Samenwerkingsovereenkomsten werkplekleren ter inspiratie
Samenwerkingsovereenkomsten werkplekleren ter inspiratie
Achtergrondinformatie
In een context van (toenemende) juridisering mag de juridische kant van werkplekleren niet onderbelicht blijven.
De overheid investeerde de laatste jaren sterk in de uitbreiding van werkplekleren en de kwaliteitszorg ervan. Voor het voltijds secundair onderwijs en het secundair volwassenenonderwijs werd een omzendbrief, met inbegrip van een modelovereenkomst, voor werkplekleren gepubliceerd.
Voor het hoger onderwijs en het hoger beroepsonderwijs werd alleen een inspiratietekst gemaakt. Voor deze instellingen, (met uitzondering van HBO5), is werkplekleren geen verplicht onderdeel van het curriculum en wil de overheid de instellingen dus niet belasten met extra regelgeving en richtlijnen. De inspiratietekst die werd gemaakt voor het hoger onderwijs is terug te vinden op de volgende website: xxx.xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx. Op deze website vind je ook modelovereenkomsten voor het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs.
Deze modelovereenkomsten gaan uit van een zeer brede invulling van werkplekleren.
Voor het hoger onderwijs bestaan er geen modelovereenkomsten. Het ontwerpen van zulke overeenkomsten behoort volledig tot de autonomie van de instellingen. Uiteraard moeten deze hierbij rekening houden met de (federale) regelgeving zoals de welzijnswet, de arbeidswetgeving, regelgeving rond het gezondheidstoezicht,…
Aanleiding
Hoewel er geen modelovereenkomsten voor werkplekleren in hoger onderwijs bestaan, zijn er heel wat vragen over de juridische kant van werkplekleren.
Deze vragen gaan vooral over werkplekstudenten die aan werkplekleren doen op de eigen werkplek of m.a.w. een arbeidsovereenkomst hebben op die werkplek. De werkplek- student heeft in die hoedanigheid een dubbele rol: als student én als werknemer.
Doel
Het is niet de bedoeling om modelovereenkomsten aan te reiken die in elke context van werkplekleren in hoger onderwijs toegepast kunnen worden.
Ten eerste is er een grote verscheidenheid is aan sectoren, contexten, … en zijn juridische richtlijnen afhankelijk van die specifieke context. Ten tweede heeft dit project niet als doelstelling om richtlijnen op te leggen gezien de autonomie van deze instellingen. Deze moeten samen met hun werkveld- partners bekijken welke afspraken in elke mate juridisch moeten worden dichtgetimmerd.
Deze werkplekleerovereenkomsten willen vooral dienen als inspiratiebron en om partners wegwijs te maken in de juri- dische aspecten van werkplekleren.
Hoe te gebruiken?
De overeenkomsten reiken artikels en aandachtspunten aan die vanuit juridisch oogpunt nuttig zijn voor partners in werkplekleren. Deze overeenkomsten zijn niet als zodanig te kopiëren. Wel bieden ze mogelijke artikels die kunnen worden opgenomen of aandachtspunten die verder met de partners geconcretiseerd, aangevuld, verfijnd en/of aangevuld kunnen worden.
Daarom zijn in de overeenkomsten expliciet aandachts- punten opgenomen. Dit symbool geeft aanwijzingen, ver- antwoordingen of aandachtspunten mee als wegwijzers bij het
uitwerken van een werkplekleerovereenkomst.
De betrokken partners nemen dan ook best een specialist in het arbeidsrecht onder de arm om zeker te zijn dat de concrete overeenkomsten juridisch correct en sluitend zijn.
Waarom twee types van samenwerkingsovereenkomsten?
Juridisch bestaat er een groot verschil tussen enerzijds een werkplekstudent die aan werkplekleren doet op de eigen werkplek en hier dus ook werknemer is en anderzijds de student die alleen in de rol van stagiair aan werkplekleren doet en niet als werknemer. Daarnaast is er ook een inhoudelijk verschil tussen bestaande stageovereenkomsten enerzijds en overeenkomsten voor werkplekleren zoals die in dit project werden vooropgesteld anderzijds (zie definitie werkplekleren).
Daarom reiken we twee samenwerkingsovereenkomsten aan:
• een samenwerkingsovereenkomst werkplekleren voor werkplekstudenten met arbeidsovereenkomst;
• een samenwerkingsovereenkomst werkplekleren voor werkplekstudenten zonder arbeidsovereenkomst.
