PENSIOENTOEZEGGING
PENSIOENTOEZEGGING
Algemene voorwaarden – ref. 6150 (06/2020)
Vivium is een merk van P&V Verzekeringen cv | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 BTW BE 0402 236 531 - RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL. x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL. x00 (0)0 000 00 00 |
HOOFDSTUK II. Bepalingen van toepassing op alle pensioentoezeggingen 10
Afdeling 1 – Werkingsprincipes 10
Artikel 2 – Externalisatie van de pensioentoezegging 10
Artikel 3 – Begin en einde van de aansluiting 10
Artikel 4 – Verschuldigdheid en betaling van de premies, dotaties en de taksen 11
Artikel 5 – Tariefgrondslagen en -waarborg van de pensioeninstelling 11
Artikel 7 – Betaling van de prestaties bij leven 13
Artikel 8 – Betaling van de prestaties bij overlijden 15
Artikel 9 – Begunstiging bij overlijden 16
Artikel 10 – Aanvaarding van de begunstiging 16
Artikel 11 – Recht op omvorming van een kapitaal in rente 16
Artikel 12 – Verdaging van de einddatum 17
Artikel 14 – Onthaalstructuur 20
Artikel 15 – Financieringsfonds 21
Artikel 16 – Werking van de beleggingsfondsen 23
Artikel 17 – Niet-betaling van de premies 24
Artikel 18 – Onderfinanciering van het pensioenstelsel 25
Artikel 19 – Wijziging of stopzetting van het pensioenstelsel 25
Artikel 20 – Ontbinding en vereffening van de inrichter 26
Artikel 21 – Collectieve overdracht van de reserves 26
Artikel 22 – Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 23 – Voorschotten en inpandgevingen 28
Artikel 24 – Medische acceptatie 29
Artikel 25 – Bepalingen voor aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn 29
Afdeling 2 – Bijkomende bepalingen bij de waarborg in geval van overlijden 31
Artikel 26 – Aangifte van overlijden 31
Artikel 27 – Geografische uitgestrektheid 31
Artikel 28 – Opzettelijke daad 31
Artikel 30 – Oproer en terrorisme 32
Artikel 32 – Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden 32
Afdeling 3 – Diverse bepalingen 33
Artikel 33 – Kennisgevingen 33
Artikel 35 – Toepasselijke wetgeving, rechtsmacht en minnelijke medische expertise 33
Artikel 36 – Toepasselijk belastingregime 34
Artikel 37 – Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 34
Artikel 38 – Politiek prominente personen 36
Artikel 40 – Goede trouw, redelijkheid en billijkheid 39
Artikel 41 – Behandeling van klachten 39
Artikel 42 – Wijziging van de algemene voorwaarden 39
HOOFDSTUK III. Bepalingen van toepassing op pensioentoezeggingen van het type “vaste bijdrage” 40
Artikel 43 – Verworven prestatie en verworven reserves 40
Artikel 44 – Betaling van de prestaties bij leven indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht 40
Artikel 45 – Verdaging van de einddatum 40
Artikel 47 – Werkingsprincipes van toepassing op cafetariaplannen 41
Artikel 48 – Eenmalige premie ter financiering van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding 42
HOOFDSTUK IV. Bepalingen van toepassing op pensioentoezeggingen van het type “vaste prestatie” 43
Artikel 49 – Verworven prestatie en verworven reserves 43
Artikel 50 – Betaling van de prestaties bij leven indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht 43
Artikel 51 – Verdaging van de einddatum 44
Artikel 53 – Eenmalige premie ter financiering van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding 45
HOOFDSTUK V. Bepalingen van toepassing op pensioentoezeggingen van het type “cash balance” 46
Artikel 54 – Verworven prestatie en verworven reserves 46
Artikel 55 – Betaling van de prestaties bij leven indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht 46
Artikel 56 – Verdaging van de einddatum 46
Artikel 58 – Werkingsprincipes indien er keuzemogelijkheden zijn 47
Artikel 59 – Eenmalige premie ter financiering van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding 48
Pensioentoezegging
Artikel 1 – Definities
Aangeslotene:
De actieve aangeslotene is de werknemer die behoort tot de personeelscategorie waarvoor de inrichter een pensioentoezegging heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging voldoet zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden.
De passieve aangeslotene is:
- de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet indien hij bij zijn uittreding gekozen heeft om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten:
• zonder wijziging van de pensioentoezegging; of
• met als enige wijziging een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves.
- de werknemer wiens aansluiting beëindigd werd vanwege het feit dat hij niet langer voldeed aan de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging zonder dat dit samenviel met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst.
Een rentegenieter wordt beschouwd als een aangeslotene.
In functie van zijn burgerlijke staat heeft de aangeslotene één van de volgende hoedanigheden:
- Gehuwde aangeslotene:
De aangeslotene die wettelijk gehuwd is.
- Wettelijk samenwonende aangeslotene:
De aangeslotene die wettelijk samenwoont conform de toepasselijke wettelijke bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek of, volgens gelijkaardige regelingen van buitenlands recht, wordt gelijkgesteld met een wettelijk samenwonende aangeslotene.
- Feitelijk samenwonende aangeslotene:
De aangeslotene die niet onder de definitie van gehuwde of wettelijk samenwonende aangeslotene valt en die in het kader van een liefdesrelatie samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert met een partner die gedomicilieerd is op hetzelfde adres, met uitsluiting van verwantschap tot en met de derde graad.
- Alleenstaande aangeslotene:
De aangeslotene die noch gehuwd, noch wettelijk samenwonend, noch feitelijk samenwonend is.
Actuele inventariswaarde:
De actuele waarde op een bepaald ogenblik berekend in functie van de inventarisgrondslag, zijnde het geheel van de inventaristoeslagen, de technische rentevoet en de sterftetafels die het tarief of het samenstellen van de reserves bepalen.
Begunstigde:
De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn.
Beheersovereenkomst:
De overeenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling waarin de uitvoering van de pensioentoezegging wordt toevertrouwd aan de pensioeninstelling.
Benefit statement:
De pensioenfiche zoals voorgeschreven in de WAP.
Collectieve kapitalisatie:
Financieringsmethode waarbij de inrichter dotaties en/of persoonlijke bijdragen stort in het financieringsfonds van de groepsverzekering om de prestaties verschuldigd op basis van de pensioentoezegging te financieren. In het financieringsfonds worden de reserves opgebouwd door de dotaties en/of persoonlijke bijdragen collectief beheerd. Ze worden pas geïndividualiseerd op een werkgevers- en/of persoonlijke bijdrageovereenkomst op het moment van uitkering. Tenzij anders
vermeld in de bijzondere voorwaarden worden de persoonlijke bijdragen aangewend in individuele kapitalisatie.
Controleautoriteit:
De bevoegde controleautoriteiten zijn de FSMA (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) en de NBB (Nationale Bank van België).
DB2P:
Databank 2de Pijler, de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen opgericht conform de toepasselijke wetgevingen die beheerd wordt door de vzw Sigedis.
Dotatie:
Stortingen in het financieringsfonds door de inrichter:
- in het vooruitzicht van de financiering van de toekomstige lasten die voortspruiten uit de verzekeringsverrichtingen zoals voorzien in het pensioenreglement of financieringsplan;
- om aan de wettelijke financieringsvereisten te voldoen.
Eenheid van een beleggingsfonds:
Een elementair deel van een beleggingsfonds.
Gemeenschappelijke kas:
Een pensioeninstelling die de totale winst verdeelt onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves en die de kosten beperkt volgens de regels bepaald door de Koning.
Genivelleerde jaarpremies:
De bedragen die op jaarbasis nodig zijn om een pensioenkapitaal of vestigingskapitaal van een pensioenrente te financieren waarbij de financiering zo berekend wordt dat het niveau van de jaarpremies over de volledige financieringsduur gelijk blijft in functie van een constant kapitaal.
Groepsverzekering:
Een pensioenstelsel uitgevoerd door de pensioeninstelling.
Individuele kapitalisatie:
Financieringsmethode waarbij de werkgevers- en persoonlijke bijdragen worden gestort op de individuele werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst van xxxx xxxxxxxxxxxx. Er bestaat voor elke werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst een relatie tussen de opeisbare prestatie, de reserves en de premies op basis van de technische grondslagen van de pensioeninstelling.
Individuele pensioentoezegging:
Een occasionele, niet stelselmatige pensioentoezegging aan één werknemer en/of zijn rechthebbenden. In het geval dat de bijzondere voorwaarden bepalen dat de pensioentoezegging een individuele pensioentoezegging is, moeten in de algemene voorwaarden de volgende begrippen anders gelezen worden:
- “groepsverzekering” wordt “individuele pensioentoezeggingsverzekering”;
- “pensioenreglement” wordt “pensioenovereenkomst”;
- “pensioenstelsel” / “pensioentoezegging” wordt “individuele pensioentoezegging”;
- “financieringsfonds” wordt “technische voorzieningen”.
Ingangsdatum:
Datum waarop de pensioentoezegging voor de eerste keer wordt ingevoerd.
Inrichter:
- de werkgever die een pensioentoezegging doet;
- de rechtspersoon die aan volgende cumulatieve voorwaarden voldoet:
• als hij optreedt voor meerdere paritaire comités en/of paritaire subcomités, dan heeft hij als uitsluitend doel de opbouw
van een aanvullend pensioen;
• hij is paritair samengesteld;
• hij is aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité of subcomité, conform de toepasselijke wettelijke bepalingen.
Jaarlijkse aanpassingsdatum:
Op deze datum worden de aanspraken van iedere aangeslotene herrekend in functie van de op dat tijdstip in aanmerking te nemen elementen voor de berekening van de aanspraken. Wijzigingen van de elementen voor de berekening van de aanspraken in de loop van een verzekeringsjaar hebben slechts uitwerking vanaf de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum.
KB leven:
Het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringen en iedere latere wijziging die de bepalingen van dit KB vervangt en/of aanvult.
KB WAP:
Het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.
Kind:
Elke afstammeling in de eerste graad van de aangeslotene en elke afstammeling in de eerste graad van de partner van de aangeslotene die:
- deel uitmaakt van het gezin of op het ogenblik van het eisbaar worden van de verzekerde prestaties deel uitmaakt van het gezin of deel uitmaakt van het gezin van een voormalige partner van de aangeslotene, aan wie het ouderlijk gezag over die persoon is toegekend dan wel waarover die voormalige partner gezamenlijk met de aangeslotene het ouderlijk gezag uitoefent, én
- waarvoor de aangeslotene of de (voormalige) partner geniet van kinderbijslag, in zoverre de 25ste verjaardag van de afstammeling niet werd overschreden.
Minimale rendementsgarantie:
Het bedrag dat volgens de WAP door de inrichter verplicht moet gegarandeerd worden op de werkgevers- en persoonlijke bijdragen.
Mutatiedatum:
Op deze datum worden de aanspraken van de aangeslotene administratief aangepast in functie van één van volgende situaties:
- voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden;
- wijziging in de gezinssituatie (voor zover dit aanleiding geeft tot een wijziging in de aanspraken);
- wijziging van de tewerkstellingsgraad (arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties, gedeeltelijk tijdskrediet en andere vormen van deeltijds thematisch verlof);
- schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst naar aanleiding van:
• opname voltijds tijdskrediet of andere vormen van voltijds thematisch verlof;
• arbeidsongeschiktheid met verlies van salaris;
- vormen van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst met verlies van salaris.
De mutatiedatum is de eerste van de maand samenvallend met of volgend op één van bovenstaande gebeurtenissen. De pensioeninstelling verleent echter onmiddellijk dekking vanaf het moment van wijziging. De inrichter geeft de aanvraag tot mutatie door aan de pensioeninstelling.
Multi-inrichterspensioenstelsel:
Een identiek pensioenstelsel ingevoerd door meerdere inrichters waarvan de uitvoering is toevertrouwd aan dezelfde pensioeninstelling(en).
Partner:
Xxxxxx als partner beschouwd:
- de echtgeno(o)t(e) van de gehuwde aangeslotene;
- de partner van de wettelijk samenwonende aangeslotene;
- de partner van de feitelijk samenwonende aangeslotene.
Pensioeninstelling:
P&V Verzekeringen cv, verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058, gevestigd in de Koningsstraat 151 te 0000 Xxxxxxx. Vivium is een merk van P&V Verzekeringen cv.
Pensioenleeftijd:
De einddatum die in het pensioenreglement wordt vermeld. Voor de onthaalstructuur is dit de einddatum van de verbonden pensioentoezegging.
Voor werknemers die in dienst treden vanaf 01/01/2019, is de pensioenleeftijd gelijk aan de in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd tenzij de reglementair voorziene pensioenleeftijd hoger is dan de wettelijke pensioenleeftijd.
Pensioenreglement:
Het reglement waarin de aansluitingsvoorwaarden, de regels inzake de uitvoering van het pensioenstelsel, alsook de rechten en verplichtingen van de inrichter, de werkgever, de aangeslotenen en hun rechthebbenden en van de pensioeninstelling worden bepaald.
De algemene en de bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging en de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur vormen samen het pensioenreglement. De eventuele bijlagen en aanhangsels aan de bijzondere voorwaarden vormen er een integrerend bestanddeel van. De bepalingen van de bijzondere voorwaarden en de eventuele bijlagen en aanhangsels hebben echter voorrang op de algemene voorwaarden.
De tekst van het pensioenreglement wordt op eenvoudig verzoek aan de aangeslotene verstrekt door de inrichter. Het benefit statement vermeldt de hiertoe door de inrichter aangeduide contactpersoon.
Pensioenstelsel:
De collectieve pensioentoezegging.
Pensioentoezegging:
De collectieve of individuele toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden van de aangeslotene, vóór of na de pensioenleeftijd, of de ermee overeenstemmende kapitaalswaarde, die op basis van de in het pensioenreglement bepaalde verplichte stortingen worden toegekend ter aanvulling van een krachtens een wettelijke socialezekerheidsregeling vastgesteld pensioen, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden.
(Vervroegde) Pensionering:
De effectieve (vervroegde) ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van prestaties.
Persoonlijke bijdrage:
De verplichte afhouding ten laste van de aangeslotene voor de pensioentoezegging die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werknemersrekening, zijnde de persoonlijke bijdrageovereenkomst. Indien de persoonlijke bijdragen gestort worden in het financieringsfonds, worden deze bijdragen ingeschreven op een individuele fictieve rekening (teller). De persoonlijke bijdrage wordt door de inrichter van het salaris van de aangeslotene afgehouden in dezelfde termijnen als deze waarin dit salaris wordt uitbetaald.
Persoonlijke bijdrageovereenkomst:
De overeenkomst die met persoonlijke bijdragen wordt gefinancierd of met een toekenning uit het financieringsfonds voor wat betreft de pensioenkapitalen gevormd met persoonlijke bijdragen gestort in het financieringsfonds.
Premies:
De werkgeversbijdragen en/of de persoonlijke bijdragen. Deze kunnen de risicopremies en de koopsommen omvatten.
Reductie:
De vermindering van de actuele waarde van de verzekerde prestaties ten gevolge van het stopzetten van de premiebetaling.
Reductiewaarde:
De prestatie die op het ogenblik van de stopzetting van de premiebetaling verzekerd blijft. Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de aanspraak/waarborg bij overlijden, wordt de reductiewaarde berekend met de sterftetafels voor de verrichtingen bij leven. De pensioeninstelling heeft ook het recht om overeenkomstig de wettelijke bepalingen een reductievergoeding aan te rekenen.
Risicopremies:
De bedragen die verschuldigd zijn voor de tijdelijke overlijdensverzekeringen voor de duur van het verzekeringsjaar. De risicopremies worden op de jaarlijkse aanpassingsdatum of op de mutatiedatum herrekend in functie van de leeftijd van de aangeslotene op die datum.
Stortingskoopsommen:
Het bedrag dat op tijdstip t nodig is om 1/N van een pensioenkapitaal of vestigingskapitaal van een pensioenrente na aftrek van de reeds opgebouwde premievrije waarde te financieren, waarbij N gelijk is aan de duurtijd tussen tijdstip t en de einddatum van de financiering.
Sigedis vzw:
De vereniging zonder winstoogmerk “Sociale individuele Gegevens - Données individuelles Sociales” die, conform de toepasselijke wetgeving belast is met het beheer van de informatiesystemen en de ondersteunende opdrachten voor het bijhouden van loopbaangegevens, alsook met het beheer van de gegevensbank betreffende aanvullende pensioenen, genaamd “DB2P”.
Tak 21:
De verzekeringstak voor verzekeringsverrichtingen met een tarifair rendement gewaarborgd door de pensioeninstelling. De modaliteiten van deze rendementswaarborg worden vastgelegd in de bijzondere voorwaarden.
Tak 23:
De verzekeringstak voor verzekeringsverrichtingen verbonden met beleggingsfondsen. Er is geen resultaatsverbintenis van de pensioeninstelling.
Theoretische afkoopwaarde:
Het verschil tussen de actuele inventariswaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en de actuele waarde van de reductiepremies die betrekking hebben op de toekomstige vervaldagen. Dat verschil wordt verhoogd met het niet verbruikte gedeelte van de toeslagen. De technische grondslagen die voor de berekening van de theoretische afkoopwaarde gebruikt worden, zijn deze die gebruikt worden voor de berekening van de premies.
Uittreding:
a) hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, tenzij wanneer deze beëindiging van de arbeidsovereenkomst onmiddellijk gevolgd wordt door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere inrichter die deelneemt aan hetzelfde multi-inrichterspensioenstelsel als de vorige inrichter op voorwaarde dat er een overeenkomst bestaat die de overname regelt van de rechten en verplichtingen overeenkomstig de regelgeving inzake aanvullende pensioenen;
b) hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering (“uittreding light”);
c) hetzij de overgang van een werknemer in het kader van een overgang van een (deel van een) onderneming of een vestiging, naar een andere onderneming of naar een andere vestiging, als gevolg van een conventionele overdracht of een fusie waarbij
de pensioentoezegging van de werknemer niet wordt overgedragen.
