ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING ACADEMIEJAAR 2023-2024
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING ACADEMIEJAAR 2023-2024
INHOUD
Overmacht, borgen van veiligheid en gezondheid van studenten en personeel 8
9
Art.1. — Algemene toelatingsvoorwaarden 9
Art.2. — algemene diplomavoorwaarden 10
academiejaar 2023-2024
PAGINA 2
Art.5. — Ingeschreven studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden 14
Art.8. — Inschrijven voor Educatieve bachelor- en Educatieve graduaatsopleidingen 15
Art.9. — Werkstudenten en werktrajecten 16
Art.10. — Herinschrijving na een onderbreking van 3 jaar 17
Art.12. — Studiegeld bij ontoereikend leerkrediet 18
Art.13. — Studiegeld bij combinaties van examencontracten met diploma- of creditcontracten 18
Art.14. — Studiegelden voor studenten uit het secundair onderwijs die een creditcontract afsluiten 18
Art.15. — Aanrekening van forfaitaire en extra studiekosten 18
Art. 16 — Studiegeld bij heroriënteren binnen de Associatie KU Leuven in hetzelfde academiejaar 18
Art.17. — Uitschrijven en veranderen van studierichting 19
1.4. Types contracten en trajecten 20
Art.19. — Diplomacontracten, examencontracten en creditcontracten 20
Art.20. — Combinatiemogelijkheden van contracten 21
1.5. Het studieprogramma van de individuele student 22
Art.22. — Samenstelling van het jaarprogramma voor de individuele student 22
Art.23. — Wijzigen van het jaarprogramma 23
1.6. Vrijstellingen, overname van examencijfers en creditbewijzen 24
Art.24. — Vrijstelling of overname van examencijfers 24
academiejaar 2023-2024
PAGINA 3
Art.26. — Beroepsmogelijkheid 27
1.7. Maatregelen van studievoortgang voor graduaatsstudenten 27
Art.27. — Aantal inschrijvingskansen 27
Art.29. — Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden 27
Art.30. — Aantal inschrijvingskansen 28
Art.32. — Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden 28
Art.33. — Weigering van verdere inschrijving op grond van niet-slagen na voldoende examenkansen voor een bepaald opleidingsonderdeel 28
Art.34. — Duur van de weigering 29
Art.35. — Weigering op grond van een onvoldoende leerkrediet 29
Art.36. — Aantal inschrijvingskansen 30
Art.38. — Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden 30
Art.39. — Weigering van verdere inschrijving op grond van niet-slagen na voldoende examenkansen voor een bepaald opleidingsonderdeel na het
behalen van de decretale drempel. 31
Art.40. — Duur van de weigering in het kader van de decretale drempel 31
Art.41. — Duur van de weigering na niet-slagen na voldoende examenkansen 32
Art.42. — Weigering op grond van een onvoldoende leerkrediet 32
academiejaar 2023-2024
PAGINA 4
33
2.2. Organisatie van de examens 33
Art.47. — Deelevaluaties en permanente evaluatie 34
Art.50. — Bijwonen van een mondeling examen 34
Art.52. — Bijzondere regeling voor ‘afstudeerders’ 35
2.3. Deelname aan de examens 36
Art.53. — Voorwaarde om aan examens deel te nemen 36
Art.54. — Beperkingen inzake deelname 37
Art.55. — Hernemen van examens na de eerste examenkans 37
Art.56. — Inhalen van examens uit een bepaalde examenperiode binnen het academiejaar 37
Art.57. — Gewettigde afwezigheid 38
Art.58. — Stopzetten van de examens 38
Art.59. — Teruggave leerkrediet bij overmacht 38
2.4. Afwijkende examenregelingen 39
Art.60. — Bijzondere regelingen in individuele omstandigheden 39
2.5. Examens afgelegd in een andere opleiding of instelling 39
Art.61. — Tijdstip en plaats van examens 39
Art.63. — Vervanging door een equivalent opleidingsonderdeel 40
Art.64. — Opdracht, aanstelling en beschikbaarheid 40
academiejaar 2023-2024
PAGINA 5
Art.65. — Bevoegdheden en betwistingen 40
Art.66. — Onverenigbaarheid 41
2.7. Verloop van de examens 41
Art.69. — Informatie vóór de examens en inleveringstermijn van werkstukken 42
Art.70. — Niet-naleven van contractuele verplichtingen
i.v.m. stage, werkplekleren en andere 42
Art.71. — Weigering van stage i.f.v. gezondheid 43
Art.73. — Algemene regels voor examens 43
Art.74. — Mondelinge examens 44
Art.75. — Schriftelijke examens 44
Art.76. — Schriftelijke online examens 44
Art.78. — Administratieve verwerking 45
2.8. De examencommissies en hun bevoegdheid 46
Art.80. — Bevoegdheden van de beperkte examencommissie 46
Art.81. — Bevoegdheden van de volledige examencommissie 47
Art.85. — Consultatie van niet-leden door de examencommissie 48
Art.86. — De examencommissie als college en haar
Art.87. — Criteria voor het slagen voor een opleidingsonderdeel 49
Art.90. — Criteria voor het slagen voor een opleiding 50
academiejaar 2023-2024
PAGINA 6
Art.91. — Slagen voor een aansluitende opleiding 50
Art.92. — Criteria voor het behalen van een diploma of getuigschrift en een graad van verdienste 50
Art.93. — Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
2.10. Hernemen van examens over opleidingsonderdelen en het inzetten van toleranties 52
Art.94. — Hernemen van examens over opleidingsonderdelen 52
Art.95. — Inzetten van toleranties 53
2.12. Mededeling en bespreking van de examenresultaten
Art.99. — Mededeling van de beslissingen van de examencommissie tijdens de opleiding 57
Art.100. — Xxxxxxxxxx van de resultaten en recht op feedback 58
Geschillenregeling en materiële vergissingen 58
Art.101. — Conflicten voor of tijdens een examen 58
Art.102. — Materiële vergissingen vastgesteld voor een beraadslaging 58
Art.103. — Materiële vergissingen en/of beoordelingsfouten vastgesteld na een beraadslaging 58
60
3.1. Rechten en plichten van de student 60
Art.104. — Gelijke behandeling en redelijke aanpassingen
Art.105. — Openbaarheid van bestuur 60
Art.106. — Specifieke rechten en plichten 61
Art.107. — Bescherming van de persoonsgegevens 63
academiejaar 2023-2024
PAGINA 7
Art.108. — Bewaartermijn van documenten 63
Art.109. — Intellectuele eigendomsrechten op werken van studenten 63
3.2. Rechtsbescherming en behandeling van klachten 65 Art.110. — De ombudswerking 65
Art.111. — Interne beroepsprocedure 65
3.3. Gedragscode met betrekking tot de taalregeling 67
3.4. Gedragscode met betrekking tot het dragen van religieuze symbolen 67
Vooraf
Het Onderwijs- en Examenreglement is van toepassing op de studenten en de opleidingen van de gradu- aats- en bacheloropleidingen.
Dit reglement is ook van toepassing op alle studenten die deelnemen aan een mobiliteitsoptie (inkomende of uitgaande, inclusief de studenten die binnen het kader van een bi-di- plomeringsakkoord met een anders- talige instelling aan VIVES komen studeren.).
Deze reglementen zijn ondergeschikt aan de decretale bepalingen in ver- band met het hoger onderwijs en hun uitvoeringsbepalingen. De tek- sten kunnen teruggevonden worden op xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 8
De programmagids van VIVES, die gepubliceerd is op de website van VIVES, omvat een volledig
overzicht van het onderwijsaanbod en alle ECTS-fiches. De inhoud
van de programmagids en de opleidingsprogramma’s maken deel uit van dit Onderwijs- en Examenreglement.
Alle verwijzingen in dit reglement naar personen en functies slaan zo- wel op vrouwelijke als op mannelijke personen.
Afwijkingen van deze reglementen kunnen alleen worden toegestaan door het Bestuursorgaan na advies van de academische raad.
Overmacht, borgen van veiligheid en gezondheid van studenten en personeel
In geval de hogeschool geconfron- teerd wordt met situaties van alge- mene overmacht of situaties waarin de veiligheid en gezondheid van studenten en personeelsleden van VIVES in het gedrang kunnen komen, kan de directieraad onderdelen van het OER wijzigen en/of ECTS-fiches voor zover dit nodig is om de on- derwijs- en evaluatie- activiteiten te kunnen organiseren of om onnodige studieduurverlenging voor studenten te vermijden, na raadpleging van de studentenvertegenwoordigers van het Bestuursorgaan en academi- sche raad en de groepsdirecteurs.
Andere reglementen
Voor postgraduaatsopleidingen en voor andere trajecten van per- manente vorming alsook voor de
HBO5-opleidingen verpleegkunde is dit reglement niet van toepassing en stelt VIVES een specifiek reglement op omtrent toelatingsvoorwaarden, onderwijsactiviteiten en dienstver- lening, de wijze en momenten van evalueren, wie kan beoordelen, de resultaatberekening en de wijze van meedelen en bespreken van resul- taten .Dit reglement wordt duidelijk kenbaar gemaakt aan de studenten of cursisten die inschrijven voor het vormingsprogramma of de oplei- ding.
Het instellingsoverschrijdend regle- ment starttoetsen is beschikbaar op de website van de Vlaamse Hoge- scholenraad xxxxx://xxx.xxxxxxx- xxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx.
1. ONDERWIJS- REGLEMENT
1.1. TOELATINGSVOORWAARDEN
Art.1. — Algemene toelatingsvoorwaarden
Voor toelating tot een opleiding of opleidingsonderdelen aan de hogeschool geldt dat de student in elk geval moet voldoen aan de decretale voorwaarden met de hierna bepaalde aanvullingen (zie xxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx). Aan deze voorwaarden moet voldaan zijn bij definitieve inschrijving.
De student die wil inschrijven voor een bacheloropleiding moet bovendien vol- doen aan volgende voorwaarden:
academiejaar 2023-2024
PAGINA 9
• hij moet beschikken over een leerkrediet hoger dan nul voor een inschrijving onder gelijk welk contracttype;
• hij mag niet beschikken over een actieve weigering tot inschrij- ving voor de betrokken opleiding wegens het niet behalen van de decretale drempel, zoals bepaald in Art. 38. Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden.
De specifieke diplomavoorwaarden voor elke afzonderlijke opleiding en de daaraan opgenomen opleidingsonderdelen staan vermeld in de programmagids.
Deze voorwaarden en termijnen gelden voor alle types van contracten, tenzij voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs waarvoor de toelatingscommissie toelating verleent om in te schrijven zonder te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden die gelden voor de opleiding waartoe het opleidingsonderdeel hoort.
De overeenkomst kan worden ontbonden indien blijkt dat de student niet aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet.
Bij fraude met toelatingsdocumenten worden eventueel behaalde creditbe- wijzen en diploma’s nietig verklaard, ongeacht het moment waarop de fraude wordt vastgesteld.
Art.2. — algemene diplomavoorwaarden
§1 — Voor bacheloropleidingen
Tot een bacheloropleiding worden toegelaten de personen die beschikken over:
a. een Belgisch diploma van het secundair onderwijs;
b. een Belgisch diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
c. een Belgisch diploma van het hoger onderwijs voor sociale pro- motie met uitzondering van het getuigschrift voor pedagogische bekwaamheid;
d. een diploma of certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs;
e. een bachelordiploma of gelijkwaardig;
f. studenten met een diploma behaald in een land dat de Lissabon Erkenningsconventie ratificeerde, worden toegelaten tot een bachelo- ropleiding indien het behaalde diploma in dat land ook toegang ver- leent tot hoger onderwijs;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 10
g. studenten met een diploma behaald in een land dat de Lissabon Erkenningsconventie niet ratificeerde, kunnen worden toegelaten indien het behaalde diploma in dat land toegang verleent tot gelijksoortig hoger onderwijs en indien de studenten voldoen aan een bijkomende toetsing van de bekwaamheden, indien nodig voor de opleiding.
§2 — Voor graduaatsopleidingen
Tot een graduaatsopleiding worden toegelaten de personen die minstens 18 jaar worden in het jaar van inschrijving en die beschikken over:
a. een Belgisch studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, dat minstens 3 jaar behaald is;
b. een Belgisch diploma van het secundair onderwijs;
c. een Belgisch certificaat van een opleiding van het secundair volwasse- nen- onderwijs van minimaal 900 lestijden;
d. een Belgisch certificaat van een opleiding van het secundair onderwijs voor sociale promotie van minimaal 900 lestijden;
e. een diploma van het Vlaams hoger beroepsonderwijs;
f. een certificaat van het Vlaams hoger beroepsonderwijs;
g. een Belgisch diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
h. een Belgisch diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie;
i. een Belgisch diploma van bachelor of master;
j. een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richt- lijn of een internationale overeenkomst wordt erkend als gelijkwaardig met 1 van de diploma’s/ certificaten/studiegetuigschriften vermeld in punt a tot en met i. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het instellings- bestuur personen die in een land buiten de Europese Unie een diploma of een getuigschrift hebben behaald dat toelating geeft tot het hoger onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een opleiding hoger beroepsonderwijs.
§3 — Bachelor-na-bacheloropleidingen
Als algemene toelatingsvoorwaarde voor een bachelor-na-bacheloropleiding geldt een bachelordiploma of hiermee gelijkwaardig geacht diploma van een hogeschoolopleiding.
Daarnaast kan een geschiktheidsonderzoek doorlopen worden als de kandi- daat-student in het bezit is van een diploma van een andere bacheloropleiding dan deze die rechtstreeks toegang geven tot de bachelor-na-bacheloroplei- ding. In de programmagids wordt vermeld welke specifieke diploma’s recht- streeks toegang verlenen tot een bachelor-na-bacheloropleiding.
De student dient eveneens te voldoen aan de taalvoorwaarden (zoals bepaald in Art.3. Taalvoorwaarden).
Voor de bachelor-na-bacheloropleiding buitengewoon onderwijs en de ba- chelor-na-bacheloropleiding zorgverbreding en remediërend leren kunnen uitzonderlijk ook kandidaat-studenten instromen die niet in het bezit zijn van een bachelordiploma, maar wel werkzaam zijn in het onderwijs. Wel dient de kan- didaat-student in dit geval daarnaast ook in het bezit te zijn van het diploma secundair onderwijs.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 11
§4 — Afwijkende diplomavoorwaarden
§4.1 — Toelatingsprocedure t.a.v. een bacheloropleiding
Kandidaat-studenten die niet in het bezit zijn van de hierboven vermelde diplo- ma’s of getuigschriften en een professionele bacheloropleiding wensen aan te vangen, kunnen deelnemen aan de afwijkende toelatingsprocedure indien zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt op 31 december van het academiejaar bij inschrijving voor de toelatingsproef. Daarnaast dienen deze kandidaten ook te voldoen aan de taalvoorwaarden en de nationaliteitsvoorwaarden (xxxxx.xx/xx/ studeren/toelatingsproef).
De kandidaat-student richt een vraag aan xxxxxxxxx@xxxxx.xx met een verzoek tot toelating aan de hogeschool. De hogeschool onderzoekt dan via de toela- tingscommissie of de kandidaat over het gemiddelde geschiktheidsniveau van de instromende studenten tot een bacheloropleiding beschikt.
De beslissing van de toelatingscommissie geldt voor de toelating tot gelijkaar- dige opleidingen binnen de instellingen van alle associaties in Vlaanderen.
Het resultaat van de procedure voor toelating is in principe onbeperkt geldig. Na vijf jaar is de mogelijkheid voorzien om een actualisering te eisen. De kandidaten krijgen een toelatingsbewijs. Indien een kandidaat niet slaagt voor de toela- tingsproef - ook aan een instelling van een andere associatie - kan hij pas na
1 jaar herkansen. Het is aan de kandidaat om in dat geval aan te tonen dat er ernstige nieuwe redenen zijn om op het nieuwe verzoek in te gaan.
§4.2 — Toelatingsprocedure t.a.v. een graduaatsopleiding
Kandidaat-studenten die niet in het bezit zijn van de hierboven vermelde di- ploma’s of getuigschriften en een graduaatsopleiding wensen aan te vangen, kunnen deelnemen aan de toelatingsproef voor graduaatsopleidingen op voor-
waarde dat zij de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben op 31 december van het academiejaar bij inschrijving voor de toelatingsproef. Daarnaast dienen deze kandidaten ook te voldoen aan de taalvoorwaarden.
De kandidaat-student richt zijn vraag aan xxxxxxxxx@xxxxx.xx met een verzoek tot toelating aan de hogeschool.
De hogeschool onderzoekt via de toelatingscommissie of de kandidaat al dan niet aan de taal- en diplomavoorwaarden voldoet. Indien de student aan de taalvoorwaarden voldoet, maar niet aan de diplomavoorwaarden, kan deze zich inschrijven voor het toelatingsonderzoek voor de graduaatsopleidingen via de website xxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxx. Het doel van het toelatingson- derzoek is te verifiëren of er voldoende basiskennis en –vaardigheden zijn om een graduaatsopleiding te starten.
Een kandidaat-student kan slechts eenmaal deelnemen aan een toelatingson- derzoek voor de graduaatsopleidingen met het oog op inschrijving voor een welbepaald academiejaar. Slaagt de kandidaat-student niet voor het toela- tingsonderzoek met het oog op een welbepaald academiejaar, dan is een her- kansing pas mogelijk bij een toelatingsonderzoek met het oog op het volgen- de academiejaar. Wordt er vastgesteld dat de kandidaat-student tweemaal deelnam aan een toelatingsonderzoek voor eenzelfde academiejaar, wordt de tweede uitslag als ongeldig beschouwd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 12
Het bewijs van toelating tot de graduaatsopleiding is geldig bij alle hoger on- derwijsinstellingen in Vlaanderen en is in principe onbeperkt geldig. Na vijf jaar is de mogelijkheid voorzien om een actualisering te eisen. Deze toegang is echter niet gelijkgesteld met het diploma secundair onderwijs.
Art.3. — Taalvoorwaarden
§1 — Taalvoorwaarden voor Nederlandstalige opleidingen
Voor studenten met een Nederlandstalig diploma uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap of een Nederlandstalig diploma uitgereikt in Nederland, gelden geen bijzondere taalvoorwaarden.
Kandidaat-studenten met een diploma van buiten de Vlaamse gemeenschap worden tot een Nederlandstalige opleiding toegelaten als zij aan ten minste één van de volgende voorwaarden voldoen (zie taalvoorwaarden Nederlandstalige opleidingen):
• zij bewijzen dat zij de examens van ten minste één studiejaar in het secundair of hoger onderwijs of een geheel van ten min- ste 54 studiepunten in het hoger onderwijs met succes in het Nederlands hebben afgelegd;
• zij slagen voor een examen Nederlands dat volgens de Nederlandse Taalunie een voldoende niveau biedt voor toela- ting tot het hoger onderwijs of voor een door de instelling op voorhand bepaald hoger niveau voor een bepaalde opleiding;
• zij leggen een certificaat voor van een opleiding Nederlands
waaruit blijkt dat de kandidaat-student ten minste beschikt over het niveau:
• voor een graduaatsopleiding uitgezonderd de Educatieve graduaatsop- leiding: B1+ van het Europees Referentiekader voor de Talen;
• voor een bacheloropleiding alsook de Educatieve graduaats- opleiding: B2 van het Europees Referentiekader voor de Talen.
Studenten kunnen hiervan worden vrijgesteld als zij zijn ingeschreven in de con- text van een traject van gezamenlijke of bidiplomering.
§2 — Taalvoorwaarden voor Engelstalige opleidingen
Een kandidaat-student wordt toegelaten tot een bacheloropleiding die wordt georganiseerd in het Engels als hij een certificaat kan voorleggen waaruit blijkt dat hij ten minste over het niveau B2 van het Europees Referentiekader voor de Talen beschikt. Een lijst van aanvaarde taalcertificaten kan teruggevonden wor- den op deze webpagina.
Voor Engelstalige bacheloropleidingen wordt verondersteld dat studen- ten die een diploma secundair of hoger onderwijs uitgereikt in de Vlaamse
academiejaar 2023-2024
PAGINA 13
Gemeenschap of Nederland behaalden over het vereiste taalniveau beschikken.
Ook studenten die een Engelstalig diploma secundair of hoger onderwijs be- haalden in een land behorende tot de ‘Inner Circle’ worden vrijgesteld van de taaltest.
Indien er een samenwerkingsovereenkomst is, waarbij de taalvoorwaarden zijn nagegaan bij de partnerinstelling, hoeft de kandidaat-student geen bijkomend taalattest voor te leggen.
Art.4. — Leerkrediet
Voor de toelating tot een bacheloropleiding moet de student beschikken over een voldoende leerkrediet. Overeenkomstig de bepalingen in het hoofdstuk 1.8 Maatregelen van studievoortgang voor bachelorstudenten reeds ingeschre- ven in 2022-2023 of vroeger en hoofdstuk 1.9 Maatregelen van studievoortgang voor bachelorstudenten ingeschreven vanaf academiejaar 2023-2024 van dit reglement kunnen afwijkingen op de bepalingen in verband met het leerkrediet worden toegestaan.
Een student die omwille van materiële vergissingen of onjuistheden onvol- doende leerkrediet bezit en geen toelating tot inschrijving verkrijgt, kan be- roep instellen zoals bepaald in afdeling 3 Algemene regelingen, Art.110. Interne beroepsprocedure.
Het leerkrediet is niet van toepassing voor een student die inschrijft voor een graduaatsopleiding of een specifieke lerarenopleiding en is ook niet van toe- passing voor een student die inschrijft voor een Educatieve Bacheloropleiding wanneer die al een bachelordiploma heeft behaald.
Art.5. — Ingeschreven studenten die niet voldoen aan de toelatingsvoorwaarden
Hogeschool VIVES voert zelf een toelatingsonderzoek uit, waarvoor de kandi- daat-student(e) zich kan registreren vóór inschrijving. Het is de verantwoorde- lijkheid van de kandidaat-student(e) om, vooraleer zich in te schrijven, na te gaan of hij of zij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden. Bij twijfel kan de kandi- daat-student(e) zijn of haar vragen richten tot de dienst toelating van de hoge- school. Hiervoor kan de kandidaat-student(e) contact opnemen met .
De kandidaat-student(e) dient duidelijk en correct te worden geïnformeerd over de toelatingsvoorwaarden bij inschrijven. Als blijkt dat de kandidaat-student(e) niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, wordt hij of zij doorverwezen naar de dienst toelating voor verdere opvolging.
