om
^
om
atZ M" O Î
I
r;-;.ï
I t;-;..)
t..n
Convenant Uitvoering POP-III
Partijen ,
De Staatssecretaris van Economische Zaken, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en
De Gedeputeerde Staten van de twaalf provincies, handelend als bestuursorgaan Overwegend e dat,
1) op 11 november 2013 en op 10 maart 2014 partijen in een bestuurlijk overleg overeenstemming hebben bereikt over de hoofdlijnen van de invulling en de wijze van uitvoering van cJe plattelandsontwikkeling in het zogeheten Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014 2020
2) deze afspraken betreffende de invulling vertaald zijn naar het operationele programma P0P3;
3) voor het agrarisch natuurbeheer, ganzenbeheer en hydrologische maatregelen in het kader van N a t u u r p a T ' " ' ' ' ' ^'""^^ " kader van het
4) in de brieven aan de Tweede Kamer van 6 december 2013, 2 april 2014 en 5 juni jongstleden (respectievelijk kamerstukken TK 28625 nrs 168, 189 en 194) is vastgelegd dat een bedrag uit de eerste pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt benut voor interna^ona e doelen en voor de sectoren, die worden getroffen door de wijzigingen in de eerste pijler (kalversector, aardappelzetmeelsector en de vleesveesector);
5) aanvullend op het P0P3 over de uitvoeringsstructuur, uitvoeringskosten en financiële risico's afspraken worden vastgelegd in dit convenant, dnueie risico s
Spreken het volgende af, ALGEMEEN
Artike l 1 Definities
In dit convenant en de daarbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:
a. minister: de minister van Economische Zaken;
b. betaalorgaan: betaalorgaan als bedoeld in artikel 7 van verordening 1306/2013 van de Europese Unie;
c. beheersautoriteit: beheersautoriteit als bedoeld in artikel 66 van verordening 1305/2013'
d. POP: plattelandsontwikkelingsprogramma; ^--/^uu ,
e. interpretatievraag: een vraag inzake de uitleg van de regelgeving in verband met de EU- conformiteit; i_u
f. P0P3: Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020;
g. SNL: Subsidiestelsel Natuur en landschapsbeheer;
h. EZ: het Ministerie van Economische Zaken;
i. XXX.xx: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; j . Provincies: de twaalf provincies van Nederland;
k. B-team^ POP: begeleidingsteam voor het bespreken van interpretatievragen Europese regelgeving inzake POP; uuiupebe
' ingesteld door de Bestuursraad van het toenmalig Ministerie LMV als instru.nent van het coördinatien.ode, on. te ko,.en tot een afsten.rn,ng door diverse disciplines binnen het Ministerie n.,b,t, de uitvoering van projecten x.xx Europese gelden (ine, betrokken
I
I
K-.,:'
|..ri
m, ADR^ATd^d^nsZ»; " ™ " ^^«"«ivi.elt en Duurzaamheid van de Landbouw;
n. NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit-
0. Regiebureau POP: gezamenlijke programmadirectie van EZ en de provincies
^^'•"^^^"''^a (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees
nr?6q87pnn ? ^'^"^'^„^^^"^twikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU L 3478487)-
T ' H ' ' " ' v e r o r d e n i n g (EU) nr. ^306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van he gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr 352/78
4i n8s5/2. 008« va^nl 'd'e ïR^aald "(P" bEU L 347/549).
'^4/2°°° ' (^^) 1290/2005 e (vEG^ /) nn,r . '
r. P0P2: Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013-
s. Verordening (EU) Nr. 1303/2013 :
Artikel 2 Doel
1. Het doel van dit convenant is om de afspraken naar aanleiding van het bestuurlijk overleg van 11 november 2013 en 10 maart 2014 over de uitvoering van P0P3 vast te leggen in het bijzonder over de uitvoeringsorganisatie, de (uitvoerings)kosten en de EU-conformiteit gekoppeld aan de borging van financiële risico's.