WERKPLEKLEEROVEREENKOMST (1) voor een werkplekstudent met arbeidsovereenkomst
1. Situering
1.1 Aard van de overeenkomst
Werkplekleren staat voor leren op en via de leeromgeving van een reële werkplek (in casu: de eigen werkplek) die kadert in een bachelor- of banaba-opleiding van een onderwijsinstelling hoger onderwijs waarbij drie partners - de werkplekstudent, de werkplek en de onderwijsinstelling/ opleiding - zich engageren om de competenties van de werkplekstudent te ontwikkelen.
De werkplekstudent realiseert een deel van zijn opleiding via werkplekleren op de werkplek waar hij als werknemer een arbeids- contract heeft.
1.2 Partners
Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen de volgende partners: Onderwijsinstelling
Naam:
Adres:
Telefoon:
Vertegenwoordigd door (naam, functie, tel, e-mail):
Werkplek: het bedrijf, organisatie of instelling waar de student een arbeidscontract heeft.
Naam:
Adres:
Telefoon:
Vertegenwoordigd door (naam, functie, tel, e-mail): Werkplekstudent
Naam:
Studentnummer:
Adres:
E-mail Telefoon:
1.3 Omvang en tijdstip/periode werkplekleren (als student)
1. Het werkplekleren kent een totale omvang van: …
2. Het werkplekleren vindt plaats in de volgende periode: …
3. Het werkplekleren vindt telkens plaats op (weken/dagen/tijdstippen): …
4. Het werkplekleren vindt plaats tijdens de activiteiten: …
in functie van de ontwikkeling van de competenties/leerdoelen: …
Enkel indien werkplekleeractiviteiten niet samenvallen met het uurrooster en arbeidsactiviteiten zoals opgenomen in het arbeidscontract van de werknemer, dient hierboven best geconcretiseerd welke niet-bezoldigde werkplekleeractiviteiten (werkplekleren buiten de contractuele arbeidstijd) uitgevoerd zullen worden.
Op die manier kan, in geval van betwisting (zie punt 2.1 en 2.2) uitgemaakt worden of de student op het tijdstip van de feiten als student dan wel als werknemer dient te worden beschouwd.
2. Voorwaarden bij het werkplekleren
De werkplekstudent is met de werkplek verbonden door een arbeidscontract en is voor dit contract volledig afhankelijk van de werkplek wat betreft de arbeidswetgeving, het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (ARAB), de wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Welzijnswet werknemers), de bescherming van de werknemers, …
2.1 Arbeidsongevallenverzekering
Tijdens de bezoldigde arbeidsactiviteit - activiteit tijdens het werkplekleren binnen de contractuele arbeidstijd - is de arbeids- ongevallenverzekering van de werkgever van toepassing.
Tijdens de niet-bezoldigde arbeidsactiviteit - activiteit tijdens het werkplekleren buiten de contractuele arbeidstijd - is de arbeids- ongevallenverzekering van de instelling hoger onderwijs van toepassing.
Alleen als de werkplekstudent buiten zijn contractuele arbeidstijd nog werkplekleeractiviteiten uitvoert, geldt de arbeids- ongevallenverzekering van de onderwijsinstelling. Dus enkel tijdens niet-bezoldigde arbeidsactiviteiten in het kader van werkplekleren kan dekking verleend worden door de arbeidsongevallenverzekering van de instelling hoger onderwijs. Daarom dat best een goed onderscheid gemaakt wordt (in 1.3) tussen de niet-bezoldigde werkplekleeractiviteiten (werkplekleren buiten de contactuele arbeidstijd) en de bezoldigde activiteiten (werkplekleeractiviteiten binnen de contractuele arbeidstijd).
2.2 Burgerlijke aansprakelijkheid
De polis burgerlijke aansprakelijkheid van de hogescholen dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van werkplekstudenten tijdens werkplekleeractiviteiten.
De polis burgerlijke aansprakelijkheid van de werkplek dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van werkplekstudenten voor activiteiten die vallen onder de arbeidsovereenkomst van de werkplekstudent.