Verbonden vennootschappen:
Vennootschappen zoals bepaald in artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
Verworven prestatie:
De prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken overeenkomstig het pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat.
Verworven reserves:
De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig het pensioenreglement.
Verzekeringsjaar:
De periode gaande van de jaarlijkse aanpassingsdatum van enig jaar tot en met de dag onmiddellijk voorafgaand aan de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum. Zo het reglement beëindigd wordt tussen twee jaarlijkse aanpassingsdata, loopt het laatste verzekeringsjaar over de periode tussen de laatste jaarlijkse aanpassingsdata tot de beëindigingsdatum van het reglement.
Vestigingskapitaal:
Het onderliggend kapitaal dat nodig is om een rente-uitkering te verzekeren.
WAP:
De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult.
Waardering van een eenheid:
De inventariswaarde van een eenheid is gelijk aan de inventariswaarde van het fonds gedeeld door het aantal eenheden van dat fonds.
Waardering van een fonds:
Het vastleggen van de inventariswaarde op basis van de netto-inventariswaarde van de componenten van het beleggingsfonds de bankwerkdag voordien.
Werkgeversbijdrage:
De storting door de inrichter voor de pensioentoezegging die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werkgeversrekening voor elke aangeslotene, zijnde de werkgeversbijdrageovereenkomst. Indien de werkgeversbijdragen gestort worden in het financieringsfonds, worden deze bijdragen ingeschreven op een individuele fictieve rekening (teller).
Werkgeversbijdrageovereenkomst:
De overeenkomst die gefinancierd wordt door werkgeversbijdragen en/of door toekenning vanuit het financieringsfonds.
Werknemer:
De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld.
Wettelijke pensioenleeftijd:
Dit is de pensioenleeftijd conform de toepasselijke wetgeving inzake het wettelijk pensioen.
Wijzigingsdatum:
De datum waarop de pensioentoezegging gewijzigd wordt.
HOOFDSTUK II. Bepalingen van toepassing op alle pensioentoezeggingen
Afdeling 1 – Werkingsprincipes
Artikel 2 – Externalisatie van de pensioentoezegging
De inrichter is ertoe gehouden de uitvoering van de pensioentoezegging toe te vertrouwen aan een pensioeninstelling. In het kader van deze verplichting heeft de inrichter bij de pensioeninstelling een groepsverzekering gesloten. Deze groepsverzekering heeft als voorwerp, mits betaling van de premies en/of dotaties door de inrichter, het waarborgen van de betaling van de prestaties aan de aangeslotene of aan de begunstigde, zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden. Ze treedt ten vroegste in werking op de dag dat de eerste premie en/of dotatie wordt betaald.
De bijzondere voorwaarden bepalen of de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst evenals de dotaties in het financieringsfonds aangewend worden in een Tak 21 of Tak 23 groepsverzekering.
De tijdelijke overlijdensverzekering voor de duur van het verzekeringsjaar is steeds een Tak 21 groepsverzekering.
De in het pensioenreglement voorziene werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden opgemaakt op grond van de inlichtingen die door de inrichter en de aangeslotene, oprecht en zonder verzwijging of onjuistheden werden verstrekt om de pensioeninstelling in te lichten over de omvang van de risico's die ze ten laste neemt. De pensioeninstelling kan alle inlichtingen eisen die zij nodig acht met inachtneming van de vigerende wetgeving.
Fraude, opzettelijke verzwijging(en) en/of opzettelijke onjuiste verklaringen hebben de nietigheid van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst tot gevolg. Dit is ook het geval wanneer het risico op het moment van aansluiting niet bestaat of al verwezenlijkt is. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de pensioeninstelling kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Vanaf de aansluiting ziet de pensioeninstelling evenwel af van het aanvoeren van de nietigheid van de pensioentoezegging van een aangeslotene uit hoofde van de te goeder trouw geschiede verzwijgingen of onjuiste verklaringen.
Bij onnauwkeurigheid in verband met de geboortedatum en het geslacht van de aangeslotene en/of de begunstigde worden de prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste gegevens.
Artikel 3 – Begin en einde van de aansluiting
De aansluiting geschiedt ten vroegste op de ingangsdatum bij de invoering van het pensioenstelsel.
Voor de werknemers in dienst op het ogenblik van de ingangsdatum van het pensioenstelsel en die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald in de bijzondere voorwaarden, is de aansluiting bij het pensioenstelsel niet verplicht, tenzij de invoering gebeurt bij collectieve arbeidsovereenkomst of door middel van de bijzondere procedure voorzien in de WAP voor de invoering van een sociaal pensioenstelsel in een onderneming zonder ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging.
Voor alle werknemers die in dienst treden na de ingangsdatum en die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden, is de aansluiting verplicht.
De (vervroegde) pensionering sluit de aansluiting of het behoud van aansluiting bij de pensioentoezegging uit. Indien de arbeidsovereenkomst van een werknemer
- geheel geschorst is op het ogenblik dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden, wordt zijn aansluiting uitgesteld tot het moment van gedeeltelijke of gehele werkhervatting;
- gedeeltelijk geschorst is op het ogenblik dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden, wordt hij aangesloten overeenkomstig zijn tewerkstellingspercentage.
De aansluiting wordt beëindigd op:
- de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet langer aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben;
- de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene de dienst van de inrichter vóór de (vervroegde) pensionering verlaat en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben;
- de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de (vervroegde) pensionering;
- de datum van het overlijden van de aangeslotene vóór de (vervroegde) pensionering;
- de datum van het overlijden van de rentegenieter van een overlevingsrente of een wezenrente;
- de datum van het bereiken van de einddatum van de rente-uitkering.
Artikel 4 – Verschuldigdheid en betaling van de premies, dotaties en de taksen
De premies of dotaties zijn verschuldigd op de datum bepaald in de bijzondere voorwaarden.
Ingang van de verschuldigdheid van de premies per aangeslotene:
- de premies zijn verschuldigd vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de aansluiting voor de respectievelijke aanspraken;
- indien de aansluiting in de loop van een verzekeringsjaar geschiedt, is er voor dat jaar een pro rato van de premies verschuldigd.
Xxxxxxxxx en beëindiging van de verschuldigdheid van de premies:
- bij wijziging van de aanspraken, respectievelijk de berekeningselementen gaat de verschuldigdheid van de nieuwe premies in op de jaarlijkse aanpassingsdatum, respectievelijk de mutatiedatum;
- bij uittreding stopt de verschuldigdheid van de premies op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de uittreding;
- bij (vervroegde) pensionering stopt de verschuldigdheid van de premies op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de (vervroegde) pensionering;
- bij overlijden van de aangeslotene stopt de verschuldigdheid van de premies op het ogenblik bepaald in de bijzondere voorwaarden.
Xxxxxx, wijziging en beëindiging van de verschuldigdheid van de dotaties worden gespecifieerd in het financieringsplan en worden als premie aangerekend.
De taksen op de premies of dotaties zijn door de inrichter aan de pensioeninstelling verschuldigd samen met de premies of dotaties waarop ze betrekking hebben.
De inrichter betaalt de premies of dotaties en de taksen aan de pensioeninstelling via de door de pensioeninstelling beschikbaar gestelde kanalen, doch enkel tegen kwijtschriften uitgaande van de pensioeninstelling.
Artikel 5 – Tariefgrondslagen en -waarborg van de pensioeninstelling Technische rentevoet en sterftetafel
Het tarief van de pensioeninstelling omvat
- voor Tak 21 groepsverzekeringen: een technische rentevoet en een sterftetafel in functie van de verzekeringscombinatie;
- kosten ter vergoeding van de uitvoering van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en in voorkomend geval ter vergoeding van de tussenpersoon die door de inrichter betrokken wordt bij de uitvoering van de pensioentoezegging.
Voor Tak 21 groepsverzekeringen gaat de pensioeninstelling een resultaatsverbintenis aan vermits zij zich verbindt om voor de aan haar betaalde premies de volgens het tarief dat op de pensioentoezegging van toepassing is, overeenstemmende prestaties te verlenen.
Onverminderd de toepassing van eventuele bijpremies voor wat de risicowaarborgen betreft, zijn de gehanteerde tariefgrondslagen en methodes voor de berekening van de premies en/of de aanspraken/waarborgen bij leven en overlijden die door deze premies gefinancierd worden, deze die opgenomen zijn in het technisch dossier van de pensioeninstelling neergelegd bij de controleautoriteit.
De tariefgrondslagen zijn van toepassing tot de in de pensioentoezegging vermelde einddatum onder voorbehoud van een algemene herziening.
Wijziging van de technische rentevoet en/of de sterftetafel
De tariefgrondslag voor de berekening van risicopremies en/of risicowaarborgen kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening. Deze wijziging kan enkel toegepast worden op de toekomstige aanwendingen, tenzij een wettelijke of reglementaire bepaling het anders zou toelaten of opleggen.
De bijzondere voorwaarden bepalen de garantie die geldt op de premies en reserves voor de pensioenopbouw (kapitaal-leven) op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst. Volgende garanties worden onderscheiden:
- Garantie op de reserves
De tariefgrondslag van toepassing op de premies, kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening. Deze wijziging van de tariefgrondslag zal toegepast worden op de koopsommen die na de datum van wijziging van toepassing zijn tenzij een wettelijke of reglementaire bepaling het anders zou toelaten of opleggen.
- Garantie op de reserves en premies
De tariefgrondslag voor de berekening van premies en/of aanspraken/waarborgen bij leven die door deze premies gefinancierd worden, kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening. Deze wijziging van de tariefgrondslag kan enkel toegepast worden op de premieverhogingen die na de datum van wijziging plaatsvinden tenzij een wettelijke of reglementaire bepaling het anders zou toelaten of opleggen.
- Geen garantie
De tariefgrondslag van toepassing op de premies en reserves, kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening. Deze wijziging van de tariefgrondslag zal toegepast worden op de reserves en premies die na de datum van wijziging van toepassing zijn tenzij een wettelijke of reglementaire bepaling het anders zou toelaten of opleggen.
De tariefgrondslag voor de berekening van vestigingskapitalen in het kader van renteaanspraken kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening. Deze wijziging van de tariefgrondslag is vanaf de datum van wijziging van toepassing voor de berekening en de financiering van:
- de vestigingskapitalen voor de aangeslotenen die na de wijziging toetreden tot het pensioenstelsel;
- de vestigingskapitalen voor de rentes van de aangeslotenen die voor de wijziging waren toegetreden, mits de rente nog niet loopt op het ogenblik van de wijziging.
Een wijziging van de technische rentevoet en/of sterftetafel van de pensioeninstelling alsook de ingangsdatum ervan wordt voorafgaandelijk aan de inrichter ter kennis gesteld.
Voor Tak 23 groepsverzekeringen is er geen resulaatsverbintenis van de pensioeninstelling.
Kosten
De bijzondere voorwaarden beschrijven de kosten, en de wijze van aanrekening.
Wijziging van de kosten
De pensioeninstelling mag de kosten eenzijdig aanpassen:
- in de mate dat dit in het kader van een algemene herziening van de kosten(structuur) gebeurt;
- bij wijziging of stopzetting van de pensioentoezegging door de inrichter;
- wanneer de pensioentoezegging wijzigt ten gevolge van een wijziging van bestaande wetgeving die rechtstreeks of onrechtstreeks een impact heeft op de kosten van de pensioeninstelling;
- indien de kostenstructuur en/of kostenvergoeding wordt bepaald op de ingangsdatum van de beheersovereenkomst, rekening houdend met de specifieke parameters die op dat moment van toepassing zijn. Dit zijn de onderschreven waarborgen, de gemiddelde premies en het aantal actieve en passieve aangeslotenen en het open karakter van de toezegging voor nieuwe werknemers, De aanpassing van de kosten gebeurt bij wijziging van minstens één van de voormelde parameters in de zin van een schrapping of vermindering van een onderschreven waarborg, daling van de gemiddelde premies of in het aantal actieve aangeslotenen of stopzetting van de toezegging voor nieuwe werknemers;
- indien het geheel van pensioentoezeggingen van de inrichters van verbonden vennootschappen bij de pensioeninstelling of de verzekerde categorieën zoals van toepassing bij de opmaak van de beheersovereenkomst wijzigt;
- wanneer de pensioeninstelling een andere vergoeding dient te betalen aan de tussenpersoon dan deze voorzien is in het van toepassing zijnde tarief.
Elke aanpassing zal steeds op een redelijke en verantwoorde wijze toegepast worden.
Een wijziging van de kosten alsook de ingangsdatum ervan wordt voorafgaandelijk aan de inrichter ter kennis gesteld. Elke wijziging van kosten is van toepassing op reserves, kapitalen, premies en dotaties vanaf de wijzigingsdatum.
Artikel 6 – Winstdeelname Tak 21 groepsverzekeringen
Jaarlijks wordt de winstdeelname discretionair bepaald door de pensioeninstelling in functie van de resultaten in de Tak 21 groepsverzekeringen. De pensioeninstelling biedt geen enkele waarborg met betrekking tot de toekomstige winstdeelname.
Als er een verdeling van de winstdeelname is, dan wordt de winstdeelname, de voorwaarden en regels voor toekenning opgenomen in een winstdeelnameplan dat meegedeeld wordt aan de controleautoriteit.
De toekenningsregels worden onder meer bepaald in functie van de tariefgrondslagen en de waarborg van toepassing op deze grondslagen. Deze vermelde regels zijn niet exhaustief en kunnen jaarlijks herzien worden door de pensioeninstelling.
Indien de groepsverzekering opgezegd is in het kader van een overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling, wordt gedurende de periode van de opzegging geen winstdeelname toegekend.
Winstdeelname leven
De winstdeelnamedotatie leven is een bedrag dat bepaald wordt op basis van de theoretische afkoopwaarde van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst en het winstdeelnamepercentage leven.
De bijzondere voorwaarden beschrijven de modaliteiten van de aanwending van de winstdeelnamedotatie. Winstdeelname overlijden
De winstdeelname overlijden is een bedrag dat jaarlijks bepaald wordt voor gemengde levensverzekeringen of tijdelijke
overlijdensverzekeringen, op basis van:
- het verzekerd kapitaal overlijden; en
- de winstdeelnamepercentages overlijden die van toepassing zijn op de verschillende verzekeringscombinaties volgens het winstdeelnameplan.
Tak 23 groepsverzekering
Er is geen winstdeelname.
Artikel 7 – Betaling van de prestaties bij leven
Moment van betaling – Opnameplicht en opnamerecht
De uitbetaling van de prestaties bij leven is verbonden aan de effectieve ingang van het (vervroegd) wettelijk pensioen. Op dat moment is de uitbetaling verplicht (opnameplicht).
Daarnaast is uitbetaling mogelijk voor aangeslotenen die hun wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt of aan de voorwaarden voldoen om hun wettelijk pensioen vervroegd op te nemen maar hun wettelijk pensioen nog niet laten ingaan (opnamerecht). Tijdens deze periode heeft de aangeslotene eenmalig het recht verworven pensioenreserves op te nemen terwijl hij aangesloten blijft aan de pensioentoezegging. De aangeslotene richt hiervoor de aanvraag voor vervroegde betaling tot de pensioeninstelling.
De pensioeninstelling licht op het moment van opname de aangeslotene in over de prestaties die verschuldigd zijn, over de mogelijke uitbetalingswijzen, met inbegrip van het recht op omzetting in een rente en over de noodzakelijke gegevens voor de uitbetaling.
Bedrag van betaling en formaliteiten indien de bijzondere voorwaarden de uitkering van een pensioenkapitaal voorzien
Het uit te keren kapitaal bij leven van de aangeslotene wordt berekend op datum van (vervroegde) pensionering of vanaf de eerste van de maand volgend op de datum van de aanvraag voor betaling en wordt indien nodig door de inrichter aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de toepasselijke wetgeving.
De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de aangeslotene binnen de 30 dagen na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken.
Bedrag van betaling, formaliteiten en overdraagbaarheid van rente indien de bijzondere voorwaarden de uitkering van een pensioenrente voorzien
De uit te keren rente bij leven van de aangeslotene bij (vervroegde) pensionering wordt berekend op datum van (vervroegde) pensionering of vanaf de eerste van de maand volgend op de datum van de aanvraag voor betaling en wordt indien nodig door de inrichter aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de toepasselijke wetgeving.
De pensioeninstelling betaalt de pensioenrente rechtstreeks aan de aangeslotene.
De prestaties worden uitgekeerd in de vorm van een rente nadat de aangeslotene de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling heeft laten geworden. De eerste uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling mag op elk ogenblik nieuwe bewijsstukken vragen in welk geval de voorgaande procedure opnieuw van toepassing wordt.
Indien voorzien wordt in overdraagbaarheid van de rente bij overlijden van de rentegenieter aan zijn partner dan gebeurt dit volgens de modaliteiten beschreven in de bijzondere voorwaarden. De partner kan deze rente niet omzetten in een eenmalig kapitaal. De persoon die op of na de (vervroegde) pensionering of de vroegere datum van uittreding partner wordt, kan geen aanspraak maken op deze rente.
De aangeslotene kan bij (vervroegde) pensionering de eenmalige uitkering van het vestigingskapitaal van de pensioenrente vragen indien deze mogelijkheid in de bijzondere voorwaarden wordt voorzien. De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de aangeslotene binnen de 30 dagen na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. Door opname van het kapitaal vervalt voor de aangeslotene het recht op de pensioenrente en voor de eventuele partner het recht op de overdraagbaarheid van deze pensioenrente indien in overdraagbaarheid van de rente is voorzien.
Zowel voor de uitkering in de vorm van kapitaal als rente geldt dat voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen - doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling - er geen intrest door haar wordt vergoed.
Indien gebruik gemaakt wordt van het opnamerecht
Wordt de berekening van de waarborg/aanspraak rekening houdend met het opgenomen kapitaal bepaald in de Hoofdstukken II, III en IV.
