BIJLAGE
DEEL 1: HERVORMINGEN EN INVESTERINGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN
Beschrijving van hervormingen en investeringen
A. COMPONENT 1: Digitale transformatie van ondernemingen
Het doel van dit onderdeel van het Estse herstel- en veerkrachtplan is het bevorderen van de digitale transformatie van Estse ondernemingen en hun concurrentievermogen, met name op exportmarkten. Het biedt financiële steun aan ondernemingen uit alle sectoren, met bijzondere aandacht voor kmo’s en micro-ondernemingen, in verschillende stadia van hun digitale transformatie, alsook specifieke bijdragen aan de invoering en uitrol van digitale oplossingen in de sectoren bouw en goederenvervoer over de weg. Bovendien wordt in het onderdeel aandacht besteed aan de belangrijkste kwestie van digitale vaardigheden, door middel van bewustmaking van kmo-managers en ondersteuning van de bij- en omscholing van specialisten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Acties ter ondersteuning van de identificatie van exportmogelijkheden en de bevordering van Estse ondernemingen in het buitenland worden uitgevoerd in synergie met de activiteiten van Enterprise Estonia.
Het onderdeel ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen inzake investeringen in de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 in 2020) en inzake tekorten aan vaardigheden (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
A.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
1.1. Investeringen: Digitale transformatie in ondernemingen
Het doel van de maatregel is de digitale transformatie van bedrijven te bevorderen, met bijzondere aandacht voor kmo’s en micro-ondernemingen.
De maatregel bestaat uit het verlenen van financiële steun aan in Estland gevestigde kmo’s en micro-ondernemingen uit alle sectoren voor activiteiten en investeringen die relevant zijn voor hun digitale transformatie. Deze financiële steun, die wordt aangevuld met eigen middelen van de ondernemingen, heeft betrekking op een of meer van de volgende aspecten:
de invoering van digitale technologieën,
de ontwikkeling van industriële gegevensclouds;
activiteiten op het gebied van industrieel onderzoek, ontwikkeling, tests en proefprojecten;
haalbaarheidsstudies, advies- en ondersteuningsdiensten;
personeelsopleiding.
De financiering wordt toegewezen via open oproepen tot het indienen van voorstellen.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor de oproepen tot het indienen van voorstellen vermelde subsidiabiliteitscriteria de volgende activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik1; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden verwezenlijkt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks2; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties3 en installaties voor mechanische biologische behandeling4; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is bij te dragen tot de versnelling van de digitale transformatie van de bouwsector om de productiviteit te verhogen, de ecologische voetafdruk ervan te verkleinen en de kwaliteit van gebouwen te verbeteren. Deze investering zal naar verwachting ook een bredere en efficiëntere uitwisseling van gegevens tussen belanghebbenden bevorderen.
De maatregel bestaat uit drie verschillende onderdelen:
de ontwikkeling van software-interfaces tussen het nationale platform voor e-bouw (dat wordt ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Bouw en Huisvesting van het ministerie van Economische Zaken en Communicatie) en bestaande openbare en particuliere informatiesystemen die in de sector worden gebruikt, onder meer om de verificatie van de conformiteit van gebouwen met verschillende wettelijke vereisten te automatiseren, alsmede de afgifte van certificaten en vergunningen; dit omvat de opleiding van gebruikers van het e-bouwplatform (met inbegrip van de ontwikkeling van opleidingsmateriaal);
de ondersteuning van de invoering van internationale normen en beste praktijken met betrekking tot de digitalisering van de bouw en het onderhoud van gebouwen, onder meer door de invoering van een classificatiesysteem voor bouwgegevens, de oprichting van een databank over bouwmaterialen en bouwproducten, de invoering van BIM (Building Information Modelling) op het gebied van vastgoedonderhoud;
de ondersteuning van projecten (geselecteerd via openbare oproepen tot het indienen van voorstellen) die gericht zijn op de invoering van digitale bouwinstrumenten en de ontwikkeling (ook prototyping) van innovatieve particuliere en openbare diensten die verbonden zijn met het nationale platform voor e-bouw.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is de digitalisering van de uitwisseling van informatie in het goederenvervoer over de weg te ondersteunen door de invoering van digitale vrachtbrieven, overeenkomstig Verordening (EU) 2020/1056 betreffende elektronische informatie over goederenvervoer (eFTI), en aldus bij te dragen tot de goede werking van de interne markt.
De maatregel bestaat uit de ondersteuning van:
dienstverleners bij de oprichting van eFTI-platforms om de uitrol van digitale vrachtbrieven (eCMR — elektronische verzendingsnota) mogelijk te maken;
vervoers- en logistieke ondernemingen in de interface van hun systemen en processen met de eFTI-platforms, waardoor zij digitale vrachtbrieven (eCMR) kunnen gebruiken.
De desbetreffende projecten worden geselecteerd via twee afzonderlijke oproepen tot het indienen van voorstellen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Het doel van de hervorming is bij te dragen tot de versterking van de capaciteit van bedrijven op managementniveau om de digitale transitie te sturen en te bevorderen, alsook tot het waarborgen van de beschikbaarheid van voldoende ICT-professionals die over actuele vaardigheden en kennis beschikken, zodat Estse bedrijven ten volle gebruik kunnen maken van de kansen die de digitale transitie biedt. Het is ook gericht op het bieden van nieuwe carrièremogelijkheden aan zowel werkenden als werklozen door bij- en omscholing op het gebied van ICT en door een betere erkenning van vaardigheden die buiten het formele leerproces zijn verworven. De maatregel heeft ook tot doel bij te dragen tot een grotere participatie van vrouwen in ICT-opleidingen en ICT-beroepen.
De maatregel bestaat uit de volgende vier onderdelen:
de opleiding van managers in bedrijven (met name kmo’s) om hun ICT-vaardigheden en -kennis te vergroten en hen bewust te maken van de potentiële voordelen van het gebruik van ICT;
een herziening van de inhoud en de organisatie van de opleiding van ICT-deskundigen, rekening houdend met de meest recente technologische ontwikkelingen, het toenemende belang van cyberbeveiliging en de behoeften van bedrijven;
een proefproject voor de herziening van het kwalificatiekader voor ICT-specialisten;
de bij- en omscholing van ICT-specialisten, onder meer op het gebied van cyberbeveiliging.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Hervorming: Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten
Het doel van de maatregel is de exportcapaciteit en het concurrentievermogen van Estse ondernemingen te vergroten, met inbegrip van met name die van de ICT-sector. De maatregel zal naar verwachting bijzonder relevant zijn voor kmo’s. Zij maakt ook gebruik van de mogelijkheden die digitale instrumenten bieden.
De maatregel bestaat uit drie submaatregelen:
de ontwikkeling van uitvoerstrategieën voor specifieke landen of regio’s;
de oprichting van handelscentra op belangrijke exportmarkten;
de promotie van Estse producten en diensten (met name uit de ICT-sector) door middel van fysieke, virtuele of hybride missies en evenementen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Deze subhervorming bestaat uit de ontwikkeling van een reeks alomvattende uitvoerstrategieën voor belangrijke doellanden en -regio’s, d.w.z. die welke een groot groeipotentieel voor Estse ondernemingen vertegenwoordigen. Zij omvatten specifieke hoofdstukken over exportmogelijkheden voor de ICT-sector en, meer in het algemeen, digitale oplossingen die op verschillende toepassingsgebieden (zoals governance, onderwijs of vervoer) zijn ontwikkeld.
Deze strategieën zijn gericht op het verstrekken van advies aan ondernemingen die de betrokken markten betreden of daar reeds actief zijn.
De landen en regio’s waarop de strategieën betrekking moeten hebben, worden vastgesteld aan de hand van een in het kader van de uitvoering van deze submaatregel uit te voeren analyse.
Deze maatregel wordt uitgevoerd in synergie met de activiteiten van onder meer Enterprise Estonia.
Deze subhervorming bestaat uit de oprichting van handelscentra in zeven buitenlandse landen (binnen en/of buiten de Unie) die als belangrijke exportmarkten worden beschouwd. Deze bedrijfscentra moeten geschikte apparatuur bevatten voor fysieke, virtuele en hybride vergaderingen, recepties en presentaties die door Estse ondernemingen in alle sectoren worden georganiseerd, gericht op de specifieke markt. Die apparatuur kan ook buiten de evenementen worden gebruikt om een potentiële klant van een cluster of een bepaalde onderneming in Estland te introduceren. De bedrijfscentra dragen bij tot de promotie van Estse ondernemingen, ondersteunen hen ter plaatse bij hun exportactiviteiten en helpen buitenlandse investeerders aan te trekken. De activiteiten van de bedrijfscentra worden uitgevoerd in synergie met de activiteiten van onder meer Enterprise Estonia.
De locatie van de bedrijfscentra wordt vastgesteld na een in het kader van de uitvoering van deze submaatregel uit te voeren analyse.
Deze subhervorming bestaat uit het opzetten van groepen van vertegenwoordigers van zowel overheidsinstanties als andere belanghebbenden, waaronder met name particuliere ondernemingen, en het ondersteunen van de promotie van Estse producten en diensten (met name uit de ICT-sector) door deze groepen, door middel van missies en deelname aan fysieke, virtuele of hybride evenementen.
De uitvoering van deze subhervorming omvat ook de versterking van de promotie van Estse producten en diensten tijdens grote evenementen met behulp van digitale instrumenten. De zogenaamde „virtuele fasen” creëren meer mogelijkheden voor participatie voor Estse belanghebbenden en presenteren Estse digitale oplossingen. Deze „virtuele fasen” bestaan uit technische oplossingen die fysieke en digitale elementen combineren om een exportgerelateerd evenement in Estland in staat te stellen een wereldwijd publiek te bereiken, of Estse exporteurs om deel te nemen aan wereldwijde evenementen die in het buitenland worden georganiseerd.
Deze maatregel wordt uitgevoerd in synergie met de activiteiten van onder meer Enterprise Estonia.
A.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
De component van het Estse herstel- en veerkrachtplan heeft tot doel de groene transitie in het bedrijfsleven in Estland te versnellen en de zakelijke kansen die deze biedt te benutten. De component bestaat uit twee hervormingen en zes investeringen en heeft tot doel de ontwikkeling van groene technologieën te ondersteunen, groene O & O-capaciteiten en innovatiecapaciteit en hulpbronnenefficiëntie te vergroten, nieuwe bedrijfsmodellen in te voeren en vaardigheden en deskundigheid op gebieden die verband houden met de groene transitie te verbeteren. De maatregelen in het kader van deze component zijn gericht op een alomvattende aanpak van de groene transitie om de belangrijkste tekortkomingen van de markt aan te pakken en de technologische en gedragsdoorbraak te vergemakkelijken om het concurrentievermogen van het bedrijfsleven te vergroten. De maatregelen ondersteunen ook de verdere ontwikkeling van de kapitaalmarkt en het ondernemingsklimaat.
Het onderdeel ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen om de innovatiecapaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen te ondersteunen en investeringen te richten op de groene transitie, het waarborgen van voldoende toegang tot financiering (landspecifieke aanbeveling 3 in 2020), tekorten aan vaardigheden (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019) en het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen (landspecifieke aanbeveling 4 in 2022).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
2.1. Hervorming: Groene transitie van ondernemingen
Het doel van de hervorming is de groene transitie in het bedrijfsleven te verbeteren, die naar verwachting economische, ecologische en sociale voordelen zal opleveren door bestaande bedrijven efficiënter en milieuvriendelijker te maken (hulpbronnenefficiëntie, nieuwe groene transitiecertificaten en marktvergunningen voor producten) en door de opkomst van nieuwe groene technologiebedrijven te ondersteunen (ontwikkeling en toepassing van groene technologieën, nieuwe mogelijkheden voor de valorisatie van biologische hulpbronnen).
De hervorming bestaat uit de oprichting van een brede taskforce voor groene transitie ter bevordering van de samenwerking tussen de belanghebbenden op het gebied van groene technologie en de vaststelling van wetgeving die nodig is voor de uitvoering van de vijf aanvullende investeringen: 1. Groene vaardigheden om de groene transitie van bedrijven te ondersteunen; 2. Programma’s voor de ontwikkeling van groene technologie; 3 modernisering van de bedrijfsmodellen in productiebedrijven; 4. Invoering van hulpbronnenefficiënte groene technologieën; en punt 5 Groene Fonds.