2. Het convenant geldt als kader voor de verdere uitwerking van deze hoofdlijnen in het preTtatiea'fs^^^^^^^^ ' ' ' ' ' ' ' managementovereenkomsten en
INHOUDELIJK E BEPALINGEN
Rolverdeling en verantwoordelijkheid Artikel 3 Rol minister
1. De minister is de beheersautoriteit en is het eerste aanspreekpunt voor de Europese Commissie. De beheersautoriteit is verantwoordelijk voor een doelmatige, doeltreffende en Z n T . .(- ^ ."7;^EU-conforme) wijze van uitvoering en beheer van he programma al bedoeld m artikel 66 van verordening 1305/2013.
2. De Minister is eigenaar van de uitvoerende diensten XxX.xx en NVWA.
Artikel 4 Rol provincies
P O ^ T m ï u L l " d r ' ' ' ' ' ' r ' betaalorgaan met betrekking tot uitvoering van het POP3, met uitzondering van de maatregelen waarvoor EZ opdrachtgever is
2. Elke provinae maakt afspraken met het betaalorgaan voor de uitvoering van het P0P3 in de eigen provincie binnen de kaders van het aansturingsprotocol P0P3
3. De provincies zijn verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming om te komen tot
Z O V P T H T / ' " betaalorgaan voor de uitvoering van het P0P3. Zij maken daartoe, voor zover dat door provincies en het betaalorgaan wenselijk wordt geacht, onderling afsp aken sTsteem. ^'^'"'"''^' ^ ' ' ' ' ' ' S-^-enlijk e werkwijze, aanpak en een gezamenH^
Artikel 5 Rol betaalorgaan
T f P n r T 7 T 7 '^7^^^"^^°°^delijk voor het beheer en de controle van de uitgaven uit het ELFPO zoals bedoeld in artikel 7 eerste lid van verordening 1306/2013 en OD basis daa L n vastgestelde gedelegeerde handeling c(2014) 1565 - final
^^^^^het aansturingsprotocol P0P3 worden nadere afspraken vastgesteld over de wijze waarop het betaalorgaan de taken, bedoeld in het eerste lid, zo efficiënt mogelijk kan uitvoeren met
" - -din g (.ie bv aanvullende
I
t-ü
<:<->
G')
• het oog op zo laag mogelijke uitvoeringskosten, zonder dat er sprake is van het delegeren van taken als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening 1306/2013.
Artikel 6 Opdrachtgevers- en Uitvoeringsoverleg POP (OUPOP)
1. Er wordt een opdrachtgevers- en uitvoeringsoverleg POP (OUPOP) op managementledenniveau ingesteld, waarbij de provincies en EZ, ieder vanuit hun rol van opdrachtgever zaken bespreken met de opdrachtnemers, het betaalorgaan en het Regiebureau POP c.q. Netwerk Platteland.
2. In het OUPOP worden de interpretatievragen Europese regelgeving voorgelegd die niet tot unanimiteit in het B-team POP hebben geleid en andere vraagstukken^ in het kader van de uitvoering P0P3. Het OUPOP wordt tenminste halfjaarlijks verbreed met opdrachtgeverszaken.
3. De samenstelling van partijen bij de beide agendagedeeltes kan aangepast worden op de agenda. Bij interpretatiekwesties zijn in ieder geval de directies W/etgeving Juridische Zaken Financieel Economische Zaken van EZ en de ADR vertegenwoordigd in het OUPOP
4. Het secretariaat van het OUPOP wordt gevoerd door EZ
5 De in lid 1 tot en met lid 4 beschreven organisatiestructuur is ook van toepassing op de uitfinanciering van P0P2. a u|j uc
Waarborgen
Artikel 7 EU-Conformiteit
1. Het betaalorgaan handelt overeenkomstig het recht van de Unie (EU-conform)
heTB^earPo ? H V P " P™^'"^'^^' ^^ R en het betaalorgaan maken deel uit van het B-team POP. Het Regiebureau POP voert het secretariaat
3. Alle partijen kunnen vraagstukken en interpretaties over EU-conformiteit vereisten op de agenda van het B-team POP plaatsen.