Artikel 8 – Betaling van de prestaties bij overlijden
De pensioeninstelling licht bij overlijden van de aangeslotene de begunstigde in over de prestaties die verschuldigd zijn, over de mogelijke uitbetalingswijzen, met inbegrip van het recht op omzetting in een rente en over de noodzakelijke gegevens voor de uitbetaling.
Moment van betaling en formaliteiten indien de bijzondere voorwaarden de uitkering van een kapitaal- overlijden voorzien
Het kapitaal-overlijden is betaalbaar op de datum van overlijden van de aangeslotene vóór (vervroegde) pensionering en wordt rechtstreeks aan de begunstigde uitgekeerd.
De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de begunstigde binnen de 30 dagen na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken.
Moment van betaling en formaliteiten indien de bijzondere voorwaarden de uitkering van een overlevingsrente voorzien
Het vestigingskapitaal van de overlevingsrente wordt bij overlijden van de aangeslotene vóór (vervroegde) pensionering omgezet in een overlevingsrente op basis van volgende berekeningselementen:
- de parameters in functie van de tariefgrondslagen;
- de periodiciteit van de rente-uitkering;
- het geslacht van de partner en zijn leeftijd op de datum van uitkering.
De overlevingsrente is betaalbaar aan de partner vanaf de datum van overlijden van de aangeslotene.
De pensioeninstelling keert deze rente rechtstreeks uit aan de partner volgens de termijnen bepaald in de bijzondere voorwaarden. De eerste uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling mag op elk ogenblik nieuwe bewijsstukken vragen in welk geval de voorgaande procedure opnieuw van toepassing wordt.
Vanaf uitkering van de rente wordt de partner een rentegenieter.
De partner kan op het moment van betaalbaarheid van de eerste overlevingsrente om de eenmalige uitkering van het vestigingskapitaal van de overlevingsrente vragen. De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de partner binnen de 30 dagen na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. Door opname van het kapitaal vervalt voor de partner het recht op de overlevingsrente.
Moment van betaling en formaliteiten indien de bijzondere voorwaarden de uitkering van een wezenrente voorzien
De wezenrente is betaalbaar aan elk kind vanaf de datum van overlijden van de aangeslotene vóór (vervroegde) pensionering.
De pensioeninstelling keert deze rente rechtstreeks uit aan elk kind in maandelijkse termijnen op het einde van elke termijn tot en met de termijn bepaald in de bijzondere voorwaarden. De eerste uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling mag op elk ogenblik nieuwe bewijsstukken vragen in welk geval de voorgaande procedure opnieuw van toepassingwordt.
Vanaf uitkering van de rente wordt het kind een rentegenieter. Deze rente kan niet omgezet worden in een eenmalig wezenkapitaal.
Zowel voor de uitkering in de vorm van kapitaal als rente geldt dat voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen - doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling - er geen intrest door haar wordt vergoed.
Artikel 9 – Begunstiging bij overlijden
De begunstiging bij overlijden wordt bepaald met de volgende voorrangsorde:
- de partner;
- bij ontstentenis, de descendenten in de eerste graad van de aangeslotene of - bij plaatsvervulling - hun afstammelingen;
- bij ontstentenis, de ascendenten in de eerste graad van de aangeslotene;
- bij ontstentenis, de nalatenschap van de aangeslotene, met uitsluiting van de Staat;
- bij ontstentenis, het “financieringsfonds” verbonden aan de pensioentoezegging.
Indien door bovenstaande rangorde meer dan één begunstigde in dezelfde orde aangeduid wordt, wordt het kapitaal-overlijden evenredig verdeeld over de verschillende begunstigden.
De aangeslotene kan van bovenstaande rangorde afwijken of een begunstigde bij naam aanduiden, mits de pensioeninstelling een door de aangeslotene ondertekend “Formulier wijziging begunstiging bij overlijden (groepsverzekering)“ ontvangt. Van deze wijziging wordt akte genomen in het benefit statement. Indien de afwijking een aanduiding betreft anders dan de persoon met wie de aangeslotene gehuwd is, dan moet het “Formulier wijziging begunstiging bij overlijden (groepsverzekering)“ bovendien ook schriftelijk bevestigd worden met een handtekening van de persoon met wie de aangeslotene gehuwd is.
Indien er meerdere begunstigden worden aangeduid, ontvangen zij ieder de opeisbare prestaties volgens het “Formulier wijziging begunstiging bij overlijden (groepsverzekering)“ waarvan akte wordt genomen in het benefit statement. Xxxxxxx, wanneer de partner en de descendenten in de eerste graad al of niet bij naam gezamenlijk als begunstigden worden aangeduid, komt, voor zover de aangeslotene geen andere verdeling heeft vermeld in het “Formulier wijziging begunstiging bij overlijden (groepsverzekering)“, de overlijdensprestatie voor de helft toe aan de partner en voor de andere helft - in gelijke delen - aan de descendenten in de eerste graad. Wanneer de partner en/of de descendenten in de eerste graad niet bij naam als begunstigden worden aangeduid, komen de prestaties toe aan de personen die bij hun opeisbaarheid deze hoedanigheid hebben. Afstammelingen in de rechte lijn van een vooroverleden descendent in de eerste graad komen bij plaatsvervulling op.
De aangeslotene heeft, overeenkomstig de hierboven vermelde bepalingen, het recht één of meer begunstigden aan te wijzen. Het bewijs van het recht van de begunstigde wordt geleverd overeenkomstig de wettelijke bepalingen terzake. De pensioeninstelling is van iedere verbintenis bevrijd door de uitkering die zij te goeder trouw aan de begunstigde heeft gedaan voordat zij enig geschrift heeft ontvangen waarbij de aanwijzing wordt gewijzigd.
Indien de individuele afwijkingen geen uitwerking kunnen hebben (bijvoorbeeld door het overlijden van de aangeduide begunstigde(n) voordat de aangeslotene overlijdt), zal de hierboven beschreven begunstigingsvolgorde opnieuw van toepassing zijn.
Artikel 10 – Aanvaarding van de begunstiging
Elke begunstigde mag de begunstiging aanvaarden. Aanvaarding geschiedt door een geschrift met de handtekening van de begunstigde, de aangeslotene en de pensioeninstelling.
De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, als gevolg dat de latere wijziging van de begunstiging, de afkoop of de reserve- overdracht, de inpandgeving en de opname van een voorschot slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde. Deze toestemming is eveneens vereist voor elke wijziging door de aangeslotene die een vermindering impliceert van de prestaties die ten gunste van de aanvaardende begunstigde verzekerd zijn door reeds betaalde premies.
De aanvaarding van de begunstiging heeft tot gevolg dat de bepalingen betreffende de begunstiging die afbreuk doen aan de rechten van de aanvaardende begunstigde zonder gevolg blijven.
Artikel 11 – Recht op omvorming van een kapitaal in rente
Indien de pensioentoezegging voorziet in de betaling van een kapitaal op einddatum of bij overlijden vóór de einddatum, heeft de aangeslotene of de begunstigde het recht om aan de inrichter de omvorming in een rente te vragen indien de rente bij aanvang van de uitkering groter is dan 500,00 EUR per jaar. Het bedrag van 500,00 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen die voorzien zijn in de WAP. Deze rente wordt berekend overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen in functie van parameters van de begunstigden op de datum van de vereffening.
Indien de begunstigde opteert voor een niet overdraagbare, niet indexeerbare lijfrente, dan wordt het bedrag van de rente
bepaald op basis van het verzekerde kapitaal en de berekeningswijze vastgelegd door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.
Indien het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal lager is dan het vestigingskapitaal om de rente, zoals bepaald in de vorige alinea, te financieren, dan is de verplichting van de pensioeninstelling beperkt tot het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal terwijl de inrichter verantwoordelijk is voor het verschil.
Het in de vorige alinea bedoelde vestigingskapitaal wordt berekend volgens het gangbare commerciële tarief van de pensioeninstelling aan de hand van de tariefgrondslagen, methodes voor de berekening en de productkenmerken van de rente, die zijn opgenomen in haar technisch dossier zoals bedoeld in de toepasselijke wetgeving betreffende de levensverzekeringsactiviteiten.
Ter financiering van het eventuele verschil zal de pensioeninstelling aan de inrichter een eenmalige koopsom aanrekenen. Die eenmalige koopsom wordt berekend aan de hand van de door de pensioeninstelling gehanteerde tariefgrondslagen, methodes voor de berekening en productkenmerken.
De pensioeninstelling heeft steeds de mogelijkheid, mits akkoord van de inrichter, een gemeenschappelijke kas aan te duiden die belast wordt met de uitkering van de rente.
De begunstigde mag een andere rente kiezen uit het productaanbod van de pensioeninstelling. In dat geval wordt de rente bepaald op basis van het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal en de commerciële tarieven van de pensioeninstelling.
De rente wordt maandelijks uitgekeerd na vervallen termijnen.
Artikel 12 – Verdaging van de einddatum
Verdaging betekent dat op het moment dat de aangeslotene de einddatum bereikt en hij zijn wettelijk (vervroegd) pensioen nog niet laat ingaan, de einddatum telkens met één jaar (verdagingsjaar) uitgesteld wordt tot aan zijn (vervroegde) pensionering.
De tariefgrondslagen die op het moment van elke verdaging van toepassing zijn worden toegepast op de reserves van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst en op de premies.
De tariefgrondslagen, van toepassing op de reserves en premies, zijn door de pensioeninstelling gewaarborgd gedurende het lopende verdagingsjaar. Voor elk opeenvolgend verdagingsjaar geldt de tariefgrondslag op dat moment van toepassing voor verdagingen, zowel op de reserves en de premies.
De tariefgrondslag voor verdagingen kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening.
Een wijziging van de tariefgrondslagen is van toepassing op de reserves en premies bij elke nieuwe (opeenvolgende) verdaging na de ingangsdatum van de nieuwe tariefgrondslag, alsook op premieverhogingen na die datum tijdens het lopende verdagingsjaar.
Voor individuele pensioentoezeggingen geldt:
- “Verdaging” is van toepassing vanaf de wettelijke pensioenleeftijd;
- indien de einddatum kleiner is dan de wettelijke pensioenleeftijd zal indien nodig bij het bereiken van de einddatum van de pensioenovereenkomst deze einddatum aangepast worden aan de wettelijke pensioenleeftijd, waarbij de tariefgrondslagen die op dat moment van toepassing zijn voor individuele pensioentoezeggingsverzekeringen zullen gelden.
Opnamerecht
Tijdens de volledige periode van verdaging heeft de aangeslotene één keer het recht verworven pensioenreserves op te nemen terwijl hij aangesloten blijft aan de pensioentoezegging:
- hetzij op de wettelijke pensioenleeftijd, zonder opname van het wettelijk pensioen;
- of wanneer hij voldoet aan de voorwaarden om zijn vervroegd wettelijk pensioen op te nemen, zonder dat hij dit effectief doet.
De bepaling van de waarborgen/aanspraken bij verdaging wordt bepaald in de Hoofdstukken II, III en IV.
Artikel 13 – Uittreding
Informatieprocedure
Bij uittredingen bedoeld onder a) en c) in de in artikel 1 vermelde definitie van “uittreding” gelden volgende
bepalingen:
Bij uittreding van een aangeslotene is de inrichter ertoe gehouden uiterlijk binnen de 30 dagen de pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis te stellen.
De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving de nodige gegevens in toepassing van de vigerende wetgeving mee aan de inrichter door middel van de uittredingsbrief. Een voorbeeld van deze brief is te vinden op de ter beschikking gestelde internetapplicatie.
De inrichter stelt de aangeslotene onmiddellijk in kennis van de door de pensioeninstelling meegedeelde gegevens. Berekening verworven reserves en prestaties
Bij uittreding worden de verworven reserves en prestaties berekend op basis van de wettelijke bepalingen en de elementen voor de berekening van de aanspraken die van toepassing zijn op de laatste jaarlijkse aanpassings- of mutatiedatum vóór de
uittreding.
De werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd. Indien bij de uittreding de aanspraak/waarborg bij overlijden wegvalt, kan de reductiewaarde berekend worden met de sterftetafel voor de verrichtingen bij leven.
Op het ogenblik van de uittreding wordt geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd van de aangeslotene of van de verworven reserves afgetrokken.
Aanzuivering tekorten door de inrichter
Bij uittreding is de inrichter ertoe gehouden de eventuele tekorten van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst ten opzichte van de minimale rendementsgarantie aan te zuiveren. De eventuele aanvulling zal door de inrichter in het financieringsfonds verbonden aan de pensioentoezegging gestort worden indien niet voldoende fondsen aanwezig zijn of indien de aanwezige fondsen andere verbintenissen van de inrichter dekken.
Na de uittreding blijft de inrichter verplicht om eventuele toekomstige tekorten van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst ten opzichte van de verworven reserves te financieren zodat op pensioenleeftijd de verworven prestatie gefinancierd is. De eventuele aanvulling zal door de inrichter in het financieringsfonds verbonden aan de pensioentoezegging gestort worden indien niet voldoende fondsen aanwezig zijn of indien de aanwezige fondsen andere verbintenissen van de inrichter dekken.
Zodra de passieve aangeslotene de beslissing bekend maakt dat hij zijn verworven reserves wenst over te dragen, zal het op dat ogenblik geldende tekort ten opzichte van de gegarandeerde bedragen aangezuiverd worden op de werkgeversbijdrageovereenkomst. De eventuele aanvulling zal om fiscale redenen steeds beschouwd worden als een werkgeversbijdrage.
Keuzemogelijkheden voor de aangeslotene
Bij uittreding heeft de aangeslotene de volgende keuzemogelijkheden met betrekking tot de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving:
1. In deze pensioentoezegging laten:
1.1 zonder enige wijziging. Deze mogelijkheid is niet voorzien voor de verworven reserves van de pensioentoezegging waarvoor naar aanleiding van een uittreding bedoeld onder b in de artikel 1 vermelde definitie van “uittreding” gekozen werd voor een overlijdensdekking gelijk aan de verworven reserves;
1.2 zonder een andere wijziging van de pensioentoezegging dan een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves. In dit geval wordt de verworven prestatie herrekend in functie van de verworven reserves om rekening te houden met deze overlijdensdekking.
2. Overdragen:
2.1 naar de onthaalstructuur, gekoppeld aan dit pensioenreglement;
2.2 naar de pensioeninstelling van de nieuwe inrichter met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die inrichter;
2.3 naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels bepaald door de Koning.
De aangeslotene moet zijn keuze binnen de 30 dagen na de kennisgeving door de inrichter schriftelijk meedelen aan de pensioeninstelling. Na ontvangst van de keuze van de aangeslotene voert de pensioeninstelling de keuze van de aangeslotene uit binnen de 30 dagen. Wanneer de aangeslotene deze termijn heeft laten verstrijken wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid om zijn verworven reserves in de pensioentoezegging van de ex-inrichter te laten zonder enige wijziging.
Na het verstrijken van de termijn van 30 dagen kan de aangeslotene voor:
- de keuze 1.2 nog gedurende 11 maanden opteren;
- de keuze 2.1 – 2.2 – 2.3 nog te allen tijde opteren.
De overdrachten worden beperkt tot het gedeelte van de verworven reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd gedaan.
Bij keuze van de mogelijkheid 1.2 of 2.1 wordt de prestatie bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigden zoals van toepassing in de pensioentoezegging vóór de uittreding, behoudens ontvangst door de pensioeninstelling van een “Formulier wijziging begunstiging bij overlijden (groepsverzekering)“ met latere wijzigingen.
Indien er eventuele aanvaardende begunstigden en/of personen zijn aan wie de rechten op de pensioentoezegging werden overgedragen is er bij overdracht of bij mogelijkheid 1.2 van de verworven reserves schriftelijke toestemming vereist van deze begunstigden en/of personen. In geval van beslag wordt geen overdracht toegestaan.
De in de pensioentoezegging met risicopremies gefinancierde tijdelijke overlijdensverzekeringen worden verdergezet tot de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag dat de aangeslotene zijn keuze bij uittreding heeft bekend gemaakt en uiterlijk tot de 90ste dag na uittreding.
Bij uittredingen bedoeld onder b) in de in artikel 1 vermelde definitie van “uittreding” gelden volgende bepalingen (“uittreding light”):
Bij “uittreding light” worden de bepalingen zoals hiervoor beschreven uitgesteld tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan door overlijden of pensionering.
In dit geval is de inrichter ertoe gehouden uiterlijk binnen de 30 dagen de pensioeninstelling schriftelijk in kennis te stellen van het niet langer voldoen van de aangeslotene aan de aansluitingsvoorwaarden.
De pensioeninstelling informeert de werknemer uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving over:
- de uittreding;
- het al dan niet behouden van de overlijdensdekking;
- zijn recht om zijn verworven reserves in de oude pensioentoezegging te laten:
• zonder enige wijziging of;
• zonder een andere wijziging dan een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves. In dit geval wordt de verworven prestatie herrekend in functie van de verworven reserves om rekening te houden met deze overlijdensdekking. Bij deze keuze wordt de prestatie bij overlijden uitgekeerd aan de begunstigden zoals van toepassing in de pensioentoezegging vóór de uittreding, behoudens ontvangst door de pensioeninstelling van een “Formulier wijziging begunstiging bij overlijden (groepsverzekering)“ met latere wijzigingen.
Wanneer de aangeslotene een termijn van 30 dagen heeft laten verstrijken na het versturen van deze informatie wordt hij verondersteld te hebben gekozen om zijn verworven reserves in de pensioentoezegging te laten zonder enige wijziging.
Hij behoudt evenwel nog gedurende een bijkomende termijn van 11 maanden het recht te opteren voor bovenvermelde mogelijkheid.
De in de pensioentoezegging met risicopremies gefinancierde tijdelijke overlijdensverzekeringen worden verdergezet tot de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag dat de aangeslotene zijn keuze bij “uittreding light” heeft bekend gemaakt en uiterlijk tot de 90ste dag na “uittreding light”.