De hervorming houdt verband met component 1, aangezien digitalisering en automatisering bijdragen tot de ontwikkeling van groene technologieën en de groene transitie in het bedrijfsleven.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2022 voltooid.
2.2. Investeringen: Groene vaardigheden ter ondersteuning van de groene transitie van ondernemingen
Het doel van de investering is ervoor te zorgen dat er hoogwaardige expertise beschikbaar is voor de uitvoering van de groene transitie in ondernemingen. De investeringen bestaan uit de invoering van actuele bij- en omscholingsprogramma’s voor volwassenen en de modernisering van studieprogramma’s in het hoger en beroepsonderwijs, alsook de ontwikkeling en proefprojecten van flexibelere opleidingsprogramma’s die microcredentials aanbieden, rekening houdend met de toekomstige behoeften van de groene economie.
Groene vaardigheden worden gedefinieerd als vaardigheden die nodig zijn voor banen die bijdragen tot de vermindering van broeikasgasemissies en de verbetering van de energie- en hulpbronnenefficiëntie, en omvatten een bredere invoering van de beginselen van de circulaire economie. In samenwerking met belanghebbenden worden beroepsnormen en vaardigheidsprofielen geactualiseerd en, in voorkomend geval, worden nieuwe profielen ontwikkeld, waarin de verwachte leerresultaten worden gespecificeerd en specifieke gebieden worden geselecteerd met de grootste impact op de groene transitie. Er moeten herscholingsmogelijkheden worden geboden aan mensen die werkzaam zijn in sectoren die reeds door de groene transitie worden getroffen (energie, vervoer, afvalbeheer; nieuwe industrieën en sectoren met potentieel voor het scheppen van banen die voortvloeien uit of verband houden met de groene transitie) en voor degenen die van loopbaan willen veranderen.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
2.3. Investeringen: Programma’s voor de ontwikkeling van groene technologieën
De investering heeft tot doel bij te dragen tot de groene transitie van de ondernemingen door de ontwikkeling en verspreiding van innovatieve groene technologieën te bevorderen. De investering zal naar verwachting het aantal onderzoeksintensieve groene technologiebedrijven op de markt doen toenemen en het ecosysteem voor startende ondernemingen ondersteunen. De investering bestaat uit steun aan start-ups en ontwikkelingsclusters met de nadruk op geïntegreerde groene technologische oplossingen via verschillende ontwikkelingsdiensten (waaronder acceleratoren, starterscentra, bedrijfsontwikkeling, ontwikkeling van prototypes, proefprojecten) en verbetering van de samenwerking tussen verschillende soorten organisaties en actoren die reeds actief zijn op de markt (academische wereld, bedrijven, andere belanghebbenden).
De investeringen zijn gericht op energie- en hulpbronnenefficiëntie, de bevordering van de circulaire economie, nieuwe bedrijfsmodellen, digitalisering en automatisering. De in het kader van de investering ondersteunde projecten dragen bij tot de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en de verhoging van de hulpbronnenproductiviteit in Estland.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
2.4. Investeringen: Modernisering van de bedrijfsmodellen in productiebedrijven
Het doel van de investering is de verandering van bedrijfsmodellen in de productie te ondersteunen om ervoor te zorgen dat Estse producten voldoen aan de milieu- en klimaatdoelstellingen, met inbegrip van de beginselen van de circulaire economie, en het concurrentievermogen van productiebedrijven te vergroten. De maatregel ondersteunt projecten die de bedrijfsmodellen van productiebedrijven moderniseren met betrekking tot klimaat- en milieudoelstellingen. De projecten worden geselecteerd op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde subsidiabiliteitscriteria de volgende activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik5; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden verwezenlijkt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks6; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties7 en installaties voor mechanische biologische behandeling8; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
2.5. Investeringen: Toepassing van hulpbronnenefficiënte groene technologieën
Het doel van de investering is de hulpbronnenefficiëntie van bedrijven te verbeteren, met inbegrip van energie-efficiëntie, met bijzondere aandacht voor de valorisatie van onderbenutte biologische hulpbronnen zoals residuen en bijproducten. De investering is bedoeld om innovatie op het gebied van productietechnologie en productontwikkeling in ondernemingen te ondersteunen en draagt bij tot oplossingen voor de circulaire economie.
De maatregel ondersteunt twee soorten investeringen:
bevordering van hulpbronnenefficiënte groene technologieën voor industriële installaties;
valorisatie van biologische hulpbronnen.
De projecten worden geselecteerd op basis van een oproep tot het indienen van voorstellen. De belangrijkste criteria voor de selectie van projecten die voor subsidie in aanmerking komen, omvatten, afhankelijk van de relevantie, efficiëntie bij de vermindering van broeikasgasemissies, hulpbronnenefficiëntie, kosteneffectiviteit, vermindering van residuen en afvalproductie, toegevoegde waarde voor biologische hulpbronnen en innovativiteit van de te ontwikkelen oplossingen.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde subsidiabiliteitscriteria de volgende activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik9; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden verwezenlijkt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks10; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties11 en installaties voor mechanische biologische behandeling12; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
2.6. Investeringen: Groene Fonds
Doel van de investering is kapitaal te verschaffen voor de ontwikkeling van nieuwe groene technologieën op strategische gebieden zoals energie, landbouw, levensmiddelenindustrie, vervoer en logistiek, materialen en chemische industrie. Het Groene Fonds verstrekt financiering aan ondernemingen en sectoren waarvan de producten, diensten of processen worden gekenmerkt door onderzoeksintensieve groene technologieën en waarvan de activiteiten bijdragen tot het oplossen van milieuproblemen, het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten of technologieën die broeikasgasemissies verminderen of afvangen of die worden aangedreven door eisen inzake ecologisch ontwerp. Er wordt geïnvesteerd in duurzame projecten, rekening houdend met de EU-taxonomieverordening.
De maatregel wordt ten uitvoer gelegd als een financieel instrument als onderdeel van een breder investeringsprogramma voor groene technologie dat kapitaalinvesteringen verstrekt aan ondernemingen in de vorm van directe aandeleninvesteringen en via durfkapitaalfondsen, beheerd door de beheerder van het openbaar fonds smartCap.
De maatregel moet voldoen aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01). De juridische overeenkomst tussen Estland en smartCap en het daarop volgende investeringsbeleid van het Groene Fonds:
te eisen dat de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU-fonds worden toegepast; en
ondernemingen die in het voorgaande boekjaar meer dan 50 % van hun inkomsten uit de volgende activiteiten en/of activa hebben gehaald, verplichten plannen voor een groene transitie vast te stellen en te publiceren: I) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik13; II) activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden verwezenlijkt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks14; III) activiteiten en activa in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties15 en installaties voor mechanische biologische behandeling16; en iv) activiteiten en activa waarbij de verwijdering van afvalstoffen op lange termijn schade kan toebrengen aan het milieu; en
voor alle transacties, met inbegrip van die welke zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing, te eisen dat de begunstigde de wettelijke naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de begunstigde controleert door middel van smartCap.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
2.7. Investeringen: Kansen creëren voor het gebruik van op hernieuwbare energie gebaseerde groene waterstoftechnologieën
Het doel van de investering is de uitrol en proefprojecten van geïntegreerde waterstofwaardeketens te ondersteunen, van oplossingen voor energieproductie en -voorziening tot eindverbruik op verschillende toepassingsgebieden.
De te steunen projecten worden geselecteerd na een oproep tot het indienen van voorstellen. De oproep tot het indienen van voorstellen staat open voor projecten uit alle economische sectoren. De elektriciteit die wordt gebruikt voor de productie van waterstof wordt geproduceerd uit hernieuwbare energie en het verbruik van groene waterstof vindt plaats in Estland.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde subsidiabiliteitscriteria de volgende activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik17; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden verwezenlijkt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks18; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties19 en installaties voor mechanische biologische behandeling20; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
2.8. Investeringen: Steun voor investeringen in voorzieningszekerheid
Het doel van de investering is de overgang van ondernemingen van fossiele energiebronnen naar alternatieve energiebronnen te ondersteunen. De in aanmerking komende alternatieve energiebronnen zijn de volgende:
hernieuwbare energiebronnen in de zin van Xxxxxxxxx (EU) 2018/2011 inzake hernieuwbare energie (RED II);
opslagtoepassingen achter de meter;
geëlektrificeerd; en
aansluiting op efficiënte stadsverwarmingssystemen overeenkomstig Richtlijn 2012/27/EU (energie-efficiëntierichtlijn).
De ondersteunde activiteiten omvatten de aankoop, installatie en daarmee verband houdende bouwwerkzaamheden van uitrusting die nodig is om over te schakelen op de hierboven vermelde alternatieve energiebronnen.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), moeten de in het bestek voor de oproep tot het indienen van voorstellen vermelde criteria om in aanmerking tekomen ervoor zorgen dat alleen de bovengenoemde alternatieve energiebronnen worden ondersteund. De ondersteunde hernieuwbare energiebronnen moeten in overeenstemming zijn met Xxxxxxxxx (EU) 2018/2011 en, met name, voor bio-energie, duurzaamheid en broeikasgasemissiereductiecriteria van de artikelen 29 tot en met 31 en de regels inzake bio-energie op basis van voedsel en diervoeders van artikel 26 van laatstgenoemde richtlijn moeten in acht worden genomen. Geothermische activiteiten omvatten niet de exploratie of winning van olie of gas, noch de daarvoor gebruikte apparatuur. Er moetvoor worden gezorgd dat methaanemissies tot een minimum worden beperkt en ruim onder de drempel van 20 000 ton CO2-eq/jaar blijven. Desubsidiabiliteitscriteria in de oproep tot het indienen van voorstellen sluiten activiteiten uit in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de geraamde broeikasgasemissies die niet lager zijn dan de relevante benchmarks, worden verwezenlijkt. Wanneer de activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager, maar nog steeds lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Voortbouwend op de succesvolle uitrol van digitale technologieën voor de verlening van openbare diensten in Estland in de afgelopen jaren, is dit onderdeel van het Estse herstel- en veerkrachtplan erop gericht de digitale overheidsdiensten verder te moderniseren, met name wat betreft gebruikersgerichtheid en veerkracht (onder meer in het licht van de toenemende cyberdreigingen). De component omvat maatregelen die het mogelijk maken gebruik te maken van de mogelijkheden die de nieuwste technologieën bieden, met name artificiële intelligentie, maar ook een ingrijpende herziening van zowel front-end als back-end diensten. Zij komen zowel burgers als bedrijven ten goede. Er zijn specifieke acties gepland om het land beter in staat te stellen het witwassen van geld te bestrijden. De steun voor de uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit in plattelandsgebieden zal naar verwachting ook zorgen voor een bredere toegang tot onlinediensten en, meer in het algemeen, bijdragen tot de verdere digitale transformatie van het land.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen inzake investeringen in de digitale transitie (landspecifieke aanbeveling 3 in 2020) en inzake het kader voor de bestrijding van het witwassen van geld (landspecifieke aanbeveling 1 in 2019 en landspecifieke aanbeveling 4 in 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
C.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
Het doel van de maatregel is een beter beheer van de door de Estse overheidsinstanties verzamelde en bewaarde gegevens te bevorderen. Het is erop gericht de kwaliteit van de gegevens te verbeteren, het gebruik ervan voor de besluitvorming te vergroten en de beschikbaarheid ervan als open gegevens te vergroten, zodat deze ook door andere belanghebbenden kunnen worden hergebruikt.
De maatregel bestaat uit:
de oprichting van een expertisecentrum in Estland voor de statistiek (het Estse overheidsagentschap dat verantwoordelijk is voor de productie van officiële statistieken) om de ontwikkeling van datagovernance bij andere overheidsinstanties te coördineren en te ondersteunen;
de ontwikkeling van instrumenten/informatiesystemen voor gegevensbeheer en -uitwisseling;
de uitvoering van projecten die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van gegevens waarover overheidsinstanties beschikken en het vergroten van de beschikbaarheid van open gegevens.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is de efficiëntie van de openbare dienstverlening te verbeteren en de administratieve lasten voor de burgers te verminderen.