De polis burgerlijke aansprakelijkheid dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van werkplekstudenten tijdens werk- | |
plekleeractiviteiten. Het feit dat een werkplekstudent aan werkplekleren doet op de werkplek waarmee hij reeds een arbeids- overeenkomst heeft, verandert niets aan dat principe. In de overeenkomst zou moeten verduidelijkt worden dat de burgerlijke aansprakelijkheid van de werkplekstudent tijdens zijn werkplekleeractiviteiten gedekt is door de polis BA van de instelling hoger onderwijs. Voor de activiteiten die vallen onder de arbeidsovereenkomst van de werkplekstudent / werknemer, dient uiteraard de polis van het bedrijf tussen te komen. |
2.3 Afwezigheid
Wanneer de werkplekstudent door ziekte en/of andere omstandigheden niet aanwezig kan zijn op de werkplek voor wat betreft de afgesproken periode, informeert de werkplekstudent zowel de opleiding als de werkplek. Voeg eventueel verdere concrete afspraken bij in het werkplekleerprogramma.
2.4 Betwistingen
Bij betwistingen over het niet naleven van deze overeenkomst wordt getracht om in onderling overleg tot een oplossing te komen.
2.5 Einde van de overeenkomst
Deze leerwerkplekovereenkomst eindigt :
• bij goedvinden van de drie partners;
• door het verstrijken van de in deze overeenkomst vermelde duur;
• in geval van opschorting van de arbeidsovereenkomst.
•
In geval van opschorting van de arbeidsovereenkomst, kan de student eventueel overschakelen op de werkplekovereenkomst voor de werkplekstudent zonder arbeidsovereenkomst.
2.6 Deontologie
De werkplekstudent, de werkplek en de opleiding zijn gebonden aan geheimhouding van alle vertrouwelijke informatie die zij in het kader van werkplekleren verkrijgen en alles waarvan zij het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen.
De werkplekstudent gebruikt fictieve namen en bewaakt de anonimiteit (vb. verslagen, beroepsprodukten, supervisie…) van informatie die hij in het kader van werkplekleren gebruikt in de opleiding.
De werkplekstudent leeft de deontologische afspraken van de opleiding en van de werkplek na en eventuele specifieke afspraken die gemaakt werden tussen werkplek en opleiding: …
Opleiding en werkplek maken afspraken rond deontologische regels. De werkplekstudent respecteert in de regel zowel de deontologische regels van de werkplek als die van de opleiding. Opleiding en werkplek maken afspraken over die regels waar
opleiding en werkplek tegenstrijdigheden bevatten (vb. andere regels hebben m.b.t. het gebruik van het Nederlands).
2.7 Veiligheid
Indien zich specifiek situaties voordoen die niet gelden voor de activiteiten van het arbeidscontract maar die wel opgaan voor de werkplekleeractiviteiten, dienen bijkomende veiligheidsvoorzorgen genomen te worden.
3. Engagementen
3.1 De werkplek
• De werkplek zorgt voor de nodige organisatorische, praktische, … faciliteiten om werkplekleren te realiseren (toegang tot informatie, middelen, materialen, instrumenten, mensen, overlegfora, …).
• De werkplek ondersteunt en begeleidt de student in zijn competentie-ontwikkeling conform het programma en de invulling van het werkplekleren (zie eventueel in bijlage).
• De werkplek verzamelt informatie over de competentieontwikkeling van de student om te komen tot een beoordeling.
3.2 De opleiding
• De opleiding zorgt voor de nodige organisatorische, praktische, … faciliteiten om het werkplekleren te realiseren (vb. aan- stellen van een ankerfiguur).
• De opleiding ondersteunt en begeleidt de student in zijn competentie-ontwikkeling conform het programma en de invul- ling van het werkplekleren (zie eventueel in bijlage).
• De opleiding draagt bij tot de beoordeling van de competentie-ontwikkeling van de werkplekstudent en heeft de eind- verantwoordelijkheid voor de evaluatie.
3.3 De werkplekstudent
• De werkplekstudent maakt op een respectvolle manier gebruik van de faciliteiten in het kader van werkplekleren.
• De werkstudent engageert zich om de competenties te ontwikkelen conform het programma en de invulling van het werk- plekleren (zie eventueel in bijlage).
• De werkplekstudent verzamelt informatie over zijn competentie-ontwikkeling om te komen tot een beoordeling.
3.4 De partners
De partners nemen deze engagementen op en wijzen ze toe aan personeelsleden.
De partners concretiseren het werkplekleren in onderling overleg (wanneer, hoe, wie, … ).
De partners treden in dialoog over het werkplekleren (inhoudelijke expertisedeling, begeleiding, evaluatie, …).