Indien de “uittreding light” gevolgd wordt door de aansluiting aan een andere pensioentoezegging van de inrichter bij de
pensioeninstelling zijn volgende bepalingen van toepassing:
- als de nieuwe pensioentoezegging van het type “Vaste prestaties” is en de pensioenjaren worden in aanmerking genomen vanaf de datum van indiensttreding wordt de aanspraak bij leven in de nieuwe pensioentoezegging verminderd met de opgebouwde verworven prestatie, exclusief winstdeelname, in de oude pensioentoezegging tot op de datum van “uittreding light”. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met de eventueel herrekende verworven prestatie naar aanleiding van de toepassing van hiervoor vermelde keuzemogelijkheid;
- als de nieuwe pensioentoezegging van het type “Vaste bijdragen” of “cash balance” is en de anciënniteit wordt berekend vanaf de datum van indiensttreding dan wordt er voor de bepaling van de anciënniteit in de nieuwe pensioentoezegging rekening gehouden met de anciënniteit binnen de oude pensioentoezegging;
- als de nieuwe pensioentoezegging voorziet dat voor de bepaling van het risicokapitaal overlijden de opgebouwde reserves leven in mindering worden gebracht dan worden de verworven reserves, inclusief winstdeelname, opgebouwd in de oude pensioentoezegging op het moment van de ”uittreding light”, mee in aanmerking genomen voor de bepaling van het risicokapitaal overlijden van de nieuwe pensioentoezegging voor zover deze reserves in de oude pensioentoezegging, vóór eventuele toepassing van de hiervoor vermelde keuzemogelijkheid, aangewend werden in een verzekeringscombinatie “uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves”.
Artikel 14 – Onthaalstructuur
De inrichter onderschrijft bij de pensioeninstelling samen met de beheersovereenkomst een onthaalstructuur waarvan de tarieven door de pensioeninstelling onder de productnaam “onthaalstructuur” bij de controleautoriteit ingediend werden en die bestemd is om reserves te ontvangen van aanvullende pensioenen.
De aangeslotene kan, zolang hij niet is uitgetreden uit de pensioentoezegging, de reserves overdragen die hij als werknemer heeft opgebouwd in het kader van een aanvullend pensioen bij een vroegere inrichter. De overgedragen reserves worden verplicht ondergebracht in de onthaalstructuur en kunnen nooit ondergebracht worden in de pensioentoezegging die verbonden is aan deze onthaalstructuur.
De reserves die de aangeslotene in deze pensioentoezegging verworven heeft op het ogenblik van de uittreding zoals bedoeld onder a) en c) in de in artikel 1 vermelde definitie van “uittreding” kunnen naar keuze van de aangeslotene ondergebracht worden in deze onthaalstructuur.
De keuze tot overdracht naar de onthaalstructuur heeft tot gevolg dat de aangeslotene zijn reserves niet meer kan overdragen naar de oorspronkelijke pensioentoezegging.
De onthaalstructuur geeft de overdragende aangeslotene een verzekering bij leven en overlijden onder de vorm van een uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves (UKMR). Het verzekerde bedrag wordt bekomen door het kapitaliseren van het overgedragen bedrag conform de tariefgrondslagen UKMR neergelegd bij de controleautoriteit onder de productnaam “onthaalstructuur”.
Wanneer de aangeslotene zijn reserves overdraagt naar de onthaalstructuur, dan:
- zijn de verplichtingen van de pensioeninstelling beperkt tot de verplichtingen die voortvloeien uit de onthaalstructuur;
- eindigen de verplichtingen van de inrichter die voortvloeien uit de pensioentoezegging waarbinnen de reserves werden opgebouwd.
Indien de aangeslotene in het kader van zijn uittreding kiest voor de overdracht van zijn verworven reserves opgebouwd in deze pensioentoezegging naar de onthaalstructuur, worden de verworven reserves desgevallend door de inrichter aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de toepasselijke wetgeving. Hierdoor vervalt voor de inrichter en de pensioeninstelling iedere verplichting die voortvloeit uit het pensioenreglement.
De reserves die zijn overgedragen naar de onthaalstructuur zijn onmiddellijk verworven door de overdragende aangeslotene.
Artikel 15 – Financieringsfonds
Samen met de pensioentoezegging wordt een financieringsfonds opgericht dat door de pensioeninstelling wordt beheerd. Het bevat de reserves die geen betrekking hebben op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst en vormt een theoretische afkoopwaarde.
Inkomsten van het financieringsfonds
In het financieringsfonds kunnen volgende inkomsten komen:
- stortingen door de inrichter in het vooruitzicht van de financiering van de toekomstige lasten die voortspruiten uit de verzekeringsverrichtingen zoals voorzien in het pensioenreglement of financieringsplan;
- persoonlijke bijdragen die door de inrichter van het salaris van de aangeslotenen werden afgehouden;
- stortingen door de inrichter om aan de wettelijke financieringsvereisten te voldoen;
- overdracht van de reserves van het financieringsfonds van de pensioentoezegging bij een andere pensioeninstelling;
- overdracht van de reserves van het financieringsfonds van een andere pensioentoezegging;
- intresten en eventuele extra intrest op de reserves van het financieringsfonds toegekend door de pensioeninstelling;
- de prestatie bij overlijden die toekomt aan het financieringsfonds overeenkomstig het artikel “Begunstiging bij overlijden”;
- in het algemeen, elk bedrag dat aan het financieringsfonds wordt toegekend in toepassing van het pensioenreglement.
Rendement van het financieringsfonds
Reserves aangewend in Tak 21, met een gewaarborgd rendement van de pensioeninstelling
Op de reserves in het financieringsfonds kent de pensioeninstelling een intrest toe in functie van de intrestvoet die op moment van toekenning van toepassing is op financieringsfondsen.
De intrestvoet van toepassing op de reserves in het financieringsfonds, kan door de pensioeninstelling gewijzigd worden in het kader van een algemene herziening. Deze wijziging van de intrestvoet is vanaf de datum van wijziging van toepassing op alle in het financieringsfonds aanwezige reserves.
Jaarlijks kan de pensioeninstelling een extra intrest toekennen aan de reserves. Deze methode van verdeling en de toekenning van de extra intrest wordt jaar per jaar discretionair bepaald door de pensioeninstelling. Er wordt geen enkele garantie gegeven met betrekking tot de extra intrest.
De voorwaarden en regels voor toekenning van de extra intrest zijn opgenomen in een winstdeelnameplan dat meegedeeld wordt aan de controleautoriteit.
Reserves aangewend in een beleggingsfonds Tak 23
Op de reserves in het financieringsfonds biedt de pensioeninstelling geen resultaatsverbintenis op het rendement van het financieringsfonds.
Bestemming van het financieringsfonds
De reserves (activa) van het financieringsfonds kunnen niet terug worden opgenomen in het vermogen van de inrichter.
Wanneer de totale gestorte werkgeversbijdrage lager is dan deze die krachtens het pensioenreglement moet worden toegewezen aan de werkgeversbijdrageovereenkomst, wordt het verschil uit het financieringsfonds geput. Dit is geen afdwingbaar recht tegenover de pensioeninstelling. De pensioeninstelling blijft in dit geval op elk ogenblik het recht behouden om de procedure wegens niet-betaling van de premies in te zetten.
Indien de verworven reserves in uitvoering van een beslissing van de aangeslotene naar aanleiding van zijn uittreding naar de onthaalstructuur of naar een andere pensioeninstelling worden overgedragen, zullen eventuele tekorten die op dat ogenblik door de van kracht zijnde wetgeving moeten afgefinancierd worden, geput worden uit het financieringsfonds.
Eventuele tekorten op het vlak van de minimale rendementsgarantie en verworven reserves bij de uitkering van de pensioenprestaties of bij de opheffing van de pensioentoezegging, worden in voorkomend geval uit het financieringsfonds geput. Indien de reserves in het financieringsfonds door zulk een operatie negatief worden, zal de inrichter het negatieve saldo onmiddellijk aanzuiveren.
Werking van het financieringsfonds
Reserves aangewend in Tak 21 verzekering, met een gewaarborgd rendement van de pensioeninstelling
De pensioeninstelling kent intresten toe vanaf de verwerking van de betaling op de financiële rekening van de pensioeninstelling. Bij opname uit het fonds geldt de datum van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot de opname.
Reserves aangewend in een beleggingsfonds Tak 23
Het saldo van het financieringsfonds is gelijk aan de som van de netto-inventariswaarde van de eenheden aanwezig in elk beleggingsfonds.
De dotaties, persoonlijke bijdragen en overige inkomsten worden omgezet in eenheden van het beleggingsfonds Tak 23. De overeenkomst betreffende het financieel beheer bepaalt welk deel aan welk beleggingsfonds wordt toegewezen.
Voor dotaties en persoonlijke bijdragen gebeurt de omzetting in eenheden op basis van de netto-inventariswaarde van het beleggingsfonds op de 2de bankwerkdag na ontvangst van de dotatie en/of persoonlijke bijdragen op de financiële rekening van de pensioeninstelling, voor zover de betaling van de dotatie op de door de pensioeninstelling aangegeven manier gebeurt.
Voor de overige inkomsten gebeurt de omzetting op basis van de netto-inventariswaarde op de 1ste bankwerkdag volgend op de ontvangst van de betaling op de financiële rekening van de pensioeninstelling.
De opnamen uit het financieringsfonds verminderen het aantal eenheden aanwezig in de beleggingsfondsen.
In de overeenkomst betreffende het financieel beheer wordt bepaald welk deel van de opname betrekking heeft op welk beleggingsfonds.
Bij opname in het kader van een (vervroegde) pensionering wordt het aantal eenheden berekend op basis van de netto- inventariswaarde op de 1ste bankwerkdag volgend op het moment van betaling zoals bepaald in het artikel “Betaling van de prestaties bij leven”, behoudens laattijdige kennisname door de pensioeninstelling. In dat geval wordt het aantal eenheden berekend op basis van de netto-inventariswaarde op de 1ste bankwerkdag volgend op de kennisname van de (vervroegde) pensionering door de pensioeninstelling.
Bij opname in het kader van een overlijden wordt het aantal eenheden berekend op basis van de netto-inventariswaarde op de 1ste bankwerkdag volgend op de kennisname van het overlijden door de pensioeninstelling.
Voor overige opnames gebeurt de omzetting op basis van de netto-inventariswaarde op de 1ste bankwerkdag volgend op de 1ste van de maand volgend op de aanvraag.
Vereffening van het financieringsfonds
In eerste instantie wordt het financieringsfonds aangewend voor de aanzuivering van de vestigingskapitalen van de lopende rentes en de verworven reserves, verhoogd tot de minimale rendementsgarantie op de persoonlijke bijdrage, en vervolgens het volledige bedrag van de minimale rendementsgarantie. De toewijzing gebeurt in verhouding tot het tekort van elke aangeslotene.
Het eventuele saldo wordt aangewend ter financiering van de verworven prestaties in verhouding tot het tekort van de reductiewaarde van elke aangeslotene (na toewijzing van de verworven reserves) ten aanzien van de verworven prestaties. De toewijzing gebeurt in verhouding tot het tekort van elke aangeslotene.
De pensioeninstelling kan niet aangesproken worden om het eventuele positieve verschil tussen de verworven reserves en de reserves op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst en/of de verworven prestatie en de reductiewaarde te financieren. De inrichter blijft hiervoor verantwoordelijk. De reserves die op het ogenblik van vereffening worden toegewezen aan de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden aangewend in een Tak 21 groepsverzekering op basis van de tarieven van de pensioeninstelling op het ogenblik van de toekenning.
In geval van definitieve opheffing van de pensioentoezegging of in geval van het verdwijnen van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de reserves (activa) die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging aan de aangeslotenen toegekend in verhouding tot hun verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag dat bij toepassing van artikel 24 van de WAP wordt gewaarborgd of het bedrag nodig ter financiering van de verworven prestatie en voor wat de renteniers betreft, in verhouding tot het vestigingskapitaal van de lopende rente. De reserves van de onthaalstructuur worden niet in aanmerking genomen bij de verdeling.
In afwijking van bovenvermelde paragraaf mag aan het geheel of een deel van de reserves (activa) die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging bij collectieve arbeidsovereenkomst een andere sociale bestemming worden verleend. Indien het een pensioenstelsel betreft dat door een werkgever werd ingevoerd op het niveau van de onderneming en er binnen de onderneming geen ondernemingsraad, geen comité voor preventie en bescherming op werk en geen vakbondsafvaardiging bestaat, kan aan de reserves (activa) een andere sociale bestemming worden verleend via de procedure tot wijziging van het arbeidsreglement.
Ingeval van overdracht naar een andere sociale bestemming rekent de pensioeninstelling een vereffeningsvergoeding aan die op dezelfde wijze berekend wordt zoals vermeld in “Collectieve overdracht van reserves”, zonder dat er een administratieve vergoeding wordt gevraagd.
In geval van ontslagen zoals bedoeld in
- hetzij de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen en het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot bepaling van de ondernemingen in moeilijkheden of die uitzonderlijke ongunstige economische omstandigheden kennen, bedoeld in artikel 39bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
- hetzij de regelgeving waarnaar in het KB WAP wordt verwezen;
mag aan de reserves (activa) die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging bij collectieve arbeidsovereenkomst of in het hierboven vermelde geval van een pensioenstelsel dat ingevoerd werd door een werkgever op het niveau van de onderneming en waarbij er binnen de onderneming geen ondernemingsraad, geen comité voor preventie en bescherming op werk en geen vakbondsafvaardiging bestaat, via de procedure tot wijziging van het arbeidsreglement, een andere sociale bestemming worden verleend.
De reserves (activa) van het financieringsfonds die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging zijn de reserves (activa) waarvan het bedrag de som van de volgende bedragen overschrijdt:
1. voor de aangeslotenen anders dan de rentegenieters, de verworven reserves in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag van de minimale rendementsgarantie of het bedrag nodig ter financiering van de verworven prestatie;
2. voor de rentegenieters, de vestigingskapitalen van de lopende rentes;
in voorkomend geval, de bedragen die worden opgelegd door de toepasselijke regelgeving inzake prudentieel toezicht, andere dan deze bedoeld in 1 en 2.
Artikel 16 – Werking van de beleggingsfondsen
De beleggingsfondsen zijn samengesteld uit een geheel van eenheden.
De kenmerken van het beleggingsfonds en de regels voor waardebepaling van de eenheden zijn bepaald in het beheersreglement, dat ter beschikking is van de aangeslotenen.
De eenheden van de beleggingsfondsen zijn niet verhandelbaar en kunnen niet rechtstreeks worden overgedragen aan derden. De pensioeninstelling kan beslissen om meerdere eenheden samen te voegen dan wel verder op te delen.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om fondsen te vereffenen of samen te voegen. In geval van vereffening van een fonds of van een fusie van fondsen zal de pensioeninstelling de inrichter hiervan op de hoogte brengen. Indien de inrichter de overdracht niet aanvaardt, kan hij, volgens de modaliteiten die de pensioeninstelling op dat moment meedeelt, ofwel kosteloos de vereffening van de afkoopwaarde aanvragen, rekening houdend met de wetgeving in voege, ofwel een interne overdracht doen naar een of meer andere interne fondsen die de pensioeninstelling hem zal voorstellen.
Valorisatie van het beleggingsfonds
De vaststelling van de waarde van het beleggingsfonds wordt uitgevoerd door de pensioeninstelling en is bindend voor alle partijen.
De netto-inventariswaarde van een beleggingsfonds is gelijk aan de waarde van de samenstellende activa, na aftrek van de verbintenissen die aan het fonds kunnen worden toegekend zoals bepaald in het Beheersreglement “EB - Tak 23-fondsen”. De netto-inventariswaarde van een eenheid is gelijk aan de netto-inventariswaarde van het fonds gedeeld door het aantal eenheden van dat fonds.
Behoudens uitzonderlijke omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de pensioeninstelling, worden de activa van het beleggingsfonds dagelijks gewaardeerd en wordt de netto-inventariswaarde van een eenheid van het fonds elke bankwerkdag berekend.
Indien voor de berekening van de waarde van het fondsvermogen de in vreemde valuta uitgedrukte effecten of andere effecten moeten worden omgerekend, gaat de pensioeninstelling uit van de laatst gekende middenkoers van die valuta, tenzij de pensioeninstelling in het belang van de gezamenlijke partijen, het wenselijk oordeelt een andere koers te hanteren.
Artikel 17 – Niet-betaling van de premies
De betaling van de premies of een gedeelte ervan is ten aanzien van de pensioeninstelling niet verplicht.
Bij gebreke aan betaling van de premies binnen de maand volgend op hun vervaldag, verstuurt de pensioeninstelling aan de inrichter een aanmaning. Bij gebreke aan betaling binnen de maand volgend op deze aanmaning verstuurt de pensioeninstelling aan de inrichter een aangetekende ingebrekestelling.
In deze ingebrekestelling wordt herinnerd aan het feit dat de premies onbetaald zijn en wordt vermeld dat bij niet-betaling binnen de dertig dagen na verzending van de ingebrekestelling, de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd, het toegekend pensioenbedrag gelijkgesteld wordt aan 0, geen pensioenjaren meer worden toegekend aan de verworven reserves en prestaties en de tijdelijke overlijdensverzekeringen waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar worden stopgezet en dat de pensioeninstelling elke aangeslotene bij gewoon schrijven hierover zal inlichten.
Uiterlijk 3 maanden na de vervaldag van de premies licht de pensioeninstelling elke aangeslotene bij gewoon schrijven in van de hierboven vermelde gevolgen.
De pensioeninstelling is vrijgesteld van de aanmaning, van de aangetekende ingebrekestelling en van de inlichting van de aangeslotene indien de inrichter de pensioeninstelling schriftelijk in kennis heeft gesteld van zijn beslissing om de premiebetaling stop te zetten.