De maatregel bestaat in het herontwerpen van een reeks openbare diensten (en de onderliggende IT-systemen) om de automatische en proactieve levering ervan mogelijk te maken op basis van levens- of zakelijke gebeurtenissen die burgers ervaren (zoals een huwelijk, de geboorte van een kind of de oprichting van een onderneming). Het moet met name een betere integratie van IT-systemen tussen verschillende overheidsinstanties mogelijk maken en bijdragen tot de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
De doelstelling van de maatregel is het verbeteren van de efficiëntie en de kwaliteit van de openbare dienstverlening en het verminderen van de administratieve lasten voor ondernemers.
De maatregel bestaat uit het opzetten van één digitale toegangspoort voor de levering van openbare diensten aan ondernemers en het herontwerpen van een reeks diensten (en de onderliggende IT-systemen) om deze te koppelen aan de toegangspoort, de gebruikersvriendelijkheid van diensten, de toepassing van het eenmaligheidsbeginsel en, waar mogelijk, de proactieve verstrekking van informatie op basis van gebeurtenissen die bedrijven ervaren.
Daarbij wordt rekening gehouden met de oplossingen die zijn ontwikkeld in het kader van de uitvoering van Verordening (EU) 2018/1724 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is de gebruikersvriendelijkheid en toegankelijkheid van openbare diensten in Estland te verbeteren.
De maatregel bestaat in de ontwikkeling van een virtuele assistent op basis van toespraken en teksten voor de toegang tot online openbare diensten. De werkzaamheden moeten voortbouwen op proefprojecten die reeds in 2020 en 2021 zijn uitgevoerd.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is de veerkracht, de veiligheid en de betrouwbaarheid van de IT-systemen en -diensten van de Estse overheidsinstanties te vergroten door hun migratie naar een particuliere cloud en door middel van uitgebreide veiligheidstests.
De maatregel bestaat uit de volgende elementen:
de oprichting van een nieuw overheidsorgaan dat belast is met het centrale beheer van de IT-basisdiensten en -infrastructuur van overheidsinstellingen;
De oprichting van een nieuwe capaciteit voor beveiligingstests binnen de Estse Autoriteit voor het Informatiesysteem (RIA);
de aanschaf van middelen voor particuliere cloudinfrastructuur;
de migratie van bestaande informatiesystemen naar de particuliere cloud;
het grondig testen van de beveiliging van nieuwe cloudgebaseerde informatiesystemen die door overheidsinstanties worden gebruikt, alsook van bestaande informatiesystemen;
de ontwikkeling van de capaciteit van de gegevensambassade (d.w.z. IT-hostingcapaciteit die in het buitenland is gevestigd om de continuïteit van de beschikbaarheid van kritieke databanken in geval van rampen te waarborgen), voortbouwend op het proefproject dat tussen 2017 en 2020 in Luxemburg is uitgevoerd;
de uitbreiding van de particuliere cloud naar de dataambassade, zodat naar de cloud gemigreerde systemen ook kunnen worden gehost en geëxploiteerd vanuit de dataambassade;
de migratie van kritieke systemen naar de infrastructuur van de dataambassade.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
Het doel van de hervorming is het versterken van de capaciteit van de financiële-inlichtingeneenheid om witwasconstructies en -kanalen in een vroeg stadium te identificeren.
De maatregel bestaat in de oprichting van een centrum voor strategische analyse binnen de financiële-inlichtingeneenheid. Dit centrum voor strategische analyse zal naar verwachting operationelere en efficiëntere preventie en opsporing van witwassen en terrorismefinanciering mogelijk maken. Het team van het Centrum voor strategische analyse is met name belast met de ontwikkeling van specificaties voor een nieuw IT-instrument op basis van gegevens uit verschillende bronnen. Het Centrum voor strategische analyse kan ook de nodige wetswijzigingen vaststellen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
Voortbouwend op de analyse die is uitgevoerd in het kader van de uitvoering van de hervorming van 3.6, is de investering erop gericht de financiële-inlichtingeneenheid een nieuw specifiek IT-systeem te verschaffen dat het mogelijk maakt om gegevens van verschillende autoriteiten te gebruiken en mogelijke witwasregelingen en -kanalen in real time te identificeren. De maatregel bestaat uit de ontwikkeling van het nieuwe IT-systeem.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Doel van de investering is de toegang tot breedbandnetwerken met zeer hoge capaciteit (VHCN), die een verbinding van ten minste 100 Mbps bieden, te verbeteren voor huishoudens en sociaaleconomisch belangrijke instellingen zoals ziekenhuizen, scholen, openbare diensten en bedrijven.
De maatregel bestaat in het verlenen van financiële steun voor de uitrol van breedbandnetwerken met zeer hoge capaciteit in gebieden waar de markt tekortschiet (overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EG) nr. 651/2014 van de Commissie). De subsidiabiliteits- en selectiecriteria die worden gebruikt om de financiering toe te wijzen, zorgen voor een passend regionaal evenwicht.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
C.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Dit onderdeel van het Estse herstel- en veerkrachtplan pakt de uitdaging van het koolstofvrij maken van de energiesector aan. De doelstellingen van de component zijn het verminderen van de afhankelijkheid van olieschalie, het stimuleren van het gebruik van hernieuwbare energie en het verbeteren van de energie-efficiëntie van gebouwen.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om investeringen toe te spitsen op energie-infrastructuur en op hulpbronnen- en energie-efficiëntie, teneinde bij te dragen tot de geleidelijke decarbonisatie van de economie (landspecifieke aanbeveling 3 in 2019 en in 2020). Verbeterde en nieuwe maatregelen ondersteunen het aanpakken van de landspecifieke aanbeveling inzake het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te vergemakkelijken en de energie-efficiëntie te verhogen (landspecifieke aanbeveling 4 in 2022).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
D.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
Het doel van de hervorming is de administratieve belemmeringen voor energie-efficiënte renovaties weg te nemen door appartementsverenigingen, particuliere huishoudens en lokale overheden te adviseren over wetgeving, technische aspecten en de financiering van renovaties. De hervorming ondersteunt ook het gebruik van innovatieve oplossingen zoals renovatie met behulp van vooraf vervaardigde elementen om de renovatiecapaciteit te vergroten en de koolstofvoetafdruk van het gebouwenbestand te verkleinen (zuinigheid van de materialen en waarborging van de kwaliteit). De hervorming heeft tot doel het renovatiepercentage in gebieden met een lagere vastgoedwaarde te verhogen.
De maatregel bestaat in het opzetten van een regionaal adviesnetwerk en de opleiding van technische adviseurs om de nodige informatie te verstrekken en renovaties te stimuleren. De toegang tot informatie over energie-efficiënte renovaties wordt verder gewaarborgd door het opzetten van een speciale website en digitale instrumenten die het inzicht in het resultaat en de kosten en baten van de renovatie vergemakkelijken. De component houdt verband met een maatregel inzake de digitalisering van bouwgegevens in het kader van component 1 van het Estse herstel- en veerkrachtplan.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2024 voltooid.
Het doel van de maatregel is het stimuleren van grondige renovaties van appartementsgebouwen om de energie-efficiëntie te verhogen, het energieverbruik te verminderen en de levensomstandigheden van de bewoners te verbeteren. Het doel is ook de renovatiepercentages te verhogen in gebieden met een lagere vastgoedwaarde.
Er wordt steun verleend aan appartementenverenigingen voor renovaties met een verbetering van ten minste één energie-efficiëntieklasse of, in het geval van volledige renovaties, ten minste energie-efficiëntieklasse C. De renovaties stemmen overeen met ten minste een middelmatige renovatie die een gemiddelde besparing op primaire energie van ten minste 30 % vertegenwoordigt. Er worden gedifferentieerde regionale steunpercentages toegepast: 30 % in Tallinn en Tartu, 40 % in de gebieden rond Tallinn en Tartu op basis van de vastgoedprijs en 50 % in alle andere gebieden. Buiten Tallinn en Tartu kunnen de appartementenverenigingen gedeeltelijke verbouwingswerkzaamheden uitvoeren om verslechtering van de technische staat van het gebouw te voorkomen, in welk geval het steunpercentage lager is. Daarnaast is Estland, als onderdeel van zijn nationale langetermijnstrategieën, van plan aanvullende renovatiemaatregelen te financieren uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en React-EU.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is het stimuleren van grondige renovaties van particuliere woningen om de energie-efficiëntie te verhogen, het energieverbruik te verminderen en de levensomstandigheden van de bewoners te verbeteren. Het doel is ook de renovatiepercentages te verhogen in gebieden met een lagere vastgoedwaarde.
Er wordt steun verleend aan particuliere eigenaren voor renovaties die leiden tot een verbetering van de energie-efficiëntie of, in het geval van volledige renovaties, ten minste voor energielabelklasse C. Verschillende regionale steunpercentages worden toegepast: 30 % in Tallinn en Tartu, 40 % in de gebieden rond Tallinn en Tartu op basis van de vastgoedprijs en 50 % in alle andere gebieden. Voor de toepassing van de maatregel wordt huisvesting (woning) gedefinieerd als „een woning of woningen in één gebouw of in een afzonderlijk gebouw dat bestemd is voor één huishouden om het hele jaar door te wonen” (overeenkomstig Eurostat).
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
Het doel van deze maatregel is bij te dragen tot het koolstofvrij maken van de energieproductie en het energieverbruik in Estland door de streefcijfers en acties van het Estse energiebeleid (met inbegrip van die in verband met de uitfasering van olieschalie) te actualiseren en door administratieve belemmeringen voor installaties voor hernieuwbare energie weg te nemen.
Het nationale ontwikkelingsplan voor de energiesector wordt geactualiseerd en bevat streefcijfers voor de productie van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en voorzieningszekerheid. Het plan zal ook maatregelen omvatten om de afhankelijkheid van olieschalie in de Estse energiesector te verminderen en streefcijfers voor de uitfasering van olieschalie in de energiesector.
De hervorming bestaat ook uit het aannemen van de nodige wetgeving en het opstellen van richtsnoeren voor het versnellen van de installatie van productiecapaciteit voor hernieuwbare elektriciteit en maatregelen om de beperkingen op de hoogte van de verdediging van windparken te verlichten.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2025 voltooid.
Het doel van deze maatregel is bij te dragen tot het koolstofvrij maken van de Estse elektriciteitsproductie door de capaciteit van het transmissienet te vergroten, waardoor extra productie van hernieuwbare energie kan worden aangesloten.
In het kader van deze maatregel moeten de investeringen van de transmissiesysteembeheerder in het transmissienet
worden medegefinancierd om ten minste 310 MW extra netcapaciteit toe te voegen.
De uitvoering van de maatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
De maatregel heeft tot doel het elektriciteitssysteem doeltreffender te maken door de productie van elektriciteit dicht bij het verbruik te stimuleren. De maatregel stimuleert de productie van hernieuwbare elektriciteit in of in de buurt van industriegebieden door medefinanciering van de noodzakelijke netaansluiting. In het kader van deze maatregel worden investeringen van ondernemingen om productiecapaciteit voor hernieuwbare elektriciteit aan het net te koppelen, ondersteund door middel van subsidies. Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01), sluit de in het bestek voor de oproepen tot het indienen van projecten vermelde subsidiabiliteitscriteria de volgende activiteiten uit: I) activiteiten in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van downstreamgebruik21; II) activiteiten in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee de verwachte broeikasgasemissies worden verwezenlijkt die niet lager zijn dan de relevante benchmarks22; III) activiteiten in verband met stortplaatsen, verbrandingsinstallaties23 en installaties voor mechanische biologische behandeling24; en iv) activiteiten waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu. De taakomschrijving vereist bovendien dat alleen activiteiten worden geselecteerd die voldoen aan de relevante EU- en nationale milieuwetgeving.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Ter aanvulling van bovenstaande maatregelen, de uitfasering van olieschalie en een grotere productie van hernieuwbare energie, worden projecten voor de opslag van hernieuwbare energie ondersteund.
