Projectbestanden). Wanneer een document vergrendeld is, wordt er een slotje naast weergegeven en je zult opmerken dat het menu Meer gedeactiveerd is.
Bestand(en) delen met projectleden (video)
In BIM360 kan men één of meerdere documenten (of mappen) delen met projectdeelnemers. Zij
ontvangen een notificatie per E-mail.
• Gebruik DELEN enkel voor kort cyclische , één-op-één communicatie over werkbestanden. De functie
‘Delen’ wordt NIET geaccepteerd als overdracht van documenten.
• Men kan de voortgang van DELEN NIET monitoren.
• De ontvanger heeft minimaal weergave machtigingen nodig om een document te kunnen bekijken.
9
Documenten Indien ter beoordeling (video)
Wanneer documenten goedgekeurd moeten worden door één of meerdere projectdeelnemers, dan gebruikt men hiervoor de functie INDIENEN TER BEOORDELING. Gebruik vrijgavewerkstromen om de goedkeuring van documenten met de projectdeelnemers af te stemmen.
Aandachtspunten:
- Op de documenten kunnen meldingen/incidenten en aantekeningen gemaakt worden.
- Men is zelf verantwoordelijk voor het indienen van de eigen documenten ter beoordeling.
- Een Indiening ter beoordeling kan WEL documenten bevatten uit meerdere mappen.
- Dura Vermeer de mogelijkheid om te controleren of versiebeheer en metadata goed wordt
toegepast.
- Dura Vermeer toetst of de ingediende documenten compleet zijn en voldoen aan de Document
Management afspraken.
- Overige partijen, zoals Architect, Constructeur, ontvangen een notificatie per E-mail dat er
documenten klaarstaan voor controle.
- Men kan via Bestandsactiviteiten zien of een document onderdeel is geweest van een Controle.
- De Gebruiker heeft overzicht welke controles openstaan, en wie verantwoordelijk zijn voor de
volgende actie(s).
Overdracht maken van documenten (video)
Wanneer je documenten upload op BIM360 kan je informatie verstrekken aan de betreffende projectdeelnemers door gebruik te maken van de functie OVERDRACHT MAKEN. Let op, dat de ontvanger geen melding/incident/aantekening kan maken op het document.
Gebruik OVERDRACHT AANMAKEN wanneer je:
- Projectdeelnemers moet informeren over de aanwezigheid van (nieuwe) documenten.
- Startdocumenten moet verstrekken.
- Een Overdracht kan enkel documenten bevatten uit één en dezelfde map. Bij documenten uit
verschillende mappen, het “aantal delen” toevoegen aan de titel. Vb: TITEL (1 / 3)
- De TITEL geeft een duidelijke omschrijving van de inhoud.
- Het BERICHT geeft een duidelijke omschrijving van de te verwachte acties van de ontvanger(s).
10
VIEWERBALK FUNCTIES
Nadat je een document geselecteerd hebt, biedt de viewerwerkbalk functies op basis van de actieve weergave (2D of 3D).
11
Ve rs ie 1.0 maandag 16 n ovember 2020
PARTNERHANDLEIDING EINDE
12
Conflict te
bespreken?
nee
Aanpassen model
ja
Delen model
Status Reviewed
Status Resolved
Te bespreken in
coördinatie vergadering
Toewijzen aan
< ... >
nee
Oplossing?
ja
Status Accepted
Update
coordinatiemodel
Taak afgerond
Taak sluiten
ja
Oplossing
verwerkt?
Status New / Active
Taak aanmaken
nee
WORKFLOW STATUSBEHEER
NOTA:
Elke statuswijziging gaat gepaard met het toevoegen van een ‘Opmerking’.
Een toelichting met een mogelijke oplossing of de reden voor discussie.
ONTVANGER
MELDER
ISSUE MANAGEMENT
IFC
IFC
Issue Management Systeem
COÖRDINATIE MODELLEN
COÖRDINATIETAAK
Coördinatie
deelmodellen
Voorbereiding
modelcoördinatie
Conflicten?
nee
Coördinatietaak
afgerond
COÖR
ja
Toewijzen conflicten
aan projectpartners
Te bespreken in
coördinatievergadering
Bewerken status Issue
Management Systeem
ja
Te bespreken in
coördinatievergadering
Te coördineren
(deel)model
Aanpassen
deelmodel tbv.