4. Indien het B-team POP adviseert dat het betaalorgaan met de voorgestelde oplossing of interpretatie binnen de regels van de EU-conformiteit handelt, kan zij deze werkwijze continueren. ^
5. Indien het B-team POP adviseert dat het betaalorgaan met de voorgestelde oplossing of interpretatie niet binnen de regels van de EU-conformiteit handelt, ontwikkelt RVO nl in overleg met het B-team POP een werkwijze op basis waarvan wel EU-conform wordt gehandeld Het betaalorgaan handelt vervolgens conform deze EU-conforme werkwijze
6. Indien in het B-team POP geen overeenstemming wordt bereikt met betrekking tot de ' uitvoering van het P0P3, wordt het EU-conformiteitsvraagstuk voorgelegd aan de Minister van
7 T H'" " i " ^^'•^"tv.oordelijkheid als beheersautoriteit, hiertoe geadviseerd door het OUPOP
7. Indien de Minister geconcludeerd heeft dat een bepaalde handelwijze met betrekking tot de uitvoering van et POP niet EU-conform is en de provincies zich hier niet in kunnen vi den kan het EU-conformiteitsvraagstuk, op verzoek van en in samenspraak met de provincies
door EZ worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Zolang de Europese Commissie'geen
ui'tToalfd . 9 ^ ^ / ^ r - - betreffende kwestie, voert het betaalorgaan de handelwifze uit zoals deze door de minister is vastgesteld.
^' rnn T "Pa^"""^" " procedure geldt voor alle vraagstukken en interpretaties over EU- voordoen ' " ' ''^'"" ^ convenant
Artike l 8 Financiële risico' s
1. In geval van correctiebesluiten die door de Europese Commissie aan de lidstaat zijn opgelegd als gevolg van een non-EU-conforme uitvoering van plattelandsontwikkelingsmaatregelen
^ onderdeel hiervan is het beheer van het in artikel 8 lid 4 genoemde budget, dat door EZ en de 12 provincies wordt samengesteld, bij het OUPOP is ondergebracht, worden door het OUPOP besluiten genomen o r e ng
::rgrere^~ - " - - --^ ----- voor de i: ar
I
I-;.;'
worden de hiermee gemoeide bedragen door EZ afgedragen aan de Europese Commissie en
2. VnofheV P n ' ^ ' f "" ^ betaalorgaan teruggevorderd bij eindbegunstigden. Voor het EU-conform implementeren en uitvoeren van maatregelen die medegefinancierd
worden met ELFPO-middelen is de betreffende opdrachtgever verantwoordelijk
3. XXX.xx EZ en de provincies hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de risico's op
financiële correcties zoveel mogelijk te beperken.
4. Voor de uitvoering van de regelingen waarvoor de provincies opdracht geven aan het betaalorgaan dragen de provincies jaarlijks een bedrag af aan de Minister van EZ ter dëkking van eventuele correctiebesluiten. Voor zover de door de Europese Commissie opgelegde correctiebesluiten veroorzaakt zijn door het perceelregistratiesysteem of door het geïntegreerd beheer- en controlesysteem (GBCS) zijn deze voor rekening van EZ
5. Het in het vorige lid bedoelde bedrag wordt vastgesteld op 1% * van het ELFPO-budget dat bestemd is voor het deel van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen dat wordt uitgevoerd door de provincies. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de risicovoorziening van EZ
hiSr!? M n"'"' " ^^"^'^^ 2017, 2019 en 2021 geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Deze evaluaties zijn gebaseerd op de feitelijke financiële correcties van de Europese Commissie voor ELFPO (P0P3) in de aan genoemde jaren voorafgaande periode van
/ KdiGnoGrjarGn.