Het doel van de maatregel is de uitvoering van een proefprogramma voor de opslag van hernieuwbare energie in Estland. De in het kader van dit proefprogramma verworven kennis zal naar verwachting een basis vormen voor de toekomstige subsidievrije investeringen in opslagfaciliteiten. In het kader van deze maatregel worden subsidies verleend aan ondernemingen die investeren in opslagfaciliteiten voor hernieuwbare energie.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
Investeringen: De ontwikkeling van windmolenparken op zee stimuleren
Het doel van deze maatregel is het inschakelen en operationeel maken van een radar- en passieve radarsysteem/sensoren waarmee offshorewindturbines, ongeacht hun hoogte, kunnen worden geëxploiteerd in de Golf van Riga en de Estse eilanden Hiiumaa, Saaremaa en Vormsi.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
D.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Het onderdeel van het Estse herstel- en veerkrachtplan is erop gericht de uitdaging van het koolstofvrij maken van de vervoerssector aan te pakken. De doelstellingen van de component zijn het verminderen van emissies en het stimuleren van het gebruik van duurzame vervoerswijzen.
De hervorming en investeringen van de component ondersteunen de ontwikkeling van het grensoverschrijdende Rail Baltic project, dat de drie Baltische hoofdsteden en landen met Polen en de rest van de Unie verbindt. De maatregelen in het onderdeel zijn erop gericht de Rail Baltic te verbinden met andere nationale spoorwegen en andere TEN-T-knooppunten (luchthaven van Tallinn en oude haven) en de toegang tot de lokale haltes te voet of per fiets te vergemakkelijken.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om investeringen te richten op hulpbronnenefficiëntie en duurzaam vervoer dat bijdraagt tot het koolstofvrij maken van de economie (landspecifieke aanbeveling 3 in 2019 en in 2020). De nieuwe maatregelen komen ook overeen met de landspecifieke aanbeveling om de inspanningenter verbetering van de duurzaamheid van het vervoerssysteem op te voeren, onder meer door elektrificatie van het spoorwegnet en meer stimulansen om duurzaam en minder vervuilend vervoer aan te moedigen (landspecifieke aanbeveling 4 in 2022).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
E.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
Het doel van de hervorming is de CO2-emissies van de vervoerssector te verminderen en het gebruik van duurzame vervoerswijzen te stimuleren.
De maatregel bestaat uit de goedkeuring en uitvoering van het nieuwe plan voor de ontwikkeling van vervoer en mobiliteit en het bijbehorende uitvoeringsplan. Het plan is gericht op het verkleinen van de ecologische voetafdruk van vervoerssystemen en omvat maatregelen voor de ontwikkeling van onderling verbonden en gedeelde mobiliteit in stedelijke gebieden ten koste van particuliere auto’s en de bevordering van een alomvattend kader voor lichte mobiliteit (te voet of fiets) in gebieden buiten grote stedelijke centra. Het plan omvat spoorweginvesteringen die gericht zijn op het verhogen van de snelheid en veiligheid van reizen en het toevoegen van verbindingen voor zowel passagiers- als goederenvervoer. De belangrijkste acties in het kader van dit plan die binnen het tijdschema van de faciliteit voor herstel en veerkracht moeten worden uitgevoerd, omvatten de bouw en uitbreiding van de geëlektrificeerde spoorwegen van Tallinn naar Tartu en de harmonisatie van het openbaarvervoerssysteem in de hoofdstedelijke regio Tallinn (ticketsystemen en prijsstelling).
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.
[geschrapt]
5.2.a Investeringen: Multifunctioneel werkvaartuig
Doel van de investering is te zorgen voor de veiligheid en de toestand van de waterwegen die nodig zijn voor de exploitatie van het zeevervoer, de uitvoering van activiteiten ter bestrijding van verontreiniging mogelijk te maken en de onderzoekscapaciteit voor milieustudies te vergroten. Daartoe wordt een lage-emissievliegtuig gebouwd met onderzoekscapaciteit, capaciteit voor boeieninstallatie en capaciteit voor verontreinigingsbeheersing.
Het vaartuig is elektrisch of draait op brandstoffen (op waterstof of op waterstof gebaseerde synthetische brandstoffen of duurzaam biomethaan) die voldoen aan de volgende vereisten inzake „Geen ernstige afbreuk doen” overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01):
Voor waterstof en op waterstof gebaseerde synthetische brandstoffen: zij worden geproduceerd met hernieuwbare energiebronnen die in overeenstemming zijn met Richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie (RED II) en de daarmee verband houdende uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen, en zij voldoen aan een broeikasgasemissiereductievereiste gedurende de levenscyclus van 73,4 % voor waterstof [wat leidt tot broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van minder dan 3 t CO2e/tH2] en 70 % voor op waterstof gebaseerde synthetische brandstoffen ten opzichte van een fossiele referentiebrandstof van 94 g CO2e/MJ, naar analogie van de benadering die is uiteengezet in artikel 25, lid 2, van en bijlage V bij Richtlijn (EU) 2018/2001;
Voor biomethaan zijn zij in overeenstemming met de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria van de artikelen 29 tot en met 31 en de regels voor biobrandstoffen op basis van voedsel- en voedergewassen die zijn vastgesteld in artikel 26 van Richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie (REDII) en de daarmee verband houdende uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
[geschrapt]
5.3.a Investeringen: Bouw van de viaducten Rail Baltic
Het doel van de maatregel is het aandeel van duurzame mobiliteit in Estland te vergroten door bij te dragen aan het Rail Baltic project, dat de drie Baltische staten met elkaar verbindt.
De investering bestaat uit de bouw van vijf viaducten in Kangru-kruising bij Tallinn: Kangru viaduct, Raudalu viaduct, Raku viaduct, Männiku light traffic viaduct en Männiku light traffic tunnel.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
Het doel van de maatregel is het aandeel van duurzame mobiliteit in de regio Tallinn te vergroten. Daartoe is de maatregel bedoeld om Rail Baltic via de oude haven van Tallinn te verbinden met de zeeverbindingen met de Noordse landen.
Er wordt steun verleend aan de City Transport Authority van Tallinn, die verantwoordelijk is voor de exploitatie van het openbaar vervoer in Tallinn, voor de aanleg van een nieuwe tramlijn van ongeveer 2 km die de luchthaven van Tallinn, Rail Baltic hub, het stadscentrum, de oude haven en het regionale treinstation met elkaar verbindt.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
5.5 Investeringen: Investeringen van gemeenten in fiets- en wandelgangen
Het doel van de maatregel is de afhankelijkheid van auto’s te verminderen en de duurzame mobiliteit te vergroten in gebieden buiten de drie grote stedelijke centra (Tallinn, Tartu en Pärnu), waar de financiële capaciteit van gemeenten een belemmering vormt voor de ontwikkeling van veilige en klimaatvriendelijke fiets- en voetgangerscorridors.
Er wordt steun verleend aan gemeenten voor de aanleg van 24 km aan infrastructuur voor twee- en loopbanen om een veilige en duurzame toegang tot openbare diensten, met inbegrip van openbaar vervoer, en werkplekken te waarborgen. Er zal ook aandacht worden besteed aan de lokale stops voor Rail Baltic en de verbinding met het bestaande fiets- en voetgangersnetwerk.
De maatregel vormt een aanvulling op een soortgelijke maatregel die naar verwachting uit het EFRO zal worden gefinancierd en die de mobiliteit per fiets in de drie grote stedelijke centra Tallinn, Tartu en Pärnu helpt vergroten.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
E.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Dit onderdeel van het Estse herstel- en veerkrachtplan is gericht op het aanpakken van de uitdagingen in verband met de veerkracht van en de toegang tot het gezondheidszorgstelsel, de toereikendheid van het sociale vangnet, de toegankelijkheid van sociale diensten en de jeugdwerkloosheid. De doelstellingen van de maatregelen in het onderdeel zijn: het tekort aan arbeidskrachten in de gezondheidszorg aanpakken, de eerstelijnszorg en de ziekenhuiszorg versterken, de duur van de werkloosheidsuitkering verlengen in perioden van hoge werkloosheid, de toegang tot sociale diensten verbeteren, de jeugdwerkloosheid aanpakken en de loonkloof tussen mannen en vrouwen verkleinen.
De component ondersteunt de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling inzake het verbeteren van de toegankelijkheid en veerkracht van het gezondheidsstelsel, onder meer door het aanpakken van tekorten aan gezondheidswerkers, het versterken van de eerstelijnszorg en het waarborgen van de levering van kritieke medische producten (landspecifieke aanbeveling 1 in 2020), het verbeteren van het sociale vangnet, het op geïntegreerde wijze verbeteren van de toegang tot sociale diensten (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019, landspecifieke aanbeveling 2 in 2020 en landspecifieke aanbeveling 3 in 2022) en het verkleinen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, onder meer door de loontransparantie te verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2 in 2019).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
F.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
Het doel van de hervorming is de veerkracht van het Estse gezondheidsstelsel te verbeteren, onder meer om crises het hoofd te bieden, zodat mensen toegang hebben tot hoogwaardige, geïntegreerde gezondheidszorg in heel Estland. De hervorming bestaat uit de volgende elementen:
Uiterlijk op 31 december 2024 wordt een routekaart voor de ontwikkeling van het ziekenhuisnetwerk vastgesteld, waarin het geconsolideerde ziekenhuisnetwerk wordt geschetst om de efficiëntie en de infrastructuur te verbeteren, en waarin de specialisatie van ziekenhuizen wordt omschreven om het hoge percentage onvervulde behoeften aan medische zorg te verminderen.
Het tekort aan gezondheidswerkers wordt aangepakt door middel van drie maatregelen:
Uiterlijk op 31 december 2022 wordt een strategisch kader vastgesteld met een beschrijving van de verlening van gezondheidsdiensten in de verschillende gezondheidssectoren, met name gespecialiseerde zorg, de toewijzing van fysieke en personele middelen en het financieringsmechanisme om de verstrekking van hoogwaardige gezondheidszorg in het hele land te waarborgen. Tegen 2023 wordt de toelating tot de verpleegkundige opleiding met 5 % verhoogd ten opzichte van 2020.
De vergoedingsregeling voor artsen en apothekers wordt gewijzigd om gezondheidswerkers ertoe aan te zetten in afgelegen gebieden te werken.
De vergoedingsregeling voor verpleegkundigen wordt vastgesteld om hen ertoe aan te zetten in afgelegen gebieden te werken.
De overeenkomst tussen het ministerie van Sociale Zaken en de Universiteit van Tartu wordt gewijzigd om eisen vast te stellen voor de geleidelijke uitbreiding van de toelating van bepaalde beroepen met tekorten, met name huisartsen, psychiaters en interne ziekten. De wijziging treedt uiterlijk op 30 juni 2026 in werking.
[geschrapt]
6.2.a Investeringen: Bouw van TERVIKUM
De investering heeft tot doel bij te dragen tot een geïntegreerde verbetering van de toegang tot gezondheidszorg en de verlening van gezondheidszorg en sociale zorg.
De investering bestaat uit de bouw van een nieuw gezondheidscentrum in de stad Viljandi. De investering bestaat uit twee delen: een algemeen ziekenhuis en een centrum voor eerstelijnsgezondheidszorg.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de hervorming is de toegang tot algemene medische zorg te waarborgen, de continuïteit van de behandeling te verbeteren en de verlening van eerstelijnsgezondheidszorg flexibeler en mensgerichter te maken. De hervorming bestaat uit drie submaatregelen. Ten eerste is, om de toegang tot gespecialiseerde zorg te verbeteren, het gebruik van e-consultatie in de eerstelijnszorg op 30 september 2020 verlengd, zodat patiënten door een specialist konden worden geadviseerd zonder hen persoonlijk te hoeven raadplegen. Ten tweede is op 31 maart 2021 wetgeving in werking getreden om de toegang tot gezondheidszorg te verbeteren door het niveau van de steun voor huisartsen te verhogen en door het financieringsmodel voor algemene medische zorg te wijzigen om het werken in centra voor primaire gezondheidszorg in afgelegen gebieden aantrekkelijker te maken. Ten derde wordt de wet op de organisatie van gezondheidsdiensten gewijzigd wat betreft het beheer van de patiëntenlijst, het waarborgen van de continuïteit van de eerstelijnszorg en het uitbreiden van de rechten van verpleegkundigen om geneesmiddelen voor te schrijven aan patiënten.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 maart 2023 voltooid.