Het bestaan van deze overeenkomst sluit niet uit dat partners met derden overeenkomsten afsluiten en kan dus niet als een exclusiviteitsovereenkomst worden beschouwd.
Gelieve 3 exemplaren* te tekenen door/voor:
Student | Werkplek | Opleiding/instelling |
datum | datum | datum |
handtekening | handtekening | handtekening |
naam | naam | naam |
* 1 exemplaar voor werkplekstudent, 1 exemplaar voor opleiding/instelling, 1 exemplaar voor werkplek
WERKPLEKLEEROVEREENKOMST (2) voor werkplekstudent zonder arbeidsovereenkomst
1. Situering
1.1 Aard van de overeenkomst
Werkplekleren staat voor leren op en via de leeromgeving van een reële werkplek (in casu: waar hij niet als werknemer tewerk- gesteld is) die kadert in de bachelor- of banaba-opleiding (schrap wat past): … van de onderwijsinstelling hoger onderwijs … waarbij drie partners - de werkplekstudent, de werkplek en de onderwijsinstelling / opleiding - zich engageren om de competen- ties van de werkplekstudent te ontwikkelen.
De werkplekstudent realiseert een deel van zijn opleiding via werkplekleren op de werkplek waar hij geen arbeidsovereenkomst heeft.
1.2 Partners
Deze overeenkomst wordt afgesloten tussen de volgende partners: Onderwijsinstelling
Naam:
Adres:
Telefoon:
Vertegenwoordigd door (naam, functie, tel, e-mail):
Werkplek: het bedrijf, organisatie of instelling waar de student een arbeidscontract heeft.
Naam:
Adres:
Telefoon:
Vertegenwoordigd door (naam, functie, tel, e-mail): Werkplekstudent
Naam:
Studentnummer:
Adres:
E-mail Telefoon:
1.3 Omvang en tijdstip/periode werkplekleren
1. Het werkplekleren kent een totale omvang van: …
2. Het werkplekleren vindt plaats in de volgende periode: …
3. Het werkplekleren vindt telkens plaats op (weken/dagen/tijdstippen): …
4. Het werkplekleren vindt plaats tijdens de volgende activiteiten: …
en/of tijdens de ontwikkeling van de volgende competenties/leerdoelen: …
Concretiseer in de mate van het mogelijke de omvang (1), de begin- en einddatum (2) en het tijdstip vb. maandag en/of | |
dinsdag (3). Voor een aantal opleidingen/werkplekken is het evidenter om tijdstip/periode te definiëren door middel van de activiteiten en/of competenties (4). |
2. Voorwaarden bij het werkplekleren
2.1 Arbeidsongevallenverzekering en burgerlijke aansprakelijkheid
Gedurende de uitvoering van deze overeenkomst blijft de werkplekstudent verzekerd door de opleidingsinstelling als volgt:
• tegen lichamelijke ongevallen zowel tijdens het werkplekleren als op de weg van en naar de werkplek, volgens de waarborgen opgenomen in de polis … (nummer) onderschreven bij ….(naam verzekeraar)
• In geval van burgerlijke aansprakelijkheid tijdens het werkplekleren bij … (naam) onder de polis … (nummer).
2.2 Afwezigheid
Wanneer de werkplekstudent door ziekte en/of andere omstandigheden niet aanwezig kan zijn op de werkplek voor wat betreft de afgesproken periode, informeert de werkplekstudent zowel de opleiding als de werkplek.
Voeg eventueel verdere concrete afspraken bij in het werkplekleerprogramma.
2.3 Betwistingen
Bij betwistingen over het niet naleven van deze overeenkomst wordt getracht om in onderling overleg tot een oplossing te komen. Indien dit niet lukt, stellen de drie partijen in onderling overleg een bemiddelaar aan.
2.4 Einde van de overeenkomst
Deze leerwerkplekovereenkomst eindigt:
• bij goedvinden van de drie partners;
• door het verstrijken van de in deze overeenkomst vermelde duur.
2.5 Deontologie
De werkplekstudent, de werkplek en de opleiding zijn gebonden aan geheimhouding van alle vertrouwelijke informatie die zij in het kader van werkplekleren hebben verkregen en alles waarvan zij het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen.