Bij gebreke aan betaling van de noodzakelijke premies door de inrichter, hebben de reductie van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst, de herleiding van het toegekend pensioenbedrag, de stopzetting van de verdere opbouw van pensioenjaren en de stopzetting van de tijdelijke overlijdensverzekeringen uitwerking ten vroegste 30 dagen na de verzending van de aangetekende ingebrekestelling.
De reductiewaarde wordt berekend op de datum van de dag dat de premies onbetaald zijn gebleven. Vanaf deze datum wordt het toegekend pensioenbedrag gelijk gesteld aan 0 en geen pensioenjaren meer toegekend aan de verworven reserves en prestaties. De gereduceerde werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst blijven verder onderworpen aan de bepalingen van de algemene en bijzondere voorwaarden.
De pensioeninstelling houdt zich het recht voor om overeenkomstig de wettelijke bepalingen een reductievergoeding aan te rekenen.
Voor een tijdelijke overlijdensverzekering waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar, is er geen reductiewaarde en heeft de niet-betaling van de premie de opzegging van de verzekering tot gevolg ten vroegste 30 dagen na de verzending van de aangetekende ingebrekestelling.
Artikel 18 – Onderfinanciering van het pensioenstelsel
In geval de financiering van de reserves ontoereikend is of bij een ontoereikendheid van de aflossingen voor de aanzuivering van de onderfinanciering die ingevolge de toepasselijke wetgeving niet onmiddellijk moest gefinancierd worden, verwittigt de pensioeninstelling de inrichter zodra de ontoereikendheid wordt vastgesteld.
Indien een voldoende financiering binnen een termijn van 6 maanden vanaf de bovengenoemde verwittiging uitblijft, worden de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst gereduceerd, wordt het toegekend pensioenbedrag gelijkgesteld aan 0, worden geen pensioenjaren meer toegekend aan de verworven reserves en prestaties en worden de tijdelijke overlijdensverzekeringen waarbij het risico gedekt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar stopgezet.
Alvorens de reductiewaarde te berekenen, worden de verworven reserves die nog niet werden geïndividualiseerd uit het financieringsfonds geput en worden zij geplaatst op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst, conform de bepalingen “Vereffening van het financieringsfonds”.
De pensioeninstelling houdt zich het recht voor om overeenkomstig de wettelijke bepalingen een reductievergoeding aan te rekenen.
Artikel 19 – Wijziging of stopzetting van het pensioenstelsel Wijziging door de pensioeninstelling
De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele beperkende wijziging aanbrengen in het pensioenreglement tenzij nieuwe dwingende wettelijke bepalingen haar hiertoe verplichten.
Wijziging door de inrichter
De inrichter kan de pensioentoezegging wijzigen mits eerbiediging van de wettelijke voorschriften.
De wijziging mag in geen geval tot gevolg hebben dat:
- de reeds door de aangeslotenen verworven prestatie en verworven reserves voor verleden dienstjaren, verminderd worden;
- (een gedeelte van) de reeds betaalde of tot op dat ogenblik nog te betalen premie teruggestort wordt aan de inrichter, behalve in geval van de uitoefening van het recht van de inrichter om de pensioentoezegging op te zeggen binnen de 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dat geval stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug verminderd met de bedragen die verbruikt werden om het risico te dekken.
De inrichter kan eenzijdig het pensioenreglement wijzigen of de bijdragen verminderen of onderbreken wanneer zich één of meer van de hierna omschreven omstandigheden voordoen:
- bij invoering van nieuwe of wijziging, respectievelijk verdere uitwerking van de bestaande wetgeving, rechtspraak, richtlijnen van de controleautoriteit en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging zouden teweegbrengen;
- wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop deze pensioentoezegging een aanvulling vormt en/of de fiscale wetgeving van toepassing op de pensioentoezegging, grondige wijzigingen zouden ondergaan die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging tot gevolg zou hebben;
- wanneer bedrijfsinterne of -externe economische ontwikkelingen de handhaving van de pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) niet langer in overeenstemming zouden brengen met een gezonde bedrijfsvoering.
De inrichter licht de pensioeninstelling voorafgaandelijk in van de wijziging door middel van een ondertekend en gedagtekend schrijven waarin hij bevestigt dat:
- hij aan de bovenstaande voorwaarden voldoet;
- alle wettelijk voorgeschreven procedures bij wijziging van een pensioentoezegging van toepassing op deze pensioentoezegging werden nageleefd.
De wijziging van de pensioentoezegging is onderworpen aan de voorwaarden van de pensioeninstelling die van kracht zijn op het ogenblik van de aanpassing en mits uitdrukkelijke aanvaarding door de pensioeninstelling.
De inrichter overhandigt de tekst van de in het pensioenreglement aangebrachte wijzigingen aan elke actieve aangeslotene.
Stopzetting door de inrichter
Wanneer de inrichter de pensioentoezegging stopzet, zijn de bovenvermelde bepalingen betreffende “Wijziging door de
inrichter” van toepassing.
In geval van stopzetting van de pensioentoezegging worden de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst gereduceerd, wordt het toegekend pensioenbedrag gelijkgesteld aan 0, worden geen pensioenjaren meer toegekend aan de verworven reserves en prestaties en worden de tijdelijke overlijdensverzekeringen waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar stopgezet. Dit alles heeft uitwerking op de eerstvolgende vervaldag van de premie tenzij een latere datum wordt opgegeven en mits verderzetting van de premiebetaling of financiering volgens de bepalingen van het financieringsplan en overeenkomstig afspraken met de inrichter met betrekking tot creditsaldi.
Voor een tijdelijke overlijdensverzekering waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar, is er geen reductiewaarde.
De inrichter blijft wettelijk verplicht de eventuele tekorten aan te zuiveren en moet de informatie die nodig is voor het verdere beheer blijven bezorgen aan de pensioeninstelling.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor een reductievergoeding zoals bepaald in het artikel “Niet-betaling van de
premies” aan te rekenen.
Artikel 20 – Ontbinding en vereffening van de inrichter
Xxxxx aan de pensioentoezegging een einde gesteld door ontbinding en vereffening van de inrichter, zonder dat zijn verplichtingen door een andere inrichter worden overgenomen, worden de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst gereduceerd, wordt het toegekend pensioenbedrag gelijkgesteld aan 0, worden geen pensioenjaren meer toegekend aan de verworven reserves en prestaties en worden de tijdelijke overlijdensverzekeringen waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar stopgezet.
Dit alles heeft uitwerking op de datum van ontbinding en vereffening, mits verderzetting van de premiebetaling of financiering volgens de bepalingen van het financieringsplan, en overeenkomstig afspraken met de inrichter met betrekking tot creditsaldi.
In het geval dat de ontbinding en vereffening van de inrichter niet te wijten zijn aan faillissement, is de inrichter evenwel gehouden de verworven prestaties, op datum van ontbinding en vereffening, van de aangeslotenen volledig te financieren. In geval het saldo van het financieringsfonds ontoereikend is, wordt een bijkomende koopsom aan de inrichter gevraagd.
Alvorens de reductiewaarde te berekenen, worden de verworven reserves die nog niet werden geïndividualiseerd uit het financieringsfonds geput en worden zij geplaatst op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst, conform de bepalingen “Vereffening van het financieringsfonds”.
De pensioeninstelling kan niet aangesproken worden om het eventuele positieve verschil tussen de verworven reserves en de reserves op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst en/of de verworven prestatie en de reductiewaarde te financieren.
De pensioeninstelling houdt zich het recht voor een reductievergoeding zoals bepaald in artikel “Niet-betaling van de premies”
aan de inrichter aan te rekenen.
De inrichter licht de pensioeninstelling in over de ontbinding en vereffening door middel van een ondertekend en gedagtekend schrijven.
Artikel 21 – Collectieve overdracht van de reserves
De inrichter kan, mits eerbiediging van de toepasselijke wetgeving, beslissen om de reserves over te dragen naar een andere toegelaten pensioeninstelling of om de reserves binnen de pensioeninstelling over te dragen naar een andere verzekeringstak van de pensioeninstelling voor groepsverzekeringen, Tak 21 met gewaarborgd rendement van de pensioeninstelling of Tak 23 gekoppeld aan een beleggingsfonds.
In geval van overdracht van de reserves van een Tak 21 groepsverzekering is het over te dragen bedrag gelijk aan de reserves op de individuele werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst (inclusief winstdeelname), en in geval van overdracht van het financieringsfonds de reserves van het financieringsfonds.
In geval van overdracht van de reserves van een groepsverzekering Tak 23 wordt het aantal eenheden berekend op basis van de netto-inventariswaarde op de 1ste bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de aanvraag tot collectieve overdracht van reserves.
Indien de overdracht van de reserves de verkoop van activa noodzakelijk maakt, wordt de realisatiekosten evenals het verschil tussen de netto-inventariswaarde en de marktwaarde van deze activa afgehouden.
Het gedeelte van de reserves dat het voorwerp uitmaakt van een voorschot of een inpandgeving voor hypothecaire leningen is echter niet overdraagbaar.
Voordat de pensioeninstelling overgaat tot zulk een overdracht moet de inrichter bevestigen dat alle toepasselijke wettelijk voorgeschreven procedures werden nageleefd.
De pensioeninstelling zal een vereffeningsvergoeding vragen in naleving van de wettelijke bepalingen. Bij de berekening van de vereffeningsvergoeding wordt rekening gehouden met de volgende elementen:
- de samenstelling van de portefeuille van de representatieve activa van de reserves opgebouwd door het geheel van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomsten en de financieringsfondsen beheerd door de pensioeninstelling;
- de beleggingsduur per categorie van representatieve activa;
- de evolutie van de door de pensioentoezegging opgebouwde reserves en van het financieringsfonds van deze pensioentoezegging;
- alle andere gerechtvaardigde overdrachtskosten;
- de regels eventueel vastgelegd door het pensioenreglement en daaraan verbonden overeenkomsten.
Tenzij een wettelijke bepaling van openbare orde of van dwingend recht deze vereffeningsvergoeding zou beperken – in welk geval de door de wettelijke bepaling toegelaten maximale vergoeding effectief zal worden toegepast – wordt er een vereffeningsvergoeding aangerekend die de som is van de volgende elementen:
- Forfaitaire vergoeding:
De forfaitaire vergoeding bedraagt 5% van de reserves.
- Administratieve vergoeding:
De administratieve vergoeding bedraagt 45,00 EUR11 per aangeslotene met een maximum van 1.970,00 EUR1.
- Financiële vergoeding: Reserves x FV
• voor koopsommen (ontvangen reserves): FV = 12,5 * (i1 - i2)
• voor premies en dotaties:
∑ i2(t)
mome𝚗t overdra𝔀ht
FV = 12,5 * (i1 - t=aa𝚗va𝚗g 𝔀o𝚗tra𝔀t )
moment overdracht−aanvang contract
waarbij
FV = 0 als i1 ≤ i2
met:
i1 = de swap rente op 12 jaar die op het ogenblik van overdracht van toepassing is. De pensioeninstelling behoudt zich het recht om, indien er geen reguliere swap rente meer bestaat, het rendement te nemen van een gelijkwaardige EURO belegging;
1 Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de overdracht van de reserves voorafgaat.
i2 = de swap rente op 12 jaar op moment van de storting van de koopsom of reserve-overdracht. Bij premies en dotaties wordt een gemiddelde berekend, gebaseerd op de swap rente op 12 jaar voor de periode tussen het moment van de 1ste storting en het moment van de overdracht (met een maximum van 7 jaar, retroactief gerekend vanaf het moment van de overdracht).
De financiële vergoeding is niet van toepassing bij overdracht van reserves van een Tak 23 groepsverzekering.
In geval van overdracht van de reserves van het financieringsfonds rekent de pensioeninstelling eveneens een vereffeningsvergoeding aan die op dezelfde wijze en volgens dezelfde modaliteiten wordt berekend. De administratieve vergoeding wordt echter enkel gevraagd bij collectieve kapitalisatie.
De overdracht van de theoretische afkoopwaarde wordt uitgesteld totdat de vereffeningsvergoeding integraal betaald werd aan de pensioeninstelling.
In geval de reserves in het financieringsfonds verbonden zijn met een Tak 23 beleggingsfonds kan de inrichter de reserves overdragen naar een ander beleggingsfonds van de pensioeninstelling overeenkomstig de bepalingen in de overeenkomst betreffende het financieel beheer.
Artikel 22 – Wederinwerkingstelling
Wanneer een Tak 21 groepsverzekering werd gereduceerd of afgekocht om de reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling, kan op vraag van de inrichter deze opnieuw in werking worden gesteld binnen de termijnen voorzien in de toepasselijke wetgeving. De wederinwerkingstelling mag afhankelijk worden gemaakt van medische acceptatie volgens de op dat ogenblik geldende voorwaarden.
Voor een gereduceerde pensioentoezegging gebeurt de wederinwerkingstelling door de aanpassing van de premie, rekening houdend met de leeftijd van de aangeslotene en de theoretische afkoopwaarde opgebouwd op het ogenblik van het opnieuw in werking stellen van de pensioentoezegging.
Voor een pensioentoezegging die is afgekocht in het kader van een collectieve reserve-overdracht, gebeurt de wederinwerkingstelling door de terugbetaling van de afkoopwaarde en door aanpassing van de premie rekening houdend met de leeftijd van de aangeslotene en de theoretische afkoopwaarde op het ogenblik van deze afkoop.
De inrichter moet de wederinwerkingstelling schriftelijk vragen bij de pensioeninstelling en deze gaat in na de kennisgeving ervan door de pensioeninstelling aan de inrichter.
Voor een wederinwerkingstelling van een afgekochte Tak 23 groepsverzekering gebeurt de aankoop van eenheden op basis van de netto-inventariswaarde op de 2de bankwerkdag na ontvangst van de afkoopwaarden op de financiële rekening van de pensioeninstelling.
Artikel 23 – Voorschotten en inpandgevingen
Voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening worden enkel toegestaan, volgens de acceptatiepolitiek van de pensioeninstelling, om de aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Economische Ruimte (EER) onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen.
Het als bijzonder stelsel van aanslag bepaalde omzettingsstelsel is van toepassing in zoverre die voorschotten en inpandgevingen verleend zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in de Europese Economische Ruimte (EER) gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijk gebruik van de voorschotnemer en zijn gezinsleden.
Voorschotten worden door de pensioeninstelling toegekend op voorwaarde dat:
- de aangeslotene een akte van voorschot ondertekent;
- de aangeslotene akkoord gaat met de vooruit te betalen intrest die door de pensioeninstelling op basis van de door haar gehanteerde intrestvoet wordt berekend op het ogenblik van toekenning;
- de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde(n) van de pensioentoezegging wordt bekomen.
Voorschotten moeten worden terugbetaald zodra die goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen of van zodra de dekking bij overlijden wegvalt.
De mogelijkheid tot opneming van voorschotten en inpandgevingen bestaat enkel ten belope van de netto theoretische afkoopwaarde (na bedrijfsvoorheffing, riziv, solidariteitsbijdrage en eventuele penalisatie) vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 1 en waarvan de noemer gelijk is aan 1 plus de door de pensioeninstelling gehanteerde intrestvoet berekend op het ogenblik van toekenning van het voorschot. Hierbij kan het op te nemen voorschot echter nooit meer bedragen dan het verzekerde netto (vestigings)kapitaal bij overlijden.
Indien een voorschot is toegekend, vervalt het recht op winstdeelname voor het bedrag van de wiskundige reserves overeenstemmend met het bedrag van voorschot en dit overeenkomstig het winstdeelnameplan.
Artikel 24 – Medische acceptatie
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor medische formaliteiten en/of onderzoeken op te leggen in zover dit wettelijk toegelaten is. In bepaalde gevallen zal de pensioeninstelling, in overeenstemming met haar medische acceptatiepolitiek, een medisch onderzoek opleggen, waarvan zij de kosten ten laste neemt. Deze politiek kan, onder andere, in de volgende gevallen van toepassing zijn:
- bij aansluiting;
- bij verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden of van het weder in werking stellen van de pensioentoezegging;
- bij vrijwillige persoonlijke bijdragen;
- in geval van verdaging indien toegelaten door het pensioenreglement.
Met betrekking tot de prestaties bij overlijden kan enkel een medisch onderzoek worden opgelegd wanneer de aangeslotene de vrijheid krijgt om de omvang van de overlijdensdekking zelf te kiezen of indien het kapitaal bij overlijden minstens 50% hoger is dan het pensioenkapitaal of indien er tien werknemers of minder zijn aangesloten bij het pensioenstelsel.
Indien een verhoogd risico wordt vastgesteld kan de pensioeninstelling, indien dit wettelijk toegelaten is, in toepassing van haar medische acceptatiepolitiek een bijpremie aanrekenen of het risico geheel of gedeeltelijk weigeren.
Artikel 25 – Bepalingen voor aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn
De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing voor aangeslotenen in tijdskrediet of aangeslotenen die thematisch verlof nemen.
Aangeslotenen met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties
Voor aangeslotenen met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties wordt bij de bepaling van de aanspraken leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en de persoonlijke bijdragen rekening gehouden met de vermindering van de arbeidsduur.
Hoofdstuken III, IV, en V verduidelijken de regels bij deeltijdse prestaties per type pensioentoezegging.
Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene als gevolg van ziekte of ongeval
a) Voor pensioentoezeggingen die niet gekoppeld zijn aan een reglement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen:
1. in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid worden vanaf de mutatiedatum de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of de persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder “Aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties”.
2. in geval van volledige arbeidsongeschiktheid wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen beëindigd, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag gelijkgesteld aan 0, en de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst gereduceerd.
Bij werkhervatting zonder wijziging van tewerkstellingsgraad zijn vanaf de datum van werkhervatting of, bij werkhervatting met wijziging van tewerkstellingsgraad, vanaf de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de datum van werkhervatting, de premies opnieuw verschuldigd en worden de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het
beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen berekend in functie van de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene, in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder “Aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties”. Perioden van voltijdse werkonderbreking worden gelijkgesteld met een tewerkstellingsgraad gelijk aan 0.