Het doel van de hervorming is het governancekader voor e-gezondheidszorg te actualiseren om beter in te spelen op de behoeften van het gezondheidsstelsel en te zorgen voor de ontwikkeling van digitale oplossingen ter ondersteuning van een duurzaam gezondheidsstelsel in Estland. De hervorming bestaat uit de goedkeuring van een herzien nationaal governancemodel voor informatie- en communicatietechnologie van het huidige gezondheidsstelsel om een toekomstgericht nieuw governancemodel voor e-gezondheid te bieden en een gemeenschappelijk inzicht onder de partners in de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van e-gezondheid te bevorderen.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2023 voltooid.
[geschrapt]
Het doel van de investering is jongeren met weinig werkervaring te helpen aan het werk te gaan. De wetgeving inzake de vernieuwde regeling „Mijn eerste baan” (M1T) bestaat uit twee componenten: een loonsubsidie aan de werkgever en de vergoeding van de opleidingskosten van een jongere. Een loonsubsidie en opleidingstoelage (tot 2 500 EUR) wordt betaald aan een werkgever die een jongere tussen 16 en 29 jaar in dienst heeft en geregistreerd staat als werkloos en geen of slechts kortstondige werkervaring heeft. De M1T-maatregel wordt geïntegreerd in andere diensten, met name met vervolgsteun voor jongeren en werkgevers na het begin van de arbeidsverhouding. Het doel is met name de voortijdige beëindiging van de arbeidsverhouding te voorkomen en in samenwerking met de werkgever en de jongere de opleidingsbehoeften van de jongere vast te stellen. Uiterlijk op 30 juni 2022 wordt een versterkt actieplan voor de jongerengarantie ingediend, dat de uitvoering van de investering ondersteunt met aanvullende maatregelen ter ondersteuning van jonge werklozen. Het omvat met name maatregelen om de vaardigheden van jongeren te verbeteren, acties vast te stellen om jeugdwerkloosheid te voorkomen en aan te pakken, met inbegrip van voorlichting en preventie van NEET-situaties, en de belangrijkste partijen en hun rol bij het voorkomen en aanpakken van jeugdwerkloosheid te definiëren.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
Het doel van de hervorming is de reeds lang bestaande uitdaging om de toereikendheid van het sociale vangnet te verbeteren, aan te pakken. De hervorming bestaat in de instelling van een mechanisme om de verlenging van de periode van werkloosheidsuitkeringen met 60 dagen te activeren, met name wanneer het geregistreerde werkloosheidspercentage de niet-versnelde inflatie/loonverhouding (NAIRU/NAWRU) met een aanzienlijke marge overschrijdt. Het verlengingsmechanisme en de marge, die niet hoger mogen zijn dan 2 %, worden overeengekomen in overleg met de sociale partners. De maatregel is bedoeld om mensen te helpen een langere periode van werkloosheid te overbruggen in moeilijke omstandigheden op de arbeidsmarkt.
De hervorming wordt uiterlijk op 30 juni 2023 ten uitvoer gelegd.
Het doel van de hervorming is de verlening van langdurige zorg te verbeteren. De hervorming bestaat uit de volgende elementen:
Wijzigingen van de Wet maatschappelijk welzijn leggen de definitie van langdurige zorg vast en verplichten de lokale autoriteiten rekening te houden met het beginsel dat een persoon zo lang mogelijk in zijn of haar woning, in zijn of haar gebruikelijke omgeving, moet kunnen wonen met voldoende hoogwaardige diensten. De wijzigingen treden uiterlijk op 30 juni 2022 in werking.
Een actieplan voor het op geïntegreerde wijze verstrekken van sociale en gezondheidszorg voorziet in de invoering van een geïntegreerd zorgmodel in heel Estland, legt de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken actoren vast en bepaalt de financiering van het stelsel. Het actieplan wordt uiterlijk op 31 december 2022 aangenomen.
In een besluit van de minister van Sociale Bescherming worden de opzet en de kenmerken van zorgdiensten door lokale overheden aan mensen met lagere zorgbehoeften vastgesteld, alsmede de voorwaarden voor de uitvoering ervan. Het omvat met name passende investeringen en de ontwikkeling van diensten door lokale autoriteiten om te zorgen voor zelfstandig wonen voor ouderen met minder zorgbehoeften en mensen met een handicap om zelfstandig wonen te ondersteunen. Het decreet van de minister van Sociale Bescherming tegen 31 december 2024.
Wetswijzigingen ter verbetering van het systeem ter ondersteuning van kinderen met hogere zorgbehoeften voorzien in de modernisering en integratie van diensten voor kinderen met hogere zorgbehoeften. Met name diensten op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, sociale bescherming en werkgelegenheid worden geïntegreerd om uitgebreide ondersteuning te bieden aan gezinnen met zorglasten. Het huidige steunstelsel wordt vereenvoudigd en de beoordelingen van de zorgbehoeften worden geconsolideerd, zodat ouders over een veilig contactpunt voor initieel advies en eerste ondersteuning beschikken. De wetswijzigingen treden uiterlijk op 31 maart 2025 in werking.
Het doel van de hervorming is de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen. De hervorming bestaat uit de goedkeuring van het welzijnsontwikkelingsplan voor 2023-2030 en de uitvoering daarvan en de uitrol van een digitaal instrument voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen.
Het plan voor de ontwikkeling van het welzijn wordt uiterlijk op 31 maart 2024 aangenomen en bevat de strategische doelstellingen om sociale ongelijkheden en armoede terug te dringen, gendergelijkheid en meer sociale inclusie te waarborgen en de gelijke behandeling van personen die tot minderheidsgroepen behoren, te bevorderen. Het ontwikkelingsplan bevat maatregelen om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen, met name door de loontransparantie te vergroten, de prevalentie en negatieve impact van genderstereotypen op het leven en de beslissingen van vrouwen en mannen te verminderen, onder meer met betrekking tot onderwijs- en loopbaankeuzes en het dragen van de zorglast, en een doeltreffendere uitvoering van de gendergelijkheidswet te ondersteunen.
Uiterlijk op 31 maart 2024 wordt een digitaal instrument voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen uitgerold, dat werkgevers een eenvoudig en eenvoudig instrument biedt om gegevens en informatie over de loonkloof tussen mannen en vrouwen en de mogelijke redenen ervan in hun organisaties te ontvangen en te analyseren en hen aldus te ondersteunen bij het nemen van geïnformeerde beslissingen en het nemen van doeltreffende maatregelen om het beginsel van gelijke beloning toe te passen en de loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 maart 2024 voltooid.
F.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
G.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
Het doel van de hervorming is het rechtskader vast te stellen voor de uitvoering en monitoring van het herstel- en veerkrachtplan. Het bepaalt de rol van de betrokken overheidsinstanties bij de uitvoering van het plan en de wijze waarop deze organen hun taken zullen uitvoeren.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 december 2021 voltooid.
G.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) |
Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) |
Indicatief tijdschema voor de voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
Meeteenheid |
Uitgangssituatie |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
124 |
Toezicht op en uitvoering van het plan |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de regeringsverordening betreffende het rechtskader voor de uitvoering en monitoring van het herstel- en veerkrachtplan van Estland. |
Inwerkingtreding van overheidsregulering |
|
|
|
KWARTAAL 4 |
2021 |
Inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van het rechtskader voor de uitvoering en monitoring van het herstel- en veerkrachtplan van Estland voordat het eerste betalingsverzoek wordt ingediend. In de verordening worden ten minste de autoriteiten omschreven die betrokken zijn bij de uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan van Estland en hun taken, met inbegrip van de taken van het ministerie van Financiën, de sectorale ministeries en het gemeenschappelijk dienstencentrum van de staat.
|
ONDERDEEL 8: REPowerEU
In het REPowerEU-hoofdstuk wordt ingegaan op de uitdaging om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. De doelstellingen van de component zijn het vergemakkelijken van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen; het faciliteren van het koolstofvrij maken van bepaalde economische sectoren; verhoging van de capaciteit van het elektriciteitsdistributienet; het gebruik van duurzaam biomethaan stimuleren en de integratie van hernieuwbare energiebronnen versnellen.
Het REPowerEU-hoofdstuk ondersteunt de aanpak van de landspecifieke aanbeveling om de algemene afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen door de uitrol van hernieuwbare energiebronnen te versnellen, onder meer door de vergunningsprocedures verder te stroomlijnen en het binnenlandse elektriciteitsnetwerk te versterken (landspecifieke aanbeveling 4 in 2022).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in deze component ernstig afbreuk doet aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren „geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
De uitvoering van de maatregel ter bevordering van de uitrol van hernieuwbare energiebronnen, de maatregel om de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienetwerk te verbeteren en de maatregel om de productie en het gebruik van duurzaam biomethaan te verhogen, zullen naar verwachting bijdragen tot het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Het vergroten van het aandeel hernieuwbare energiebronnen heeft een grensoverschrijdende of meerlandendimensie, met name in het Oostzeegebied en Finland, omdat dit bijdraagt tot het veiligstellen van de energievoorziening in de Unie als geheel. Een geringere afhankelijkheid van ingevoerde fossiele brandstoffen zal ook Europese toegevoegde waarde creëren, aangezien dit de levering aan andere lidstaten zal vrijmaken, in de huidige situatie van beperkingen op het gebied van de aardgasvoorziening, en totdat andere lidstaten erin slagen hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen.
H.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugvorderbare financiële steun
8.1 Hervorming: Het gebruik van hernieuwbare energiebronnen vergemakkelijken
Het doel van deze hervorming is het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, met name windenergie, te vergemakkelijken. De hervorming bestaat uit:
De inwerkingtreding van de wetswijzigingen om de plannings-, vergunnings- en milieueffectbeoordelingsprocessen voor windenergieprojecten te stroomlijnen.
De regering stelt prioritaire gebieden voor windontwikkeling vast op basis van een technisch verslag waarin prioritaire ontwikkelingsgebieden worden aangewezen met een geraamd potentieel van in totaal 1 000 MW.
Lokale overheden ontvangen steun ter verbetering van de administratieve procedures, met inbegrip van vergunningen, voor de ontwikkeling van windenergie.
De uitvoering van de hervorming wordt uiterlijk op 31 maart 2026 voltooid.
8.2. Investeringen: Programma ter verbetering van de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienet
Het doel van deze investering is de capaciteit van het elektriciteitsdistributienet te vergroten. Het gebrek aan capaciteit van het elektriciteitsdistributienet beperkt momenteel de uitrol van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. De investeringen hebben betrekking op werkzaamheden in het elektriciteitsnet om de capaciteit van het netwerk met 160 MW te verhogen.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
8.3. Investeringen: Verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan
Het doel van deze maatregel is het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te stimuleren in overeenstemming met de richtlijn hernieuwbare energie (RED II) en de integratie van hernieuwbare energiebronnen te versnellen. De investering bestaat uit subinvesteringen.
Een subinvestering bestaat in het scheppen van de nodige regelgevings-, organisatorische en financiële voorwaarden om de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te verhogen. De subinvestering bestaat uit twee elementen:
Estland geeft opdracht tot een onafhankelijk onderzoek naar de nodige regelgevende, organisatorische en financiële interventies die moeten worden geïnitieerd en uitgevoerd om de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te verhogen. De enquête bevat een beoordeling van de verbruiksvolumes van aardgas, biogas en biomethaan in het verleden en van biogas en een routekaart voor de toekomstige vraag om het potentieel van duurzame biogasproductie en duurzame biomethaanproductie als vervanging voor aardgas in de loop van de tijd aan te tonen. Het eindverslag van het onderzoek wordt gepubliceerd op de website van het ministerie van Milieu.
De regering keurt een actieplan goed voor de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan. Het actieplan bevat een lijst van wetswijzigingen en interventies die nodig zijn om de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te verhogen.
Subinvesteringen twee bestaan uit de bouw van productiefaciliteiten. De steun in het kader van de maatregel verhoogt de productiecapaciteit voor duurzaam biomethaan met ten minste 4 000 000 kubieke meter. In de oproep tot het indienen van subsidieaanvragen ter ondersteuning van het gebruik van biomethaan wordt het selectiecriterium opgenomen dat het verkeer van vrachtwagens die bioafval vervoeren tot een minimum wordt beperkt.