Conflict bekijken en
mogelijke oplossingen bieden
Conflict te
bespreken?
nee
IFC
COÖR
ja
Te bespreken in
coördinatievergadering
Te coördineren
(deel)model
Aanpassen
deelmodel tbv.
IFC
Conflict bekijken en
mogelijke oplossingen bieden
Conflict te
bespreken?
nee
COÖR
PROJECTPARTNER B
PROJECTPARTNER A
CDE
BIM COÖRDINATOR
BIM COMMUNICATIE
GEEN PUNT MET BCF!
1. WAAROM BCF? We lopen allemaal wel eens tegen issues aan die in principe prima binnen BIM op te lossen zijn. Maar hoe pak je dat slim en efficiënt aan? Effectief communiceren is altijd een samenspel. BCF helpt om issues én verwachtingen onderling beter af te stemmen in BIM. BCF levert veel op: | Betrouwbaar communiceren door heldere afspraken. | Korte doorlooptijden doordat er minder ruis ontstaat. | |
Minder faalkosten vanwege efficiëntere afstemming. | Grotere planstabiliteit dankzij toegankelijke communicatiehistorie. | Betere samenwerking, onaAankelijk van welke software je gebruikt. | Xxxxxxx verantwoordelijkheden door transparante toewijzing van acties. |
2. WAT IS BCF? BCF staat voor BIM Collaboration Format en is een internationale, open standaard die wordt ontwikkeld en beheerd door buildingSMART International. BCF werkt met de meeste gangbare BIM-software. Deze kaart is bedoeld om beter samen te werken in een BIM-omgeving aan de hand van drie stappen: 1. Definiëren: wat is het issue? 2. Specificeren: welk probleem creëert dit issue? 3. Xxxxxxxxx: wat is jouw suggestie voor de oplossing en van wie verwacht je actie? | 2.1 ISSUES BCF is bedoeld voor het beter afstemmen van issues, zoals de resultaten van een modelcontrole, maar ook verwachtingen, opmerkingen of aantekeningen. | |
2.2 DATAGEDREVEN BCF is een datagedreven manier van communiceren over issues tussen verschillende BIM-softwarepakketten. SOFTWARE X SOFTWARE Y BIM BIM | 2.3 MODELLEN Waar IFC wordt gebruikt om modellen uit te wisselen, is BCF een hulpmiddel om over die modellen te communiceren. | 2.4 DELEN Issues kunnen gedeeld worden via bestanden of online worden gesynchroniseerd. |
3. HOE WERKT BIM-COMMUNICATIE MET BCF? Zie BCF als een goede start voor heldere afspraken en het managen van verwachtingen. Voor de uitwisseling met behulp van BCF kun je een BIM-tool naar keuze gebruiken. Gebruik de velden zoals hieronder aangegeven voor effectieve communicatie. Wees duidelijk, consistent, volledig en S.M.A.R.T.! Deel issues met je projectpartners. Geen twee werken zijn hetzelfde; spreek daarom per project af wat er specifiek nodig is. | 3.1 NAAMGEVING Geef elke titel een unieke naam. voorbeeld: aspect en volgnummer (kpv_025) | |
3.2 OMSCHRIJVING Omschrijf probleem of taak. Wees (extreem) duidelijk. Maak de opmerking S.M.A.R.T. voorbeeld: vorm: creëer sparing voor stalen kolom met 30mm speling | 3.3 STATUS Geef elk issue een status, zodat iedereen de voortgang kan volgen. voorbeeld: Open: issue is nog niet afgehandeld | 3.4 VERANTWOORDELIJKHEID Geef aan wie verantwoordelijk is voor een issue. Maak maximaal 1 persoon verantwoordelijk. |
3.5 OBJECTEN Voeg uitsluitend relevante en zichtbare objecten toe. Maak modellen waarin objecten staan beschikbaar voor actiehouder. | 3.6 AFBEELDINGEN De aЫeelding moet het issue duidelijk verbeelden. Meerdere aЫeeldingen? Licht elke aЫeelding toe. voorbeeld: AЫeelding 1: vloer doorsnijdt buitenmuur | 3.7 REACTIE Ter ondersteuning van een opmerking of reactie, kun je aЫeeldingen toevoegen. Een reactie is niet verplicht, maar kan het issue verduidelijken en de gewenste uitkomst versnellen. |