Indien tijdens het academiejaar blijkt dat een student(e) niet aan de toela- tingsvoorwaarden voldoet, maar zich desondanks heeft ingeschreven, wordt de inschrijving geannuleerd. De student(e) wordt in dat geval geacht nooit te zijn ingeschreven en verliest bijgevolg de reeds behaalde credits. Het volledi- ge studiegeld wordt terugbetaald, andere kosten gemaakt in het kader van de opleiding blijven echter ten laste van de student(e) wiens inschrijving werd geannuleerd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 14
Studenten die reeds zijn ingeschreven en waarvan nadien wordt gedetecteerd dat slechts één module of niveau van de opleiding NT2 ontbreekt om het nodi- ge taalattest voor te leggen, dienen zo snel mogelijk een inschrijvingsbewijs uit een erkend talencentrum of CVO voor te leggen voor die ontbrekende module of taalattest.
De student(e) dient tegen uiterlijk 31 mei van het academiejaar aan te tonen dat hij of zij de module heeft behaald. Indien hier niet aan voldaan is, wordt de inschrijving alsnog geannuleerd en geldt het hierboven vermelde.
1.2. INSCHRIJVINGSREGELS
Art.6. — Algemeen
Door de inschrijving aan VIVES wordt een overeenkomst gesloten met rech- ten en plichten voor beide partijen. De studenten kunnen - onder voorbehoud van de bijzondere bepalingen voor het examencontract - een beroep doen op de diensten die VIVES aanbiedt, zowel voor de studies zelf als voor de rand- voorwaarden. De rechten en plichten worden verder beschreven in afdeling 3 Algemene regelingen, Rechten en plichten van de student.
Behoudens specifieke andersluidende bepalingen voor een bepaalde oplei- ding of een specifiek contract geldt een inschrijving van een student voor één academiejaar.
De student verbindt er zich toe elke wijziging in zijn adres onmiddellijk te melden aan VIVES. Doet de student dit niet, dan kan dit niet in het nadeel van VIVES wor- den uitgelegd.
Een student die voor het eerst inschrijft aan VIVES, is definitief ingeschreven wanneer hij:
• langskomt bij de studentenadministratie om zijn inschrijving te vervolledigen;
OF
• in de online inschrijvingstoepassing klikt op de knop ‘ik wens me definitief online in te schrijven (bindend)’.
Voor een student die herinschrijft, is de inschrijving definitief zodra hij de web- toepassing van de herinschrijving gefinaliseerd heeft.
Art.8. — Inschrijven voor Educatieve bachelor- en Educatieve graduaatsopleidingen
Studenten die zich voor de eerste keer met een diplomacontract of diplo-
ma-examencontract inschrijven in de Educatieve Bacheloropleidingen moeten een geldig bewijs van deelname aan de door de overheid verplichte niet-bin- dende starttoets voor de lerarenopleiding indienen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 15
De starttoets wordt opgelegd door de Vlaamse Overheid en wordt georgani- seerd door de Vlaamse Hogescholenraad. De student legt het onderdeel Ne- derlands af op een locatie in een hogeschool. De starttoets wordt aangeboden op het starttoetsplatform xxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx.
Voor de studenten educatieve bachelor lager onderwijs bevat de starttoets ook de onderdelen Frans en wiskunde. Deze twee onderdelen worden plaats- en tijdsonafhankelijk georganiseerd op het starttoetsplatform.
De student kan de starttoets maar één keer afleggen. Na het afleggen van de starttoets ontvangt de student een bewijs van deelname. Het bewijs van deel- name is één academiejaar geldig. De student maakt dus de versie die over- eenstemt met het academiejaar waarvoor hij/zij zich wil inschrijven. De student bezorgt dit bewijs aan de studentenadministratie van VIVES. Indien de student het bewijs van deelname niet kan voorleggen, zal de hogeschool zijn inschrijving ontbinden.
Hogeschool VIVES kent standaard de volgende vrijstellingen toe:
• Een student hoeft geen nieuwe starttoets af te leggen om een geldig bewijs van deelname te bekomen als deze in het ver- leden al een starttoets heeft afgelegd en zich inschrijft in een educatieve bacheloropleiding kleuteronderwijs of secundair on- derwijs aan hogeschool VIVES na ingeschreven te zijn geweest voor een educatieve bacheloropleiding secundair onderwijs, kleuteronderwijs of lager onderwijs.
OF
• Een student krijgt vrijstelling van deelname aan het toetsonder- deel Nederlands van de starttoets indien deze in het verleden een Nederlandstalig bachelordiploma heeft behaald of een Nederlandstalig diploma dat gelijkgeschakeld is met de graad
van master. De student die zich wenst in te schrijven in een edu- catieve bacheloropleiding lager onderwijs wordt niet vrijgesteld van de toetsonderdelen Frans en wiskunde.
Studenten die zich wensen in te schrijven in een educatieve bacheloropleiding maar de cesuur (10/20) voor het onderdeel Nederlands niet behaalden, volgen een verplicht remediëringstraject. De verplichte remediëring bestaat uit een on- line asynchroon traject. Hogeschool VIVES kan bindende voorwaarden opleggen aan studenten die de opgelegde verplichte remediëring niet volgden binnen de daartoe voorziene termijn.
Studenten zijn standaard vrijgesteld van remediëring indien:
• zij een standaardvrijstelling verwerven van deelname aan de starttoets;
• zij de verplichte remediëring reeds volgden voor een bepaalde opleiding in een hogeschool en vervolgens wensen in te schrij- ven voor diezelfde opleiding in hogeschool VIVES op voorwaarde dat de student het bewijs hiervan levert.
Tot de educatieve graduaatsopleiding worden volgende kandidaten toegelaten:
academiejaar 2023-2024
PAGINA 16
• een kandidaat met vijf jaar professionele ervaring in het betrok- ken onderwijsvak van de educatieve graduaatsopleiding;
• een kandidaat met drie jaar professionele ervaring in het be- trokken onderwijsvak van de educatieve graduaatsopleiding en een studiebewijs als vermeld in artikel II.176 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, of een beroepscertificaat van VDAB in het domein van het onderwijsvak.
Indien men bij niet overeenstemming van beroepsexpertise en vakkennis min- der dan vijf jaar nuttige ervaring kan aantonen en men zich toch wenst in te schrijven, is een assessment vereist.
Het studiegebied onderwijs van de hogeschool beoordeelt of aan de bovenge- noemde voorwaarden van nuttige beroepservaring voldaan is. Tegen beslissin- gen met betrekking tot het erkennen van de nuttige beroepservaring kan een student beroep instellen zoals bepaald in afdeling 3 Algemene regelingen, Art.111 Interne beroepsprocedure.
Art.9. — Werkstudenten en werktrajecten
Werkstudenten die zich inschrijven in een door de overheid erkend werktraject dienen een schriftelijke verklaring in te vullen en te ondertekenen op het docu- ment dat door de dienst Studentenzaken ter beschikking wordt gesteld tijdens de inschrijving.
Het indienen van dit document is een voorwaarde om administratief in orde te zijn.
De verklaring houdt in dat de student gegevens verstrekt met betrekking tot zijn werksituatie als volgt:
• of hij al dan niet in het bezit is van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van ten minste 80 uren per maand;
• of hij al dan niet in het bezit is van een bewijs van uitkeringsge- rechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeids- bemiddeling voorgestelde traject naar werk;
• of hij al dan niet al in het bezit is van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma.
Art.10. — Herinschrijving na een onderbreking van 3 jaar
Studenten die drie jaren niet in een welbepaalde opleiding waren ingeschreven, worden opnieuw behandeld als een student die voor het eerst voor de betrok- ken opleiding is ingeschreven. De verworven creditbewijzen en hun resultaten blijven behouden. Voor alle andere toepassingen in het reglement worden de berekeningen herstart vanaf nul.
1.3. STUDIEGELD
academiejaar 2023-2024
PAGINA 17
Art.11. — Algemeen
Alle studenten die één of meerdere inschrijvingen nemen, betalen eenmalig bij inschrijving een vast bedrag, verhoogd met een bedrag per opgenomen stu- diepunt.
Dit laatste bedrag is variabel en is afhankelijk van de categorie van student: beurstariefstudent, niet-beurstariefstudent of bijna-beurstariefstudent. De vast- gestelde bedragen zijn te vinden op de website van VIVES via xxxxx://xxx.xxxxx. be/nl/studeren/wat-kost-studeren.
Na goedkeuring van het individuele studieprogramma wordt de factuur voor het studiegeld, op basis van het aantal opgenomen studiepunten, opgestuurd.
Voor de berekening van studiegelden worden alle inschrijvingen van een stu- dent onder diploma- en/of creditcontract in eenzelfde academiejaar binnen VIVES beschouwd als één inschrijving behalve de volgende inschrijvingen die steeds apart worden berekend: bachelor-na-bacheloropleidingen, postgradu- aten en andere trajecten van permanente vorming die leiden tot een getuig- schrift.
Deelvrijstellingen voor een opleidingsonderdeel geven geen aanleiding tot re- ductie van het studiegeld. De student moet zich voor opleidingsonderdelen met deelvrijstellingen nog inschrijven.
Art.12. — Studiegeld bij ontoereikend leerkrediet
Voor een student met onvoldoende leerkrediet, een negatief leerkrediet of een leerkrediet gelijk aan nul en waaraan toelating wordt verleend tot inschrijving, wordt een bijzonder studiegeld geheven voor het deel van de inschrijving waar- voor hij onvoldoende leerkrediet heeft, conform de bepalingen in Art.21.
Voor beursstudenten met ontoereikend leerkrediet is er geen bijkomend studiegeld.
Art.13. — Studiegeld bij combinaties van examencontracten met diploma- of creditcontracten
Een examencontract leidt steeds tot een aparte inschrijving.
Een combinatie van een inschrijving onder diploma- en/of creditcontract met in- schrijving onder examencontract wordt als twee inschrijvingen beschouwd. Voor beide inschrijvingen zijn de bepalingen betreffende het studiegeld van toepassing.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 18
Art.14. — Studiegelden voor studenten uit het secundair onderwijs die een creditcontract afsluiten
Studenten die het laatste jaar secundair onderwijs volgen die met een creditcon- tract voor maximaal 10 studiepunten inschrijven, betalen 50% van het studiegeld van een beurstariefstudent.
Art.15. — Aanrekening van forfaitaire en extra studiekosten
Specifieke en in omvang beperkte kosten voor gebruik van goederen en organisatie van specifieke evenementen kunnen worden doorgerekend aan de student voor zover zij rechtstreeks verband houden met de organisatie van de opleiding. Indien dit het geval is, wordt daarover in de mate van het mogelijke op de webpagina van de opleiding voor aanvang van het academiejaar duidelijkheid verschaft.
Bepaalde kosten worden op forfaitaire basis aangerekend.
Art. 16 — Studiegeld bij heroriënteren binnen de Associatie KU Leuven in hetzelfde academiejaar
Een bachelor- of graduaatstudent, met een inschrijving voor een diplomacontract, die uitschrijft binnen het academiejaar en zich daarna, binnen datzelfde acade- miejaar, inschrijft voor een bachelor- of graduaatopleiding met een diploma- of creditcontract aan een andere instelling van de Associatie KU Leuven (KU Leuven, LUCA, Odisee, Xxxxxx Xxxx, UCLL of VIVES) ontvangt bij uitschrijven een ‘attest van uitschrijving/heroriëntering’. Met dit attest moet de student bij inschrijving aan de nieuwe instelling het vast gedeelte van het studiegeld niet meer betalen. Voor beurs- studenten gaat het om het volledige (forfaitaire) bedrag van het studiegeld.
Art.17. — Uitschrijven en veranderen van studierichting
Studenten die willen definitief uitschrijven, volgen de procedure op xxxxx.xx/xx/ studeren/uitschrijven.
Voor een student die zijn studies stopzet of verandert van opleiding kan een terugbetaling of herberekening van studiegeld gebeuren. De bedragen worden op de website van VIVES vermeld via xxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx- ven-en-studiegeld.
Voor een student die uitschrijft gedurende het eerste semester, gelden de vol- gende richtlijnen:
• als de student uitschrijft binnen de 4 weken na de start van het academiejaar, dan krijgt hij het volledige variabel bedrag per studiepunt terug; als officiële startdatum van academiejaar 2023-2024 geldt 18.09.2023; voor wie na 18.09.2023 is ingeschre- ven, geldt de inschrijvingsdatum als startdatum voor de bereke- ning van de terugbetaling;
• als de student uitschrijft tussen de 4 en 8 weken na de start van het academiejaar, dan krijgt hij de helft van het variabel bedrag per studiepunt terug voor de eerste semestervakken en de jaar- vakken; het variabel bedrag voor de tweede semestervakken krijgt hij volledig terug;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 19
• als de student uitschrijft na 8 weken, dan krijgt hij enkel het vari- abel bedrag voor de tweede semestervakken terug.
Wanneer een student uitschrijft gedurende het tweede semester, gelden de volgende richtlijnen:
• als de student uitschrijft binnen de 4 weken na de start van het tweede semester, dan krijgt hij het variabel bedrag per studiepunt terug voor de tweede semestervakken; als officiële startdatum van het tweede semester van academiejaar 2023-2024 geldt 29.01.2024; voor wie na deze datum is ingeschreven, geldt de inschrijvingsda- tum als startdatum voor de berekening van de terugbetaling;
• als de student uitschrijft tussen de 4 en 8 weken na de start van het tweede semester, dan krijgt hij de helft van het variabel be- drag per studiepunt terug voor de tweede semestervakken;
• als de student uitschrijft na 8 weken, dan blijft het volledige stu- diegeld verschuldigd.
Art.18. — Wanbetaling
De student verbindt er zich toe het studiegeld te betalen voor de gekozen op- leiding, evenals alle studentenfacturen die betrekking hebben op syllabi, admi- nistratiekosten, informatica, studiereizen, e.d.m. De facturen dienen betaald te worden voor hun vervaldatum.
Eventuele onjuistheden op de factuur dienen schriftelijk gemeld te worden voor de vervaldatum. De rekeningen worden geacht te zijn aanvaard vanaf het ver- strijken van de vervaldatum.
Studenten die gedurende het jaar afhaken, verbinden zich ertoe hun ontvangen cursusmateriaal voor het volledige academiejaar te betalen niettegenstaande de stopzetting van hun opleiding tijdens het academiejaar.
Bij gebrek aan betaling tegen de vervaldatum zal van rechtswege en zonder aanmaning een jaarlijkse intrest van 7% worden aangerekend bovenop het factuurbedrag.
Na een tweede vergeefse ingebrekestelling zal een administratieve kost van
€20,00 worden aangerekend, ongeacht de grootte van het nog openstaande bedrag. Indien de hogeschool moet overgaan tot een gerechtelijke invordering, dan wordt ter dekking van haar interne administratiekosten een bedrag van
€100,00 aangerekend ongeacht de grootte van de openstaande schuld.
Wie het studiegeld ook na aanmaning niet betaalt vóór de gestelde datum, wordt als wanbetaler geschorst als student en kan dus niet deelnemen aan de examens. Een eventuele herinschrijving is slechts mogelijk na het betalen van de verschuldigde bedragen voor de reeds afgewerkte periode. Deze bepaling geldt zowel voor een herinschrijving in VIVES Noord als in VIVES Zuid. Conform Art.53 van het examenreglement worden noch studieattesten noch creditbewijzen afgeleverd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 20
1.4. TYPES CONTRACTEN EN TRAJECTEN
Art.19. — Diplomacontracten, examencontracten en creditcontracten
Bij de inschrijving schrijft een student in voor één of meer van de onderstaande types contracten:
• een diplomacontract met het oog op het behalen van een diploma;
• een creditcontract met het oog op het behalen van een credit- bewijs voor één of meer opleidingsonderdelen;
• een examencontract met het oog op het behalen van een di- ploma (diploma-examencontract) of een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen (credit-examencontract). De opleiding bepaalt welke opleidingsonderdelen niet kunnen worden gevolgd onder de vorm van een examencontract om- wille van de specifieke werk- en evaluatievormen die ze ver- eisen. Naast de opleidingsonderdelen ‘Stage’, ‘Bachelorproef’ en ‘Werkplekleren’ die in alle opleidingen uitgesloten worden voor inschrijving onder examencontract, worden andere opleidingsonderdelen in voorkomend geval vermeld in de programmagids.
Een student kan enkel een diploma of getuigschrift behalen als hij een inschrij- ving heeft met een diplomacontract of met een diploma-examencontract.
Door de inschrijving wordt de keuze voor een type overeenkomst definitief.
Art.20. — Combinatiemogelijkheden van contracten
Een student kan tegelijkertijd of opeenvolgend inschrijven onder de vorm van:
• meerdere diplomacontracten; meerdere examencontracten; meerdere creditcontracten voor verschillende opleidingen of opleidingsonderdelen;
• een diplomacontract met een examencontract of een creditcontract; voor verschil- lende opleidingen of opleidingsonderdelen;
• een examencontract met een creditcontract voor verschillende opleidingen of opleidingsonderdelen.
Een student kan echter niet tegelijkertijd een diplomacontract, examen- contract en/of creditcontract combineren ten aanzien van eenzelfde opleidingsonderdeel.
Een student die het maximaal aantal examenkansen heeft gekregen voor een opleidingsonderdeel in de context van een welbepaald contracttype kan geen bijkomende kansen meer krijgen voor dat opleidingsonderdeel via een wijziging van contracttype.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 21
Art.21. — Types trajecten
§1 — Modeltraject en opleidingsfasen
Elke bacheloropleiding waarvoor met een diplomacontract of een diplo-
ma-examencontract ingeschreven kan worden, heeft ten minste één modeltra- ject, opgedeeld in opleidingsfasen.
Eerste inschrijving in een bacheloropleiding
Een student die zich voor de eerste keer inschrijft in een bacheloropleiding schrijft zich in voor het modeltraject met een studieomvang van 54 tot 66 stu- diepunten per academiejaar.
Deze verplichting geldt niet voor:
• Een student met een bijzonder statuut. Dit statuut kan worden toegekend aan:
• Studenten met een functiebeperking;
• Studenten met een leerstoornis of ontwikkelingsstoornis;
• Topsporters;
• Mantelzorgers;
• Anderstalige studenten;
• Studenten die studeren combineren met een gezin;
• Studenten met een mandaat;
• Werkstudenten;
• Kunstenaars;
• Student met graduaatsdiploma in vervolgopleiding.
• Een student die reeds een bachelor- of masterdiploma heeft behaald of een diploma dat daarmee gelijkwaardig wordt erkend;
• Een student die op grond van zijn dossier een geïndividualiseerd traject verkreeg.
Voor de graduaatsopleiding kan de studieomvang per opleidingsfase, in func- tie van de doelgroep van de opleiding, kleiner zijn.
1.5. HET STUDIEPROGRAMMA VAN DE INDIVIDUELE STUDENT
Art.22. — Samenstelling van het jaarprogramma voor de individuele student
academiejaar 2023-2024
PAGINA 22
De student stelt zijn individueel jaarprogramma samen conform de algemene regels beschreven in dit onderwijs- en examenreglement en conform de speci- fieke regels die gelden voor de door hem gekozen opleiding en/of opleidingson- derdelen ervan, zoals beschreven in de programmagids.
De student legt uiterlijk op 15 oktober zijn individueel jaarprogramma vast con- form de voor de opleiding geldende regels. Hij kan na die datum op eigen initia- tief geen aanpassingen meer doen. Onder de bevoegdheid van de permanente onderwijscommissie wordt dit voorstel uiterlijk op 15 november goedgekeurd of wordt tegen die datum in overleg met de student een ander individueel jaar- programma vastgelegd. Vanaf 15 november zijn de gemaakte keuzes definitief.
Voor opleidingsonderdelen die enkel gedoceerd worden tijdens het tweede semester kan de student in overleg met de ISP-verantwoordelijke tot uiterlijk 28 februari wijzigingen aan de gemaakte keuzes vastleggen. Hij kan na die da- tum op eigen initiatief geen aanpassingen meer doen. Onder de bevoegdheid
van de permanente onderwijscommissie wordt dit voorstel uiterlijk op 15 maart goedgekeurd of wordt tegen die datum in overleg met de student een ander individueel jaarprogramma vastgelegd. Vanaf 15 maart zijn de gemaakte keu- zes definitief.
De student die zich inschrijft na 15 oktober, legt zijn jaarprogramma vast binnen de twee weken na de definitieve inschrijving. De ISP-verantwoordelijke keurt zo spoedig mogelijk het individueel jaarprogramma goed of legt in overleg met de student een ander programma vast.
Wijzigingen van de gemaakte keuzes na de data van 15 oktober of 28 februari worden niet meer toegelaten, tenzij op bijzonder gemotiveerd verzoek en op voorwaarde dat de ISP-verantwoordelijke de motieven ernstig vindt.
Voor de alternatieve opleidingsvormen geldt een afzonderlijke regeling.
Bij het samenstellen van het individueel jaarprogramma is het de verantwoor- delijkheid van de student om na te gaan of er voldoende mogelijkheid is om alle opleidingsonderdelen effectief te volgen.
Afwijkingen op het verplicht hernemen van de opleidingsonderdelen waarvoor de student in een vorig academiejaar was ingeschreven maar waarvoor hij geen creditbewijs heeft behaald of tolerantie heeft ingezet, kunnen niet worden toegestaan ingevolge de decretale bepaling.
Studenten met beperkt leerkrediet leggen hun programma vast samen met de ISP-verantwoordelijke en/of studie- en trajectbegeleider.
Art.23. — Wijzigen van het jaarprogramma
§1. Regelingen voor studenten die zich uitschrijven of veranderen van opleiding
De datum van uitschrijving heeft gevolgen voor het studiegeld.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 23
Voor bachelorstudenten heeft de datum van uitschrijving ook gevolgen voor het leerkrediet en de decretale drempel.
§1.1 Gevolgen voor het leerkrediet Voor 1 december
Bij een uitschrijving voor 1 december, wordt de student uitgeschreven met te- ruggave van leerkrediet voor alle opleidingsonderdelen met uitzondering van de opleidingsonderdelen waarvoor al resultaten werden vastgesteld.
Tussen 1 december en 15 maart
Bij een uitschrijving tussen 1 december en 15 maart, wordt de student uitge- schreven zonder teruggave van leerkrediet voor de opleidingsonderdelen die starten in het eerste semester en de opleidingsonderdelen die over het hele jaar gespreid zijn. De student wordt uitgeschreven met teruggave van leerkrediet voor de opleidingsonderdelen die enkel betrekking hebben op het tweede se- mester, met uitzondering van de opleidingsonderdelen waarvoor al resultaten werden vastgesteld.
Na 15 maart
Bij een uitschrijving na 15 maart, wordt de student uitgeschreven zonder terug- gave van leerkrediet.
Bijzondere regeling voor generatiestudenten van de bacheloropleidingen
Een generatiestudent die voor 1 december van opleiding verandert (heroriën- teert) krijgt het volledige ingezette leerkrediet terug voor vakken waarvoor hij nog geen examen aflegde.
Bij uitschrijven tussen 1 december en 15 maart, krijgt hij nog de helft van het
leerkrediet terug voor opleidingsonderdelen waarvoor hij nog geen examen aflegde van het eerste semester en van de opleidingsonderdelen die over het hele jaar gespreid zijn. De student wordt uitgeschreven met teruggave van leer- krediet voor de opleidingsonderdelen die enkel betrekking hebben op het twee- de semester.