De werkplekstudent gebruikt fictieve namen en bewaakt de anonimiteit (vb. verslagen, beroepsprodukten, supervisie…). De werkplekstudent leeft de deontologische afspraken tussen de opleiding en de werkplek na: …
Opleiding en werkplek maken afspraken rond deontologische regels. De werkplekstudent respecteert in de regel zowel de deontologische regels van de werkplek als die van de opleiding. Opleiding en werkplek maken afspraken over die regels waar opleiding en werkplek tegenstrijdigheden bevatten (vb. stel dat werkplek en opleiding andere regels hebben m.b.t.
gebruik van het Nederlands.)
2.6 Vergoeding
De werkplekstudent ontvangt geen bezoldiging of vergoeding voor het werkplekleren.
2.7 Veiligheid
De werkplek past de bepalingen van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en in het bijzonder het KB van 21 september 2004 toe. De werkplek informeert de opleidingsinstelling en werkplekstudent van de resultaten van de risicoanalyse (door het invullen van werkpostfiche) en deelt eveneens de gegevens mee van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die aan de werkplek verbonden is.
1. Als op basis daarvan blijkt dat er een gezondheidstoezicht noodzakelijk is, voert de volgende instantie het gezondheids- toezicht uit: … .
2. De … geeft de opdracht dit gezondheidstoezicht te laten uitvoeren.
3. De … overhandigt het formulier voor de gezondheidsbeoordeling aan de werkplek.
Werkplek en opleiding maken duidelijke afspraken over:
• wie (indien de risico-analyse dit aangeeft) het gezondheidstoezicht uitvoert: de werkplek of de preventiedienst waarbij de opleidingsinstelling aangesloten is (1);
• wie de opdracht geeft om dit gezondheidstoezicht te laten uitvoeren: opleiding of werkplek (2);
• wie het formulier voor gezondheidsbeoordeling aan de werkplek overhandigt: opleiding of werkplekstudent (3).
3 Engagementen
3.1 De werkplek
• De werkplek zorgt voor de nodige organisatorische, praktische, … faciliteiten om werkplekleren te realiseren (toegang tot informatie, middelen, materialen, instrumenten, mensen, overlegfora, …).
• De werkplek ondersteunt en begeleidt de student in zijn competentie-ontwikkeling conform de concrete invulling van het werkplekleren programma (zie eventueel werkplekleerprogramma in bijlage).
• De werkplek verzamelt informatie over de competentieontwikkeling van de student om te komen tot een beoordeling.
3.2 De opleiding
• De opleiding zorgt voor de nodige organisatorische, praktische, … faciliteiten om het werkplekleren te realiseren (vb. aan- stellen van ankerfiguur).
• De opleiding ondersteunt en begeleidt de student in zijn competentie-ontwikkeling conform het programma en de invul- ling van het werkplekleren (zie eventueel in bijlage).
• De opleiding draagt bij tot de beoordeling van de competentie-ontwikkeling van de werkplekstudent en heeft de eind- verantwoordelijkheid voor de evaluatie.
3.3 De werkplekstudent
• De werkplekstudent maakt op een respectvolle manier gebruik van de faciliteiten in het kader van werkplekleren.
• De werkstudent engageert zich om de competenties te ontwikkelen conform het programma en de invulling van het werk- plekleren (zie eventueel in bijlage).
• De werkplekstudent verzamelt informatie over zijn competentieontwikkeling om te komen tot een beoordeling.
3.4 De partners
De partners nemen deze engagementen op en wijzen ze toe aan personeelsleden.
De partners concretiseren het werkplekleren in onderling overleg (wanneer, hoe, door wie, … ).
De opleiding en werkplekstudent respecteren het arbeidsreglement van de werkplek, doch enkel voor zover het gaat om bepalingen die voor hen relevant zijn (vb. niet de bepalingen i.v.m. betalingen van het loon, gunstiger opzeggingstermijnen, …). De drie partners engageren zich om in dialoog te treden over het werkplekleren en de bijhorende visie.
Het bestaan van deze overeenkomst sluit niet uit dat partners met derden overeenkomsten afsluiten en kan dus niet als een exclu- siviteitsovereenkomst worden beschouwd.
Gelieve 3 exemplaren* te tekenen door/voor:
Student | Werkplek | Opleiding/instelling |
datum | datum | datum |
handtekening | handtekening | handtekening |
naam | naam | naam |
* 1 exemplaar voor werkplekstudent, 1 exemplaar voor opleiding/instelling, 1 exemplaar voor werkplek