Indien de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of de persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
b) Voor pensioentoezeggingen die wel gekoppeld zijn aan een reglement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen:
1. in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid:
Voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling:
i. tot het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling blijven de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen berekend aan het tewerkstellingspercentage van toepassing bij ingang van de arbeidsongeschiktheid;
ii. vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals voorzien in het reglement premievrijstelling:
1. voor het gedeelte dat verband houdt met de deeltijdse tewerkstelling op dat moment worden de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder “Aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties”.
2. voor het gedeelte dat verband houdt met de deeltijdse arbeidsongeschiktheid:
a. worden de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en de persoonlijke bijdrage bepaald in overeenstemming met procedure “Aangeslotenen met arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties” op basis van het gegevens van toepassing bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid;
b. worden door de pensioeninstelling de prestaties zoals opgenomen in het reglement premievrijstelling ten laste genomen;
c. wordt de verschuldigdheid van de premies en van de persoonlijke bijdragen stopgezet.
2. in geval van volledige arbeidsongeschiktheid:
Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling geldt het volgende:
i. tot het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling blijven de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen berekend aan het tewerkstellingspercentage van toepassing bij ingang van de arbeidsongeschiktheid;
ii. vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals voorzien in het reglement premievrijstelling:
1. blijven de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen behouden op de bedragen van toepassing bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid;
2. worden door de pensioeninstelling de prestaties zoals opgenomen in het reglement premievrijstelling ten laste genomen;
3. wordt de verschuldigdheid van de premies en van de persoonlijke bijdragen stopgezet.
Bij werkhervatting zijn de premies onmiddellijk opnieuw verschuldigd. De berekening van de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen gebeurt conform de bijzondere voorwaarden en op basis van het salaris en het tewerkstellingspercentage op dat moment.
Indien de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken bij leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene met verlies van salaris
Wanneer de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene geschorst wordt voor een andere reden dan:
- opname van tijdskrediet of andere vormen van thematisch verlof; of
- arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte of ongeval;
wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet. De tijdelijke overlijdensverzekeringen waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar worden beëindigd. Het budget, beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag worden gelijk gesteld aan 0 en de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd.
Na de schorsing zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van opheffing van de schorsing de premies opnieuw verschuldigd. De berekening van de aanspraken gebeurt conform de bijzondere voorwaarden en op basis van het salaris en het tewerkstellingspercentage op dat moment. Wanneer de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan wordt de periode van schorsing voor het bepalen van de pensioenjaren in aanmerking genomen in verhouding tot het tewerkstellingspercentage van toepassing tijdens deze periode waarbij voor volledige schorsing een percentage wordt toegepast van 0%.
Indien de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken leven en overlijden, het budget, het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.
Indien de pensioentoezegging gekoppeld is aan een reglement van collectieve premievrijstelling en de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is het gevolg van een zwangerschap of bevalling zoals wettelijk bepaald binnen de sociale zekerheid, gelden de hiervoor omschreven procedures niet. In dat geval zijn de bepalingen betreffende “Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene als gevolg van ziekte of ongeval” van toepassing.
Afdeling 2 – Bijkomende bepalingen bij de waarborg in geval van overlijden
Artikel 26 – Aangifte van overlijden
Het overlijden van de aangeslotene moet bij de pensioeninstelling uiterlijk binnen 8 dagen worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het overlijden zo snel als redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend.
De aangifte moet gebeuren via het daartoe bestemde formulier en moet vergezeld gaan van alle originele documenten, attesten en rapporten.
De aangeslotenen stemmen ermee in dat de behandelende arts na hun overlijden aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling een verklaring over de doodsoorzaak bezorgt. De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gedekt zijn van het overlijden.
Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaalde feiten of omstandigheden worden verzwegen die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van het overlijden, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intrest.
Artikel 27 – Geografische uitgestrektheid
Het overlijdensrisico geldt wereldwijd, onder voorbehoud van de bepalingen van de overige artikelen onder de titel
“Bijkomende bepalingen bij de waarborg in geval van overlijden”.
Artikel 28 – Opzettelijke daad
Het overlijden van de aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad van één van de begunstigden, of op hun aansporing, is niet gedekt. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om de aangeslotene te doden of ernstige letselschade toe te brengen.
Artikel 29 – Luchtvaart
Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als piloot of lid van het boordpersoneel is niet gewaarborgd.
Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gewaarborgd, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft:
- waarvan de aangeslotene wist of kon weten dat het geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen;
- van een luchtmacht dat niet bestemd is voor personenvervoer;
- dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst;
- dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd;
- dat proefvluchten uitvoert;
- van het type “ultralicht gemotoriseerd” (ULM).
Artikel 30 – Oproer en terrorisme
Er wordt geen dekking verleend wanneer het overlijden het rechtstreekse en onmiddellijke gevolg is van oproer, burgerlijke onlusten, indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.
Een overlijden dat het gevolg is van een gebeurtenis die als terrorisme erkend wordt, is gewaarborgd conform de bepalingen van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme. De pensioeninstelling is lid van de “Terrorism Reinsurance and Insurance Pool” (vzw TRIP) die werd opgericht in uitvoering van bovenvermelde wet. Er wordt echter geen dekking verleend indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Artikel 31 – Oorlog
Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, dat wil zeggen, een gebeurtenis die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een offensieve of defensieve actie van een oorlogvoerende mogendheid of van welke andere gebeurtenis van militaire aard ook.
Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de aangeslotene in het buitenland, wordt dekking verleend van het oorlogsrisico op voorwaarde dat de aangeslotene niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.
Artikel 32 – Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden
In de zoals hierboven beschreven niet gewaarborgde gevallen, betaalt de pensioeninstelling de theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden en beperkt tot het bij overlijden verzekerde kapitaal.
Wanneer het overlijden van de aangeslotene voortkomt uit een opzettelijke daad van (één van) de begunstigde(n), of op zijn (hun) aansporen, verliest (verliezen) de begunstigde(n), die het overlijden opzettelijk heeft (hebben) veroorzaakt, alle rechten op de verzekerde prestaties. De verzekerde prestaties worden dan, in tegenstelling tot de vorige paragraaf, niet beperkt tot de theoretische afkoopwaarde, maar komen integraal toe aan de andere begunstigden overeenkomstig de voorrangsorde bepaald in artikel “Begunstiging bij overlijden”.
De verzekerde prestaties in geval van overlijden worden zonder beperking uitgekeerd aan de begunstigde(n), indien het overlijden van de aangeslotene te wijten is aan zelfmoord.
Afdeling 3 – Diverse bepalingen
Artikel 33 – Kennisgevingen
De inrichter zorgt ervoor dat alle aangeslotenen de voordelen die de pensioentoezegging hen biedt ten volle kunnen genieten door hen correct te informeren en alle nuttige documenten over te maken. De inrichter bezorgt de pensioeninstelling de nodige informatie zodat het beheer correct en vlot kan verlopen en zorgt voor de tijdige betaling van de premie. De pensioeninstelling wordt verplicht om bij het beheer van de pensioentoezegging rekening te houden met de gegevens in DB2P aangeleverd door de vzw Sigedis.
De inrichter is ertoe gehouden de pensioeninstelling op de hoogte te brengen van elke wijziging in de toestand van zijn onderneming en van enig belang is voor de toepassing van het pensioenreglement.
De aangeslotene, nog in dienst bij de inrichter, is verplicht om de inrichter onmiddellijk op de hoogte te brengen van iedere wijziging in de gezinssituatie of van de burgerlijke staat die aanleiding kan geven tot een aanpassing van de verzekerde prestaties of de begunstiging bij overlijden. De aangeslotene, niet meer in dienst van de inrichter, deelt dit mee aan de pensioeninstelling. De aangeslotene draagt de volle verantwoordelijkheid voor de volledigheid en juistheid van de door hem verstrekte inlichtingen.
Elke schriftelijke kennisgeving van een partij aan een andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte of op de datum van elektronische verzending. De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post. Bij gebrek aan voorlegging van het originele exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs.
In afwijking van het voorgaande wordt iedere kennisgeving van de pensioeninstelling aan de aangeslotene geacht gedaan te zijn door middel van het laatst verstuurde benefit statement.
Alle brieven worden rechtsgeldig verzonden naar het adres dat door de geadresseerde partij wordt meegedeeld. Indien een partij haar adres wijzigt, zal zij het nieuwe adres onmiddellijk aan de andere partij meedelen. Indien de partij nalaat deze mededeling te doen, wordt iedere brief geldig verzonden naar het laatst meegedeelde adres.
Artikel 34 – Communicatie
De pensioeninstelling bezorgt éénmaal per jaar aan de actieve aangeslotenen een benefit statement. De passieve aangeslotene kan zijn benefit statement raadplegen bij DB2P (xxx.xxxxxxxxx.xx).
De pensioeninstelling stelt elk jaar een transparantieverslag op over het beheer van de pensioentoezegging en de principes van het beleggingsbeleid, volgens de lay-out die van toepassing is voor het geheel van haar klanten. Dit transparantieverslag wordt ter beschikking gesteld van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.
Voor de groepsverzekering Tak 23 worden de principes van het beleggingsbeleid opgenomen in het algemeen beheersreglement van de fondsen.
Artikel 35 – Toepasselijke wetgeving, rechtsmacht en minnelijke medische expertise
De groepsverzekering en de daaraan verbonden overeenkomsten zijn onderworpen aan het Belgische recht, in het bijzonder aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die in België voor levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en voor groepsverzekeringen in het bijzonder gelden. Zelfs indien de inrichter buiten België gevestigd is, dan wordt er door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht. Elke betwisting betreffende deze overeenkomsten ressorteert onder de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel.
De WAP is van toepassing op de aanvullende rust- en overlevingspensioenen voor aangeslotenen met werknemersstatuut (of hun rechthebbenden) wiens arbeidsovereenkomst beheerst wordt door het Belgisch arbeidsrecht en/of wiens gewone plaats van tewerkstelling België is. Tenzij andersluidend bericht van de inrichter, gaat de pensioeninstelling ervan uit dat deze voorwaarden vervuld zijn uit hoofde van aangeslotenen met werknemersstatuut.
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen arts aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de artsen wordt er door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg een “derde” arts aangesteld. Het aldus gevormde college beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de artsen evenwel niet afwijken van de bepalingen van het pensioenreglement. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde arts. Het honorarium van de eventuele “derde” arts wordt door de partijen in gelijke delen gedragen.
Artikel 36 – Toepasselijk belastingregime
Voor wat betreft de fiscale lasten die op de premies en dotaties drukken, geldt de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van de woonstaat van de inrichter.
De eventuele toekenning van belastingvoordelen op de premies en dotaties wordt bepaald door de belastingwetgeving van het woonland van de inrichter en/of van de aangeslotene. In bepaalde gevallen is de wetgeving van het land toepasselijk waar belastbare inkomsten verkregen worden.
De verzekeringsprestaties worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde.
Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing.
De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen betreffende het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tot de pensioeninstelling.
Een pensioentoezegging van het type “Vaste prestaties” viseert een aanvullend pensioen op te bouwen in functie van de volledige carrière van de aangeslotene binnen de onderneming of binnen een andere onderneming die deel uitmaakt van dezelfde groep, inzonderheid met inbegrip van de jaren die de aansluiting en/of de betaling van de bijdragen voorafgaan zodat iedere bijdrage een tegenprestatie vormt voor de diensten die tijdens het boekjaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht. Ook de dienstjaren gepresteerd bij een andere onderneming die geen deel uitmaakt van dezelfde groep worden in aanmerking genomen met een maximum van 10 jaar.
Als gevolg van de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen wordt de aftrek van de werkgeversbijdragen en de belastingvermindering voor de persoonlijke bijdragen slechts toegestaan voor zover het totale bedrag naar aanleiding van pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse rente
- van de door deze pensioentoezegging verzekerde uitkeringen,
- van het wettelijk rustpensioen,
- van de andere buitenwettelijke uitkeringen van dezelfde aard waarop de aangeslotene recht zal hebben, met als enige uitzondering de uitkeringen uit hoofde van door hem zelf onderschreven (aanvullende) individuele levensverzekeringscontracten
niet meer bedraagt dan 80% van de laatste normale brutojaarbezoldiging, rekening houdend met een normale duurtijd van beroepsactiviteit.
Deze rente is indexeerbaar aan 2% en overdraagbaar aan de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner voor 80%.
De pensioeninstelling kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor enig nadelig fiscaal gevolg met betrekking tot de aftrekbaarheid van de werkgeversbijdragen voor de inrichter of de belastingvermindering voor de persoonlijke bijdragen voor de aangeslotene, indien dit rechtstreeks voortvloeit uit onjuiste informatie die door de inrichter of door de aangeslotene aan de pensioeninstelling verstrekt werd.
Artikel 37 – Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
De pensioeninstelling, in haar hoedanigheid van verantwoordelijke voor de verwerking, verzamelt en verwerkt persoonsgegevens in het kader van de aanvaarding en beheer van de groepsverzekering door middel van volgende formulieren (op papier of elektronisch ingevuld):
- aansluiting groepsverzekering of onthaalstructuur;
- aangifte van ziekte / ongeval / zwangerschap/bevalling;
- wijziging van begunstiging bij overlijden;
- voorstel of studie van een groepsverzekering;
- medische vragenlijst of rapport;
- uitkering bij leven of overlijden en de verlening van een voorschot;
- salarisopgave voor de jaarlijkse aanpassing.
Om deze gegevens accuraat te houden doen wij beroep op de aanlevering van deze gegevens door, onder andere, de inrichter, de aangeslotene, de begunstigde en diverse overheidsinstanties of -databanken.
Met persoonsgegevens bedoelen we de gegevens die op de inrichter betrekking hebben, alsook de gegevens die de inrichter of aangeslotene meedelen over personen die door hen vertegenwoordigd worden (bijvoorbeeld de aangeslotene vertegenwoordigd door de inrichter en de gezinsleden of begunstigden vertegenwoordigd door de aangeslotene). Diegene die de gegevens meedeelt moet de personen waarvan hij de gegevens meedeelt daarvan individueel op de hoogte brengen en hen wijzen op deze bepalingen van het privacybeleid en moet zijn/haar voorafgaande toestemming hebben om zijn/haar persoonsgegevens mee te delen.
In het kader van deze relatie met de pensioeninstelling, kan de pensioeninstelling de volgende persoonsgegevens verzamelen en verwerken: persoonlijke identificatiegegevens, door de overheidsdiensten verstrekte identificatiegegevens, elektronische lokalisatiegegevens, financiële identificatiegegevens, rijksregisternummer, persoonlijke en fysieke gegevens, levensgewoonten, gezondheidsgegevens, gerechtelijke gegevens, politieke gegevens van politiek prominente personen (PPP), opleiding, beroep en tewerkstelling alsook geluids- en beeldopnames.
Persoonsgegevens kunnen worden verwerkt voor de volgende doeleinden:
- evaluatie van risico’s, conclusie, beheer en uitvoering van contracten/verzekeringspolissen, het beheer van schadedossiers, met inbegrip van juridische bijstand en verdediging en de eventuele vergoeding;
- toekenning en het beheer van voorschotten en overeenkomst van aannemende begunstiging;
- uitkeringen;
- beheer van de reserves;
- de met deze verschillende diensten verbonden boekhouding en fiscaliteit;
- klachtenmanagement;
- beheer van geschillen;
- herverzekering;
- preventie van inbreuken zoals fraude, witwassen van geld en terrorisme;
- naleving van de wettelijke en reglementaire verplichtingen van de pensioeninstelling;
- promotie van andere producten of diensten op basis van geanonimiseerde persoonsgegevens van de aangeslotenen in de groepsverzekering;
- verwerking voor statistische doeleinden op basis van geanonimiseerde persoonsgegevens;
- Verbetering van de kwaliteit en van de veiligheid van de diensten van de pensioeninstelling;
- uitvoeren van tevredenheidsenquêtes.
Enkel voor deze doeleinden mogen persoonsgegevens, indien nodig, worden meegedeeld aan andere bestemmelingen, meer in het bijzonder aan de inrichter, andere pensioeninstellingen, herverzekeraars, (her)verzekeringsmakelaars en andere in België of in het buitenland gevestigde tussenpersonen, advocaten, consultants en ondersteunende dienstverleners, experts/technische adviseurs, reparateurs, raadsgeneesheren, revisoren, IT-serviceverleners en ombudsman en aan reguliere overheden in het kader van een wettelijke verplichting.
De pensioeninstelling waarborgt dat de personen in haar dienst, die tot het verwerken van de persoonsgegevens gemachtigd zijn, een passende vorming hebben gekregen en zich ertoe verbonden hebben de vertrouwelijkheid van de persoonsgegevens in acht te nemen.
De rechtsgrondslag van de verwerking van persoonsgegevens is het verzekeringscontract, een wettelijke bepaling, de toestemming van de betrokkene of het rechtmatig belang van de pensioeninstelling. Het beheer van de groepsverzekering, waaronder de verwerking van persoonsgegevens, is steeds onderworpen aan het toezicht van de bevoegde overheden en controle-instanties.
De pensioeninstelling zal de nodige voorzorgsmaatregelen nemen om de veiligheid maximaal te verzekeren.
De pensioeninstelling kan te allen tijde onderaannemers aanstellen en zal hierbij de nodige voorzorgsmaatregelen nemen door modelovereenkomsten af te sluiten om hen te verplichten de gepaste technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen te nemen om persoonsgegevens volledig conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna AVG genoemd) te verwerken.
De pensioeninstelling voert in haar hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke interne controles uit en verleent haar medewerking bij eventuele controles door de bevoegde overheden en controle-instanties.
Persoonsgegevens worden bewaard door de pensioeninstelling voor de duur die nodig is om het doeleinde te bereiken. Deze gegevens worden opgeslagen op digitale dragers die zich te allen tijde in de Europese Unie bevinden.
Meer specifiek worden gezondheidsgegevens met de grootste discretie verwerkt en enkel door personen die daartoe gemachtigd zijn.
De pensioeninstelling kan persoonsgegevens naar derde landen overmaken. In dat geval waarborgt de pensioeninstelling dat persoonsgegevens enkel worden doorgegeven, beschikbaar of toegankelijk worden gemaakt aan de vertegenwoordiging van de inrichter in de Europese Unie of aan landen die op de lijst van voldoende beschermde landen staan, tenzij zij in het kader van een buitenlandse wetgeving verplicht is om persoonsgegevens uit te wisselen met een land dat geen gepast beschermingsniveau biedt.
In geval van een gegevenslek van persoonsgegevens zal de pensioeninstelling, zonder uitstel, en indien haalbaar binnen de 72 uren nadat het lek vastgesteld werd, de toezichthoudende instantie volgens artikel 55 van de AVG op de hoogte brengen van het gegevenslek, tenzij het hoogst onwaarschijnlijk is dat het datalek een risico vormt voor de rechten en vrijheden van de betrokken natuurlijke personen. Wanneer het informeren van de toezichthoudende instantie niet mogelijk is binnen de 72 uren, zal de reden voor uitstel meegedeeld worden.
De aangeslotene kan kennisnemen van zijn/haar persoonsgegevens en deze eventueel laten rechtzetten door middel van een gedateerde en getekende aanvraag, vergezeld van een recto-verso kopie van de identiteitskaart, gericht aan P&V Verzekeringen cv te 0000 Xxxxxxx, Koningsstraat 151, ter attentie van de Data Protection Officer, Afdeling Compliance (xxx@xxxxxxx.xx).
Bovendien kunnen de aangeslotenen volgens dezelfde modaliteiten, binnen de door de AVG voorgeschreven limieten, en voor zover deze vragen niet tegenstrijdig zijn met het beheer van groepsverzekeringen, met inbegrip van de hierop van toepassing zijnde wetgeving, zich verzetten tegen de verwerking van hun persoonsgegevens of de beperking ervan vragen, vragen om hun persoonsgegevens te laten wissen of het recht op dataoverdraagbaarheid uitoefenen.
In voorkomend geval kunnen de aangeslotenen tevens uitleg vragen over geautomatiseerde beslissingen die zouden worden genomen. Meer informatie kan worden verkregen op hetzelfde adres.
Eventuele klachten kunnen worden ingediend bij de Gegevensbeschermingsautoriteit (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
Artikel 38 – Politiek prominente personen
De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme verplicht pensioeninstellingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de inrichter, en voor de rechtspersonen de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de groepsverzekering (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP's of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP's.
De wet definieert PPP's als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
1. staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen:
a) de Koning;
b) de Eerste minister, Minister-president, Vice-Eerste ministers;
2. parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen:
a) de Kamervoorzitter, Senaatsvoorzitter, Parlementsvoorzitter, parlementsleden, senatoren, gecoöpteerde senatoren, commissievoorzitters en commissieleden;
3. leden van bestuurslichamen van politieke partijen:
a) de leden van het partijbestuur, de politieke raad, de partijraad, het directiecomité, het dagelijks bestuur en het partijsecretariaat;
4. leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden:
a) raadsheer in het Hof van Cassatie (met inbegrip van de eerste voorzitter, de voorzitter en de sectievoorzitters);
b) raadsheer in het Hof van Beroep (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
c) raadsheer in het Arbeidshof (met inbegrip van de eerste voorzitter en de kamervoorzitters);
d) plaatsvervangende raadsheren bij deze drie hoven;
e) de eerste voorzitter, voorzitters, kamervoorzitters, staatsraden, assessoren, en auditeurs bij de Raad van State;
f) rechters in het Grondwettelijk Hof (met inbegrip van de voorzitters);
5. leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken:
a) de Gouverneur en de leden van het Directiecomité en van de Regentenraad van de Nationale Bank van België;
b) de eerste voorzitter, de voorzitters en raadsheren bij het Rekenhof;
6. ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten:
a) de ambassadeurs, consuls en zaakgelastigden;
b) de officieren bekleed met de graad van generaal of van admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
c) de officieren bekleed met de graad van luitenant-generaal of vice-admiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
d) de officieren bekleed met de graad van generaal-majoor of divisieadmiraal die, naargelang het geval, door de Koning of de minister van Defensie, voor hun ambt aangewezen zijn;
e) de officieren bekleed met de graad van brigadegeneraal of flottielje-admiraal die door de Koning voor een specifieke functie aangewezen zijn;
7. leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven:
a) de Chief Executive Officer, de Afgevaardigd of Gedelegeerd Bestuurder, de voorzitter, bestuurders en leden van de raad van bestuur, de voorzitter en de leden van het directiecomité en het uitvoerend comité, de regeringscommissarissen;
b) bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie gevestigd op het Belgisch grondgebied.
Onder 'familielid' verstaat de wet:
a) de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
b) de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
c) de ouders;
EN voor de ‘personen bekend als naaste geassocieerden’:
a) natuurlijke personen die samen met een politiek prominent persoon de uiteindelijke begunstigden zijn van een vennootschap, een vzw of een stichting, of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominent persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
b) natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een vennootschap, een vzw of een stichting waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominent persoon.
Verplichting van de Inrichter
In het kader van de groepsverzekering verbindt de Inrichter zich ertoe mee te delen of hij volgens de definitie in de wetgeving (zie hoger) beschouwd wordt als politiek prominent persoon of als een familielid van PPP's of als een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP's.
Die verplichting wordt uitgebreid tot de andere betrokken personen, met name de lasthebbers, en de begunstigden van de groepsverzekering.
Door de algemene voorwaarden te aanvaarden, verbindt de inrichter zich ertoe om de pensioeninstelling onmiddellijk op de hoogte te brengen mocht hijzelf, alsook de lasthebber en de begunstigde in de loop van de overeenkomst politiek prominent persoon, familielid van PPP’s of een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s worden of niet meer als politiek prominent persoon of als een familielid van PPP's of als een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP's beschouwd worden.
Artikel 39 – U.S. Person
De cash balance collectieve kapitalisatie groepsverzekering van het type Tak 23 is niet geregistreerd overeenkomstig de regelgeving van de Verenigde Staten van Amerika inzake het verhandelen van effecten, noch bij de Amerikaanse financiële toezichthouder Securities and Exchange Commission.
Dit type groepsverzekering zal door de pensioeninstelling in beginsel niet worden aangeboden aan verzekeringsnemers die als
‘US Person’ kunnen worden gekwalificeerd op basis van de onderstaande definities.
Volgende natuurlijke personen worden als ‘US Person’ in aanmerking genomen:
- personen die de nationaliteit van de Verenigde Staten van Amerika bezitten;
- houders van een zogenaamde ‘Green Card’;
- personen met hoofdverblijfplaats of tweede verblijfplaats in de Verenigde Staten van Amerika of een van de zogenaamde
‘US Territories’;
- personen die zich als ‘US Person’ kenbaar maken;
- personen die zich voor een verrichting of een onderdeel daarvan laten vertegenwoordigen, bijstaan of adviseren door een natuurlijk persoon of een entiteit die in de Verenigde Staten van Amerika of een van de zogenaamde ‘US Territories’ verblijft of daar gevestigd is.
Volgende rechtspersonen worden als ‘US person’ in aanmerking genomen:
- de rechtspersoon die volgens de wetgeving van de Verenigde Staten is opgericht of georganiseerd, behalve: een filiaal of bijkantoor van een dergelijke rechtspersoon dit zich buiten de Verenigde Staten van Amerika bevindt en waarmee alle contacten met betrekking tot ‘Securities Activities’ buiten de Verenigde Staten plaatsvinden;
- of een U.S. bank of broker-dealer;
- een filiaal of bijkantoor dat haar huidige adres in de Verenigde Staten van Amerika heeft, ongeacht of het op grond van de wetgeving van de Verenigde Staten is georganiseerd of niet;
- de rechtspersoon die zichzelf identificeert als een ‘US Person’ kenbaar maakt of in het kader van enige zakenrelatie met de pensioeninstelling de Verenigde Staten als vestigingsplaats kiest;
- de rechtspersoon die zich voor een verrichting of een onderdeel daarvan laat vertegenwoordigen, bijstaan of adviseren door een natuurlijk persoon of een entiteit die in de Verenigde Staten van Amerika of een van de zogenaamde ‘US Territories’ verblijft of daar gevestigd is.
De inrichter en/of aangeslotene is gehouden de pensioeninstelling onverwijld in kennis te stellen van iedere wijziging van gegevens betreffende de aangeslotene(n) of zichzelf, zijn gevolmachtigde dan wel zijn mederekeninghouder, waarbij een (fiscale) relatie tot de Verenigde Staten ontstaat, waardoor de inrichter en/of de aangeslotene in aanmerking komt als U.S. Person (bv. door het verwerven van de Amerikaanse nationaliteit, een Green Card, een Amerikaans woon-, post- of fiscaal adres, …).
Indien gedurende de looptijd van de overeenkomst de inrichter en/of de aangeslotene op basis van nieuwe informatie zouden kwalificeren als een U.S. Person, behoudt de pensioeninstelling zich het recht voor om de nieuwe situatie te onderzoeken en hieraan desgevallend de gevolgen te verbinden die aangewezen of noodzakelijk zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat een verhoging van de lopende premie, een bijstorting, het opnieuw in voege stellen van een gereduceerde of overgedragen groepsverzekering, het verlengen of vernieuwen van het contract, niet meer mogelijk zijn dan wel dat de betrokkene aan bepaalde beperkingen zou worden onderworpen.
Artikel 40 – Goede trouw, redelijkheid en billijkheid
De inrichter regelt de aangelegenheden in zijn verhouding met de aangeslotenen waarin het pensioenreglement niet expliciet voorziet of die vatbaar zouden zijn voor interpretatie. Indien de pensioeninstelling hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met haar. De regeling van dergelijke aangelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van het pensioenreglement.
Artikel 41 – Behandeling van klachten
Voor elke klacht betreffende dit contract kan de inrichter zich richten tot:
- in eerste instantie: de dienst Klachtenmanagement van Vivium, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, tel: 02/000.00.00, E-mail: xxxxxx@xxxxxx.xx;
- in beroep: de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
Artikel 42 – Wijziging van de algemene voorwaarden
Indien de pensioeninstelling de algemene voorwaarden wenst te wijzigen, dan stelt zij aan de inrichter voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum. Indien de inrichter binnen 90 dagen na dit voorstel aan de pensioeninstelling schriftelijk meldt dat hij of zij deze wijziging weigert, blijven de vroegere algemene voorwaarden van toepassing onder voorbehoud van de eventuele wijzigingen opgelegd door nieuwe wettelijke en reglementaire bepalingen inzake aanvullende pensioenen en verzekering.
HOOFDSTUK III. Bepalingen van toepassing op pensioentoezeggingen van het type
“vaste bijdrage”
Artikel 43 – Verworven prestatie en verworven reserves
De verworven reserves zijn gelijk aan het bedrag dat zich op dat ogenblik op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst van de aangeslotene bevindt (inclusief winstdeelname in het geval van een Tak 21 groepsverzekering).
De verworven prestatie is, voor zover de tariefgrondslagen gelden tot de pensioenleeftijd, gelijk aan de reductiewaarde op de pensioenleeftijd van de op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst verworven reserves.
Indien de aangeslotene opteert om verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij een vorige inrichter over te dragen naar de pensioentoezegging bij de huidige pensioeninstelling, dan kunnen deze overgedragen reserves nooit op de werkgeversbijdrage- en/of persoonlijke bijdrageovereenkomst worden geplaatst, maar worden zij steeds in de onthaalstructuur
- verbonden met de pensioentoezegging - ondergebracht.
Artikel 44 – Betaling van de prestaties bij leven indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht
Indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht zoals bepaald in het artikel “Betaling van de prestaties bij leven”:
- worden de aanspraken bij overlijden na opname als volgt berekend:
• het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• vanaf de eerstvolgende jaarlijkse aanpassing wordt bij elke jaarlijkse aanpassing het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum volgens de van toepassing zijnde tariefgrondslagen op Tak 21 groepsverzekeringen;
- wordt bij uitkering bij pensionering of bij overlijden, rekening gehouden met het reeds uitgekeerde brutobedrag, gekapitaliseerd volgens de gehanteerde tariefgrondslagen op Tak 21 groepsverzekeringen tot op datum van uitkering.
Artikel 45 – Verdaging van de einddatum Voor de actieve aangeslotene:
- worden de loonsverhogingen volgens de bepalingen van de pensioentoezegging in rekening gebracht;
- worden de aanspraken bij leven verder berekend volgens de bepalingen van de pensioentoezegging waarbij:
• de bijdragen gestort blijven gedurende het verdagingsjaar;
• de anciënniteit erkend wordt indien deze in aanmerking genomen wordt bij het bepalen van de vaste bijdragen;
• worden de aanspraak/xxxxxxxx bij overlijden verder berekend volgens de bepalingen van het pensioenreglement zoals van kracht op het ogenblik van de verdaging.
Voor de passieve aangeslotene:
- evolueren de gestorte bijdragen verder op basis van de tariefgrondslagen die op dat moment van toepassing zijn op verdagingen in de groepsverzekeringen;
- die gekozen heeft zijn verworven reserves in de pensioentoezegging te laten met als enige wijziging een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves wordt er rekening gehouden met deze overlijdensdekking.
Opnamerecht
Indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht zoals bepaald in het artikel “Verdaging van de einddatum” in dit hoofdstuk worden de aanspraken als volgt berekend:
Voor de aanspraak/waarborg bij leven:
- zal bij uitkering bij pensionering of bij overlijden rekening gehouden worden met het reeds uitgekeerde brutobedrag, gekapitaliseerd tot op datum van uitkering, volgens de tariefgrondslagen voor Tak 21 groepsverzekeringen die gehanteerd worden bij de verdaging;
- wordt vanaf het volgende verdagingsjaar bij elke verdaging de aanspraak bij leven voorzien op de uitgestelde einddatum verminderd met het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen voor Tak 21 groepsverzekeringen die gehanteerd worden bij de verdaging.
Voor de aanspraak/waarborg bij overlijden:
- wordt het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- wordt, als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- wordt vanaf het volgende verdagingsjaar bij elke verdaging het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging voor Tak 21 groepsverzekeringen.
Artikel 46 – Bepaling van aanspraken voor aangeslotenen met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties
Voor salarisgebonden aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties. De berekende aanspraken en/of persoonlijke bijdragen worden vervolgens proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.
Forfaitaire aanspraken en/of forfaitaire persoonlijke bijdragen worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.
Artikel 47 – Werkingsprincipes van toepassing op cafetariaplannen
De volgende bepalingen zijn tevens van toepassing indien volgens de bijzondere voorwaarden het pensioenstelsel een cafetariaplan is waarbij de aanspraak voorziet in een globaal premiebudget waarbij de aangeslotene dit budget kan verdelen volgens het keuzeaanbod van de in de bijzondere voorwaarden voorziene waarborgen.
Aansluiting
Elke aansluiting gebeurt volgens de optie van de inrichter.
Enkel bij opstart van het pensioenstelsel en op de hierna bepaalde keuzemomenten kan een aansluiting gebeuren volgens een expliciet doorgegeven keuze overeenkomstig de hierna volgende bepalingen.
Keuzemomenten
Een aangeslotene kan de optie van de inrichter of een eerder door hem gemaakte keuze wijzigen op de aansluitingsdatum, bij wijziging van de gezinssituatie, bij inpandgeving en op de jaarlijkse aanpassingsdatum.
De administratieve verwerking hiervan zal gebeuren op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum dat de aanvraag bij de pensioeninstelling toekomt of op een latere datum indien gevraagd door de aangeslotene.
Ontoereikendheid van het budget naar aanleiding van een vraag tot wijziging van de keuze
Indien de werkgeversbijdragen of budget ten laste van de inrichter ontoereikend zouden zijn om de nieuwe keuze te financieren, dan blijven de reeds verzekerde waarborgen van toepassing.
De aangeslotene wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht en heeft het recht om een aangepaste keuze te maken binnen het in het pensioenreglement gedefinieerde keuzeaanbod én voor zover de financiering ervan het bedrag van de werkgeversbijdragen niet overschrijdt.
Ontoereikendheid van het budget naar aanleiding van een salarisaanpassing, een wijziging in de gezinssamenstelling of een wijziging van de tewerkstellingsgraad
Indien de werkgeversbijdragen of het budget ten laste van de inrichter ontoereikend zouden zijn om de verhoogde waarborg(en) te financieren, dan worden de risicowaarborgen die verzekerd zijn, voor zover ze al niet gelijk zijn aan de optie van de inrichter of de betekenisvolle standaardtoezegging, herleid naar de de optie van de inrichter.
Indien de werkgeversbijdragen of het budget ten laste van de inrichter dan nog ontoereikend zouden zijn, worden de risicowaarborgen die verzekerd zijn, met uitsluiting van de waarborg lichamelijke ongevallen welke geen standaardtoezegging heeft, herleid naar de betekenisvolle standaardtoezegging, voor zover deze al niet van toepassing was.
De aangeslotene wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. Hij heeft het recht over te gaan naar een aangepaste keuze binnen de voorziene waarborgen van het pensioenreglement en voor zover de financiering ervan het bedrag van de werkgeversbijdragen of het budget ten laste van de inrichter niet overschrijdt. De nominaal verzekerde bedragen gewaarborgd vóór de wijziging, blijven van toepassing tot de kennisgeving van de aangepaste keuze, doch met een maximum van 30 dagen na de schriftelijke bevestiging door de pensioeninstelling. Indien zich in de tussentijd een arbeidsongeschiktheid voordoet, kan er niet geopteerd worden voor een “hogere” waarborgkeuze dan de waarborgkeuze van toepassing vóór de wijziging.