Na 15 maart krijgt hij geen leerkrediet meer terug.
Van opleiding veranderen voor 1 december betekent dat de student voor 1 de- cember zowel voor de 1ste opleiding uitgeschreven is en voor de andere op- leiding ingeschreven is. Schrijft de student zich wel voor 1 december uit voor de 1ste opleiding, maar pas na 1 december (voor 15 maart) terug in voor de nieuwe opleiding, dan krijgt hij maar de helft van het ingezette leerkrediet terug.
Deze regeling geldt alleen bij inschrijving met een diplomacontract. Wanneer de student ingeschreven is met een creditcontract en wil uitschrijven, dan is hij het ingezette leerkrediet kwijt.
§1.2 Gevolgen voor de decretale drempel
academiejaar 2023-2024
PAGINA 24
Voor bachelorstudenten waarop het decretale drempelsysteem zoals bepaald in Art. 38. Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaar- den van toepassing is, blijft de inschrijving in de bacheloropleiding ook na uit- schrijving meetellen voor het bepalen van de tijdsduur van twee academiejaren waarbinnen alle opleidingsonderdelen die behoren tot het drempelpakket moe- ten zijn behaald.
§2 — Wijzigingen van het programma-aanbod door VIVES
Wijzigingen van het programma-aanbod door VIVES hebben, behoudens over- macht, voor de bestaande toetredingsovereenkomsten ten vroegste uitwerking bij de aanvang van het academiejaar volgend op dat waarin de wijziging is goedgekeurd. VIVES zorgt voor passende overgangsbepalingen, die echter een onmiddellijke ingang van een programmahervorming niet onmogelijk maken.
1.6. VRIJSTELLINGEN, OVERNAME VAN XXXXXXXXXXXXX EN CREDITBEWIJZEN
Art.24. — Vrijstelling of overname van examencijfers
§1 — Vrijstellingen
Een vrijstelling is de opheffing van de verplichting om over een opleidingson- derdeel of deel ervan examen af te leggen op basis van een creditbewijs, een studiebewijs of een bewijs van bekwaamheid.
§2 — Aanvraag van een vrijstelling
Vrijstellingen voor opleidingsonderdelen van het eerste semester of jaaroplei- dingsonderdelen moeten uiterlijk voor 15 oktober aangevraagd worden met uitzondering van alternatieve opleidingsvormen. Na die datum kan een student zich niet meer beroepen op eerder behaalde creditbewijzen, andere studiebe- wijzen of attesten van bekwaamheid om zijn individueel jaarprogramma aan te passen. Vrijstellingen voor opleidingsonderdelen van het tweede semester moeten aangevraagd zijn uiterlijk voor 28 februari.
De student registreert zijn vrijstellingsaanvragen in de toepassing op KULoket en verstrekt hierbij alle gevraagde documenten.
De goedkeuring van vrijstellingen vindt ten laatste plaats samen met het goed- keuren van het individueel jaarprogramma, uiterlijk 15 november voor wat be- treft het eerste semester, voor 15 maart voor wat betreft het tweede semester met uitzondering van alternatieve opleidingsvormen.
De student die zich inschrijft na 15 oktober vraagt uiterlijk twee weken na de toe- lating tot inschrijving eventuele vrijstellingen aan.
§3 — Vrijstelling: gevolgen
academiejaar 2023-2024
PAGINA 25
1. De vrijstelling kan voor een geheel opleidingsonderdeel zijn of voor één of meerdere delen van een opleidingsonderdeel. Vrijstellingen voor één of meerdere delen van een opleidingsonderdeel geven geen aanleiding tot reductie van het studiegeld. De student moet zich voor het volledige opleidingsonderdeel inschrijven.
2. Bij een verleende vrijstelling wordt het behaalde examencijfer- niet opnieuw in rekening gebracht. In afwijking hiervan worden eerder behaalde examencijfers wel overgenomen en dus in rekening gebracht in de volgende gevallen:
a. Creditbewijzen behaald in de context van een creditcontract die daarna worden gevaloriseerd in een diplomacontract voor de opleiding waarin dezelfde opleidingsonderdelen zich situeren;
b. Identieke opleidingsonderdelen.
3. De omvang van de vrijstelling voor een opleidingsonderdeel wordt in beginsel gelijkgesteld aan het aantal studiepunten van het opleidingsonderdeel waarvoor men vrijstelling verkrijgt tenzij het opleidingshoofd de omvang anders bepaalt. De omvang wordt uitgedrukt in gehele studiepunten.
§4 — Aanvraag van een bewijs van bekwaamheid
Een student die meent aanspraak te kunnen maken op een bewijs van bekwaam- heid op basis van eerder verworven competenties (EVC) volgt de procedure die terug te vinden is op de website xxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx.
Met een bekwaamheidsbewijs voor een of meerdere (deel)competenties kan een student in alle hogescholen van de associatie KU Leuven terecht om vrijstel- lingen op basis van een EVC aan te vragen.
§1 — Definitie en vastlegging
Creditbewijzen voor opleidingsonderdelen vervat in met succes afgeronde opleidingen worden vermeld op het diplomasupplement voor die opleiding. Creditbewijzen voor studenten die de hogeschool verlaten zonder een bepaal- de opleiding af te ronden of zonder dat bepaalde individuele
creditbewijzen zijn gevaloriseerd in een opleiding, worden op verzoek van de student afgeleverd door de studentenadministratie. Het creditbewijs wordt niet afgeleverd zolang de student niet heeft voldaan aan de betaling van de vereis- te studiegelden.
De examencommissie kan met toepassing van Art.98 van het examenregle- ment beslissen dat de student op grond van een begane onregelmatigheid geen creditbewijs verwerft. Uitzonderlijk kan ook beslist worden tot het terugvor- deren van vroeger behaalde creditbewijzen.
§2 — Verwerven van een creditbewijs
academiejaar 2023-2024
PAGINA 26
Een student verwerft een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij overeenkomstig Art.87 van het examenreglement geslaagd is, nadat de exa- mencommissie het resultaat ervan definitief heeft vastgelegd. Dit gebeurt na elke examenperiode.
§3 — Omvang van een creditbewijs
Als een student een vrijstelling heeft gekregen voor een deel van een oplei- dingsonderdeel, verkrijgt hij een creditbewijs voor het geheel als hij voor het examen van het resterende deel ten minste 10 op 20 heeft behaald, of geslaagd is verklaard volgens de criteria waaraan men moet voldoen bij niet-numerieke beoordeling.
Een creditbewijs kan niet worden afgeleverd voor een deel van een opleidingsonderdeel.
§4 - Geldigheid van een creditbewijs
Het instellingsbestuur kan evenwel na verloop van vijf jaar, als het instellings- bestuur substantiële verschillen kan aantonen tussen de competenties die de student volgens het creditbewijs heeft verworven en de huidige beoogde com- petenties van een opleidingsonderdeel, de student opleggen om die substanti- ele verschillen te overbruggen door een of meer opleidingsonderdelen volledig of gedeeltelijk op te nemen. De voormelde termijn van vijf jaar wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op het academiejaar waarin het creditbewijs is verworven.
Art.26. — Beroepsmogelijkheid
Tegen beslissingen met betrekking tot het verlenen van en de omvang van een bewijs van bekwaamheid of een vrijstelling kan een student beroep instellen zo- als bepaald in afdeling 3 Algemene regelingen, Art.111. Interne beroepsprocedure.
1.7. MAATREGELEN VAN STUDIEVOORTGANG VOOR GRADUAATSSTUDENTEN
Art.27. — Aantal inschrijvingskansen
Elke student heeft recht op een tweede inschrijving voor dezelfde opleidingson- derdelen als waarvoor hij in een voorafgaand academiejaar was ingeschreven en waarvoor hij geen creditbewijs behaalde
Art.28. — Studieadvies
academiejaar 2023-2024
PAGINA 27
Alle studenten hebben recht op studieadvies, behalve studenten die zijn inge- schreven onder de vorm van een examencontract.
Art.29. — Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden
Starters die op het einde van het academiejaar een studie-efficiëntie hebben die lager ligt dan 60%, krijgen door de examencommissie bindende voorwaar- den opgelegd. Deze voorwaarden houden ten minste in dat de student in het daaropvolgende academiejaar, als hij zich inschrijft voor dezelfde opleiding, een studie-efficiëntie moet behalen van ten minste 60%.
De inschrijving voor een opleiding evenals voor opleidingsonderdelen ervan wordt geweigerd onder welk contracttype ook als de starter op het moment dat hij bindende voorwaarden krijgt, in het daaropvolgend academiejaar niet ten minste 60% studie-efficiëntie heeft behaald.
Op gemotiveerd verzoek van de student kan de groepsdirecteur de binden- de studievoorwaarde herroepen na advies van het opleidingshoofd en de studietrajectbegeleider.
Een weigering voor inschrijving geldt voor de eerstvolgende drie academiejaren en voor de opleiding waartoe men geweigerd werd.
1.8. MAATREGELEN VAN STUDIEVOORTGANG VOOR BACHELORSTUDENTEN REEDS INGESCHREVEN IN 2022-2023 OF VROEGER
Art.30. — Aantal inschrijvingskansen
Elke student heeft recht op een tweede inschrijving voor dezelfde opleidingson- derdelen als waarvoor hij in een voorafgaand academiejaar was ingeschreven en waarvoor hij geen creditbewijs behaalde, en op voorwaarde dat hij nog over voldoende leerkrediet beschikt.
Art.31. — Studieadvies
Alle studenten hebben recht op studieadvies, behalve studenten die zijn inge- schreven onder de vorm van een examencontract.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 28
Art.32. — Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden
Starters die op het einde van het academiejaar een studie-efficiëntie hebben die lager ligt dan 50%, krijgen door de examencommissie bindende voorwaar- den opgelegd. Deze voorwaarden houden ten minste in dat de student in het daaropvolgende academiejaar, als hij zich inschrijft voor dezelfde opleiding, een studie-efficiëntie moet behalen van ten minste 50%.
De inschrijving voor een opleiding evenals voor opleidingsonderdelen ervan wordt geweigerd onder welk contracttype ook als de starter op het moment dat hij bindende voorwaarden krijgt, in het daaropvolgend academiejaar niet ten minste 50% studie-efficiëntie heeft behaald.
Op gemotiveerd verzoek van de student kan de groepsdirecteur de binden- de studievoorwaarde herroepen na advies van het opleidingshoofd en de studietrajectbegeleider.
Een weigering voor inschrijving geldt voor de eerstvolgende drie academiejaren en voor de opleiding waartoe men geweigerd werd.
Art.33. — Weigering van verdere inschrijving op grond van niet-slagen na voldoende examenkansen voor een bepaald opleidingsonderdeel
§1 — Derde inschrijving
Aan een student die gedurende twee academiejaren niet slaagt voor eenzelf- de opleidingsonderdeel (of een door de opleiding in de ECTS-fiche als identiek
gedefinieerd opleidingsonderdeel), onder welk contracttype ook, wordt een der- de inschrijving voor de opleiding geweigerd wanneer hij:
• Niet ten minste 50% studie-efficiëntie heeft behaald voor de in- dividuele jaarprogramma’s wanneer hij was ingeschreven voor de opleiding; of
• Twee academiejaren na elkaar niet geslaagd is wanneer hij was ingeschreven met een creditcontract; of
• Twee successieve academiejaren niet is geslaagd in respec- tievelijk het ene jaar met een inschrijving voor een opleiding en slechts een studie-efficiëntie van minder dan 50% behaalde en het andere jaar met een inschrijving onder de vorm van een creditcontract.
§2 — Vierde inschrijving
Aan een student die gedurende drie academiejaren niet slaagt voor eenzelfde opleidingsonderdeel (of een door de opleiding in de ECTS-fiche als identiek ge- definieerd opleidingsonderdeel), onder welk contracttype ook, wordt een vierde of daaropvolgende inschrijving voor de opleiding geweigerd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 29
Art.34. — Duur van de weigering
Een weigering op grond van bindende voorwaarden of van niet-slagen na vol- doende examenkansen geldt voor de eerstvolgende drie academiejaren.
Op gemotiveerd verzoek bij de groepsdirecteur kan hiervan worden afgeweken.
Art.35. — Weigering op grond van een onvoldoende leerkrediet
Een student die beschikt over een onvoldoende leerkrediet om een bachelorop- leiding aan te vangen of af te werken:
• Wordt toegelaten tot inschrijving of herinschrijving voor een opleiding als zijn leerkrediet hoger dan nul is, onverminderd de interne studievoortgangsmaatregelen (weigering op grond van bindende voorwaarden of voldoende examenkansen) en voor maximaal het aantal studiepunten waarvoor hij nog leerkrediet heeft;
• Wordt niet toegelaten tot inschrijving of herinschrijving voor een opleiding als zijn leerkrediet lager dan of gelijk aan nul is.
Dit geldt niet voor een student die zich inschrijft voor een Educatieve bachelor- opleiding indien de student al beschikt over een bachelordiploma.
De groepsdirecteur kan, op advies van de studietrajectbegeleider en na evalua- tie van het reeds afgelegde studieparcours en de mogelijke kansen om de op- leiding succesvol af te ronden toch toelating geven om méér studiepunten op
te nemen dan het aantal waarvoor de student nog leerkrediet heeft of, als de student geen leerkrediet meer heeft, de opleiding toch aan te vatten of verder te zetten. In dat geval zal hij bij toelating voor het gedeelte van de inschrijving waarvoor hij niet meer beschikt over een leerkrediet, het decretaal bepaalde maximum studiegeld moeten betalen. Op gemotiveerd verzoek bij de groepsdi- recteur kan hiervan worden afgeweken.
1.9. MAATREGELEN VAN STUDIEVOORTGANG VOOR BACHELORSTUDENTEN INGESCHREVEN VANAF ACADEMIEJAAR 2023-2024
Art.36. — Aantal inschrijvingskansen
Elke student heeft recht op een tweede inschrijving voor dezelfde opleidingson- derdelen als waarvoor hij in een voorafgaand academiejaar was ingeschreven en waarvoor hij geen creditbewijs behaalde en op voorwaarde dat hij nog over voldoende leerkrediet beschikt.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 30
Art.37. — Studieadvies
Alle studenten hebben recht op studieadvies, behalve studenten die zijn inge- schreven onder de vorm van een examencontract.
Art.38. — Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden
Als een student na zijn eerste inschrijving geen creditbewijs of deliberatiecijfer heeft verworven of geen tolerantie heeft ingezet voor alle opgenomen oplei- dingsonderdelen moet hij deze bij zijn tweede inschrijving in een volgend aca- demiejaar in dezelfde opleiding verwerven. Deze bepaling blijft gelden als een student een keuzeopleidingsonderdeel bij zijn tweede inschrijving heeft vervan- gen door een ander keuzeopleidingsonderdeel. Deze bepaling geldt niet wan- neer een student van afstudeerrichting verandert.
Als een student niet voldoet aan deze bindende voorwaarde, kan hij zich niet opnieuw inschrijven in de desbetreffende opleiding.
Art.39. — Weigering van verdere inschrijving op grond van niet-slagen na voldoende examenkansen voor een bepaald opleidingsonderdeel na
het behalen van de decretale drempel.
§1 — Derde inschrijving
Aan een student die gedurende twee academiejaren niet slaagt voor eenzelfde opleidingsonderdeel (of een door de opleiding in de ECTS-fiche als identiek ge- definieerd opleidingsonderdeel), onder welk contracttype ook, wordt een verde- re inschrijving voor de opleiding geweigerd wanneer hij:
• Niet ten minste 50% studie-efficiëntie heeft behaald voor de in- dividuele jaarprogramma’s wanneer hij was ingeschreven voor de opleiding;
OF
• Twee academiejaren na elkaar niet geslaagd is wanneer hij was ingeschreven met een creditcontract;
OF
academiejaar 2023-2024
PAGINA 31
• Twee successieve academiejaren niet is geslaagd in respec- tievelijk het ene jaar met een inschrijving voor een opleiding en slechts een studie-efficiëntie van minder dan 50% behaalde en het andere jaar met een inschrijving onder de vorm van een creditcontract.
§2 — Vierde inschrijving
Aan een student die gedurende drie academiejaren niet slaagt voor eenzelfde opleidingsonderdeel (of een door de opleiding in de ECTS-fiche als identiek ge- definieerd opleidingsonderdeel), onder welk contracttype ook, wordt een vierde of daaropvolgende inschrijving voor de opleiding geweigerd.
Art.40. — Duur van de weigering in het kader van de decretale drempel
Een weigering op grond van bindende voorwaarden geldt voor de eerstvolgen- de 6 academiejaren of tot het behalen van een diploma van een andere oplei- ding in het hoger onderwijs. De weigering tot inschrijving geldt voor de betrok- ken initiële bacheloropleiding in VIVES en voor elke opleiding die in de Databank Hoger Onderwijs in Vlaanderen geregistreerd is met dezelfde opleidingscode en aangeboden wordt door VIVES of een andere instelling in Vlaanderen.
Opheffing van de weigering
Studenten die in een andere instelling een weigering tot verdere inschrijving in een bepaalde opleiding hebben opgelopen wegens het niet behalen van de decreta- le drempel, en die bijzondere individuele omstandigheden willen inroepen om de weigering op te heffen, moeten de procedure volgen aan de instelling waar ze de weigering hebben opgelopen. Enkel indien die instelling beslist om de weigering op te heffen, kan de student zich voor de betrokken opleiding inschrijven in VIVES.
Art.41. — Duur van de weigering na niet-slagen na voldoende examenkansen
Een weigering op grond van niet-slagen na voldoende examenkansen geldt voor de eerstvolgende drie academiejaren.
Op gemotiveerd verzoek van de student kan de groepsdirecteur hiervan afwijken.
Art.42. — Weigering op grond van een onvoldoende leerkrediet
Een student die beschikt over een onvoldoende leerkrediet om een bachelorop- leiding aan te vangen of af te werken:
• Wordt toegelaten tot inschrijving of herinschrijving voor een opleiding als zijn leerkrediet hoger dan nul is, onverminderd de interne studievoortgangsmaatregelen (weigering op grond van bindende voorwaarden of voldoende examenkansen) en voor maximaal het aantal studiepunten waarvoor hij nog leerkrediet heeft;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 32
• Wordt niet toegelaten tot inschrijving of herinschrijving voor een opleiding als zijn leerkrediet lager dan of gelijk aan nul is.
Dit geldt niet voor een student die zich inschrijft voor een Educatieve bachelor- opleiding indien de student al beschikt over een bachelordiploma.
De groepsdirecteur kan, op advies van de studietrajectbegeleider en na evalua- tie van het reeds afgelegde studieparcours en de mogelijke kansen om de op- leiding succesvol af te ronden toch toelating geven om méér studiepunten op te nemen dan het aantal waarvoor de student nog leerkrediet heeft of, als de student geen leerkrediet meer heeft, de opleiding toch aan te vatten of verder te zetten. In dat geval zal hij bij toelating voor het gedeelte van de inschrijving waarvoor hij niet meer beschikt over een leerkrediet, het decretaal bepaalde maximum studiegeld moeten betalen. Op gemotiveerd verzoek bij de groepsdi- recteur kan hiervan worden afgeweken.
Art.43. — Beroep
Tegen een maatregel van studievoortgangsbewaking kan een student be- roep instellen zoals bepaald in afdeling 3 Algemene regelingen, Art.111. Interne beroepsprocedure.
2. EXAMENREGLEMENT
2.1. ALGEMENE BEPALINGEN
Art.44. — Doelstellingen
Dit reglement legt de regels vast die een vlot en correct verloop van de examens aan VIVES moeten waarborgen. De taak van de examinator bestaat erin om na te gaan of een student de leerresultaten heeft behaald en bijgevolg over de competenties beschikt die vereist wor- den ten aanzien van een bepaald opleidingsonderdeel. De examencommissie heeft tot taak na te gaan of een student ten aanzien van de opleiding of het geheel van opleidingsonder- delen de leerresultaten heeft behaald en bijgevolg over de competenties beschikt die nood- zakelijk worden geacht om daarvoor te slagen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 33
Elk examen dient zo te worden georganiseerd dat de student ten volle de kans krijgt de voor het opleidingsonderdeel vereiste competenties te bewijzen. Dit vraagt van de examinator, en van alle ter zake bevoegde organen, een constante zorg om voor elk opleidingsonderdeel een optimaal georganiseerd examen te garanderen.
De studenten worden geacht de procedures in dit reglement te respecteren.
2.2. ORGANISATIE VAN DE EXAMENS
Art.45. — Examenperiodes
Een academiejaar bestaat uit drie examenperiodes:
• de eerste examenperiode die samenvalt met het eerste semester van het academiejaar;
• de tweede examenperiode die samenvalt met het tweede semester;
• de derde examenperiode na 15 augustus, waarin de tweede examenkans voor een opleidingsonderdeel kan worden opgenomen door de student.
Aan het einde van elke examenperiode worden de examenresultaten officieel meege- deeld. Bovendien kan, op vraag van de opleiding, in de loop van de eerste en in de loop van de tweede examenperiode, een extra mededeling van examenresultaten worden georganiseerd.
In uitzonderlijke individuele gevallen kan de examencommissie een examenperiode open- houden, maar voor de laatste examenperiode niet later dan 30 september. Voor studenten in uitwisselingsprogramma’s van wie de resultaten voor het afgelopen academiejaar nog niet bekend zijn, kan uitzonderlijk nog na 30 september een beslissing worden genomen.
De groepsdirecteur kan beslissen dat over opleidingsonderdelen die over twee semesters worden georganiseerd, aan het einde van elk semester een deelexamen wordt afgenomen. Deze beslissing wordt opgenomen in de programmagids.
Art.47. — Deelevaluaties en permanente evaluatie
De groepsdirecteur kan toestaan dat voor opleidingsonderdelen die uit ver- scheidene onderwijsleeractiviteiten bestaan, deze activiteiten afzonderlijk en op verschillende manieren geëvalueerd worden.
De groepsdirecteur kan ook voor een volledig opleidingsonderdeel een vorm van permanente evaluatie goedkeuren.
Hierbij wordt in elk geval in de programmagids verduidelijkt onder welke aan- gepaste vorm een tweede examenkans wordt aangeboden, of wordt desgeval- lend duidelijk vastgelegd dat geen tweede examenkans mogelijk is.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 34
Art.48. — Proefexamens
De resultaten van proefexamens georganiseerd ter oriëntering van de eerste- jaarsstudenten van een opleiding, worden niet verrekend in de eindresultaten.
Art.49. — Tijd en plaats
Buiten de periodes of tijdstippen vermeld in Art.45 tot en met 48 kan behoudens toepassing van Art.57 of een erkende overmachtsituatie, vastgesteld door de groepsdirecteur, geen examen op geldige wijze worden georganiseerd.
