A19a.38.02 Veldleeuwerikenrand
A19a.38.02 Veldleeuwerikenrand
Versie 2023
Beschrijving
Een veldleeuwerik houdt van een weidse vlakte.
Deze rand bestaat uit 2 stroken en biedt foerageer- en nestelmogelijkheden voor de veldleeuwerik en andere akkervogels. Voor het foerageren heeft de veldleeuwerik een voorkeur voor een laag en open gewas. Door de snellere opwarming van de ondergrond zijn hier voor de akkervogels meer insecten te vinden. De graanstrook biedt tevens dekking en voedsel.
Beheereisen
• Minimaal 90% van de oppervlakte bestaat van 1 juni tot 15 augustus uit een combinatie van gras, granen (niet zijnde maïs of graanstoppel), ingezaaide kruiden, eiwitgewassen (luzerne, rode klaver), groene braak of een combinatie van deze, maar nooit uit enkel granen, een deel van de grassen en kruiden mogen worden gemaaid en afgevoerd [9].
Aanvullende beheervoorschriften
• De rand is gemiddeld minimaal 9 en maximaal 18 meter breed en bestaat uit twee stroken: laagblijvend gras en graankruidenmengsel.
• Indien de beheereenheid langs een sloot ligt wordt direct langs de sloot pakket A19b ‘kruidenrijke akkerrand op bufferstrook’ ingetekend.
• De veldleeuwerikenrand is een meerjarig pakket wat tot het eind van de looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden dient te worden. De beheereenheid mag alleen bewerkt worden onder de volgende voorwaarden:
• Laagblijvend gras
- 50% van de beheereenheid wordt eenmalig ingezaaid met een door het collectief voorgeschreven laagblijvend gras.
- Deze strook moet tweemaal gemaaid worden: eenmaal in de periode 1 maart – 1 april en eenmaal in de periode 15 juli – 1 augustus. Bij de tweede maaibeurt moet het maaisel worden afgevoerd.
- Als het gras lager is dan 15 cm hoeft er niet gemaaid te worden.
- Deze strook mag niet bemest worden.
• Graankruidenmengsel
- 50% van de beheereenheid wordt jaarlijks ingezaaid met een door het collectief voorgeschreven graankruidenmengsel. Het wintergraan (wintertarwe) wordt ingezaaid in okt/nov op een ruime rijafstand (minimaal 20 cm) met circa 110 kg/ha (in het eerste jaar wordt dit in het voorjaar ingezaaid met een zomergraan). De voorjaars kiemende kruiden worden altijd in het voorjaar uitgezaaid. Hoeveelheid en soort kruiden worden tijdig door het collectief aangegeven.
- Het deel van de rand met het graankruidenmengsel mag worden bemest met vaste graasdiermest.
- Het deel met het graankruidenmengsel wordt in het najaar niet geoogst en wordt medio september oppervlakkig gemengd met de bovengrond. De uitgevallen granen en kruiden kunnen dienen als natuurlijk zaadmengsel voor het daarop volgende jaar. Alternatief is om een nieuw zaaibed te maken en nieuw wintergraan in te zaaien, met kruiden in het daarop volgende voorjaar.
• De beheereenheid wordt niet beweid.
• Na 3 jaar is het mogelijk om na toestemming van het collectief het beheer van de stroken te verwisselen.
• Probleemonkruiden mogen alleen pleksgewijs (op maximaal 10% van het perceel of de rand) mechanisch of chemisch worden bestreden.
• De rand grenst niet aan opgaande beplanting, bebouwing of drukke wegen.
• De rand mag niet bereden worden, anders dan voor de in dit beheerpakket genoemde beheer.
• Afwijkingen zijn, bij uitzondering, alléén mogelijk in overleg met de veldmedewerker.
• Het monitoringsplan (link) van Poldernatuur Zeeland dient uitgevoerd te worden.
Vergoeding
€ 3.400,00
Verplicht zaadmengsel
Samenstelling grasmengsel | ||
Soort | % | kg/ha |
Roodzwenk en/of veldbeemdgras | Samen 100% | 8 |
Zie volgende bladzijde voor Samenstelling graan-akkerfloramengsel
Samenstelling graan-akkerfloramengsel Wintervoedsel | ||
Soort | kg/ha | |
Granen; zaaidichtheid 115 kg/ha | ||
Zomertarwe | Triticum | 55 |
Gerst | Hordeum xxxxxxx | 00 |
Xxxxxxx | Medicago sativa | 5 |
Akkerflora; zaaidichtheid 1 kg/ha | ||
Korenbloem (wild) | Centaurea cyanus | 0,3 |
Gewone Klaproos (wild) | Papaver rhoeas | 0,2 |
Gele ganzenbloem (wild) | Chrysanthemum segetum | 0,25 |
Bolderik | Agrostemma githago | 0,25 |
Toegevoegd mag worden: | ||
Zonnebloem | Helianthus annuus | max 10 kg/ha |
Cichorei | Cichorium intybus | max 0,2 kg/ha |
Grote kaardebol | Dipsacus fullonum | max 0,2 kg/ha |
Triticale ; dan gerst verminderen met gelijke hoeveelheid | Triticale | max 20 kg/ha |
Oude rogge; dan gerst vermindern met gelijke hoeveelheid | Secale multicaule | max 25 kg/ha |
Het heeft de voorkeur om zoveel mogelijk verschillende soorten toe te voegen. Een gevarieerd mengsel zorgt voor een spreiding aan beschikbaarheid van zaden en dus voedsel. |