Ingeval de werkgeversbijdragen of het budget ten laste van de inrichter ontoereikend zijn voor de financiering van de standaardtoezeggingen, moet de inrichter het tekort bijfinancieren. De bedragen nodig voor de financiering van de standaardtoezeggingen worden bepaald volgens het gangbare tarief van de pensioeninstelling zoals bij de controleautoriteit neergelegd in de technische fiche, rekening houdende met de leeftijd en het geslacht van de aangeslotene, en wat de waarborg arbeidsongeschiktheid betreft, met zijn beroepsactiviteit.
De administratieve verwerking hiervan gebeurt op de mutatiedatum.
Bijpremie naar aanleiding van medische acceptatie
Indien de gekozen waarborgen aanleiding geven tot medische acceptatie en deze resulteert in een bijpremie, dan komt de bijpremie ten laste van de aangeslotene, bovenop de bijdragen bepaald in dit pensioenreglement.
Indien de pensioeninstelling in toepassing van haar medische acceptatiepolitiek een bijpremie vraagt met betrekking tot de betekenisvolle standaardtoezegging, dan is de bijpremie steeds ten laste van de inrichter en komt de bijpremie steeds bovenop de werkgeversbijdragen.
Artikel 48 – Eenmalige premie ter financiering van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding
Bij ontslag en indien de opzeggingsperiode niet gepresteerd wordt en de tegenwaarde van de werkgeversbijdragen in de groepsverzekering tijdens de opzeggingsperiode niet in de berekeningsbasis werden opgenomen van de opzeggingsvergoeding, worden de voor de in de opzeggingstermijn verschuldigde werkgeversbijdragen bestemd voor de opbouw van de voordelen bij leven en overlijden onder de vorm van een eenmalige premie gestort in de groepsverzekering. Deze eenmalige premie wordt gestort op de werkgeversbijdrageovereenkomst op basis van de tariefgrondslagen Tak 21 groepsverzekeringen. De op deze eenmalige premie verschuldigde taksen worden eveneens door de inrichter ten laste genomen.
De prestatie gevestigd door voornoemde eenmalige premie, met inbegrip van de prestaties gevestigd door de winstdeelname toegekend met betrekking tot deze eenmalige premie, worden aangewend voor de verzekering van een kapitaal leven volgens de verzekeringscombinatie van de pensioentoezegging dat in verhoging komt van de op de datum van uittreding reeds opgebouwde verworven prestaties op basis van het pensioenreglement
De inrichter blijft gehouden eventuele tekorten van de verworven reserves op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst ten aanzien van de garantie bedoeld in de WAP op datum van uittreding te financieren op basis van de van kracht zijnde wetgeving.
HOOFDSTUK IV. Bepalingen van toepassing op pensioentoezeggingen van het type
“vaste prestatie”
Artikel 49 – Verworven prestatie en verworven reserves
De verworven prestatie is gelijk aan het tijdsevenredig pensioenkapitaal of vestigingskapitaal van de pensioenrente, gerekend op basis van de elementen voor de berekening van toepassing op de laatste jaarlijkse aanpassingsdatum of de latere mutatiedatum.
De verworven reserves zijn de actuele waarde van de verworven prestatie en worden conform de wettelijke bepalingen hieromtrent berekend, waarbij de actualisatieregels gelijk zijn aan deze opgelegd voor de berekening van de minimumreserve. Indien in de bijzondere voorwaarden een afwijkende regel wordt vastgelegd voor de berekening van de verworven prestatie of de verworven reserves en deze regel een hoger resultaat geeft dan de hiervoor vermelde bepalingen, heeft de afwijkende regel voorrang op de hiervoor vermelde wettelijke bepaling.
De verworven reserves kunnen niet lager zijn dan het bedrag dat zich op dat ogenblik op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst van de aangeslotene bevindt (inclusief winstdeelname).
Voor zover de tariefgrondslagen gelden tot de pensioenleeftijd, kan de verworven prestatie in geen geval lager zijn dan de reductiewaarde op de pensioenleeftijd van de op de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomst verworven wiskundige reserves.
Indien de aangeslotene opteert om verworven reserves opgebouwd tijdens de tewerkstelling bij een vorige inrichter over te dragen naar de pensioentoezegging bij de huidige pensioeninstelling, dan kunnen deze overgedragen reserves nooit op de werkgeversbijdrage- en/of persoonlijke bijdrageovereenkomst worden geplaatst, maar worden zij steeds in de onthaalstructuur
- verbonden met de pensioentoezegging - ondergebracht.
Artikel 50 – Betaling van de prestaties bij leven indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht
Indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht zoals bepaald in het artikel “Betaling van de prestaties bij leven”:
Individuele kapitalisatie
- worden de aanspraken bij overlijden na opname als volgt berekend:
• het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaa;
• als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• vanaf de eerstvolgende jaarlijkse aanpassing wordt bij elke jaarlijkse aanpassing het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum volgens de van toepassing zijnde tariefgrondslagen voor Tak 21 groepsverzekeringen;
- worden de aanspraken bij leven na opname als volgt berekend:
• het kapitaal bij leven (of vestigingskapitaal van de pensioenrente) wordt op de pensioenleeftijd verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de pensioenleeftijd volgens de van toepassing zijnde tariefgrondslagen voor Tak 21 groepsverzekeringen.
Collectieve kapitalisatie
- worden de aanspraken bij overlijden na opname als volgt berekend:
• het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• vanaf de eerstvolgende jaarlijkse aanpassing wordt bij elke jaarlijkse aanpassing het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd volgens de actualisatievoet die gebruikt wordt voor de berekening van de verworven reserves;
- worden de aanspraken bij leven na opname als volgt berekend:
• het kapitaal bij leven (of vestigingskapitaal van de pensioenrente) wordt op de pensioenleeftijd verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de pensioenleeftijd volgens de actualisatievoet die gebruikt wordt voor de berekening van de verworven reserves.
Artikel 51 – Verdaging van de einddatum
Voor de actieve aangeslotene:
- worden de loonsverhogingen volgens de bepalingen van de pensioentoezegging in rekening gebracht;
- worden de aanspraken leven verder berekend volgens de bepalingen van de pensioentoezegging waarbij:
• het aantal pensioenjaren van de aangeslotene in aanmerking wordt genomen zolang dit het maximum aantal in de pensioentoezegging erkende pensioenjaren niet heeft bereikt; en
• de aanspraak/waarborg bij overlijden verder berekend wordt volgens de bepalingen van het pensioenreglement zoals van kracht op het ogenblik van de verdaging.
Voor de passieve aangeslotene:
- zijn de prestaties waarop de aangeslotene recht heeft bij pensionering tenminste gelijk aan de prestaties waarop hij recht had op de einddatum overeenkomstig het pensioenreglement.
- die gekozen heeft zijn verworven reserves in de pensioentoezegging te laten met als enige wijziging een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves wordt er rekening gehouden met deze overlijdensdekking.
Opnamerecht
Indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht zoals bepaald in het artikel “Verdaging van de einddatum” in dit hoofdstuk worden de aanspraken als volgt berekend:
Individuele kapitalisatie
Voor de aanspraak/waarborg bij leven:
- wordt het kapitaal bij leven (of vestigingskapitaal van de pensioenrente) op de uitgestelde einddatum verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging voor Tak 21 groepsverzekeringen;
- wordt vanaf het volgende verdagingsjaar bij elke verdaging de aanspraak bij leven voorzien op de uitgestelde einddatum verminderd met het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging voor Tak 21 groepsverzekeringen.
Voor de aanspraak/waarborg bij overlijden:
- wordt het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- wordt, als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- wordt vanaf het volgende verdagingsjaar bij elke verdaging het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens de tariefgrondslagen die gehanteerd worden bij de verdaging voor Tak 21 groepsverzekeringen.
Collectieve kapitalisatie
- Het kapitaal bij leven (of vestigingskapitaal van de pensioenrente) op de uitgestelde einddatum wordt bij elke verdaging verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt bij elke verdaging verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit bij elke verdaging verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal.
Artikel 52 – Bepaling van aanspraken voor aangeslotenen met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties
Voor salarisgebonden aanspraken gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties. Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van deeltijdse tewerkstelling herleid in functie van de tewerkstellingsgraad die tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleide deeltijdse dienstjaren en maanden wordt beperkt tot het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren. Indien de aanspraken niet afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden ze proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.
Voor forfaitaire aanspraken die afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van deeltijdse tewerkstelling herleid in functie van de tewerkstellingsgraad die tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleidde deeltijdse dienstjaren en -maanden wordt beperkt tot het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren. Forfaitaire aanspraken onafhankelijk van pensioenjaren worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.
Artikel 53 – Eenmalige premie ter financiering van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding
De berekening van de eenmalige premie en de aanwending ervan worden bepaald in de Bijzondere Voorwaarden.
HOOFDSTUK V. Bepalingen van toepassing op pensioentoezeggingen van het type “cash balance”
Artikel 54 – Verworven prestatie en verworven reserves
De verworven reserves op een bepaald ogenblik zijn gelijk aan de reeds toegekende pensioenbedragen alsook de bijkomend toegekende pensioenbedragen, gekapitaliseerd volgens het toegekend rendement zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden.
Indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat bij wijziging van het toegekend rendement door de inrichter, de wijziging enkel van toepassing is op toekomstig toegekende pensioenbedragen, worden de verworven prestaties bekomen door de reeds toegekende pensioenbedragen, op de jaarlijkse aanpassingsdatum, respectievelijk mutatiedatum alsook de bijkomende toegekende pensioenbedragen, te kapitaliseren aan het toegekend rendement tot op de einddatum.
Indien de bijzondere voorwaarden bepalen dat bij wijziging van het toegekend rendement door de inrichter, de wijziging zowel op de verworven reserves als de toekomstig toegekende pensioenbedragen van toepassing is, kan de verworven prestatie niet bepaald worden.
Artikel 55 – Betaling van de prestaties bij leven indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht
Indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht zoals bepaald in het artikel “Betaling van de prestaties bij leven”:
- worden de aanspraken bij overlijden na opname als volgt berekend:
• het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) wordt verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, wordt dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
• vanaf de eerstvolgende jaarlijkse aanpassing wordt bij elke jaarlijkse aanpassing het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum volgens het door het pensioenreglement voorziene rendemen;
- wordt het pensioenkapitaal op de pensioenleeftijd verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de pensioenleeftijd volgens het door het pensioenreglement voorziene rendement.
Artikel 56 – Verdaging van de einddatum Voor de actieve aangeslotene:
- worden de loonsverhogingen volgens de bepalingen van de pensioentoezegging in rekening gebracht;
- worden de aanspraken verder berekend volgens de bepalingen van de pensioentoezegging waarbij:
• de pensioenbedragen toegekend blijven gedurende het verdagingsjaar;
• de anciënniteit erkend wordt indien deze in aanmerking genomen wordt bij het bepalen van de bedragen;
• de aanspraak/waarborg bij overlijden verder berekend blijft volgens de bepalingen van het pensioenreglement zoals van kracht op het ogenblik van de verdaging.
Voor de passieve aangeslotene:
- kapitaliseren de toegekende pensioenbedragen verder aan het door het pensioenreglement voorziene rendement;
- die gekozen heeft zijn verworven reserves in de pensioentoezegging te laten met als enige wijziging een overlijdensdekking die overeenstemt met het bedrag van de verworven reserves wordt er rekening gehouden met deze overlijdensdekking.
Opnamerecht
Indien gebruik wordt gemaakt van het opnamerecht zoals bepaald in het artikel “Verdaging van de einddatum” in dit hoofdstuk worden de aanspraken als volgt berekend:
Voor de aanspraak/waarborg bij leven:
- wordt het kapitaal bij leven op de uitgestelde einddatum verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal, gekapitaliseerd vanaf de datum van opname tot de nieuwe einddatum volgens het door het pensioenreglement voorziene rendement;
- wordt vanaf het volgende verdagingsjaar bij elke verdaging de aanspraak bij leven voorzien op de uitgestelde einddatum verminderd met het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens het door het pensioenreglement voorziene rendement.
Voor de aanspraak/waarborg bij overlijden:
- wordt het kapitaal bij overlijden (of vestigingskapitaal van de overlevingsrente) verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- wordt, als een aanvullend, minimum of basiskapitaal bij overlijden voorzien is, dit verminderd met het bruto uitgekeerde kapitaal;
- wordt vanaf het volgende verdagingsjaar bij elke verdaging het eerder in mindering gebrachte bedrag gekapitaliseerd naar de nieuwe einddatum volgens het door het pensioenreglement voorziene rendement.
Artikel 57 – Bepaling van aanspraken voor aangeslotenen met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties
Voor aangeslotenen met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties wordt het beschikbaar bedrag of het toegekend pensioenbedrag en het kapitaal overlijden berekend op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties en vervolgens proportioneel herleid.
Voor salarisgebonden aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties. De berekende aanspraken en/of persoonlijke bijdragen worden vervolgens proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.
Forfaitaire aanspraken en/of forfaitaire persoonlijke bijdragen worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.
Artikel 58 – Werkingsprincipes indien er keuzemogelijkheden zijn
De volgende bepalingen zijn tevens van toepassing indien er volgens de bijzondere voorwaarden van het pensioenstelsel een keuzemogelijkheid is waarbij de aanspraak voorziet in een globaal beschikbaar bedrag waarbij de aangeslotene dit beschikbaar bedrag kan verdelen volgens het keuzeaanbod van de in de bijzondere voorwaarden voorziene waarborgen.
Aansluiting
Elke aansluiting gebeurt volgens de optie van de inrichter.
Enkel bij opstart van het pensioenstelsel en op de hierna bepaalde keuzemomenten kan een aansluiting gebeuren volgens een expliciet doorgegeven keuze overeenkomstig de hierna volgende bepalingen.
Keuzemomenten
Een aangeslotene kan de optie van de inrichter of een eerder door hem gemaakte keuze wijzigen op de aansluitingsdatum, bij wijziging van de gezinssituatie, bij inpandgeving en op de jaarlijkse aanpassingsdatum.
De administratieve verwerking hiervan zal gebeuren op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum dat de aanvraag bij de pensioeninstelling toekomt of op een latere datum indien gevraagd door de aangeslotene.
Ontoereikendheid van het beschikbaar bedrag naar aanleiding van een vraag tot wijziging van de keuze
Indien het beschikbaar bedrag ontoereikend zou zijn om de nieuwe keuze te verzekeren, dan blijven de reeds verzekerde waarborgen van toepassing.
De aangeslotene wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht en heeft het recht om een aangepaste keuze te maken binnen het in het pensioenreglement gedefinieerde keuzeaanbod én voor zover de verzekering ervan het beschikbaar bedrag niet overschrijdt.
Ontoereikendheid van het beschikbaar bedrag naar aanleiding van een salarisaanpassing, een wijziging in de gezinssamenstelling of een wijziging van de tewerkstellingsgraad
Indien het het beschikbaar bedrag ontoereikend zou zijn om de verhoogde waarborg(en) te verzekeren, dan worden de risicowaarborgen die verzekerd zijn, voor zover ze al niet gelijk zijn aan de optie van de inrichter of de betekenisvolle standaardtoezegging, herleid naar de de optie van de inrichter.
Indien het beschikbaar bedrag dan nog ontoereikend zou zijn, worden de risicowaarborgen die verzekerd zijn, met uitsluiting van de waarborg lichamelijke ongevallen welke geen standaardtoezegging heeft, herleid naar de betekenisvolle standaardtoezegging, voor zover deze al niet van toepassing was.
De aangeslotene wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. Hij heeft het recht over te gaan naar een aangepaste keuze binnen de voorziene waarborgen van het pensioenreglement en voor zover de verzekering ervan het beschikbaar bedrag niet overschrijdt. De nominaal verzekerde bedragen gewaarborgd vóór de wijziging, blijven van toepassing tot de kennisgeving van de aangepaste keuze, doch met een maximum van 30 dagen na de schriftelijke bevestiging door de pensioeninstelling. Indien zich in de tussentijd een arbeidsongeschiktheid voordoet, kan er niet geopteerd worden voor een “hogere” waarborgkeuze dan de waarborgkeuze van toepassing vóór de wijziging.
Ingeval het beschikbaar bedrag ontoereikend is voor de verzekering van de standaardtoezeggingen, moet de inrichter het tekort bijfinancieren. De bedragen nodig voor de verzekering van de standaardtoezeggingen worden bepaald volgens het gangbare tarief van de pensioeninstelling zoals bij de controleautoriteit neergelegd in de technische fiche, rekening houdende met de leeftijd en het geslacht van de aangeslotene, en wat de waarborg arbeidsongeschiktheid betreft, met zijn beroepsactiviteit.
De administratieve verwerking hiervan gebeurt op de mutatiedatum.
Bijpremie naar aanleiding van medische acceptatie
Indien de gekozen waarborgen aanleiding geven tot medische acceptatie en deze resulteert in een bijpremie, dan komt de bijpremie ten laste van de aangeslotene, bovenop de bijdragen bepaald in dit pensioenreglement.
Indien de pensioeninstelling in toepassing van haar medische acceptatiepolitiek een bijpremie vraagt met betrekking tot de betekenisvolle standaardtoezegging, dan is de bijpremie steeds ten laste van de inrichter en komt de bijpremie steeds bovenop het beschikbaar bedrag.
Artikel 59 – Eenmalige premie ter financiering van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding
Bij ontslag en indien de opzeggingsperiode niet gepresteerd wordt en de tegenwaarde van de toegekende pensioenbedragen en premies tijdens de opzeggingsperiode niet in de berekeningsbasis werden opgenomen van de opzeggingsvergoeding, worden de voor de in de opzeggingstermijn verschuldigde premies overlijden en toegekende pensioenbedragen bestemd voor de opbouw van de voordelen bij leven onder de vorm van een eenmalig toegekend pensioenbedrag voor de opbouw van de voordelen bij leven toegekend aan de aangeslotene.