Alle examens worden afgenomen in een locatie aangeduid door VIVES, behalve:
• Bij overmacht vast te stellen door de ombuds;
• In het geval van specifieke werkvormen of opleidingsvormen;
• Examens georganiseerd in het kader van en volgens de afspra- ken in afstandsonderwijs.
Art.50. — Bijwonen van een mondeling examen
De student die dit wenst kan een waarnemer het mondelinge examen laten bijwonen. De waarnemer kan geen student zijn die dat opleidingsonderdeel in dat academiejaar moet afleggen of een student die in datzelfde academiejaar door de betrokken examinator moet worden ondervraagd. De waarnemer kan evenmin een bloed- of aanverwant tot in de vierde graad zijn of met de student samenwonen. De student verwittigt ten minste zeven dagen voor een examen de voorzitter van de examencommissie en de ombuds; deze laatste brengt de
betrokken examinator tijdig op de hoogte. De waarnemer kan enkel schriftelijke notities nemen.
De examinator kan in overleg met de groepsdirecteur een lid van het onderwij- zend personeel vragen een examen bij te wonen.
Art.51. — Examenregeling
De examenregeling en de examenroosters vermelden de naam van de voorzit- ter en van de secretaris van de examencommissie en die van de ombudsen.
De examendatum voor een opleidingsonderdeel wordt ten minste vier weken vooraf aan de studenten meegedeeld.
Voor studenten met een bijzondere regeling wegens individuele omstandighe- den gelden de bepalingen in Art.60.
Examinatoren en studenten houden zich strikt aan de vastgelegde examenre- geling en de examenroosters. Examens kunnen enkel om zwaarwichtige rede- nen verplaatst worden. De ombuds oordeelt soeverein over verplaatsingen bin- nen de examenperiode en treft in dit geval een nieuwe regeling.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 35
Art.52. — Bijzondere regeling voor ‘afstudeerders’
Een student kan een aanvraag doen om één of meerdere examens vervroegd af te leggen, met het doel vroeger af te studeren dan voorzien bij een standaard examenplanning, met name op een eerstvolgend tijdstip waarop examenre- sultaten voor de betrokken opleiding officieel via het studievoortgangsdossier worden meegedeeld.
Een positieve beslissing impliceert dat een student examens over opleidingsonder- delen die geprogrammeerd zijn in het tweede semester of gespreid zijn over het academiejaar, vervroegd in de eerste examenperiode aflegt. Indien hij het examen toch niet aflegt in de eerste examenperiode, impliceert dit een verloren examenkans.
De groepsdirecteur kan toestaan dat een student zijn tweede examenkans in de tweede examenperiode opneemt voor opleidingsonderdelen waarvoor hij in de eerste examenperiode geen credit behaalde en die hij moet hernemen of wenst te hernemen. De student kan deze toestemming aanvragen wanneer hij voldoet aan al de volgende voorwaarden:
• Hij kan afstuderen na de tweede examenperiode;
• Hij heeft deelgenomen aan alle examens in de eerste examen- periode of hij was gewettigd afwezig;
• Hij herneemt alle examens in de tweede examenperiode of zet er desgevallend tolerantie voor in.
De student vraagt dit schriftelijk aan bij de groepsdirecteur.
In het geval van een individuele verplaatsing van een examen kan de vorm van een examen anders zijn dan vastgelegd.
2.3. DEELNAME AAN DE EXAMENS
Art.53. — Voorwaarde om aan examens deel te nemen
§1 — Studiegeld voldaan
Een student kan slechts deelnemen aan een examen als hij het verschuldig- de studiegeld voor de vervaldatum betaald heeft of daarvoor een regeling heeft getroffen via de dienst STUVO van VIVES. Als niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt de inschrijving geschorst. Zolang de schorsing niet herroepen wordt, krijgt de student geen toegang tot de digitale leeromgeving en wordt hij
niet toegelaten tot het afleggen van examens. Wanneer de student eventueel al resultaten heeft behaald, worden deze als niet bestaande beschouwd en ont- vangt de student geen creditbewijs voor de betrokken opleidingsonderdelen.
§2 — Ingeschreven zijn voor het opleidingsonderdeel
academiejaar 2023-2024
PAGINA 36
Het opleidingsonderdeel moet opgenomen zijn in het individueel jaarprogram- ma van de student en hij mag voor het betrokken examen geen credit hebben behaald, noch een deeloverdracht.
De student die toch deelneemt aan examens waarvoor hij niet ingeschreven is, kan geen examencijfer krijgen. Het examen wordt als nietig beschouwd.
§3 — Verplichtingen per opleidingsonderdeel
De deelname aan een examen kan onderworpen zijn aan voorwaarden zoals vol- doende aanwezigheid met betrekking tot praktische onderdelen, voldoende deelna- me aan groepsverplichtingen of het tijdig indienen van werkstukken. Elke opleiding vermeldt duidelijk in de programmagids voor welke opleidingsonderdelen dit het geval is en wat de weerslag is van het niet naleven van deze voorwaarden op de examenbeoordeling. De examencommissie kan bepalen dat de student die niet vol- doet aan de gestelde voorwaarden een nulscore of een “niet geslaagd” krijgt voor het betrokken opleidingsonderdeel of een deel ervan zie verder Art.77. Beoordeling.
§4 — Controle van de identiteit
De student moet op het examen zijn identiteit kunnen bewijzen aan de hand van zijn studentenkaart en /of identiteitskaart. Een student die daarom verzoekt, ontvangt een bewijs van deelname aan het examen.
Art.54. — Beperkingen inzake deelname
Een student mag per academiejaar over eenzelfde opleidingsonderdeel of ge- deelte van een opleidingsonderdeel tweemaal en niet meer dan tweemaal examen afleggen, welke ook de contracten zijn die hij eventueel samen of opeen- volgend heeft aangegaan. Een niet-afgelegd examen wordt beschouwd als een opgenomen examenkans, onverminderd Art.56 van dit reglement. De program- magids vermeldt de opleidingsonderdelen waarover de student op grond van de aard van dat onderdeel slechts eenmaal per jaar kan worden geëxamineerd.
Art.55. — Hernemen van examens na de eerste examenkans
Voor opleidingsonderdelen waarvoor een examen wordt georganiseerd tijdens de eerste examenperiode wordt standaard een tweede examenkans georganiseerd in de derde examenperiode. De opleiding kan ervoor kiezen om een tweede exa- menkans reeds in de tweede examenperiode mogelijk te maken. De student die beslist om hiervan gebruik te maken, kan hier nadien niet meer op terugkomen.
Vóór aanvang van zijn tweede examenkans:
academiejaar 2023-2024
PAGINA 37
• Moet de student kennis hebben genomen van het exa- menresultaat van zijn eerste examenkans via het studievoortgangsdossier;
• Mag de student hiervoor geen tolerantie hebben ingezet;
• Moet de student de mogelijkheid hebben gehad nabespreking te genieten;
• Moet de periode waarbinnen intern beroep kan worden inge- steld overeenkomstig Art.111, verstreken zijn
De groepsdirecteur kan studenten die in de eindfase van hun opleiding zitten, toestaan reeds in een volgende examenperiode opnieuw examens af te leggen over welbepaalde opleidingsonderdelen waarover ze reeds in een eerdere exa- menperiode werden geëxamineerd en die ze moeten of wensen te hernemen, zoals bepaald in Art.52. Bijzondere regeling voor ‘afstudeerders’.
Art.56. — Inhalen van examens uit een bepaalde examenperiode binnen het academiejaar
Een student die om een zwaarwichtige reden niet kan deelnemen aan een examen tijdens een bepaalde examenperiode, kan vragen om hierover in een volgende examenperiode binnen één academiejaar examen af te leggen. De groepsdirecteur beslist, na advies van de ombuds,en legt na overleg met de examinator de examenvorm vast.
Art.57. — Gewettigde afwezigheid
Enkel afwezigheden bij examens, stages of andere onderwijsactiviteiten met verplichte deelname of aanwezigheid, wegens ziekte of ongeval, gestaafd door een medisch attest, of wegens overmacht waarover de ombuds oordeelt of met toestemming van de groepsdirecteur zijn wettig.
• Een medisch attest voor meerdere dagen afwezigheid moet ge- dateerd zijn op de eerste dag van de toegestane afwezigheid.
• Een ingescand medisch attest wordt aanvaard, het origineel attest kan steeds opgevraagd worden.
• Afwezigheden kunnen niet worden gewettigd door medi- sche attesten die na de periode van de afwezigheid werden geschreven.
• Dixit-attesten worden niet aanvaard. Dixit-attesten zijn dokter- sattesten die enkel op de verklaring van de student gebaseerd zijn en niet op een diagnose.
Bij onwettige afwezigheid is er geen kans op een inhaalexamen.
Art.58. — Stopzetten van de examens
academiejaar 2023-2024
PAGINA 38
Een student die voor een examenperiode is ingeschreven, en die in die examen- periode niet aan een examen deelneemt, deelt dat onmiddellijk aan de ombuds mee. De ombuds informeert zo spoedig mogelijk de betrokken examinatoren.
Ten laatste twee dagen vóór de beraadslaging informeert de ombuds ook de dienst die met de administratieve verwerking is belast.
Art.59. — Teruggave leerkrediet bij overmacht
Een student die zich in een overmachtssituatie bevond waardoor hij niet kon deelnemen aan alle of een gedeelte van de examens voor de opleidingsonder- delen waarvoor hij in een academiejaar studiepunten opgenomen heeft, kan een verzoek indienen om de opgenomen studiepunten die betrekking hebben op de opleidingsonderdelen waarover de student geen examen heeft kunnen afleggen, terug toe te voegen aan zijn leerkrediet.
De student dient hiervoor een verzoek in bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Het verzoek wordt ingediend uiterlijk binnen een termijn van drie jaar die ingaat op 1 september van het academiejaar waarop het verzoek betrekking heeft.
2.4. AFWIJKENDE EXAMENREGELINGEN
Art.60. — Bijzondere regelingen in individuele omstandigheden
Op grond van uitzonderlijke individuele omstandigheden en bij studenten met een erkend statuut voor onderwijs- en examenfaciliteiten kan, met behoud van het modeltraject of hun geïndividualiseerd traject, een spreiding van examens tussen verschillende examenperiodes toegestaan worden. De spreidingsmo- gelijkheden worden vastgelegd door de groepsdirecteur en de student kan hiervan verder niet op eigen initiatief afwijken. De spreiding kan onder meer voor studenten die:
• Een ernstige functiebeperking hebben;
• Een ernstige medische reden hebben;
• Erkend zijn als topsporter of kunstenaar;
• Het statuut hebben van student-ondernemer;
• Voltijds werken en een voltijdse opleiding volgen waarbij ze nog ten minste 54 studiepunten effectief moeten afleggen;
• Twee voltijdse opleidingen combineren waarbij ze voor elk van de opleidingen nog ten minste 54 studiepunten effectief moe- ten afleggen;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 39
• Studentenvertegenwoordigers zijn, voor zover hun vertegen- woordigend werk rechtstreeks zou interfereren met deelname aan de normale examenreeks of examenmodaliteiten;
• Het statuut van mantelzorger hebben;
• Omwille van religieuze feesten van de in België erkende gods- diensten een afwijken- de examenregeling aanvragen.
Het toestaan van examenspreiding impliceert echter niet automatisch de mo- gelijkheid voor afwijkingen van uitdrukkelijk verplicht gestelde aanwezigheden of van de gebruikte werk- en examenvormen. Waar dit uitzonderlijk toch nodig blijkt, wordt met de betrokken ombuds een concrete regeling uitgewerkt. Dit ge- beurt in elk geval voor studentenvertegenwoordigers voor wie een uitzonderlijke regeling gerechtvaardigd is.
Aanvragen worden ingediend bij de groepsdirecteur uiterlijk één week na be- kendmaking van de examenroosters.
2.5. EXAMENS AFGELEGD IN EEN ANDERE OPLEIDING OF INSTELLING
Art.61. — Tijdstip en plaats van examens
Wanneer een student opleidingsonderdelen volgt in een andere opleiding of aan een andere binnen- of buitenlandse instelling van hoger onderwijs, wordt het examen over deze opleidingsonderdelen afgenomen op het tijdstip, de plaats en onder de voorwaarden bepaald door die opleiding of de betrokken instelling.
Indien nodig wordt het resultaat van een examen afgelegd aan een andere instelling van hoger onderwijs, onder toezicht van de beperkte examencommis- sie omgezet overeenkomstig de ECTS-richtlijnen. De student is voor zijn vertrek geïnformeerd over de omzettingsregels.
Art.63. — Vervanging door een equivalent opleidingsonderdeel
De groepsdirecteur kan studenten die geen creditbewijs behaalden voor een opleidingsonderdeel, omdat zij daarvoor niet slaagden in het examen dat zij aflegden aan een buitenlandse instelling voor hoger onderwijs, toestemming verlenen om in een volgende examenperiode van hetzelfde academiejaar aan VIVES examen af te leggen voor een equivalent opleidingsonderdeel. Dit geldt enkel indien de student niet de mogelijkheid heeft om binnen het academiejaar een tweede examenkans te benutten in de buitenlandse instelling.
2.6. OMBUDS
academiejaar 2023-2024
PAGINA 40
Art.64. — Opdracht, aanstelling en beschikbaarheid
De ombuds bemiddelt tussen examinatoren en studenten. Hij moet zijn bemid- delingsrol in volle onafhankelijkheid kunnen vervullen.
Per groep van studenten wordt in elk academiejaar door de groepsdirecteur, na advies van de permanente onderwijscommissie, ten laatste op 15 september een lid van het onderwijzend personeel of een ander personeelslid met relevan- te ervaring in onderwijsmateries tot ombuds en een ander tot plaatsvervangen- de ombuds aangesteld, die deze functie uitoefenen gedurende alle examenpe- riodes van dat academiejaar. De groepsdirecteur treft bij de aanstelling ook een regeling voor de administratieve ondersteuning van de ombuds.
Art.65. — Bevoegdheden en betwistingen
Waar nodig bemiddelt de ombuds over de datum, plaats, vormen en voorwaar- den waarin een examen wordt afgelegd, onverminderd de in andere artikels vastgelegde specifieke bevoegdheden.
Om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen, heeft de ombuds, ook vóór de beraadslaging van de examencommissie, vanuit zijn bemiddelingsrol recht op inlichtingen betreffende elk examen. De ombuds vervult zijn taak in uiterste discretie.
De ombuds is geen lid van de examencommissie, maar neemt met raadgeven- de stem aan de beraadslagingen deel. Hij neemt ook als waarnemer deel aan de besprekingen in de beperkte examencommissie.
De groepsdirecteur waakt over de bevoegdheid en de onafhankelijkheid van de ombuds. Betwistingen omtrent de bevoegdheid van de ombuds of omtrent zijn onafhankelijkheid kunnen op elk moment door de ombuds en door elke exami- nator worden voorgelegd aan de algemeen directeur die omtrent de betwisting een beslissing neemt.
Art.66. — Onverenigbaarheid
De ombuds mag in geen geval de studenten voor wie hij optreedt als ombuds zelf evalueren. Indien uitzonderlijk de ombuds toch voor een opleidingsonder- deel aan de evaluatie van een student heeft meegewerkt, treedt de plaatsver- vangende ombuds voor deze student in zijn plaats.
Art.67. — Verslag
Na de laatste examenperiode van elk academiejaar bezorgt de ombuds de groepsdirecteur een verslag over de werkzaamheden. Deze verslagen worden bij het begin van het volgende academiejaar in de permanente onderwijscom- missie besproken.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 41
2.7. VERLOOP VAN DE EXAMENS
Art.68. — Examinator
Elk examen of deel van een examen wordt afgenomen door de titularissen van het opleidingsonderdeel of door degenen die de titularis voor het doceren van het betreffende college of het leiden van de betreffende werkzaamheden of oefeningen officieel vervangen hebben.
In geval van bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad tussen een student en een examinator, in geval van samenwonen van een student en een examinator of in geval van overmacht in hoofde van de examinator, verzoekt de examinator de voorzitter van de examencommissie, een plaatsvervanger aan te wijzen.
Indien er verscheidene docenten voor één opleidingsonderdeel als examinator optreden terwijl elke student slechts door enkelen van hen wordt beoordeeld of indien slechts één titularis van een aantal cotitularissen elke student beoordeelt, wordt ten laatste de dag voor het betrokken examen bekendgemaakt welke docenten welke studenten examineren.
Examens over andere onderwijsleeractiviteiten dan hoorcolleges kunnen afge- nomen worden door examinatoren die geen titularis zijn, voor zover zij inhoude- lijk mee instonden voor de organisatie van de onderwijsactiviteit. De titularis blijft volledig verantwoordelijk voor de eindbeoordeling.
Examens over opleidingsonderdelen of onderwijsleeractiviteiten die gedoceerd
werden door gastdocenten, worden bij hun afwezigheid afgenomen door een andere examinator, aangewezen door de groepsdirecteur.
Een externe deskundige die deelneemt aan de beoordeling van een student voor een opleidingsonderdeel, kan nooit als eindverantwoordelijke voor een op- leidingsonderdeel optreden.
Art.69. — Informatie vóór de examens en inleveringstermijn van werkstukken
De ECTS-fiche geeft voor elk opleidingsonderdeel gedetailleerde informatie over de inhoud en de doelstellingen ervan, de examenmaterie en de wijze van evalueren, inclusief de weging van eventuele onderdelen waarvoor een deelcij- fer wordt toegekend en inclusief de gevolgen van het niet deelnemen aan een onderdeel van het examen. Indien, uitzonderlijk, de examenmaterie of de evalu- atiemethoden van de ene tot de andere examenperiode verschillen, wordt dit in de ECTS-fiche meegedeeld.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 42
De directieraad kan beslissen dat de examenvorm zoals vastgelegd in de ECTS- fiche moet gewijzigd worden ingevolge wijzigende dringende maatregelen van de overheid. In dat geval wordt de gewijzigde examenvorm via het elektronisch leerplatform bekend gemaakt binnen een redelijke termijn voor het examenmo- ment, die wordt afgesproken met de betrokken STUW (studentenraad).
Wanneer er voor het indienen van een werkstuk een bepaalde inleveringster- mijn is vastgelegd en een student om gegronde redenen voorziet een bepaalde termijn niet te kunnen respecteren, neemt hij voor de aangegeven vervaldatum contact op met de titularis die een nieuwe inleveringstermijn kan bepalen. De opleiding kan in haar reglementering bepalen dat, indien de inleveringstermijn niet gerespecteerd wordt, het werkstuk als niet-ingeleverd wordt beschouwd
en dat de student voor deze opdracht een nul krijgt of als ‘niet afgelegd’ wordt beschouwd. Deze sanctie moet in dat geval in de ECTS-fiche worden vermeld. Als deze sanctie is voorzien, geldt ze ook wanneer een nieuw toegestane termijn niet wordt nageleefd.
Art.70. — Niet-naleven van contractuele verplichtingen
i.v.m. stage, werkplekleren en andere
De opleiding kan in haar reglementering bepalen dat, wanneer een student her- haaldelijk of op ernstige wijze de verplichtingen opgelegd door een stage-over- eenkomst of een overeenkomst-werkplekleren of een andere overeenkomst met VIVES en/of derden niet nakomt, de overeenkomst stopgezet wordt. Zij bepaalt ook of de student voor het deel van het opleidingsonderdeel een nul krijgt of
dat het als ‘niet afgelegd’ wordt beschouwd. Deze sanctie moet in dat geval in de ECTS-fiche worden vermeld. In dit geval heeft de student geen recht op een alternatieve opdracht.
Art.71. — Weigering van stage i.f.v. gezondheid
Wanneer gevreesd wordt dat de deelname van de student aan stage of werk- plekleren hemzelf of anderen in ernstig gevaar brengt, en de gevaarssituatie niet vermeden kan worden door het gebruik van hulp- of beschermingsmid- delen of andere redelijke aanpassingen, kan aan de student gevraagd worden een advies voor te leggen van een behandelend arts-specialist of de interne arbeidsgeneesheer. De beperkte examencommissie kan a.d.h.v. dit advies be- slissen dat de stage niet aangevat kan worden (zonder dat er een alternatieve opdracht voorzien moet worden).
Indien in het functioneren op stage een manifeste ongeschiktheid blijkt voor de uitoefening van het beroep waartoe de opleiding die hij volgt, kan een stage tij- delijk of definitief onderbroken worden. Desgevallend legt de beperkte examen- commissie vast of en onder welke bindende voorwaarden de student zijn stage of werkplekleren kan hervatten. Indien uit de gegevens van het dossier blijkt dat een volgende inschrijving voor deze stage geen positief resultaat zal opleveren, kan de examencommissie de student waarvan de stage of het werkplekleren vroegtijdig werd onderbroken of beëindigd, weigeren voor herinschrijving.
Art.72. — Examenvorm
academiejaar 2023-2024
PAGINA 43
De programmagids vermeldt voor elke examenkans de examenvorm(-en).
De groepsdirecteur kan in overleg met de ombuds bepalen dat een examen onder een andere examen- vorm kan plaatsvinden:
• Bij overmacht waarbij onmiddellijk een oplossing moet gezocht worden
• bij een inhaalexamen;
• Bij een verplaatst examen;
• Op basis van individuele examenmaatregelen voor een student. (Art.60);
• Na overleg met de lokale studentenraad en om tegemoet te komen aan of te anticiperen op een mogelijke overmachtssituatie.
Art.73. — Algemene regels voor examens
De student mag geen middelen (in welke vorm dan ook) bij zich hebben waar- mee communicatie of opslag van gegevens mogelijk is, uitgezonderd materialen, hulpmiddelen en elektronische toestellen die vermeld worden in de programma- gids en/of in de exameninstructies. In ieder geval weerhoudt de student zich er- van op onrechtmatige wijze cursusinhoud te raadplegen gedurende het examen.
De student die zijn examenvragen heeft ontvangen, mag tijdens zijn examen het examenlokaal niet verlaten, tenzij onder toezicht van een personeelslid.
De student registreert zijn aanwezigheid bij het examen vóór hij het examenlo- kaal verlaat.
De student mag examenopgaven en –antwoorden niet meenemen of versturen vanuit het examenlokaal.
Overtredingen worden gesanctioneerd als examenfraude.
Art.74. — Mondelinge examens
Bij een mondeling of deels mondeling examen wordt normaal een schriftelijke voorbereidingstijd van ten minste vijftien minuten toegestaan. Uitzondering kan hierbij gemaakt worden voor mondelinge examens waarbij de directe commu- nicatievaardigheden en andere vaardigheden getoetst worden. De toepassing van deze uitzonderingen wordt, in overleg met de betrokken examinatoren via de examenregeling en -roosters door de groepsdirecteur uitgewerkt. De student kan van een schriftelijke voorbereidingstijd afzien.
Bij een mondeling of deels mondeling examen voorziet de examinator verschil- lende vragenreeksen. Bij toewijzing van een vragenreeks aan een student moet het element toeval gegarandeerd zijn.