*Dit is gebaseerd op de feitelijke correcties en sancties van de afgelopen vijfjaar vanuit het ELFPO. Artike l 9 LEADE R
1. De lokale ontwikkelingsstrategieën voor LEADER worden conform artikel 33, derde lid van Verordening (EU) Nr. 1303/2013^ door een comité geselecteerd
2. Het comité, bedoeld in het eerste lid, wordt ingesteld door de provincies
en artT^M.'H'°H " I'H ''' ' '^""'"^" ^ bepalingen van artikel 32, vierde lid en artikel 33, derde lid van Verordening (EU) Nr. 1303/2013 advies uit ten behoeve van de goedkeuring van de lokale ontwikkelingsstrategieën.
4. De provincies keuren de lokale ontwikkelingsstrategieën goed.
Artike l 10 Uitvoeringskoste n
^ ' T NÏ/u, f ^'"'"''' ^ ontwikkelingskosten, ICT) van XXX.xx, de (controle)kosten van de NVWA en de accountantskosten van de ADR voor de uitvoering van de ministeriële regelingen ter uitvoering van het ELFPOkomen voor rekening van EZ. De uitvoeringskosten (inclusief ontwikkelingskosten, ICT) van XXX.xx, de controlekosten van de NVWA en de accountantskosten van de ADR voor de uitvoering van de provinciale verordeningen ter uitvoering van de door de minister in het kader van ELFPO gedelegeerde taken komen voor rekening van de provincies. Voor zover de kosten niet direct 1 op 1 toe te rekenen zijn aan een specifieke P0P3 regeling (of er sprake is van meerdere opdrachtgevers voor een P0P3 regeling) maar wel gemaakt worden in het kader van P0P3, zullen deze naar rato worden toebedeeld aan de opdrachtgevers. De opdrachtgevers en opdrachtnemers zorgen er gezamenlijk voor dat de uitvoering effectief en efficiënt is binnen de kaders van EU-
conformiteit.
2. De kosten voor het Regiebureau POP en Netwerk Platteland worden gelijkelijk verdeeld tussen EZ en provincies, en voor het overige deel betaald met EU-middelen uit de post technische assistentie, met inachtneming van artikel 51 van Verordening nr. 1305/2013 en artikel 59 van Verordening nr. 1303/2013. CILIKCI van
VERORDENING (EU) Nr. 1303/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 december 2013
houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad,
< . : „ >
H-''" Artikel 11 Comité van Toezicht (CvT) POP 3
2. jaarplannen van .e . Regiebureau POP en he. Netwerk Plattelan^rl^ro^r^Teg d aan
Artikel 12 Regiebureau POP / Netwerk Platteland
1. Het Regiebureau POP is belast met de begeleiding van de uitvoerino van het POP ^
pTa'ttXnS"' ' ° ' werkzaamheden van het Regiebureau POP en het Netwerk
3. | Het Regiebureau POP voert het secretariaat van het B-team POP en het CvT en voert .1 | Hio |
4 | » T ^ T t T taakuitoefening van het CvT noodzakel j k zUn | " |
5 | afsoraklTt ondergebracht bij het Regiebureau POP. Daa oe worden De t l . ''^ Convenant vastgelegd rond taken en financiën |
K.rntL ^ h ' ? f ^ ' l " " " ' """"'^" ^ '"gevuld conform verordening 1305/2013 Kerntaak bij het inrichten van het Netwerk Platteland ligt verder in- ^-^05/2013.