De uitvoering van de investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
H.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering van niet-terugvorderbare financiële steun
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) |
Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) |
Indicatief tijdschema voor de voltooiing |
Beschrijving van elke mijlpaal en doelstelling |
|||
Meeteenheid |
Uitgangssituatie |
Doel |
Kwartaal |
Jaar |
||||||
125 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Publicatie van de oproep tot het indienen van voorstellen ter ondersteuning van lokale overheden |
Publicatie van de aanbesteding |
|
|
|
KWARTAAL 3 |
2023 |
Er wordt een oproep tot het indienen van voorstellen gepubliceerd om lokale overheden te ondersteunen bij het inhuren van deskundigen of het inkopen van diensten ter verbetering van de administratieve procedures, met inbegrip van vergunningen, voor de ontwikkeling van windenergie. |
126 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wijzigingen van de relevante wetten ter stroomlijning van vergunnings-, plannings- en milieueffectbeoordelingsprocessen |
Inwerkingtreding van de wijzigingen |
|
|
|
KWARTAAL 2 |
2024 |
Wetswijzigingen om de vergunnings-, plannings- en milieueffectbeoordelingsprocessen voor windenergieprojecten te stroomlijnen, treden in werking. Dit houdt onder meer in dat de volgende wetten voor zover nodig worden gewijzigd: het Bouwwetboek, de Waterwet, de planningswet, de Wet milieueffectbeoordeling en het milieubeheersysteem, de Wet milieuheffingen en de Boswet. |
127 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Regeringsbesluit tot vaststelling van prioritaire gebieden voor de ontwikkeling van windenergie |
Regeringsbesluit vastgesteld |
|
|
|
KWARTAAL 3 |
2024 |
De regering neemt een besluit tot vaststelling van prioritaire ontwikkelingsgebieden voor windenergie. De regering stelt het besluit vast op basis van een technisch verslag waarin prioritaire ontwikkelingsgebieden zijn aangewezen met een geraamd potentieel van in totaal 1 000 MW. |
128 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Streefwaarde |
Ondersteuning van lokale overheden |
|
Aantal ondersteunde lokale overheden |
0 |
20 |
KWARTAAL 1 |
2025 |
20 lokale overheden hebben steun ontvangen op basis van de oproep tot het indienen van voorstellen voor het inhuren van deskundigen of het inkopen van diensten of door gebruik te maken van centraal aanbestede diensten ter verbetering van de administratieve procedures, met inbegrip van vergunningen, voor de ontwikkeling van windenergie. |
129 |
8.2 programma ter verbetering van de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienet |
Mijlpaal |
Ondertekening van de medefinancieringsovereenkomst voor elektriciteitsdistributienetten |
Ondertekende overeenkomst |
|
|
|
KWARTAAL 1 |
2024 |
Ondertekening van de medefinancieringsovereenkomst voor elektriciteitsdistributienetwerken tussen het ministerie van Economische Zaken en Communicatie en Elering AS met het oog op de verhoging van de capaciteit van het elektriciteitsdistributienet met 160 MW. |
130 |
8.2 programma ter verbetering van de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienet |
Streefwaarde |
Bouw voltooid en extra capaciteit van 160 MW beschikbaar |
|
MW extra beschikbare capaciteit |
0 |
160 |
KWARTAAL 1 |
2026 |
De werkzaamheden van het elektriciteitsdistributienet worden voltooid en leiden tot een toename van de capaciteit van het elektriciteitsdistributienet met 160 MW. |
131 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Mijlpaal |
Oproep tot het indienen van subsidieaanvragen ter ondersteuning van het gebruik van biomethaan |
Oproep tot het indienen van sollicitaties gepubliceerd |
|
|
|
KWARTAAL 2 |
2024 |
Publicatie van een oproep tot het indienen van aanvragen voor subsidies ter ondersteuning van het gebruik van duurzaam biomethaan overeenkomstig de richtlijn hernieuwbare energie (RED II). De oproep bevat, als een van de selectiecriteria, de eis die in de beschrijving van de investering is opgenomen. |
132 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Mijlpaal |
Onafhankelijk onderzoek naar de noodzakelijke regelgevende, organisatorische en financiële interventies |
Publicatie van het eindverslag van de enquête |
|
|
|
KWARTAAL 4 |
2024 |
Het eindverslag over het onafhankelijke onderzoek waarin wordt aangegeven welke regelgevende, organisatorische en financiële interventies moeten worden geïnitieerd en uitgevoerd om de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te verhogen, wordt gepubliceerd op de website van het ministerie van Milieu. Het verslag bevat een raming van het potentieel voor duurzaam biogas en duurzaam biomethaan als vervanging voor aardgas in de loop van de tijd op basis van een analyse van de verbruiksvolumes uit het verleden en de toekomstige vraag. |
133 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van een actieplan voor de productie en toepassing van biogas en biomethaan |
Goedgekeurd plan |
|
|
|
KWARTAAL 2 |
2025 |
De regering keurt het actieplan voor de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan goed. Het actieplan bevat een lijst van wetswijzigingen en interventies die nodig zijn om de productie en het gebruik van duurzaam biogas en duurzaam biomethaan te verhogen. |
134 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Streefwaarde |
Installatie van nieuwe productiecapaciteit voor biomethaan |
|
Verhoging van de geïnstalleerde productiecapaciteit voor duurzaam biomethaan in kubieke meter |
0 |
4 000 000 |
KWARTAAL 2 |
2026 |
De geïnstalleerde capaciteit voor de productie van duurzaam biomethaan neemt in het kader van de steunregeling met ten minste 4 000 000 kubieke meter toe. |
Geraamde totale kosten van het plan voor herstel en veerkracht
De geraamde totale kosten van het gewijzigde herstel- en veerkrachtplan, met inbegrip van het REPowerEU-hoofdstuk van Estland, bedragen 953 330 000 EUR.
De totale kosten van het REPowerEU-hoofdstuk worden geraamd op 90 040 000 EUR. Met name de geraamde totale kosten van de in artikel 21 quater, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2023/435 bedoelde maatregelen bedragen 0 EUR, terwijl de kosten van de andere maatregelen in het REPowerEU-hoofdstuk 90 040 000 EUR bedragen.
DEEL 2: FINANCIËLE ONDERSTEUNING
Financiële bijdrage
De in artikel 2, lid 2, bedoelde termijnen worden als volgt georganiseerd:
Eerste tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
23 |
2.1. Groene transitie van ondernemingen |
Mijlpaal |
Oprichting van een taskforce voor groene transitie om de groene transitie uit te voeren en te monitoren |
28 |
2.3. Programma’s voor de ontwikkeling van groene technologie |
Mijlpaal |
Oprichting van een werkgroep voor het plannen en opzetten van het ontwikkelingsprogramma |
37 |
2.6. Groene Fonds |
Mijlpaal |
Ondertekening van de contractuele overeenkomst tussen het ministerie van Economische Zaken en Communicatie en smartCap |
38 |
2.6. Groene Fonds |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het document over het investeringsbeleid door smartCap |
44 |
3.1. Oprichting en ontwikkeling van een expertisecentrum voor gegevensbeheer en open data |
Mijlpaal |
Oprichting van een team voor gegevensbeheer bij het Bureau voor de Statistiek, het ministerie van Economische Zaken en Communicatie en de autoriteit voor het staatsinformatiesysteem |
70 |
4.4. De groene transitie in de energiesector stimuleren |
Mijlpaal |
Besluit van de regering over de investeringen die nodig zijn om de defensiegerelateerde hoogtebeperkingen op windparken te verlichten |
71 |
4.4. De groene transitie in de energiesector stimuleren |
Mijlpaal |
Aanneming van het besluit van de regering betreffende de start van het voorbereidingsproces van het nationale ontwikkelingsplan voor de energiesector, de aanwijzing van de verantwoordelijken en de termijnen |
74 |
4.5. Programma ter versterking van het elektriciteitsnet om de productiecapaciteit voor hernieuwbare energie te vergroten en zich aan de klimaatverandering aan te passen (zoals bescherming tegen stormen) |
Mijlpaal |
Ondertekening van het medefinancieringscontract voor netwerkinvesteringen met de transmissiesysteembeheerder |
81 |
5.1. Veilige, groene, concurrerende, op behoeften gebaseerde en duurzame vervoers- en energie-infrastructuur uitrollen |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het plan voor de ontwikkeling van vervoer en mobiliteit 2021-2035 door de regering |
89 |
5.4. Aanleg van de tramlijn van Tallinn Old Port |
Mijlpaal |
Voltooiing van het ontwerp van het trambaanbouwproject |
106 |
6.3. Versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het regeringsbesluit tot wijziging van de lijst van gezondheidsdiensten van het Estse ziekenfonds met betrekking tot de toegang tot gespecialiseerde medische zorg |
107 |
6.3. Versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijzigingen van het regeringsbesluit tot wijziging van de lijst van gezondheidsdiensten van het Estse ziekteverzekeringsfonds met betrekking tot de kosten en diensten van huisartsen |
113 |
6.6. Arbeidsmarktmaatregelen nemen om de jeugdwerkloosheid terug te dringen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het decreet van de minister van Volksgezondheid en Arbeid tot versterking van de regeling „Mijn eerste baan” |
124 |
Audit en controle |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de regeringsverordening betreffende het rechtskader voor de uitvoering en monitoring van het herstel- en veerkrachtplan van Estland. |
|
|
Aflossingsbedrag |
142 977 720 EUR |
Tweede onderbreking (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
1 |
1.1. Digitale transformatie in ondernemingen |
Mijlpaal |
Oproep tot het indienen van voorstellen met gunningscriteria en toekenningsvoorwaarden |
11 |
1.4. Hervorming van vaardigheden voor de digitale transformatie van bedrijven |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van secundaire wetgeving waarin de voorwaarden voor steun voor de ontwikkeling van digitale vaardigheden zijn vastgelegd |
16 |
1.5.1. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Land- en regionale strategieën |
Mijlpaal |
Voorbereiding van de ontwikkeling van strategieën |
19 |
1.5.2. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Innovatieve bedrijfscentra op belangrijke exportmarkten |
Mijlpaal |
Voorbereidende analyse om de inhoud en de locatie van bedrijfscentra te bepalen |
21 |
1.5.3. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Global e-export impactgroepen en virtuele fasen |
Mijlpaal |
Oprichting van impactgroepen en selectie van bestemmingen voor wereldwijde digitale missies |
25 |
2.2. Groene vaardigheden ter ondersteuning van de groene transitie van ondernemingen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van secundaire wetgeving waarin de voorwaarden voor steun voor de ontwikkeling van groene vaardigheden zijn vastgelegd |
32 |
2.4. Modernisering van de bedrijfsmodellen in productiebedrijven |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen |
34 |
2.5. Toepassing van hulpbronnenefficiënte groene technologieën |
Mijlpaal |
Publicatie van een oproep tot het indienen van voorstellen voor subsidies |
51 |
3.4. Programma #Bürokratt (nationaal platform en ecosysteem voor virtuele assistenten) |
Streefwaarde |
Toegang tot digitale overheidsdiensten via het virtuele assistentieplatform |
54 |
3.5. Herconfiguratie van digitale basisdiensten en veilige overgang naar cloudinfrastructuur |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van centraal geleverde/gedeelde IT-basisdiensten |
65 |
4.2. Steun voor de renovatie van appartementsgebouwen |
Mijlpaal |
Publicatie van oproepen tot het indienen van aanvragen voor subsidies voor de renovatie van residentiële appartementsgebouwen |
68 |
4.3. Steun voor de renovatie van kleine woongebouwen |
Mijlpaal |
Gepubliceerde oproepen tot het indienen van voorstellen voor renovatiesubsidies |
90 |
5.4. Aanleg van de tramlijn van Tallinn Old Port |
Mijlpaal |
Gunning van de opdracht voor werken |
114 |
6.6. Arbeidsmarktmaatregelen nemen om de jeugdwerkloosheid terug te dringen |
Mijlpaal |
Actieplan jongerengarantie |
117 |
6.8. Langdurige zorg. |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijzigingen van de Wet maatschappelijk welzijn |
|
|
Aflossingsbedrag |
142 977 720 EUR |
Derde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
7 |
1.3. Ontwikkeling van digitale vrachtbrieven |
Streefwaarde |
ontwikkeling van eFTI-platforms (elektronische informatie over goederenvervoer) |
24 |
2.1. Groene transitie van ondernemingen |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het actieplan voor de circulaire economie door de taskforce groene transitie |
41 |
2.7. Kansen creëren voor het gebruik van op hernieuwbare energie gebaseerde groene waterstoftechnologieën |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de steun |
47 |
3.2. Ontwikkeling van evenementendiensten en proactieve digitale overheidsdiensten voor individuen |
Streefwaarde |
Xxxxxxxxx van persoonlijke evenementen en/of proactieve diensten |
49 |
3.3. Ontwikkeling van evenementendiensten en digitale toegangspoort voor ondernemers |
Streefwaarde |
Uitrol van IT-ontwikkelingen die bijdragen tot de implementatie van de diensten voor zakelijke evenementen en de gateway |
63 |
4.1. Bevordering van energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Sluiting van de samenwerkingsovereenkomst waarin de voorwaarden worden vastgelegd voor samenwerking tussen SA Kredex/Enterprise Estonia en provinciale ontwikkelingscentra |
76 |
4.6. Programma ter bevordering van de energieproductie in industriegebieden |
Mijlpaal |
Publicatie van een oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten ter bevordering van de energieproductie op industrieterreinen |
78 |
4.7. Proefprogramma voor energieopslag |
Mijlpaal |
Publicatie van een oproep tot het indienen van voorstellen voor een proefprogramma voor energieopslag |
82 |
5.1. Veilige, groene, concurrerende, op behoeften gebaseerde en duurzame vervoers- en energie-infrastructuur uitrollen |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het uitvoeringsplan voor een groene duurzame ontwikkeling van het openbaar vervoer van het plan voor de ontwikkeling van vervoer en mobiliteit 2021-2035 |
92 |
5.5. Investeringen van gemeenten in fiets- en wandelgangen |
Mijlpaal |
Oproep tot het indienen van voorstellen voor subsidies |
95 |
6.1. Een ingrijpende wijziging in de organisatie van de gezondheidszorg in Estland |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het strategisch kader voor het aanpakken van tekorten aan gezondheidswerkers |
96 |
6.1. Een ingrijpende wijziging in de organisatie van de gezondheidszorg in Estland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het besluit van de ministervan Volksgezondheid en Arbeid tot wijziging van het vergoedingenstelsel voor artsen en apothekers |
99a |
6.2.a bouw van TERVIKUM |
Mijlpaal |
Ondertekening van het contract voor de bouw van TERVIKUM |
108 |
6.3. Versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van wijzigingen van de wet op de organisatie van de gezondheidszorg |
109 |
6.4. Vernieuwing van de governance op het gebied van e-gezondheid |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het governancekader voor e-gezondheid en de routekaart voor de uitvoering ervan |
116 |
6.7. Verlenging van de duur van werkloosheidsuitkeringen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wijzigingen in de Wet werkloosheidsdiensten en -uitkeringen en de Wet op de werkloosheidsverzekering |
118 |
6.8. Langdurige zorg. |
Mijlpaal |
Actieplan voor een geïntegreerd zorgmodel |
122 |
6.9. Verkleining van de loonkloof tussen mannen en vrouwen |
Mijlpaal |
Digitaal instrument voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen |
|
|
Aflossingsbedrag |
142 977 720 EUR |
Vierde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
2 |
1.1. Digitale transformatie in ondernemingen |
Streefwaarde |
Toekenning van subsidies |
12 |
1.4. Hervorming van vaardigheden voor de digitale transformatie van bedrijven |
Streefwaarde |
Inschrijving voor opleidingsactiviteiten |
17 |
1.5.1. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Land- en regionale strategieën |
Mijlpaal |
Aanbesteding van studies |
29 |
2.3. Programma’s voor de ontwikkeling van groene technologie |
Mijlpaal |
Opzet van het programma voor de ontwikkeling van groene technologieën |
35 |
2.5. Uitrol van hulpbronnenefficiënte groene technologieën |
Streefwaarde |
Aantal projecten waaraan subsidies zijn toegekend na de oproep tot het indienen van voorstellen |
43a |
2.8 investeringssteun voor voorzieningszekerheid |
Mijlpaal |
Publicatie van de oproep tot het indienen van voorstellen voor subsidies |
55 |
3.5. Herconfiguratie van digitale basisdiensten en veilige overgang naar cloudinfrastructuur |
Streefwaarde |
Uitrol van nationale particuliere cloudinfrastructuur door overheidsinstanties |
56 |
3.5. Herconfiguratie van digitale basisdiensten en veilige overgang naar cloudinfrastructuur |
Mijlpaal |
Uitbreiding van de cloudinfrastructuur tot de dataambassade |
84a |
5.2.a multifunctioneel werkvaartuig |
Mijlpaal |
Contract ondertekend voor de bouw van het vaartuig |
86a |
5.3.a aanleg van de viaducten Rail Baltic |
Mijlpaal |
Opdrachten voor werken voor de bouw van Rail Baltic viaducts |
96a |
6.1 een ingrijpende wijziging in de organisatie van de gezondheidszorg in Estland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het besluit van de minister van Volksgezondheid en Arbeid en de wijziging van de wet op de gezondheidszorgorganisaties tot instelling van het vergoedingssysteem voor verpleegkundigen |
97 |
6.1. Een ingrijpende wijziging in de organisatie van de gezondheidszorg in Estland |
Streefwaarde |
Toelating tot een verpleegkundige opleiding |
121 |
6.9. Verkleining van de loonkloof tussen mannen en vrouwen |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het welzijnsontwikkelingsplan 2023-2030 door de regering |
123 |
6.9. Verkleining van de loonkloof tussen mannen en vrouwen |
Mijlpaal |
Digitaal instrument voor de loonkloof tussen mannen en vrouwen |
125 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Publicatie van de oproep tot het indienen van voorstellen ter ondersteuning van lokale overheden |
126 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wijzigingen van de relevante wetten ter stroomlijning van vergunnings-, plannings- en milieueffectbeoordelingsprocessen |
129 |
8.2 programma ter verbetering van de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienet |
Mijlpaal |
Ondertekening van de medefinancieringsovereenkomst voor het elektriciteitsdistributienet |
131 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Mijlpaal |
Oproep tot het indienen van subsidieaanvragen ter ondersteuning van het gebruik van biomethaan |
|
|
Aflossingsbedrag |
142 977 720 EUR |
Vijfde tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
4 |
1.2. Ontwikkeling van e-bouw |
Mijlpaal |
Vaststelling van internationale normen en beste praktijken voor het gebruik van digitale technologieën in de bouw |
8 |
1.3. Ontwikkeling van digitale vrachtbrieven |
Streefwaarde |
ontwikkeling van de interface ECMR (elektronische verzendingsnota) |
14 |
1.4. Hervorming van vaardigheden voor de digitale transformatie van bedrijven |
Streefwaarde |
Aantal nieuwe bij- en omscholingsmodules |
15 |
1.4. Hervorming van vaardigheden voor de digitale transformatie van bedrijven |
Streefwaarde |
Herziening van de kwalificatienormen voor ICT-specialisten. |
26 |
2.2. Groene vaardigheden ter ondersteuning van de groene transitie van ondernemingen |
Streefwaarde |
Aantal bij- en omscholingsmodules |
39 |
2.6. Groene Fonds |
Streefwaarde |
Volume van de investeringen in durfkapitaalfondsen of aandeleninvesteringen in ondernemingen |
43b |
2.8 investeringssteun voor voorzieningszekerheid |
Streefwaarde |
Aantal na de oproep tot het indienen van voorstellen toegekende projecten |
57 |
3.5. Herconfiguratie van digitale basisdiensten en veilige overgang naar cloudinfrastructuur |
Streefwaarde |
Migratie van kritieke systemen naar de nationale cloudinfrastructuur van de gegevensambassade |
58 |
3.5. Herconfiguratie van digitale basisdiensten en veilige overgang naar cloudinfrastructuur |
Streefwaarde |
Centrale veiligheidstests van informatiesystemen van overheidsinstanties |
59 |
3.6. Tot vaststelling van de strategische analyse van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in Estland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wijziging van de wet ter voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en van andere wetgevende, administratieve en contractuele wijzigingen die nodig zijn voor het Centrum voor strategische analyse |
61 |
3.8. Aanleg van breedbandnetwerken met zeer hoge capaciteit |
Streefwaarde |
Uitrol van breedbandnetwerk met zeer hoge capaciteit naar nieuwe sites |
64 |
4.1. Bevordering van energie-efficiëntie |
Mijlpaal |
Digitale instrumenten om de toegang tot informatie over renovatie te vergemakkelijken, met inbegrip van het visualiseren van de resultaten van de renovatie en het ramen van de kosten van renovatie, zijn operationeel geworden |
66 |
4.2. Steun voor de renovatie van appartementsgebouwen |
Streefwaarde |
Woningen met verbeterde energieprestaties |
69 |
4.3. Steun voor de renovatie van kleine woongebouwen |
Streefwaarde |
Woningen met verbeterde energieprestaties |
72 |
4.4. De groene transitie in de energiesector stimuleren |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de relevante primaire en/of secundaire wetgeving en publicatie van richtsnoeren om de belemmeringen voor de installatie van installaties voor de opwekking van hernieuwbare energie en energieopslagfaciliteiten te verlichten |
80a |
4.8 bevordering van de ontwikkeling van windmolenparken op zee |
Mijlpaal |
Contractanten voor de geselecteerde radar- en passieve radarsystemen/sensoren en ondertekende contracten |
94 |
6.1. Een ingrijpende wijziging in de organisatie van de gezondheidszorg in Estland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het regeringsbesluit inzake het draaiboek voor de ontwikkeling van het ziekenhuisnetwerk |
119 |
6.8. Langdurige zorg. |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het decreet van de minister van Sociale Bescherming |
120 |
6.8. Langdurige zorg. |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van de wetswijzigingen van de steunregeling voor kinderen met grote zorgbehoeften |
127 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Mijlpaal |
Regeringsbesluit tot vaststelling van prioritaire gebieden voor de ontwikkeling van windenergie |
128 |
8.1 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen |
Streefwaarde |
Ondersteuning van lokale overheden |
132 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Mijlpaal |
Onafhankelijk onderzoek naar de noodzakelijke regelgevende, organisatorische en financiële interventies |
|
|
Aflossingsbedrag |
142 977 720 EUR |
Zesde Instalment (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
3 |
1.1. Digitale transformatie in ondernemingen |
Streefwaarde |
Toekenning van subsidies |
5 |
1.2. Ontwikkeling van e-bouw |
Mijlpaal |
Beschikbaarheid van openbare diensten op het e-bouwplatform |
6 |
1.2. Ontwikkeling van e-bouw |
Streefwaarde |
Voltooiing van ontwikkelings- en prototypingprojecten |
9 |
1.3. Ontwikkeling van digitale vrachtbrieven |
Streefwaarde |
Totaal aantal voltooide projecten |
33 |
2.4. Modernisering van de bedrijfsmodellen in productiebedrijven |
Streefwaarde |
Aantal ondersteunde projecten |
42 |
2.7 kansen creëren voor het gebruik van groene waterstoftechnologieën op basis van hernieuwbare energie |
Mijlpaal |
Technologieën en apparatuur voor de productie van groene waterstof |
45 |
3.1. Oprichting en ontwikkeling van een expertisecentrum voor gegevensbeheer en open data |
Streefwaarde |
Voltooiing van projecten ter verbetering van de gegevenskwaliteit |
46 |
3.1. Oprichting en ontwikkeling van een expertisecentrum voor gegevensbeheer en open data |
Streefwaarde |
Publicatie van datasets op het nationale opendataportaal |
48 |
3.2. Ontwikkeling van evenementendiensten en proactieve digitale overheidsdiensten voor individuen |
Streefwaarde |
Xxxxxxxxx van persoonlijke evenementendiensten en proactieve diensten |
50 |
3.3. Ontwikkeling van evenementendiensten en digitale toegangspoort voor ondernemers |
Streefwaarde |
Uitrol van IT-ontwikkelingen die bijdragen tot de implementatie van de diensten voor zakelijke evenementen en de gateway |
52 |
3.4. Programma #Bürokratt (nationaal platform en ecosysteem voor virtuele assistenten) |
Streefwaarde |
Introductie van de virtuele assistent Bürokratt in digitale openbare dienstenomgevingen |
53 |
3.4. Programma #Bürokratt (nationaal platform en ecosysteem voor virtuele assistenten) |
Streefwaarde |
Toegang tot digitale overheidsdiensten via het virtuele assistentieplatform |
62 |
3.8. Aanleg van breedbandnetwerken met zeer hoge capaciteit |
Streefwaarde |
Uitrol van breedbandnetwerk met zeer hoge capaciteit naar nieuwe sites |
73 |
4.4. De groene transitie in de energiesector stimuleren |
Mijlpaal |
Goedkeuring van het nationale ontwikkelingsplan voor de energiesector door de regering |
91 |
5.4 aanleg van de tramlijn Tallinn Old Port |
Streefwaarde |
Nieuwe tramlijn in gebruik |
93 |
5.5. Investeringen van gemeenten in fiets- en wandelgangen |
Streefwaarde |
Infrastructuur voor fiets- en wandelpaden voltooid |
100a |
6.2.a bouw van TERVIKUM |
Mijlpaal |
TERVIKUM gebouwd |
115 |
6.6. Arbeidsmarktmaatregelen nemen om de jeugdwerkloosheid terug te dringen |
Streefwaarde |
Aantal jongeren dat deelneemt aan de regeling „Mijn eerste baan” |
133 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van een actieplan voor de productie en toepassing van biogas en biomethaan |
|
|
Aflossingsbedrag |
142 977 720 EUR |
Zevende tranche (niet-terugvorderbare steun):
Volgnummer |
Gerelateerde maatregel (hervorming of investering) |
Mijlpaal/Doelstelling |
Naam |
10 |
1.3. Ontwikkeling van digitale vrachtbrieven |
Mijlpaal |
Evaluatie achteraf van de ontwikkeling en uitrol van de digitale vrachtbrieven |
13 |
1.4. Hervorming van vaardigheden voor de digitale transformatie van bedrijven |
Streefwaarde |
Voltooiing van opleidingsactiviteiten |
18 |
1.5.1. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Land- en regionale strategieën |
Streefwaarde |
Aantal landen- en regionale uitvoerstrategieën |
20 |
1.5.2. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Innovatieve bedrijfscentra op belangrijke exportmarkten |
Streefwaarde |
Aantal geopende bedrijfscentra |
22 |
1.5.3. Ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen op buitenlandse markten — Global e-export impactgroepen en virtuele fasen |
Streefwaarde |
Aantal missies uitgevoerd door de wereldwijde effectgroepen en aantal grote evenementen waarin Estland via „virtuele fasen” was vertegenwoordigd |
27 |
2.2. Groene vaardigheden ter ondersteuning van de groene transitie van ondernemingen |
Streefwaarde |
Deelnemers aan bij- en omscholingsprogramma’s |
30 |
2.3. Programma’s voor de ontwikkeling van groene technologie |
Streefwaarde |
Aantal door het programma voor de ontwikkeling van groene technologie ondersteunde clusters |
31 |
2.3. Programma’s voor de ontwikkeling van groene technologie |
Streefwaarde |
Aantal door het programma voor de ontwikkeling van groene technologie ondersteunde start-ups die particuliere investeringen hebben ontvangen |
36 |
2.5. Toepassing van hulpbronnenefficiënte groene technologieën |
Streefwaarde |
Aantal voltooide projecten |
40 |
2.6. Groene Fonds |
Streefwaarde |
Volume van de investeringen in durfkapitaalfondsen of aandeleninvesteringen in ondernemingen |
43 |
2.7. Kansen creëren voor het gebruik van op hernieuwbare energie gebaseerde groene waterstoftechnologieën |
Streefwaarde |
Subsidies voor groene waterstoftechnologieën op basis van hernieuwbare energie ten belope van ten minste 49.49 miljoen EUR |
43c |
2.8 investeringssteun voor voorzieningszekerheid |
Streefwaarde |
Aantal voltooide projecten |
60 |
3.7. Informatiesysteem voor realtime strategische analyse van xxxxxxxxx en terrorismefinanciering |
Mijlpaal |
Ontwikkeling van het nieuwe realtime ICT-analysesysteem voor het Centrum voor strategische analyse en levering aan de financiële-inlichtingeneenheid |
67 |
4.2. Steun voor de renovatie van appartementsgebouwen |
Streefwaarde |
Xxxxxxxx jaarlijkse vermindering van broeikasgasemissies |
69a |
4.3 steun voor de renovatie van kleine woongebouwen |
Streefwaarde |
Woningen met verbeterde energieprestaties |
75 |
4.5. Programma ter versterking van het elektriciteitsnet om de productiecapaciteit voor hernieuwbare energie te vergroten en zich aan de klimaatverandering aan te passen (zoals bescherming tegen stormen) |
Streefwaarde |
Extra netwerkcapaciteit gecreëerd door investeringen in het transmissienetwerk |
77 |
4.6. Programma ter bevordering van de energieproductie in industriegebieden |
Streefwaarde |
Extra aansluitcapaciteit voor de productie van hernieuwbare elektriciteit op of nabij industriële locaties die op het net zijn aangesloten |
79 |
4.7. Proefprogramma voor energieopslag |
Streefwaarde |
Extra warmteopslagcapaciteit als gevolg van investeringssteun |
80 |
4.7. Proefprogramma voor energieopslag |
Streefwaarde |
Extra capaciteit voor elektriciteitsopslag als gevolg van investeringssteun |
80b |
4.8 bevordering van de ontwikkeling van windmolenparken op zee |
Mijlpaal |
Radar- en passieve radarsystemen/sensoren worden operationeel |
80c |
4.8 bevordering van de ontwikkeling van windmolenparken op zee |
Mijlpaal |
Opheffing van de hoogtebeperking voor offshorewindturbines in de Golf van Riga en de Estse eilanden Hiiumaa, Saaremaa, Vormsi |
83 |
5.1. Veilige, groene, concurrerende, op behoeften gebaseerde en duurzame vervoers- en energie-infrastructuur uitrollen |
Mijlpaal |
Uitvoering van het plan voor de ontwikkeling van vervoer en mobiliteit 2021-2035 |
85a |
5.2.a multifunctioneel werkvaartuig |
Mijlpaal |
Schip geleverd |
87a |
5.3.a aanleg van de viaducten Rail Baltic |
Streefwaarde |
Viaducten voltooid |
98 |
6.1. Een ingrijpende wijziging in de organisatie van de gezondheidszorg in Estland |
Mijlpaal |
Inwerkingtreding van het ministerieel besluit tot wijziging van de overeenkomst tussen het ministerie van Sociale Zaken en de Universiteit van Tartu over het tekort aan artsen in bepaalde specialisaties |
130 |
8.2 programma ter verbetering van de toegang van de productie van hernieuwbare energie tot het elektriciteitsdistributienet |
Streefwaarde |
Bouw voltooid en extra capaciteit van 160 MW beschikbaar |
134 |
8.3 verhoging van de productie en het gebruik van duurzaam biogas en biomethaan |
Streefwaarde |
Installatie van nieuwe productiecapaciteit voor biomethaan |
|
|
Aflossingsbedrag |
95 318 480 EUR |
DEEL 3: AANVULLENDE REGELINGEN
Regelingen voor de monitoring en uitvoering van het plan voor herstel en veerkracht
Het toezicht op en de uitvoering van het Estse plan voor herstel en veerkracht vinden plaats overeenkomstig de volgende regelingen:
Het ministerie van Financiën als het leidende ministerie en het gemeenschappelijk dienstencentrum van de staat zorgen voor de algemene coördinatie, monitoring en uitvoering van het herstel- en veerkrachtplan. Het gemeenschappelijk dienstencentrum van de staat voert de taken van de beheersautoriteit uit. De afdeling staatsbegroting van het ministerie van Financiën voert in samenwerking met het gemeenschappelijk dienstencentrum van de staat de taken in verband met toezicht en evaluatie uit.
De sectorale ministeries en agentschappen vervullen de hun toegewezen taken in verband met de uitvoering van het plan. Hun diensten ondersteunen ook het toezicht op de voortgang van de projecten die onder hun bevoegdheid vallen en werken nauw samen met het gemeenschappelijk dienstencentrum van de staat en het ministerie van Financiën. Daartoe wordt het bestaande operationele systeem van de structuurfondsen (SFOS) gebruikt om alle gegevens met betrekking tot de uitvoering en monitoring van het plan te registreren.
De afdeling Financiële controle van het ministerie van Financiën, de auditautoriteit, voert regelmatig audits uit van de ingestelde beheers- en controlesystemen. Zij stelt ook een samenvatting op van de audits die voor betalingsverzoeken zijn verricht. De auditautoriteit is tevens gastheer van de fraudebestrijdingscoördinatiedienst.
Alle nationale en externe bronnen worden samen opgenomen in sectorspecifieke programma’s die een transparant toezicht op sectorale financiering mogelijk maken en het mogelijk maken risico’s in kaart te brengen en dubbele financiering te voorkomen.
Regelingen voor volledige toegang van de Commissie tot de onderliggende gegevens
Het State Shared Service Center als beheersautoriteit is verantwoordelijk voor het indienen van betalingsverzoeken bij de Europese Commissie en voor het opstellen van de beheersverklaring waarmee het certificeert dat de middelen voor het beoogde doel zijn gebruikt, dat de informatie volledig, nauwkeurig en betrouwbaar is en dat het controlesysteem de nodige zekerheid biedt. Daarnaast wordt het toezicht en de evaluatie ook verzorgd door het ministerie van Financiën, in samenwerking met het gemeenschappelijk dienstencentrum van de staat.
Gegevens met betrekking tot de uitvoering en monitoring van het plan worden opgeslagen in het bestaande geïntegreerde informatiesysteem, het operationele systeem van de structuurfondsen (SFOS). De SFOS is aangepast aan de vereisten van Verordening (EU) 2021/241 inzake gegevensverzameling, voortgangsverslagen en betalingsverzoeken, onder meer om indicatoren en andere informatie te verzamelen die nodig is om het bereiken van mijlpalen en streefdoelen aan te tonen en te rapporteren. De SFOS wordt gebruikt door alle actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van het plan. De informatie in de SFOS wordt voortdurend bijgewerkt over de voortgang en de resultaten van het plan, met inbegrip van de geconstateerde tekortkomingen en alle genomen corrigerende maatregelen.
Overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EU) 2021/241 dient Estland na voltooiing van de relevante overeengekomen mijlpalen en streefdoelen in afdeling 2.1 van deze bijlage bij de Commissie een naar behoren gemotiveerd verzoek tot betaling van de financiële bijdrage in. Estland zorgt ervoor dat de Commissie op verzoek volledige toegang heeft tot de onderliggende relevante gegevens die het betalingsverzoek naar behoren motiveren, zowel voor de beoordeling van het betalingsverzoek overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2021/241 als voor audit- en controledoeleinden.
1 Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
2 Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
3 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
4 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
5 Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
6 Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
7 Deze uitsluiting is niet vaè§!n toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
8 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
9 Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
10 Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
11 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
12 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
13 Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
14 Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
15 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
16 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
17 Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
18 Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
19 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
20 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
21 Met uitzondering van projecten in het kader van deze maatregel op het gebied van de opwekking van elektriciteit en/of warmte en de daarmee verband houdende transmissie- en distributie-infrastructuur, met gebruikmaking van aardgas, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage III van de technische richtsnoeren „Geen ernstige afbreuk doen” (2021/C58/01).
22 Wanneer de ondersteunde activiteit de verwachte broeikasgasemissies oplevert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet worden uitgelegd waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks die zijn vastgesteld voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van het emissiehandelssysteem vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
23 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in installaties die uitsluitend bestemd zijn voor de behandeling van niet-recycleerbaar gevaarlijk afval, noch op bestaande installaties, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen, uitlaatgassen af te vangen voor opslag of het gebruik of terugwinning van materialen uit verbrandingsassen, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installatie of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
24 Deze uitsluiting is niet van toepassing op acties in het kader van deze maatregel in bestaande installaties voor mechanische biologische behandeling, wanneer de acties in het kader van deze maatregel tot doel hebben de energie-efficiëntie te verhogen of de recyclingactiviteiten van gescheiden afval aan te passen aan compost bioafval en anaerobe vergisting van bioafval, mits dergelijke acties in het kader van deze maatregel niet leiden tot een verhoging van de afvalverwerkingscapaciteit van de installaties of tot een verlenging van de levensduur van de installaties; waarvoor bewijs wordt geleverd op het niveau van de installatie.
NL NL