Om zwaarwichtige redenen kan een student aan de ombuds vragen om exa- mens op een andere dan de vastgelegde wijze af te leggen. De groepsdirecteur beslist hierover na advies van de ombuds.
Personen met onderwijs- en examenfaciliteiten kunnen een beroep doen op de ombuds om de nodige praktische maatregelen te nemen die hen toelaten op een aangepaste en volwaardige wijze aan de examens deel te nemen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 44
Art.75. — Schriftelijke examens
Een schriftelijk examen mag maximaal een halve dag (ca. vier uur) in beslag nemen.
De student mag het examenlokaal pas 30 minuten na de aanvang van het exa- men verlaten.
Een student die meer dan 30 minuten te laat is, ontvangt de examenvragen niet meer en wordt als afwezig beschouwd.
Art.76. — Schriftelijke online examens
Bij een online schriftelijk examen laat de student bij de identiteitscheck een identiteitsbewijs zien waarop zijn/haar naam, voornaam en foto zichtbaar zijn.
Het aangezicht en de ogen van de student zijn tijdens het examen zichtbaar op de camera. Het gezicht van de student verdwijnt tijdens het examen nooit uit het beeld.
De student voert voor de start van het examen de room scan uit en filmt daarbij minimaal zijn werkblad of tafel, de kamer voor zich, links, rechts en achter zich.
Daarnaast filmt de student in detail de hulpmiddelen die hij voor het examen zal gebruiken.
De student maakt geen gebruik van een koptelefoon of een variant, zoals een headset, oortjes,…
Het niet naleven van deze instructies wordt beschouwd als examenfraude.
Elk opleidingsonderdeel wordt op twintig punten beoordeeld. Het resultaat wordt uitsluitend in gehele getallen uitgedrukt. De permanente onderwijscommissie kan beslissen dat voor een opleidingsonderdeel een beoordeling plaatsvindt onder de vorm van een geslaagd/niet-geslaagd-beslissing. De vermelding wordt opgenomen in de programmagids.
Voor elk opleidingsonderdeel binnen een opleiding vindt één of meerdere eva- luatie- activiteiten plaats. Er zijn drie mogelijkheden:
• Een opleidingsonderdeel (OPO) met één onderwijsleeractiviteit (OLA) en slechts één score;
• Een opleidingsonderdeel met meerdere onderwijsleeractivitei- ten en een score per onderwijsleeractiviteit;
• Een opleidingsonderdeel met meerdere onderwijsleeractivitei- ten en slechts één score voor het volledige opleidingsonderdeel
De beoordeling voor een onderwijsleeractiviteit kan uit verschillende evaluatie- onderdelen bestaan, elk met een eigen score.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 45
Eventuele scores voor evaluatieonderdelen worden door de titularis vóór de beraadslaging omgezet in één eindscore op twintig punten. Als de student aan één van deze evaluatieonderdelen niet deelneemt, wordt voor dit evaluatieon- derdeel een 0-score toegekend. Als de student geen enkel evaluatieonderdeel aflegt, dan wordt de evaluatieactiviteit beoordeeld als ‘niet-afgelegd’ (NA). In dit examenreglement wordt NA beschouwd als equivalent aan een niet-tolereer- baar onvoldoende; zie Art.95. Inzetten van toleranties. Deze NA-score leidt tot een NA-score voor het OPO.
Afwijkende slaagcriteria worden vermeld in de ECTS-fiches en moeten in de POC worden goedgekeurd.
Art.78. — Administratieve verwerking
De examinatoren delen zo spoedig mogelijk na het examen hun examenbeoor- deling mee aan de bevoegde administratieve dienst.
Deze mededeling gebeurt voor elke examenperiode in de voorgeschreven vorm uiterlijk twee werkdagen voor de beraadslaging.
2.8. DE EXAMENCOMMISSIES EN HUN BEVOEGDHEID
Art.79. — Samenstelling
Er wordt voor elke opleiding een beperkte examencommissie en een volledige examencommissie opgericht.
De groepsdirecteur is voorzitter van elke examencommissie in zijn studiege- bied. Hij bepaalt de samenstelling van de examencommissie en duidt een secretaris aan. De secretaris kan ook een niet-examinator zijn, maar nooit de ombudspersoon.
De groepsdirecteur bepaalt voor elke opleiding het aantal leden van de exa- mencommissie. Hij bepaalt ook hoe de leden worden aangewezen en of er plaatsvervangers kunnen optreden.
De examencommissie is representatief samengesteld. Zij bestaat uit ten minste zes leden, behalve in opleidingen waar alle examinatoren samengenomen, met inbe- grip van de voorzitter en de secretaris van de commissie, dat aantal niet halen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 46
De ombudspersoon neemt deel met raadgevende stem van de examencom- missie voor de opleiding waarvoor hij is aangesteld en woont elke bijeenkomst van de examencommissie of de beperkte examencommissie bij.
Art.80. — Bevoegdheden van de beperkte examencommissie
De voorzitter en de secretaris van de examencommissie vormen de beperkte exa- mencommissie, in aanwezigheid van de ombuds die een raadgevende stem heeft.
De beperkte examencommissie legt voor elke officiële mededeling van exa- menresultaten de resultaten van de examens over de opleidingsonderdelen definitief vast, met uitzondering van de resultaten van de studenten die na de examenperiode kunnen afstuderen. Zij bereidt de beraadslaging door de exa- mencommissie als geheel voor.
Voor inschrijvingen voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het verwerven van individuele creditbewijzen, legt zij de resultaten definitief vast met het oog op het al of niet uitreiken van een creditbewijs.
Zij legt de resultaten vast van uitwisselingsstudenten waarvoor de resultaten laattijdig de instelling bereiken.
De beperkte examencommissie treedt op in de gevallen bepaald in Art.85. Consultatie van niet-leden door de examencommissie met betrekking tot de hoorplicht en het hoorrecht van studenten en examinatoren. Zij corrigeert de materiële vergissingen die geen invloed hebben op slagen voor een oplei- dingsonderdeel of een opleiding of de graad van verdienste, zoals bepaald in Art.103. Materiële vergissingen en/of beoordelingsfouten vastgesteld na een beraadslaging.
Art.81. — Bevoegdheden van de volledige examencommissie
De examencommissie heeft tot taak na te gaan of een student ten aanzien van de opleiding of opleidingsonderdelen de leerresultaten heeft behaald en bijgevolg over de competenties beschikt die noodzakelijk worden geacht om daarvoor te slagen.
Voor elke officiële mededeling van examenresultaten legt de examencommissie van de opleiding per student de examencijfers definitief vast en bepaalt of een student geslaagd is voor een opleiding en met welke graad van verdienste.
De vastgestelde resultaten kunnen enkel nog worden gewijzigd in het nadeel van de student als een ernstige onregelmatigheid wordt vastgesteld. Zij kunnen nog worden gewijzigd overeenkomstig de procedure en binnen de termijn vast- gelegd in Art.103 betreffende materiële vergissingen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 47
De examencommissie heeft in de tweede en derde examenperiode de verplich- ting om bindende voorwaarden uit te spreken voor starters die nog geen 50% studie-efficiëntie behaalden. Zij kan desondanks op grond van overmacht of bijzondere individuele omstandigheden ook beslissen om geen bindende voor- waarden op te leggen of de student één academiejaar bijkomend de kans bie- den om te voldoen aan de bindende voorwaarden. De beslissing van de exa- mencommissie om het voldoen aan de bindende voorwaarden te verlengen of om geen bindende voorwaarden op te leggen wordt zorgvuldig gemotiveerd.
Voor elke officiële mededeling van examenresultaten beslist de examencom- missie over studenten voor wie overmacht of andere bijzondere omstandighe- den in rekening kunnen worden gebracht. De examencommissie kan in dergelijk geval beslissen om een of meerdere niet-tolereerbare onvoldoendes toch als tolereerbaar te beschouwen en ook als zodanig te verrekenen ten aanzien van de 10%-tolerantieregel, zoals beschreven in Art.90. Zij kan bovendien beslissen om positief af te wijken van de 10%-tolerantieregel. De beslissing van de exa- mencommissie in dergelijke gevallen wordt zorgvuldig gemotiveerd.
De examencommissie heeft ook het recht om ten aanzien van individuele studenten adviezen te geven en/of om aan individuele studenten bijzondere maatregelen van studievoortgang op te leggen.
2.9. BERAADSLAGING
Art.82. — Aanwezigheid
De leden van de examencommissie nemen aan de beraadslaging deel en ondertekenen de presentielijst. De examencommissie beslist geldig wanneer ten minste de helft van de leden of in voorkomend geval hun plaatsvervanger aanwezig is. Een lid dat wettig verhinderd is, deelt dit zo spoedig mogelijk aan de voorzitter van de examencommissie mee.
Als bepaalde studenten zich tijdens de beraadslaging ter beschikking van de examencommissie moeten houden, worden zij hiervan op initiatief van de voor- zitter van de examencommissie op voorhand verwittigd.
De leden van de examencommissie en alle personen die ter zitting aanwezig zijn, zijn tot geheimhouding over de beraadslaging en de stemmingen verplicht.
Art.84. — Stemgerechtigden
Alle leden van de examencommissie hebben een gelijkwaardige, beslissende stem.
Leden van de examencommissie nemen geen deel aan de beraadslaging over beslissingen ten aanzien van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad of ten aanzien van studenten van wie ze een persoonlijk belang hebben.
Leden van de examencommissie over wie voorgesteld wordt dat een door hen toegekend cijfer aan een individuele student of een groep studenten kennelijk onredelijk is, nemen niet deel aan de beraadslaging over deze student of deze groep studenten.
De ombuds neemt aan de beraadslaging deel met raadgevende stem.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 48
Art.85. — Consultatie van niet-leden door de examencommissie
Elke examinator die geen lid is van de examencommissie kan op zijn ver- zoek steeds gehoord worden door de beperkte examencommissie en de examencommissie.
Hetzelfde geldt voor elke student over wie door de examencommissie een be- slissing zal worden genomen.
In geval van examenfraude moet de beperkte examencommissie, voor de examencommissie een beslissing kan nemen, de examinator van het oplei- dingsonderdeel waarbij de examenfraude werd vastgesteld, horen. De beperkte examencommissie moet ook de betrokken student horen, in aanwezigheid van de ombuds.
Als de beperkte examencommissie oordeelt dat het door een examinator voor- gesteld cijfer voor een individuele student of voor een groep studenten kennelijk onredelijk is, moet zij, voor de examencommissie een beslissing kan nemen, de examinator horen.
De examencommissie zelf kan steeds beslissen om een examinator die geen lid is van de examencommissie, te horen over een door haar voorgestelde beslissing.
Art.86. — De examencommissie als college en haar beslis- en stemregels
De examencommissie handelt als college. Een beslissing over een student wordt door de examencommissie bij gewone meerderheid i.e. meer dan de helft van de aanwezige leden vastgesteld.
Op voorstel van de voorzitter of als een lid van de commissie of de ombuds erom verzoekt, wordt er over een beslissing, zowel tijdens als op het einde van de opleiding, geheim gestemd. Bij de stemmingen worden ongeldige stemmen en onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen geldt het voor de student meest gunstige voorstel als beslissing van de commissie.
Art.87. — Criteria voor het slagen voor een opleidingsonderdeel
De student slaagt voor een opleidingsonderdeel als hij ten minste 10/20 of de beoordeling “geslaagd” behaalt.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 49
In beide gevallen verwerft de student een creditbewijs tenzij hij het studiegeld niet tijdig zou betaald hebben of er een onregelmatigheid is vastgesteld waar- voor de student een sanctie krijgt.
Art.88. — Weging
Voor het vaststellen van het behaald percentage over een gehele opleiding worden de punten behaald voor elk opleidingsonderdeel gewogen volgens het aantal studiepunten dat ermee verbonden is.
De opleidingsonderdelen die beoordeeld worden volgens het model geslaagd/ niet-geslaagd, worden in de berekening van het percentage niet meegeteld.
Art.89. — Afrondingsregels
Voor de toepassing van de Art.90, 92 en 94:
Worden de samengetelde resultaten van de student afgerond naar het onder- liggend percentage voor de decimalen 0,1-0,4 en naar boven voor de decima- len 0,5-0,9;
Wordt het aantal studiepunten dat overeenstemt met de toepassing van de 10% regel en de 50% studie-efficiëntieregel, afgerond naar het onderliggende aan- tal studiepunten voor de decimalen 0,1-0,4 en naar boven voor de decimalen 0,5-0,9.
Art.90. — Criteria voor het slagen voor een opleiding
Een student slaagt voor een opleiding als hij voldoet aan voorwaarde a of tege- lijkertijd aan de voorwaarden b en c en d:
voorwaarde a:
Hij is voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding binnen het diploma- contract of het examencontract met het oog op het verwerven van een diploma vrijgesteld of geslaagd 10/20 of beoordeling “geslaagd”;
voorwaarde b:
Hij behaalt voor de opleiding als geheel ten minste 50% als gewogen percentage;
voorwaarde c:
Hij behaalt maximaal 10% tolereerbare onvoldoendes op het geheel van de feitelijk opgenomen studiepunten van de opleiding, begrensd tot het aantal studiepunten van het modeltraject van de opleiding als geheel. Tolereerbare onvoldoendes zijn beoordelingen van 8 of 9 op 20.
voorwaarde d:
Hij is geslaagd voor alle opleidingsonderdelen met een beoordeling ge- slaagd/niet geslaagd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 50
In afwijking van wat in c hierboven wordt bepaald kan de algemeen direc- teur op voorstel van de permanente onderwijscommissie en na advies van de academische raad beslissen dat voor bepaalde opleidingsonderdelen een onvoldoende niet tolereerbaar is en een dergelijk tekort dus steeds leidt tot het niet-slagen. Deze afwijkingen worden opgenomen in de programmagids.
Art.91. — Slagen voor een aansluitende opleiding
Studenten die zich inschrijven voor een aansluitende opleiding, kunnen slechts slagen voor de aansluitende opleiding nadat zij geslaagd zijn voor de vooraf- gaande opleiding.
Art.92. — Criteria voor het behalen van een diploma of getuigschrift en een graad van verdienste
De student die geslaagd is voor een opleiding overeenkomstig de criteria vast- gelegd in Art.90, behaalt het diploma of getuigschrift van de opleiding.
Aan een student die het diploma behaalt, wordt de volgende graad van ver- dienste toegekend:
• Op voldoende wijze, als hij minder dan 68 % van de punten heeft behaald;
• Onderscheiding, op voorwaarde dat hij ten minste 68 % van de punten behaalt;
• Grote onderscheiding, op voorwaarde dat hij ten minste 77 % van de punten behaalt;
• Grootste onderscheiding, op voorwaarde dat hij ten minste 85 % van de punten behaalt;
• Grootste onderscheiding en de gelukwensen van de examen- commissie, op voorwaarde dat hij ten minste 90 % van de pun- ten behaalt.
De berekening gebeurt op de examenresultaten van het geheel van de opleiding.
Er wordt geen graad van verdienste toegekend aan studenten van wie het fei- telijk opgenomen studieprogramma minder dan 20 studiepunten bedraagt, of voor een opleiding voor wie meer dan de helft van de studiepunten worden ge- scoord met geslaagd/niet-geslaagd.
Aan een individuele student die niet voldoet aan de criteria voor het behalen van een bepaalde graad van verdienste kan deze graad van verdienste toch worden toegekend, indien de examencommissie:
• Overmacht vaststelt;
OF
academiejaar 2023-2024
PAGINA 51
• Op gemotiveerde wijze daartoe beslist. Deze motivering wordt opgenomen in het beraadslagingsverslag. Op voorstel van de voorzitter of als een lid van de examencommissie of de ombuds erom vraagt, wordt daarover geheim gestemd.
Art.93. — Beraadslagingsverslag
Het beraadslagingsverslag wordt opgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Het bevat de presentielijst en ver- meldt voor elke student de beslissing of de vaststelling zoals bepaald in Art.85 en 86 en eventueel de naleving van de procedurevoorschriften van Art.47 tot en met 52. Het verslag bevat de examencijfers of verwijst naar de examencijfers die als bijlage aan het verslag worden toegevoegd of in een beveiligd elektronisch bestand zijn opgenomen. Het beraadslagingsverslag bevat in voorkomend ge- val ook de gemotiveerde beslissingen genomen op grond van Art.81, 86, 88, 90, 92, 94, 95, 98 en 103.
2.10.HERNEMEN VAN EXAMENS OVER OPLEIDINGSONDERDELEN EN HET INZETTEN VAN TOLERANTIES
Art.94. — Hernemen van examens over opleidingsonderdelen
§1 — Algemeen principe
Een student kan per academiejaar over eenzelfde opleidingsonderdeel of ge- deelte van een opleidingsonderdeel tweemaal en niet meer dan tweemaal examen afleggen, welke ook de contracten zijn die hij eventueel samen of op- eenvolgend heeft aangegaan. Een niet-hernomen of niet-afgelegd examen wordt beschouwd als een opgenomen examenkans. Door contractverandering kan een student niet meer examenkansen verwerven. De ECTS-fiche vermeldt het als de student op grond van de aard van dat onderdeel slechts eenmaal per jaar kan worden geëxamineerd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 52
In uitzonderlijke gevallen kan aan een student die zich in de eindfase van een opleiding bevindt door de groepsdirecteur de toelating tot een derde examen- kans worden gegeven.
§2 — Hernemen van examens over opleidingsonderdelen binnen het acade- miejaar
Na de eerste examenkans beslist de student of hij voor de examens waarop hij een onvoldoende haalde, een tweede examenkans opneemt. Hij moet, volgens een procedure vastgelegd door de hogeschool, meedelen welke examens hij herneemt in de tweede examenkans. De student kan niet herkansen voor oplei- dingsonderdelen waarvoor hij tolerantie inzette.
Het resultaat van een creditbewijs is definitief. Eens het creditbewijs behaald, kan de student dit opleidingsonderdeel niet meer hernemen.
Een tweede examenkans vindt niet noodzakelijk plaats onder dezelfde examen- vorm, dit wordt eveneens vermeld in de ECTS-fiche.
Het cijfer van de eerste examenkans blijft behouden als het hoger is dan het resultaat dat de student behaalt in de tweede examenkans.
§3 — Overdracht van deelresultaten op onderwijsleeractiviteiten
Indien een opleidingsonderdeel bestaat uit meerdere onderwijsleeractiviteiten, die afzonderlijk geëvalueerd worden, wordt het examenresultaat automatisch overgezet naar een volgende examenperiode in hetzelfde of een volgend aca- demiejaar, voor zover de student op die onderwijsleeractiviteit ten minste 10 of een beoordeling ‘geslaagd’ heeft behaald.
Bij een deeloverdracht wordt het oorspronkelijk behaalde deelcijfer verrekend in een nieuw eindcijfer voor het opleidingsonderdeel. De student herneemt enkel de evaluatieactiviteit(en) waarvoor geen overdracht van het resultaat gebeurde.
§4 — Overdracht van (deel)resultaten binnen een academiejaar wanneer er geen tweede examenkans is
Indien er geen tweede examenkans voor een (deel van een) opleidingsonder- deel is, wordt het examenresultaat van de eerste examenkans overgedragen naar een volgende examenperiode.
Art.95. — Inzetten van toleranties
§1 — Algemeen principe
Toleranties kunnen door de student of automatisch worden ingezet op voor- waarde dat:
academiejaar 2023-2024
PAGINA 53
• Het totaal aantal aan ingezette toleranties voor een student, uitgedrukt in studiepunten, samen maximaal 10% bedragen van de studiepunten voor de gehele opleiding, na aftrek van de vrij- stellingen. Voor de opleiding verpleegkunde (240 studiepunten) wordt het maximum aantal te tolereren studiepunten begrensd tot 18 studiepunten;
• De student een studie-efficiëntie behaalde van ten minste 50%.
De programmagids vermeldt voor welke opleidingsonderdelen een onvoldoen- de steeds niet-tolereerbaar is.
Studenten die nog geen 60 studiepunten verworven hebben in de opleiding, met inbegrip van vrijstellingen, kunnen examenresultaten van tolereerbare onvoldoendes behouden voor maximaal 12 studiepunten. Uitzonderlijk kan de groepsdirecteur hiervan afwijken na advies van de studietrajectbegeleider/het opleidingshoofd.
Tolerantie kan niet worden ingezet voor opleidingsonderdelen waarbij voor het opleidingsonderdeel of een deel ervan fraude werd gepleegd en gesanctioneerd.
Voor bepaalde opleidingsvormen kan de algemeen directeur op voorstel van de POC en na advies van de academische raad, een afwijking toestaan op deze regels.
§2 — Toleranties ingezet door de student
Studenten die het diploma nog niet hebben behaald kunnen na de tweede en derde examenperiode beslissen om toleranties in te zetten.
Zij kunnen deze beslissing ook al nemen na de eerste examenperiode, als hun individueel studieprogramma geen opleidingsonderdelen uit het tweede se- mester bevat.
De student geeft in zijn tolerantiedossier aan voor welke opleidingsonderdelen hij een tolereerbare onvoldoende wenst te behouden en slaat deze keuze defi- nitief op. Hij heeft hiervoor 15 kalenderdagen de tijd, gerekend vanaf de dag na- dat de resultaten in zijn KULoket verschenen zijn.
Toleranties die voorlopig opgeslagen werden, worden na het verstrijken van de 15 kalenderdagen geannuleerd.
Als een student binnen de vooropgestelde termijn geen keuze maakt om to- leranties in te zetten, wordt verondersteld dat hij de examens over de oplei- dingsonderdelen herneemt.
De beslissing om een tolereerbare onvoldoende te behouden, kan niet herroe- pen worden.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 54
Uitzonderlijk kan een student na gemotiveerde aanvraag en toelating van de voorzitter van de examencommissie, aan het einde van zijn opleiding een vroeger behaalde tolereerbare onvoldoende die hij tot dan toe behouden had, herdoen.
Hij moet zich dan opnieuw inschrijven voor het opleidingsonderdeel en er exa- men over afleggen, op basis van de leerstof van dat academiejaar.
§3 — Automatisch ingezette toleranties
Voor de student waarvoor in een initiële bacheloropleiding de decretale drempel zoals vermeld in Art. 38. Weigering van verdere inschrijving op basis van bindende voorwaarden van toepassing is, worden na het einde van het eerste academiejaar en na het einde van het tweede academiejaar van inschrijving in de betrokken initiële bacheloropleiding automatisch toleranties ingezet voor de opleidingsonder- delen van het drempelpakket. Voor de student die voor één opleidingsonderdeel van zijn drempelpakket een 6 of 7 op 20 heeft behaald en voor alle andere oplei- dingsonderdelen van zijn drempelpakket een credit heeft behaald, wordt de 6 of
7 op 20 uitzonderlijk beschouwd als een tolereerbaar cijfer dat automatisch wordt getolereerd, indien aan alle andere tolerantievoorwaarden is voldaan.
Voor de student die in de eindfase van zijn opleiding zit en bijgevolg het diploma kan behalen, worden automatisch toleranties ingezet als de student daardoor kan slagen voor de opleiding
In elk van deze gevallen worden de studiepunten in mindering gebracht van het tolerantiekrediet.
Een student die het niet eens is met een beslissing van de examencommissie om toleranties in te zetten, deelt dit binnen de 48 uur na bekendmaking van de resultaten mee aan de voorzitter van de examencommissie.
Wanneer de student van deze mogelijkheid gebruikmaakt, wordt het alge- meen resultaat voor de opleiding slagen/niet-slagen en eventuele graad van verdienste voorlopig ongedaan gemaakt. De student herneemt het opleidingsonderdeel.
2.11. EXAMENFRAUDE
Art.96. — Definities
Als examenfraude wordt beschouwd elk gedrag van een student in het kader van een examen waardoor deze het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van hemzelf dan wel van andere stu- denten geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt of poogt te maken.
Plagiaat is een vorm van examenfraude die bestaat uit elke overname van het werk, ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen … op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding inclusief output die niet zelf geproduceerd is maar gegenereerd door artificiële intelligentie of gelijk- aardige systemen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 55
Art.97. — Procedures
Elk personeelslid dat examenfraude vaststelt of vermoedt, informeert zo spoedig mogelijk de voorzitter van de examencommissie over elke bij een evaluatie of examen begane vorm van examenfraude die de uiteindelijke beslissing van de examencommissie kan beïnvloeden.
De beperkte examencommissie of de examencommissie hoort alle betrokke- nen. De student kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze en/of een raadsman die geen personeelslid of student van de hogeschool kan zijn en/of door de ombudspersoon.
De beperkte examencommissie of de examencommissie formuleert indien no- dig een voorstel van examentuchtbeslissing.
In geval van een inbreuk die mogelijk als plagiaat kan worden beschouwd, on- derzoekt de beperkte examencommissie, eventueel in overleg met de binnen de hogeschool aangewezen expert of er plagiaat is gepleegd. Zij onderzoekt ook de ernst van de overtreding en rapporteert aan de examencommissie.
In afwachting van een uitspraak door de examencommissie mag de student de evaluatie- en examenreeks verder afwerken, met inbegrip van het examen in kwestie, zij het, wat dit laatste betreft, desgevallend na inbeslagname van de betwiste stukken en de reeds aangemaakte kopij.
De beperkte examencommissie of de examencommissie hoort de student vóór elke beslissing van de examencommissie over een begane examenfraude.
Op grond van een bij een examen begane examenfraude kan de examencom- missie bij de beraadslaging beslissen dat de student:
• Het examen op een ongeldige wijze aflegde en het opnieuw moet afleggen. Het studiegebied bepaalt het tijdstip en de examenvorm;
• Een aangepast cijfer krijgt op het examen of werkstuk;
• Een 0 krijgt op het examen of werkstuk van het opleidingsonder- deel of een onder- deel ervan;
• Een 0 krijgt voor enkele of alle examens in de betrokken examenperiode;
• Geen cijfer krijgt voor de examens van de betrokken examenkans;
• Afgewezen wordt voor een of meerdere opleidingsonderdelen. De student krijgt voor die examenperiode een 0 voor het (de) be- trokken opleidingsonderde(e)l(en) en kan pas ten vroegste in een volgend academiejaar opnieuw aan een examen deelnemen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 56
• Afgewezen wordt voor de opleiding: de student kan zich ten vroegste opnieuw laten inschrijven voor examens in de eerste examenperiode van het volgende academiejaar. De afgeweze- ne verliest alle examencijfers behaald in de betrokken examen- kans. Dit kan slechts op grond van een zeer ernstige onregel- matigheid; over de ernst van de onregelmatigheid oordeelt de examencommissie.
• De examencommissie van de opleiding kan additioneel de stu- dent verplichten een ander onderwerp en/of promotor te ne- men voor het eindwerk of de bachelorproef.
• Het recht tot inschrijving voor een eerstvolgend academiejaar of de eerstvolgende twee academiejaren voor alle opleidingen aan VIVES verliest. De student verliest ook alle examencijfers behaald in de betrokken examenperiode of het betrokken examenblok. Dit kan slechts op grond van een zeer ernstige onregelmatigheid.
De regel ‘behoud van hoogste cijfer’ vervalt voor alle mogelijke beslissingen.
In geval van plagiaat kan de examencommissie de sancties koppelen aan een verplichte deelname aan een zelfstudiemodule of andere vormen van bijscho- ling met betrekking tot plagiaat.
De ernst van de overtreding en de strafmaat bij plagiaat worden beoordeeld aan de hand van de volgende elementen:
• De omvang van het plagiaat;
• De aard van het plagiaat: slecht refereren, afwezigheid van re- ferenties ...;
• De ervaring van de student, de mate waarin de student zich be- wust zou moeten zijn van de ernst van wat hij doet, onder meer rekening houdend met het moment in de studieloopbaan;
• De intentie om bedrog te plegen.
Tegen beslissingen met betrekking tot examenfraude kan een student be- roep instellen, zoals bepaald in afdeling 3 Algemene regelingen, Art.111. Interne beroepsprocedure.
2.12. MEDEDELING EN BESPREKING VAN DE EXAMENRESULTATEN
Art.99. — Mededeling van de beslissingen van de examencommissie tijdens de opleiding
De voorzitter van de examencommissie bepaalt het tijdstip en de wijze waarop de examenresultaten voor alle opleidingsonderdelen aan de studenten via het studievoortgangsdossier worden meegedeeld. Bij de mededeling wordt verwe- zen naar de beroepsprocedure.
De mededeling van de examenresultaten via het studievoortgangsdossier geldt als enige officiële bekendmaking van de examenresultaten. Een beroep over- eenkomstig Art.111 van dit reglement kan dan ook pas worden ingesteld vanaf deze officiële bekendmaking.
Resultaten die mondeling of via andere wegen zouden worden bekendgemaakt zijn dan ook steeds voorlopige resultaten.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 57
Een examinator kan tijdens de examenperiode na afloop van een oplei- dingsonderdeel aan een individuele student mondeling kwalitatieve feedback geven in functie van het maximaliseren van het studierendement van ver- volgopleidingsonderdelen, zonder dat het behaalde examenresultaat wordt meegedeeld.
Aan de studenten die ingeschreven zijn voor een diplomacontract of een exa- mencontract met het oog op het behalen van een diploma of getuigschrift wordt een geactualiseerd overzicht meegedeeld van de stand van zaken van hun individueel overzichtsrapport.
Studenten met een creditcontract en met een examencontract met het oog op het verwerven van creditbewijzen ontvangen enkel een mededeling van de resultaten op de opleidingsonderdelen waarover zij in de betrokken examen- periode examen aflegden en eventueel de mededeling dat zij geweigerd zullen worden voor een volgende inschrijving van één of meer opleidingsonderdelen.
Aan de studenten wordt de mogelijkheid geboden kennis te nemen van ver- algemeende examenresultaten van de voor hen relevante studentgroep, ter situering van hun resultaten op de opleidingsonderdelen waarover zij in het be- trokken academiejaar examen aflegden.
Op de diplomasupplementen worden de examencijfers omgezet in de volgende codetekens:
• Voor die opleidingsonderdelen waarvoor de student een credit- bewijs behaalde: de code C, aangevuld met het examencijfer of de letter P bij niet-numerieke beoordeling;
• Voor de opleidingsonderdelen waarvoor de student een resul- taat van minder dan 10 of niet-geslaagd behaalde: de code [T] getolereerd.
Art.100. — Xxxxxxxxxx van de resultaten en recht op feedback
De studenten krijgen binnen de eerste vijf kalenderdagen na de dag van de offi- ciële bekendmaking van de resultaten de mogelijkheid tot feedback. Deze feed- back wordt georganiseerd in de vorm van een inzage van hun schriftelijk exa- men en/of een individuele en/of een collectieve nabespreking van het examen. De regeling voor feedback en nabespreking wordt ten minste een week voor de mededeling van de resultaten aan de studenten bekendgemaakt.
De student kan zich laten vergezellen door een persoon naar keuze.
Studenten die een kopie van een examen of beraadslagingsverslag wensen, volgen hiervoor de procedure bepaald in afdeling 3 Algemene regelingen, Art.105. Openbaarheid van bestuur. Buiten deze mogelijkheid is het verboden om door middel van eender welk toestel of device een reproductie/kopie te maken van de hierboven vermelde documenten bv. foto.
Geschillenregeling en materiële vergissingen
academiejaar 2023-2024
PAGINA 58
Art.101. — Conflicten voor of tijdens een examen
Onregelmatigheden of conflicten tussen een student en een examinator die zich voordoen voor of tijdens het afleggen van een examen en die het correcte verloop van de evaluatie in het gedrang kunnen brengen, worden door een van beide partijen zo spoedig mogelijk aan de voorzitter van de examencommissie meegedeeld, eventueel via de ombuds. De voorzitter bemiddelt en neemt, zo nodig, eventueel na overleg met de beperkte examencommissie, voorlopige maatregelen om het correcte verloop van het examen te waarborgen. De exa- mencommissie neemt de uiteindelijke beslissing. De beperkte commissie hoort in elk geval de examinator en de student. De student en de examinator kunnen ook door de examencommissie zelf gehoord worden, op hun verzoek.
Art.102. — Materiële vergissingen vastgesteld voor een beraadslaging
Als een materiële vergissing wordt vastgesteld voor de beraadslaging, deelt de examinator het correcte examencijfer mee aan de bevoegde administratieve dienst.
Art.103. — Materiële vergissingen en/of beoordelingsfouten vastgesteld na een beraadslaging
Als een materiële vergissing en/of beoordelingsfouten worden vastgesteld na een beraadslaging, wordt dit formeel gemeld bij de voorzitter van de examencommissie.
Een vergissing die geen invloed heeft op het slagen voor een opleidingsonder- deel of de opleiding evenmin als voor de behaalde graad van verdienste, wordt door de beperkte examencommissie rechtgezet. Als er al examenresultaten zijn meegedeeld aan de student, deelt de administratieve dienst aan de student een gecorrigeerd examenresultaat mee. De voorzitter en de secretaris rappor- teren hierover bij een volgende vergadering van de examencommissie.
Als de vastgestelde vergissing wel invloed kan hebben op het slagen voor een opleidingsonderdeel of de opleiding, of de behaalde graad van verdienste, roept de voorzitter de voltallige examencommissie zo snel mogelijk opnieuw samen. De vastgestelde resultaten kunnen nog worden gewijzigd:
In het nadeel van de student binnen een termijn van 10 kalenderdagen na de mededeling van de resultaten (enkel in het geval van materiële vergissingen);
In het voordeel van de student.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 59
De nieuwe beslissing wordt schriftelijk aan de student meegedeeld.
3. ALGEMENE REGELINGEN
3.1. RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE STUDENT
Art.104. — Gelijke behandeling en redelijke aanpassingen
De studenten van de hogeschool hebben recht op een gelijke behandeling. Voor een ongelijke behandeling is een objectieve grondslag vereist en moet het ver- schil in behandeling in verhouding staan tot een rechtmatig na te streven doel.
De hogeschool neemt algemene maatregelen om de gelijkheid van kansen te waarborgen en de toegankelijkheid van de hogeschool in materiële en immate- riële zin te garanderen voor studenten met een bijzonder statuut. Dit statuut kan worden toegekend aan:
academiejaar 2023-2024
PAGINA 60
• Studenten met een functiebeperking, leerstoornis of ontwikkelingsstoornis
• Topsporters
• Mantelzorgers
• Anderstalige studenten
• Studenten die studeren combineren met een gezin
• Studenten met een mandaat
• Werkstudenten
• Student-ondernemers
• Kunstenaars
Op basis van een bijzonder statuut kunnen studenten redelijke aanpassingen inza- ke onderwijs- of examenfaciliteiten aanvragen volgens de procedure die te raad- plegen is via xxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxxxxxxxx.
Art.105. — Openbaarheid van bestuur
Elke student kan inzage krijgen in de documenten die ten grondslag lagen aan beslissingen ten aanzien van hem genomen, zonder dat hij recht heeft op inza- ge in gegevens die betrekking hebben op andere studenten. Hij kan tot uiterlijk een maand na aanvang van het volgende academiejaar hiertoe een aanvraag indienen bij de groepsdirecteur onder wie zijn opleiding ressorteert. Die inzage wordt binnen een redelijke termijn verleend. Kopieën van documenten worden enkel verleend met onherkenbaarmaking van gegevens die niet op de student betrekking hebben. De hogeschool zal een redelijke vergoeding vragen per ge- kopieerde bladzijde. Het examenreglement bepaalt in Art.100 het inzagerecht ten aanzien van examens en beraadslagingsverslagen.
Elke student kan conform de wetgeving op de bescherming van de persoons- gegevens éénmaal per jaar inzage en eventueel correctie vragen van de per- soonsgegevens die de hogeschool over hem elektronisch bewaart. De uitoefe- ning van dat recht wordt gevraagd bij de groepsdirecteur.
Art.106. — Specifieke rechten en plichten
§1 —
De studenten hebben in het bijzonder ook recht op:
• Ondersteuning vanwege de studentenvoorzieningen van de hogeschool: zie xxx.xxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxx van onze hogeschool;
• Toegang tot de algemene studieondersteunende diensten;
• Toegang tot de selectieve sociale voorzieningen zoals studie- financiering van de sociale dienst, studentenhuisvesting, me- disch en psychotherapeutisch centrum enz. volgens de criteria bepaald door de diensten;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 61
• Gebruik van de bibliotheek volgens het bibliotheekreglement: zie xxx.xxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx;
• Gebruik van de computerinfrastructuur volgens het specifieke reglement;
• Onderwijsondersteuning via TOLEDO: zie xxx.xxxxx.xx/xx/ studeren/toledo.
Studenten met een examencontract kunnen op deze mogelijkheden geen aan- spraak maken. De hogeschool engageert zich enkel tot het afnemen van de examens.
De studenten hebben de plicht de onroerende en roerende goederen van de hogeschool te gebruiken ‘als een goede huisvader’ en zich te gedragen con- form de binnen de hogeschool geldende reglementen.
§2 —
De officiële communicatie tussen VIVES en de studenten verloopt via het VIVES- studentenmailadres. Ingeschreven studenten moeten met regelmaat hun mails op dat mailadres lezen en kunnen zich niet op het niet-lezen ervan beroepen om aan verplichtingen/wijzigingen te ontkomen.
§3 —
Van studenten wordt verwacht dat zij op regelmatige basis de mededelingen op TOLEDO raadplegen.
§4 —
De studenten hebben geen recht op het maken van geluids- of beeldopnamen van de onderwijsactiviteiten, tenzij hierover een specifieke afspraak is gemaakt met de titularis van het opleidingsonderdeel. Het opnamemateriaal kan enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden voor de student zelf of de studen- tengroep van het lopende academiejaar. Commercieel gebruik is uitgesloten, evenals het opnemen van examens voor eender welk gebruik. Het opnamema- teriaal wordt niet gepubliceerd op publiek toegankelijke websites. De versprei- ding van het opnamemateriaal is onderworpen aan de officiële privacywet- geving. Een student die het materiaal gebruikt zonder rekening te houden met deze afspraken, wordt onderworpen aan de sancties van het tuchtreglement.
§5 —
De studenten kunnen zich niet verzetten tegen het maken van opnamen van onderwijsactiviteiten die de docent gebruikt voor simultane uitzending en/of plaatsing op leerplatformen. Zij kunnen wel vragen niet persoonlijk in beeld te worden gebracht.
§6 —
academiejaar 2023-2024
PAGINA 62
De studenten mogen in geen geval leermateriaal, cursusteksten, oefeningen, slides,… dat hen tegen betaling of kosteloos in het kader van hun opleiding ter beschikking werd gesteld door VIVES, vermenigvuldigen en verspreiden, zodat er commercieel voordeel uit gehaald kan worden door henzelf of derden.
De studenten mogen evenmin examenmateriaal dat hen tegen betaling of kos- teloos in het kader van hun opleiding ter beschikking werd gesteld door VIVES, vermenigvuldigen en gebruiken voor andere dan persoonlijke doeleinden.
Een student die zich niet aan deze regels houdt, wordt onderworpen aan sanc- ties zoals bepaald in het tuchtreglement. De student stelt zich daarenboven ook bloot aan vervolging wegens inbreuken op de wetgeving inzake auteurs- rechten.§76. De studenten hebben het recht op het maken van digitale notities met een mobiel digitaal toestel (laptop, tablet, smartphone) tenzij hierover een gegrond bezwaar wordt geformuleerd door de titularis van het opleidingson- derdeel. De digitale notities kunnen enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden voor de student zelf of de studentengroep van het lopende acade- miejaar. Commercieel gebruik is uitgesloten. Een student die het materiaal ge- bruikt zonder rekening te houden met deze afspraken, wordt onderworpen aan de sancties van het tuchtreglement.
§7 —
Personen die frauduleus documenten van VIVES namaken, zullen gerechtelijk vervolgd worden. Als het gaat om studenten van VIVES, zal bovendien het tucht- reglement worden toegepast.
Art.107. — Bescherming van de persoonsgegevens
Elke student kan éénmaal per jaar inzage en eventueel correctie vragen van de persoonsgegevens die VIVES over hem elektronisch bewaart.
Door zijn inschrijving geeft de student de toestemming aan VIVES om:
• Door hem voorgelegde documenten op hun authenticiteit en waarachtigheid te laten controleren bij de uitreikende instanties;
• De echtheid van zogenaamd door VIVES aan hen uitgereikte documenten te bevestigen wanneer derden hierom verzoeken.
De persoonsgegevens van de studenten worden verzameld en gebruikt voor de interne studentenadministratie. Daarnaast kunnen de persoonsgegevens en foto’s van de studenten gebruikt worden voor de eigen publicaties zoals vade- mecum, fotoboek en dergelijke.
Foto’s van studenten gemaakt tijdens activiteiten binnen de hogeschool of in functie van de hogeschool kunnen gebruikt worden voor interne en externe publicaties, zoals schooltijdschriften, publiciteit, promotiemateriaal, website, persmededelingen, enz.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 63
VIVES behoudt zich eveneens het recht voor om de persoonsgegevens en foto’s van de studenten, zoals hierboven aangeduid, te gebruiken nadat de studenten de hogeschool verlaten hebben.
Art.108. — Bewaartermijn van documenten
Documenten, andere dan examenkopijen, die betrekking hebben op beslis- singen ten aanzien van een student, worden bewaard tot ten minste drie jaar nadat de student voor het laatst aan de instelling ingeschreven was voor de betrokken opleiding of het opleidingsonderdeel.
Art.109. — Intellectuele eigendomsrechten op werken van studenten
Werken die de student realiseert in het kader van een opleiding aan VIVES kun- nen onder andere de vorm aannemen van (i) resultaten uit onderzoek en ont- wikkeling, zoals maar niet beperkt tot een technische uitvinding, (ii) werken van letterkunde of kunstwerken in de zin van de Belgische auteursrechtelijke regel- geving, zoals maar niet beperkt tot papers en de bachelorproef.
Huidig artikel doet geen afbreuk aan de beginselen zoals vastgelegd in de Belgische regelgeving inzake intellectuele eigendom.
§1 — Eigendomsrechten
Als algemeen principe geldt dat de intellectuele eigendomsrechten op werken toebehoren aan de student die het werk realiseerde.
Indien de student evenwel het werk dat tot stand kwam tijdens en in het kader van de studie aan VIVES, kenbaar maakt aan derden, in eender welke presenta- tievorm, zal de student steeds VIVES en de betrokken opleiding vermelden.
Een uitzondering hierop is wanneer het werk dat de student realiseerde voort- bouwt, geheel of gedeeltelijk, op werken die binnen VIVES reeds werden gereali- seerd of wanneer het werk deel uitmaakt van een groter project (intern of extern gesubsidieerd), van wetenschappelijke dienstverlening of van contractonder- zoek. In dat geval behoren de rechten op het werk die de student realiseerde toe aan VIVES.
Er kan eveneens een uitzondering gemaakt worden indien een externe organi- satie betrokken is bij het financieren of realiseren van het werk, bijvoorbeeld in het kader van stage of een project. In dat geval kan een afwijkende toewijzing van de rechten op het werk schriftelijk worden vastgelegd tussen de student, VIVES en de externe organisatie.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 64
Het is eveneens steeds mogelijk dat er voorafgaandelijk een geheimhoudings- overeenkomst wordt afgesloten indien het werk vertrouwelijke gegevens bevat of indien VIVES of de externe organisatie geheimhouding wenst van bepaalde inhoud van het werk.
§2 — Gebruiksrechten
Behoudens de uitzonderingen vermeld in Art.109 § 1, verleent de student aan VIVES voor de volledige duur van de rechten een gratis, onvervreemdbaar,
niet-exclusief gebruiksrecht op de werken voor onderwijs en onderzoek. Dit ge- bruiksrecht gaat in van zodra de student het werk indient bij VIVES of vanaf de totstandkoming ervan in het kader van het opleidingsonderdeel aan VIVES.
Dit omvat minstens de volgende rechten:
• Het recht om het werk te gebruiken als lesmateriaal, met ver- melding van de naam van de student;
• Het recht om het werk te gebruiken in het kader van toonmo- menten of communicatie, al dan niet via digitale fora, over de hogeschool en de opleiding, met vermelding van de naam van de student.
Het gebruiksrecht voor VIVES wordt steeds gewaarborgd door de student, ook indien de student overgaat tot exploitatie van het werk.
3.2. RECHTSBESCHERMING EN BEHANDELING VAN KLACHTEN
Art.110. — De ombudswerking
De studiegebieddirecteur wijst een lid van het onderwijzend personeel of een ander personeelslid met relevante ervaring in onderwijsmateries aan als om- buds. Bij deze vertrouwenspersoon kunnen de studenten doorheen het acade- miejaar terecht met betrekking tot aspecten van onderwijsverzorging die, om- wille van hun persoonsgebondenheid, niet afdoende kunnen worden behandeld door andere instanties. De ombuds bemiddelt tussen de betrokken studenten, de docenten en de beleidsinstanties.
Tijdens de examenperiodes fungeert een ombuds die als vertrouwenspersoon bemiddelt tussen de examinator en de student. Het ombudsreglement be- schrijft de op- dracht, de aanstelling en de bevoegdheid van de ombuds.
Art.111. — Interne beroepsprocedure
academiejaar 2023-2024
PAGINA 65
Intern beroep is mogelijk tegen:
• Een weigering tot afwijking van een studievoortgangsmaatregel;
• Beslissingen omtrent het verlenen van en de omvang van een bewijs van bekwaamheid;
• Het ontzeggen van het recht op het verder volgen van een opleidingsonderdeel;
• Een beslissing omtrent het verlenen van en de omvang van een vrijstelling;
• Een examenbeslissing: als examenbeslissing wordt beschouwd elke beslissing van een examencommissie waarbij:
• Een beoordeling voor een afzonderlijk opleidingsonderdeel definitief wordt vastgesteld;
• Een betwisting wordt beslecht;
• Over het globale resultaat en het al of niet toekennen van een graad van verdienste voor een gehele opleiding wordt beslist;
• Het weigeren van onderwijs- of examenfaciliteiten voor een stu- dent met een specifiek statuut.
§1 —
Een student die oordeelt dat een genomen beslissing zijn rechten schendt, kan intern beroep aantekenen bij de interne beroepscommissie.
§2 —
De student moet de interne beroepsprocedure opstarten binnen een termijn van zeven kalenderdagen die ingaat
• In het geval van een examenbeslissing: de dag na deze van de publicatie;
• In het geval van een andere studievoortgangsbeslissing: de dag na de kennisgeving van de genomen beslissing aan de student.
§3 —
De student stuurt zijn verzoekschrift per e-mail naar interneberoepscommissie@ xxxxx.xx. In de onderwerpsregel noteert de student ‘interne beroepsprocedure opleiding X’. In de mail zelf geeft hij zijn persoonsgegevens (naam, adres, tele- foonnummer), zijn opleiding en eventueel afstudeerrichting en de opleidingsfa- se waarin hij zit. De student geeft een duidelijke, geargumenteerde omschrijving van zijn bezwaar: het opleidingsonderdeel, de naam van de betrokken do- cent(en), feiten, …
academiejaar 2023-2024
PAGINA 66
De interne beroepscommissie bestaat uit minstens twee leden van de directie- raad. Bij de samenstelling van de commissie wordt rekening gehouden met het feit dat er geen belangenvermenging kan zijn bij de beoordeling.
De beroepsinstantie hoort de student op diens verzoek en vraagt informatie aan alle betrokken partijen en in elk geval de titularis van het betrokken oplei- dingsonderdeel indien van toepassing.
De interne beroepsprocedure leidt tot:
• De gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onont- vankelijkheid of ongegrondheid;
• Een gemotiveerde bevestiging van de oorspronkelijke beslissing;
• Een gemotiveerde herziening van de oorspronkelijke beslissing;
• Terugsturen naar de examencommissie: wanneer de beroeps- commissie een studievoortgangbeslissing vernietigt, kan ze het orgaan dat de beslissing genomen heeft, opleggen een nieuwe beslissing te nemen die rekening moet houden met de door de beroepscommissie gestelde voorwaarden.
Deze beslissing wordt aan de student per e-mail (hetzelfde adres waarmee de student zijn bezwaar indiende) ter kennis gebracht binnen de 20 kalenderdagen, ingaande de dag na deze waarop het intern beroep is ingesteld.
In uitzonderlijk geval kan de interne beroepscommissie binnen de termijn waar- over ze beschikt aan de student op gemotiveerde wijze meedelen dat zij uit- spraak zal doen op een latere datum. In dat geval gaat de termijn voor extern beroep slechts in de dag na de datum waarop de interne beroepscommissie haar beslissing aan de student liet weten.
Na uitputting van deze interne beroepsmogelijkheid kan de student conform de bepalingen van het Decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositie- regeling van de student verder beroep instellen bij de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen.
3.3. GEDRAGSCODE MET BETREKKING TOT DE TAALREGELING
De onderwijstaal is Nederlands.
Er kan evenwel een andere taal gebruikt worden voor:
a. De opleidingsonderdelen die een vreemde taal tot voorwerp hebben en die in die taal gedoceerd worden;
b. De opleidingsonderdelen die gedoceerd worden door anderstalige gastdocenten;
c. De anderstalige opleidingsonderdelen die, met instemming van de hogeschool, aan een andere instelling voor hoger onderwijs gevolgd worden.
De hogeschool kan tevens beslissen dat in beperkte mate voor opleidingson- derdelen een andere taal dan het Nederlands wordt gebruikt wanneer de meerwaarde voor de studenten en de functionaliteit voor de opleiding blijkt uit de expliciet gemotiveerde beslissing daartoe en op voorwaarde dat de hiervoor aangewezen lector de andere taal op adequate wijze beheerst.
Het gebruik van een andere taal dan het Nederlands is beperkt tot 18,33% van de omvang van het opleidingsprogramma exclusief punten a en c.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 67
De studenten hebben het recht over een opleidingsonderdeel waarin een andere taal dan het Nederlands werd gebruikt, examens af te leggen in het Nederlands, met uitzondering van de opleidingsonderdelen bedoeld in punten a en c.
In afwijking van het bovenstaande bepaalt de hogeschool de onderwijstaal voor de bachelor-na-bacheloropleidingen.
3.4. GEDRAGSCODE MET BETREKKING TOT HET DRAGEN VAN RELIGIEUZE SYMBOLEN
VIVES respecteert het dragen van religieuze symbolen in de hogeschool. Alleen wanneer er doorslaggevende argumenten zijn, gaat VIVES samen met de student of medewerker op zoek naar mogelijke alternatieve oplossingen. Doorslaggevende argumenten kunnen betrekking hebben op herkenbaarheid, competenties (medewerkers) en te bereiken leerresultaten (studenten), veilig-
heid, hygiëne en een belemmering in het uitoefenen van de kernactiviteiten van VIVES.
Bij activiteiten buiten de hogeschool gelden de regels zoals ze voorgeschreven worden door de externe instantie (bedrijf, organisatie, stageplaats …) en wordt er van medewerkers en studenten verwacht dat zij zich inpassen in het beleid van de externe instantie. VIVES engageert zich om partners te zoeken die dezelf- de visie delen rond het dragen van religieuze symbolen.
3.5. TUCHTREGLEMENT
Art.112. — Algemeen
De student gedraagt zich, zowel binnen als buiten de hogeschoolcontext, op een manier zoals het van een normaal en zorgvuldig student verwacht mag worden. Er wordt van de student verwacht dat hij respect heeft voor zowel de instelling, haar personeelsleden en goederen als voor de medestudenten en hun goederen. De student gedraagt zich tegenover iedereen op een waardige en hoffelijke manier.
De student is aan dezelfde plichten gebonden op eventuele stageplaatsen.
De student die deze plichten schendt, stelt zich bloot aan tuchtrechtelijke vervolging.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 68
Niet-limitatief kunnen volgende gedragingen aanleiding geven tot tuchtrechte- lijke vervolging: verstoring van de lessen, agressie, geweld, diefstal, bedrog, inti- midatie, pesten, stalken, ongewenste (seksuele) intimiteiten, racisme, drugs- en alcoholgebruik (details over middelengebruik worden omschreven in het mid- delenbeleidsplan voor studenten), beschadiging en vernieling, schending van de privacy, het recht op afbeelding en alle andere intellectuele rechten, valsheid in geschrift, etc.
Art.113. — De tuchtcommissie
De tuchtcommissie op het niveau van het studiegebied bestaat uit volgende leden:
• Directeur onderwijsbeleid, die zetelt als voorzitter;
• Groepsdirecteur betrokken student;
• Studentenvertegenwoordiger uit het Bestuursorgaan ;
• Secretaris zonder stemrecht (medewerker dienst HR en financiën);
Als plaatsvervangers worden aangeduid:
• Voor de directeur onderwijs, voor de voorzitter: directeur studen- tenzaken, informatie en technologie;
• Voor de studiegebiedsdirecteur van de betrokken student: de studie- en trajectbegeleider betrokken student;
• Voor de studentenvertegenwoordiger uit het Bestuursorgaan: een andere studentenvertegenwoordiger uit het Bestuursorgaan.
De beslissing van de tuchtcommissie wordt genomen met gewone meerder- heid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
De tuchtcommissie kan worden bijgestaan door een secretaris zonder stemrecht (medewerker dienst HR en financiën) en één of meerdere raadslieden. De raads- lieden mogen niet aanwezig zijn tijdens de beraadslaging en de stemming.
De volgende tuchtsancties kunnen worden opgelegd:
1. Herstelgerichte opdracht;
2. Blaam;
3. Tijdelijk verbod om gedurende een bepaalde periode gebruik te maken van bepaalde diensten of deel te nemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten of te genieten van bepaalde onderwijson- dersteunende faciliteiten. Dit tijdelijk verbod kan worden uitge- sproken voor een termijn van hoogstens 6 maanden;
4. De tuchtschorsing die een verbod inhoudt om gedurende een be- paalde termijn gebruik te maken van de diensten van VIVES en deel te nemen aan onderwijsactiviteiten. De student behoudt het recht om deel te nemen aan de examens. Deze tuchtschorsing kan wor- den uitgesproken voor een termijn van ten hoogste één jaar;
5. De tuchtschorsing die een verbod inhoudt om gedurende een bepaalde termijn gebruik te maken van de diensten van VIVES, deel te nemen aan onderwijsactiviteiten én examens af te leg- gen. Deze tuchtschorsing kan worden uitgesproken voor een termijn van ten hoogste één jaar;
6. De uitsluiting die leidt tot het onmiddellijke verlies van de hoe- danigheid van student zonder het verbod om zich in een vol- gend schooljaar opnieuw in te schrijven aan VIVES;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 69
7. De definitieve uitsluiting, die leidt tot het onmiddellijke verlies van de hoedanigheid van student en het verbod om zich opnieuw in te schrijven aan VIVES.
De herstelgerichte opdracht dient te worden gespecificeerd (zowel naar on- derwerp als naar tijdsduur waarbinnen ze dient te worden uitgevoerd) in de tuchtbeslissing.
De herstelgerichte opdracht kan zowel worden opgelegd als hoofdsanctie of als sanctie gekoppeld aan de in artikel 114, punt 2., 3., 4. en 5. opgelegde sanctie. Deze sanctie, opgelegd als hoofdsanctie dan wel als bijkomende sanctie, wordt steeds gekoppeld aan een vervangende hogere sanctie die kan worden op- gelegd wanneer de tuchtcommissie van oordeel is dat de herstelgerichte op- dracht niet naar behoren werd uitgevoerd.
Art.115. — De tuchtprocedure
§1 —
Zodra het opleidingshoofd van het studiegebied waarin de student is inge- schreven in kennis wordt gesteld van een klacht of feiten die mogelijks kunnen leiden tot tuchtrechtelijke vervolging onderzoekt hij deze klacht en/of feiten. Hij kan zich hiervoor laten bijstaan door onderwijzend of administratief personeel die geen lid uitmaken van de tuchtcommissie.
Het opleidingshoofd licht de student per aangetekend schrijven en/of tegen ont- vangstbewijs in van de feiten die door hem worden onderzocht.
Het opleidingshoofd kan slechts feiten onderzoeken waarvan hij nog geen zes maanden kennis heeft. De datum waarop het aangetekend schrijven met mel- ding van de opstart van het tuchtonderzoek wordt verzonden of de datum waar- op het schrijven dat tegen ontvangstbewijs wordt afgegeven is hierbij van belang.
§2 —
Als het opleidingshoofd na onderzoek tot de vaststelling komt dat er geen aan- leiding bestaat tot het opleggen van een tuchtsanctie deelt hij dit mee aan de student, en stopt de tuchtprocedure.
Als de tuchtprocedure geen doorgang vindt, hebben het opleidingshoofd en/ of de groepsdirecteur evenwel de mogelijkheid om, los van de tuchtprocedure, een schriftelijke waarschuwing te geven aan de student, waaraan eventueel voorwaarden kunnen verbonden worden.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 70
Als het opleidingshoofd na onderzoek meent dat er mogelijks aanleiding be- staat tot het opleggen van een tuchtsanctie deelt hij zijn bevindingen en even- tuele tuchtdossier mee aan de tuchtcommissie. Op hetzelfde ogenblik deelt hij aan de student mee dat hij zijn bevindingen heeft overgemaakt aan de tucht- commissie die de zaak verder zal behandelen.
§3 —
In het geval het opleidingshoofd zijn bevindingen en bijhorende stukken heeft overgemaakt aan de tuchtcommissie wordt de student door de tuchtcommis- sie gehoord.
De student wordt minstens 8 kalenderdagen voor de hoorzitting opgeroepen met aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs.
In de oproepingsbrief wordt melding gemaakt van:
• De feiten waarover de student zal worden gehoord;
• Het gegeven dat mogelijks een tuchtsanctie zal worden opge- legd, met vermelding van de mogelijke tuchtsancties;
• De plaats, de dag en het uur van de hoorzitting;
• Het recht van de student om zich te laten bijstaan door een raadsman;
• De plaats waar en het ogenblik waarop het dossier kan worden ingezien, met mogelijkheid een kopie van het dossier te vragen;
• Het recht om getuigen te vragen;
• De lijst van getuigen die eventueel door de tuchtcommissie worden opgeroepen;
• Het recht om schriftelijk verweer in te dienen tot op de tweede dag voor de hoorzitting.
Als de student gebruik wil maken van zijn recht om getuigen te vragen, dan be- zorgt de student minstens 4 kalenderdagen voor de hoorzitting een lijst van de getuigen die hij wenst op te roepen. De student zorgt er zelf voor dat de door hem gewenste getuigen aanwezig zijn op de hoorzitting.
§4 —
Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt. Als het proces-ver- baal niet onmiddellijk wordt opgesteld en ondertekend, wordt het binnen de 4 kalenderdagen na het verhoor opgesteld en verstuurd naar de student, met de vraag om het proces-verbaal binnen de 4 kalenderdagen ondertekend, en
eventueel aangevuld met opmerkingen, terug over te maken aan de tuchtcom- missie. Als de student het proces-verbaal niet ondertekend terugstuurt binnen de voorziene termijn van 4 kalenderdagen impliceert dat dat hij het aanvaardt.
Indien de student, niettegenstaande hij behoorlijk werd opgeroepen, niet ver- schijnt, wordt een proces-verbaal van niet-verschijning opgemaakt en beslist de tuchtcommissie bij verstek.
Ook van het eventuele getuigenverhoor wordt een proces-verbaal opgemaakt dat wordt ondertekend door de getuige, op dezelfde wijze zoals hierboven om- schreven. Een kopie van het ondertekende proces-verbaal van getuigenverhoor wordt aan de student overgemaakt.
§5 —
academiejaar 2023-2024
PAGINA 71
Nadat de tuchtcommissie in het bezit is van het door de student onderteken- de proces-verbaal van hoorzitting en eventuele door getuigen ondertekende processen-verbaal van getuigenverhoor, of na het verstrijken van de termijn om het proces-verbaal van hoorzitting en eventuele processen-verbaal van getuigenverhoor ondertekend terug te bezorgen wordt door de tuchtcommissie in een gemotiveerde beslissing, binnen de 4 weken, uitspraak gedaan over de
vraag of de ten laste gelegde feiten bewezen zijn en of een tuchtsanctie dient te worden opgelegd aan de student.
§6 —
De student wordt onverwijld bij aangetekend schrijven en/of tegen ontvangst- bewijs in kennis gesteld van de tuchtbeslissing. Een afschrift van de beslissing wordt overgemaakt aan de groepsdirecteur.
De tuchtsanctie treedt in werking de derde dag na het versturen van het aan- getekende schrijven en/of de afgifte tegen ontvangstbewijs.
In de tuchtbeslissing of het begeleidende schrijven bij de tuchtbeslissing wordt melding gemaakt van de interne beroepsmogelijkheid. Bij gebreke aan vermel- ding van de beroepstermijn begint de beroepstermijn te lopen een maand na de datum van de door de tuchtcommissie genomen beslissing.
Art.116. — De preventieve schorsing
§1 —
Als tegen een student een tuchtonderzoek werd opgestart door het opleidings- hoofd en de aanwezigheid van de student onverenigbaar is met het belang of de goede werking van de school, of haar personeelsleden en/of de medestu- denten, kan het opleidingshoofd de tuchtcommissie verzoeken om de student bij wijze van ordemaatregel preventief te schorsen. De tuchtcommissie roept in dat geval de student bij aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs op om gehoord te worden over dit verzoek.
§2 —
De student wordt minstens 4 dagen voor de hoorzitting opgeroepen met aan- getekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs.
In de oproepingsbrief worden dezelfde elementen vermeld als omschreven on- der artikel 114 §3 , 3de alinea.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 72
Als de student gebruik wil maken van zijn recht om getuigen te vragen, dan be- zorgt de student minstens twee kalenderdagen voor de hoorzitting een lijst van de getuigen die hij wenst op te roepen. De student zorgt er zelf voor dat de door hem gewenste getuigen aanwezig zijn op de hoorzitting.
§3 —
In hoogdringende gevallen kan het opleidingshoofd bij wijze van ordemaatregel de student onmiddellijk preventief schorsen. In dat geval moet hij de tuchtcom- missie onmiddellijk op de hoogte brengen van de door hem opgelegde orde- maatregel. De tuchtcommissie moet in dat geval onverwijld over- gaan tot het horen van de student met betrekking tot deze ordemaatregel.
§4 —
Van de hoorzitting bij de tuchtcommissie wordt een proces-verbaal op gemaakt. Als het proces-verbaal niet onmiddellijk wordt opgesteld, wordt het binnen de
2 kalenderdagen na het verhoor opgesteld en verstuurd naar de student, met de vraag om het proces-verbaal binnen de 2 kalenderdagen ondertekend, en
eventueel aangevuld met opmerkingen, terug over te maken aan de tuchtcom- missie. Als de student het proces-verbaal niet ondertekend terugstuurt binnen de voorziene termijn van 2 kalenderdagen impliceert dat dat hij het aanvaardt.
Indien de student, niettegenstaande hij behoorlijk werd opgeroepen, niet ver- schijnt, wordt een proces-verbaal van niet-verschijning opgemaakt en beslist de tuchtoverheid bij verstek.
De tuchtcommissie neemt binnen de 7 kalenderdagen na het ontvangen van het ondertekende proces-verbaal van verhoor of het verstrijken van de termijn om het proces-verbaal ondertekend terug te bezorgen, of na het opstellen van het proces-verbaal van niet-verschijning, een beslissing over het opleggen van de preventieve schorsing, dan wel over de bevestiging in geval van een door het opleidingshoofd opgelegde preventieve schorsing bij hoogdringendheid.
De beslissing met betrekking tot de gevraagde preventieve schorsing of de beslissing met betrekking tot de bevestiging van de preventieve schorsing bij hoogdringendheid wordt aan de student meegedeeld per aangetekende schrij- ven en/of tegen ontvangstbewijs. In de beslissing of het begeleidend schrijven wordt melding gemaakt van de interne beroepsmogelijkheid.
§5 —
academiejaar 2023-2024
PAGINA 73
De preventieve schorsing kan worden uitgesproken voor een termijn van maxi- mum zes maanden. Als er een opsporingsonderzoek of strafvervolging loopt voor feiten waarvoor het tuchtonderzoek werd opgestart, kan de tuchtcommis- sie de termijn verlengen voor telkens een periode van maximum zes maanden zolang het opsporingsonderzoek of de strafvervolging loopt, op voorwaarde dat de student daarover wordt gehoord.
§6 —
In geval van beroep door de student tegen de uitgesproken tuchtsanctie kan de preventieve schorsing worden verlengd tot de beslissing in beroep is meege- deeld aan de student.
Art.117. — Interne beroepsmogelijkheid
§1 — Algemeen
§1.1 —
Enkel de student heeft de mogelijkheid om beroep aan te tekenen tegen de door de tuchtcommissie opgelegde tuchtsanctie of beslissing tot, dan wel be- vestiging van, preventieve schorsing.
§1.2 —
De beroepscommissie inzake tucht bestaat uit de volgende leden:
• Algemeen directeur, die zetelt als voorzitter;
• Groepsdirecteur van een ander studiegebied dan dat van de betrokken student;
• Groepsdirecteur van een ander studiegebied dan dat van de betrokken student;
• Studentenvertegenwoordiger uit het Bestuursorgaan;
• Secretaris zonder stemrecht (medewerker dienst HR en financiën).
Als plaatsvervanger voor de voorzitter wordt aangeduid: directeur onderzoek en dienstverlening.
De beroepscommissie inzake tucht zetelt rechtsgeldig met minstens 3 leden, waar- bij een beslissing genomen kan worden met gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
De beroepscommissie inzake tucht kan worden bijgestaan door een secretaris en een raadsman. De raadsman mag niet aanwezig zijn tijdens de beraadslaging en de stemming.
§2 — Beroep tegen een beslissing tot tuchtsanctie
§2.1 —
De student heeft de mogelijkheid intern beroep aan te tekenen tegen de beslissing waarbij hem een tuchtsanctie wordt opgelegd.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 74
Beroep tegen een beslissing waarbij een tuchtsanctie werd opgelegd werkt opschortend.
§2.2 —
De beroepstermijn bedraagt 7 kalenderdagen en gaat in de dag nadat de tuchtbe- slissing werd aangeboden op het adres waar de student gedomicilieerd is of de dag waarop de tuchtbeslissing tegen ontvangstbewijs werd afgegeven aan de student.
De student richt zijn gemotiveerd beroepschrift per aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van de interne beroepscommissie inzake tucht op het adres Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 XXXXXXXX.
Het beroepschrift, dat de naam, de adresgegevens en de datum van de beslissing waartegen wordt opgekomen vermeldt, moet op straffe van nietigheid gemo- tiveerd zijn. Het beroepschrift moet ondertekend worden door de student of zijn raadsman.
De beroepscommissie inzake tucht roept de student per aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs op om gehoord te worden en vermeldt in elk geval in de oproepingsbrief de plaats, dag en uur van de hoorzitting, evenals het recht van de student om zich te laten bijstaan door een raadsman. De student wordt min- stens 8 kalenderdagen op voorhand opgeroepen.
§2.3 —
De beroepscommissie inzake tucht roept eveneens per aangetekend schrijven en/ of tegen ontvangstbewijs de voorzitter van de tuchtcommissie op om gehoord te worden en vermeldt in elk geval in de oproepingsbrief de plaats, dag en uur van de hoorzitting. De voorzitter, het door de voorzitter aangeduide lid van de tuchtcom- missie of de door de voorzitter aangeduide raadsman, wordt eveneens gehoord door de beroepscommissie.
§2.4 —
Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt.
Als het proces-verbaal niet onmiddellijk wordt opgesteld en ondertekend, wordt het binnen de 4 kalenderdagen na het verhoor opgesteld en verstuurd naar de student en de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie, met de vraag om het proces-verbaal binnen de 4 kalenderdagen ondertekend, en eventueel aange- vuld met opmerkingen, terug over te maken aan de beroepscommissie inzake tucht. Als de student en/of de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie het proces-verbaal niet ondertekend terugstuurt binnen de voorziene termijn van 4 kalenderdagen impliceert dat dat hij het aanvaardt.
Indien de student en/of de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie niet- tegenstaande hij behoorlijk werd opgeroepen, niet verschijnt, wordt een pro- ces-verbaal van niet-verschijning opgemaakt en beslist de beroepscommissie inzake tucht bij verstek.
§2.5 —
academiejaar 2023-2024
PAGINA 75
Nadat de beroepscommissie inzake tucht in het bezit is van het door de student en de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie ondertekende proces-verbaal van hoorzitting of na het verstrijken van de termijn van 4 kalenderdagen na het versturen van het proces-verbaal van hoorzitting wordt door de beroepscom- missie inzake tucht in een gemotiveerde beslissing, binnen de 30 kalenderda- gen, uitspraak gedaan over het door de student ingestelde beroep.
De interne beroepscommissie inzake tucht kan beslissen om ofwel het beroep af te wijzen als onontvankelijk of ongegrond, ofwel het beroep gegrond te ver- klaren en de oorspronkelijke beslissing te vernietigen dan wel te hervormen. In geval van hervorming kan door de beroepscommissie inzake tucht geen zwaar- dere straf worden opgelegd dan diegene die door de tuchtcommissie was opgelegd.
§2.6 —
De student wordt bij aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis gesteld van de beslissing in beroep. Een afschrift van de beslis- sing wordt overgemaakt aan de voorzitter van de tuchtcommissie en de studiegebiedsdirecteur.
§3 — Beroep tegen een beslissing tot of een bevestiging of verlenging van preventieve schorsing
§3.1 —
De student heeft de mogelijkheid intern beroep aan te tekenen tegen de be- slissing tot of de bevestiging of verlenging van de reeds opgelegde preventieve schorsing.
Beroep tegen een beslissing waarbij de student preventief wordt geschorst of waarbij de reeds opgelegde preventieve schorsing wordt bevestigd of verlengd werkt niet opschortend.
§3.2 —
De student heeft de mogelijkheid intern beroep aan te tekenen tegen de be- slissing tot of de bevestiging of verlenging van de reeds opgelegde preventieve schorsing.
Beroep tegen een beslissing waarbij de student preventief wordt geschorst of waarbij de reeds opgelegde preventieve schorsing wordt bevestigd of verlengd werkt niet opschortend.
De beroepstermijn bedraagt 7 kalenderdagen en gaat in de dag nadat de be- slissing tot preventieve schorsing, dan wel bevestiging van of verlenging van de reeds opgelegde preventieve schorsing werd aangeboden op het adres
waar de student gedomicilieerd is of de dag waarop deze beslissing tegen ont- vangstbewijs werd afgegeven aan de student.
De student richt zijn gemotiveerd beroepschrift per aangetekend schrijven en/ of tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van de interne beroepscommissie inzake tucht op het adres Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000, 0000 XXXXXXXX
academiejaar 2023-2024
PAGINA 76
Het beroepschrift, dat de naam, de adresgegevens en de datum van de be- slissing waartegen wordt opgekomen vermeldt, moet op straffe van nietigheid gemotiveerd zijn. Het beroepschrift moet ondertekend worden door de student of zijn raadsman.
De beroepscommissie inzake tucht roept de student per aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs op om gehoord te worden en vermeldt in elk geval in de oproepingsbrief de plaats, dag en uur van de hoorzitting, evenals het recht van de student om zich te laten bijstaan door een raadsman. De student wordt minstens 4 kalenderdagen op voorhand opgeroepen.
§3.3 —
De beroepscommissie inzake tucht roept eveneens per aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs de voorzitter van de tuchtcommissie op om ge- hoord te worden en vermeldt in elk geval in de oproepingsbrief de plaats, dag en uur van de hoorzitting. De voorzitter, het door de voorzitter aangeduid lid van de tuchtcommissie of de door de voorzitter aangeduide raadsman, wordt even- eens gehoord door de beroepscommissie inzake tucht.
§3.4 —
Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgemaakt.
Als het proces-verbaal niet onmiddellijk wordt opgesteld en ondertekend, wordt het binnen de 2 kalenderdagen na het verhoor opgesteld en verstuurd naar de student en de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie, met de vraag om het proces-verbaal binnen de 2 kalenderdagen ondertekend, en eventueel aange- vuld met opmerkingen, terug over te maken aan de beroepscommissie inzake tucht. Als de student en/of de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie het proces-verbaal niet ondertekend terugstuurt binnen de voorziene termijn van 2 kalenderdagen impliceert dat dat hij het aanvaardt.
Indien de student en/of de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie, niet- tegenstaande hij behoorlijk werd opgeroepen, niet verschijnt, wordt een pro- ces-verbaal van niet-verschijning opgemaakt en beslist de beroepscommissie bij verstek.
§3.5 —
Nadat de beroepscommissie inzake tucht in het bezit is van het door de student en de vertegenwoordiger van de tuchtcommissie ondertekende proces-verbaal van hoorzitting of na het verstrijken van de termijn van 2 kalenderdagen na het versturen van het proces-verbaal van hoorzitting wordt door de beroepscom- missie inzake tucht in een gemotiveerde beslissing, binnen de 7 kalenderdagen, uitspraak gedaan over het door de student ingestelde beroep.
De interne beroepscommissie inzake tucht kan beslissen om ofwel het beroep af te wijzen als onontvankelijk of ongegrond, ofwel het beroep gegrond te ver- klaren en de beslissing tot preventieve schorsing, dan wel de beslissing tot be- vestiging of verlenging van de preventieve schorsing te vernietigen.
§3.6 —
academiejaar 2023-2024
PAGINA 77
De student wordt bij aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis gesteld van de beslissing in beroep. Een afschrift van de beslis- sing wordt overgemaakt aan de voorzitter van de tuchtcommissie en de studiegebiedsdirecteur.
4. BEGRIPS- BEPALINGEN
Voor de toepassing van het onderwijs- en examenreglement wordt, tenzij expli- ciet anders bepaald in de verdere reglementering, verstaan onder:
1. academiejaar: een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op
de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Deze periode wordt ingedeeld in twee semesters;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 78
2. afstudeerrichting: een differen- tiatie in een opleidingsprogram- ma die ten minste 30 studie- punten verschilt van een andere differentiatie in de opleiding;
3. afwijkende slaagcriteria: deze modaliteit wordt in uitzonder- lijke gevallen toegepast om een tot een beoordeling van een evaluatieactiviteit te ko- men. Afwijkende slaagcriteria kunnen toegepast worden in specifieke gevallen waar een louter gewogen gemiddelde van de verschillende evaluatie- onderdelen niet volstaat om de leerresultaten voldoende af te toetsen. Desgevallend worden deze criteria voorgelegd in de POC en staat de aanpak duide-
lijk omschreven in de ECTS-fiche. Afwijkende slaagcriteria worden enkel toegepast binnen één OLA en worden niet toegelaten over verschillende onderwijsleerac- tiviteiten heen (omdat daar de berekening automatisch ge- beurt door een weging op basis van studiepunten);
4. alternatieve opleidingen: op- leidingen in afstandsonderwijs, avondonderwijs, brugopleiding;
5. bachelorproef: eindwerk waar- mee een bacheloropleiding wordt voltooid;
6. beoordelingsfout: We spreken van een beoordelingsfout in- dien er elementen zijn die de validiteit van de beoordeling aangetast hebben zoals bv. het stellen van vragen die niet tot de leerstof behoorden, niet res- pecteren van vooropgestelde evaluatiecriteria …;
7. beraadslaging: de samen- komst van een examencom- missie die de resultaten van de examens over de opleidingson- derdelen vastlegt, die vaststelt of de student geslaagd is voor het geheel van een opleiding en hiervoor het eindresultaat vastlegt. Een beraadslaging kan ook ad hoc worden gehou- den wanneer zich betwistingen voordoen ten aanzien van een examenresultaat;
8. bewijs van bekwaamheid: het bewijs dat een student, op grond van een eerder opgedane er- varing of een eerder gevolgde opleiding waarin geen evaluatie plaatsvond de competenties heeft verworven eigen aan het niveau van bachelor in het ho- ger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of het masterniveau, of een wel- omschreven opleiding, oplei- dingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Dit bewijs wordt afgeleverd door een vali- derende instantie en bestaat uit
een papieren document of een registratie in een gegevensbank;
9. competentie: geïntegreerde kennis, vaardigheden en attitu- des waardoor iemand in staat is om effectieve, kwaliteitsvolle prestaties te leveren gericht op een bepaalde functie/rol;
10. contracttype: keuze die een student maakt om het oplei- dingsaanbod te doorlopen via een diplomacontract, een
creditcontract of een examen- contract met het oog op het behalen van een diploma of een credit;
11. creditbewijs: de erkenning van het feit dat een student aan VIVES of een andere instelling van hoger onderwijs op grond van een examen de compe- tenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft ver- worven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een papieren do- cument of een registratie in een gegevensbank. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonder- deel, worden weergegeven als “credits”;
12. creditcontract: een toetre- dingscontract, aangegaan tussen de hogeschool en de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen;
13. decretale drempel: alle oplei- dingsonderdelen die een stu- dent bij de eerste inschrijving in een initiële bacheloroplei- ding opneemt in het individu- eel studieprogramma
14. deliberatiecijfer: een resul- taat verworven na het examen op een opleidingsonderdeel waarvoor een student geen creditbewijs verwerft, maar
waarvoor een examencom- missie beslist dat dit oplei- dingsonderdeel niet hernomen moet worden
15. diploma: het document dat op het einde van een ba- cheloropleiding aan een voor het geheel van de opleiding geslaagde student wordt afgeleverd en waar- in de belangrijkste identificatiege- gevens van de student en de opleiding worden opgenomen;
16. diplomacontract: een toe- tredingscontract, aangegaan tussen de hogeschool en de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een diploma of een getuigschrift van een opleiding;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 79
17. diplomasupplement: het over- eenkomstig de Europese stan- daarden opgestelde document waarin de niet in het diploma vermelde bijzondere karakteris- tieken van de opleiding en van de studieresultaten worden ver- meld. Dit document bevat in het bijzonder de creditbewijzen voor de geslaagde student;
18. evaluatieactiviteit EVA: beoordeling van een onderwijsleeractiviteit;
19. evaluatieonderdeel EVO: ver- wijst naar de gebruikte evalua- tievorm voor de beoordeling van een deel van een onderwijsleer- activiteit of een opleidingson- derdeel. Een beoordeling kan bijvoorbeeld bestaan uit een op- dracht en een schriftelijk examen of uit twee aparte opdrachten;
20. EVC: een “eerder verworven competentie”, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardig- heden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd;
21. EVK: een “eerder verworven kwalificatie”, zijnde elk binnen- lands of buitenlands studie- bewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen het reguliere onderwijs, met goed gevolg werd doorlo- pen, met uitzondering van cre- ditbewijzen behaald binnen een opleiding van de hogeschool waarvoor de kwalificatie wordt ingeroepen;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 80
22. examen: een beoordelingssi- tuatie waarin wordt nagegaan of de student op grond van zijn studie deelcompetenties, ver- bonden aan een opleidingson- derdeel, heeft verworven. Een examen kan plaatsvinden op één bepaald moment, maar kan ook verlopen onder de vorm van een in de tijd gespreide reeks activiteiten zoals bij een stage of vormen van perma- nente evaluatie;
23. examencontract: een toe- tredingscontract, aangegaan tussen de hogeschool en de student die zich inschrijft voor het deelnemen aan een exa- men met het oog op het beha- len van:
• een diploma of een getuig- schrift van een opleiding;
OF
• een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen;
24. examenkans: een student heeft voor ieder opleidingsonderdeel waarvoor hij is ingeschreven, recht op twee examenkansen in het academiejaar.
Indien de aard van het oplei- dingsonderdeel niet toelaat dat tweemaal wordt geëxamineerd kan het in het eerste lid bedoel- de recht niet tijdens hetzelfde academiejaar worden uitge- oefend. In dat geval moet de student zich voor het betreffen- de opleidingsonderdeel in een
volgend academiejaar opnieuw inschrijven;
25. examenperiode: een periode specifiek voorbehouden voor de organisatie van examens;
26. generatiestudent: een stu- dent die zich in een bepaald academiejaar voor het eerst inschrijft met een diplomacon- tract voor een professioneel of academisch gerichte bachelor in het Vlaamse hoger onderwijs. Het statuut van generatiestu- dent geldt voor dat volledige academiejaar;
27. geïndividualiseerd studietra- ject: een programma dat afwijkt van een modeltraject en dat kan worden toegestaan aan een student op zijn gemotiveerd verzoek. De opportuniteit van het doorlopen van een geïn- dividualiseerd traject wordt op zorgvuldige wijze getoetst op grond van het dossier van de student.;
28. graad van verdienste: bijzon- dere vermelding die wordt gegeven op het einde van een academiejaar en van een bacheloropleiding;
29. identieke opleidingsonderde- len: het is mogelijk dat binnen de hogeschool twee of meer- dere opleidingsonderdelen als identiek worden beschouwd, bv.
• de inhoud, docent, campus zijn identiek, maar het semester verschilt;
• de inhoud (en soms ook de docent) zijn identiek, maar de campus verschilt;
• de inhoud is niet identiek, maar de leerresultaten komen wel overeen. Bij deze groep ho-
ren ook taalequivalenten van opleidingsonderdelen;
• een opleidingsonderdeel veran- dert van aantal studiepunten, maar blijft inhoudelijk (min of
meer) identiek na een pro- grammawijziging. Dergelijke opleidingsonderdelen hebben vaak dezelfde naam, maar een andere ECTS-code. Ze worden in het ISP (individueel studie- programma) of in de examen- verwerking als identieke oplei- dingsonderdelen behandeld;
30. individueel jaarprogramma: het geheel van opleidingson- derdelen dat een individuele student opneemt in één aca- demiejaar, met inbegrip van de opleidingsonderdelen waar- voor hij achteraf een vrijstelling vraagt;
31. individueel overzichtsrapport: het elektronisch document dat op elk moment van de studie een overzicht geeft van de stand van zaken met betrekking tot de studievoortgang van de individuele student;
32. ISP: Individueel Studieprogramma, de som van de jaarprogramma’s die een in- dividuele student opneemt met het oog op het verwerven van een diploma of getuigschrift of met het oog op het verwerven van één of meer creditbewijzen;
33. leerkrediet: door de Vlaamse gemeenschap aan een student toegekend krediet, uitgedrukt
in studiepunten, om één of meerdere opleidingen of oplei- dingsonderdelen te voltooien;
34. modeltraject: een traject dat bestaat uit een voor een oplei- ding opgesteld opleidingspro- gramma, waarbij wordt verdui- delijkt hoe een student binnen een vooropgestelde duur het aan de opleiding verbonden diploma kan behalen. Het mo- deltraject wordt opgedeeld in een aantal opleidingsfasen, waarvan de omvang wordt uitgedrukt in studiepunten. Een
modeltraject is opgebouwd als voltijds of als “xxxxxx xxxx-
deeld”. Een opleiding kan meer- dere modeltrajecten aanbieden. Een modeltraject omvat ook elke variant ervan waarvoor een student geen toelating behoeft te vragen zolang hij de regels volgt die in het onderwijs- en examenreglement beschreven worden. Een voltijds traject be- staat per academiejaar uit een jaarprogramma van ten minste 54 studiepunten met inbegrip van vrijstellingen en reeds ver- worven creditbewijzen en ten hoogste 66 studiepunten;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 81
35. onderwijsleeractiviteit: verdere opdeling van een opleidingson- derdeel in termen van een spe- cifiek samenhangend geheel van onderwijs- en leeractivitei- ten, en met een aantal studie- punten hieraan verbonden;
36. opleiding of programma: de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing be- kroond met een diploma of getuigschrift;
37. opleidingsfase: coherent ge- deelte van een opleiding, met het oog op de structurering van het studietraject en de bewa- king van studievoortgang;
38. opleidingsonderdeel: een afge- bakend geheel van onderwijs-, leer- en examenactiviteiten
dat gericht is op het verwerven van welomschreven compe- tenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Een opleidingsonderdeel omvat ten minste drie gehele studiepun- ten en leidt tot één afzonderlijk beoordelingscijfer;
39. POC: Permanente Onderwijscommissie, de com- missie samengesteld met
het oog op het ontwikkelen
en bewaken van één of meer opleidingsprogramma’s;
40. permanente vorming: onder- wijsprogramma’s van meestal beperkte omvang ter speciali- satie of ter actualisatie van de wetenschappelijke kennis of ter verbreding of verdieping van competenties;
41. postgraduaatopleiding: oplei- ding van permanente vorming, waarbij een consistent geheel van minimum 20 studiepunten wordt aangeboden;
42. programmadirecteur: de voorzitter van een permanente onderwijscommissie;
academiejaar 2023-2024
PAGINA 82
43. programmagids: een beschrij- ving van de belangrijkste ele- menten van de opleidingson- derdelen van een opleiding (de ECTS - European Credit Transfer System - fiche: competenties, doelstellingen, leerlijn en on- derwijsmethoden, studie- en verwerktijd, evaluatiemodalitei- ten en studiemateriaal). Verder bevat de programmagids de specifieke opleidingsinformatie waarin de nodige aanvullingen op het onderwijs- en examen- reglement van de hogeschool worden geformuleerd;
44. schriftelijke melding: ondub- belzinnige mededeling van een verzoekschrift, intentie of beslissing op een andere dan mondelinge wijze per brief, per e-mail, …;
45. starter: Een student wordt beschouwd als starter wan- neer hij is ingeschreven met een diplomacontract of een diploma-examencontract en hij in de betrokken opleiding nog geen 60 studiepunten behaald heeft (credits, vrijstel- lingen en ingezette toleranties samengeteld);
46. starttoets: een instellingsneu- trale toets waaraan de student moet deelnemen als voorwaar- de voor de eerste inschrijving in bepaalde bacheloropleidingen
47. studiebewijs: diploma of ge- tuigschrift dat aangeeft dat een student bepaalde competenties heeft behaald via een oplei- dingsonderdeel waarover een examen is afgelegd;
48. studie-efficiëntie: de verhou- ding tussen het aantal ge- slaagde en het aantal feitelijk opgenomen studiepunten in een academiejaar, uitgedrukt als een percentage;
49. studiegeld: het bedrag te be- talen door de student voor de deelname aan onderwijsactivi- teiten en/of examens;
50. studieomvang: het aantal stu- diepunten toegekend aan een opleiding, een opleidingsonder- deel of aan een deel van een opleidingsonderdeel;
51. studieprogramma: het ge- heel van opleidingsonderdelen dat een individuele student opneemt met het oog op het verwerven van een diploma of getuigschrift of met het oog op het verwerven van één of meer creditbewijzen;
52. studiepunt: een binnen de Vlaamse Gemeenschap aan- vaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten min- ste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en examenactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk oplei- dingsonderdeel wordt uitge- drukt. Er worden enkel gehele studiepunten toegekend;
• opgenomen studiepunten zijn de studiepunten waarvoor men zich inschrijft inclusief diegene
waarvoor men vrijstelling verkrijgt;
• feitelijk opgenomen studiepun- ten zijn de studiepunten waar- voor men in- schrijft en nog ef- fectief examen moet afleggen;
• verworven studiepunten zijn de studiepunten waarvoor men een creditbewijs verworven heeft;
53. studietijd: de totale tijdsin- vestering die van een student verwacht mag worden met be- trekking tot een afzonderlijk oplei- dingsonderdeel of met betrekking tot een studieprogramma als geheel. De berekening gebeurt op grond van de zogenaamde ‘normstudent’. De normstudent is de student die precies beschikt over de voorkennis, begaafdheid, motivatie en het studiegedrag van de doelgroep waarop een opleiding zich richt.
De studietijd bestaat uit twee componenten. De eerste com- ponent is het aantal uren aan- wezigheid dat in principe van elke student verwacht wordt, de zogenaamde ‘contacturen’ en het aantal uren evaluatie. De tweede component is de ‘ver- werkingstijd’. Dit is de tijd die die normstudent moet investeren in de voorbereiding van een col- lege of practicum, het uitvoeren van opdrachten, de eventuele stage, de voorbereiding op het examen enz.
Deze verwachte of begrote stu- dietijd is slechts een indicatie voor de reëel bestede studietijd, die immers afhankelijk is van kenmer- ken van de individuele student;
54. studietraject: Een studietraject bepaalt voor een diplomacon- tract of een examencontract met het oog op het behalen van een diploma of getuigschrift de essentiële elementen voor het volgen van een opleidingspro- gramma, waaronder alleszins
de opleidingsonderdelen, de studieomvang, de examen- en beraadslagingsregels en de studievoortgangbewaking. Een studietraject neemt de vorm aan van een modeltraject of een geïndividualiseerd traject;
55. titularis van een opleidingson- derdeel: het personeelslid
dat door de hogeschool of- ficieel is aangesteld als de opdrachthouder voor een opleidingsonderdeel;
56. toelatingscommissie: een cen- trale commissie opgericht met het oog op
• het evalueren of een student die niet beschikt over een diploma van het secundair onderwijs toch toegelaten kan worden tot een bacheloropleiding;
OF
academiejaar 2023-2024
PAGINA 83
• het evalueren of een student die niet beschikt over een di- ploma secundair onderwijs toch kan toegelaten worden tot het volgen van bepaalde opleidingsonderdelen;
57. toetredingsovereenkomst: de overeenkomst tussen de hoge- school en de student waarin de rechten en plichten van beide partijen worden vastgelegd. De overeenkomst wordt gesloten door de inschrijving van de stu- dent in één van de volgende types: diplomacontract, credit- contract of examencontract. Het onderwijs- en examenre- glement van de hogeschool maakt integraal deel uit van de toetredingsovereenkomst;
58. tolerantie: regeling in examen- reglement van een instelling hoger onderwijs waarbij de student geen credits verwerft maar voor een beperkt aantal studiepunten toch het vak niet moet hernemen en waarbij de student zelf beslist voor welke vakken hij dit inzet;
59. validerende instantie: syno- niem voor een associatie met het oog op het uitreiken van een bewijs van bekwaamheid;
60. volgtijdelijkheid: het moeten gevolgd hebben van een op- leidingsonderdeel of opleiding vooraleer een student een an- der opleidings-onderdeel kan volgen en hierover een examen kan afleggen. In geval van risi- co of veiligheidsproblemen kan het instellings-bestuur daar- enboven ook vastleggen dat een student moet geslaagd zijn voor een opleidings-onder- deel of een opleiding vooraleer een student een ander oplei- dingsonderdeel kan volgen
en hierover een examen kan afleggen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 84
61. vrijstelling: de opheffing van de verplichting om over een
opleidingsonderdeel of een deel ervan een examen af te leggen, op grond van een creditbewijs, een ander studiebewijs of een bewijs van bekwaamheid. Voor dit opleidingsonderdeel of deel ervan wordt geen examencij- fer in rekening gebracht bij het oordelen over het slagen voor een opleiding en evenmin voor het toekennen van een graad van verdienste, tenzij in die om- standigheden zoals bepaald
in Vrijstellingen, overname van examencijfers en creditbewijzen.
academiejaar 2023-2024
PAGINA 85
academiejaar 2023-2024
PAGINA 86
academiejaar 2023-2024
PAGINA 87