a. het betrekken van stakeholders;
b. het verbeteren kwaliteit van de 'uitvoering;
c. informatieverstrekking over P0P3;
d. bevordering van innovatieprocessen-
van'he? B R ^ - ' ' ' ^ ^ ^ - ' o ^ e t voor operationele groepen in het kader OVERIGE BEPALINGEN^
Art 13 Rapportages/verantwoording
Artikel 14 Evaluatie
1. PartUen evalueren de uitvoering en werking van dit convenant jaarlijks, voor het eerst in
ï e . T J l T ' r - ' V ^ ' ' ' ' ' ' ' ' ' '"^^'^ 9 ^^^'•^^^ ^«--dt opgemaakt door een commissie
bestaande uit vier door partijen te benoemen leden, ingesteld door het OUPOP
3. Indien de meningen binnen de commissie over de evaluatie of de uitkomsten daarvan verschillen, vermeldt het verslag de verschillende meningen "^'^'^'^
" r Z e t r l ^ n ^ t r u r ^ ^ ^ ^ "'^^" ^ ' ' ' ' ' ' ' ^ ^ ^ ^ ^ - - - ^ - n . Het verslag ' S Ï ; : Ï Ï e : Ï^i?vT°O R - op de
Artikel 15 Wijziging
1. Elke partij^ kan de andere partijen schriftelijk verzoeken het convenant te wiizioen De Wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen. ' '
d : : : r '''^'" ^ - ^ ^ - - ^ — ar.. , da. d e . parsers .oe.en
; r : n ï ; ^ " " ^ ^ - ^ ^ " — ^ - vei,i..e,d en .,sd. e opoes.elde .epa„n.en
2. Partijen treden in overleg binnen twee maanden nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld. cjcrcoe aan ae
3. De wijziging en de verklaringen tot instemmen worden als bijlage aan het convenant gehecht. Artikel 16 Escalatieregeling
^' inHir"" ^ r^^"* ^^^^^^^ °f toepassing van dit convenant kan ' ' n ' V T r belang, dat schriftelijk aan de andere partlj(en)
mededelen. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil
2. Binnen 10 werkdagen na de dagtekening van de in het eerste lid bedoelde mededeling zendt
:ln d^aS pT S ^'"^^'^
^' ^ H ^ S ' H ^^'•bf d "iet dit convenant of afspraken die daarmee samenhangen, worden
1 Z \ '^'"'^^"^ ^^^'^^ 9^^^" door drie adviseurs binnen 21 dagen. De ;dviseurs de adviseu^" ^ gezamenlijk en daarbinnen wordt een voorzitter benoemd door
^' h Ï T r ' V w ' n ^ ? ^ ^°°rt^l°e'end uit de procedure van het eerste tot en met het derde l.d De kosten van de in het derde lid bedoelde voorzitter worden door elke partij voor een gelijk deel gedragen. ^
Artikel 17 Ongeldigheid
Indien een bepaling van dit convenant In enige mate als nietig, vemietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bmdend moet worden beschouwd, wordt die bepaling, voor zover n;dig u t dit convenant verwijderd en vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgddig is d L l mhoud van de met-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van het convenant bhjft in een dergelijke situatie ongewijzigd. convenant
SLOTBEPALINGEN
Artikel 18 Inwerkingtreding en looptijd
Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na goedkeuring van het P0P3 door de Europese Commissie .
Artikel 19 Toepasselijk recht
Op dit convenant is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Artikel 20 Publicatie in Staatscourant
^' dl"stTa?xxx''rant"^ ondertekening van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in
2. Bij wijzigingen In het convenant vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing. Aldus overeengekomen en in veertienvoud ondertekend.
Op 18 december 2014 te Utrecht,
Xxxxxx X.X. Dijksma
DE STAATSSECRETARIS van ECONOMISCHE ZAKEN
.drs. R7W>sMunniksma
)E GEDEPUTEERDE VAN DRENTHE,
DE ßtDEPUTÖERDE VAN OVERIJSSEL,
xxx Xxxx
DE GEDEPUTEERDE VAN GELDERLAND,
DE GEDEPUTEER[>É VAN UTRECHT,
J.H.M. Bond Mei
DE GEDEPUT^ERi&e-VTW-NOeRD-HOLLAND,
mr. J.F. Weber
DE GEDEPUTEERDE VAN ZUID
C.M.M. Schön
DE GEDEPUTEERDE VAN
drs. X.X.X. xxx xxx Xxxx
DE GEDEPUTEERDE VAN NOORD-BRABA
drs. Ing. X.X.X.X. xxx xxx Xxxxxx DE GEDEPUTEERDE VAN LIMBURG,
Xxx. X. Xxxxxxx
DE ALGEMEEN DIRECTEUR VOOR GEZIEN: